Jaarverslag 2023 - juni 2024

Page 1

BELGISCHE FEDERATIE DER

BRANDSTOFFENHANDELAARS

JUNI 2024
JAARVERSLAG 2023
V.U. Johan Mattart, BRAFCO, Léon Lepagestraat 4, B-1000 Brussel

BLAUWE DIESEL HAS

Comfort Energy, de nummer één onafhankelijke distributeur van vloeibare brandstoffen in België, introduceert met trots Blauwe Diesel. Een duurzamere vloeibare brandstof die bestaat uit een combinatie van hoogwaardige diesel en HVO.

Met de lancering van dit nieuwe concept banen we de weg voor een meer duurzame toekomst, niet alleen voor ons netwerk van meer dan 70 partners, maar voor iedereen.

Als partner geniet je van exclusieve toegang tot deze revolutionaire brandstof, positioneer je je bedrijf aan de voorhoede van duurzame innovatie en groei je mee met onze kennis en toekomstige duurzamere initiatieven.

Voor jouw klanten biedt Blauwe Diesel de kans om stapsgewijs en op hun eigen tempo te verduurzamen, dankzij de varianten van 10, 20, 30, 40 of 100% HVO, wat leidt tot zelfs 90% CO2reductie ten opzichte van fossiele brandstoffen. Het is direct beschikbaar en kan gebruikt worden zonder aanpassingen aan hun infrastructuur.

We nodigen distributeurs uit, die onze toewijding aan uitstekende klantenservice en een duurzame toekomst delen, om zich aan te sluiten bij deze blauwe revolutie.

Samen creëren we de energie voor een krachtige toekomst voor onze klanten!

Lambert I CEO
Walter Vankerckhoven I CSO
74 40 07
Tom
+32 477 94 83 68 tom.lambert@comfortenergygroup.com
+32 479
walter.vankerckhoven@comfortenergygroup.com
www.comfortenergy.be ZET DE EERSTE STAP EN CONTACTEER ONS VANDAAG NOG:
ARRIVED!

Ben je eigenaar van een tankstation op een toplocatie? Heb je nog geen EV-laadstation? Sparki plaatst ultrasnelle laadstations van 300 kW en meer. Word locatiepartner van Sparki. Je krijgt huurinkomsten en je deelt in de winst.

Ontdek de voordelen op www.sparki.be/locatiepartners

jouw tankstation
Is
klaar voor de toekomst?
078 486 777 hello@sparki.be

COLOFON

VU Johan Mattart, Algemeen Directeur van de Belgische Federatie der brandstoffenhandelaars v.z.w

Léon Lepagestraat 4, 1000 Brussel info@brafco.be www.brafco.be

LAYOUT

Bold & pepper n.v. ‘t Hofveld 6C4 1702 Groot-Bijgaarden 02 325 64 64 www.boldandpepper.be

FOTO’S:

AdobeStock, Brafco, Daniel Dumont, Groep De Wit, Neste. Cover: AdobeStock-scharfsinn86 'Biofuel filling nozzle with storage tank'

PUBLICITEITSREGIE

Bold & pepper nv rik@boldandpepper.be 0477 30 21 32

De redactie is niet verantwoordelijk voor publireportages.

INHOUD 5 BOODSCHAP VAN DE VOORZITTER 6 ACTIVITEITENVERSLAG 8 BESTUUR VAN DE FEDERATIE 9 ORGANIGRAM VAN DE FEDERATIE 10 COMMISSIES VAN DE FEDERATIE 12 GASOLIE-VERWARMING 14 MOTORBRANDSTOFFEN 16 BUTAAN-PROPAAN 18 OLIE EN SMEERMIDDELEN 20 VASTE BRANDSTOFFEN 22 ACCIJNZEN 24 VEILIGHEIDSVOORRADEN AARDOLIE 26 MILIEU 28 BUNKERING 30 TRANSPORT 32 EUROPA 35 SOCIALE ZAKEN 38 DIENSTEN 39 PUBLICATIES & COMMUNICATIE
BRAFCO 4 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen

HERNIEUWING VAN DE POLITIEKE VERTEGENWOORDIGING

Zo snel mogelijk het overleg hervatten

Met vertrouwen zien we de vorming van de nieuwe federale en gewestregeringen tegemoet na de verkiezingen van 9 juni. We willen daarbij zo snel mogelijk de dialoog tussen onze Federatie en de nieuwe ministers hervatten, met name met diegenen die bevoegd worden voor Energie. Ongeacht hoe die meerderheid er zal uitzien.

Want hoeveel tijd hebben we intussen al verloren?! Een hele legislatuur! Vijf jaar van non-dialoog en onze sector met de vinger wijzen. Tijdens de COVID-19-pandemie werden we nog een sector genoemd “die noodzakelijk is voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie”, om vervolgens bestempeld te worden als “oude krokodillen”. En onlangs nog werd ons dan toch weer gevraagd om een noodprotocol op te stellen voor de distributie van petroleumproducten naar prioritaire diensten en gebruikers in geval van schaarste. Begrijpe wie kan. On ne tue bien que ce qu’on aime…

Tot slot kunnen we er met ons verstand niet bij dat de vorige minister van Energie haar hele mandaat lang niet heeft willen inzien dat er een wettelijk kader moet komen voor de commercialisering van R33, dat op het vlak van emissiereductie nochtans een geloofwaardig alternatief is, ook voor de huidige gebruikers van gasolie-verwarming wiens woning omwille van technische of economische redenen niet kan worden uitgerust met een warmtepomp.

Maar ondanks de belangrijke vooruitgang die we hebben geboekt en die we in dit activiteitenverslag in detail toelichten, moeten we ook vaststellen dat bepaalde van onze vragen tijdens de vorige legislatuur dode letter zijn gebleven.

Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan het uitblijven van exploitatievoorwaarden voor stookolietanks van minder dan 3000 liter in het Waalse Gewest en van een structurele financiering – een vraag van de sectororganisaties – van het bodemsaneringsfonds Promaz.

De overheden blijven overigens voet bij stuk houden en ons weghouden van de onderhandelingstafel over de Programmaovereenkomst. Het feit dat we worden uitgesloten van die onderhandelingen leidt rechtstreeks tot praktijken die de economische leefbaarheid van onze bedrijven hypothekeren. Denk aan de aanslag op de distributiemarge van brandstoffenhandelaars begin 2023 door petroleummaatschappijen, die eerder een overwinstbelasting kregen aangesmeerd die echter niet mocht worden doorgerekend in de keten. Diezelfde uitsluiting verklaart ook de vertraging waarmee het addendum XXI bij de Programmaovereenkomst werd goedgekeurd, waarin de formule voor de berekening van de officiële maximumprijs voor gasolie-verwarming 10 ppm werd vastgelegd, terwijl de leveranciers van de sector dat product wel al tegen een hogere prijs factureerden zonder dat de brandstoffenhandelaars die meerprijs konden doorrekenen aan hun klanten.

Intussen lijken er hier en daar dan toch twijfels te rijzen. Dossiers die tot nu toe op een muur van dogma’s botsten, worden nu geconfronteerd met de socio-economische realiteit. Bewijs daarvoor is onder meer de deur die – op Europees niveau – op een kier wordt gehouden voor de verkoop van verbrandingsmotors na 2035, op voorwaarde dat ze gebruikmaken van synthetische brandstoffen. Of het feit dat bepaalde autoconstructeurs een stapje terugzetten en – nadat ze eerst luidkeels hadden aangekondigd om voluit voor elektrisch te gaan – toch weer modellen met verbrandingsmotor gaan bouwen omdat de verkoop van hun elektrische modellen daalt, gewoon omdat die momenteel nog veel te duur zijn voor de gewone man en vrouw in de straat en omdat ze moeten opboksen tegen Chinese merken. En dan is er nog de bocht van 180 graden die Wallonië maakt bij de invoering van een grote lage-emissiezone over het hele Waalse grondgebied. Tot slot gaven ook enkele politici waarmee we praatten ter gelegenheid van de presentatie van ons memorandum, te kennen dat ze zich vragen stellen bij de deadlines voor de inwerkingtreding van de regels inzake de energieprestatie van gebouwen.

Onze criticasters mogen ons dan wel beschuldigen van tijdrekken of achterhoede protectionisme als het gaat om fossiele brandstoffen, maar wij staan wel degelijk volledig achter de energietransitie en werken er actief aan mee. We pleiten er enkel voor dat de voor Energie bevoegde politici rekening houden met álle oplossingen die het mogelijk maken de klimaatdoelstellingen te realiseren en daarbij het principe van technologische neutraliteit respecteren. Wij zijn een deel van de oplossing en wij willen zo snel mogelijk een constructieve dialoog opstarten met de overheden, waarbij pragmatiek en het algemene belang moeten primeren.

BOODSCHAP VAN DE VOORZITTER
5 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen

Na de energiecrisis van 2022 diende het jaar 2023 zich voor menig brandstoffenhandelaar allerminst rooskleurig aan. De stijging van de loonkost met bijna 11% en de als “hold-up” ervaren aanslag op de distributiemarge van verdelers voorspelden weinig goeds. Met het op verscheidene beleidsniveaus ontradend beleid ten aanzien van fossiele brandstoffen, beloofde 2023 ook voor de Federatie andermaal een jaar vol uitdagingen te worden.

DISTRIBUTIEMARGE VERDELERS

Niettegenstaande de wet van 16 december 2022 tot vaststelling van een tijdelijke solidariteitsbijdrage van de oliesector stipuleert dat deze bijdrage op geen enkele wijze aan andere ondernemingen of aan de eindgebruiker mag worden aangerekend, waarschuwde de Federatie er de regering onmiddellijk voor dat de naleving van deze restrictie in de praktijk niet te controleren valt, temeer daar er geen afzonderlijke distributiemarge is voor invoerders, groothandelaars en wederverkopers. De Federatie vreesde dan ook dat deze laatsten finaal het gelag zouden betalen voor de verwarmingstoelage die in 2022 werd toegekend om de energiefactuur van de gezinnen te verlichten.

Toeval of niet, feit is dat de depotkosten en toeslagen die brandstoffenhandelaars door hun leveranciers worden aangerekend, sinds begin 2023 over het algemeen veel sterker zijn gestegen dan de indexatie van de distributiemarges, waardoor de laatste schakels in de keten, zijnde de honderden kleine familiale ondernemingen die instaan voor de levering aan de eindgebruiker, hun marge grotendeels zagen geconfisqueerd. Voor de Federatie is het onaanvaardbaar dat zij zich tevreden moeten stellen met wat overblijft van de marge nadat de operatoren hoger in de keten zich bediend hebben.

De Federatie heeft dan ook bij de minister van Economie er op aangedrongen om, zolang de Programmaovereenkomst overeind blijft, een gewaarborgd deel van de distributiemarge te reserveren voor de verdelers en de Federatie rechtstreeks te betrekken bij de onderhandelingen over alle materies in de Programmaovereenkomst die haar leden aanbelangen. Het uitblijven van een positieve reactie op deze verzoeken heeft de Federatie er toe aangezet in haar memorandum andermaal te pleiten voor de afschaffing van deze gedateerde overeenkomst en het daarmee gepaard gaand systeem van maximumprijzen.

ENERGIETRANSITIE

In het kader van het “Fit for 55”- pakket, dat de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 55% beoogt te verminderen, werden het afgelopen jaar op verscheidene beleidsniveaus maatregelen genomen die een aanzienlijke impact hebben op de sector. Naar het voorbeeld van Vlaanderen, waar de plaatsing of vervanging van een stookolieketel sedert 2022 verboden is, en Brussel, waar een soortgelijke maatregel op 1 juni 2025 ingaat, heeft het Waals Gewest in maart 2023 zijn “Plan Air Climat Energie 2030” (PACE) bijgestuurd. Vanaf 1 maart 2025 zou de plaatsing van stooktoestellen op mazout of steenkool er in nieuwbouwwoningen worden verboden. Voor bestaande gebouwen waarin een oude installatie wordt vervangen, zou het verbod ingaan uiterlijk op 1 januari 2026. Wel is voorzien dat uitzonderingen kunnen worden toegestaan in geval van zogenaamd “vastgestelde technisch-economische onmogelijkheden”. Deze verboden werden evenwel nog niet wettelijk vastgelegd. Het komt de nieuwe Waalse regering toe hierover een beslissing te nemen.

Samen met andere sectororganisaties heeft de Federatie steeds gepleit voor een technologie neutrale aanpak van de klimaatproblematiek. Elke

technologie die kan bijdragen tot de vermindering van de CO2-uitstoot, moet een eerlijke kans krijgen. Door een ‘technologieban’ in te voeren voor stookinstallaties gevoed met vloeibare brandstoffen, wordt niet enkel de burger in zijn keuzevrijheid beperkt en op nodeloze kosten gejaagd, maar wordt tevens het gebruik van hernieuwbare, duurzame brandstoffen in deze verwarmingstoestellen door de gewesten de facto onmogelijk gemaakt.

Op het federale beleidsniveau is het niet beter. Op de meer dan eens herhaalde vraag van de Federatie om, via een aanpassing van het KB van 3 juli 2018, het wettelijk kader te voorzien voor het op de markt brengen van het brandstofmengsel R33, bleef het maandenlang stil. Deze vloeibare brandstof, bestaande uit 67% gasolie, 26% HVO en 7% FAME, kan zonder aanpassing in bestaande stookolieketels worden gebruikt en laat toe de CO2-emissies met een derde –of 2,4 miljoen ton CO2-equivalent per jaar – te verminderen. In plaats van deze klimaatvriendelijke oplossing te omarmen, bereidde de minister van Energie een ontwerp van KB voor dat precies het tegenovergestelde van hetgeen de Federatie vroeg, beoogt. Concreet wil de minister vermijden dat in gasolie bestemd voor verwarming biobrandstoffen (zelfs indien geproduceerd uit afvalstromen) worden bijgemengd. Hiermee wordt de mazoutverdeler in België nota bene de mogelijkheid ontnomen de klant duurzamere brandstoffen aan te bieden, wat onbegrijpelijk en onverantwoord is. Biobrandstoffen die in aanmerking komen om de doelstellingen van de Europese richtlijn 2018/2001 ter bevordering van het van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen (RED II) te halen, moeten ook worden toegelaten om gasolie-verwarming te verduurzamen. Dit is ook het standpunt van de Hoge Raad voor Zelfstandigen en KMO, die intussen een negatief advies over het ontwerp KB heeft uitgebracht.

Inzake motorbrandstoffen heeft de Federatie, samen met Energia, de omzetting van de RED II-richtlijn van nabij opgevolgd. Dit resulteerde in de wet van 31 juli 2023 die sedert 1 januari 2024 van kracht is en o.m. voorziet in een “register voor hernieuwbare energie in transport”. Het gebruik van dit onlineregister, dat de biobalans vervangt, is verplicht voor ondernemingen die vloeibare of gasvormige motorbrandstoffen tot verbruik uitslaan. Exploitanten van laadpalen kunnen het register ook gebruiken om energieeenheden te registreren en deze te verhandelen aan ondernemingen die deze kunnen aanwenden om aan hun bijmengverplichting te voldoen.

FISCALITEIT

Minder positief is het uitblijven van een fiscale stimulus voor koolstofarme motorbrandstoffen. Het is onbegrijpelijk dat HVO, die tot 90% minder CO2

6 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen ACTIVITEITENVERSLAG

uitstoot en geen technische aanpassing van de dieselmotor vergt, nog steeds aan hetzelfde accijnstarief onderworpen is als conventionele diesel, waardoor de meerprijs voor de burger nog te hoog is en de vraag er naar zeer beperkt blijft.

De maatregelen die de federale regering in 2022 had genomen om de energiefactuur van de gezinnen te verlagen, bleven van kracht tot 31 maart 2023. Zo konden gezinnen die hun hoofdverblijfplaats verwarmen met huisbrandolie of propaangas in bulk genieten van een eenmalige verwarmingstoelage van 300 euro, voor zover de levering plaatsvond tussen 15 november 2021 en 31 maart 2023. Gezinnen die zich met aardgas of elektriciteit verwarmen, konden op hun beurt genieten van een verlaagd btw-tarief van 6%, wat op petroleumproducten niet is toegestaan. Naar aanleiding van de beslissing van de regering om dit verlaagd btw-tarief ook na 31 maart 2023 verder toe te passen, wees de Federatie op een mogelijke discriminatie ten aanzien van gezinnen die niet van deze maatregel kunnen genieten omdat ze hun woning met een andere energie verwarmen.

Om de permanente btw-verlaging te compenseren, werd een hervorming van de accijnzen op 1 april 2023 doorgevoerd. Zo werd een nieuw accijnstarief ingevoerd voor de verschillende verbruiksschijven voor de residentiële contracten. Voor aardgas gaat het om een accijnsverhoging met 7,69 euro per MWh (tot 8,23 euro per MWh). Daarnaast werd een nieuwe verbruiksschijf ingevoerd voor de niet-zakelijke gebruikers met daarbij een “basispakket” aan elektriciteit en aardgas van respectievelijk 3 en 12 MWh. Tenslotte werd ook een cliquetsysteem ingevoerd, waarbij het de bedoeling is om de “btw-winst” die zou volgen uit schommelingen van de marktprijzen te compenseren via de accijnzen. Dit cliquetsysteem heeft enkel uitwerking voor het basispakket elektriciteit en aardgas.

VLAREMTREIN

Naar aanleiding van de openbare raadpleging over een reeks voorstellen tot wijziging van de Vlaremvoorschriften inzake stookolietanks, en de hierop door de Federatie geformuleerde opmerkingen, vond begin 2023 een overleg plaats met het Departement Omgeving van de Vlaamse overheid. Ondanks de bezwaren van de Federatie blijft de uitfasering van het fluitje als overvulbeveiliging overeind. Wel werd een ruimere overgangstermijn voorzien: voor de ‘ingedeelde’ opslaginstallaties moet het fluitje tegen 31 december 2027 worden vervangen door een sonde; voor particuliere stookolietanks (< 6.000 l.) moet dit gebeuren tegen uiterlijk 31 december 2035.

Nog ingrijpender is de invoering van de verplichting dat de vuloperatie dient te gebeuren “onder het toezicht van de persoon, rechtspersoon of zijn aangestelde die instaat voor het gebruik of het in stand houden van de houder”. Gezien de impact van deze maatregel op de arbeidsorganisatie in de sector, had de Federatie ook hiertegen bewaar aangetekend. Ofschoon de verplichting niet geschrapt werd, wordt in het Verslag aan de Vlaamse regering verduidelijkt dat “de aangestelde ook de brandstofleverancier kan zijn, als beide partijen dit overeenkomen. In dat geval moeten het leveringsdebiet en de nodige voorzorgsmaatregelen op voorhand afgesproken worden”

Van de voorgenomen herinvoering van een periodieke controle op bovengrondse particuliere stookolietanks is in het Besluit dat de Vlaamse regering op 8 december 2023 heeft goedgekeurd, niet langer sprake. Wel werden de conclusies van de BBT-studie m.b.t. de inkuiping en vloeistofdichte pistes via datzelfde Besluit in regelgeving omgezet.

PC 127

Op sociaal vlak was 2023 een mijlpaal voor de Instelling voor Bedrijfspensioenvoorziening voor de Handel in Brandstoffen, die 20 jaar eerder als een van de allereerste sectorale pensioenfondsen voor arbeiders werd opgericht. Het oorspronkelijk solidariteitsluik, dat op 31 december 2022 werd stopgezet, werd op 1 april 2023 vervangen door een nieuw solidariteitsluik. Hierdoor worden ook tijdens periodes van tijdelijke werkloosheid om economische redenen en periodes van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte pensioenrechten opgebouwd voor de betrokken arbeiders in de sector.

Na maandenlang onderhandelen sloten de sociale partners in het Paritair Comité voor de Handel in Brandstoffen (PC 127) op 14 november 2023 een protocolakkoord dat de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 20232024 vastlegt. Naast de verlenging van diverse cao’s en een aanpassing van de werkgeversbijdrage voor het woon-werkverkeer, voorziet het protocolakkoord in de toekenning van een koopkrachtpremie.

Om de instroom van werknemers in de sector te bevorderen werden door het Sociaal Fonds diverse acties ondernomen in het kader van de sectorconvenant 2023. Ook werd een nieuwe mobiele opleidingsunit in gebruik genomen om werkzoekenden de voorgeschreven laad- en losoperaties aan te leren.

OOK OP ANDERE FRONTEN ACTIEF

Naast de hierboven opgesomde dossiers, behartigt de Federatie de belangen van de sector in tal van andere domeinen. Zo neemt zij actief deel aan de werkzaamheden van diverse organisaties, verenigingen en instellingen, zoals de Hoge Raad voor Zelfstandigen en KMO, het strategisch voorraadagentschap Aseva, de Operator voor Normalisatie van Petroleumproducten (ONP), de Europese koepelorganisaties ECFD en UPEI, de bodemsaneringsfondsen Promaz en Bofas, het Sociaal Verwarmingsfonds, het Fonds voor de Analyse van de Kwaliteit van Petroleumproducten (Fapetro), in4fuels, ... enz. De Federatie streeft er in haar contacten met deze instanties en met de bevoegde politieke en administratieve overheden, zowel op Europees als op federaal en regionaal vlak, naar om via haar kennis en expertise op constructieve wijze de belangen van haar leden te behartigen en te verdedigen.

Met de energietransitie die volop in beweging is, staat de sector voor ongeziene uitdagingen. Om hierop in te spelen, werd de ‘Task Force Energy Transformation’ opgericht, die in oktober 2023 van start is gegaan. Met dit initiatief wenst de Federatie een ambitieuze doelstelling na te streven, met name de onafhankelijke energiedistributie transformeren tot een toekomstgericht beroep. Dit impliceert dat de Federatie haar actieterrein moet uitbreiden naar andere energieën, waarvoor ze een kenniscentrum dient uit te bouwen, zodat ze ook in deze domeinen de belangen van de betrokken leden op een geloofwaardige wijze kan behartigen en verdedigen.

Om deze nieuwe, naast de haar eerder toevertrouwde, opdrachten te realiseren kan de Federatie rekenen op een gemotiveerd team medewerkers. Wij zijn elk van hen, alsook de leden van het bestuursorgaan en de ondernemers die in commissies van de Federatie actief zijn, dankbaar voor hun inzet en toewijding.

7 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen ACTIVITEITENVERSLAG

BESTUUR VAN DE FEDERATIE

(Situatie op 30.04.2024)

RAAD VAN BESTUUR

Voorzitter

① Etienne RIGO

Ondervoorzitter

② Roel KEERSMAEKERS

Bestuurders

③ Johan DELEU

④ Yves FRANCOIS

⑤ Christian JACQUET

⑥ Robert PIERRARD

⑦ Koen ROOSE

⑧ Charlotte TAHON

⑨ Christian WARIN

Waarnemers

⑩ Tom LAMBERT

⑪ Nico STANDAERT

Algemeen Directeur

Johan MATTART

Penningmeester

Koen ROOSE

Verificateurs voor de rekeningen

Jan DAUW

Fons LAMBAERTS

8 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen ② ⑥ ⑦ ⑧ ⑪ ① ③ ④ ⑤ ⑩

Algemene Vergadering

Raad van Bestuur

Voorzitter: Etienne Rigo

TAAKVERDELING BINNEN DE FEDERATIE

Administratie en secretariaat

Ann De Knibber ann.deknibber@brafco.be

Publicaties en Communicatie

Communicatieadviseur: Vincent Orts vincent.orts@brafco.be

Administratie en secretariaat

Naziha Boulben Fellah naziha.boulben@brafco.be

Sociale Zaken

Sociaal Fonds

Opleiding chauffeurs

Directeur Sociaal Fonds/ Sociaal Adviseur Brafco: Lisa Van Eenhooge Lisa.VanEenhooge@fonds127.be

Verantwoordelijke dagelijks bestuur

Algemeen Directeur: Johan Mattart johan.mattart@brafco.be

Sectorconvenant

Sectorconsulente: Anne Gabriëls anne.gabriels@fonds127.be

Technische zaken en Leefmilieu

Adviseur Energie & Milieu: Emmanuel Cécille emmanuel.cecille@brafco.be

9 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen
VAN
FEDERATIE
ORGANIGRAM
DE
Van links naar rechts: Anne Gabriëls, Emmanuel Cécille, Lisa Van Eenhooge, Vincent Orts, Johan Mattart, Ann De Knibber en Naziha Boulben Fellah.

COMMISSIES VAN DE FEDERATIE

(Situatie op 30.04.2024)

COMMISSIE INVOERDERS - ERKEND ENTREPOTHOUDERS

Johan Deleu (Voorzitter) VARO ENERGY

Firma/Groep

Luc Bouts BOUTS

Emmanuel De Corte DATS 24

Geert De Herdt

BELGIAN TRADING AND BUNKERING

Peter De Wit DE WIT BUNKERING

Filip Engelen

Julie Fournier

BELGOMAZOUT

FOURNIER CAVOS

Kristof Gabriëls GABRIELS

Ann Gillis

Philip Goedkoop

Emre Gostek

Jean-Pierre Hurkmans

BELGOMAZOUT

NORTHSTAR BUNKER

BRUNO MAZOUT

GILOPS GROUP

Tom Lambert COMFORT ENERGY

Frédéric Loverix

GILOPS GROUP

Bram Timmermans COMFORT ENERGY

Hans Van Dam MAES

Peter Van Raak VAN RAAK

Luc Van Roey DATS 24

Ken Verbraeken

COMMISSIE MOTORBRANDSTOFFEN

Eric Canon

Johan Deleu

NORTHSTAR BUNKER

COMMISSIE VASTE BRANDSTOFFEN

Bernard Ory (Voorzitter) JOASSIN

Firma/Groep

COMFORT ENERGY

VARO ENERGY

Eddy Devolder G&V ENERGY GROUP

Emmanuel De Corte DATS 24

Ignace Gabriëls GABRIELS

Ann Gillis

Firma/Groep

Michel Debève LIEGEOIS-ALLARY

Etienne Demulier DEMULIER

Claude Detandt DETHYE

Dirk Logghe LOGGHE

Jocelyne Mouchart MOUCHART

COMMISSIE SOCIALE ZAKEN

Christian Warin (Voorzitter) WARIN

Firma/Groep

Luc Bouts BOUTS

Frédéric Derumeaux VERVAEKE

Kristof Gabriëls GABRIELS

Ann Gillis BELGOMAZOUT

Etienne Rigo OCTA+

Ingeborg Symons MULTIGAS

Rudy Wille SCHENK

BELGOMAZOUT

Frédéric Loverix GILOPS GROUP

Joris Mertsveld MAES

Kelly Oste MAES

Steven Vanherpe

TANKTERMINAL

Luc Van Roey DATS 24

10 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen

COMMISSIE VLOEIBARE BRANDSTOFFEN

Charlotte Tahon (Voorzitter) TAHON

Firma/Groep

Etienne Botton BOTTON

Luc Bouts BOUTS

Benoit Briers GILOPS GROUP

Eric Canon COMFORT ENERGY

Vincent Declerck OCTA+

Johan Deleu VARO ENERGY

Ignace Gabriëls GABRIELS

Jocelyne Mouchart MOUCHART

Robert Pierrard PIERRARD

Xavier Rigo OCTA+

Nico Standaert PROXIFUEL

Hans Van Dam MAES

COMMISSIE SMEERMIDDELEN

Frédéric Dejace (Voorzitter) PROLUB

Firma/Groep

Stefaan Gabriëls GABRIELS

COMMISSIE GAS

Firma/Groep

Stijn De Jans DE JANS

Etienne Demulier DEMULIER

Greta Desmet MACOGAS

Eric Dumon DVH LOGISTICS

Jean-Yves Henrotte HENROTTE

Laurence Moreels PROGALYS

Dirk Seminck SEMINCK GAS

Ingeborg Symons MULTIGAS

Jan Van Lindt PRACTIGAS

COMMISSIE BUNKERING

Firma/Groep

Bart Bastiaenssen PENINSULA PETROLEUM ARA

Geert De Herdt BELGIAN TRADING AND BUNKERING

Peter De Wit DE WIT BUNKERING

Philip Goedkoop NORTHSTAR BUNKER

Wim Jochems MINERVA NEW

Koen Roose ROOSE

Ken Verbraeken NORTHSTAR BUNKER

REDACTIECOMITÉ

Emmanuel Cécille

Anne Gabriëls

Vincent Orts

Lisa Van Eenhooge

Johan Mattart (Voorzitter)

11 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen
VAN DE FEDERATIE
COMMISSIES

MARKT

Vorig jaar bedroeg de gemiddelde temperatuur 12,1°C, wat 2023 het op twee na warmste jaar sinds de start van de waarnemingen in 1833 maakt, met een verschil van amper 0,1°C ten opzichte van het record van 2022 en 2020 (12,2°C). De verkoop van gasolie-verwarming daalde in 2023 met 6,05% (of 193.700 metrische ton) ten opzichte van 2022. Begin 2023 lag het prijsniveau voor gasolie-verwarming erg hoog, met een gemiddelde van € 1,0482/liter incl. btw in januari. Na een daling in de loop van het tweede kwartaal gingen de mazoutprijzen in het derde kwartaal opnieuw de hoogte in om zich vervolgens te stabiliseren rond de lat van 1 euro per liter. Ondanks een korte stijging van de petroleumprijzen na de aanvallen van Hamas tegen Israël op 7 oktober en de prijsstijgingen voor een vat ruwe olie ten gevolge van de productiebeperkingen van Saoedi-Arabië en Rusland, bleven de prijzen toch relatief stabiel dankzij o.m. een verhoogde uitvoer van ruwe olie door de Verenigde Staten. De stijging van de mazoutprijzen vanaf oktober had gezien het vochtige regenweer in oktober en november geen effect op de verkoop in België. Van januari tot oktober lagen de mazoutprijzen onder die voor aardgas. Op 1 januari 2023 kostte aardgas zelfs dubbel zoveel als mazout.

Begin 2023 wees de Federatie de overheid erop dat de reële distributiemarges van de handelaars aanzienlijk was gedaald doordat petroleummaatschappijen zich een groter deel van de beschikbare marge toe-eigenden. Niet toevallig werd eind 2022 een overwinstbelasting opgelegd aan deze operatoren hoger in de distributieketen. De Federatie had, bij de invoering van de overwinstbelasting, de overheid gewezen op het gevaar dat de laatste schakel in de keten finaal die overwinstbelasting zou moeten ophoesten, niettegenstaande de heffing niet mocht worden doorgerekend in de keten. En die marge werd begin maart 2024 nog verder uitgehold doordat een aantal maatschappijen vroeger dan verwacht de duurdere gasolie-verwarming met maximum 10 ppm zwavel op de markt brachten, nog vóór de formule voor de berekening van de maximumprijs voor deze laagzwavelige gasolie-verwarming via een avenant bij de Programmaovereenkomst werd vastgelegd. Brandstoffenhandelaars moesten het product dus tegen een hogere prijs aankopen, maar konden deze meerprijs niet doorrekenen aan de klant.

PROMOTIE VAN KOOLSTOFARME

VLOEIBARE BRANDSTOFFEN

Na bijna een halve eeuw trouwe dienst aan mazoutgebruikers, brandstofverdelers en -producenten is Informazout definitief de weg van de energietransitie ingeslagen en heet voortaan “in4fuels”. In die nieuwe hoedanigheid wil de organisatie consumenten die verwarmen met vloeibare brandstoffen, waaronder ook duurzame vloeibare brandstoffen, informeren over alle mogelijke aspecten die met deze vorm van verwarming gepaard kunnen gaan, en anderzijds de CO2-reductiecapaciteit van vloeibare brandstoffen voor verwarming en van de stookinstallaties waarin deze worden aangewend, samen met de andere voordelen van vloeibare brandstoffen onder de aandacht te brengen van zowel de consumenten als de bevoegde politieke en administratieve overheden. Brandstoffenverdelers die lid zijn (worden) van in4fuels kunnen gebruik maken van een platform voor het delen van kennis en best practices op het gebied van (koolstofarme) vloeibare brandstoffen en hybride verwarmingssystemen. Ze krijgen toegang tot marktonderzoeken en onderzoeksprojecten door in4fuels en de Europese koepelorganisatie Eurofuel.

Meermaals drong de Federatie er in de loop van 2023 bij de overheid op aan dat het vereiste wettelijk kader zou worden gecreëerd – via een wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 2018 betreffende de benamingen en de kenmerken van de gasolie bestemd voor verwarming – zodat R33 op de markt kan worden gebracht als verwarmingsbrandstof. R33 bestaat voor een derde uit hernieuwbare bestanddelen, waaronder 26% HVO en 7% FAME. In België zouden bijna 1,5 miljoen huishoudens R33 kunnen gebruiken, wat een potentiële vermindering van 2,4 miljoen ton CO2-equivalent per jaar betekent (gebaseerd op een gemiddeld jaarverbruik van 2.000 liter per huishouden).

SOCIAAL VERWARMINGSFONDS

Na het energiecrisisjaar 2022, waarin de overheid een aantal bijzondere maatregelen nam om ervoor te zorgen dat gezinnen hun verwarmingskosten konden blijven betalen, werden de meeste van deze uitzonderingsmaatregelen in 2023 afgebouwd. Voor het Sociaal Verwarmingsfonds werden de crisismaatregelen in 2023 één keer verlengd, met een verhoogde toelage gedurende het eerste kwartaal en een tijdelijke verhoging van het volume brandstof waarvoor een tussenkomst bij het Verwarmingsfonds kon worden aangevraagd (van 1500 tot 2000 liter tot eind 2023).

In 2023 hebben 71.339 huishoudens een toelage van het Sociaal Verwarmingsfonds gekregen. Dat is een daling met zo’n 12%. In 96,4% van de gevallen gaat het om bulkleveringen van gasolie-verwarming. Die evolutie is vooral toe te schrijven aan een daling van het aantal huishoudens dat een volumetoelage heeft aangevraagd. Die daling is minder uitgesproken bij huishoudens die een forfaitaire toelage aanvroegen. De regionale verdeling van de toegekende toelagen is als volgt: 57% van de toelagen werd toegekend aan huishoudens in Wallonië, 42,7% in Vlaanderen en een erg beperkt aantal (0,3%) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

12 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen GASOLIE-VERWARMING

Verbruik van gasolie-verwarming (inclusief gasolie-diesel, voorheen ‘gasolie extra’ genoemd) van 2014 tot 2023 (in miljoen metrische ton)

*Voorlopige cijfers

Evolutie van de officiële maximumprijs van gasolie-verwarming (50 ppm S)* en gasoliediesel (extra) aangewend voor verwarmingsdoeleinden in 2023 en 2024 (maandgemiddelden, voor leveringen vanaf 2000 liter, in EUR/liter, incl. btw)

Gasolie-diesel (extra)

Gasolie-verwarming

Gasolie-diesel (extra) Gasolie-verwarming

*Sinds 1 april 2024 wordt enkel nog gasolie-verwarming 10 PPM S (in plaats van 50 PPM S) op de markt gebracht. - Bron: Brafco

Evolutie van de gemiddelde officiële maximumprijs van gasolie-verwarming (50 ppm S)* en gasolie-diesel (extra) van 2009 tot 2023 (voor leveringen vanaf 2000 liter in EUR/liter, incl. btw)

Gasolie-diesel (extra)

Gasolie- verwarming

*Sinds 1 april 2024 wordt enkel nog gasolie-verwarming 10 PPM S (in plaats van 50 PPM S) op de markt gebracht. - Bron: Brafco

Evolutie van de graaddagen (15/15) in Ukkel

13 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen GASOLIE-VERWARMING
Bron: Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie; Algemene Directie Energie.
1300 1400 1500 1600 1700 1800 1900 2000 2100 2200 2300 2400 2500 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2018 2019 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2020 2021 2022 2023
2021 68,62% 31,38% 3,41 3,20 3,55 4,08 3,66 3,68 3,58 3,47 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 4,5 4,0 3,5 3,0 2.5 2021 2022 2023 3,61 3,01*
2009 2011 2012 2010 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 1,25 1,15 1,05 0,95 0,85 0,75 0,65 0,55 0,45 2021 2022 2023 2020 28,53% 71,47% 2023 39,54% 60,46% 2022 39,63% 60,37% 2019 70,89% 29,11% 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 Jan 2023 Feb 2023 Maart 2023 April 2023 Mei 2023 Juni 2023 Juli 2023 Aug 2023 Sept 2023 Okt 2023 Nov 2023 Dec 2023 Jan 2024 Feb 2024 Maart 2024 April 2024

MARKT

In 2023 bleven de volumes benzine toenemen (+8,87%) terwijl die van diesel er licht op achteruit gingen (-0,70%). De brandstofprijzen, die in 2022 nog recordhoogtes haalden, bleven in 2023 stabiel. Statbel rapporteert in 2023 een daling van de prijs voor benzine 95 E10 met 3,5% en een daling van de dieselprijs met 7,8% ten opzichte van 2022. Die relatieve stabiliteit is te verklaren door de daling van de prijs voor ruwe aardolie (Brent), die in 2023 gemiddeld 83 dollar per vat bedroeg, tegenover 101 dollar in 2022. Door de oorlog in Oekraïne en het conflict tussen Israël en Hamas hadden maar weinig analisten daarop durven te hopen.

Wat de verkoop van voertuigen betreft, verloopt de elektrificatie van de markt nog sneller en dat gaat ten koste van de traditionele verbrandingsmotor. Diesel is, wat de inschrijving van nieuwe wagens betreft, nu onder de symbolische grens van 10% marktaandeel gedoken. Benzine heeft, met 42,1% nog het een vrij significant marktaandeel, maar moet het wel afleg-

gen tegen de elektrische varianten (BEV, PHEV en HEV), die bijna de helft van de markt vertegenwoordigen. 100% elektrische voertuigen zijn nu goed voor 20% van de markt.

HERNIEUWBARE BRANDSTOFFEN

Tegen 2026 mogen nieuwe bedrijfswagens geen broeikasgassen meer uitstoten als de werkgever nog gebruik wil maken van de fiscale aftrekbaarheid voor bedrijfswagens. Brafco blijft bij de federale regering aandringen op een technologieneutrale aanpak, zodat ook koolstofarme, duurzame vloeibare brandstoffen een kans krijgen, ook op fiscaal vlak. De Federatie betreurt dat de federale overheid haar hierin niet is gevolgd. Ze is wel tevreden dat de Europese Commissie heeft beslist om verbrandingsmotoren na 2035 niet volledig te verbieden, op voorwaarde dat ze uitsluitend gebruikmaken van koolstofneutrale brandstoffen. Heel wat leden van Brafco investeren in alternatieve mobiliteitsoplossingen zoals HVO, CNG, bio-CNG, LNG en elektrische laadpalen.

Verbruik van motorbrandstoffen van 2014 tot 2023 (in duizend metrische ton)

*Voorlopige cijfers

Infrastructuur voor elektrisch opladen Aantal publieke oplaadpunten

CNG/LNG/L-CNG verbruik van 2014 tot 2023 (in TJ)

Bron: Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie

Bron: EV Belgium

Evolutie van de gemiddelde officiële maximumprijs van motorbrandstoffen van 2009 tot 2023 (incl. btw, in EUR/l)

Bron: Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie

14 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023* Benzine 1276 1353 1460 1537 1721 1931 1620 1943 2198 2393 Diesel 6792 7048 7051 6846 6696 6402 5582 5979 5832 5791 LPG 42 58 59 54 50 50 43 43 43 45
LPG
Benzine
98 E5 Benzine 95 E10 Diesel
MOTORBRANDSTOFFEN ▪
2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2022 2021 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 2023 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2,00 1,80 1,60 1,40 1,20 1,00 0,80 0,60 0,40 0,20 0 2023 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 Q4/2021 Q1/2022 Q2/2022 Q3/2022 Q4/2022 Q1/2023 Q2/2023 Q3/2023 Q4/2023
België
Vlaams Gewest
Brussels Hoofd. Gewest
Waals Gewest

Evolutie van de gemiddelde officiële maximumprijs van motorbrandstoffen in 2023 en 2024 (incl. btw, in EUR/l)

Benzine 98 E5

Benzine 95 E10

Diesel

LPG

Bron : Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie

REGISTER VOOR HERNIEUWBARE ENERGIE IN TRANSPORT

In overeenstemming met RED III werd een ‘register voor hernieuwbare energie in transport’ ingevoerd om toe te zien op de naleving van de bijmengverplichtingen. Erkend entrepothouders die vloeibare en/of gasvormige motorbrandstoffen (LPG, CNG, LNG, waterstof, ...) in verbruik stellen, moeten in het register een rekening aanmaken en via die IT-tool de voor transport in verbruik gestelde volumes fossiele en hernieuwbare energieën aangeven. Exploitanten van infrastructuur voor het overbrengen van elektrische stroom aan het weg- of spoorvervoer zijn enkel verplicht zich te registeren indien zij hun hernieuwbare energie-eenheden wensen te verhandelen. Zie rubriek Milieu in dit jaarverslag.

PRIJZENTRANSPARANTIE

Ingevolge de nieuwe Europese verordening Alternative Fuels Infrastructure Regulation (AFIR) werden op 13 april jl. nieuwe regels van kracht over het laden van elektrische auto’s bij laadpalen. Sinds 13 april 2024 moet elke nieuwe laadpaal met een vermogen van minstens 50 kW betaling met bankkaart te aanvaarden. Bestaande snellaadpalen (met een vermogen van minstens 50 KW) moeten tegen 2027 aan die verplichting voldoen. Ook worden de prijzen voor een laadbeurt transparanter. Brafco betreurt evenwel dat tankstations die minstens 3 soorten motorbrandstof aanbieden, verplicht zijn om de gemiddelde brandstofprijzen per 100 km uit te hangen voor benzine 95 E10, diesel B7, LPG, elektriciteit, waterstof en CNG. Zij is van oordeel dat deze vorm van informatie misleidend kan zijn voor de consument. Zo zijn, in de laatste versie, geen referentieprijzen voor CNG aangegeven en zijn de geafficheerde prijzen voor elektriciteit gebaseerd op thuisladingen, terwijl de prijzen voor een laadbeurt op publieke plaatsen en tankstations veelal hoger zijn.

VLAMPUNT EN DAMPSPANNING

Ten gevolge van het toenemende aantal overtredingen bij door Fapetro in tankstations genomen brandstofstalen en na een analyse van de verschillende bevoorradingsconfiguraties in de tankstations (omvang, aantal producten) kwamen Brafco, Energia en Febetra in 2023 met aanbevelingen om een te laag vlampunt bij diesel te voorkomen. De Federatie riep haar leden op om die aanbevelingen uit te testen en ging daarbij op zoek naar tankstations die zich kandidaat stelden om beleverd te worden door verdelers en/of transporteurs die gelijktijdig benzine en diesel lossen in die tankstations.

Volgens de norm NBN EN 228 mag de dampspanning van benzine ‘zomerkwaliteit’ maximum 60 kPa bedragen, voor de ‘winterkwaliteit’ is dat 95 kPa. De zomerkwaliteit moet vanaf 1 mei in tankstations worden aangeboden. De Federatie blijft de producenten en groothandelaars vragen dat ze de ‘zomerkwaliteit’ uiterlijk begin april reeds ter beschikking stellen en vraagt de Economische Inspectie iets toleranter te zijn bij de controles in de maand mei.

Inschrijvingen van nieuwe wagens per soort brandstof

Autogas: 0,03%

CNG: 0,03%

0,10%

Autogas: 0,7% CNG: 0% Hybride no plugin (HEV): 7,7%

15 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen
2023 Benzine Overige Diesel
2013 1,36%
Bron: Febiac Benzine Overige
Diesel
Adobe Stock
©
Hybride no plugin (HEV):
Hybride
Batterij-elektrisch (BEV):
1,14%
plugin (PHEV): 0,06%
Hybride
Batterij-elektrisch (BEV):
H2: 9 voertuigen 8,8% 49,1% 42,1% 64,85% 33,79% jan 2023 feb 2023 maart 2023 april 2023 mei 2023 juni 2023 juli 2023 aug 2023 sept 2023 okt 2023 nov 2023 dec 2023 jan 2024 feb 2024 maart 2024 april 2024 2.50 2.40 2.30 2.20 2,10 2,00 1,90 1,80 1,70 1,60 1,50 1,40
1,20 1,10 1,00 0,90 0,80 0,70 0,60 0,50 0
plugin (PHEV): 21,1%
19,6%
1,30

MARKT

De statistieken van FeBuPro (de Federatie Butaan-Propaan) wijzen op een daling van de verkoop van butaan en propaan in flessen met 3,73%, van 27.549 metrische ton in 2022 naar 26.521 metrische ton in 2023. De verkoop van propaan in bulk krimpt licht (-0,19%) tot 75.675 metrische ton in 2023, wat wijst op een stagnatie van de markt. Merk op dat deze statistieken gebaseerd zijn op de verklaringen van dezelfde leden van FeBuPro in 2022 en 2023, dus zonder rekening te houden met de 6 nieuwe leden die zich onlangs aansloten bij de organisatie.

De lichte daling die werd vastgesteld op de markt van de gasflessen is toe te schrijven aan de structurele achteruitgang (-30%) van de markt van butaangasflessen – steeds minder operatoren verkopen dat soort flessen –en aan een gedragswijziging bij bepaalde Franse consumenten in de grensstreek die de gewoonte hadden om zich aan de Belgische kant van de grens te komen bevoorraden. De situatie verschilt echter sterk van operator tot operator. Bepaalde handelaars zijn erin geslaagd om hun volume flessen op hetzelfde peil te houden of zelfs te verhogen door bijvoorbeeld nieuwe diensten aan te bieden.

Wat betreft propaangas in bulk konden de operatoren in 2023 rekenen op heel wat nieuwe klanten. De stagnatie van de verkochte volumes is te verklaren door een afname van het verbruik doordat de temperaturen in 2023 duidelijk hoger lagen dan normaal, met een gemiddelde temperatuur van 12,1°C, waarmee 2023 net achter de recordjaren 2022 en 2020 eindigt. De propaanoperatoren in het Vlaams Gewest blijven overigens profiteren van het verbod om sinds 1 januari 2022 in Vlaanderen nog stookolieketels te plaatsen of te vervangen, niet enkel bij nieuwbouwwoningen en ingrijpende energetische renovaties, maar ook in woningen en gebouwen die op het aanwezige aardgasnet kunnen worden aangesloten. Zoals duidelijk blijkt uit de volle orderboeken van de operatoren die propaantanks plaatsen, stappen bepaalde mazoutklanten liever over op propaan dan te investeren in de aankoop van een warmtepomp of een aardgasaansluiting. Ook op de renovatiemarkt is propaan in bulk aan een opmars bezig, onder meer dankzij de erg stabiele prijs die bovendien nagenoeg tijdens het ganse jaar 2023 lager lag dan de prijs voor aardgas.

De heropleving van autogas die in 2022 werd ingezet onder invloed van de hoge prijzen van de andere motorbrandstoffen, en dan met name in de zomer van 2022, zette zich in 2023 nog sterker door, met een volumestijging van 12%. Dat is te verklaren door de aantrekkelijke prijs van LPG ten opzichte van benzine. Tussen 2022 en 2023 werden er 38% meer nieuwe inschrijvingen geregistreerd. Dat is weliswaar slechts 0,7% van het totaal van alle nieuwe inschrijvingen, maar er moet ook rekening gehouden worden met de stijging op de retrofitmarkt. Deze heeft betrekking op ingeschreven benzinewagens die later van een LPG-tank worden voorzien. Daarvan bestaan immers geen statistieken.

VERBOD OP BEPAALDE AANSLUITINGEN

Het Vlaams Parlement keurde in 2023 een wijziging goed van het Energiedecreet. Aardgasaansluitingen worden in Vlaanderen vanaf 2025 niet meer toegelaten bij nieuwe (residentiële en niet-residentiële) gebouwen. Dat geldt ook voor de aanleg van (collectieve) leidingen voor de levering van propaan of butaan aan eindafnemers. Voor ‘grote projecten’ geldt dat verbod in functie van de datum waarop de stedenbouwkundige vergun-

ning werd aangevraagd. Als gevolg hiervan kan een nieuwbouwappartement of een groepswoningbouwproject waarvoor een omgevingsvergunning in 2023 of 2024 werd aangevraagd, enkel nog met één centrale propaaninstallatie worden verwarmd indien het maximum 4 bouweenheden omvat. Op de vraag van Brafco of het verbod ook geldt voor de plaatsing van propaantanks bij nieuwbouw (directe leiding die één tank verbindt met één enkele afnemer), antwoordde het Vlaams Energie- en Klimaat Agentschap (VEKA) negatief. Propaaninstallaties in bestaande gebouwen mogen tot nader order ook na 2024 nog vervangen worden door een nieuwe propaaninstallatie.

CONTROLES ‘OPSLAGPLAATS’ EN ‘LEKDICHTHEID VAN DE LEIDINGEN’

Zowel in het Waalse als in het Vlaamse Gewest is het verplicht om naast de vijfjaarlijkse controle van de ‘opslagplaats’ (tank en veiligheidsafstanden) een dichtheidscontrole van de gasleidingen uit te voeren tussen de dienstkraan van de tank en het/de gebruikstoestel(len). Beide keuringen mogen voor propaangas enkel door een Notified Body (Nobo/erkend keurorganisme) worden uitgevoerd. Het eindverslag – dat de samenvatting is van beide voornoemde controles bij één en dezelfde exploitant/consument – kan enkel als geldig worden beschouwd als de beide controles (van de opslagplaats en de dichtheid van de leidingen) positief zijn. Een positief verslag is een noodzakelijke voorwaarde voor de gasleverancier om de tank te mogen vullen.

De Nobo’s stellen vast dat niet alle consumenten/exploitanten nog beschikken over het ‘leidingenattest’ van hun gasinstallatie, en dit zowel voor

16 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen BUTAAN - PROPAAN

installaties die dateren van vóór de periode (2005)2008 – dit zijn de jaren waarin de norm NBN D51-006 voor het eerst in werking trad in respectievelijk het Waalse en het Vlaamse Gewest – als voor de installaties na deze periode. Om dat probleem te verhelpen, ging FeBuPro samenzitten met de keuringsinstellingen om samen een soort ‘controlerapport’ op te stellen voor die installaties waar het attest ontbreekt. De keuringsinstellingen stonden aanvankelijk eerder terughoudend tegenover dat initiatief, maar gingen ten slotte toch akkoord om mee te werken aan de opstelling van een ‘Code van goede praktijk’ onder de vlag van het Vlaamse Gewest. In eerste instantie zal de ‘Code van goede praktijk’ en het ‘vervangattest’ enkel gelden voor het Vlaamse Gewest en voor installaties die dateren van vóór 2008. Voor installaties uitgevoerd na 2008 waar het ‘pijpleidingenattest’ ontbreekt, moet de exploitant/consument contact opnemen met een installateur om een nieuw attest te laten opstellen.

Evolutie van de gemiddelde officiële maximumprijs van propaan in bulk van 2014 tot 2023 (voor leveringen vanaf 2.000 liter, in EUR/l, incl. btw)

Bron : FOD Economie

Evolutie van de gemiddelde officiële maximumprijs van propaan in bulk in 2023 en 2024 (voor leveringen vanaf 2.000 liter, in EUR/l, incl. btw)

Eind 2022 verklaarde het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE/GOP) van het Vlaams Gewest na tal van herinneringen van FeBuPro dat het de ‘Code van goede praktijk’ en het ‘controlerapport’ niet zomaar kon aanvaarden aangezien het eerst zijn interne deskundigen en de bevoegde diensten van de federale overheid wilde raadplegen voor juridische verduidelijkingen wat betreft het K.B. van 21 oktober 1968 betreffende de opslagplaatsen voor vloeibaar gemaakt handelspropaan, handelsbutaan of mengsels daarvan in vaste ongekoelde houders. In 2023 verstuurde FeBuPro op haar beurt een juridisch schrijven aan LNE/GOP om aan te dringen op het belang van een snel akkoord over de invoering van een code van goede praktijk in de vorm van een ‘Verificatierapport’, zodat een periodieke controle van de leidingen van alle bestaande installaties gegarandeerd is en de verdeler er bijgevolg zeker van kan zijn dat hij veilig kan leveren. Begin 2024 werd hier nog eens aan herinnerd en ook na de verkiezingen zal er een herinneringsschrijven worden gestuurd naar de nieuwe ministeriële beleidscellen.

Bron : FOD Economie

INZAMELING VAN LEGE EN/OF NIET-GEBRUIKTE ‘HERVULBARE’ PROPAAN- EN BUTAANGASFLESSEN

In 2021 sloot Brafco zich aan bij het initiatief van FeBuPro om verspreid over het hele land inzamelpunten voor lege en/of niet meer gebruikte ‘hervulbare’ propaan- en butaangasflessen in te richten. Momenteel doen 81 operatoren dienst als ‘inzamelpunt’. Ze zijn terug te vinden op de overzichtskaart met inzamelpunten, waardoor de consument weet waar hij zijn ‘hervulbare’ propaan-, butaan- en Campingaz-fles naartoe kan brengen.

Op 24 oktober 2023 vond bij de IVCIE (Interregionale Verpakkingscommissie) een vergadering plaats over de inzameling van gasflessen. Daarbij waren vertegenwoordigers aanwezig van Brafco, FeBuPro, Essenscia en de federaties en uitbaters van recyclage- en containerparken. Om de consument beter te informeren coördineert Fost Plus de oprichting van één enkel platform (website) met alle bestaande sites voor de inzameling van gasflessen, met inbegrip van de flessen voor industriële gassen. Brafco werkt mee aan dat project.

In november 2023 publiceerde Brafco in haar vaktijdschrift een artikel om haar leden te wijzen op de regels – volgens art. 16 van het KB van 7 december 1999 – rond de vrije uitwisseling van herbruikbare gasflessen tussen verschillende eigenaars.

SOCIAAL VERWARMINGSFONDS

In 2023 kende het Sociaal Verwarmingsfonds, via de OCMW’s, financiële toelagen toe aan 2.766 gezinnen in een moeilijke financiële situatie die propaan in bulk gebruiken om zich te verwarmen. Dat komt neer op een gemiddelde toelage van 157,53 euro per gezin.

17 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen BUTAAN - PROPAAN
1.10 1.00 0,90 0,80 0,70 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00 Jan 2023 Feb 2023 Maart 2023 April 2023 Mei 2023 Juni 2023 Juli 2023 Aug 2023 Sept 2023 Okt 2023 Nov 2023 Dec 2023 Jan 2024 Feb 2024 Maart 2024 April 2024
0,30 0,20 0,40 0,50 0,60 0,70 0,80 2023 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022

MARKT

Hoewel de statistieken over de verkochte volumes traditioneel pas met twee of zelfs drie jaar vertraging bekend raken, gaan de analisten er toch van uit dat het segment van de minerale oliën in 2023 de overhand had met een marktaandeel van 61%, wat te danken is aan de rendabiliteit ervan en het feit dat ze kunnen dienen voor de smering van een breed gamma machines en voertuigen. Als gekeken wordt naar het eindgebruik zien we dat het hoogstwaarschijnlijk het automobielsegment is dat in 2023 de Europese markt domineerde, met een marktaandeel van 36,82%.

In 2023 daalde de prijs voor basisolie met ca. 25%, met uitzondering van die voor technische oliën en additieven, die dan weer stegen. En dat verklaart meteen ook de daling, eveneens met 25%, van de prijs van de enkelvoudige oliën, zoals bijvoorbeeld hydraulische olie, terwijl de prijs van versnellingsbakolie met Extreme Pressure-additieven stabiel bleef. Die geleidelijke prijsdaling werd voelbaar op de Belgische markt vanaf het vierde kwartaal van 2023 en zet zich ook in 2024 nog door.

Met een volumedaling van ruim 2% ten opzichte van 2022 liet de markt van de smeermiddelen in 2023 een lichte daling optekenen. Vergeleken met de aanmoedigingsmaatregelen voor de aankoop van een elektrische wagen blijven de cijfers niettemin eerder positief. De toename van het aantal elektrische wagens blijft knagen aan de vraag naar motorolie en leidt tot een daling met zo’n 4% per jaar.

Vetten werden in 2023 dan weer wel goed verkocht in de automobielsector, en dat ondanks de prijsstijging, die te verklaren is door de toegenomen prijs voor lithium, de basisgrondstof van vetten maar ook erg gewild voor de productie van batterijen van elektrische auto’s.

Na de voorraadonderbrekingen bij de additieven en de abnormaal lange leveringstermijnen in 2022 onder invloed van de oorlog in Oekraïne –Rusland zelf is een belangrijke producent van basisoliën van groep I (de goedkoopste olie op de markt, die gebruikt wordt voor het eenvoudigste raffinageproces) – lijkt de situatie voor de meeste producten zich nu stilaan weer te normaliseren. Gekeken naar alle producten samen zagen de gecontacteerde Belgische operatoren hun verkochte volumes oliën en smeermiddelen in 2023 stabiel blijven, terwijl sommigen zelfs een stijging lieten optekenen.

Tegenwoordig moeten de operatoren manieren zien te vinden om zich staande te houden in een markt waarin de prijzen in dalende lijn gaan. In een groeiende markt genieten de operatoren vaak van comfortabelere marges, wat het plannen vereenvoudigt, maar in een markt met dalende prijzen zijn complexere strategieën nodig en moeten ze voortdurend opletten om rendabel te blijven en hun marktaandeel te behouden.

Marktaandelen 2021 (België)

Evolutie verkoopcijfers op de Belgische markt tussen 2011-2021 (in metrische ton)

Bron : UEIL Industry Statistics

Totaal Industrie (en andere toepassingen) Automotive

De sector van de windenergie is uitgegroeid tot een van de belangrijkste verbruikers van industriële smeermiddelen, zoals turbineolie en transformatorolie, zoals duidelijk blijkt uit de promoties van de petroleummaatschappijen voor smeermiddelen voor windturbines. De toename van het belang van windenergie zou ook de producenten van smeermiddelen nieuwe kansen kunnen bieden.

AANSLUITING BIJ VALORLUB

In 2023 bleef het tarief voor aansluiting bij Valorlub ongewijzigd, namelijk 0,22 tot 0,25 euro per liter voor huishoudelijke olie (motorolie in verpakkingen kleiner of gelijk aan 25 kilogram) en 0,02 tot 0,03 euro per liter voor professionele olie (alle andere dan huishoudelijke olie die afvalolie genereert). Iedere producent of invoerder van oliën op de Belgische markt is wettelijk verplicht om die olie op eigen kosten in te zamelen en te recycleren of zich aan te sluiten bij Valorlub, dat als inzamelorganisme de terugnameplicht voor zijn leden vervult.

Brafco betreurt dat bepaalde operatoren – van grote invoerders van oliën tot kleine automobielfabrikanten – hun wettelijke verplichting niet nakomen en dat Valorlub niet over de controlemiddelen beschikt om de naleving daarvan af te dwingen, wat leidt tot concurrentieverstoring op de markt.

18 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen OLIE EN SMEERMIDDELEN
© AdobeStock
2021 25.000 35.000 45.000 55.000 65.000 75.000 85.000 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Automotive Industrie (en
toepassingen) 43% 57%
andere

Ben je er klaar voor je diensten duurzaam

uit te breiden?

Ontsluit het potentieel van EV-laden op jouw locatie. Interesse? Thomas Vandervecken vertelt je graag meer over de mogelijkheden en onze werkwijze.

Bel Thomas op+32476601730 of stuur een email naar thomas.vandervecken@allego.eu.

Vind meer info op allego.eu

STEENKOOL

Volgens de statistieken van de FOD Economie gingen de verkochte volumes in België van 43.700 ton in 2022 naar 33.300 ton in 2023. Dat is een daling met ca. 23,79% en met 49% ten opzichte van 2021. De situatie is uiteraard sterk verschillend van de ene operator tot de andere, want sommigen zien hun verkoop zelfs relatief stabiel blijven in de voormalige mijnbouwgebieden.

De algemene daling van de volumes steenkool voor huishoudelijk gebruik is te verklaren door het geleidelijk verdwijnen van een ouder wordend klantenbestand en doordat klanten voor de verwarming van hun woning overstappen naar andere verwarmingsbronnen. Die trend werd in 2023 versterkt door de moeilijkheid om – net als 2021 en 2022 – een valabel alternatief te vinden voor antraciet uit de mijn van Ibbenbüren, die in 2019 de deuren sloot. Sommige klanten aarzelden bovendien niet om een hoeveelheid te bestellen die veel groter is dan hun jaarlijks verbruik. Het is dan ook niet uitgesloten dat die klanten opnieuw van zich laten horen zodra hun voorraad op is. Nadat heel wat consumenten tot midden 2022 hun ongenoegen hadden

PELLETS

Na de prijsstijgingen voor pellets als gevolg van de gezondheidscrisis – die leidde tot een gebrek aan beschikbaarheid van grondstoffen – en de energiecrisis die nog werd verscherpt door de oorlog in Oekraïne, stabiliseerde de situatie zich enigszins in 2023. De gemiddelde prijs van een zak pellets van 15 kg daalde tussen 2022 en 2023 met zo’n 3%. In december 2023 was de prijs verder gedaald, tot het niveau van voor de energiecrisis.

Ondanks een herstel van het evenwicht dankzij een productiestijging in 2023 was dit geen goed jaar voor de meeste handelaars in pellets. Een mogelijke verklaring daarvoor zijn de grote voorraden die de particulieren in juli, augustus en september 2022 aanlegden na een mediastorm

geuit over de aangeboden alternatieven, verschenen er vanaf de zomer van 2023 meer bevredigende kwaliteiten op de markt.

Na de prijsstijging van 40% tussen 2021 en 2022 gingen de prijzen tussen 2022 en 2023 opnieuw de hoogte in en wel met 100 tot 150 euro per ton, wat zowel voor de steenkoolhandelaars als voor de klanten, die het grotendeels moeten stellen met een bescheiden inkomen en niet van plan zijn om over te schakelen op een andere energiebron voor hun verwarming, tot onzekerheid leidde.

In maart 2023 keurde de Waalse regering de herziening van haar Plan Air Climat Énergie (PACE) 2030 goed. Die roadmap voorziet met name een uitfasering van verwarmingsinstallaties op stookolie en steenkool. De maatregelen voor verwarmingsinstallaties op stookolie en steenkool zijn nog niet vastgelegd in een wettelijk kader. De deadlines – die dus nog zouden kunnen worden opgeschoven – voorzien een verbod op de plaatsing van verwarmingstoestellen op steenkool in nieuwe gebouwen vanaf 1 maart 2025.

over mogelijke bevoorradingstekorten. Voorraden die wellicht niet zijn opgebruikt, gezien de zachte temperaturen in 2023 en het feit dat de prijs van stookolie gedurende de eerste helft van 2023 even aantrekkelijk was als die van pellets, wat klanten niet aanmoedigde om pellets te gebruiken aangezien pellets vooral dienen als bijverwarming.

De maatregelen van de federale regering om de energiefactuur van de burgers en bedrijven te verlichten, liepen af op 31 maart 2023. Huishoudens die hun hoofdverblijfplaats hoofdzakelijk met pellets verwarmen (en die de premie van € 300 niet hadden ontvangen en niet konden genieten van het verlaagd btw-tarief op aardgas) konden nog tot en met 30 april 2023 de eenmalige pelletpremie van € 250 aanvragen. Voorwaarde was dat minimum 500 kg pellets op het domicilieadres werden geleverd door een onderneming, en dit in de periode van 1 juni 2022 tot 31 maart 2023. Afhalingen van pellets door de klant zelf kwamen niet in aanmerking voor de verwarmingstoelage.

© AdobeStock 20 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen VASTE BRANDSTOFFEN

Promaz helpt uw klanten bij hun bodemsanering na een mazoutlek.

Vat de koe bij de horens en informeer hen nu!

Hebt u klanten van wie de bodem verontreinigd is na een mazoutlek?

Geen zorgen, want het Promaz-fonds kan de bodemsanering voor hen uitvoeren. Een financiële tussenkomst kan ook, zelfs als de sanering in het verleden al werd uitgevoerd. Dat is een hele opluchting!

Aanvragen voor hulp moeten wel gebeuren vóór 28 februari 2025. Tijd dus, om de koe bij de horens te vatten!

Gratis communicatiemateriaal

Informeer uw klanten over deze deadline met onze gratis affiches en folders, die u kunt bestellen via promaz.be/toolkit.

Zo helpt u Promaz uw klanten te helpen. Bedankt!

De tussenkomst van Promaz gebeurt onder de bepalingen van het Samenwerkingsakkoord, zoals dat van kracht is a) op de datum van de aanvraag, b) op basis van de prioriteitenlijst van Promaz en c) in functie en tot het beloop van de beschikbare financiële middelen van Promaz (art 16 van het Samenwerkingsakkoord).

ENERGIEFACTUUR VAN DE GEZINNEN

Nadat de federale regering in 2022 maatregelen had ingevoerd om de energiefactuur van burgers en bedrijven te verlichten, konden gezinnen die hun hoofdverblijfplaats verwarmen met huisbrandolie of propaangas in bulk genieten van een eenmalige verwarmingstoelage van € 300, voor zover de levering plaatsvond tussen 15 november 2021 en 31 maart 2023. Die verwarmingstoelage kon tot en met 30 april 2023 worden aangevraagd. Voor leveringen na 31 maart 2023 was er geen verwarmingstoelage meer voorzien.

Huishoudens die hun hoofdverblijfplaats hoofdzakelijk met pellets verwarmen (en die de premie van € 300 niet hebben ontvangen en niet konden genieten van het verlaagd btw-tarief op aardgas) konden nog tot en met 30 april de eenmalige pelletpremie van € 250 aanvragen.

Op 1 april 2023 voerde de federale overheid een accijnshervorming door voor aardgas en elektriciteit, ter compensatie van de permanente btw-verlaging voor deze energiedragers naar 6%. In de hervorming werd een beschermingsmechanisme ingebouwd waardoor de belastingen op de energiefactuur dalen wanneer de energieprijzen boven een plafond stijgen. Deze aanpassingen gebeuren op kwartaalbasis. Het volle tarief is verschuldigd wanneer de prijzen op de energiebeurzen minder dan 100 EUR/MWh bedragen voor aardgas en minder dan 250 EUR/MWh voor elektriciteit. Stijgen de marktprijzen boven dat niveau, dan dalen de accijnzen op de basisschijf, die vastgelegd werd op 3.000 kWh voor elektriciteit en 12.000 kWh voor aardgas.

ACCIJNZEN OP BENZINE EN DIESEL

De tijdelijke verlaging van de accijnzen op benzine en diesel met respectievelijk € 144,6282/m³ en € 144,6281/m³ die in 2022 werd ingevoerd, werd verlengd tot 31 maart 2023. Dankzij het cliquetsysteem werden die accijnsverlagingen grotendeels uitgewist. Enkel voor diesel was er nog een verschil van € 37,2781 t.o.v. het accijnstarief dat van toepassing was voor de accijnsverlaging van 19 maart 2022. Op 1 april 2023 werden de accijnzen op diesel dus verhoogd met die € 37,2781/m³. Het was de zevende accijnsverhoging op diesel sinds de accijnsverlaging van 19 maart 2022.

PROFESSIONELE DIESEL

Nadat het aandeel terug te vorderen accijnzen voor professionele diesel op 1 januari 2023 met € 21,9051/m3 was verlaagd, daalde het op 1 januari 2024

Prijs van benzine 95 E10 in België en in de buurlanden (in ¤/1000 liter van toepassing op 06/05/2024)

nog eens met € 10,5665/m3 tot € 193,50/m3. Vanaf 1 januari 2025 wordt dit bedrag met 1,10 euro verlaagd tot € 192,40/m3

Bij iedere accijnsverhoging zijn de handelaars, depothouders en tankstationuitbaters verplicht om een voorraadaangifte op te maken. Sinds 3 maart 2023 kan dat enkel nog via My Minfin.

NORM GASOLIE-VERWARMING

Sinds 1 april 2024 mag het zwavelgehalte in gasolie-verwarming niet meer dan 10 ppm (0,001%) bedragen. Door deze verlaging van het zwavelgehalte daalde het accijnstarief van gasolie-verwarming tot hetzelfde niveau als dat van gasolie diesel (EN 590) die voor verwarmingsdoeleinden wordt aangewend, zijnde 17,2564 euro/m³ (in plaats van 18,6521 euro/m³, wat een daling is met 1,3957 euro/m³).

Daar een aantal oliemaatschappijen en groothandelaars al vóór 1 april 2024 geen gasolie 50 ppm meer aanboden, maar de duurdere laagzwavelige 10 ppm, drong Brafco er op aan dat de in de Programmaovereenkomst voorziene prijsformule voor de berekening van de maximumprijs van gasolieverwarming zo snel mogelijk zou worden aangepast, wat op 18 maart 2024 gebeurde.

NIEUWE MERKSTOF

Op 19 januari 2024 verving de merkstof Accutrace Plus™ definitief de Solvent Yellow 124. Er werd een overgangsperiode voorzien van 1 juli 2023 tot 18 januari 2024, waarin een combinatie van beide merkstoffen was toegestaan. Die periode moest de betrokken operatoren ertoe in staat stellen om hun bestaande voorraden Solvent Yellow 124 uit te putten. Aangezien Accutrace Plus™ in tegenstelling tot Solvent Yellow 124 kleurloos is, werd ook aan kerosine/lamppetroleum een rode merkstof toegevoegd, waardoor dit product visueel niet langer te onderscheiden is van fiscaal gemerkte gasolie. Ondanks de vraag van Brafco, die wees op de mogelijke gevaren die hieraan verbonden zijn, blijft de kleuring van lamppetroleum in België verplicht, wat in Frankrijk niet het geval is.

FISCALITEIT HERNIEUWBARE BRANDSTOFFEN

Ingevolge de Wet van 25 november 2021 houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit moeten tegen 2026 alle nieuwe bedrijfswagens broeikasgasvrij zijn om de bijbehorende kosten fiscaal aftrekbaar te houden voor de

Prijs van diesel B7 in België en in de buurlanden (in ¤/1000 liter van toepassing op 06/05/2024)

Luxemburg België Duitsland Frankrijk

Heffingen en taksen niet inbegrepen Heffingen en taksen inbegrepen

© Europese Commissie. Directoraat-generaal Energie en Vervoer

Luxemburg België Duitsland Frankrijk

Nederland

Heffingen en taksen niet inbegrepen Heffingen en taksen inbegrepen

© Europese Commissie. Directoraat-generaal Energie en Vervoer

22 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen ACCIJNZEN
Nederland
2500 2000 1500 1000 500 0
2500 2000 1500 1000 500 0

Evolutie van de accijnstarieven van benzine 95 E10 (1) en diesel (in ¤/1.000 liter)

Bron: Federale Overheidsdienst Financiën (1) Sinds 1 januari 2017: Benzine 95 E10

werkgever. De fiscale aftrekbaarheid van voertuigen met een verbrandingsmotor (diesel, benzine én hybride) verdwijnt geleidelijk, terwijl het gunstregime voor elektrische voertuigen behouden blijft. De wet voorziet eveneens in een belastingvermindering voor laadstations voor elektrische wagens en in een investeringsaftrek voor koolstofemissievrije vrachtwagens en tankinfrastructuur voor blauwe, groene of turquoise waterstof en elektrische laadinfrastructuur.

Ondanks het aandringen van de Federatie om een verlaagd accijnstarief voor hernieuwbare, koolstofarme brandstoffen zoals HVO in te voeren, blijft deze klimaatvriendelijke brandstof (die tot 90% minder CO2 uitstoot dan conventionele diesel) fiscaal aan hetzelfde accijnstarief onderworpen als puur fossiele diesel, waardoor ze bij de consument geen ingang vindt.

Aangezien investeringen in een groene transitie grotendeels ten laste zijn van wie kiest voor een duurzame verwarming – investeringen in warmtepompen zouden bijvoorbeeld afgeremd worden door de taksen en heffingen op elektriciteit – wordt in bepaalde kringen gepleit voor een overdracht van bepaalde heffingen op de elektriciteitsfactuur (waaronder de bijdragen voor groenestroomcertificaten en openbare dienstverplichtingen) naar de factuur van de fossiele brandstoffen. Brafco volgt dit dossier nauwlettend op.

Overzicht BTW, heffingen en taksen op basis van gelijke energieprijzen in België

Simulatie op basis van gelijke energieprijs 01/04/2024 Mazout factuur voor 2.000 liter mazout Aardgas factuur voor

23 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen ACCIJNZEN
Liter 2.000 kWh 21.282 Verschil Stookolie (¤/liter) Aardgas (¤/kWh) 0,9525 EUR 0,0895 EUR Totaalfactuur 1.905 EUR 1.905 EUR BTW 330,62 EUR 107,83 EUR Accijnzen 34,51 EUR 210,34 EUR Sociaal Verwarmingsfonds 3,20 EUR 0,00 EUR Aseva 27,78 EUR 0,00 EUR Totaal BTW & taksen 396,11 EUR 318,17 EUR 24,50%
kWh
10,641 kWh
21.282
aardgas (equivalent van 2.000 liter mazout) 1 liter mazout (Hs)
Neste
©
1/11/2015 20/11/2015 4/12/2015 12/12/2015 1/01/2016 6/07/2016 13/07/2016 27/07/2016 3/08/2016 1/01/2017 14/01/2017 14/03/2017 23/03/2017 1/01/2018 6/02/2018 13/02/2018 9/03/2018 5/06/2018 13/06/2018 23/06/2018 11/07/2018 19/07/2018 15/05/2021 18/03/2022 19/03/2022 400 450 500 550 600 650 700 10/09/2022 28/09/2022 07/10/2022 21/10/2022 28/10/2022 10/11/2022 17/11/2022 07/02/2023 18/02/2023 25/02/2023 14/03/2023 17/03/2023 25/03/2023 01/04/2023 01/05/2024
Benzine 95 E10
Diesel

90 DAGEN NETTO-INVOER

Elke lidstaat van de Europese Unie en van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) moet een minimumhoeveelheid veiligheidsvoorraad aanhouden die overeenkomt met een kwart (90 dagen) van zijn jaarlijkse netto invoer van aardolieproducten. Ten minste één derde van deze voorraad moet hierbij aangehouden worden onder de vorm van de afgewerkte aardolieproducten die in de desbetreffende lidstaat het meest verbruikt worden. Bij een nationale of internationale crisis zullen die voorraden worden ingezet om markttekorten op te vangen.

Het beheren en aanhouden van deze voorraden is de taak van het federale voorraadagentschap, dat door de wet van 21 december 2023 betreffende het aanhouden van een verplichte voorraad aardolie en aardolieproducten, de aanhouding van bijkomende strategische voorraden voor de energiebevoorrading van het land in geval van een energiecrisis, het beheer van een aardoliebevoorradingscrisis en de organisatie van ASEVA van naam veranderd is: ASEVA (Agence de Stock Energétique – Energie Voorraad Agentschap), naamloze vennootschap van publiek recht. Het merendeel van ASEVA’s stocks zijn eigendom van het agentschap. De eigen voorraden betreffen zowel afgewerkte aardolieproducten (diesel, gasolie-verwarming, benzine en jet fuel) als ruwe aardolie. Met de nieuwe wet zal ASEVA in de toekomst, mits beslissing hiertoe door de federale regering, tevens veiligheidsvoorraden van andere energieproducten kunnen beheren die inzetbaar zijn tijdens een energie- of aardoliebevoorradingscrisis.

De ontbinding van de Belgische Petroleumunie en de integratie van haar leden in Brafco in 2015 vroeg om een wijziging van de statuten van het toenmalige APETRA. Sinds 2019 zetelt een afgevaardigde van de Federatie in de raad van bestuur van het Agentschap.

Na de aanzienlijk lagere voorraadplicht in 2020, veroorzaakt door het sterk gedaalde verbruik van motorbrandstoffen door de lockdowns tijdens de coronacrisis, en de sterk gestegen energieprijzen ingevolge de oorlog in Oekraïne, vertoont het minimumniveau van veiligheidsvoorraden dat België/ ASEVA moet aanhouden opnieuw een opwaartse trend door het herstel van de markt. De nationale voorraadplicht voor 2023, die geldt tot 30 juni 2024, bedraagt ongeveer 3,3 miljoen ton ruwe aardolie-equivalent.

ASEVA-BIJDRAGE

De bijdrage voor de financiering van ASEVA wordt elk kwartaal berekend voor de verschillende productcategorieën met als belangrijkste variabele de internationale aardolieprijzen. Elke bijdrageverlaging of -verhoging wordt onmiddellijk en integraal verrekend in de maximumprijs op de dag waarop ze van kracht wordt. Brafco brengt de leden daarvan op de hoogte via haar website.

In april 2020 zakten de aardolieprijzen op de internationale markt naar een historisch dieptepunt. Deze daling van het meest bepalende element in de formule voor de berekening van de bijdrage, gecombineerd met een bruuske consumptievermindering ingevolge de coronacrisis, zette de federale regering er toe aan om een minimumniveau voor de ASEVA-bijdrage (‘floor’) in te voeren. Tot 30 september 2021 bevond de ASEVA bijdrage zich op dit minimumniveau, waarna de bijdrage in 2022 kwartaal na kwartaal steeg om dat jaar op een recordhoogte af te sluiten. Om de inflatoire spiraal niet aan te zwengelen, stelde Brafco voor om ook een bijdrageplafond in te voeren, doch dit voorstel werd niet weerhouden.

AANKOOP EN VERKOOP/OPSLAG

Ondernemingen die aardolieproducten of ook zgn. tickets (reserveringen van stocks met een aankooprecht in geval van een bevoorradingscrisis) aan ASEVA wensen te verkopen of voor het Agentschap productverversingen willen doen, kunnen zich kandidaat stellen om opgenomen te worden op de shortlist voor de respectieve raamovereenkomst. De geselecteerde kandidaten ontvangen dan alle aanbestedingen die het Agentschap in het kader van die raamovereenkomsten uitschrijft. Op het einde van een opslagcontract, bij verversingen of bij een dalende voorraadplicht zal het Agentschap ook voorraden verkopen. Bedrijven die geïnteresseerd zijn om afgewerkte aardolieproducten van ASEVA aan te kopen, melden dit aan het Agentschap om op de lijst van potentiële kopers opgenomen te worden.

Bedrijven kunnen met het Agentschap ook opslagcontracten afsluiten. De voorraden die ASEVA beheert, moeten ondergebracht worden in ‘in aanmerking komende depots’. Dergelijke depots moeten een minimumcapaciteit hebben van 5.000 m³, beschikken over welbepaalde laad- en losfaciliteiten en voldoen aan specifieke toegankelijkheidsvoorwaarden (bv. gelegen zijn in zeehavens of aan waterwegen). Het Agentschap heeft op regelmatige basis nood aan opslagcontracten om andere contracten die verstrijken, te vervangen.

24 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen VEILIGHEIDSVOORRADEN AARDOLIE © Adobe Stock.

In de komende jaren is dit voor tal van opslagcontracten het geval. ASEVA zal bij deze vervanging streven naar een verdere diversificatie van zijn stocks in lijn met de gewijzigde aardolieconsumptie, in het bijzonder richting bijkomende benzine en mogelijk ook biobrandstoffen.

AARDOLIECRISISBELEID

Welke situaties worden beschouwd als een bevoorradingscrisis? Wat gebeurt er in dat geval, wie neemt deze beslissing en wat zullen de maatregelen zijn? Wat betekent dit voor de ondernemingen?

In de in 2018-2020 uitgewerkte wetgeving wordt een onderscheid gemaakt tussen een internationale en nationale bevoorradingscrisis:

• Bij internationale bevoorradingsproblemen roept het Internationaal Energie Agentschap in Parijs een crisissituatie uit. Tijdens een dergelijke IEA Collective Action zal ASEVA, na groen licht gegeven door de Minister van Energie, de veiligheidsstocks hoog in de distributieketen injecteren via een vraag tot aanbiedingen (call for bids) met verkoop van de voorraden aan de hoogst biedende koper(s). Opzet is immers om de internationale aardoliemarkt meer liquide te maken. Deze injectiemethode is eenvoudig en snel, werd door ASEVA al toegepast in de Libiëcrisis en is ASEVA’s normale verkoopwijze. De Minister van Energie kan, als het IEA hierom vraagt, de ingezette voorraden beperken tot bepaalde types van aardolie of hun inzet afleiden naar bepaalde IEA lidstaten.

• Bij nationale bevoorradingsmoeilijkheden beslist de Minister van Energie om al dan niet de situatie als een bevoorradingscrisis te erkennen. Wordt een dergelijke crisis daadwerkelijk uitgeroepen, dan zal ASEVA, na akkoord van de Minister van Energie, de veiligheidsvoorraden in regel inzetten via een zgn. ‘vrijgave’. Hierbij biedt ASEVA zijn stocks tegen marktprijs aan aan de aardoliebedrijven hoog in de nationale distributieketen (de zgn. primaire deelnemers). Deze bedrijven zullen de Belgische markt verder volgens hun normale stromen beleveren. De nationale aanpak is in zoverre flexibel dat de Minister van Energie, mocht dit opportuner zijn, kan beslissen om deze nationale procedure niet in beweging te zetten, maar te gaan voor een call for bids of een andere maatregel.

• In de context van een vrijwillige IEA Collective Action na de Russische inval in Oekraïne, besliste de federale regering tot een levering van veiligheidsvoorraden motorbrandstoffen als humanitaire steun aan de Oekraïense bevolking. Deze stocks, 33.250 ton in totaal, werden in een samenwerking tussen het Ministerie van Defensie en het toenmalige APETRA in 2022-2023 via het spoor aan Oekraïne geleverd en naderhand opnieuw voor de nationale bevoorradingszekerheid opgebouwd.

Voor meer info over het aardoliecrisisbeleid, zie website van de FOD Economie (https://economie.fgov.be/nl/themas/energie/bevoorradingszekerheid/ coordinatie-van-het/aardolie/vaak-gestelde-vragen-over-de) en die van ASEVA.

Voor alle informatie over ASEVA’s activiteiten, algemene voorwaarden en procedures: www.aseva.be

Evolutie van de ASEVA-bijdrage

I (benzine) in euro/m3

II (gasolie en kerosine)* in euro/m3

III (zware stookolie) in euro/ton

(*) De bijdrage op kerosine gebruikt voor de reguliere luchtvaart en cargo bedraagt sedert 01.07.2013 de helft van de bijdrage voor de productcategorie II.

NIEUWE RAPPORTAGEVERPLICHTING VOOR EXPLOITANTEN VAN PETROLEUMDEPOTS

Ingevolge het koninklijk besluit van 3 februari 2023 tot vastlegging van de rapportageplicht van de handelsvoorraden van aardolie en aardolieproducten en de voorraden van substitutieproducten moeten exploitanten van petroleumdepots wekelijks hun handelsvoorraden rapporteren aan de FOD Economie. Concreet dienen de geregistreerde aardoliemaatschappijen de handelsvoorraden van aardolie en aardolieproducten en de voorraden van substitutieproducten, die zich op de laatste dag van de week in hun depots bevinden, aan de Algemene Directie Energie mede te delen, en dit uiterlijk een dag na het einde van de week waarop de informatie betrekking heeft. Deze nieuwe rapportageverplichting is ingegaan op 27 maart 2023. Deze wekelijkse rapportageverplichting werd ingevoerd zonder enig overleg met de betrokken federaties. Brafco en Energia hebben hierover hun ongenoegen geuit, zowel naar de minister van Energie als naar de FOD Economie.

NOODPLAN AARDOLIE

In maart 2024 heeft Brafco, op vraag van de Algemene Directie Energie/ Petroleum van de FOD Economie, een enquête gehouden bij haar ledenbrandstofverdelers en uitbaters van tankstations met het oog op het opstellen van een lijst van vrijwilligers die – op basis van bepaalde criteria – de distributie van de verschillende producten op zich zouden kunnen nemen en/ of de bevoorrading van prioritaire voertuigen in hun tankstation zouden kunnen verzekeren in geval van een aardoliecrisis.

25 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen VEILIGHEIDSVOORRADEN AARDOLIE
1e kwartaal 2023 2e kwartaal 2023 3e kwartaal 2023 4e kwartaal 2023 1e kwartaal 2024 2e kwartaal 2024 18 16 14 12 10 8 6

ENERGIETRANSITIE

De Europese Commissie keurde in juli 2021 een reeks maatregelen goed, het zgn. ‘Fit for 55’ pakket, om de uitstoot tegen 2030 met 55% te verlagen. Het gaat om ambitieuze maatregelen die de effecten van de klimaatontregeling op efficiënte wijze moeten milderen en als dusdanig een impact hebben op de strategieën van de Europese lidstaten en bedrijven. De definitieve versies werden in 2023-2024 goedgekeurd, na besprekingen tussen de Europese instellingen en de lidstaten. Met de goedkeuring van de gereviseerde richtlijn betreffende de hernieuwbare energieën (RED III) is het wetgevende pakket ‘Fit for 55’ nu definitief gelanceerd om tegen 2030 de klimaatdoelstellingen van de Europese Unie (EU) te realiseren. De Commissie Invoerders/ Erkend Entrepothouders van Brafco volgde van nabij de omzetting van RED II in Belgisch recht op, welke resulteerde in de wet van 31 juli 2023, die op 1 januari 2024 van kracht is geworden. Deze wet, die reeds deels anticipeert op RED III, bepaalt onder andere het volgende:

• De bijmengverplichting voor hernieuwbare bestanddelen in de motorbrandstoffen voor de vervoersector wordt geleidelijk verhoogd van 10,50% in 2024 naar 12,20% in 2025, naar 13,15% in 2027 en naar 13,90% in 2030 (percentages uitgedrukt in werkelijke energetische waarde);

• Een reeks subtargets voor de verschillende categorieën hernieuwbare energie in de vervoersector. Zo moet het aandeel (voor dubbeltelling in aanmerking komende) geavanceerde biobrandstoffen in 2024 ten minste 0,22% (uitgedrukt in energetische waarde en na toepassing van de vermenigvuldigingsfactor) bedragen van de in dat jaar voor het wegvervoer in verbruik gestelde hoeveelheid vloeibare en gasvormige brandstoffen. Dit minimumpercentage wordt in 2025 verhoogd tot 1,1% en vanaf 2030 tot 4,2%. Daartegenover daalt het minimumpercentage biobrandstoffen in benzine en diesel van 5,7% in 2024 naar 4% (voor benzine) en 2,5% (voor diesel) in 2027 (percentages eveneens uitgedrukt in werkelijke energetische waarde). Om te vermijden dat biobrandstoffen van de eerste generatie teveel zouden concurreren met voedsel en voedergewassen wordt hun aandeel, dat in 2024 nog maximum 6% mag bedragen, geleidelijk afgebouwd: voor diesel naar max. 5% in 2025 en 2,5% in 2030; voor benzine naar max. 5,5% in 2027 en 4,5% in 2030.

• Biobrandstoffen geproduceerd uit palm- of sojaolie, met inbegrip van andere rechtstreeks of onrechtstreeks van de oliepalm of soja afgeleide producten, mogen niet in rekening worden gebracht om te voldoen aan de bijmengverplichting, tenzij ze gecertificeerd werden als hebbende een laag risico op indirecte veranderingen in landgebruik (‘low ILUC’).

In overeenstemming met RED III werd een ‘register voor hernieuwbare energie in transport’ ingevoerd om toe te zien op de naleving van die wettelijke verplichtingen. Oliemaatschappijen en leveranciers die vloeibare en gasvormige motorbrandstoffen (LPG, CNG, LNG, waterstof, ...) in verbruik stellen moeten via deze IT-tool de voor transport in verbruik gestelde volumes en de volumes uit hernieuwbare energie die zij tot verbruik uitslaan, rapporteren. Zo worden hun hernieuwbare ‘energie-eenheden’ toegekend die ze kunnen gebruiken om hun verplichte doelstellingen te bereiken. Exploitanten van infrastructuur voor het overbrengen van elektrische stroom – dit zijn de exploitanten van publieke, semipublieke en private laadpunten (deze laatste categorie betreft enkel ondernemingen die minstens 3 laadpunten op dezelfde locatie voor hun eigen wagenpark beheren) – zijn daar niet toe verplicht, maar kunnen er wel aan deelnemen om hun hernieuwbare ‘energie-eenheden’ te verhandelen aan andere ondernemingen die er zelf tekort hebben om aan hun doelstellingen te voldoen.

Andere Europese maatregelen uit het ‘Fit for 55’ pakket die een belangrijke impact hebben op de sector komen aan bod in de rubriek ‘Europa’ in dit jaarverslag.

PROMAZ

De vzw Promaz is een initiatief van de sectororganisaties Brafco, Energia en het toenmalige Informazout. De vzw werd in het voorjaar van 2019 opgericht om uitvoering te geven aan het Interregionaal Samenwerkingsakkoord van 25 juli 2018 tussen de federale staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de uitvoering en financiering van de bodemsanering van tankstations en gasolietanks voor verwarmingsdoeleinden, dat gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 8 mei 2019. Na de publicatie van het erkenningsbesluit van Promaz in het Belgisch Staatsblad van 28 februari 2022 is het Fonds op 1 april 2022 van start gegaan. Eind april 2024 waren reeds 1.436 aanvragen tot tussenkomst ingediend. 86% ervan had betrekking op dossiers met woonfunctie. Wat betreft de geografische verdeling, is 60% van de aanvragen afkomstig uit Vlaanderen, 29% uit Wallonië en 11% uit Brussel. 53% van de aanvragers gebruikte op het moment van hun aanvraag nog steeds gasolie-verwarming. Eind april 2024 werd ruim 6 miljoen euro aan saneringskosten terugbetaald. De gemiddelde saneringskost bedraagt 70.000 euro.

Het is de bedoeling dat Promaz in het licht van de vereffening in 2026 van Bofas – het fonds voor bodemsanering van tankstations (dat eveneens door de sector werd opgericht) – geleidelijk aan de resterende middelen van dat fonds wordt toegewezen, maar nu reeds is duidelijk dat die niet zullen volstaan. De Federatie, die momenteel instaat voor het voorzitterschap van Promaz, heeft haar bezorgdheid geuit inzake de financiële levensvatbaarheid van het project indien de gevraagde structurele financiering met € 10/m3 gasolie er niet snel komt. Zolang deze uitblijft, loopt Promaz in deze aanvangsperiode jaarlijks ca. 30 miljoen euro aan inkomsten mis, die niet kunnen worden gerecupereerd tenzij door de bijdrage te verhogen, wat niet wenselijk is.

Eind april 2024 waren er 1.436 aanvragen tot tussenkomst ingediend

29% door de aanvrager reeds uitgevoerde saneringen

45% door Promaz te coördineren saneringen

26% door de aanvrager uit te voeren saneringen

BOFAS

Tijdens de derde aanvraagronde in 2019 werden van de 480 bij Bofas ingediende aanvragen tot sanering of tot financiële tussenkomst 274 dossiers ontvankelijk verklaard.

Er zijn inmiddels 122 van deze 274 ontvankelijke dossiers afgerond; voor 77 dossiers liet Bofas zelf de sanering uitvoeren en voor 45 dossiers werden de saneringskosten aan de aanvrager terugbetaald.

Van de 3.700 ingediende dossiers uit de vorige aanvraagrondes (2004 tot 2008) zijn er 1.964 gesloten tankstations waarvoor Bofas een mandaat heeft

26 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen MILIEU
29% 45% 26%

gekregen om de bodemsanering te laten uitvoeren en 1.736 dossiers die betrekking hebben op een terugbetaling van de saneringskosten. De laatste 4 dossiers waarvan Bofas zelf de sanering laat uitvoeren bevinden zich in een eindstadium en er blijven 187 dossiers over waarvoor BOFAS wacht op een aanvraag tot terugbetaling van de gemaakte saneringskosten.

Aanvragers die zelf de sanering laten uitvoeren hebben nog anderhalf jaar tijd om hun dossier af te ronden en een terugbetalingsaanvraag aan Bofas te richten. De erkenning van BOFAS als bodemsaneringsfonds loopt immers af op 4 januari 2026. Meer informatie op https://bofas.be/nl/terugbetaling of contacteer Bofas op het nummer 02/788.29.00.

AFSCHAFFING FQD

De emissie-intensiteitsreductieverplichting bepaald in artikel 3 §2 van het koninklijk besluit van 29 juni 2018 werd op 1 mei 2024 opgeheven. Sindsdien wordt bij de berekening van de maximumprijzen geen rekening meer gehouden met de FQD-kost. De afschaffing van de FQD-verplichting heeft tot gevolg dat de Programma-overeenkomst opnieuw moest worden aangepast. Dit gebeurde via het Avenant XXI. Door het wegvallen van de FQDverplichting is de maximumprijs van gasolie-verwarming en deze van gasolie diesel die voor verwarmingsdoeleinden wordt aangewend, gelijk.

ENERGIEPRESTATIES VAN GEBOUWEN

Aangezien ieder gebouw tegen 2050 een energielabel A moet hebben, legde Vlaanderen verschillende tussentijdse deadlines vast. In het Vlaamse Gewest is wie een bestaande woning met energielabel E of F koopt sinds 1 januari 2023 verplicht om zijn pand binnen de vijf jaar (te tellen vanaf de notariële overdracht in volle eigendom) te renoveren tot minstens energieniveau D. Bovendien worden de energievereisten iedere vijf jaar verstrengd. In maart 2023 lanceerde het Waalse Gewest zijn PACE-plan (Plan Air Climat Énergie), waarin eigenaars duidelijke deadlines worden opgelegd, met verschillende termijnen voor eigenaars-bewoners en eigenaars-verhuurders. Vanaf 2028 moet iedere woning beschikken over een energieprestatiecertificaat. De deadlines zijn verschillend voor kopers en verhuurders. Het Plan Air Climat dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in mei 2023 goedkeurde, voorziet in een geleidelijke renovatieplicht voor woningen. In tegenstelling tot Wallonië wordt er in het Brusselse Gewest geen onderscheid gemaakt tussen kopers en verhuurders. Sinds 2023 mag geen enkel grootschalig renovatieproject nog een energieverbruik hebben dat hoger ligt dan 150 kWh/m2/jaar.

LAGE-EMISSIEZONES

De op 1 januari 2025 geplande invoering van de lage-emissiezone (LEZ) in heel het Waalse Gewest werd afgevoerd. Eerder hadden ook al Gent en Antwerpen de geplande verstrenging van de LEZ met een jaar uitgesteld (tot 01.01.2026 in plaats van 01.01.2025). In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest daarentegen is er nog geen beslissing genomen over een mogelijk uitstel. Komt dit uitstel er niet, worden alle dieselvoertuigen lager dan Euro 6 de toegang tot de LEZ in Brussel ontzegd vanaf 1 januari 2025, ook vrachtwagens (die nu vrijgesteld zijn).

VLAAMS GEWEST

Op 8 december 2023 keurde de Vlaamse regering een reeks wijzigingen aan Vlarem II goed die een belangrijke impact hebben op de sector, in het bijzonder op (het vullen van) stookolietanks. Dit zijn de voornaamste wijzigingen, die onder andere dankzij de tussenkomsten van Brafco iets minder radicaal zijn dan de oorspronkelijke voorstellen van het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid:

• Voor de ‘ingedeelde’ opslaginstallaties met een alarmfluit geplaatst vóór 2025 moet het fluitje tegen 31 december 2027 worden vervangen door een sonde. Voor particuliere stookolietanks (< 6.000 l.) moet dit gebeuren tegen uiterlijk 31 december 2035.

• Binnenkort moet iedere vulverrichting worden uitgevoerd onder toezicht van de persoon, rechtspersoon of zijn aangestelde die instaat voor het gebruik of het in stand houden van de tank. De aangestelde kan de brandstofleverancier zijn, als de exploitant en de leverancier dit overeenkomen. In dat geval moeten het leveringsdebiet en de nodige voorzorgsmaatregelen op voorhand worden afgesproken.

• Er wordt ook bepaald dat de brandstofleverancier voorafgaand aan iedere levering het attest van de installatie of het attest van de laatste periodieke controle kan opvragen. Bedoeling is om op deze manier een extra controle in te bouwen bij de levering, zodat het aantal incidenten tot een minimum wordt beperkt.

WAALS GEWEST

Op 21 maart 2023 kwam de Waalse Regering tot een overeenkomst over een nieuwe versie van haar Plan Air Climat Énergie 2030 (PACE). Op het vlak van verwarmingssystemen voorziet het PACE dat er vanaf 1 maart 2025 geen verwarmingsketels op stookolie of steenkool meer mogen worden geplaatst in nieuwbouwwoningen. Voor bestaande gebouwen waarin een oude installatie wordt vervangen, ligt de datum waarop stookolie en steenkool niet meer toegelaten zijn, op uiterlijk 1 januari 2026. Bepaalde politieke partijen zijn er evenwel in geslaagd om te bekomen dat er bij de omzetting van de bovenvermelde tijdsschema’s in wetteksten rekening zal worden gehouden met mogelijke uitzonderingen wegens technische en economische onmogelijkheid. Net als bij het Vlaamse decreet m.b.t. het verbod op het plaatsen of vervangen van een mazoutketel heeft de Federatie zich verzet tegen dit verbod.

Op 16 november 2023 namen het Waals parlement en de Waalse Regering een ‘Decreet Koolstofneutraliteit’ aan dat een hele reeks structurele begeleidende maatregelen invoert om drie grote doelstellingen te realiseren.

• Tegen uiterlijk 2050 koolstofneutraliteit bereiken, met een eerlijke en sociaal billijke overgang, rekening houdend met de doelstellingen om de activiteit te bestendigen en te ontwikkelen, en zelfs om het Waalse grondgebied te herlokaliseren en te herindustrialiseren.

• De nodige aanpassingsmaatregelen nemen om het Waals Gewest beter bestand te maken tegen de klimaatverandering.

• Bijdragen tot internationale klimaatfinanciering.

In overleg met de actoren op het terrein, waaronder Brafco, werd een nieuw voorstel voor besluit van de Waalse regering betreffende het beheer van tanks voor stookolie bestemd voor verwarmingsdoeleinden met een capaciteit van 100 l (en niet meer 500 l) tot 24.999 l opgesteld dat momenteel het legislatieve goedkeuringsproces doorloopt.

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

Vanaf 1 juni 2025 zal de plaatsing van stookolieketels verboden worden. Meer in het algemeen gaat het om ketels die werken met een vloeibare brandstof. Dergelijke toestellen (al dan niet nieuw) mogen vanaf dan dus niet meer geplaatst worden. Dit is een belangrijke beslissing, aangezien 10 tot 14% van alle woningen in de hoofdstad wordt verwarmd met mazout. De Brusselaars zullen worden begeleid doorheen deze verandering. De ordonnantie omtrent het klimaat van 17 juni 2021 voorziet ook uitzonderingssituaties. Die worden momenteel bestudeerd. Het gebruik van bestaande installaties is momenteel nog wel toegestaan.

27 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen MILIEU

MARKT

2023 was opnieuw een jaar vol uitdagingen voor de Belgische havens en de binnenvaart. De geopolitieke spanningen en de vertraging van de wereldwijde economische groei zorgen overval voor een lagere industriële productie en een daling in de handelsstromen. En dat liet zich voelen in de trafieken en dus ook in de bunkering. In de drie Vlaamse zeehavens (in orde van volumegrootte: Port betreft of Antwerp-Bruges, North Sea Port en Oostende) werd in 2023 ruim 302 miljoen ton goederen geladen en gelost. Dat is 6% minder dan in 2022 met 321 miljoen ton.

De trafiek van de haven van Antwerpen-Brugge of ‘Port of AntwerpBruges’, de grootste Vlaamse – en Belgische – haven daalde tot 271,39 miljoen ton aanen afgevoerde goederen. Dat is 5,5% minder dan in 2022. De trafiek in het Gentse deel van de North Sea Port daalde nog sterker, met 10% tot zo’n 30 miljoen ton. In Oostende, de kleinste zeehaven in het Vlaamse Gewest (3.906 invaarten in 2023) blijven de trafiekcijfers sinds 2008 dalen (1,2 miljoen ton in 2023). Ook de globale havenactiviteit in de Haven van Brussel liep in 2023 terug met bijna 10%, en was anno 2023 nog goed voor 6,1 miljoen ton.

Bunkering

© De Wit

VLSFO: NOOD AAN MEER CONTROLE

Sinds 1 januari 2020 werd op volle zee de mondiale maximale zwavelnorm van 0,5% van kracht. Dat vormt een grote uitdaging voor de toeleveringsketen, waar bunkerschepen moeten worden gereinigd en tanks moeten worden gevuld met conforme Very Low Sulphur Fuel Oil (VLSFO - max. 0,5%). De bunkeraar is verplicht om enkel brandstof te bunkeren die aan die strenge norm voldoet. Maar uit de laboanalyses blijkt dat het product vaak niet conform het ‘Certificate of Quality’ is. De leverancier blijft echter buiten schot en de bunkeraar draagt de volle verantwoordelijkheid. Zowel de kwaliteit als de kwantiteit in de belading voor de zeevaart blijven ook in 2023 nog zorgenkinderen. Daarom blijft de bunkersector ijveren voor meer controles met duidelijke regels en afdwingbare sancties.

GESLOTEN EN OPEN SCRUBBERS

Die fluctuaties vertalen zich ook in het aantal schepen dat vorig jaar binnenliep in de havens. De Port of Antwerp-Bruges telde 20.325 aanlopen in 2023, waarvan 169 cruiseschepen. Het aantal aangelopen zeeschepen daalde met 4,2% tot 20.156. Het is alvast een feit dat de almaar grotere en zuinigere schepen steeds zwaarder wegen op de bunkeractiviteiten. Zuiniger varen betekent immers minder aanlopen en minder verbruik.

Ondanks de dalende trafiek tonen de statistieken van ‘s lands grootste haven een opvallende volumestijging in de conventionele fuel bunkering (LNG niet meegerekend) met meer dan 60% ten opzichte van 2022. Wat de LNGbunkering betreft, blijft de impact op de onafhankelijke bunkerbedrijven gering daar het gros van de LNG-schepen rechtstreeks door de ‘majors’ via charters wordt gebunkerd, wat voor de onafhankelijke sector geen positieve trend is.

Qua volume bleef 2023 voor de meeste bunkerbedrijven (binnenvaart) een stabiel jaar, weliswaar met dalende prijzen. Komt daarbij dat er door de Russische inval in Oekraïne geen Russische ruwe aardolie meer mag worden gebruikt. Daardoor is het voor de raffinaderijen moeilijker om een kwaliteitsvol product te maken omdat ze andere of meer additieven moeten toevoegen.

Nog om aan de norm te voldoen, installeren reders ‘scrubbers’ die het zwaveloxide uit de uitlaatgassen wassen. Daardoor kan er nog altijd hoogzwavelige brandstof (HSFO) worden verhandeld. In 2023 is de markt van zware stookolie vervierdubbeld (aldus de cijfers voor de Port of AntwerpBruges). De gesloten scrubber-technologie werkt op basis van natriumhydroxide en magnesiumhydroxide. Sinds 2020 worden beide producten ook per lichter geleverd. Met die kanttekening dat dat marktsegment pas zal boomen als de zogenaamde ‘open loop scrubbers’ worden verboden (die gebruiken zeewater om het zwaveloxide op te vangen en het vervolgens weer te lozen in zee).

VRIJSTELLING FQD

In 2020 werd de omzetting de Europese Fuels Quality Directive (FQD) van kracht. Die richtlijn stelt dat de leverancier van transportbrandstoffen tegen eind 2020 de broeikasgasemissies per eenheid energie met 6% moet verminderen. Een van de strijdpunten van Brafco was de vrijstelling van de FQD-verplichting op gasolie diesel (extra) voor de binnenvaart. Immers, de FQD dreigde de concurrentiepositie van de Belgische bunkerbedrijven die gasolie diesel leveren aan de binnenvaart, volledig te ondermijnen, vermits de binnenvaart in Frankrijk, Nederland en Duitsland vrijgesteld is van de FQD. Brafco wist voor België de vrijstelling te bekomen tot deze op 1 mei 2024 werd afgevoerd.

28 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen BUNKERING

EERLIJKE HVO-HANDEL VERSTOORD

De opheffing van de FQD-vrijstelling in ons land heeft een negatieve invloed op de concurrentiepositie van de Belgische bunkerbedrijven inzake de handel in HVO (Hydrotreated Vegetable Oil, geproduceerd uit afvalvetten en -oliën). Het bijmengen van biobrandstoffen doet de CO2uitstoot dalen. Voor dergelijke uitstootvriendelijke brandstof kan een Nederlands bunkerbedrijf zogenaamde HBE-certificaten (Hernieuwbare Brandstof Eenheden) krijgen en inruilen. Dankzij die ‘steun’ kan het HVO aan een scherpe prijs verhandelen. Door het opheffen van de FQD kunnen de Belgische bunkerbedrijven het voordeel dat wordt gerealiseerd met de CO2-reductie niet verzilveren, en verzwakt hun concurrentiepositie ten opzichte van de Nederlandse bunkerbedrijven. Zo’n ongelijk speelveld kan volgens Brafco geenszins de bedoeling zijn van de Europese Unie.

PIJPLEIDING ANTWERPEN-RUHR ON HOLD

Vlaanderen wil een pijpleiding (GRUP Leidingstraat) tussen de Antwerpse haven en het Ruhrgebied. Naast CO2, waterstof e.a. staan ook biobrandstoffen op de transportlijst. Zo’n pijpleiding kan de binnentankvaart hard raken. De sector vraagt zich af of een pijpleiding het juiste antwoord is, temeer daar tankschepen die aan de strengste normen voldoen, dat transport veiliger en duurzamer kunnen uitvoeren. Onder druk van verschillende stakeholders besliste de Vlaamse regering op 20 januari 2023 om de uitrol te stoppen. Het project zal worden bijgestuurd om onteigeningen te voorkomen, natuurschade te vermijden en de leidingstraat in te schakelen in de klimaat- en energietransitie. De overheid vraagt van de industrie een uitgesproken engagement (in de vorm van een convenant) vooraleer een nieuwe doorstart mogelijk is.

IN DE PIJPLIJN

Om te voldoen aan de aanzienlijke vraag naar hernieuwbare energie, zet de Port of Antwerp-Bruges sterk in op de import van groene energie. Waterstof fungeert daarbij als sleutelelement, dienend als energiedrager, grondstof voor de industrie en brandstof voor de scheepvaart. Stap voor stap krijgt de strategie om van de haven een Europese klimaatneutrale waterstofhub te maken, concreet vorm. Zo vond in 2023 de eerste bunkering van waterstof en waterstofdragers plaats.

Op 20 november 2023 trad de Europese Richtlijn 2023/2413/EU, gekend als ‘ RED III ’, in werking. Die herziet Richtlijn 2018/2001/EU ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen. België moet zoals alle andere lidstaten binnen 18 maanden (d.w.z. tegen eind mei 2025) aan de Europese verplichtingen voldoen, met uitzondering van de bepalingen inzake de procedures voor het verkrijgen van vergunningen, die uiterlijk in juli 2024 moeten zijn omgezet. Zo lang ons land de richtlijn nog niet in Belgisch recht heeft omgezet, blijft het koffiedik kijken aan welk CO2-reductiepercentage de sector moet voldoen. Dit, in tegenstelling tot Nederland dat wel al concrete regels heeft uitgewerkt, maar het zou die pas in 2026 laten ingaan. Als België de deadline van eind mei 2025 respecteert betekent dat opnieuw een ongelijk speelveld.

Daarnaast is er de Europese ETS-2 (emissiehandelssysteem) voor de CO2emissies van alle brandstoffen die worden geleverd voor de zeevaart. De bunkerbedrijven worden verplicht om de uitstoot te monitoren en CO2emissierechten te betalen. De binnenvaart en zeeschepen kleiner dan 5.000 ton worden vrijgesteld. Desondanks wil Nederland vanaf 2027 de ETS-2 ook verplichten voor de binnenvaart. Bottomline, zowel over RED III als ETS-2 is vandaag nauwelijks eenduidige informatie beschikbaar, waardoor de bunkersector zich onvoldoende kan voorbereiden op deze toekomstige marktsituatie.

Uit onderzoek blijkt dat er vaak kwantiteitsproblemen zijn bij het bunkeren van zeeschepen. Daarom verplichten de havens van Rotterdam en Antwerp-Bruges bunkerlichters om vanaf 1 januari 2026 een zgn. ‘ mass flow meter ’ (MFM) te gebruiken voor het bunkeren van residuale destillaten (stookolie en diesel) en biobrandstoffen. Dat moet de transparantie en de nauwkeurigheid van de leveringen sterk verbeteren en het aantal disputen over de geleverde hoeveelheid verminderen. De sector verwacht dat steeds meer bunkerschepen een MFM zullen installeren. De havens juichen dat alvast toe. Enerzijds omdat door het gebruik de bemanning ervaring krijgt met de MFM en anderzijds omdat het gebruik van de MFM het vertrouwen in de bunkermarkt vergroot. De havens stellen bovendien dat ze vanaf 1 januari 2026 actief zullen controleren en handhaven.

Productie van tanks tot 100.000 l

Constructies, maatwerk & saneringen

Totaalprojecten tankinstallaties

Verhuur tanks

info@m-tanks.be • www.m-tanks.be • 03/313.06.72

Atelier: Molenstraat 107 • 2960 Brecht

Maatschappelijke zetel: Theo Coertjenslaan 15 • 2960 Brecht

29 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen BUNKERING

ADR-OPLEIDINGEN EN CODE 95

Sinds de opstart van de evaluatie- en herzieningsprocedure in 2012 van de Europese Richtlijn 2003/59 betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen ijverden Brafco en ECFD er hard voor om ADR-opleidingen te laten meetellen voor de verplichte 35 uur nascholing (de zgn. ‘code 95’), die vrachtwagenbestuurders om de vijf jaar moeten volgen.

De niet-aflatende inspanningen van beide organisaties werden uiteindelijk beloond met de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie van Richtlijn 2018/645 van 18 april 2018, die de voornoemde richtlijn van 2003 wijzigt. In die nieuwe richtlijn wordt, wat de verplichte nascholing betreft, het volgende gepreciseerd: “Door een erkend opleidingscentrum worden nascholingscursussen georganiseerd. Die cursussen duren 35 uur per vijf jaar en worden gegeven in modules van ten minste zeven uur die over twee opeenvolgende dagen mogen worden gespreid. (...) De lidstaten kunnen de voltooide specifieke opleiding die verplicht is op grond van andere EU-regelgeving, beschouwen als een van de voorgeschreven modules van 7 uur. Dat omvat, doch niet uitsluitend, de opleiding inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, die verplicht is op grond van Richtlijn 2008/68/EG (...). Lidstaten kunnen echter besluiten dat een voltooide specifieke opleiding inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, die verplicht is op grond van Richtlijn 2008/68/EG, als twee van de modules van zeven uur worden gerekend, mits dit de enige andere opleiding is die in acht wordt genomen bij de nascholing.”

Met de publicatie van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juli 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E in het Staatsblad van 3 augustus 2021 is de richtlijn 2018/645/EU eindelijk in de 3 gewesten van het land omgezet in regionale regelgeving. Dit impliceert dat sindsdien alle ADR-cursussen, ongeacht het gewest waarin de zetel van de opleidingsinstelling zich bevindt, in rekening kunnen worden gebracht voor de verplichte 5-jaarlijkse 35 uur bijscholing in het kader van de vakbekwaamheid (code 95). Deze ADR-opleidingen worden beschouwd als opleidingen van de 2de categorie (toepassing van de voorschriften).

Afhankelijk van het gewest waar de zetel van de opleidingsinstelling gevestigd is, zijn de ADR-opleidingen die in aanmerking komen voor de code 95, deze die plaatsvonden na :

• 12 augustus 2020 (georganiseerd door ADR-opleidingsinstellingen met zetel in het Vlaams gewest);

• 15 mei 2021 (georganiseerd door ADR-opleidingsinstellingen met zetel in het Waals gewest);

• 3 augustus 2021 (georganiseerd door ADR-opleidingsinstellingen met zetel in het Brussels Hoofdstedelijk gewest).

Het aantal kredietpunten verschilt enkel naargelang de gevolgde opleiding, maar niet naargelang het gewest waar de zetel van de opleidingsinstelling gevestigd is. Deze kredietpunten worden enkel toegekend indien de chauffeur geslaagd is voor het examen. Volgende examens ADR

waarvoor de chauffeur slaagt, tellen mee als kredietpunten voor de code 95:

ADR-opleiding met examen

Aantal kredietpunten

Initieel examen ADR categorie I (colli) 14

Initieel examen ADR categorie I + II (colli en tank) 14

Initieel examen ADR categorie IV (vloeibare brandstoffen) 14

Examen bijscholing categorie I (colli) 7

Examen bijscholing categorie I + II (colli en tank) 14

Examen bijscholing categorie IV (vloeibare brandstoffen) 7

Niettegenstaande een ADR-bijscholing categorie IV gespreid wordt over 2 dagen, komt deze opleiding dus slechts voor 7 kredietpunten in aanmerking. De reden hiervan is dat het ADR stipuleert dat een dag opleiding slechts 8 leseenheden van 45 minuten mag bedragen. En vermits 8 x 45 minuten 360 minuten of 6 uur is, kan deze opleiding niet voor 2 modules van 7 uur (14 kredietpunten) maar voor slechts 1 dergelijke module (7 kredietpunten) in rekening worden gebracht.

VERMINDERING VAN DE TERUGVORDERING VAN ACCIJNZEN VOOR PROFESSIONELE DIESEL

Nadat het aandeel terug te vorderen accijnzen voor professionele diesel op 1 januari 2023 met € 21,9051/m3 was verlaagd, daalde het op 1 januari 2024 nog eens met € 10,5665/m3. Zie rubriek ‘Accijnzen’ in dit jaarverslag.

KILOMETERHEFFING

De tarieven van de kilometerheffing in het Waalse Gewest worden tweemaal per jaar, 1 januari en 1 juli, geïndexeerd. Door de indexering op 1 januari 2024 werden de tarieven gemiddeld met 4,08% verhoogd. Deze tarieven gelden voor alle Belgische en buitenlandse vrachtwagens met een maximaal toegelaten massa (MTM) van meer dan 3,5 ton en voor opleggertrekkende voertuigen van categorie N1 met carrosseriecode BC.

De voornaamste veranderingen in het Waals Gewest zijn de invoering van een afzonderlijk tarief voor vrachtwagens van categorie EURO 5 en EURO 6 en de verlaging van het tarief voor voertuigen van minder dan 12 ton. Bijzonder verbazend is dat de tarieven voor de meest vervuilende voertuigen daalden. Zo zag een vrachtwagen van categorie EURO 0, EURO 1 en EURO 2 van meer dan 12 ton maar minder dan 32 ton zijn tarief dalen van € 0,236/km op 1 januari 2023 naar € 0,210/km op 1 januari 2024. Anderzijds werd het tarief voor de meest recente en dus minst vervuilende voertuigen van meer dan 32 ton verhoogd, zonder zelfs maar enige korting of steunmaatregel voor vrachtwagens die op alternatieve brandstoffen rijden die minder CO2 uitstoten, zoals HVO, LNG of waterstof.

Het deel van het Vlaamse wegennet waarop de kilometerheffing voor vrachtwagens geldt, werd op 1 januari 2024 met 686 kilometer uitgebreid tot net geen 2.500 kilometer, zijnde een toename met bijna 40%. Op het volledige Vlaamse wegennet geldt sinds 1 januari 2024 ook een voordeeltarief van 0 cent/km voor zero-emissievoertuigen (ZEV).

In navolging van Vlaanderen zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest emissievrije voertuigen vanaf 1 juli 2024 vrijstellen. Voor voertuigen tot 4,25 ton

30 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen TRANSPORT

geldt deze volledige vrijstelling vanaf 1 juli 2021 tot en met 31 december 2029. Voor de overige emissievrije voertuigen daalt de vermindering vanaf 1 januari 2026.

Net als de transportfederaties vindt Brafco de kortingen voor emissievrije voertuigen in het tariefsysteem een onbeduidende toegift. Enerzijds blijven de transporteurs grotendeels afhankelijk van dieselmotoren en anderzijds blijven emissievrije voertuigen momenteel financieel onhaalbaar.

Via haar website en het magazine Brandstoffen, bracht de Federatie de leden op de hoogte van de nieuwe tarieven van de kilometerheffing.

WIJZIGINGEN ADR 2023

Het ADR (Europees akkoord voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg) ondergaat elk oneven jaar een reeks wijzigingen. De recentste versie van deze reglementering, het ‘ADR 2023’, trad op 1 juli 2023 in werking. Het werd op 11 januari 2023 door het Vlaamse Gewest en op 27 januari 2023 door het Waalse en Brussels Gewest in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De impact op de sector van de brandstoffendistributie blijft voorlopig beperkt, maar hierin zal de komende jaren verandering komen, althans voor bedrijven die benzine en propaangas in bulk vervoeren.

Brafco publiceerde een artikel hierover in haar vakblad van februari-maart 2023.

ONBEMANDE CAMERA’S VOOR DE CONTROLE VAN DE TONNAGEBEPERKINGEN

De politiediensten van het Vlaams Gewest mogen – ingevolge de publicatie van het Besluit van de Vlaamse regering van 13 januari 2023 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2002 in het Staatsblad van 10 maart 2023 – voortaan inbreuken op tonnagebeperkingen gekoppeld aan het verkeersbord C23 (verboden toegang voor bestuurders van voertuigen bestemd of gebruikt voor het vervoer van zaken) vaststellen via onbemande automatisch werkende camera’s. Die vaststellingen krijgen bewijswaarde tot het tegendeel is bewezen.

Het verkeersbord C23 wordt gebruikt om zwaar verkeer (vrachtwagens) te sturen, bijvoorbeeld om ze uit dorpskernen of schoolomgevingen te weren. Het wordt vaak gecombineerd met een onderbord waarop een gewicht staat aangeduid. Vroeger verwees dat gewicht naar de massa van het voertuig in beladen toestand (de werkelijke massa).

Politiediensten konden bestuurders die deze tonnagebeperking niet respecteerden alleen sanctioneren na een materiële vaststelling: door het voertuig effectief te wegen. De ANPR -technologie (automatische nummerplaatherkenning) kon dus alleen ingeschakeld worden als hulpmiddel om de overtreding vast te stellen. Inbreuken op de tonnagebeperking werden daardoor eerder beperkt gesanctioneerd.

Dat is nu verleden tijd. De federale overheid heeft eerst in de legende van het verkeersbord C23 de betekenis van het onderbord aangepast zodat het aangeduide gewicht voortaan verwijst naar de maximaal toegelaten massa. Daardoor wordt het mogelijk om het toegangsverbod te handhaven op basis van beelden van onbemande automatisch werkende camera’s. Nu heeft ook de Vlaamse overheid de regelgeving aangepast om inbreuken op de tonnagebeperking toe te voegen aan de lijst met overtredingen waarvoor

materiële bewijsmiddelen op basis van onbemande automatisch werkende toestellen bewijswaarde krijgen tot het tegendeel is bewezen.

IDENTIFICATIEPLICHT BESTUURDER

Er rezen verschillende vragen bij ondernemers die een minnelijke schikking kregen van 509 euro omdat ze de bestuurder van een voertuig niet hadden geïdentificeerd terwijl ze de eerdere verkeersboete wel hadden betaald. In mei 2023 bracht Brafco haar leden op de hoogte van het bericht van de Federale Overheidsdienst Justitie waarin gestipuleerd wordt dat ondernemingen verplicht zijn om voor iedere verkeersovertreding met een bedrijfsvoertuig de bestuurder te identificeren. Die identificatieplicht geldt voor alle ondernemingen: grote ondernemingen en leasingbedrijven maar ook kmo’s die maar één voertuig hebben ingeschreven. Sinds begin mei 2023 is de boetebrief voor ondernemingen aangepast:

• Er staat een duidelijke waarschuwing op de brief. Ondernemers die nalaten om de bestuurder van de wagen te identificeren kunnen een minnelijke schikking van minstens 500 euro krijgen.

• De mogelijkheid voor de onderneming om te betalen is geschrapt op de boetebrief.

• De bestuurder die de overtreding beging, ontvangt na de identificatie door de onderneming een aparte brief met een uitnodiging tot betalen van de boete.

31 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen TRANSPORT
© Adobe Stock

ECFD

Brafco is lid van ECFD (European Confederation of Fuel Distributors), die de nationale federaties van brandstoffenhandelaars en zelfstandige pomphouders van België, Duitsland, Frankrijk en Oostenrijk verenigt en hun belangen verdedigt bij de Europese instellingen.

Rekening houdend met de huidige initiatieven op Europees vlak legde ECFD zich in 2023 onder meer toe op de richtlijnen betreffende de belasting van

UPEI

Brafco is ook een actief lid van UPEI, de Europese koepelorganisatie die al sinds 1962 de onafhankelijke brandstoffenhandelaars vertegenwoordigt. Die organisatie vertegenwoordigt op Europees vlak zowel de invoerders als de groot- en kleinhandelaars in transport- en verwarmingsbrandstoffen en hun duurzame en hernieuwbare alternatieven. Ze verdedigt bij de Europese Unie de belangen van de nationale verenigingen, hun leden en de bedrijven in de sector in 20 Europese landen.

De Raad van Bestuur van UPEI, die wordt bijgestaan door zes thematische commissies1 en deskundigen, formuleert gemeenschappelijke standpunten over alle Europese wetten die in voorbereiding zijn of gereviseerd worden en dit op het vlak van energie, klimaat en transport. Ze maakt die standpunten vervolgens over aan de besluitvormers binnen de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad. Nog tot 2026 is het voorzitterschap van UPEI en haar Raad van Bestuur de verantwoordelijkheid van de afgevaardigde van Brafco.

2023 en begin 2024 werkte UPEI haar argumenten uit voor een Europese wetgeving die technologieneutraliteit aanmoedigt zodat de energietransitie zo efficiënt mogelijk kan verlopen.

Om te beginnen richtte UPEI een nieuwe commissie op (de zesde) die zich specifiek toelegt op de energietransitie en tot taak heeft de kennis van UPEI en haar leden op het vlak van zowel technologische als economische en maatschappelijke ontwikkelingen (‘eerlijke’ transitie) te vergroten, met name door regelmatig thematische webinars te organiseren met bijdragen van externe deskundigen. Ze organiseert ook uitwisselingen van beste praktijken tussen UPEI-leden om hun klanten te informeren over mogelijke oplossingen die beschikbaar zijn of nog komen. Tot slot heeft ze, in samenwerking met de andere vijf commissies, als taak om risico’s en kansen die voortvloeien uit ontwikkelingen in het beleid van de Europese Unie te beoordelen, zowel wat de wetgeving betreft als op het vlak van onderzoeks- en investeringsprogramma’s.

energieproducten (ETD), hernieuwbare energieën (RED II & III), de energieefficiëntie (EED), de energieprestatie van gebouwen (EPBD), de emissiehandel (ETS), de uitrol van een infrastructuur voor alternatieve brandstoffen (AFIR), de CO2-emissienormen voor personenwagens, bestelwagens en vrachtwagens, en de verordeningen ReFuelEU Aviation en FuelEU Maritime, die tot doel hebben het aandeel duurzame brandstoffen in de lucht- en scheepvaart te verhogen.

bijdrage wordt geleverd aan de vele wetgevingsvoorstellen die binnen de Europese instellingen worden besproken (‘Fit for 55’-pakket, gaspakket, bevordering van koolstofarme industrieën) en waarin de Europese beleidsmakers wordt gevraagd om “te overwegen dat alle technologische en financiële oplossingen volledig worden ingezet om de doelstellingen van klimaatneutraliteit van het Akkoord van Parijs te bereiken” en om “de strategische rol te erkennen van schone moleculen die worden gebruikt in de industrie, de energievoorziening, het transport en de gebouwen om de klimaatdoelstellingen voor 2050 te bereiken. Het gaat dan onder andere om hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO), geavanceerde biobrandstoffen, grondstoffen die worden gebruikt voor het koolstofvrij maken van de industrie (...) en om technologieën voor het afvangen, gebruiken en opslaan van koolstof (CCUS).2 Het uiteindelijke compromis tussen het Europees Parlement en de Raad over de verordening inzake CO2emissienormen voor lichte bedrijfsvoertuigen en een gelijkaardig compromis over zware bedrijfsvoertuigen lijkt erop te wijzen dat politieke besluitvormers de boodschap stilaan beginnen te vatten.

Tot slot positioneert UPEI zich voor de langere termijn, door haar bijdrage aan de eerste denkoefeningen van de Europese Commissie over tussentijdse doelstellingen voor de uitstoot van broeikasgassen tegen 2040 uit te werken, en door deel te nemen aan de activiteiten van verschillende strategische groepen die door de Europese Commissie zijn opgezet (Excise Contact Group, Renewable Low Carbon Fuel Industry Alliance, ETS2 Stakeholders’ Group, Oil Coordination Group, Trade Contact Group). Ze kijkt daarbij verder dan de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni 2024 en houdt ook de internationale ontwikkelingen (in Oekraïne en het Midden-Oosten) nauwlettend in de gaten.

De aanbevelingen van UPEI voor een koolstofneutrale maatschappij zijn terug te vinden op https://www.upei.org/library

Vervolgens heeft UPEI, met de steun van de commissies of in het kader van verschillende Europese industriële coalities waarvan ze lid is, negen verklaringen en acht stellingnames gepubliceerd, waarin een technische

1 Energietransitie, betalingsmogelijkheden voor brandstoffen, ‘bunkering’, invoer en groothandel, tankstations, en kleinhandel in verwarmingsbrandstoffen.

2 Gezamenlijke verklaring van UPEI over AETS voor de COP 28, 29 november 2023.

32 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen EUROPA

Begin 2023 zette ECFD, in het kader van de herziening van de ETD, haar handtekening onder een gezamenlijke verklaring aan het adres van de Europese Unie, waarin wordt benadrukt dat de energiebelasting de klimaatimpact van de energiedragers zou moeten weerspiegelen en de productie en het gebruik van koolstofarme hernieuwbare brandstoffen moet aanmoedigen.

De door de Europese Commissie voorgestelde herziening van de CO2-emissiegrenzen voor zware voertuigen beoogt een reductie van 90% van de CO2-uitstoot tegen 2040, met tussentijdse doelstellingen van 45% tegen 2030 en 65% tegen 2035. ECFD vroeg om indicatoren op te nemen die uitgaan van een levenscyclusanalyse (LCA), zodat rekening wordt gehouden met alle emissies, waaronder ook die van de productie, het transport en het gebruik van de energiebronnen.

Brafco ziet overigens de opening voor verbrandingsmotoren ook na 2035 als een sterk signaal aan het adres van de automobielsector om te blijven investeren in motorisaties op synthetische brandstoffen. Hopelijk leidt dat er ook toe dat de beleidsmakers de hernieuwbare, koolstofarme brandstoffen die momenteel al op de markt beschikbaar zijn, alle kansen geven, ook op fiscaal vlak.

De Commissie Invoerders/Erkend Entrepothouders van Brafco volgde van nabij de omzetting van RED II in Belgisch recht op, hetgeen resulteerde in de wet van 31 juli 2023, die op 1 januari 2024 van kracht is geworden, en de impact van de goedgekeurde gewijzigde richtlijn betreffende de hernieuwbare energieën (RED III). Zie rubriek ‘Milieu’ in dit jaarverslag.

JOINT HEATING COMMISSION

Sinds vijf jaar coördineren de Europese koepelorganisaties FuelsEurope, Eurofuel, UPEI en ECFD hun initiatieven inzake het beleidsdomein ‘verwarming’ via de ‘Joint Heating Commission’.

In maart 2023 richtte de Joint Heating Commission een gemeenschappelijke verklaring aan het adres van het Europees Parlement waarbij ze zich tevreden toonde met de compromistekst over de EPBD-richtlijn die op 9 februari 2023 werd goedgekeurd door de Commissie Industrie, Onderzoek en Energie (ITRE) van het Europees Parlement. De organisatie staat achter de globale decarbonisatie van de verwarmingssector en juicht de herbevestiging van het principe van technologieneutraliteit door Europa toe. De Joint Heating Commission wees ook op de lancering van het label ‘Green Fuels Ready’, dat er kwam op initiatief van de Duitse industriefederatie en en2X, de Duitse tegenhanger van In4Fuels. Dit label wijst op de compatibiliteit van verwarmingsketels en tanks met koolstofarme vloeibare brandstoffen.

Op 22 juni 2023 namen de leden van de Joint Heating Commission een gezamenlijk standpunt in over de herziening van verordeningen over ecologisch ontwerp – het zgn. “Ecodesign“ – en een energielabel voor ruimteverwarmingstoestellen en combinatieverwarmingstoestellen. Brafco vertaalde dit standpunt in de twee landstalen en communiceerde dit aan de federale en regionale overheden bevoegd voor Klimaat, Leefmilieu en Energie, met het verzoek dit ook te willen bepleiten bij de Europese Raad.

In het voorjaar van 2024 actualiseerde de Joint Heating Commission haar position paper over de bijdrage van vloeibare brandstoffen aan de doelstellingen van het energie- en klimaatbeleid van de Europese Unie.

33 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen TSG BeLux | Treskesdijk 7, 2300 Turnhout | +32 (0)14 44 85 30 www.tsg-solutions.com | sales.turnhout@tsgnortheurope.com Meer informatie? Neem contact op met onze experts. Uw partner voor laden, tanken en wassen EUROPA

Als lid van Brafco ontvangt u het vakblad Brandstoffen. Wenst u een of meer bijkomende abonnementen voor uzelf of voor uw medewerkers? Dat kan, tegen een zeer interessante prijs: Per bijkomend abonnement: 45 euro/abonnement (excl. btw)!

Ter herinnering: niet-leden betalen 95 euro (excl. btw) voor een abonnement. Interesse? Mail naar info@brafco.be

Uw paritair comité voorziet de toekenning van €250 aan ecocheques voor alle werknemers. * Geldig op de basis-prestatievergoeding.

Geniet van 35% korting* op uw Edenred Eco-bestellingen met de promotiecode EC2401BRAFCO83

Bezoek edenred.be voor meer informatie.

Schenk uw medewerkers een abonnement! Brandstoffen,
bron van informatie
BELGISCHE FEDERATIE BRANDSTOFFENHANDELAARS JAARVERSLAG 2022 623_NL_book.i onafhankelijke beroep Johan Mattart, BRAFCO, Léon Lepagestraat B-1000 Brussel EUROPA flexibele GILLES,PIETENERIKVANTIEGHEM ESSOVANTIEGHEM P.18-20 Br ndstoffen BRANDSTOFFENHANDELAARS petroleumproducten SOCIAAL ANNIE PIRONT A.PIRONT & PIROLUX BRAFCO, Léon Lepagestraat Br ndstoffen V.U. Johan Mattart, BRAFCO, Léon Lepagestraat B-1000 Brussel Br ndsto en VOOR R33 Br ndstoffen BRANDSTOFFENHANDELAARS Johan Mattart, BRAFCO, B-1000 Brussel MAZOUT ETIENNE BERTRIX P.22-24 Br ndstoffen V.U. Mattart, BRAFCO, Lepagestraat Brussel trekkers! verplichtingen SVENSCHEPERS CHECKSIX www.brafco.be Br ndstoffen FEDERATIE NIEUWS voor Bestuursorgaan sector... ENERGIEBELEID toekomstscenario’s voor ecocheques WORDLID IN4FUELSVAN P. 6-7 ETSJACKY& HABAY-LA-NEUVEGOFFINETJÉRÉMY 17-20 V.U. Johan Mattart, BRAFCO, Léon Lepagestraat B-1000 Brussel Uw voordelen bij Edenred als Brafco-lid
een waardevolle
voor uw onderneming

PENSIOENFONDS VOOR ARBEIDERS IN DE BRANDSTOFFENDISTRIBUTIESECTOR BESTAAT 20 JAAR!

De IBP (instelling voor bedrijfspensioenvoorziening) voor de Handel in Brandstoffen, het zogenaamde ‘Sectoraal Pensioenfonds’ werd in 2003 opgericht. De sector was één van de eerste om de wet die deze ‘2de pensioenpijler’ invoerde, te omarmen en heeft sindsdien hard gewerkt om ervoor te zorgen dat de arbeiders in het Paritair Comité voor de Handel in Brandstoffen (PC 127) kunnen genieten van de voordelen van een aanvullend pensioen.

De sectorale sociale partners waren één van de eersten om het belang van een aanvullend pensioen voor de werknemers te erkennen. De arbeiders in de sector ontvangen bovenop hun loon nog een bijdrage van 3%, die gestort wordt in hun pensioenplan.

Deze bijdrage van de werkgevers in de sector voor het aanvullend pensioen van hun werknemers is in lijn met de doelstellingen van het laatste

regeerakkoord. De federale regering wil werkgevers stimuleren om 3% van het loon van hun werknemers te investeren in een aanvullend pensioenplan. De sector van de brandstoffenhandel en -distributie doet dit intussen 20 jaar. Dit aanvullend pensioen is één van de vele sociale voordelen waarop de arbeiders in de sector aanspraak kunnen maken.

Hieronder vindt u een korte berekeningssimulatie voor 4 arbeiders die in 2003 respectievelijk 0, 5, 10 en 15 jaar anciënniteit hadden als tankwagenchauffeur. Naar de toekomst toe gaan we er voorzichtigheidshalve van uit dat er geen indexeringen of loonsverhogingen zullen plaatsvinden en het rendement 1,75% op jaarbasis bedraagt.

SECTORAAL AKKOORD 2023-2024

Op 14 november 2023 sloten de sociale partners een protocolakkoord dat de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2023-2024 vastlegt. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste overeenkomsten:

Koopkrachtpremie

Afhankelijk van de hoogte van de in 2022 gerealiseerde winst dienden de werkgevers in de sector een eenmalige koopprachtpremie van 200, 350 of 750 euro toe te kennen aan hun werknemers. Het totale bedrag van de toe te kennen koopkrachtpremies werd evenwel beperkt tot maximum 50% van de gerealiseerde winst.

Woon-werkverkeer

Aanpassing van de werkgeversbijdrage (bij gebruik van het openbaar vervoer): 80% van de treinkaart in tweede klasse voor de overeenstemmende afstand, wat ook past binnen de harmonisatie van sociale voordelen tussen arbeiders en bedienden zoals geregeld in het PC 226.

Verlenging bestaande cao’s

Verlenging van de bestaande cao’s van bepaalde duur rond SWT voor 2 jaar (rekening houdende met de wettelijke mogelijkheden en eventuele sectorale bijsturingen).

GE ZOC H T VOO R E XPOR T:

Tankwagens en tankopleggers voor LPG, diesel, benzine, olie, bitumen, chemische stoffen, levensmiddelen, cement en bulkopleggers. Aankoop trekkers en ander rollend materieel. Materiaal te koop of een overname? BEL VANDAAG!!! G SM +32 (0)475-60 12 43 E - mai l : detrucks@telenet.be w w w t a n kwagens. c o m

35 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen SOCIALE ZAKEN Anciënniteit op 01-01-2003 Leeftijd op 01-01-2003 Leeftijd op 01-01-2023 Uurloon in 2003 Uurloon in 2023 Reeds opgebouwde reserve op 01-01-2024 Schatting van het kapitaal op 65 jaar
jaar 25 jaar 45 jaar € 9,0679 € 15,5377 € 19.745 € 48.172 5 jaar 30 jaar 50 jaar € 9,1448 € 15,9235 € 20.045 € 40.106 10 jaar 35 jaar 55 jaar € 9,2241 € 16,0803 € 20.214 € 32.132 15 jaar 40 jaar 60 jaar € 9,3530 € 16,3097 € 20.382 € 24.713
0
Het Pensioenfonds voor de Handel in Brandstoffen mocht 20 kaarsjes uitblazen in 2023.

Verruim Je Horizon 2023.

OVERZICHT ACTIES

SECTORCONVENANT 2023

Eén van de opdrachten van het Sociaal Fonds voor de Handel in Brandstoffen is de uitvoering van het sectorconvenant. Het convenant heeft als doel de werkgelegenheid binnen de sector te bevorderen. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste verwezenlijkingen in 2023:

1. Instroom

Het Sociaal Fonds heeft actief bijgedragen aan het aantrekken van nieuw talent naar de sector. Het nam deel aan belangrijke evenementen zoals de Limburgse schoolverlatersbeurs ‘Verruim je horizon’, waar het jongeren informeerde over de mogelijkheden van een carrière als chauffeur in de brandstoffensector. Daarnaast organiseerde het Fonds voor de 6de keer de beroepenrally ‘On The Move 6’, in samenwerking met vier andere sectoren actief in transport en logistiek, waarbij150 leerlingen werden ondergedompeld in de transport- en distributiesector bij het transportbedrijf H. Essers in Genk. Daarnaast verstrekte het Sociaal Fonds proactief informatie over de instroommogelijkheden in de sector aan 48 toeleiders van niet-beroepsactieven en leden van De Werkplekarchitecten. Tot slot lanceerde het sectorfonds in de zomer van 2023 een promofilm gericht op jongeren. Ook in 2024 zet de sector extra in op het verspreiden van deze informatie om nog meer werkzoekenden op te leiden tot gekwalificeerde chauffeurs.

2. Competentiebeleid

In samenwerking met de cluster transport en logistiek organiseerde het Sociaal Fonds in 2023 twee lerende netwerken. Het eerste netwerk richtte zich op effectieve communicatievaardigheden, waaraan 20 werkgevers deelnamen. Het tweede netwerk, gericht op het voorkomen van conflicten op de werkvloer, was een groot succes met maar liefst 62 deelnemers.

3. Non-discriminatie

In het kader van non-discriminatie en inclusie organiseerde het Sociaal Fonds in samenwerking met de SERV en 38 sectoren een webinar rond ‘Dag van Inclusie in actie’. 200 werkgevers en HR-medewerkers kregen er concrete tips mee om in hun bedrijf een actie rond inclusie op te zetten. Daarnaast nam het Fonds actief deel aan de infomarkt met verschillende sectoren tijdens de ‘Dag van de Jobcoach’, georganiseerd door Sterpunt Inclusief Ondernemen.

YOUTH ENERGY PROJECT

Via het Youth Energy Project (YEP) project kunnen jongeren (-26 jaar en werkzoekend) aan de hand van een IBO bij een bedrijf in de sector volledig gratis worden opgeleid tot chauffeur C/CE met vakbekwaamheid en ADR-attest. Hiermee hoopt het Sociaal Fonds het aantal jongeren in de sector te verhogen, de instroom te bevorderen en de toenemende vergrijzing op te vangen.

36 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen SOCIALE ZAKEN

Binnen het project YEP II, dat liep van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2023, werden een aantal jongeren opgeleid bij een werkgever actief in de sector. Op 1 januari 2024 is het YEP III van start gegaan; dit project loopt tot en met 31 december 2025.

De beroepenrally ‘On The Move 6’ bij het transportbedrijf H. Essers in Genk.

MOBIELE TANKUNIT

De mobiele opleidingsinstallatie van het Sociaal Fonds werd officieel ingehuldigd op 29 juni 2023. Deze opleidingstool wordt ingezet om cursisten de nodige laad- en losoperaties aan te leren tijdens de opleiding ‘Zwaar Vervoer’ bij de VDAB. Daarnaast wordt deze nieuwe installatie ook ingezet tijdens promoacties en beurzen.

Inhuldiging mobiele tankunit.

37 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen SOCIALE ZAKEN

ADR-CURSUS ‘VLOEIBARE BRANDSTOFFEN’

Sedert twee decennia organiseert de Federatie voor zaakvoerders en hun personeel ADR-opleidingen (zowel initiële als vervolmakingscursussen).

Haar erkenning als ADR-opleidingsinstelling werd eind 2013 door de FOD Mobiliteit en Vervoer met succes verlengd en deze erkenning werd door de gewesten bevestigd. Zij zijn door de Zesde Staatshervorming sedert 1 januari 2015 bevoegd voor o.m. de opleiding en examens van ADRchauffeurs.

Aangezien op vraag van de Federatie een specifiek opleidingsgetuigschrift ‘vloeibare brandstoffen’ (categorie IV) in het leven werd geroepen, was Brafco de eerste organisatie die reeds in het najaar van 2008 een dergelijke opleiding organiseerde. De ADR-cursus ‘vloeibare brandstoffen’ kan worden gevolgd als initiële ADR-opleiding of als vervolmakingscursus (voor wie al over een geldig getuigschrift beschikt). Dat getuigschrift is interessant op meerdere vlakken. De initiële opleiding is beperkt tot 2,5 dagen (i.p.v. 5) en uitsluitend gericht op die producten waar de meeste chauffeurs in de sector dagelijks mee omgaan: gasolie, dieselolie, benzine en kerosine (lamppetroleum).

Sinds 2012 is het specifieke getuigschrift ‘petroleumproducten’ niet langer beperkt tot het binnenlands vervoer binnen een straal van 75 km rond de maatschappelijke zetel van de onderneming. Niet enkel werd deze beperking opgeheven, het getuigschrift geldt sindsdien ook voor het internationale vervoer en voor het vervoer van zware stookolie, dat sedert 2012 onder het ADR valt (meestal gecatalogeerd onder UN 3082).

ADR-BIJSCHOLINGSCURSUS

Brafco organiseerde in 2023 opnieuw de gewone ADR-bijscholingscursussen voor haar leden om hen de kans te geven tijdig een verlenging van de geldigheidsduur van hun getuigschrift te bekomen. Een bijscholingscursus kan worden gevolgd in de 12 maanden voor de vervaldatum van het getuigschrift (het getuigschrift wordt dan verlengd vanaf de vervaldatum). Indien de bijscholingscursus eerder wordt gevolgd, gaat de geldigheidsperiode van het nieuwe getuigschrift in op de datum waarop het examen met succes wordt afgelegd. Alle chauffeurs van wie de Federatie vooraf in kennis werd gesteld van de categorie en de vervaldatum van hun ADR-getuigschrift, ontvangen automatisch een uitnodiging om deel te nemen aan een bijscholingscursus enkele maanden voor de vervaldatum van hun getuigschrift.

ADR-VEILIGHEIDSADVISEUR

Elke onderneming die gevaarlijke goederen over de weg vervoert en/of laad-, los- of vulwerkzaamheden verricht, met inbegrip van de overslag van de weg, het spoor of de binnenwateren naar een andere vervoerswijze, moet beschikken over een ADR-veiligheidsadviseur. De functie van veiligheidsadviseur mag worden uitgeoefend door de bedrijfsleider, een persoon die binnen de onderneming andere taken vervult of een persoon die niet tot de onderneming behoort.

Ondernemingen die niet over een ADR-veiligheidsadviseur beschikken, kunnen terecht bij Brafco die deze individuele dienstverlening aanbiedt.

NASCHOLINGEN VAKBEKWAAMHEID CHAUFFEURS

De vakbekwaamheid – code 95 – is ondertussen een begrip. Chauffeurs met een rijbewijs C of CE moeten om de 5 jaar 5 erkende opleidingen van ten

minste 7 uur (samen 35 kredieturen) hebben gevolgd om hun rijbewijs te verlengen.

Door de aanhoudende inspanningen van Brafco, die sinds de eerste evaluatie van de richtlijn 2003/59 er zowel op Europees als op nationaal en regionaal vlak voor ijverde dat gevolgde ADR-opleidingen ook kunnen meetellen voor de verplichte 35 uur nascholing, is dit nu het geval in de drie gewesten van het land. Initiële ADR-opleidingen van categorie II (tank) en categorie IV (vloeibare brandstoffen), alsook de bijscholingscursussen van categorie II komen in aanmerking voor 14 kredietpunten voor de “code 95”. ADRbijscholingscursussen van categorie IV komen eveneens in aanmerking voor de code 95, doch slechts voor 7 kredietpunten. De ADR-opleidingen worden beschouwd als opleidingen van de 2de categorie (thema B, “toepassing van de voorschriften”). Zie ook rubriek Transport in dit jaarverslag.

Ondernemingen in de sector (en ook andere) kunnen bij de Federatie terecht voor opleidingen in het kader van de vakbekwaamheid en permanente vorming van de chauffeurs. Brafco werkt hiervoor samen met enkele gespecialiseerde opleidingscentra.

QFOR-LABEL EN OPLEIDINGSCHEQUES

Het Qfor-kwaliteitscertificaat waarover Brafco beschikt, heeft tot doel de kwaliteit en het professionalisme van de opleidingsinstellingen vast te leggen en te verzekeren. Dankzij dit Qfor-label kunnen ondernemingen in het Vlaamse Gewest via de ‘kmo-portefeuille’ genieten van een tussenkomst in de kosten van opleidingen die Brafco organiseert. Waalse bedrijven die een beroep doen op de diensten van Brafco krijgen toegang tot opleidingscheques van het Waals gewest. Het Qfor-kwaliteitscertificaat is drie jaar geldig. In 2022 werd, na een audit, het Qfor-kwaliteitslabel van Brafco verlengd.

NOTERINGEN

Brafco biedt haar leden de mogelijkheid om vier keer per dag, per fax of per e-mail, informatie te ontvangen over de evolutie van de petroleumprijzen op de internationale markten. De leden worden eveneens een dag vooraf op de hoogte gebracht van elke wijziging van de officiële maximumprijzen van de petroleumproducten. Leden die dat wensen kunnen ook tweemaal per dag per sms geïnformeerd worden over de koers van de dollar ten opzichte van de euro en over de evolutie van de noteringen van gasolie en diesel.

38 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen DIENSTEN
© Adobe Stock

BLIJVEN INFORMEREN

De Federatie stelt haar leden diepgaande artikels ter beschikking en een onophoudelijke informatiestroom via de website www.brafco.be en het tweemaandelijkse magazine Brandstoffen Brandstoffen is in de eerste plaats bestemd voor de leden van de Federatie, maar ook een belangrijk informatiemiddel voor de decision makers binnen overheidsadministraties en ministeriële kabinetten. In 2023 publiceerde het magazine Brandstoffen artikels over tal van thema’s, waaronder sectorspecifieke aspecten m.b.t. de bedrijfsvoering, de verwarmingstoelagen, hernieuwbare brandstoffen, fiscale en sociale zaken en wijzigingen in de loonadministratie van de arbeiders in de sector.

De website van Brafco biedt heel wat functies: statistieken over de prijsevolutie van de verschillende petroleumproducten; de mogelijkheid voor leden om hun gegevens aan te passen in ‘mijn profiel’ (met o.a. de mogelijkheid om iemand binnen het bedrijf toegang tot het ledenportaal te geven); een uitgebreide dealer locator en tankstation locator; artikels voor leden/ niet-leden duidelijk zichtbaar; te downloaden formulieren gerangschikt volgens thema in ‘documenten’; de mogelijkheid om zich online in te schrijven voor een evenement of opleiding … Het ledenportaal op de website wordt zeer regelmatig bijgewerkt met interessante info voor brandstoffenhandelaars en pomphouders.

Met al die communicatiemiddelen voorziet de Federatie ook in de interactiviteit tussen haar leden. Zo konden leden met een tankstation zich via het magazine of de website kandidaat stellen om in samenwerking met Fapetro de aanbevelingen uit te testen voor het gebruik van transportmiddelen bij het lossen van petroleumproducten in tankstations (met de bedoeling om niet-conformiteiten, zoals een te laag vlampunt voor diesel, te voorkomen).

De leden konden ook hun bedrijf opgeven als inzamelpunt voor hervulbare butaan- en propaanflessen en om, bij een mogelijke bevoorradingscrisis, in te staan voor de distributie van de verschillende producten en/of voor de bevoorrading van prioritaire voertuigen in hun tankstation. Dat kadert in de lancering van een noodprotocol in geval van schaarste van afgewerkte petroleumproducten en een spaak lopende distributie aan prioritaire diensten en verbruikers. Die interactiviteit van Brafco met haar leden wordt binnenkort nog versterkt met de aanmaak van een WhatsApp-groep –zodra er genoeg kandidaten voor zijn – waarin beroepsinformatie gedeeld kan worden met de leden.

Br ndstoffen

Via haar Facebook-pagina en Twitter-account richt Brafco zich ook tot de consument.

MEDIA

Voor de Nederlandstalige media trad in 2023 algemeen directeur Johan Mattart op als woordvoerder van de Federatie; voor de Franstaligen was dat de taak van toenmalig technisch directeur Olivier Neirynck. Zij kwamen in 2023 meermaals in de media, onder meer over de evolutie van de petroleumprijzen, de invoering van de koolstoftaks, de hervorming van de handel in emissierechten, de kostprijs van elektrische laadpalen en de overstap naar gasolie-verwarming 10 ppm S.

De website van Brafco toont de visuele identiteit van de Federatie.

Onze sector en de woordvoerders van de Federatie zorgen regelmatig voor headlines in de actualiteit.
JURGEN CAVENS & BOB SCHEPKENS TEMPO OIL 22 REGISTER POMPHOUDER AFFICHAGE PRIJZEN 25 26 TOTALENERGIES AIR LIQUIDE 27 BANKKAARTEN 28 TEMPO OIL 31 31 AANSLUITING POMPHOUDER SPECIALE BIJLAGE MOTORBR NDSTOFFEN ACCIJNZEN Overheidsmaatregelen enkele belangrijke wijzigingen wordt gasolie-verwarming 50 ppm Gevolgen van één jaar oorlog in Oekraïne DEUR OP EEN KIER VOOR SYNTHETISCHE BRANDSTOFFEN NA 2035 P.5 brafco
Informatie voor zowel de handelaars als de decision makers binnen overheidsadministraties en ministeriële kabinetten.
nr.3 april-mei 2023 77 jaargang V.U. Johan Mattart, BRAFCO, Léon Lepagestraat B-1000 Brussel
39 Jaarverslag 2023 Br ndstoffen PUBLICATIES & COMMUNICATIE

▶ Verkoop nieuwe & tweedehandse ADR voertuigen

▶ Aankoop en overname van uw ADR tankwagen voor internationale export

▶ 25 jaar ervaring in aankoopadvies en technische ondersteuning

Bezoek onze showparking Kanaalstraat 8, 3560 Lummen
Met een ADR-truck van TVW Fuel Trucks loopt uw onderneming op wieltjes! Contacteer ons voor meer info: Jean-François Riche +32 (0)475 61 83 22 jfr@tvw-fueltrucks.com Steven Leenaerts +32 (0)478 46 10 30 sl@tvw-fueltrucks.com www.tvw-fueltrucks.com

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.