TWEEMAANDELIJKS BLAD VAN DE BELGISCHE FEDERATIE DER
EDITO
8 IN4FUELS
U kan nu lid worden van in4fuels! 05
12
ENERGIETRANSITIE
Graag (meer) gezond verstand bij politieke besluitvorming
ETS2 : het nieuwe emmissiehandelssysteem
43 SOCIAAL NIEUWS
Het Sociaal Fonds bestaat intussen 50 jaar
JOINT
P. 36-37
Zet uw bedrijf op de weg naar succes
Uw bedrijf staat voor een beslissend moment
De brandstofsector verandert snel en staat onder druk. Als onafhankelijke leverancier krijgt u te maken met uitdagingen die de toekomst van uw bedrijf bepalen: opvolging, geschikt personeel, strengere regelgeving en de noodzaak om concurrentieel te blijven. Zonder de juiste ondersteuning staat ook het voortbestaan van uw bedrijf onder druk.
Herman en Karins succesverhaal
Herman en Karin van Hognoul & Zn stonden na 4 generaties voor een beslissend moment.
Karin: “De afgelopen 2 jaar zijn 2 van onze chauffeurs op pensioen gegaan en zoals iedereen in onze sector weet, is het zeer moeilijk om nieuwe chauffeurs te vinden.”
Herman: “Daar komt nog bij dat we geen opvolging hadden om onze brandstofhandel verder te zetten. Zonder opvolger en met een tekort aan chauffeurs dreigde ons familiebedrijf vast te lopen. Door samen te werken met Comfort Energy konden we ons bedrijf niet alleen voortzetten, maar ook laten groeien.”
Waarom we kozen voor Comfort Energy
Comfort Energy begreep meteen onze uitdagingen en hanteert hetzelfde serviceniveau als wij. Voor onze klanten is bereikbaarheid én correct leveren uiterst belangrijk.
Door onze keuze voor Comfort Energy blijft ons bedrijf sterk en kunnen we zelfs groeien.
Nu bieden we ook innovatieve diensten aan zoals:
• Slimme Dop: Controleert het brandstofniveau 24/7 via een app en stuurt waarschuwingen bij lage niveaus of onverwachte dalingen.
• Automatische leveringen: We monitoren het brandstofniveau en plannen automatisch leveringen in, zo vallen onze klanten nooit meer zonder mazout.
Zijn de verwachtingen van Herman en Karin ingelost? Ontdek het hier
Kies voor groei en succes
Net als Herman en Karin kunt u bouwen aan een sterke toekomst voor uw bedrijf.
Comfort Energy biedt de expertise en middelen die u nodig heeft om niet alleen te blijven bestaan, maar om te floreren in een concurrerende markt. Neem vandaag nog contact met ons op en ontdek hoe wij u kunnen helpen om uw bedrijf naar een hoger niveau te tillen.
Walter Vankerckhoven I CSO +32 479 74 40 07 walter.vankerckhoven@comfortenergygroup.com
04 ENERGIEMARKT
Aardgas 12% duurder dan mazout
COLOFON
VU
Johan Mattart, Algemeen Directeur van de Belgische Federatie der brandstoffenhandelaars v.z.w. Léon Lepagestraat 4, 1000 Brussel info@brafco.be www.brafco.be
De redactie is niet verantwoordelijk voor publireportages.
05 EDITO
Graag (meer) gezond verstand bij politieke besluitvorming
06 MARKT
Belgian Energy Data Overview
16 WWW.BRAFCO.BE
Dealer locator: nieuwe functionaliteit!
20 MILIEU
• Vlaremtrein definitief goedgekeurd
• Promaz: nog 4,5 maand om aanvraag in te dienen
36 LEDEN
Joint venture Belgomine – Fournier Cavos
38 NIEUWS VAN DE FEDERATIE
Commissies Brafco: bevestig uw deelname of schrijf u in!
41 DIENSTEN
Vakbekwaamheid, ADR-cursussen…
44 SOCIAAL VERWARMINGSFONDS
“Jouw verwarmingsfactuur is geld waard!”
45 PERS
Gelezen in de pers
47 GRAADDAGEN &
08 - 09
Waarom en hoe lid worden?
10 - 11
De voordelen van HVO als duurzame brandstof
12 ENERGIETRANSITIE
• ETS2: het nieuwe emissiehandelsysteem
• Europese regelgeving op het vlak van ESG-criteria
43 SOCIAAL NIEUWS
• De Federal Learning Account (FLA) staat online!
• Project ‘Actief Inclusief’
• Nieuwe brochure van het Sociaal Fonds
SIMULATIES VAN ENERGIEPRIJZEN
Aardgas 12% duurder dan mazout in het Vlaams Gewest
Op 1 oktober jl. bedroeg de maximumprijs voor 2.000 liter stookolie 1.559 euro. Voor het equivalent van 2.000 liter mazout moest de aardgasgebruiker (afhankelijk van de leverancier en de regio) 1.756 euro betalen in het Vlaams Gewest (tarief Engie Flow variabel, netbe-
heerder Iverlek), 1.978 euro in het Waals Gewest (tarief Engie Flow variabel, netbeheerder Ores Waals Brabant) en 1.803 euro in het Brussels Gewest (tarief Engie Flow variabel, netbeheerder Sibelga). Dit betekent een meerkost van respectievelijk 197, 419 en 244 euro! Alle prijzen zijn incl. BTW.
ENERGIEPRIJZEN IN HET VLAAMS GEWEST (verbruik/jaar: 2000 liter)
Simulatie op basis van de prijzen op 01/10/2024
Mazout factuur voor 2.000 liter mazout officiële maximumprijs gasolie verwarming 10S, leveringen 2.000 liter (bron: FOD Economie)
Propaan factuur voor 2.924 liter propaan (equivalent van 2.000 liter mazout) officiële maximumprijs propaan, leveringen 2000 liter (bron: FOD Economie)
Pellets factuur voor 4.256 kg pellets (equivalent van 2.000 liter mazout) pellets in zakken (min. 1 pallet) (bron: www.ecopower.be)
Aardgas factuur voor 21.282 kWh aardgas (equivalent van 2.000 liter mazout) tarief Engie Flow variabel geschatte jaarprijzen, netbeheerder Iverlek (bron: engie.be)
Pellets (4.256 kg)
Mazout (2.000 liter)
Aardgas (21.282 kWh)
Propaan (2.924 liter)
Elektriciteit daluren (17.440 kWh) Elektriciteit
Elektriciteit factuur voor 17.440 kWh elektriciteit dal- en piekuren (equivalent 2.000 liter mazout) tarief Engie Flow variabel geschatte jaarprijzen, netbeheerder Iverlek (bron: engie.be)
Wenst u informatie te ontvangen via de WhatsApp-groep voor de Nederlandstalige leden van Brafco?
Brafco gaat voor haar Nederlandstalige en Franstalige leden een afzonderlijke WhatsApp-groep oprichten om snel professionele informatie in de vorm van teksten, foto’s of video’s te delen. En dat waar u ook bent, zelfs als u tijdelijk geen pc binnen handbereik hebt. Die informatie vormt een aanvulling op wat via de andere communicatiekanalen (website, magazine ...) van de Federatie wordt verspreid; de WhatsAppgroep vervangt die dus niet.
Om de groep efficiënt te beheren, zullen enkel de beheerders van de groep – de kaderleden van de Federatie – content kunnen plaatsen. Het is met andere woorden een informatie-overdracht in één richting, van Brafco naar haar leden.
Om in overeenstemming te zijn met de GDPR vragen we u onderstaand formulier in te vullen, te scannen en ondertekend terug te sturen naar volgend e-mailadres: vincent.orts@brafco.be
Naam:
Straat & nr.:
Gsm-nummer:
Voornaam:
Bedrijf:
Postcode & Gemeente :
• geeft Brafco de toestemming om hem/haar toe te voegen aan de NL WhatsApp-groep met het oog op het delen van professionele en sectorgerelateerde informatie zolang hij/zij lid is van de Federatie;
• verklaart er van op de hoogte te zijn dat alle leden van de groep toegang hebben tot de lijst met de namen en GSM-nummers van de deelnemers;
• verklaart op de hoogte gebracht te zijn van de mogelijkheid om de groep uit eigen beweging te verlaten;
• verklaart ervan op de hoogte gebracht te zijn dat Brafco de gegevens van de leden van de WhatsApp-groep niet aan derden zal mededelen.
Datum en handtekening:
EDITO
Graag (meer) gezond verstand bij politieke besluitvorming
Eind dit jaar zal het vijf jaar geleden zijn dat de Commissie Von der Leyen de European Green Deal voorstelde. Een groots opgezet, ambitieus plan om van Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent te maken. Onder die Green Deal -paraplu zit een hele plejade aan thema’s en wetgevende initiatieven, van energiebeleid en renovatie, over milieu en natuur, vervoer en toerisme tot landbouw- en industriebeleid. Dit alles, volgens gewezen Eurocommissaris Frans Timmermans, om “het welzijn van mensen te verbeteren. Als Europa klimaatneutraal wordt en we onze natuurlijke omgeving beschermen, dan is dat goed voor de mensen, de planeet en de economie. Niemand mag achterblijven”. Om deze nobele doelstelling een boost te geven, werden de klimaatambities voor 2030 alvast geconcretiseerd met het “Fit for 55“-pakket, dat tegen eind dit decennium een broeikasgasemissiereductie met 55% beoogt ten opzichte van 1990.
Met uitzondering van de beoogde herziening van de Energiebelastingrichtlijn, zijn intussen nagenoeg op Europees vlak alle wetgevende initiatieven genomen om die ambitieuze doelstellingen na te streven. Zo werden, naast het uitvaardigen van nieuwe regelgeving, tal van reeds bestaande Europese richtlijnen en verordeningen aangescherpt. De verstrengde Energie Efficiëntie Richtlijn (EED), de nieuwe Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED III), een nieuw EU-emissiehandelssysteem voor gebouwen en wegtransport (ETS 2), strengere CO2-emissienormen voor auto’s en bestelwagens, de Verordening Infrastructuur voor Alternatieve Brandstoffen (AFIR), maar ook de Richtlijn Duurzaamheidsrapportering door Bedrijven (CSRD) zijn hiervan maar enkele voorbeelden.
verbrandingsmotor vanaf 2035 heeft Europa zo goed als het lot bezegeld van zijn eigen succesvolle auto-industrie, die voor heel wat welvaart heeft gezorgd. Symptomatisch op dit vlak is dat de Volkswagengroep, naast zijn productiefaciliteit in Vorst, nu ook overweegt vestigingen in die Heimat te sluiten. Andere autoconstructeurs zullen ongetwijfeld volgen. De strengere emissienormen die Europa uitvaardigt voor auto’s en bestelwagens speelt immers volledig in de kaart van China, die op het vlak van zeldzame aardmetalen en mineralen nodig voor de productie van batterijen incontournable is geworden. Inmiddels is het marktaandeel van in China geproduceerde elektrische auto’s binnen de Europese Unie gestegen tot boven de 20%. Is het voor de Europese Unie nog van belang dat een industrie of een onderneming succesvol is in haar métier of vindt ze het oké als de economie achteruitgaat, zolang dit als “duurzaam” kan worden bestempeld?
Een aards paradijs op een economisch kerkhof is een utopie
De ivorentorenmentaliteit van de fiscaal amper belaste bureaucraten van de Europese instellingen die de regelgeving voorbereiden, is nefast. Niet alleen voor de economie, maar ook voor de burger. Een aards paradijs op een economisch kerkhof is geen realistisch toekomstperspectief. Niettemin blijft het voor veel politici bon ton om hun klimaatambities in de verf te zetten door, op nationaal of regionaal vlak, zich te bezondigen aan ‘gold plating’, t.t.z. verder willen gaan dan wat Europa oplegt. Tot ze geconfronteerd worden met de impact van de door hen genomen beslissingen.
Of deze lawine aan regelgeving goed is voor de burger en de ondernemingen, zoals de Europese Green Deal beoogt, is maar zeer de vraag. Dat klimaatinspanningen nodig zijn, staat buiten kijf. Duurzaamheid is belangrijk, maar concurrentiekracht nog meer. De in de CSRD-richtlijn voorziene duurzaamheidsrapportering zadelt de betrokken Europese ondernemingen op met een ongeziene administratieve rompslomp waar vooral auditkantoren garen bij spinnen, maar waar de meerwaarde voor de betrokken bedrijven nog een groot vraagteken blijft. Wil de Europese Unie de hier gevestigde bedrijven versterken of met extra kosten opzadelen die hun concurrentiekracht ondermijnen?
Ondertussen verliest Europa al decennia terrein op de Verenigde Staten, en nu ook op China. Met het verbod op de verkoop van auto’s met een
Het door de regering Jambon besliste verbod op verbrandingsmotoren vanaf 2029 - 6 jaar eerder dan wat Europa oplegt - blijkt nu plots geen goed idee, daar de aanschaf van een elektrische wagen voor veel burgers nog onhaalbaar is. De afzwakking van de EPB-verplichting in Vlaanderen tot niveau D mag dan voor recente eigenaars van een woning met dergelijk EPB-peil een goede zaak zijn, voor zij die onlangs een energieverslindende woning hebben verkocht, is dit allerminst het geval daar de minwaarde ingevolge de verplichte energetische renovatie in hun verkoopprijs diende verrekend te worden. Het door het Brussels parlement besliste uitstel met twee jaar van de verstrenging van de LEZ is een ander voorbeeld. Het afvoeren van het idee om van het Waals gewest een grote LEZ te maken, getuigt eveneens van voortschrijdend inzicht.
Dus graag wat meer mens en pragmatisme in de besluitvorming.
Of zijn we de gele hesjes vergeten?
JOHAN MATTART ALGEMEEN DIRECTEUR
De in 2022 opgetekende globale daling van de finale energieconsumptie zette zich ook in 2023 door
In 2023 bedroeg de totale primaire energieconsumptie 49,1 Mtoe (megaton olieequivalent), een daling van 6,2% ten opzichte van 2022. Dat blijkt uit de recentste editie van de ‘Belgian Energy Data Overview ‘ van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
Dat is het laagste niveau van de primaire energieconsumptie (totale energievraag van een land) sinds 1990. Die daling is enerzijds toe te schrijven aan de nasleep van de energieprijzencrisis in 2022 veroorzaakt door de invasie van Rusland in Oekraïne. Dat leidde tot een verandering in het consumptiepatroon van voornamelijk aardgas, elektriciteit en aardolieproducten bij bedrijven en gezinnen. Daarnaast droeg ook de definitieve sluiting van de kerncentrales Doel 3 en Tihange 2 bij aan die daling. Het aandeel hernieuwbare energie en afval in de primaire energieconsumptie steeg in 2023 naar 12,1%, tegenover 7,7% in 2014.
Tussen 2014 en 2023 schommelde de finale energieconsumptie (totale energieverbruik van eindgebruikers, zoals huishoudens, de industrie en de landbouw) tussen 36,4 en 41,0 Mtoe. Die variatie is sterk afhankelijk van de
weersomstandigheden. In jaren met een strenge winter, zoals 2021, ligt het finale verbruik van verwarmingsbrandstoffen hoger. Die impact is voornamelijk zichtbaar in het verbruik van aardgas, dat in 2021 een recordverbruik bereikte. De oorlog in Oekraïne leidde ook tot een forse daling van de finale energieconsumptie (-9,4% in 2022 ten opzichte van 2021). In 2023 daalde de finale energieconsumptie nog lichtjes ten opzichte van 2022.
Het aandeel van de aardolieproducten in de totale finale energieconsumptie stagneerde en bleef met 48,1% in 2023 zeer dominant. Het eindverbruik van die producten is verdeeld tussen energetisch verbruik (68,2% in 2023) en niet-energetisch verbruik (31,8% in 2023). In 2023 was de energieconsumptie in de transportsector voor het eerst gelijk aan die van de industrie, dankzij een stijging in de eerstgenoemde (+4,0% tussen 2021 en 2023) en een daling in de tweede (-15,5% tussen 2021 en 2023).
Opvolging van de indicatieve energie-efficiëntiedoelstellingen
Volgens de formule in bijlage I van de Richtlijn 2023/1791 inzake energie-efficiëntie bedraagt het Belgisch indicatief streefdoel voor 2030 een vermindering van 12,9% van de finale energieconsumptie ten opzichte van het referentiescenario in 2020. Dat komt overeen met een primaire energieconsumptie van 34,7 Mtoe en een finale energieconsumptie van 28,8 Mtoe in 2030. Op 30 januari 2024 heeft België gemeld dat zijn indicatieve bijdrage 9,5% zou bedragen. Dat komt overeen met een primaire energieconsumptie van 36,5 Mtoe en een finale energieconsumptie van 29,9 Mtoe in 2030, zoals weergegeven in de grafiek.
Ben je er klaar voor je diensten duurzaam
uit te breiden?
Ontsluit het potentieel van EV-laden op jouw locatie. Interesse? Thomas Vandervecken vertelt je graag meer over de mogelijkheden en onze werkwijze.
Bel Thomas op+32476601730 of stuur een email naar thomas.vandervecken@allego.eu.
Vind meer info op allego.eu
In4fuels als gids naar koolstofarme energieoplossingen
Word nu lid en werk mee aan de toekomst van vloeibare brandstoffen!
In een tijdperk van klimaatambities en energietransitie was het essentieel om onze rol als informatie- en kenniscentrum voor vloeibare brandstoffen te herzien en te versterken. Dit leidde tot een grondige herstructurering van Informazout. Met een nieuwe naam, duidelijke doelstellingen, en een vernieuwde missie en visie, hebben we onze organisatie heringericht en zijn we klaar voor een frisse start. Onze herstructurering heeft ons in staat gesteld om onze ambities te verhogen en onze diensten uit te breiden naar meer toepassingen en dat met een sterke focus op koolstofarme alternatieven en innovatieve oplossingen voor de energietransitie. Wij richten ons voortaan niet alleen op verwarming van gebouwen, maar ook op offroad-toepassingen.
Waarom in4fuels?
Onze missie is helder: wij zijn dé gids voor consumenten van vloeibare brandstoffen Of het nu gaat om traditionele fossiele brandstoffen of duurzame, koolstofarme alternatieven, wij bieden uitgebreide informatie en wij sensibiliseren. En die ondersteuning van de consument is cruciaal voor onze sector gezien de diverse uitdagingen die hun gedrag beïnvloeden: overheidsmaatregelen, misleidende berichtgeving in de pers, een gebrek aan kennis over koolstofarme vloeibare brandstoffen, de koolstofprijs op onze producten vanaf 2027 (ETS II-richtlijn), …
Met een bereik van 1 miljoen bezoekers per jaar via onze website, 11 nieuwsbrieven, en een actieve aanwezigheid op sociale media, zijn wij het centrale aanspreekpunt voor iedereen die meer wil weten over vloeibare brandstoffen. Het vergroten van bekendheid en kennis over koolstofarme vloeibare brandstoffen bij het grote publiek en beleidsmakers is immers essentieel om een weloverwogen diversificatie in de energievoorziening te bekomen waarin plaats is voor vloeibare brandstoffen. Echter om die antwoorden op de vele vragen over het gebruik van (koolstofarme) vloeibare brandstoffen, nu en in de toekomst, te kunnen blijven geven, hebben wij uw financiële steun nodig. Zonder deze steun eindigt het verhaal en stopt de ondersteuning van de consument.
Het in4fuels team: (vlnr) Filip Lannoy (Marketing Manager)Willem Voets (General Manager) - Vinciane Oleffe (Communication Manager)Guido Saenen (Technical Advisor)
In4fuels is het informatie- en kenniscentrum voor vloeibare brandstoffen voor verwarming en offroad-toepassingen.
Voordelen van lidmaatschap
Als lid van in4fuels profiteert u van talrijke voordelen:
• Zichtbaarheid en bereik: uw bedrijfslogo en website-link worden prominent vermeld op onze website, zichtbaar voor 1 miljoen bezoekers per jaar.
• Exclusieve vermelding in onze adressengids: alleen betalende leden worden opgenomen in onze zoekmotor voor brandstofverdelers.
• Toegang tot informatie: u krijgt toegang tot ons ledenportaal met waardevolle informatie en tools.
• Strategische inspraak: u heeft inspraak en bepaalt mee onze strategische richting.
• Prijsvoordeel: u krijgt korting op ons, voor u gepersonaliseerd, mailingprogramma (Fuel4You nieuwsbrief).
• Technische ondersteuning: u krijgt hulp bij technische vragen over zowel verwarming als offroad-toepassingen, ook voor uw klanten.
Hoe wordt u lid?
Lidmaatschap van in4fuels is eenvoudig, op maat gemaakt en voordeliger dan ooit. Het jaarlijkse lidgeld wordt bepaald op basis van uw omgezette volume gasolie-verwarming en gasolie-diesel (verwarming, landbouw, industrieel en commercieel), dat we uiterst confidentieel houden. Vermits het om lidgeld voor een beroepsvereniging gaat, is deze uitgave 100% fiscaal aftrekbaar. Indien u snel wil aansluiten download dan het invulformulier op www.in4fuels.be/nl/lid-worden en stuur dit uitsluitend en exclusief -omwille van de vertrouwelijke informatie- aan willem.voets@in4fuels.be. Of neem contact met ons op voor verdere toelichting. Dit kan per mail naar info@in4fuels.be of telefonisch +32 2 558 52 20.
In4fuels komt naar u toe
Verder zullen wij zelf een reeks afspraken vastleggen om u tijdens een persoonlijk gesprek te informeren over de scopeuitbreiding en over de voordelen van een lidmaatschap bij in4fuels.
Het bestuur van in4ufels dankt u alvast, Tom Lambert (Comfort Energy Group) – Johan Mattart (Brafco) – Wim De Wulf en Jo Vandeweghe (Energia) –Anke Van Elsacker (Q8) – Xavier Rigo (Octa+) – Luc Bouts (Bouts) – Julien Gonze (Joassin)
Brits onderzoek bevestigt de voordelen van HVO als duurzame brandstof
In de zomer van 2020 startte de Britse sectororganisatie OFTEC samen met UKIFDA (UK and Ireland Fuels Distributors Association) een onderzoek naar de mogelijkheden van HVO als alternatief voor kerosine in cv-toestellen. Na enkele stookseizoenen en grondige analyses nam in4fuels de resultaten onder de loep en verzamelde voor u de meest opmerkelijke bevindingen.
Met 1,7 miljoen stookolieketels in het Verenigd Koninkrijk en nog eens 670.000 exemplaren in Ierland, is er werk aan de winkel wat betreft de energietransitie. De Britse regering wilde aanvankelijk dat grote nietresidentiële gebouwen die niet op het aardgasnet zijn aangesloten, dit jaar zouden overschakelen naar koolstofvrije alternatieven. Ondertussen is de datum verplaatst naar 2035 en geldt de deadline ook voor residentiële en kleine niet-residentiële gebouwen.
Toch blijft de planning wel heel ambitieus. Zeker als je weet dat de levering en installatie van warmtepompen in het VK, mede door gebrek aan technische expertise, niet verloopt zoals verwacht. Warmtepompen werken nu eenmaal met andere parameters dan cv-ketels. Er zijn bijvoorbeeld langere werkingstijden en lagere afgiftetemperaturen waardoor gebruikers soms voor verrassingen komen te staan. Wie vroeg intekent op een koolstofvrij alternatief loopt het risico dat hij (te) veel betaalt en de resultaten tegenvallen.
ENKEL AANDACHT VOOR ELEKTRIFICATIE
In Groot-Brittannië houden beleidsmakers vooral een pleidooi voor elektrificatie, waardoor koolstofarme vloeibare brandstoffen in de vergeethoek belanden. Een gemiste kans, aangezien onafhankelijke analyses bewijzen dat deze alternatieven de koolstofuitstoot in gebouwen tot 88% verminderen in vergelijking met kerosine1. Daarbij worden deze brandstoffen geproduceerd, gecertificeerd en verhandeld volgens internationale normen. En niet onbelangrijk: ze kunnen snel en op grote schaal worden ingezet via de bestaande infrastructuur.
HET ONDERZOEK
Om de kwaliteiten van hernieuwbare vloeibare biobrandstoffen geproduceerd uit afvalstromen nog meer onder de aandacht te brengen, sloeg sectororganisatie OFTEC in 2020 de handen in elkaar met UKIFDA. De doelstellingen van het onderzoeksproject waren:
• De eenvoud van een switch van kerosine naar HVO aantonen
• De technische haalbaarheid aantonen van de verbranding van HVO in reële situaties
• Peilen naar de houding van de consument wat betreft het gebruik van HVO ter vervanging van kerosine
• Aantonen dat de brandstofinfrastructuur in staat is om HVO op de plaats van verbruik te leveren
• Emissiebesparingen aantonen bij gebruik van HVO
Het onderzoek geeft toelichting bij 135 gebouwen in het Verenigd Koninkrijk waar de nodige aanpassingen gebeurden, zodat deze installaties konden draaien op 100% HVO2. Deze gebouwen zijn een mix van woonhuizen en commerciële gebouwen, verspreid over Schotland, Engeland en Wales. Naast een variatie in gebouwen en locaties, analyseerde men ook verschillende apparaten en vermogens die variëren van 15 kW in woongebouwen tot 100 kW in niet-residentiële gebouwen, wat de veelzijdigheid van HVO als directe vervanging voor kerosine1 aantoont. De demonstratie is vanaf het begin nauwlettend gevolgd om eventuele problemen te identificeren. Alle onregelmatigheden werden geregistreerd, onderzocht en snel opgelost.
• Met HVO kunnen we onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen zoals kerosine verminderen. Omdat HVO geproduceerd wordt uit afvalstromen, dierlijke vetten en ongeschikte grondstoffen voor voedselconsumptie, is het een duurzamere energiebron. De voordelen op het vlak van milieu en comfort zijn niet te onderschatten: minder koolstofuitstoot, verbeterde luchtkwaliteit en energiezekerheid.
• HVO is technisch compatibel met bestaande verwarmingsketels op vloeibare brandstof die ontworpen zijn voor kerosine, door middel van een eenvoudige conversie. Dit betekent dat huiseigenaren en bedrijven kunnen overstappen zonder dure upgrades naar alternatieve verwarmingssystemen. Overstappen is daardoor niet alleen duurzaam, maar ook praktisch.
• Door consumenten de optie te bieden om HVO als verwarmingsbrandstof te gebruiken, kunnen ze duurzamere keuzes maken. Ideaal, want consumenten staan duidelijk open voor schonere energieën. Ecologische alternatieven zoals HVO kunnen bijdragen aan een positief merkimago voor bedrijven.
• Hoewel HVO aanvankelijk duurder kan zijn dan kerosine, boekt de consument vooral resultaten op lange termijn. De lagere onderhoudskosten en milieuvoordelen maken het tot een kosteneffectieve keuze.
Kortom, HVO als drop-in-vervanging voor kerosine in verwarmingssystemen is een belangrijke stap in de richting van een duurzamere energietoekomst. In de zoektocht naar duurzame energieoplossingen biedt deze brandstof een aanvullende en betaalbare oplossing om bij te dragen aan netto-nulemissies in 2050. Naast de lagere koolstofuitstoot is er de energiezekerheid en -onafhankelijkheid, terwijl ze ook compatibel is met de bestaande infrastructuur. Nu we prioriteit blijven geven aan duurzame energieoplossingen, komt HVO naar voren als een veelbelovende optie voor schonere en efficiëntere verwarming.
Onderzoeksresultaten
Ondertussen doorliep het testproject drie succesvolle verwarmingsseizoenen met HVO. Daaruit kwamen volgende conclusies voort.
• Alle gebouwen die deel uitmaakten van het proefproject schakelden succesvol om. Tijdens de installatie stelde men amper problemen vast. Afwijkingen werden snel en succesvol opgelost.
• Het grootste deel van de gebouwen kan tot wel 88% CO2 besparen na een omschakeling.
• 100% HVO is technisch compatibel met bestaande verwarmingsketels op vloeibare brandstof die ontworpen zijn voor kerosine door middel van een eenvoudige conversie. Wie wil overstappen, hoeft niet opnieuw te investeren in dure installaties.
Vergelijkbare jaarlijkse CO2-uitstoot
Vergelijking van de jaarlijkse koolstofuitstoot (kgCO2e 2-jarig gemiddelde)
1 In het Verenigd Koninkrijk gebruikt men kerosine in plaats van gasolie-verwarming in de verwarmingsketels.
2 De switch van kerosine naar HVO is ingrijpender dan die van gasolie-verwarming naar HVO, wegens een groter verschil in de fysische eigenschappen van de brandstoffen.
ETS2 : het nieuwe emissiehandelssysteem voor de sectoren gebouwen en wegtransport
Op 1 januari 2005 werd in de Europese Unie een systeem van emissiehandel of handel in uitstootrechten (European Emissions Trading System, EU-ETS of ETS1) ingevoerd voor industriële installaties met een thermisch vermogen van meer dan 20 MW. In dat systeem moet een industrieel bedrijf voor elke ton CO2 dat het uitstoot, één emissierecht inleveren. Die emissierechten kunnen worden gekocht en verhandeld.
In het kader van het in 2021 voorgestelde “Fit for 55” pakket, dat tot doel heeft om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met minstens 55% te laten dalen (t.o.v. het referentiejaar 1990) stelde de Europese Commissie voor om het emissiehandelssysteem uit te breiden naar de sectoren gebouwen, wegtransport en kleine industrie. Deze uitbreiding, “ETS2” genoemd, verschilt echter van ETS1, in die zin dat bij ETS2 de “gereglementeerde entiteiten” niet de eindgebruikers zijn, maar wel de brandstofhandelaars die energieproducten “tot
verbruik uitslaan” in de zin van de accijnswetgeving. Concreet gaat het dus om erkend entrepothouders die vaste, vloeibare en/of gasvormige brandstoffen in België op de markt brengen die worden gebruikt voor verbranding in de sectoren gebouwen, weg transport en kleine industrie. Brand stoffenhandelaars die niet het statuut van erkend entrepothouder (belastingentrepot) hebben, worden niet als gereglementeerde entiteiten in het kader van ETS2 beschouwd, en hebben bijgevolg geen ETS2-verplichtingen.
Erkend entrepothouders die energieproducten in België tot verbruik uitslaan worden als “gereglementeerde ETS2-entiteiten” beschouwd wanneer deze producten gebruikt worden voor bijv. verwarming van gebouwen of voor wegtransport.
BROEIKASGASVERGUNNING
Erkend entrepothouders die energieproducten in België tot verbruik uitslaan worden als “gereglementeerde ETS2-entiteiten” beschouwd wanneer deze producten gebruikt worden voor bijv. verwarming van gebouwen of voor wegtransport. Het feit dat de erkend entrepothouder deze energieproducten zelf niet levert aan eindgebruikers, maar enkel aan wederverkopers, is hierbij niet relevant: de erkend entrepothouder zal verantwoordelijk zijn voor de verplichtingen inzake monitoring, rapportering en verificatie van de emissies van de brandstoffen die hij tot verbruik heeft uitgeslagen.
Concreet moesten alle erkend entrepothouders zo snel mogelijk (in principe vóór 31.08.2024) een emissievergunning (ook “broeikasgasvergunning” genoemd) aanvragen bij de “bevoegde autoriteit”. Voor België is de bevoegde autoriteit het gewest waar de maatschappelijke zetel van de onderneming is gevestigd :
• voor het Vlaams Gewest is dit het Vlaams Energie en Klimaat Agentschap (VEKA), ets2.veka@vlaanderen.be ;
• voor het Waals Gewest is dit het Agence wallonne de l’Air et du Climat (AWAC), ets2.awac@spw.wallonie.be;
• voor het Brussels Gewest is dit Leefmilieu Brussel, ets2@leefmilieu.brussels.
Brandstoffenhandelaars die enkel het statuut van erkend entrepothouder hebben om accijnsvrij
te kunnen leveren aan sectoren die niet onder ETS2 vallen, zoals de binnenvaart en de visserij, maar voor het overige alle energieproducten bij hun leverancier aankopen inclusief accijns (reeds tot verbruik uitgeslagen), moeten ook een broeikasgasvergunning aanvragen, maar zullen hierbij duidelijk moeten aantonen dat de energieproducten die zij ‘tot verbruik uitslaan” uitsluitend geleverd worden aan niet-ETS2 sectoren. Voor het overige hebben zij geen specifieke ETS2verplichtingen. Ook ondernemingen die enkel zuivere biobrandstoffen, waarvoor ze de nodige PoS (Proofs of Sustainability) kunnen voorleggen, tot verbruik uitslaan, dienen enkel een dergelijke vergunning aan te vragen bij de bevoegde autoriteit.
MONITORINGPLAN
De meeste brandstoffen die worden verbruikt in de gebouwensector, het wegvervoer en de niet-ETS1-industrie vallen echter onder ETS2. Concreet gaat het om benzine, diesel, gasolie, kerosine, LPG, aardgas, zware stookolie, kolen en cokes, alsook elk ander product voor motor- of verwarmingsbrandstof. Additieven die bij de energieproducten worden gevoegd en eveneens worden verbrand, behoren tot deze laatste categorie en vallen dus ook onder ETS2. Vallen niet onder ETS2: veen, houtskool, afval, vaste biomassa, elektriciteit en waterstof.
De erkend entrepothouders die energieproducten die onder ETS2 vallen tot verbruik uitslaan om te worden verbruikt in de gebouwensector, het wegvervoer en de niet-ETS1-industrie moeten niet enkel een emissievergunning aanvragen, maar dienen daarnaast ook nog een monitoringplan op te stellen. In dit monitoringplan wordt vastgelegd hoe de CO2-uitstoot van alle brandstofstromen zal worden bepaald. Het monitoringsplan moet worden goedgekeurd door de bevoegde autoriteit en dient zo snel mogelijk (in principe eveneens vóór 31.08.2024) via een Europese IT-tool (beschikbaar op https://ets-reporting.ec.europa.eu/) te worden ingediend. Belangrijk is te onderlijnen dat de bevoegde gewestelijke autoriteiten de gereglementeerde ETS2-entiteiten pas toegang tot deze Europese IT-tool zullen geven op basis van de contactinformatie die via de vergunningsaanvraag werd medegedeeld. Vandaar dat de vergunningsaanvraag eerst moet worden ingediend.
Op basis van het goedgekeurde monitoringplan zal de jaarlijkse rapportering van emissies plaatsvinden. Zolang het monitoringplan niet is
IMPACT ETS2 OP BRANDSTOFPRIJZEN (RAMING)
Onderstaande tabel geeft een idee van de impact van de prijs van de emissierechten op de brandstofprijzen. Bij een CO2-prijs van 30 euro/ton stijgt de prijs van gasolie verwarming met 8,13 ct/l of 81 euro/m³. Indien de emissierechten 70 euro bedragen, zoals op het ogenblik van dit schrijven het geval is voor ETS1, zal de impact op de brandstofprijs meer dan dubbel zo hoog zijn.
Brandstof /CO2-prijs 30 50 70
Gasolie verwarming (ct/l)
(ct/kWh)
goedgekeurd, zal de erkend entrepothouder geen emissievergunning krijgen.
IMPLEMENTATIE
ETS2 zal vanaf 2027 (of 2028 in het geval van uitzonderlijk hoge olie- en gasprijzen bij de invoering van het nieuwe systeem) volledig van kracht worden. Vanaf 1 januari 2025 start evenwel reeds de gefaseerde inwerkingtreding :
• 1 januari 2025: Start van de monitoring in overeenstemming met de monitoringplannen; een vergunning is nodig vanaf 1 januari 2025
• 30 april 2025: Indienen van de historische (niet-geverifieerde) emissierapporten bij de bevoegde autoriteit
• 30 april 2026+: Jaarlijkse indiening van de geverifieerde emissierapporten voor het vorige jaar bij de bevoegde autoriteit
• Januari 2027: Start van de veilingen voor ETS2
• 31 mei 2028+: Jaarlijkse inlevering van ETS2 emissierechten in het EU-Register
Het emissieplafond (cap) wordt vastgelegd in 2027 en zal geleidelijk worden verlaagd totdat in 2030 de uitstoot met 43% is verminderd ten opzichte van de niveaus van 2005 in de betrokken sectoren. Alle rechten zullen worden geveild en er zullen geen gratis toewijzingen zijn (in tegenstelling tot ETS1). Om de liquiditeit van de markt
in het nieuwe systeem te garanderen, zal in het eerste jaar 130% van de rechten worden geveild. Daarnaast zal er een marktstabiliteitsmechanisme worden ingevoerd, zoals in ETS1, en een aanvullend systeem voor het geval de energieprijzen sterk stijgen. Met name tot eind 2029 zal ook een prijsstabiliteitsmechanisme van toepassing zijn, dat ervoor zorgt dat 20 miljoen extra emissierechten uit de marktstabiliteitsreserve (MSR) worden vrijgegeven zodra de driemaandelijkse gemiddelde emissierechtenprijs gedurende twee opeenvolgende maanden meer dan 45 euro bedraagt. Bedoeling van deze maatregel is om de kosten van de overgang voor huishoudens en andere entiteiten te beperken.
Om de erkend entrepothouders te helpen bij de opmaak van hun monitoringplan, organiseerde Brafco op 26 augustus in Edegem een praktische opleiding.
Deze opleiding, waarvoor zich een 30-tal deelnemers hadden ingeschreven, werd op vraag van Brafco ook bijgewoond door een vertegenwoordiger van VEKA, het agentschap dat voor de ondernemingen met hoofdzetel in het Vlaams gewest de bevoegde autoriteit is inzake ETS2, en in die hoedanigheid de ingediende monitoringplannen zal moeten beoordelen. De aanwezigheid van VEKA was dan ook van groot belang om onduidelijkheden in de EU IT-tool te beslechten en het standpunt van de regionale overheden te verduidelijken.
Daar de implementatie van ETS2 voor zowel de ondernemingen als voor de overheden een nieuw
gegeven is, diende de opleiding grondig voorbereid te worden. Samen met het ingenieursbureau Enersangi, dat heel wat ervaring heeft opgebouwd in het ETS1-domein, werd – in nauw overleg met VEKA – de opleiding inhoudelijk grondig voorbereid.
Deze opleiding, waaraan ook erkend entrepothouders uit het Waals gewest deelnamen, was zeer praktijkgericht. De verschillende aspecten voor de opmaak van het monitoringplan kwamen uitvoerig aan bod, met name het bepalen van de categorie van gereglementeerde entiteit (cat. A, cat. B, lage emissies), het identificeren van brandstofstromen, het categoriseren van deze
brandstofstromen (groot vs. de minimis) en het bepalen van de monitoringsmethodologie.
Dit laatste is vrij complex, doch cruciaal. Voor het berekenen van de emissies van een brandstofstroom zijn er vijf relevante factoren: de brandstofhoeveelheid, de omzettingsfactor, de scope factor, de voorlopige emissiefactor en de biomassafractie. De berekeningen van deze vijf factoren moeten gebeuren met een bepaalde nauwkeurigheid. Dit wordt vastgelegd via ‘tiers’ (niveaus). Hogere tiers komen overeen met een hogere nauwkeurigheid (bv. labo-analyse) en de lagere tiers met een lagere nauwkeurigheid (bv. standaardwaarden). Entiteiten met hogere emissies zullen aan hogere tiers moeten voldoen dan entiteiten met lagere emissies.
Alle deelnemers aan deze eendaagse opleiding waren het er over eens dat de materie bijzonder complex is, en waren dan ook de Federatie bijzonder erkentelijk voor het organiseren van deze opleiding.
Een dertigtal vertegenwoordigers van erkend entrepothouders uit het Vlaamse en Waalse Gewest namen deel aan de ETS2-opleiding georganiseerd door Brafco.
Promaz helpt uw klanten bij hun bodemsanering na een mazoutlek.
Vat de koe bij de horens en informeer hen nu!
Hebt u klanten van wie de bodem verontreinigd is na een mazoutlek?
Geen zorgen, want het Promaz-fonds kan de bodemsanering voor hen uitvoeren. Een financiële tussenkomst kan ook, zelfs als de sanering in het verleden al werd uitgevoerd. Dat is een hele opluchting!
Aanvragen voor hulp moeten wel gebeuren vóór 28 februari 2025. Tijd dus, om de koe bij de horens te vatten!
Gratis communicatiemateriaal
Informeer uw klanten over deze deadline met onze gratis affiches en folders, die u kunt bestellen via promaz.be/toolkit.
Zo helpt u Promaz uw klanten te helpen. Bedankt!
Verplichte opstelling van een duurzaamheidsrapport voor (grote) ondernemingen
Europa verplicht grote ondernemingen om de impact van hun activiteiten te publiceren in een jaarrapport over duurzame ontwikkeling. Voor wie geldt die verplichting, vanaf wanneer en wat houdt ze in?
Eind 2019 stelde de Europese Unie de krachtlijnen voor van de Europese Green Deal, haar nieuwe groeistrategie om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn en tegelijk tewerkstelling te creëren en de levenskwaliteit te verbeteren. De Europese regelgeving op het vlak van ESGcriteria (Environment - Social - Governance) zal een sleutelrol spelen bij het nakomen van deze verbintenissen, met een aanzienlijke impact op bedrijven en hun financieringsbehoeften.
Met de invoering van de CSRD, de Corporate Sustainability Reporting Directive die bedrijven verplicht om transparant te rapporteren over hun duurzaamheid, volstaat het voor beursgenoteerde bedrijven en bedrijven die beantwoorden aan minstens 2 van de 3 volgende criteria – een balanstotaal van 20 miljoen euro, een netto-omzet van 40 miljoen euro; 250 of meer medewerkers – niet langer dat ze verslag uitbrengen over hun impact op het milieu en de maatschappij; ze moeten een duurzaamheidsbeleid voortaan ook integreren in hun bedrijfsvoering. De eerste jaarlijkse ESG-reporting moet in 2026 worden voorgelegd en de evolutie weergeven van de doelstellingen op het vlak van duurzame ontwikkeling voor het jaar 2025.
Het is de bedoeling dat die grote bedrijven op hun beurt duurzaamheidsinformatie opvragen bij hun leveranciers. En dat zijn vaak kmo’s. Aangezien de ESG-rapporten in het jaarverslag moeten worden opgenomen, kan het al dan niet naleven van ESG-standaarden invloed hebben op de financiering van activiteiten. Het is dan ook van groot belang dat ook kmo’s zich voorbereiden op passende ESG-reporting.
Het ESG-rapport is de publicatie van informatie over deze drie belangrijke gebieden:
• Environment (E): Dit aspect beoordeelt de directe of indirecte impact van de bedrijfsactiviteit op het milieu. Het omvat criteria zoals CO2uitstoot, elektriciteitsverbruik, afvalrecyclage en de impact op de biodiversiteit.
• Social (S): Het sociale luik gaat over de invloed van het bedrijf op zijn belanghebbenden (werknemers, klanten, leveranciers, lokale gemeenschappen). Het omvat universele waarden zoals mensenrechten,
internationale arbeidsnormen, het beheer van de toeleveringsketen en de gezondheid en veiligheid van klanten.
• Governance (G): Dit beoordeelt de manier waarop het bedrijf geleid, bestuurd en gecontroleerd wordt. Governance omvat transparantie over de verloning van de bestuurders, de strijd tegen corruptie, de rechten van de aandeelhouders en de betrokkenheid van belanghebbenden.
Afhankelijk van de structuur van uw bedrijf vindt u hier een tabel met daarin het juiste moment om uw ESG-rapport op te stellen en in te dienen, gebaseerd op het jaar voorafgaand aan het betreffende boekjaar:
Bedrijfscategorieën
Bedrijven die beantwoorden aan volgende twee criteria:
· > 500 werknemers
· < 40M€ omzet en/of > 20M€ balanstotaal
Bedrijven die beantwoorden aan minstens twee van volgende criteria:
· > 250 werknemers
· < 40M€ omzet
· > 20M€ balanstotaal
Bedrijven met:
· > 10 werknemers
· > 700 k€ omzet
· > 250 k€ balanstotaal
Referentieboekjaar Eerste reporting
2024 2025
2025 2026
2026mogelijkheid tot uitstel tot 2028*
2027mogelijkheid tot uitstel tot 2029*
Niet-Europese bedrijven met een omzet van > 150 M€ en een dochteronderneming of filiaal in de Europese Unie 2028 2029
* Tot 2028 geldt voor beursgenoteerde kmo’s een overgangsperiode van twee jaar waarin ze ervoor kunnen kiezen om niet te voldoen aan de rapportageverplichtingen die de ESG-regelgeving oplegt. Tijdens die periode moeten ze wel in hun jaarverslag kort toelichten waarom ze dit niet doen.
TRANSPARANTIE
De voornaamste bedoeling van de ESG-reporting is het creëren van transparantie. Zo worden bedrijven verplicht om steeds een grondig overzicht te houden over de impact van hun activiteiten op het vlak van milieu, maatschappij en governance. Ze moeten strategieën uitwerken, maatregelen vastleggen en hun succes beoordelen met behulp van geschikte KPI’s (prestatie-indicatoren) die zijn vastgelegd door de ESG-regelgeving.
1. ESG-organisatie
Vastleggen van de duidelijk omlijnde rollen en verantwoordelijkheden.
2. ESG-strategie
Maatregelen bepalen die van invloed zijn op de ESG-uitdagingen en ze rangschikken volgens hun relevantie.
3. ESG-gegevens en KPI’s KPI’s vastleggen. Die ESG-KPI’s moeten meetbaar zijn. De Europese CSRD-richtlijn heeft daarvoor twaalf standaarden vastgelegd:
De duurzaamheidsreportingstandaarden (CSRD)
Set 1: sectoroverschrijdende standaarden
Transversale standaarden
ESRS 1 –Algemene principes
ESRS 2 –Algemene toelichting
Thematische standaarden
Milieu
ESRS E1 –Klimaat
ESRS E2 –Verontreiniging
ESRS E3 –Water en mariene hulpbronnen
ESRS E4 –Biodiversiteit en ecosystemen
ESRS E5 –Gebruik van grondstoffen en circulaire economie
Sociaal
ESRS S1 –Eigen personeel
ESRS S2 –Werknemers in de waardeketen
ESRS S3 –Betrokken gemeenschappen
ESRS S4 –Consumenten en eindgebruikers
Sectorspecifieke standaarden Kmostandaarden Volgende stappen
Governance
ESRS G1 –Beleidsvoering
1. De eerste standaard in deze ‘sectoroverschrijdende’ reeks, ESRS 1 ‘Algemene principes’, beschrijft de algemene principes en concepten van de ESRS-standaarden.
2. De tweede standaard, ESRS 2 ‘Algemene toelichting’, geeft aan welke gegevens ondernemingen moeten voorleggen op het vlak van de verschillende duurzaamheidsthema’s. Die gegevens omvatten vier reportingdomeinen: governance, strategie, het proces voor het identificeren en beheren van duurzaamheidseffecten, -risico’s en -kansen, en duurzaamheidsindicatoren en -doelstellingen.
3. De 10 thematische ESRS-standaarden uit bovenstaande grafiek preciseren welke specifieke informatie er moet worden gerapporteerd over de materiële effecten, risico’s en kansen van ieder duurzaamheids-, milieu-, sociaal en governancethema, boven op de algemene toelichting uit ESRS 2.
4. Gebruik en verzamelen van de gegevens voor de ESG-reporting
a. Ontwerp van het duurzaamheidsrapport.
b. Validatie van de ingezamelde gegevens en eventueel de berekeningen van de KPI’s.
5. Opstellen van het duurzaamheidsrapport
a. In overeenstemming met de ESG-regelgeving moet de inhoud van het duurzaamheidsrapport een diepgaande analyse bevatten van de sociale en economische impact. Dit omvat het openbaar maken van informatie over de strategie, het beleid, de doelstellingen, de engagementen, de ESG-risico’s en -kansen, en de resultaten en prestaties op deze duurzaamheidsgebieden.
b. Tot slot vereist de ESG-regelgeving dat het duurzaamheidsrapport extern wordt geverifieerd.
GEHARMONISEERD KADER
De ESG-reporting creëert dus een geharmoniseerd kader doorheen de hele Europese Unie, waardoor het gemakkelijker wordt om de ESG-prestaties van verschillende bedrijven in dezelfde sector met elkaar te vergelijken. Het uitvoeren van een ESG-reporting is geen sprint, maar eerder een marathon die een nauwgezette voorbereiding en uithoudingsvermogen vereist. Aan de hand van de ESG-criteria kan de vooruitgang van uw bedrijf op het vlak van milieu, maatschappij en governance worden beoordeeld. Door ze op te nemen in uw algemeen beheer zorgt u ervoor dat uw activiteit aansluit bij de energie- en economische transitie.
EN VOOR KLEINE ONDERNEMINGEN?
Kleine ondernemingen zijn indirect geïmpacteerd door de ESG-wetgeving aangezien ze een vragenlijst kunnen ontvangen van hun grote klanten. In de meeste gevallen echter zal er een constructief gesprek plaatsvinden tussen leverancier en klant. Daarin zouden die kleine bedrijven nieuwe ideeën kunnen opdoen om hun eigen milieu-impact te verkleinen. Bovendien is de kans niet onbestaande dat klanten bij de keuze tussen verschillende leveranciers de voorkeur geven aan een bedrijf met toch minstens één duurzaamheidsdoelstelling – denk aan zonnepanelen op het dak van zijn gebouwen – boven een bedrijf zonder enige bedrijfsvisie op duurzaamheid. Het is dus belangrijk dat u voortaan ook nadenkt over nieuwe, duurzame projecten.
Brafco bekijkt momenteel hoe zij u kan begeleiden bij de opstelling van uw duurzaamheidsrapport, bijvoorbeeld door een document op te stellen waarin antwoord wordt gegeven op alle typevragen, door u bij te staan in het formuleren van antwoorden op eventuele vragen van uw leveranciers of klanten, of op bepaalde voorwaarden door u te helpen bij de opstelling van een ESG-rapport.
Emmanuel Cécille Adviseur Energie & Milieu
Met al uw vragen hierover kan u contact opnemen met Emmanuel Cécille: emmanuel.cecille@brafco.be
Met de dealer locator vinden consumenten die op zoek zijn naar een handelaar nu ook de naam van uw bedrijf in alle gemeentes waar u levert.
HOE WERKT HET?
Gewoon even de gegevens in uw account aanvullen!
Ga naar “Ledenportaal” “Mijn account” “Vestigingen” “Vestiging bewerken” “Selecteren” (om een postcode toe te voegen).
U kan individuele postcodes toevoegen en/of postcodebereiken selecteren door op “bereik” te klikken. Klik elke keer op “Item toevoegen” en helemaal aan het einde op “Opslaan”.
Zie ook de verklarende nota “Postcodes aanpassen voor vestigingen” in de rubriek “Documenten” op de website.
BRAFCO
ONTSLAGNEMENDE VLAAMSE REGERING JAMBON KEURT VLAREMTREIN DEFINITIEF GOED
Belangrijke wijzigingen voor (vullen van) stookolietanks vanaf 01.01.2025 van kracht
Verwijzend naar het artikel “Binnenkort strengere verplichtingen voor het vullen van stookolietanks in Vlaanderen”, gepubliceerd in de februari/maart 2024 editie van het vakblad Brandstoffen (pp. 8-9), heeft de ontslagnemende Vlaamse regering op 6 september 2024 de voorgestelde Vlaremtrein definitief goedgekeurd.
Deze Vlaremtrein voorziet, naast een reeks algemene voorwaarden voor de beheersing van verontreiniging door kunststof granulaat, volgende wijzigingen:
• een aantal preventieve maatregelen rond particuliere opslaginstallaties voor stookolie;
• de omzetting van het onderzoeksproject ‘Actualisering en vereenvoudiging codes van goede praktijk inzake bouw en controle van vaste houders voor brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten’ (OMG-GOP/2018/31);
• de gedeeltelijke omzetting van de BBT-studie voor inkuiping en vul- en loszones bij bovengrondse opslag van gevaarlijke of brandbare vloeistoffen (m.b.t. bepalingen standplaats tankwagen).
Inhoudelijk is er weinig nieuws te vermelden t.o.v. hetgeen in de februari/ maart 2024 editie van het vakblad Brandstoffen werd vermeld. Zo blijft de aanwezigheid van de exploitant of zijn aangestelde bij het vullen van de stookolietank verplicht. In het Verslag aan de Vlaamse regering wordt de aanwezigheid van deze (rechts)persoon of zijn aangestelde als volgt verantwoord: “zo kan deze bijkomend toezicht houden op de vulverrichting en ingrijpen wanneer nodig. Dit biedt ook de mogelijkheid aan de leverancier om bepaalde voorzorgsmaatregelen, zoals een aangepast leveringsdebiet, ter plekke door te spreken met de klant”. Verder wordt in het Verslag herhaald dat “de aangestelde ook de brandstofleverancier kan zijn, als beide partijen dit overeenkomen. In dat geval moeten het leveringsdebiet en de nodige voorzorgsmaatregelen op voorhand afgesproken worden”.
Wat de andere wijzigingen betreft, hier een bondig overzicht:
Wijzigingen niet-ingedeelde particuliere stookolietanks (<5.000 kg voor een woning; hoofdstuk 6.5 VLAREM II)
• Een aantal benamingen worden gewijzigd en er wordt verwezen naar bijlage 5.17.2 Bouw en controle van vaste houders:
De notie ‘overvulbeveiliging’ wordt vervangen door ‘systeem tegen overvulling’;
Het begrip ‘waarschuwingssysteem’ wordt vervangen door de term ‘overvulwaarschuwingssysteem’;
In dezelfde geest wordt ‘beveiligingssysteem’ vervangen door ‘overvulbeveiligingssysteem’.
• Uitfasering alarmfluitjes: de houder moet uitgerust zijn met een systeem tegen overvulling in overeenstemming met bijlage 5.17.7 VLAREM II.
Een alarmfluit is niet meer afdoende voor nieuwe tanks.
Een houder geplaatst voor 1 januari 2025, met alleen maar een alarmfluit als waarschuwingssysteem, is slechts afdoende tot en met 31 december 2035.
• De houder moet uitgerust zijn met een mogelijkheid tot peilmeting. Dit mag aan de hand van een peilstok.
• Voorafgaand aan een levering, kan de brandstofleverancier het attest van de installatie of de laatste periodieke controle opvragen aan de exploitant.
• Het lekdetectiesysteem moet beantwoorden aan de nieuwe bijlage 5.17.7 VLAREM II.
Particuliere stookolietanks uitgerust met een permanent lekdetectiesysteem die alleen een visueel of akoestisch signaal geven mogen verder ingezet worden tot en met 31 december 2035.
Tegen uiterlijk 1 januari 2036 moeten deze lekdetectiesystemen vervangen zijn door een permanent lekdetectiesysteem met een akoestisch én visueel signaal.
• Een rode merkplaat moet door de erkende technicus niet langer gemeld worden aan de VMM, maar aan de lokale toezichthouder. Als het gaat om houders die zich bevinden in een waterwingebied of een beschermingszone type I, II of III van een grondwaterwinning die bestemd is voor de openbare watervoorziening, moet ook een melding gebeuren bij de betrokken drinkwatermaatschappij.
In het Vlaams Gewest is de aanwezigheid van de exploitant of zijn aangestelde bij het vullen van de stookolietank verplicht. De aangestelde kan echter ook de brandstofleverancier zijn, als beide partijen dit overeenkomen. In dat geval moeten het leveringsdebiet en de nodige voorzorgsmaatregelen op voorhand afgesproken worden.
• Bij buitengebruikstelling moet het ledigen en reinigen van de tank binnen de 36 maanden gebeuren. Er wordt ook verduidelijkt dat de erkend technicus stookolietanks op het attest expliciet moet motiveren waarom een houder niet kan worden verwijderd, bij buitengebruikstelling van een rechtstreeks in de grond gegraven houder.
Wijzigingen ingedeelde stookolietanks voor de verwarming van een gebouw
• Terminologie : zelfde wijzigingen als bij niet-ingedeelde stookolietanks (zie supra)
• De houder moet uitgerust zijn met een systeem tegen overvulling in overeenstemming met bijlage 5.17.7 VLAREM II.
Een alarmfluit is niet meer afdoende voor nieuwe tanks.
Een houder geplaatst voor 1 januari 2025, met alleen maar een alarmfluit als waarschuwingssysteem, is slechts afdoende tot en met 31 december 2027. Na die datum moet de alarmfluit vervangen worden door een systeem tegen overvulling conform bijlage 5.17.7 (sonde).
• Alle houders moeten worden voorzien van een permanent lekdetectiesysteem. De bestaande uitzondering voor houders uit gewapende thermohardende kunststoffen of uit roestvrij staal zal alleen nog gelden voor houders gebouwd voor 1 januari 2025.
• Er worden enkele wijzigingen doorgevoerd ter verduidelijking van de acties die nodig zijn na de installatie, maar voor de ingebruikname van
de houder. Zo dient bijv. ook het leidingwerk rond een ondergrondse houder aan een dichtheidsbeproeving te worden onderworpen vooraleer de houder in gebruik genomen kan worden.
• Aanpassingen aan de periodiciteit van het algemeen onderzoek voor houders gebouwd vanaf 1 januari 2025 in functie van de berekende of verwachte levensduur.
• Een rode merkplaat moet door de erkend technicus niet langer gemeld worden aan de VMM, maar aan de lokale toezichthouder. Als het gaat om houders die zich bevinden in een waterwingebied of een beschermingszone type I, II of III van een grondwaterwinning die bestemd is voor de openbare watervoorziening, moet ook een melding gebeuren bij de betrokken drinkwatermaatschappij.
NIEUWE VERSIES BIJLAGEN
Volgende bijlagen werden volledig hernieuwd op basis van het onderzoeksproject ‘Actualisering en vereenvoudiging codes van goede praktijk inzake bouw en controle van vaste houders voor brandbare vloeistoffen en gevaarlijke producten’ (OMG-GOP/2018/31).
• 5.17.2 Bouw en controle van vaste houders.
• 5.17.3 Bouw en controle van een permanent lekdetectiesysteem.
• 5.17.7 Bouw en controle van een systeem om overvulling te voorkomen; KWS-afscheiders en andere opvangsystemen.
Johan Mattart
PROMAZ, DE OPLOSSING VOOR BODEMVERVUILING DOOR LEKKENDE MAZOUTTANKS
Ruim 1700 aanvragen ingediend bij Promaz
Sinds begin dit jaar is het aantal aanvragen dat bij Promaz wordt ingediend verdubbeld ten opzichte van 2023. Eigenaars hebben nu nog 4,5 maanden om hun aanvraag kenbaar te maken.
Iedereen die geconfronteerd wordt met een bodemverontreiniging door een lek in een mazouttank die wordt gebruikt voor de verwarming van een gebouw (met of zonder woonfunctie) kan sinds 2022 beroep doen op het Promaz-fonds. Het Fonds komt financieel en/of operationeel tussen bij het saneren van dergelijke bodemvervuilingen, ook als die uit een ver verleden dateren en ondertussen al gesaneerd zijn. Vandaag, na iets meer dan 2 jaar werking, telt het Fonds al 1.700 aanvragen tot tussenkomst.
We tekenen momenteel twee aanvragen per dag op, vertelt Willem Voets, afgevaardigd bestuurder van Promaz. De reden daarvoor is te zoeken in de tijdsdruk die we in onze campagnes aanhalen. Aanvragen moeten vóór 28 februari 2025 zijn ingediend. We gaan er in onze campagnes dus nog explicieter op hameren dat het einde van de periode waarin aanvragen kunnen worden ingediend met rasse schreden nadert.
Midden september had 85% betrekking op ‘residentiële dossiers’ (verontreinigingen veroorzaakt door tanks bestemd voor de verwarming van gebouwen met een woonfunctie); terwijl 15% betrekking had op gebouwen met een niet-residentiële functie. Terwijl 27% van alle aanvragen betrekking heeft op dossiers waarbij
de bodem al werd gesaneerd (het gaat hierbij dus om terugbetalingen) en 20% op dossiers waarbij de aanvrager de sanering zelf ter harte zal nemen, gaan de meeste aanvragen (53%) om dossiers waar Promaz zal instaan voor de coördinatie van de saneringswerken. Wat de verdeling per gewest betreft, is Vlaanderen goed voor 60% van de aanvragen, Wallonië voor 29% en Brussel voor 11%.
Van alle lopende dossiers worden er momenteel 141 als dringend beschouwd, omdat ze een risico voor het milieu of de gezondheid van personen inhouden. De saneringswerken voor deze dossiers worden dus meteen ingepland in een saneringsprogramma van Promaz. De andere dossiers, waarvan de sanering wordt gecoördineerd door Promaz, worden ingepland volgens een prioriteitsindex (PIP), waarbij rekening wordt gehouden met enerzijds het risico van de vervuiling voor mens en natuur en anderzijds met socio-economische overwegingen. De saneringswerken voor deze minder dringende gevallen starten pas na afloop van de periode waarin dossiers mogen worden ingediend, d.w.z. na 28 februari 2025.
TERUGBETALINGEN
Aanvragers die de saneringswerken zelf wensen uit te voeren en voor te financieren, starten
wanneer ze dat willen. Zodra de aanvrager ons het attest levert waarop staat dat zijn bodem opnieuw voldoet aan de geldende normen in zijn gewest, heeft het Fonds 6 maanden de tijd om de terugbetaling voor te bereiden en uit te voeren. 7,5 miljoen euro werden al uitbetaald, en nog eens 4,5 miljoen euro volgen binnenkort.
In tegenstelling tot de mensen met wie Bofas (het bodemsaneringsfonds voor tankstations) werkte en die professionals zijn, komen bij Promaz particulieren aankloppen die niet vertrouwd zijn met de technische procedures, aldus Willem Voets. De gemoederen aan de telefoon laaien dus wel al eens hoog op. Daarom is een goede communicatie ook zo belangrijk. Onze organisatie is klaar voor de toestroom van aanvragen die voor de vervaldag ongetwijfeld nog zal volgen. De verdelers moeten weten dat we ook na 28 februari nog klaarstaan voor de consument die met mazout verwarmt.
Verdelers, u kunt affiches en folders met informatie voor uw klanten aanvragen via https://www.promaz.be/toolkit/
In het filmpje dat te bekijken is via www.promaz.be/johan wordt uitgelegd hoe Promaz het dringende dossier van landbouwer Johan Vandenberghe (Nazareth) afhandelde.
Fiscaliteit als kern van een verantwoord energiebeleid
Beste collega’s,
Eerst en vooral wil ik u danken voor het vertrouwen dat u in mij stelt door uw stem bij de verkiezing van het Bestuursorgaan van Brafco en mij het voorzitterschap van de Commissie Motorbrandstoffen toe te vertrouwen. Ik ben van plan om de belangen van de sector, en meer bepaald die van tankstationuitbaters, actief te verdedigen. Ik ben al 30 jaar actief binnen het familiebedrijf Gabriëls, en als voormalig lid van de Commissie Invoerders & Erkend Entrepothouders van Brafco, weet ik dat de thema’s die er tussen professionals worden besproken en de besluitvorming onze bedrijven en de dienstverlening aan de consument alleen maar ten goede komen. Ik wens ook mijn voorganger, de heer Dirk Maes, te bedanken voor zijn werk aan het hoofd van de Commissie Motorbrandstoffen. Hij is er steeds in geslaagd om het saamhorigheidsgevoel tussen de leden aan te wakkeren. Zijn leiderschap heeft in grote mate bijgedragen tot glasheldere beslissingen wat betreft de beleidslijnen en regelgevingen die van toepassing zijn op onze sector.
Dit gezegd zijnde, wil ik ten minste twee vergaderingen van de Commissie Motorbrandstoffen per jaar organiseren, om zo dicht mogelijk bij de verdelers en tankstationuitbaters te blijven. Die regelmatige ontmoetingen zijn van essentieel belang om een open en transparante dialoog te kunnen voeren tussen de verschillende spelers van de bevoorradingsketen voor motorbrandstoffen. Bovendien leveren ze ons concrete feedback op over de dagelijkse uitdagingen op het terrein. Dat kan gaan om de kwaliteit van de producten, aanpassingen in wetten en regels of nieuwe verwachtingen van de consument.
PRODUCTKWALITEIT
ALTERNATIEVE MOTORBRANDSTOFFEN
Alternatieve motorbrandstoffen, zoals HVO en e-fuels, verdienen meer diepgaand onderzoek. Ze kunnen immers gemakkelijk in het bestaande netwerk van tankstations worden geïntegreerd en op die manier bijdragen tot een verlaging van de CO2-uitstoot van het wegvervoer. De overheid moet een technologieneutrale aanpak hanteren, zodat ook koolstofarme, duurzame vloeibare brandstoffen een kans krijgen, ook op fiscaal vlak. HVO (-90% CO2-uitstoot ten opzichte van fossiele diesel) bijvoorbeeld zal amper verkocht worden zolang deze alternatieve diesel onderworpen blijft aan het erg hoge accijnstarief van gewone diesel. Waarom zouden we HVO bijvoorbeeld niet verplichten in lage-emissiezones (LEZ) voor voertuigen die niet voldoen aan de Euro 6-norm, in plaats van de burger op kosten te jagen? Met name in Brussel zou het gebruik van HVO reële voordelen meebrengen voor de luchtkwaliteit. Op het moment waarop u dit leest, heeft het Brussels parlement allicht de voor 2025 geplande verstrenging van de LEZ met 1 of 2 jaar uitgesteld.
De fiscaliteit op alternatieven motorbrandstoffen heeft rechtstreekse gevolgen voor de keuze van de consument en de manier waarop we het klimaatvraagstuk aanpakken.
Onze sector investeert dan ook in heel wat alternatieven, waaronder elektrische laadpalen. Vandaag is één nieuwe auto op vier in ons land elektrisch. De markt van de elektrische mobiliteit laat een mooie groei optekenen, maar het is voorlopig nog wachten op elektrische auto’s tegen betaalbare prijzen. Tankstationuitbaters die snelladers willen plaatsen worden overigens nog al te vaak geconfronteerd met erg (om niet te zeggen té) lange wachttijden voor ze een hoogspanningscabine ‘krijgen’. Van zes tot acht weken vroeger naar 12 tot soms zelfs 15 maanden nu.
Op de volgende pagina’s leest u meer over de grote lijnen van het jaarverslag van het Fonds voor de Analyse van Petroleumproducten (Fapetro). Hoewel nagenoeg 95% van de geanalyseerde stalen conform zijn, melden verschillende operatoren ons een afnemende basiskwaliteit van bepaalde producten. De meeste leveringsmethoden zijn nochtans onveranderd gebleven: transport van het product naar het tankstation, in afzonderlijke compartimenten, en bij het lossen productcontaminatie voorkomen. Mogen we er dan vanuit gaan dat er iets veranderd is aan de producten vóór ze geladen worden? Is het probleem te zoeken in de raffinage van de basisproducten of in de biobrandstoffen die eraan toegevoegd worden? Het is de taak van de overheid om na te gaan of de producten conform zijn met de normen en dit in alle fasen van de keten. Zo is het niet telkens de uitbater die met de vinger wordt gewezen wanneer een staal van een product in zijn tankstation off spec blijkt te zijn. Wat dit thema betreft, nodig ik u hartelijk uit om de enquête in te vullen over de niet-conformiteit van het vlampunt van diesel. Die vragenlijst vindt u op pagina 27 van deze editie.
Vorig jaar zag België het aantal openbare laadpunten voor elektrische auto’s verdubbelen. Dat cijfer omvat ook de laadpalen in tankstations. Nu is het aan ons om creatief te zijn en dit aanbod aantrekkelijk te maken met verschillende diensten (shop, wificorner, koffiehoek, sandwichbar enz.) om de automobilist bezig te houden tijdens een snellaadbeurt.
Onze Commissie Motorbrandstoffen zal zich over de kwestie van de fiscaliteit voor alternatieve motorbrandstoffen moeten buigen. Dat is een uiterst belangrijk thema, aangezien het rechtstreekse gevolgen heeft voor de keuze van de consument en de manier waarop we het klimaatvraagstuk aanpakken. Zodra we deze kwesties ten gronde hebben bestudeerd, kunnen we concrete aanbevelingen formuleren aan het adres van de regering. Ik ben ervan overtuigd dat onze discussies tot een duidelijke en constructieve koers kunnen leiden. Samen kunnen we invloed uitoefenen op de beslissingen en werken we aan een meer verantwoord en duurzaam energiebeleid.
Kristof Gabriëls Voorzitter van de Commissie Motorbrandstoffen
Nieuwe affiche prijzen motorbrandstoffen
De overheid wil het consumenten gemakkelijker maken om ook alternatieve, niet-fossiele brandstoffen in overweging te nemen bij de keuze voor een nieuwe auto.
Biedt u in uw tankstation drie of meer van deze brandstoftypes aan: benzine, diesel, lpg, elektriciteit, waterstof, cng? Dan moet u, ingevolge het koninklijk besluit van 9 december 2021 tot wijziging van het KB van 13 april 2019 betreffende de benaming en de kenmerken van de alternatieve brandstoffen, sinds 1 april 2022 een affiche ophangen met de gemiddelde brandstofprijzen per 100 km. Die moet u in uw tankstation op een goed zichtbare plaats tonen, bij de pompen en in de shop. Het doel: consumenten beter informeren over de prijs van verschillende soorten brandstof.
WAAROM BRANDSTOFPRIJZEN VERGELIJKEN?
De Europese Unie wil auto’s die rijden op alternatieve brandstoffen een duwtje in de rug geven én consumenten helpen bij de keuze van een wagen.
Brandstofprijsvergelijking
4e kwartaal 2024
Soort brandstof Prijsschatting per 100 km
Elektriciteit *
Cng
Waterstof H2
Lpg
Benzine 95 E10
Diesel B7
* Geschatte prijs voor een thuislading
9 niet representatief
Meer info: brandstoffen.belgie.be
0800 120 33
De affiche met de brandstofprijsvergelijking moet op een opvallende plaats bij de pompen en in de shop worden aangebracht. Naast de Nederlands- en de Franstalige versie is ook een tweetalige versie beschikbaar.
Niet alleen de aankoopprijs is daarbij van belang, ook de prijs die de consument betaalt voor de brandstof. Daarom geldt er vanaf 1 april 2022 een Europese verplichting om bij tankstations die naast benzine en diesel nog cng, lpg, waterstof of elektriciteit (via laadpalen) aanbieden, een brandstofprijsvergelijking te afficheren. Die toont de prijzen van de volgende zes brandstoffen, gebaseerd op een verbruik per 100 km:
• benzine 95 E10
• diesel B7
• lpg
• elektriciteit
• waterstof • cng
Op die manier wenst de overheid het voor consumenten gemakkelijker te maken om ook alternatieve, niet-fossiele brandstoffen in overweging te nemen bij de keuze voor een nieuwe auto.
HOE WORDT DE BRANDSTOFPRIJS BEREKEND?
Op Europees niveau is bepaald hoe de prijs wordt berekend, zodat de prijzen in Europa onderling vergelijkbaar zijn. De FOD Economie vergelijkt de brandstofprijzen over een afstand van 100 km voor de meest verkochte automodellen binnen een segment. Met de gemiddelde verbruiksinformatie van die voertuigen (volgens WLTP, Worldwide harmonized Light vehicles Test Procedures), wordt het gemiddelde brandstofverbruik berekend. Dat gemiddelde verbruik (in brandstofeenheden per 100 km) wordt vermenigvuldigd met de gemiddelde brandstofprijzen die in het voorafgaande kwartaal zijn geregistreerd (in euro per brandstofeenheid). Het resultaat is de prijs in euro per 100 km.
VOOR WIE GELDT DE NIEUWE AFFICHAGE VAN BRANDSTOFPRIJSVERGELIJKING?
Als uw tankstation drie of meer van de zes brandstoffen aanbiedt, moet u de affiche op een duidelijk zichtbare plaats bij de pompen en in de shop van uw tankstation aanbrengen.
WANNEER MOET U DE AFFICHE TONEN?
De affiche wordt telkens twee weken voor het begin van elk kwartaal bijgewerkt met de laatste info over de brandstofprijzen. De nieuwe versie moet uiterlijk op de eerste dag van elk kwartaal (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober) in uw tankstation te zien zijn.
WAAR VINDT U DE AFFICHE OVER DE BRANDSTOFPRIJZEN?
Download de nieuwe affiche over de brandstofprijzen op de website van de FOD Economie of van de website van Brafco (rubriek “Documenten”) en print hem af op minimum A3-formaat. Of vraag de affiche aan via het e-mailadres externcom@economie.fgov.be , dan bezorgt de FOD Economie u deze per post.
Brandstoffen in tankstations zijn van topkwaliteit
De benzine en diesel die verkrijgbaar zijn in de Belgische tankstations voldoen grotendeels aan de Belgische en Europese kwaliteitsnormen. Vorig jaar voldeed bijna 95% van de door Fapetro (Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten) geteste stalen aan de normen.
In 2023 werden in totaal 9.359 brandstofmonsters van publieke tankstations gecontroleerd. Slechts 516 monsters, of 5,51%, voldeden niet aan de Belgische en Europese kwaliteitsnormen. De vastgestelde inbreuken gingen vooral over het vlampunt, de dampspanning en het MON-octaangehalte.
Deze cijfers zijn goed nieuws. Dit is een verbetering ten opzichte van vorig jaar, toen 6,37% van de monsters niet conform de normen was. De FOD Economie informeerde de operatoren waarvan de brandstoffen niet voldeden aan de kwaliteitsnormen en maande hen aan dat in orde te brengen. Uit de opvolgende inspecties bleek dat de meesten onder hen dat ook deden.
PRIVÉPOMPEN EN DEPOTS OOK GECONTROLEERD
Naast de publieke stations controleerde Fapetro ook een aantal stalen van privépompen van particulieren of bedrijven (1.491 monsters) en van depots (728 monsters).
Bij de privépompen is de kwaliteit van de bemonsterde brandstoffen eveneens bevredigend, met een non-conformiteitspercentage van ongeveer 7,51% (tegenover 6,67 % in 2022), alle brandstoffen samengenomen. De parameters die het meest in gebreke blijken, zijn de oxidatiestabiliteit, het zwavelgehalte en de vetzuurmethylesters (FAME).
Bij de secundaire opslagplaatsen is de kwaliteit van de te leveren brandstoffen goed met een non-conformiteitsgraad van 2,11% (tegenover 3,64% in 2022), alle brandstoffen samengenomen. De parameters die het meest in gebreke blijken, zijn de dichtheid en de euromarker (SY 124). Laatstgenoemde heeft geen enkele impact op de brandstofkwaliteit, aangezien het gaat om een chemische marker met een louter fiscaal karakter. Als die parameter buiten beschouwing wordt gelaten, bedraagt de non-conformiteitsgraad 1,06% (tegenover 2,81% in 2022).
In de primaire opslagplaatsen is de kwaliteit van de ter beschikking gestelde motorbrandstoffen bevredigend met een non-conformiteitsgraad van 3,61% (tegenover 3,54% in 2022).
In depots die brandstoffen leveren voor de scheepvaart, zijn de parameters in kwestie oxidatiestabiliteit en koolstofresidu.
Aantal in 2023 genomen stalen
9.359 Publieke stations
1.491 Privépompen
379 Secundaire opslagplaatsen
249 Primaire opslagplaatsen
De verdeling van de soorten brandstof die door Fapetro in 2023 geanalyseerd werden, weerspiegelt duidelijk de verkoop van de verschillende brandstoffen die op de Belgische markt zijn gebracht:
5.058 (44%)
Benzine
49 (1%)
Gasolie-diesel voor wegtoepassingen B10
20 Scheepsbrandstof bunker (0%)
4.582 (40%)
Gasolie-diesel voor wegtoepassingen
255 (2%)
Gasolie-diesel voor wegtoepassingen met additieven
De Fapetro-analyses wijzen op een toename van het aantal non-conformiteiten met betrekking tot het vlampunt van diesel. Ter herinnering, het vlampunt van diesel is de minimale temperatuur waarbij de brandstof voldoende dampen afgeeft om een ontvlambaar mengsel met lucht te vormen nabij het oppervlak.
Formulier invullen en opsturen per e-mail (info@brafco.be) of per post (Brafco, Léon Lepagestraat 4, 1000 Brussel)
# controles
# vlampunt < 55°C
# off spec
# waarschuwingen
# Pro justitia
Boetes (in €)
Bedrijfsnaam
Om de omvang van het probleem te bepalen en een inventaris op te maken alvorens oplossingen met de FOD Economie te overwegen, nodigen wij u uit om deel te nemen aan deze korte enquête over non-conformiteiten met betrekking tot het vlampunt op dieselmonsters genomen bij tankstations en depots. De naam van uw bedrijf wordt niet bekendgemaakt aan derden.
Ieder terrein heeft potentieel voor elektrisch laden
Allego biedt bedrijven met strategische locaties partnerships aan zodat zij hun activiteiten kunnen uitbreiden en extra inkomsten genereren. De installatie en het beheer van de laadpalen wordt daarbij volledig gedragen door Allego.
Allego werd in 2013 in Nederland opgericht als onderdeel van netwerkoperator Alliander. In goed tien jaar groeide het bedrijf uit tot zelfstandige speler op het vlak van advies, service en exploitatie van intelligente oplaadoplossingen. Thomas Vandervecken, business developer, geeft een woordje uitleg over de strategie van de operator.
Brandstoffen: Hoe ziet uw groeistrategie in België eruit?
Thomas Vandervecken: Allego is een Europese CPO (Charge Point Operator) die een tiental jaar geleden in het Vlaamse Gewest en Nederland is gestart met de implementatie en het beheer van duizenden AC-laadpalen (wisselstroom). Mettertijd heeft Allego haar strategie bijgestuurd en zijn we ons omwille van de evolutie op het vlak van elektrische wagens gaan toeleggen op de implementatie van HPC- oftewel ultrasnelladers. We zijn ook met tal van groeiprojecten aanwezig in 16 Europese landen. Voor België is het onze bedoeling om strategische locaties te vinden waar bestuurders van elektrische voertuigen (EV’s) kunnen gebruikmaken van alle faciliteiten.
Kunnen uitbaters van tankstations en brandstoffenhandelaars met genoeg plaats zich als partner bij u aansluiten?
T.V.: Uitbaters van tankstations en brandstoffenhandelaars beschikken inderdaad vaak over strategisch interessante locaties. Wie daar een elektrische laadpaal plaatst, kan zijn activiteiten in het kader van de energietransitie uitbreiden. Dat kan een financieel voordeel zijn, aangezien ze met bestuurders van EV’s meer klanten kunnen aantrekken. De locatie is daarbij belangrijk, maar ook de faciliteiten (wificorner, café, broodjes ...) waarvan de bestuurders van EV’s gebruik kunnen maken terwijl ze hun auto opladen aan de ultrasnellader.
Hoeveel laadpalen plaatst u over het algemeen bij uw partners?
T.V.: We plaatsen altijd minstens 2 palen met 4 connectoren. Afhankelijk van de door de exploitant ter beschikking gestelde plaats kunnen er uiteraard ook meer worden geplaatst.
Hoe kiest u uw materiaal?
T.V.: Allego is zelf geen producent van laadpalen. Onze zetel in Arnhem beschikt over een laboratorium waar de integratie van bepaald materiaal (hardware) in onze technologische oplossingen wordt gevalideerd. Wat we wél doen, is onze eigen intelligente oplaadoplossingen en de systemen ontwikkelen die de back-endoperaties (achter de schermen) beheren. Zo houden we de informatie die wordt gegenereerd en die we nodig hebben
Thomas Vandervecken benadrukt dat Allego klaar is om samen met iedere exploitant de mogelijkheden van de elektrische mobiliteit te bekijken, hoe groot of klein diens activiteit ook is.
voor onze corebusiness, namelijk het beheren van laadpalen, steeds in de hand. Dat is in wezen wat een CPO doet.
Voor de hardware staat u dus in contact met verschillende fabrikanten?
T.V.: Inderdaad. Vandaag werd het product van Alpitronic gevalideerd, en daar zijn we heel tevreden over. Zo’n validering neemt wel zes maanden of langer in beslag. We testen voortdurend verschillende soorten hardware om te voldoen aan de specifieke behoeften van de sector.
Hoe verloopt de plaatsing van laadpalen in het kader van zo’n partnership?
T.V.: Wij staan van A tot Z in voor het hele proces. We treden op als huurder van het terrein en bespreken met de exploitant zijn visie op elektromobiliteit. We werken samen een commercieel voorstel uit en hoe de inkomsten zullen worden verdeeld. Voor de exploitant heeft dat drie voordelen: (1) hij kan zijn klanten een nieuwe dienst aanbieden, (2) hij krijgt extra inkomsten en (3) hij kan het hele proces aan Allego overlaten.
Staat u ook in voor de contacten met de operator van het stroomnet om de juiste aansluiting (spanning en stroomsterkte) te bepalen?
T.V.: Ja, dat omvat het uitwerken van de plannen en technische schema’s en het indienen van de vergunningsaanvraag bij de gemeente. Zodra de vergunning is verleend, zorgen we voor het vermogen dat nodig is voor de aansluiting en de cabine. Tot slot plaatsen we de laadpalen en de volledige infrastructuur en we letten er daarbij op dat alles werkt én er aantrekkelijk uitziet. Ook zorgen we ervoor dat alles in overeenstemming is met de vereisten op het vlak van duurzaamheid en energietransitie.
Sommige operatoren klagen over het gebrek aan transparantie wat betreft de facturatie ...
T.V.: Ingevolge de nieuwe Europese AFIR-verordening (Alternative Fuels Infrastructure Regulation) werden op 13 april jl. nieuwe regels van kracht over het laden van elektrische auto’s bij laadpalen. Sindsdien moet elke nieuwe laadpaal met een vermogen van minstens 50 kW betaling met bankkaart aanvaarden. Bestaande snellaadpalen (met een vermogen van minstens 50 kW) moeten tegen 2027 aan die verplichting voldoen. Ook worden de prijzen voor een laadbeurt transparanter. En laten we niet vergeten dat de AFIR-verordening tegen 2025 ook voorziet in de uitrol van ultrasnelladers. Volgens de verordening moeten er op de belangrijkste Europese
EEN GEAVANCEERDE INSTALLATIE IN RUMST
Allego heeft al verschillende partnerships lopen met uitbaters van tankstations, maar het bedrijf is ook aanwezig op heel wat ‘Park and Ride’-locaties, zoals die in Rumst, die ideaal gelegen is aan uitrit 8 van de E19 tussen Antwerpen en Mechelen. Hier staan 4 ultrasnelladers, goed voor 8 laadpunten met een laadvermogen van 150 tot 300 kW per connector, en 2 trage laders waar 4 voertuigen kunnen laden met een vermogen van 11 kW.
transportcorridors om de 60 km snelladers van minstens 150 kW voor auto’s en bestelwagens worden geplaatst.
Wie bepaalt de laadtarieven?
T.V.: Een CPO als Allego levert en beheert de laadpalen terwijl de MSP (Mobility Service Provider) of EMSP (E-mobility Service Provider) mobiliteitsproducten en -diensten verkoopt, zoals een oplaadabonnement, laadkaart en/of laadapp. De betaling van een laadbeurt gebeurt dus via die (E)MSP. Het bepalen van de tarieven is een erg complexe zaak, onder andere door een gebrek aan transparantie over de transactiekosten die de MSP aanrekent. Om die reden heeft de Europese Unie de beschikbare informatie gemakkelijker toegankelijk gemaakt voor de chauffeurs (*). Als erkende CPO op de markt biedt Allego via zijn laadpalen een betaalterminal aan voor directe betalingen (contactloos NFC/bankkaart), waardoor extra kosten van MSP en EMSP vermeden worden. Er is ook een QR-code beschikbaar voor directe betalingen.
Allego heeft zich ertoe verbonden om EV’s van 100% hernieuwbare energie te voorzien. Hoe ver staat u daarmee?
T.V.: We hebben een contract met een leverancier die ons 100% duurzame elektriciteit garandeert, uitsluitend afkomstig van Belgische hernieuwbare energiebronnen.
(*) Alle details over de AFIR-verordening leest u op pagina 25 van onze editie van april-mei.
Elektrische laadpalen plaatsen: waar moet u aan denken?
Het netwerk elektrische laadpalen is in België nog ernstig onderontwikkeld. Op korte termijn zijn de behoeften, gezien de vooruitgang van de elektrische mobiliteit, nochtans enorm. Zelfstandige uitbaters van tankstations hebben al hun eerste stappen op deze nieuwe markt gezet. Maar waar moet u allemaal aan denken voor u zich in het elektrische avontuur stort?
Marktanalyse
Een analyse maken van uw doelpubliek en van het huidige en in aanbouw zijnde aanbod in uw streek.
Locatie
Snelweg, industriezone of landelijke omgeving, aanwezigheid van nuttige diensten voor de gebruiker, uitbreidingsmogelijkheden ...
Netwerkcapaciteit
Contact opnemen met de operator van het stroomnet om de vereiste elektrische aansluiting te bepalen (stroomsterkte en spanning).
Voor laadpalen met een laag of gemiddeld vermogen volstaat het vaak om de elektriciteitskast te vervangen. De investering bedraagt dan zo’n duizend euro. Voor laders van het type DC (gelijkstroom) met een laadvermogen van 90 tot 400 kW moeten er een cabine en een hoogspanningsschakelinstallatie worden geplaatst. De investering daarvoor loopt al snel op tot 100.000 euro.
Laadpalen
Het grootste verschil tussen de verschillende laadpaalmodellen is het laadvermogen. Met een snellader kan een auto sneller een groter rijbereik halen dan met een normale laadpaal. Snellladers sturen gelijkstroom (DC) naar het voertuig, terwijl standaardlaadpalen met wisselstroom (AC) werken.
Vergunning
Momenteel is voor het plaatsen van een of meer laadpalen geen omgevingsvergunning vereist. Voor een hoogspanningscabine en bepaalde aanpassingswerken is wel een stedenbouwkundige vergunning nodig.
Wetgeving & Subsidies
Het is heel belangrijk om de wetgeving nauwlettend op te volgen. Die verandert namelijk voortdurend. Het is ook altijd aangeraden om u te informeren bij de gewestelijke overheid over het bestaan van subsidies voor de plaatsing van laadpalen.
Beheersysteem
Beheer van de laadpalen via een uniek platform, zichtbaarheid in real time van de laadsessies, het energieverbruik en de laadkosten. Automatische betaalstromen ...
Zichtbaarheid
Zorgen voor een goede zichtbaarheid op de laadapps en navigatieplatformen voor elektrische laadpalen.
Prijszetting
Uitwerken van een flexibel kader waarin de uitbater de prijszetting bepaalt per kWh, minuut, sessie of een combinatie van deze 3 parameters.
Betaling
Er zijn verschillende betaalmanieren: via een app, RFID-kaart, sleutelhanger, kaart of herlaadbadge. Die kunnen bruikbaar zijn in een specifiek laadnetwerk of in een netwerk van verschillende operatoren die abonnementen aanbieden tegen voordelige tarieven. Voor de meeste laaddiensten moet momenteel een app worden gebruikt en een account worden aangemaakt bij een operator, maar de Europese Unie heeft beslist dat alle laadpalen op het Europese grondgebied met een vermogen van minstens 50 kW vanaf 2027 bankkaarten moeten aanvaarden. Voor publieke laadpalen met een vermogen van minder dan 50 kW die vanaf 13 april 2024 worden geïnstalleerd, moet het mogelijk zijn om zonder laadpas te laden, door bijv. de QR-code op de laadpaal te scannen. De uitbater moet dus een ruime waaier aan betaalmogelijkheden voorzien.
Partners
De operatoren van het stroomnet, de integratoren van oplossingen en e-MSP (aanbieders van mobiliteitsdiensten) die o.a. instaan voor de toegang tot de laadpalen, het beheer van de facturen en de betalingen. Het kan ook zeker interessant zijn om zich te laten bijstaan door een expert voor de opvolging van het globale installatieproject.
Informatie aan de gebruiker
Afficheren van de prijzen en de laadmogelijkheden (vermogen).
RED II-verplichting verrekend in maximumprijs LPG sinds 03.09.2024
Deze wet legt niet enkel erkend entrepothouders die vloeibare motorbrandstoffen in België op de markt brengen, maar ook ondernemingen die gasvormige motorbrandstoffen – waaronder LPG – in België ‘tot verbruik uitslaan’ de verplichting op om een hoeveelheid hernieuwbare energie tot verbruik uit te slaan voor het wegvervoer. Deze hoeveelheid hernieuwbare energie werd voor het kalenderjaar 2024 vastgelegd op 10,5% (uitgedrukt in energetische waarde) op de totale hoeveelheid vloeibare en gasvormige motorbrandstoffen die dit jaar tot verbruik wordt uitgeslagen in de wegvervoerssector. Dit aandeel hernieuwbare energie wordt geleidelijk aan opgetrokken en bedraagt vanaf 2025 12,2%, vanaf 2027 13,15% en vanaf 2030 13,90%.
Niettegenstaande de wet van 31 juli 2023 reeds op 1 januari 2024 in werking is getreden, werd voor de berekening van de maximumprijzen van de motorbrandstoffen die dit jaar op de markt worden gebracht, tot voor kort geen rekening gehouden met het feit dat de “bijmengverplichting” ook van toepassing is op gasvormige motorbrandstoffen.
Avenant XXII bij de Technische Bijlage van de Programmaovereenkomst zet dit nu recht en voorziet, sedert 3 september 2024, voor de berekening van de maximumprijs van LPG, in een toeslag voor biocomponenten. Voor de berekening van de grootte van deze toeslag wordt voorlopig geen rekening gehouden met de noteringen van biopropaan, maar met deze van HVO1
Op 3 september jl. steeg de maximumprijs van LPG aan de pomp met 9,9 cent per liter (incl. btw). Aan de basis van deze sterke prijsstijging ligt de inwerkingtreding van Avenant XXII bij de Technische Bijlage van de Programmaovereenkomst. Aanleiding voor deze Avenant is de wet van 31 juli 2023, die de RED II-richtlijn (Renewable Energy Directive 2018/2001) omzet in nationale regelgeving. 1
III + 0,0100 x CIF-prijs HVO class IV.
Vermits voor de eerste 8 maanden van 2024 geen toeslag werd voorzien, diende dit gecompenseerd te worden met een inhaalbeweging, wat de sterke prijsstijging van LPG op 3 september verklaart.
Johan Mattart
De laattijdige verrekening van de RED II-verplichting in de maximumprijs van LPG noodzaakte een inhaalbeweging, wat de forse stijging van de maximumprijs van LPG op 03.09.2024 verklaart.
Productie van tanks tot 100.000 l
Constructies, maatwerk & saneringen
Totaalprojecten tankinstallaties
Verhuur tanks
info@m-tanks.be • www.m-tanks.be • 03/313.06.72
Atelier: Molenstraat 107 • 2960 Brecht
Maatschappelijke zetel: Theo Coertjenslaan 15 • 2960 Brecht
Elektrisch vrachtverkeer: een bescheiden groei
Het aantal ingeschreven BEV’s (100% elektrische voertuigen) in België blijft toenemen, met een stijging van 83,2% tussen 2023 en 2024, zo blijkt uit cijfers van Statbel. Maar hoe is het gesteld met de elektrificatie van het vrachtverkeer? Mogen we daar een gelijkaardige evolutie verwachten? De sector is alvast ambitieus, maar strategische beslissingen laten op zich wachten.
Onder invloed van de recentste Europese richtlijnen over de CO2-uitstoot trokken de autobouwers grotendeels de kaart van “alles elektrisch”. De echte ‘boom’ in de verkoop van BEV’s kwam er echter pas bij de invoering van lage-emissiezones in stadscentra en dankzij gunstige fiscale maatregelen. Nog steeds volgens Statbel staat 82% van het aantal BEV’s in 2024 ingeschreven op naam van een bedrijf. Maar hoe is het momenteel gesteld met het vrachtverkeer?
Het zal niemand verbazen dat het aantal ingeschreven elektrische vrachtwagens eerder beperkt blijft. Volgens de cijfers van Febiac vonden 59 elektrische vrachtwagens een eigenaar in 2023, tegenover 20 in 2022. Als we kijken naar de periode van 1 januari tot 31 juli zien we een stijging van 49 vrachtwagens in 2023 naar 83 in 2024. Veel zijn dat er weliswaar niet, maar procentueel gesproken is dit toch een aanzienlijke toename: +70% tussen de eerste helft van 2023 en de eerste helft van 2024.
VAN 200 TOT 600 KM
Sten Peeters, hoofd energietransitie en elektrificatie in België en Luxemburg voor Scania, licht toe dat het vrachtverkeer, net als de personenwagens en lichte bestelwagens, nu ook kan worden geëlektrificeerd. We hebben oplossingen voor het elektrisch transport van 19 tot 60 ton. We beschikken momenteel over een elektrische variant voor vrachtwagens met 2, 3 en zelfs 4 assen, met een speciaal chassis waar de batterijen in passen en verschillende cabinegroottes en wielbasissen. Het rijbereik verschilt van toepassing tot toepassing maar ligt vandaag toch al ergens tussen de 200 en 600 km. Op de vakbeurs IAA Transportation in Hannover werden al krachtigere batterijen voorgesteld en tegen het einde van dit decennium zal
Volgens Febiac werden er in 2023 in België 59 elektrische vrachtwagens ingeschreven. Dat is 0,7% van het markttotaal. Daarmee blijft België onder het Europese gemiddelde van 1,1% en ver onder het cijfer van landen als Zweden, Zwitserland en Nederland, waar elektrische vrachtwagens al een marktaandeel hebben van 3 tot 5%.
heel ons ICE-gamma ook verkrijgbaar zijn in een elektrische versie. Aan ambitie ontbreekt het Scania alvast niet: zij mikken op een verkoop van 50% elektrische vrachtwagens tegen 2030. Onze gesprekspartner maakt overigens meteen komaf met enkele misverstanden die de ronde doen over de elektrificatie van het vrachtverkeer. Nee, de batterij is niet “even zwaar als de lading”. De batterijtechnologie evolueert razendsnel. Met onze kleinste batterij, die zo’n 2500 kg weegt, kunnen we een lading tot ruim 20 ton vervoeren.
100 KWH/100 KM
Als pionier in de elektrische mobiliteit heeft Tesla zijn Tesla Semi, die zich momenteel nog in de preproductiefase bevindt en uitsluitend in de
Verenigde Staten al in het verkeer rondrijdt. De Semi trekt – met een volle lading – in 20 seconden op van 0 tot 100 km/u en behoudt zelfs op hellingen een snelheid die gelijkwaardig is met snelwegsnelheden. Met een energieverbruik van minder dan 2 kWh per kilometer heeft de vrachtwagen een rijbereik van 800 km. Hij kan in amper 30 minuten tot 70% worden opgeladen, op voorwaarde dat gebruikgemaakt wordt van een specifieke Tesla-laadpaal. Momenteel rijdt in Noord-Amerika een honderdtal Tesla Semi’s rond, samen goed voor een totale gereden afstand van 12 miljoen kilometer. De vrachtwagen verbruikt 100 kWh/100 km. Sommige professionele klanten van Tesla, waaronder Pepsico, rijden al enkele maanden rond met Semi’s. Momenteel
is er echter geen lanceringsdatum bekend voor leveringen buiten het land van Uncle Sam.
DE ‘E-AXLE’ VAN VOLVO
Maar ook de concurrentie zit niet stil. Volvo bijvoorbeeld kondigde voor 2025 de lancering aan van een elektrische vrachtwagen met een rijbereik van 600 km. Het project impliceert een investering van 75 miljoen euro door de Zweedse constructeur die zich daarmee tot doel heeft gesteld om het transportbedrijven mogelijk te maken om op interregionale en langeafstandstrajecten gebruik te maken van elektrische vrachtwagens en daarbij een hele dag te kunnen blijven rijden zonder te moeten opladen.
Om een rijbereik van 600 km mogelijk te maken, ontwikkelde Volvo een nieuwe transmissietechnologie, de ‘e-axle’, die meer ruimte creëert voor een aanzienlijk grotere batterij. Ook efficiëntere batterijen, een beter beheersysteem en een globale efficiëntie van de aandrijflijn vergroten volgens de constructeur mee het rijbereik. Volvo Trucks heeft naar eigen zeggen al ruim 3800 elektrische vrachtwagens geleverd aan zijn klanten in 46 landen wereldwijd.
ELEKTRIFICATIE VAN HET REGIONALE EN STEDELIJKE TRANSPORT
Ook bij DAF, Mercedes en Renault gaat de ontwikkeling van elektrische vrachtwagens goed vooruit. DAF Trucks bracht al verschillende modellen op de markt, waaronder de DAF CF Electric, die specifiek werd uitgedacht voor het stedelijke en regionale transport. De nieuwe generatie elektrische DAF’s haalt dankzij efficiëntere batterijen een rijbereik tot 500 km. Mercedes-Benz dan weer heeft de eActros, een elektrische vrachtwagen voor stedelijk en regionaal vrachtverkeer. Met een rijbereik tot 400 km zet Mercedes in op een grootschalige elektrificatie van zijn truckgamma. Zo werkt het bedrijf ook aan de eEconic, een model voor stedelijke zones, en aan snelle laadoplossingen. Renault tot slot is een van de pioniers in Europa met zijn Renault D Z.E. en Renault T E-Tech. Ook die modellen zijn bedoeld voor de stedelijke distributie en hebben een rijbereik tot 300 km. Daarnaast werkt Renault nog aan modellen voor zwaarder vervoer.
Het station Ketenis is uitgerust met 20 laadpalen met een snellaadvermogen tot 400 kW.
Openbaar laadnetwerk voor vrachtwagens
Milence, de joint venture tussen Daimler Truck, Volvo Group en Traton Group, koos voor de Port of Antwerp-Bruges voor de bouw van twee ultramoderne laadcentra op de vrachtwagenparkings Ketenis en Goordijk. Het station Ketenis op de Truck Parking Antwerp (Ketenislaan, 9130 Beveren) is al operationeel. Er zijn twintig laadpalen beschikbaar met een snellaadcapaciteit tot 400 kW. Belangrijk hierbij is dat het maximale laadvermogen afhangt van factoren als de laadcapaciteit van het voertuig in kwestie en van het aantal voertuigen dat gelijktijdig staat te laden. Zowel voor Ketenis als voor Goordijk voorziet Milence een snelle transitie naar het Megawatt Charging System (MCS) zodra dat beschikbaar is.
Milence bouwt momenteel aan het grootste openbare oplaadnetwerk voor alle elektrische vrachtwagens met batterij in Europa. Het netwerk zal 70 strategisch gelegen hubs omvatten met meer dan 570 krachtige laadpunten. De hubs bevinden zich in verschillende ontwikkelingsfasen. Het netwerk is daarmee het grootste openbare laadnetwerk voor elektrische vrachtwagens in Europa tot nu toe, verspreid over tien belangrijke markten: Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Zweden, Denemarken, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Polen. Drie hubs zijn al operationeel in Nederland, Frankrijk en België. De hub in Port of Antwerp-Bruges is een van de grootste openbare laadhubs in Europa. Milence verbindt zich ertoe om tegen 2027 in Europa 1700 krachtige openbare laadpunten te bouwen en te exploiteren.
GE ZOC H T VOO R E XPOR T:
Tankwagens en tankopleggers voor LPG, diesel, benzine, olie, bitumen, chemische stoffen, levensmiddelen, cement en bulkopleggers. Aankoop trekkers en ander rollend materieel.
Materiaal te koop of een overname? BEL VANDAAG!!! G SM +32 (0)475-60 12 43 E - mai l : detrucks@telenet.be w w w t a n kwagens. c o m
Gabriëls opent 17e snellaadstation
Het nieuwe station in Gavere beschikt over acht laadpunten, verdeeld over vier laadpalen met elk een vermogen van 400 kW. Hierdoor kunnen meerdere voertuigen gelijktijdig op hoge snelheid laden, verkorten de wachttijden aanzienlijk en verbetert de doorstroming.
Een bijzonder kenmerk van het nieuwe snellaadstation is de innovatieve installatie van een batterij van 1290 kWh en een bidirectionele omvormer van 630 kW, die zijn ondergebracht in een grote container. De batterij wordt opgeladen door zowel zonnepanelen als, tijdens de daluren, het elektriciteitsnet. Daardoor profiteren gebruikers van lagere kosten voor het opladen van hun voertuigen. Het systeem helpt ook het elektriciteitsnet te stabiliseren door overtollige energie op te slaan en beschikbaar te stellen wanneer de vraag piekt. Met de omvormer is de batterij in ongeveer 2 uur volledig opgeladen. Ter illustratie: een dergelijke volle batterij kan een gemiddelde woning gedurende 4 maanden van elektriciteit voorzien.
Het station in Gavere is bijna volledig zelfvoorzienend dankzij zonnepanelen op de luifel, die direct voertuigen opladen of de batterij vullen. Die aanpak
4
nieuwe HVOsites bij MAES
MAES opende onlangs vier nieuwe locaties – Deinze, Londerzeel, Kampenhout en Puurs – waar HVO (Hydrotreated Vegetable Oil) beschikbaar is. Dat brengt de teller nu op 8 locaties waar particuliere en professionele bestuurders kunnen kiezen voor HVO, dat een duurzaam alternatief is voor diesel en misschien wel de weg wijst naar een groene kaart bij de autokeuring. MAES legt uit dat HVO eigenaars kan helpen van wie de dieselwagen omwille van de nieuwe keuringsmethodes werd afgekeurd. Het gebruik van HVO leidt immers tot een aanzienlijke daling van de uitstoot van fijnstof, wat het risico verkleint dat de auto in kwestie wordt afgekeurd.
Maes herhaalt dat de meeste toonaangevende autobouwers (bv. Peugeot, Renault, Citroën, Volvo, Nissan, Mercedes enz.) HVO al hebben goedgekeurd voor een deel van hun vloot. Ook belangrijke fabrikanten van zwaardere voertuigen, zoals Daf, Scania, Mercedes-Benz, Renault, Volvo enz. keurden HVO goed voor veel van hun wagens.
vermindert de afhankelijkheid van het traditionele energienet en draagt bij tot een significante reductie van de CO2-uitstoot.
Blauwe Diesel verkrijgbaar in het Esso-tankstation van Bastenaken
Comfort Energy blijft zijn aanbod duurzame motorbrandstoffen uitbreiden. Voortaan kunnen transporteurs in het Essotankstation in Bastenaken ook Blauwe Diesel komen tanken. Dat is een duurzamere vloeibare brandstof die tot 90% minder CO2 uitstoot dan fossiele diesel en bestaat uit een combinatie van hoogwaardige diesel en Hydrotreated Vegetable Oil (HVO). Comfort Energy benadrukt dat het product geen biodiesel (FAME) bevat en geschikt is voor alle dieselmotoren zonder dat er aanpassingen aan moeten worden doorgevoerd. Blauwe Diesel zal binnenkort ook op andere locaties beschikbaar zijn.
Bijzonder aan het snellaadstation in Gavere is de installatie van een batterij van 1290 kWh, die is ondergebracht in een grote container.
Blauwe Diesel is verkrijgbaar in het Esso-tankstation in Bastenaken.
Pomphouder, sluit u aan bij Brafco!
Telefonisch : 02/502.42.00 of via e-mail : info@brafco.be
Als uitbater van een servicestation heeft u recht op een optimale en energieke verdediging van uw belangen! Zoals u hebt kunnen lezen in deze speciale editie, wordt de pomphouder vandaag met tal van problemen geconfronteerd.
Brafco strijdt al jaren voor de belangen van eigenaars en uitbaters van
service-stations. Niet zonder resultaat! Als u nog geen lid bent van Brafco, aarzel dan niet langer.
Sluit u vandaag nog aan en voeg u bij de collega’s die reeds lid zijn van Brafco. Samen staan we nog sterker!
OVERNAME VAN HET VOORMALIGE G&V-DEPOT IN KUURNE
Joint venture Belgomine - Fournier Cavos
Beide partners wilden hun activiteiten uitbreiden en zagen in de overname van het depot in Kuurne een strategisch interessante kans.
Het depot bestaat uit twee tanks van elk 3000 m3 voor de opslag van 6 miljoen liter diesel en uit vier tanks van 250 m3, waarvan er twee een eigen circuit hebben voor de opslag van gasolie 1000 ppm voor de Franse markt. De twee andere tanks van 250 m3 bevatten FAME voor blendingoperaties.
Op termijn kunnen enkele van die tanks worden omgebouwd voor de opslag van HVO voor mobiliteitstoepassingen. We zijn deze mogelijkheid om HVO100 vanuit het depot aan te bieden aan het bekijken omdat we meer en meer vraag naar dit product krijgen van onze klanten, vertelt Cédric Bourdon, trader bij Belgomine.
Het depot, dat ideaal gelegen is langs de Leie in Kuurne, wordt per boot bevoorraad vanuit de hele ARA-zone (Antwerpen - Rotterdam - Amsterdam). Schepen kunnen er tot 2000 ton per keer lossen. De producten komen hoofdzakelijk van de raffinaderijen van Esso en TotalEnergies.
100.000 TON/JAAR
In januari 2023 werd het depot overgenomen van de familie Verbeke. De nodige vergunningen werden verkregen, waaronder die van ‘erkend entrepothouder’. De activiteiten van het depot werden in oktober van dat jaar opnieuw opgestart na een grondige renovatie. Hierbij werd een menginstallatie voor biobrandstoffen en een volautomatisch roodkleuringsinjectiesysteem geïnstalleerd. Waar ze aanvankelijk voorzichtig optimistisch waren, schatten beide eigenaars nu in dat ze op termijn samen tot zo’n 100.000 ton/jaar kunnen verhandelen op het depot.
Belgomine en Fournier Cavos hebben nu voor het depot in Kuurne dus de toelating om op te treden als ‘erkend entrepothouder’. Waar we vroeger te afhankelijk waren van andere operatoren om te mengen en ‘in verbruik’ te stellen, gaat Cédric Bourdon voort, willen we nu onze activiteit op de markt verder uitbreiden en meer inzicht krijgen in de werking van depots en het blenden van biodiesels zoals FAME en HVO.
TWEEVOUDIGE STRATEGIE
Beide partners waren op zoek naar nieuwe groeikansen. De overname van het depot in Kuurne zagen beiden als een strategische opportuniteit. Belgomine wilde vooral zijn activiteiten uitbreiden, Fournier Cavos op zijn beurt zocht een manier om de zijne te consolideren, onder meer in het noorden van Frankrijk, waar het bedrijf een groot deel van zijn volumes exporteert in een straal van 200 km tussen Lille en Amiens. Fournier Cavos was al erkend entrepothouder
Julie Fournier (Fournier Cavos) en Cédric Bourdon (Belgomine) bekrachtigen de joint venture voor de uitbating van het depot in Kuurne.
voor zijn opslag in Menen, die met zijn capaciteit van 1.500.000 liter echter te klein was geworden voor de bevoorrading van zijn Franse klanten. Een ander depot had het bedrijf niet. Dankzij het depot in Kuurne kan Fournier Cavos zijn bevoorradingsstructuur nu verstevigen.
TOEKOMSTSCENARIO’S
Belgomine, dat zijn hoofdzetel in Temse heeft, telt verschillende activiteiten. (1) De groothandel van diesel en gasolie op schip, waarbij het vooral op de Noord-Europese markt actief is, (2) de verkoop aan andere mazoutverdelers, transportbedrijven, industriële klanten en (3) de uitbating van tankstations onder het merk Avia zijn hier de voornaamste van. Hoewel Belgomine onlangs een laadstation met snelladers gebouwd heeft in Kampenhout, geeft de operator te kennen dat het op dat vlak geen voorloper is. Die installatie kwam er bij wijze van testproject. We hebben immers nog geen duidelijke visie op de rendabiliteit van een dergelijke investering, aldus Cédric Bourdon.
Ondanks deze terughoudendheid tegenover elektrificatie investeerde de operator wel in een zonnepark met een oppervlakte van meer dan een hectare. De zonnepanelen worden momenteel op het dak van een groot stockage-entrepot geplaatst. Belgomine werkt scenario’s voor de toekomst uit om snel te kunnen inspelen op de steeds sneller veranderende marktdynamiek. Een van de opties die het momenteel bekijkt is
de bouw van een batterij met een capaciteit van 2 tot 3 MWh. Daarbij concentreert de operator zich momenteel ook op biobrandstoffen, die gezien de stijgende verkoop van HVO100 veelbelovende vooruitzichten hebben.
Julie Fournier van haar kant is van mening dat de uitdaging van de energietransitie erin bestaat om de burger die niet zwemt in het geld een betaalbare energie te blijven aanbieden. Ik ben ervan overtuigd dat zonnepanelen en warmtepompen interessante oplossingen zijn, maar dat
Het netwerk tankstations en de ex-tankleveringen maken van Belgomine een van de grootste onafhankelijke operatoren van het land.
ze niet voor iedereen betaalbaar zijn. Ook de elektrische denkpiste biedt geen antwoord op alle vragen.
ENGAGEMENTEN INZAKE DUURZAME ONTWIKKELING
Belgomine en Fournier Cavos volgden allebei de opleiding “opstelling van een ETS2-monitoringplan” die Brafco op 26 augustus jl. organiseerde (zie elders in deze editie). Erkend entrepothouders die energieproducten in België tot verbruik uitslaan worden als “gereglementeerde ETS2entiteiten” beschouwd wanneer deze producten gebruikt worden voor bijv. verwarming van gebouwen of voor wegtransport. Concreet moesten alle erkend entrepothouders zo snel mogelijk (in principe vóór 31/08/2024) een emissievergunning (ook “broeikasgasvergunning” genoemd) aanvragen bij de “bevoegde autoriteit”. We gaan heel binnenkort ook ons monitoringplan indienen, licht Cédric Bourdon toe. We hebben de ambitie om op dit vlak een frontrunner te zijn.
Belgomine moet, in het kader van ESG (Environment - Social - Governance), jaarlijks een duurzaamheidsverslag opstellen (zie ook elders in deze editie). Mede door die verplichting gaan we onze toekomstvisie herbekijken. Het gaat om een strategische oefening waaruit een heel concreet actieplan zal komen, benadrukt Cédric Bourdon.
Dankzij zijn geografisch interessante ligging nabij de Franse grens levert Fournier Cavos ook petroleumproducten in Noord-Frankrijk.
VERDEDIGING VAN DE COLLECTIEVE BELANGEN
Commissies Brafco: bevestig uw deelname of schrijf u in!
Professionals die lid zijn van een commissie van Brafco verdedigen actief de belangen van de handel en distributie van verwarmings- en motorbrandstoffen.
De collectieve belangen van haar leden verdedigen is voor de Federatie steeds haar raison d’être geweest. Een fijn vertakt distributienet dat zich beweegt in een gezonde en open marktomgeving is de beste garantie op een kwaliteitsdienstverlening aan de klant.
Rekening houdend met de aard en toenemende complexiteit van de regelgeving inzake ons beroep is de Federatie het orgaan waarbinnen de sector gemeenschappelijke standpunten over wettelijke voorschriften en beleidsmaatregelen kan bepalen en uitwerken. Ze onderhoudt nauwe contacten met de Europese, federale en gewestelijke overheden en met alle administraties, instanties en betrokken beroepsorganisaties.
De standpunten van de Federatie worden voorbereid binnen de commissies en ad-hoc werkgroepen. Ieder lid van de Federatie dat in een of meerdere sectoren (distributie huisbrandolie, tankstations, bevoorrading scheepvaart, distributie petroleumgassen, enz.) actief is, kan zich kandidaat stellen voor de overeenkomstige sectorcommissie(s). Om de werking van de commissies te optimaliseren en hun actie te versterken, heeft de Raad van Bestuur van de Federatie beslist dat bepaalde vergaderingen online kunnen worden gehouden. Dit voorkomt lange reizen naar Brussel en bespaart de ondernemers in de sector kostbare tijd.
Enquête: 2 vragen!
1. U bent al actief in een of meer commissies
Bevestig uw deelname via info@brafco.be
(U hoeft deze vraag niet te beantwoorden als u dat al heeft gedaan naar aanleiding van de e-mail die u in september heeft ontvangen.)
2. Bent u nog geen lid van een commissie maar wenst u wel actief deel te nemen aan één of meerdere commissies?
Stel u dan kandidaat, met vermelding van de commissie(s) van uw keuze, via info@brafco.be
De huidige lijst met commissies en hun leden vindt u hiernaast.
Commissie Invoerders & Erkend Entrepothouders van 24 april 2023.
De Commissies van de Federatie
(situatie op 25.09.2024)
COMMISSIE INVOERDERS – ERKEND ENTREPOTHOUDERS
FIRMA/GROEP
Johan Deleu (Voorzitter) VARO ENERGY
Luc Bouts BOUTS
Geert De Herdt BELGIAN TRADING AND BUNKERING
Simon De Wachter VIRYA ENERGY
Peter De Wit DE WIT BUNKERING
Filip Engelen BELGOMAZOUT
Julie Fournier FOURNIER CAVOS
Ann Gillis BELGOMAZOUT
Philip Goedkoop NORTHSTAR BUNKER
Emre Gostek BRUNO MAZOUT
Jean-Pierre Hurkmans GILOPS GROUP
Tom Lambert COMFORT ENERGY
Frédéric Loverix GILOPS GROUP
Tim Peeters DE WIT BUNKERING
Koen Roose ROOSE
Bram Timmermans COMFORT ENERGY
Hans Van Dam MAES
Peter Van Raak VAN RAAK
Luc Van Roey DATS 24
Ken Verbraeken NORTHSTAR BUNKER
COMMISSIE VLOEIBARE BRANDSTOFFEN
FIRMA/GROEP
Tom Lambert (Voorzitter) COMFORT ENERGY
Etienne Botton BOTTON
Luc Bouts BOUTS
Benoit Briers GILOPS GROUP
Eric Canon COMFORT ENERGY
Vincent Declerck OCTA+
Johan Deleu VARO ENERGY
Jocelyne Mouchart MOUCHART
Robert Pierrard PIERRARD
Xavier Rigo OCTA+
Nico Standaert PROXIFUEL
Charlotte Tahon TAHON
Hans Van Dam MAES
COMMISSIE VASTE BRANDSTOFFEN
FIRMA/GROEP
Bernard Ory (Voorzitter) JOASSIN
Michel Debève LIEGEOIS-ALLARY
Etienne Demulier DEMULIER
Claude Detandt DETHYE
Dirk Logghe LOGGHE
Jocelyne Mouchart MOUCHART
COMMISSIE SOCIALE ZAKEN
FIRMA/GROEP
Christian Warin (Voorzitter) WARIN
Seyran Akat SKYTANKING
Stéphane Bourgeois EBTRANS
Luc Bouts BOUTS
Frédéric Derumeaux VERVAEKE
Kristof Gabriëls GABRIELS
Ann Gillis BELGOMAZOUT
Christiaan Jacquet JACQUET-LABAISSE
Hilde Janssens COMFORT ENERGY
Etienne Rigo OCTA+
Ingeborg Symons MULTIGAS
Rudy Wille SCHENK
COMMISSIE SMEERMIDDELEN
FIRMA/GROEP
Frédéric Dejace (Voorzitter) PROLUB
Stefaan Gabriëls GABRIELS
COMMISSIE MOTORBRANDSTOFFEN
FIRMA/GROEP
Kristof Gabriëls (Voorzitter) GABRIELS
Noë Bruno GROUP BRUNO
Eric Canon COMFORT ENERGY
Johan Deleu VARO ENERGY
Eddy Devolder G&V ENERGY
Simon De Wachter VIRYA ENERGY
Ignace Gabriëls GABRIELS
Ann Gillis BELGOMAZOUT
Frédéric Loverix GILOPS GROUP
Hans Van Dam MAES
Alexander Vanherpe TANKTERMINAL
COMMISSIE GAS
FIRMA/GROEP
Stijn De Jans DE JANS
Etienne Demulier DEMULIER
Greta Desmet MACOGAS
Eric Dumon DVH LOGISTICS
Jean-Yves Henrotte HENROTTE
Laurence Moreels PROGALYS
Dirk Seminck SEMINCK GAS
Ingeborg Symons MULTIGAS
Jan Van Lindt PRACTIGAS
COMMISSIE BUNKERING
FIRMA/GROEP
Bart Bastiaenssen PENINSULA PETROLEUM ARA
Geert De Herdt BELGIAN TRADING AND BUNKERING
Peter De Wit DE WIT BUNKERING
Philip Goedkoop NORTHSTAR BUNKER
Wim Jochems MINERVA NEW
Tim Peeters DE WIT BUNKERING
Koen Roose ROOSE
Ken Verbraeken NORTHSTAR BUNKER
REDACTIECOMITÉ
Johan Mattart (Voorzitter)
Emmanuel Cécille
Anne Gabriëls
Vincent Orts
Lisa Van Eenhooge
Schenk
Brandstoffen, een waardevolle bron van informatie voor uw onderneming
Als lid van Brafco ontvangt u het vakblad Brandstoffen. Wenst u een of meer bijkomende abonnementen voor uzelf of voor uw medewerkers?
Dat kan, tegen een zeer interessante prijs:
Per bijkomend abonnement: 45 euro/abonnement (excl. btw)!
Ter herinnering: niet-leden betalen 95 euro (excl. btw) voor een abonnement.
Vul onderstaand formulier in en stuur het op naar Brafco, Léon Lepagestraat 4, 1000 Brussel of mail uw gegevens naar info@brafco.be.
U kan ook oude nummers van Brandstoffen verkrijgen voor de zachte prijs van 5 euro (portkosten niet inbegrepen) en dit tot einde voorraad.
Ik wens …… bijkomend(e) abonnement(en). De prijs bedraagt …… euro/abonnement.
Firma :
Naam en voornaam :
Postcode en gemeente :
Tel. : Fax : E-mail :
Btw-nummer (indien u een factuur wenst) :
Wacht niet tot het allerlaatste moment om uw code 95 te verlengen…
De vakbekwaamheid – code 95 – is ondertussen een begrip. Chauffeurs met een rijbewijs C of CE moeten om de 5 jaar 5 erkende opleidingen van ten minste 7 uur (samen 35 kredieturen) hebben gevolgd om hun rijbewijs te verlengen.
Ukan bij Brafco terecht voor deze cursussen “vakbekwaamheid”. Brafco werkt hiervoor samen met erkende externe opleidingspartners. Deelnemers aan de opleidingsmodules ontvangen een getuigschrift van nascholing en 7 kredietpunten.
Sinds de inwerkingtreding van het KB van 10 januari 2013 moeten de betrokken chauffeurs ten minste één module volgen in elk van de volgende 3 categorieën:
I. Nascholing in rationeel rijden (dit zijn o.m. cursussen stuwing- en ladingszekering, economisch rijden…)
II. Toepassing van de voorschriften (dit zijn o.m. cursussen rij- en rusttijden, vervoerdocumenten, tachograaf…)
III. Gezondheid, verkeers- en milieuveiligheid, dienstverlening (dit zijn o.a. cursussen ongevalsaangifte, EHBO, conflictbeheer, communicatie, agressiviteit…)
Het KB preciseert dat minstens één van de modules moet handelen over defensief en zuinig (economisch) rijden, die ten minste 3 uur praktisch rijonderricht bevat.
De prijzen verschillen naargelang de opleidingsmodule. In de prijs zijn inbegrepen: syllabus, drank- en koffiepauze en een broodjeslunch. De opleidingen komen in aanmerking voor een subsidie van 50% door de Vlaamse overheid via de kmo-portefeuille.
In de 3 gewesten tellen ADR-opleidingen mee voor code 95
Met de publicatie van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juli 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieen C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E in het Staatsblad van 3 augustus 2021 is de richtlijn 2018/645/EU eindelijk in de 3 gewesten van het land omgezet in regionale regelgeving. Dit impliceert dat sindsdien alle ADR-cursussen, ongeacht het gewest waarin de zetel van de opleidingsinstelling zich bevindt, in rekening kunnen worden gebracht voor de verplichte 5-jaarlijkse 35 uur bijscholing in het kader van de vakbekwaamheid (code 95). Deze ADR-opleidingen worden beschouwd als opleidingen van de 2de categorie (toepassing van de voorschriften).
ADR-cursussen
Brafco organiseert zelf ADR-cursussen en werkt ook samen met erkende externe opleidingspartners.
U kan bij ons terecht voor initiële en bijscholingsopleidingen voor zowel colli, tank als vloeibare brandstoffen.
De eerstvolgende algemene ADR-bijscholingscursus colli- en tankvervoer (categorie I + II) gaat door in Jabbeke op 3, 10 en 17 mei 2025.
De eerstvolgende ADR-bijscholingscursus (categorie IV) zal plaatsvinden op 5 en 12 april in de regio Klein Willebroek (of Lummen). Deze cursus kan ook als initiële ADR-opleiding gevolgd worden door chauffeurs die nog geen ADR-getuigschrift hebben of waarvan het getuigschrift vervallen is. Voor deze personen is een bijkomende praktijkopleiding van 4 uur voorzien, die zal doorgaan op een later te bepalen datum.
U kan uzelf of een medewerker inschrijven voor een van deze ADRopleidingen via https://www.brafco.be/nl/opleidingen
Sinds 1 januari 2024 ADR examen niet langer schriftelijk maar digitaal in Vlaanderen
Sinds 1 januari 2024 verlopen de ADR-examens in Vlaanderen digitaal (op computer) en kunnen chauffeurs zelf kiezen wanneer ze hun examen afleggen. Ze kunnen daarvoor terecht bij een van de 16 erkende examencentra van GOCA Vlaanderen. Het examen kan van maandag t.e.m. vrijdag plaatsvinden (en dus niet meer op zaterdag) en er zullen meer tijdssloten beschikbaar zijn. Het is belangrijk dat kandidaten zich op voorhand inschrijven om aan het examen deel te nemen.
Aan het examen zelf verandert er niets. Het blijft een openboekexamen dat per categorie 90 minuten duurt. Examinandi die dit wensen kunnen nog steeds het examen schriftelijk afleggen, doch dit kan enkel op zaterdag in de kantoren van het ITLB. Geïnteresseerden dienen dit vooraf te melden bij de instantie waar zij de opleiding volgen.
ADR-veiligheidsadviseur
Zoekt u een externe ADR-veiligheidsadviseur?
Neem contact op met de Federatie!
Maak voor de opleidingen vakbekwaamheid en
ADR gebruik van de kmo-portefeuille!
Hoeveel steun u krijgt, is afhankelijk van de grootte van uw onderneming. De steun is beperkt tot een bepaald maximumbedrag dat u jaarlijks kan opnemen. U kan vrij kiezen of u dat bedrag inzet voor advies of opleiding of voor een combinatie van beide. De kosten die in aanmerking komen voor subsidie via de kmo-portefeuille zijn altijd exclusief btw
Kleine ondernemingen Steun 30%, maximaal 7.500 euro
Middelgrote ondernemingen Steun 20%, maximaal 7.500 euro
iZie ook Brandstoffen september-oktober 2021, p.41
Voor een overzicht van de aangeboden opleidingen kan u best contact opnemen met Naziha Boulben. Tel.: 02/213.14.12, naziha.boulben@brafco.be. U geeft aan waar u en/of uw chauffeur(s) een opleiding wenst/wensen te volgen en u ontvangt een overzicht van de mogelijkheden!
De Federal Learning Account (FLA) staat online!
De Federal Learning Account (FLA) is sinds 1 april 2024 beschikbaar voor alle werkgevers. Dit is de nieuwe online tool waarop werkgevers de opleidingen en opleidingsrechten van hun werknemers moeten registreren.
Goed opgeleide werknemers zijn essentieel voor de innovatie en de groei van bedrijven. De federale regering stimuleert bedrijven dan ook om te blijven investeren in het opleiden van hun werknemers.
Via de Federal Learning Account kan u als werkgever de opleidingen en opleidingsrechten van uw werknemers registreren en op die manier bijhouden welke opleidingen zij reeds volgden en waar zij nog recht op hebben. In de toekomst zullen ook werknemers via deze ‘digitale opleidingsrekening’ hun opleidingsrecht kunnen opvolgen.
De werkgevers zijn verplicht om eventuele opleidingsrechten en opleidingen van hun werknemers vanaf 1 januari 2024 te registreren. Deze registratie kunnen zij nog uitvoeren tot 1 december 2024. Dit kan op verschillende manieren: voor kleinere bedrijven, is de webinterface de meest logische keuze, maar voor grotere bedrijven is het ook mogelijk om gebruik te maken van een batchverzending of een API-integratie met hun eigen systemen of die van hun sociaal secretariaat.
Op de website www.federallearningaccount.be vindt u niet alleen de tool zelf, maar ook video’s, handleidingen en FAQ’s om u op weg te helpen.
De werkgevers zijn verplicht om eventuele opleidingsrechten en opleidingen van hun werknemers vanaf 1 januari 2024 te registreren.
Het Sociaal Fonds werkt mee aan ‘Actief Inclusief’ van Sterpunt Inclusief Ondernemen, een project dat kadert binnen de Europa WSE-oproep ‘Inclusieve werkvloeren’. Met dit project willen we werkgevers in Vlaanderen ondersteunen bij uitdagingen rond instroom en retentie, met een focus op kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt.
Samen met de verschillende partners binnen het project (sectoren, Sterpunt Inclusief Ondernemen, de Werkplekarchitecten, GTB, Pulso, The Shift en Taborgroep) streven we er naar om bedrijven de nodige begeleiding te bieden in hun traject naar inclusieve werkomgevingen, zodat kwetsbare doelgroepen op een duurzame manier aan de slag kunnen gaan op de arbeidsmarkt.
Concreet wordt gewerkt rond volgende vraagstukken rond instroom of retentie:
• Communicatie en conflicthantering
• Instroom, werving en onthaalbeleid
• Retentie
• (On)zichtbare drempels
• Taalbeleid
• Age-management
• Mentoring en coaching
•
Dit project staat zowel open voor bedrijven die al weten wat ze willen realiseren als voor bedrijven die nog niet goed weten hoe te starten aan het inclusieverhaal. De ondersteuning gebeurt steeds op maat van het bedrijf, het tempo wordt bepaald door de werkgever. De dienstverlening binnen dit project is volledig gratis.
Vragen: Contacteer het Sociaal Fonds of een Werkplekarchitect in uw buurt.
Meer informatie: https://inclusiefondernemen.be/watdoen-we/onze-projecten/actief-inclusief
Het Sociaal Fonds lanceert nieuwe brochure naar aanleiding van 50 bestaan
Het Sociaal Fonds voor de Handel in Brandstoffen van het Paritair Comité 127 (PC 127) bestaat dit jaar 50 jaar.
Naar aanleiding van deze mijlpaal stelde het Sociaal Fonds een brochure samen die een uitgebreid overzicht biedt van zijn diensten:
• Uitbetaling sociale voordelen
• Opleiding en vorming
• HR-advies
De nieuwe brochure werd in september gestuurd naar alle werkgevers actief in het PC 127 en, voor het eerst, ook naar hun werknemers. Bij de opmaak werd extra aandacht besteed aan duidelijke taal, waarvoor een externe copywriter werd ingeschakeld.
Heeft u na het lezen van de brochure nog vragen? Neem gerust contact op, wij helpen u graag verder.
De meest recente informatie over de sociale voordelen, nieuwigheden in de sector en uitbetalingsdata kan u ook steeds terugvinden op www.fonds127.be
Etienne Rigo (2015 – … )
Wilfried Dehertoghe (2004 - 2015)
Vier voorzitters
In 1974 speelde de toenmalige voorzitter van Brafco, de heer Antoine Mornie, een cruciale rol in de oprichting van het Sociaal Fonds voor Ondernemingen van Handel in Brandstoffen. Hij was een van de voornaamste bezielers ervan. Datzelfde jaar stond de heer Mornie opnieuw voor een grote uitdaging tijdens het conflict rond ‘PC 17-27’. Het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid stelde voor om de bevoegdheden van het Paritair Comité 17, waaronder de petroleumindustrie viel, uit te breiden tot de kleine en middelgrote distributieondernemingen (die ressorteerden onder het Paritair Comité 27). De gevolgen zouden nefast zijn geweest voor de handel in vaste en vloeibare brandstoffen omdat die familiale ondernemingen hierdoor verplicht zouden worden om dezelfde lonen en sociale vergoedingen te betalen als de multinationals. Dankzij de meesterlijke onderhandelingen van de toenmalige voorzitter in samenwerking met de syndicale partners, bleef het Paritair Comité 27 behouden. Later werden deze comités omgedoopt tot Paritair Comité 117 en 127.
De opleidingstankwagen en mobiele opleidingsinstallatie van het Sociaal Fonds tijdens de jaarlijkse Beroepenrally in 2023.
Twee instructeurs van FOREM poseren bij de opleidingstankwagen en de vaste laad- en losinstallatie van het Sociaal Fonds in Mornimont.
Een instructeur van VDAB geeft een woordje uitleg over de mobiele tankunit tijdens de Belgian Truck Grand Prix 2024.
Antoine Mornie (1974 - 1999)
“Jouw verwarmingsfactuur is geld waard!”
Ieder jaar geeft het Sociaal Verwarmingsfonds een brochure uit met een samenvatting van zijn werking en een kort overzicht van de steunmaatregelen. De slogan van deze brochure en van de nieuwe campagne van het Sociaal Verwarmingsfonds windt er in de aanloop naar het nieuwe winterseizoen geen doekjes om: je kunt je verwarmingsfactuur – voor velen een zware hap uit het budget – geld doen opbrengen door ze in te ruilen voor een toelage van het Sociaal Verwarmingsfonds.
We kozen voor deze veelzeggende boodschap aangezien de huidige prijzen wel aan het dalen zijn maar nog steeds hoger liggen dan vóór de energiecrisis uit 2022, terwijl onze toelagen op hetzelfde niveau zijn gebleven, benadrukt Walter Walgraeve, algemeen directeur van het Fonds. De toelage is dezelfde gebleven maar het bedrag dat de begunstigde zelf moet ophoesten is dus groter geworden. Het is belangrijk dat onze boodschap rechttoe rechtaan is, want we vrezen dat een deel van de rechthebbenden door de stijging van het bedrag dat ze zelf moeten betalen liever de verwarming uit laten.
5 tips om energie te besparen
Hou de warmte zo veel mogelijk in huis door kieren en tochtgaten te dichten. Met wat kleine aanpassingen heb je al direct resultaat. Radiatoren tegen een buitengevel kan je bijvoorbeeld ook isoleren door er radiatorfolie achter te plakken.
Voor het eerst kregen de OCMW’s en gemeentes niet alleen de gedrukte folders en affiches maar ook een digitale versie in staand en liggend formaat om te projecteren op hun displays.
Dichte gordijnen helpen ‘s avonds om de warmte in de kamer te houden. Zorg er voor dat de gordijnen op de vensterbank eindigen. Zo kan de warmte in de kamer komen. En vergeet niet de gordijnen bij ramen op het zuiden overdag weer open te doen. Zelfs de winterzon kan zo een paar graden gratis warmte in je huis brengen.
TOENEMENDE DIGITALISERING
Zet de verwarming op nachtstand wanneer je het huis verlaat of een uurtje voor het slapengaan. Verwarm enkel die kamers waarin je het meest aanwezig bent.
goed leesbaar en begrijpelijk zijn, met meer geanimeerde illustraties dan vroeger. De SEOcopywriting (de kunst om overtuigende teksten te optimaliseren voor zoekmachines) werd verbeterd. De mensen komen daardoor steeds vaker via een zoekopdracht op Google bij ons terecht, aldus Walter Walgraeve. Daarom gebruiken we in onze SEO-strategie ook informele termen en soms zelfs dialect. Het belangrijkste is dat de mensen die recht hebben op een toelage ons vlot vinden op het internet. En dat werkt, zo blijkt uit het ‘conversiepercentage’, dat het aantal websitebezoekers weergeeft dat bijvoorbeeld gebruikmaakt
Meer weten? www.verwarmingsfonds.be
Je kan ons mailen via info@verwarmingsfonds.be
Gratis telefoonnummer 0800/90 929
“VOOR DE SECTOR”
Concrete vragen
van onze simulatiemodule of dat het aanvraagformulier downloadt.
Hoewel het Verwarmingsfonds ook bereikbaar blijft via het gratis nummer 0800/90 929, zet zich toch een nieuwe trend door: er wordt veel meer contact opgenomen via sms, e-mail of chat op Messenger en Facebook. Die evolutie toont aan dat het Fonds zich voortdurend blijft aanpassen aan de manier waarop zijn doelpubliek communiceert, besluit Walter Walgraeve.
Jouw verwarmingsfactuur is geld waard!
Sinds de lancering van zijn nieuwe website trok het Verwarmingsfonds al meer dan 40.000 bezoekers. Dat het Fonds daarmee zijn doelgroep aanspreekt, blijkt uit het feit dat die bezoekers ongeveer 2 minuten op de website blijven en er gemiddeld 1,3 keer naar terugkomen. Dat is veel meer dan gemiddeld, wat bewijst dat het engagement (de belangstelling) voor de inhoud van de pagina’s groot is. Met ca. 150.000 potentiële begunstigden verwachten we dat het aantal bezoekers op onze website nog zal toenemen, gaat de directeur van het Fonds verder.
De thermostaat overdag 1°C lager zetten levert jou onmiddellijk een besparing op van 5 à 7% op je verwarmingsfactuur.
Verlucht jouw woning op een aangepaste wijze. Vensters helemaal openen gedurende 15 minuten en daarna sluiten is veel efficiënter dan ze gedurende lange tijd halfopen te laten staan.
Maak gebruik van onze handige simulatiemodule!
Op onze website hebben we een handige simulatiemodule geplaatst waarmee je zelf kan nazien of je aan de voorwaarden voor een toelage beantwoordt en zoja, hoeveel deze toelage voor jou zou zijn.
Zowel voor de communicatie via gedrukte kanalen als voor de digitale berichten op Facebook en Instagram (6 berichten/week tijdens de winter, 3 à 4 berichten in het laagseizoen) geldt dat alle teksten zo werden geschreven dat ze voor iedereen
Je kan ons rechtstreeks concrete vragen stellen via het contactformulier op onze website of door met ons via de website te chatten Jouw vragen worden dan zo snel als mogelijk tijdens de kantooruren beantwoordt.
Sociale media
Like ook onze sociale mediakanalen. Dan houden wij jou automatisch op de hoogte van eventuele wijzigingen of belangrijke data. Regelmatig publiceren wij nieuwsberichten en interessante info om jou te helpen jouw energiefactuur te betalen. En via Messenger kan je ons ook persoonlijke boodschappen sturen.
Meer inlichtingen
Voor meer inlichtingen kan je ook terecht bij het OCMW van jouw gemeente.
Blijf niet achter en doe je aanvraag. Velen zijn je al vooraf gegaan!
Beste distributeurs, in de rubriek “Voor de sector” bovenaan rechts op de homepage van de website verwarmingsfonds.be vindt u heel wat nuttige informatie om uw klanten naar ons door te sturen. In de rubriek ‘Communicatietoolkit’ kan u de affiches en folders downloaden. Indien gewenst, kan u ze ook gratis per e-mail bij ons bestellen. U vindt er ook een reeks artikels die u op uw website of sociale netwerken kan publiceren, alsook een link om de Facebookpagina van het Sociaal Verwarmingsfonds te liken.
Daarnaast publiceren wij ook dagelijks de officiële maximumprijzen voor onze verwarmingsbrandstoffen, handig als je wil weten welke de maximumprijs is vandaag of op een bepaald moment in het verleden. VZW Sociaal Verwarmingsfonds Léon Lepagestraat 4 1000 Brussel
U staat als verdeler het dichtst bij uw klanten. Leg alvast enkele exemplaren van deze infobrochure in uw vrachtwagen en bezorg ze aan uw klanten.
Vraag je verwarmingstoelage aan Voor gezinnen met een beperkt inkomen die zich verwarmen met huisbrandolie, lamppetroleum (type c) en/of bulkpropaangas.
We hebben allemaal recht op een warme thuis, toch?
De woordvoerders van Brafco staan de pers te woord
HVO100, ETS2, de brandstofprijzen die naar hun laagste peil zakken in drie jaar... Onze woordvoerders kwamen weer regelmatig aan bod in de pers.
FINANCIAL TIMES – 1 JULI 2024
De koolstofmarkt in de EU leidt tot een prijsstijging voor diesel. Vanaf 2031 zouden bestuurders in de EU minstens 50 cent per liter diesel meer moeten betalen om de koolstofkosten te kunnen dekken. Dat blijkt uit een analyse die de vrees voor nieuwe protestacties tegen de klimaatwetten aanwakkert. In 2022 bereikte de EU een akkoord over een tweede emissiehandelsysteem (ETS2). Johan Mattart verklaarde dat bedrijven de afgelopen weken brieven van de gewestelijke overheden hadden ontvangen over hun verplichtingen in het kader van dat systeem. “De bedoeling van de richtlijn is uiteraard om de CO2uitstoot te verlagen, maar ik vrees dat niet alle gezinnen het budget hebben voor een warmtepomp en dat niet alle woningen daarvoor geschikt zijn”, aldus Mattart. Hij voegde daar nog aan toe dat de regeringen de mensen aanmoedigingspremies boden om een elektrische wagen te kopen “maar dat niet iedereen zich dat kan veroorloven”.
LE VIF – 28 AUGUSTUS 2024
De brandstofprijs aan de pomp zit op zijn laagste peil sinds een jaar. Reden daarvoor is de vertraging van de economie in China en de Verenigde Staten. Even herhalen dat de brandstofprijs aan de pomp in België een bepaald niveau niet mag overstijgen. Dat zijn de zogenaamde maximumprijzen. Die worden door het ministerie van Economie en de Belgische Petroleum Federatie Energia vastgelegd in een programma-overeenkomst. “Die overeenkomst tussen beide partijen bestaat al sinds 1974 en werd ingevoerd naar aanleiding van de petroleumcrisis”, vertelt Emmanuel Cécille. “De maximumprijs maakt het mogelijk om eventuele prijsstijgingen van benzine en diesel binnen de perken te houden, wanneer de prijs voor ruwe aardolie bijvoorbeeld plots fors stijgt.”
HET NIEUWSBLAD –12 SEPTEMBER 2024
Brandstofprijzen zakken naar hun laagste punt in drie jaar. En dat heeft alles te maken met de olieprijs die al een tijdje aan het dalen is. “De vraag naar energie blijft laag”, zegt Johan Mattart. “De Amerikaanse economie vertraagt en de Chinese heeft eigenlijk al een hele tijd niet meer aangetrokken. En we verwachten ook niet dat dat zal veranderen.” Daarenboven is er nog olie op komst. “De Opec+-landen zijn niet van plan om hun afgeschaalde productie te handhaven. Vanaf oktober zou er dus nog meer olie beschikbaar zijn, wat voor een negatieve prijsspiraal zorgt.” Toch durft Mattart geen al te grote voorspellingen doen. “De markt blijft heel volatiel. We hebben nog geen idee wat de Amerikaanse presidentsverkiezingen of onrust in het Midden-Oosten zal doen met de olieprijs.”
GOCAR – 2 JULI 2024
Schone diesel HVO100 wordt steeds vaker gebruikt in Europa, maar hoe zit het in België? Voor Vincent Orts is het gebruik van HVO100 een kans die we moeten grijpen om de uitstoot in de transportsector te verminderen. “Momenteel zijn er slechts een 30-tal tankstations in België die HVO100 aanbieden.” HVO100 is momenteel niet belastingvrij. Dat betekent dat het ongeveer 2,3 euro per liter kost. Dat is dus meer dan gewone diesel, wat jammer is, want belastingvrijstelling van deze brandstof zou het mogelijk maken om alle dieselauto’s op deze brandstof te laten rijden, met aanzienlijke milieuwinsten. Tot nu toe hebben de verantwoordelijke ministers zich nooit over deze kwestie gebogen. Of ze hebben ze vermeden. De sector – waaronder Brafco – hoopt dat de volgende regering ontvankelijker zal zijn voor de adoptie ervan.
RTBF – 13 JULI 2024
Waarom zijn brandstoffen duurder langs de autosnelweg? De FOD Economie bepaalt iedere dag een maximumprijs in functie van de internationale noteringen. Over het algemeen is het die maximumprijs die tankstations langs de autosnelweg afficheren. En die is heel wat hoger dan elders. “Tanken langs de autosnelweg is duurder omdat de uitbatingskosten er ook hoger zijn. Die tankstations moeten immers 7 dagen op 7 de klok rond geopend zijn. Er is ook minder concurrentie”, licht Emmanuel Cécille toe. Langs de autosnelweg ligt de brandstofprijs soms tot wel 10 cent hoger dan elders. En toch draaien die stations goed. Sommige bestuurders met een bedrijfswagen kijken immers niet naar de prijs. Anderen kiezen dan weer voor het gemak. De maximumprijzen mogen ze niet overschrijden, maar het staat de tankstations wel vrij om een lagere prijs te vragen. Kleinere stations trekken voornamelijk lokale klanten. Toeristen op doorreis dan weer gaan liever niet van de autosnelweg af om enkele euro’s te besparen.
Midden september zakte de dieselprijs tot zijn laagste niveau in 3 jaar
Naam:
Adres:
Telefoon:
BTW-nummer:
Gelieve contact op te nemen met de Federatie wanneer u een groter zoekertje wil plaatsen.
Mijn zoekertje kost EUR
Ik ben aangesloten bij Brafco: ❏ Ja ❏ Neen
Mijn zoekertje moet verschijnen in een kader, ik betaal een supplement van 7,44 EUR zonder BTW.
Ik ben niet aangesloten bij Brafco, ik betaal een supplement van 50 % = x 1,50 =
Mijn zoekertje moet ...................maal verschijnen. Ik betaal x EUR = supplement voor kadertje = 7,44 EUR
=
=
Gelieve uw zoekertje op te sturen naar de Federatie:
Opgelet: uw zoekertje verschijnt pas nadat u betaald hebt!
U kan het verschuldigde bedrag storten op het nummer BE08 3101 0305 5213. Na het verschijnen van het zoekertje ontvangt u een factuur.
Om zoekertjes te laten verschijnen in de volgende editie van Brandstoffen (november-december 2024), kan u het formulier gebruiken dat u hiernaast vindt.
Graaddagen
Wij helpen jouw klanten met het betalen van hun energierekening
→ ONTDEK ONZE WEBSITE
mét simulatiemodule, brandstofprijzen en getuigenissen.
Meer info: www.verwarmingsfonds.be
→ FOLDERS
Bestel jouw exemplaren via onze website.
P.S.: Vergeet niet om ook de syndici van appartementsgebouwen te informeren.
We hebben allemaal recht op een warme thuis, toch?
Vergelijking van de laatste drie mobiele jaren met de norm* (graaddagen 15/15, station Ukkel)
* De norm is het gemiddelde van de graaddagen berekend in Ukkel tussen 1833 en 1979
Maand Normaal jaar
▶ Verkoop nieuwe & tweedehandse ADR voertuigen
▶ Aankoop en overname van uw ADR tankwagen voor internationale export
▶ 25 jaar ervaring in aankoopadvies en technische ondersteuning