5 minute read

Wat gevestigde bedrijven kunnen leren van een start-up

Next Article
RUBEN RECHTUIT

RUBEN RECHTUIT

Miguel Meuleman, professor ondernemerschap Vlerick Business School

Wat gevestigde bedrijven kunnen leren van een start-up

Limburg telt 7 incubatoren, goed voor 270 bedrijven en ruim 1.000 jobs. Ze zijn de geknipte biotoop voor innovatieve start-ups die de klassieke bedrijfsmodellen doorbreken en succesvol de concurrentie aangaan. Wat kunnen gevestigde bedrijven van deze vernieuwers leren?

VERNIEUWERS LEGGEN VERBANDEN TUSSEN VRAGEN, PROBLEMEN EN DOMEINEN. EEN SOORT METASKILL WAARBIJ ZE ALLE ‘DOTS’ CONNECTEREN.

Van Corda Campus in Hasselt over Droneport in Sint-Truiden tot Thor Park in Genk. Ze zijn de springplank voor start-ups en ondernemerschap, een smeltkroes van vernieuwers met hetzelfde DNA. Maar op welke manier onderscheiden deze innovatieve ondernemers zich van anderen? “Ze besteden veel meer tijd aan het ontdekken van opportuniteiten en dat op uiteenlopende manieren”, weet professor Miguel Meuleman, die ondernemerschap doceert aan de Vlerick Business School.

Vijf ontdekkingsvaardigheden Iedereen kent wel mensen die zonder enige moeite ideeën ontdekken voor nieuwe producten, diensten of bedrijven. Alsof je met dat DNA wordt geboren. “Volgens experten als Clayton Christensen, Hal Gregersen en Jeffrey Dyer kan iedereen innovatiever worden. Zij onderscheiden vijf capaciteiten in het DNA van een vernieuwer: vragen stellen, observeren, experimenteren, netwerken en associëren. Het zijn ontdekkingsvaardigheden die iedereen kan aanleren”, duidt professor Meuleman. “Vernieuwers observeren het gedrag van klanten, leveranciers en concurrenten, sparren met mensen uit andere sectoren en disciplines, en durven experimenteren. Ze wachten niet met lanceren totdat een product perfect is, maar testen het vooraf in de markt: snel, doordacht en op kleine schaal, zodat ze meteen kunnen bijsturen. Test je eigen aannames, durf te falen. Het zal je een hoop tijd en kosten besparen.”

Alle dots connecteren Vernieuwers durven ook vragen stellen die het meest gangbare uitdagen. “Zoals: moet elke kapper haar knippen? Of ligt er een opportuniteit in enkel brushen en daar beleving rond creëren? Of kijk naar Michael O’Leary bij Ryanair. Moet je standaard veel diensten aanbieden bij een vliegreis? Of kan het ook zonder de ‘frills’, zodat je kan vliegen tegen een lagere prijs? Door die knuppel in het hoenderhok te gooien, ontwikkelde O’Leary een nieuw businessmodel. Vernieuwers leggen ook verbanden tussen vragen, problemen en allerlei domeinen. Een soort metaskill waarbij ze alle ‘dots’ connecteren.”

Focus op waardecreatie Een start-up begint vanaf een wit blad. Een gevestigd bedrijf kan niet zomaar alles van tafel vegen en opnieuw beginnen. “Toch kan je leren van die start-up cultuur”, vindt professor Meuleman. “Een start-up is beperkt in personeel en financiële middelen. Er is met andere woorden geen ruimte om een product te blijven perfectioneren vooraleer het op de markt komt. Daardoor staan ze dichter bij hun klanten en zijn ze meer gefocust op waardecreatie. Een klant zo snel mogelijk overtuigen van de meerwaarde van een product, is dus de inherente missie van een start-up.”

Klimaat van ondernemerschap Ook in hun aanwervingsbeleid zetten start-ups eerder in op de juiste attitude van de kandidaat-medewerker, dan op het al dan niet hebben van het juiste diploma. Daarnaast geven ze hun medewerkers meer autonomie. “Door autonomie aan mensen te geven, komen mensen ook met eigen ideeën. Bij kmo’s zie je vaak dat de eigenaar-manager nog veel operationele beslissingen zelf neemt. Door de touwtjes zelf zo strak in handen te houden, krijg je ook minder ondernemerschap. Mensen zijn creatief en hebben vaak zin om zaken aan te pakken, maar het is dikwijls de organisatie zelf die een klimaat creëert waarin dat niet mogelijk is. Eigenlijk moet je starten aan de top, leading by example.”

Valkuil voor familiebedrijven 70% van de Limburgse kmo’s is een familiebedrijf. Ze zijn authentiek, hanteren korte communicatielijnen, er is een informele sfeer en ze staan dicht bij hun klanten. Ze hebben dus veel gemeenschappelijk met de start-upcultuur. “Toch is er een belangrijke valkuil. Een familiaal bedrijf kan ook erg gesloten zijn. Het eigenaarschap of het kapitaal wordt niet gedeeld. Dat kan innovatie in de weg staan”, stelt professor

Miguel Meuleman. “Een start-up heeft een vlakke structuur, er heerst een soort democratie en het aandeelhouderschap wordt opengesteld. Ze durven een stukje van de taart delen, om ze samen groter te maken. Zo voelt iedereen zich meer betrokken bij het innovatieproces. Als er aan de top van het bedrijf geen openheid is, dan bloeden initiatieven van ondernemende individuen in een organisatie dood.”

Meer weten? Neem deel aan het seminarie ‘What corporates can learn from a startup’ op 18 mei bij VKW.

WHAT CORPORATES CAN LEARN FROM A STARTUP

SPREKER

Prof. Miguel Meuleman

PROGRAMMA

Je krijgt antwoorden op vragen als:

• Wat zijn essentiële skills van innovatieve ondernemers en hoe krijg je ze onder de knie?

• Hoe creëer je een start-upcultuur in je organisatie?

• Wat zijn de bouwstenen van een bedrijfsmodel en hoe experimenteer je ermee?

• Hoe kom je tot nieuwe bedrijfsmodellen met de ‘lean start-upmethodiek’?

WAAR

Bij VKW Limburg, Hasselt.

WANNEER

18 mei 2022, van 8.30 uur –17.00 uur

INSCHRIJVEN

Via vkwlimburg.be/activiteiten

This article is from: