Verbod op het uitstallen van tabaksproducten 22 EVENT BRAFCO EV-BELGIUM
Het is de laatste kans om hen te informeren!
Hebt u klanten met een bodemverontreiniging door een mazoutlek? Het Promaz-fonds kan hen helpen met de sanering én financiële steun bieden, zelfs als de sanering al in het verleden gebeurde. Een hele zorg minder! Maar let op: hulp aanvragen kan enkel tot 28 februari 2025 via promaz.be of 0800 63 636 Informeer uw klanten over deze deadline. Zo helpt u Promaz uw klanten helpen. Bedankt!
04 ENERGIEMARKT
COLOFON
VU
Johan Mattart, Algemeen Directeur van de Belgische Federatie der brandstoffenhandelaars v.z.w.
Gerenommeerde merken zetten in op koolstofarme vloeibare brandstoffen in Europa
14 LEDEN
Skytanking: volledig beheer van tankoperaties, van de pijpleiding tot in het vliegtuig
18 MOTORBRANDSTOFFEN
28,5% marktaandeel voor elektrisch voertuigen
23 ELEKTRISCHE LAADSTATIONS
McDonald’s, Q8 en Storm slaan de handen in elkaar
24 TANKSTATIONS
Verbod op het uitstallen van tabaksproducten
25 DIENSTEN
Vakbekwaamheid, ADR-cursussen…
30 PERS
Brafco staat de pers te woord
31 GRAADDAGEN & ZOEKERTJES
10 MILIEU
Nieuwe technische Vlaremvoorschriften
21 MOTORBRANDSTOFFEN
Waterstof en synthetische brandstoffen: twee serieuze denkpistes
22
MOBILITEIT VAN DE TOEKOMST Event Brafco - EV Belgium
27 SOCIAAL NIEUWS
• Impact Arizona op de arbeidsregelgeving
• Relance-overuren
• App AG Insurance
• Webinar Sectorale Arbeidsduur en Werkbaar Werk
• ‘Coach op de werkvloer’
SIMULATIES VAN ENERGIEPRIJZEN
Aardgas 14% duurder dan mazout in het Vlaams Gewest
Op 1 februari jl bedroeg de maximumprijs voor 2.000 liter stookolie
1.747 euro. Voor het equivalent van 2.000 liter mazout moest de aardgasgebruiker (afhankelijk van de leverancier en de regio) 1.991 euro betalen in het Vlaams Gewest (tarief Engie Flow variabel, netbeheerder
Fluvius Zenne-Dijle), 2.253 euro in het Waals Gewest (tarief Engie Flow variabel, netbeheerder Ores Waals Brabant) en 2.050 euro in het Brussels Gewest (tarief Engie Flow variabel, netbeheerder Sibelga). Dit betekent een meerkost van respectievelijk 244, 506 en 303 euro! Alle prijzen zijn incl. BTW.
Simulatie op basis van de prijzen op 01/02/2025
Mazout factuur voor 2.000 liter mazout officiële maximumprijs gasolie verwarming 10S, leveringen 2.000 liter (bron: FOD Economie)
Propaan factuur voor 2.924 liter propaan (equivalent van 2.000 liter mazout) officiële maximumprijs propaan, leveringen 2000 liter (bron: FOD Economie)
Pellets factuur voor 4.256 kg pellets (equivalent van 2.000 liter mazout) pellets in zakken (min. 1 pallet) (bron: www.ecopellets.be)
Aardgas factuur voor 21.282 kWh aardgas (equivalent van 2.000 liter mazout) tarief Engie Flow variabel geschatte jaarprijzen, netbeheerder Fluvius Zenne-Dijle (bron: engie.be)
Elektriciteit factuur voor 17.440 kWh elektriciteit dal- en piekuren (equivalent 2.000 liter mazout) tarief Engie Flow variabel geschatte jaarprijzen, netbeheerder Fluvius Zenne-Dijle, analoge meter (bron: engie.be)
De oliemarkt is voortdurend in beweging. Daarom biedt Brafco haar leden de mogelijkheid om de evolutie van de petroleumprijzen 4 maal per werkdag te ontvangen, via fax of mail. Ook worden ze een dag op voorhand op de hoogte gebracht van alle wijzigingen van de officiële maximumprijzen.
Indien u interesse heeft in deze (betalende) dienst, kan u twee weken GRATIS dit abonnement op proef ontvangen (zonder verdere verplichtingen). Neem daarvoor contact op met Ann: telefonisch 02/502.42.00 of via mail ann.deknibber@brafco.be
Ook kan u via sms tweemaal per dag geïnformeerd worden omtrent de koersevolutie van de dollar en van de noteringen op de internationale markt van gasolie en diesel. Interesse?
Neem voor een GRATIS proefperiode ook contact op met Ann!
EDITO
Veel goede intenties, maar ook enkele minder goede ...
Het heeft enige tijd op zich laten wachten, maar de regering De Wever I is eindelijk een feit. Uitgerekend 236 dagen na de federale verkiezingen van 9 juni vorig jaar kwam op 31 januari jl. de spreekwoordelijke witte rook uit de schoorsteen van de Koninklijke Militaire School in Brussel. De formateur was er op de valreep in geslaagd de Arizonapartijen op één lijn te krijgen. Na het daarop volgende ongeziene marathondebat van ruim 40 uur in de Kamer, kreeg hij ook het vertrouwen van de meerderheidspartijen N-VA, Vooruit, cd&v, MR en Les Engagés, en kon de nieuwe bewindsploeg aan de slag om de grote uitdagingen waar het land voor staat, aan te pakken.
Prioritair voor de regering-De Wever is de ontspoorde begroting op orde te krijgen door in vijf jaar 17 miljard euro te saneren, en dit zonder stijging van de globale belastingdruk. De te leveren begrotingsinspanning moet hoofdzakelijk komen uit structurele hervormingen op de arbeidsmarkt en de pensioenen. Zo wordt gestreefd naar een werkzaamheidsgraad ‘in de richting van 80% tegen 2029’. De beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd en de uitbreiding van het systeem van flexi-jobs naar alle sectoren worden, althans in sectoren die geconfronteerd worden met een structureel tekort aan arbeidskrachten, positief onthaald. Ook de grotere arbeidsflexibiliteit (zie p. 28 van deze editie) klinkt voor werkgevers, zeker in onze sector, als muziek in de oren.
woningen ouder dan 10 jaar, doet de wenkbrauwen fronsen. Waar de vervanging van een stookolieketel nog toegestaan is maar de plaatsing van een warmtepomp geen optie is, zullen energieverslindende stookketels door dergelijke maatregel minder snel worden vervangen gezien het prijsverhogend effect voor de betrokken huishoudens, die ook geen boodschap hebben aan de aangekondigde verlaging van het btw-tarief op de levering en installatie van warmtepompen.
De eerlijkheid gebiedt ons te erkennen dat het voorgenomen energiebeleid op verscheidene punten zeker positief is. Zo is de evaluatie van de Programmaovereenkomst hopelijk de voorbode van de afschaffing van het regime van maximumprijzen en de invoering van richtprijzen voor petroleumproducten, waar de Federatie al decennia lang op aandringt. Ook het feit dat er niet langer sprake is van een verhoging van de controleretributie op huisbrandolie en er voor professionele diesel een voldoende groot competitief voordeel wordt behouden, zijn zowel voor huishoudens als ondernemingen een goede zaak.
De mogelijke invoering van een taks shift vóór de impact van ETS2 zich laat voelen, zou onverstandig en nefast zijn voor burgers én ondernemingen.
De ontwikkeling van een KMO-plan voor een aantrekkelijker ondernemingsklimaat voor kleine en micro-ondernemingen, een administratieve vereenvoudiging en een gerichte kostenverlaging worden eveneens warm onthaald.
Wat het energiebeleid betreft, verklaart premier De Wever dat “de regering werk zal maken van een verstandig energiebeleid, zich hierbij niet langer zal laten leiden door achterhaalde dogma’s, en met een open geest zal kijken naar alle mogelijke energiebronnen die kunnen bijdragen tot een meer secure, klimaatvriendelijke en goedkope energiemix”.
Of het optrekken van het btw-tarief op steenkool van 12 naar 21% als “verstandig energiebeleid” kan worden gecatalogeerd, is maar zeer de vraag. Het volume steenkool – niet bepaald dé brandstof waarmee de meer gegoede burger zich verwarmt – dat in België door huishoudens wordt gebruikt, is dermate klein dat zijn aandeel in de totale CO2-uitstoot verwaarloosbaar is. De btw-verhoging – die ons inziens eerder principieel is – zal bijgevolg geen enkele impact hebben op het klimaat, maar des te meer de sociaal zwakkeren en ouderen die deze brandstof gebruiken, treffen.
Ook de verhoging van het btw-tarief van 6 naar 21% voor de levering en plaatsing van nieuwe, energiezuiniger stookketels op fossiele brandstoffen in
Dat het principe van technologieneutraliteit zal worden gehanteerd voor het vastleggen van een “gezonde energiemix” (gebaseerd op de pijlers bevoorradingszekerheid, betaalbaarheid en duurzaamheid), stemt ons hoopvol, vermits alle energiebronnen dan beoordeeld moeten worden op basis van dezelfde criteria om tot de meest kostenoptimale samenstelling van de energiemix te komen. Wij durven hopen dat koolstofarme en koolstofneutrale vloeibare brandstoffen (R33, HVO, e-fuels, ...) een volwaardige plaats krijgen in de energiemix. Het principe van technologieneutraliteit dient ook in het interfederaal energiepact met de gewesten te worden toegepast.
Onze eerder geuite bezorgdheid over de impact van ETS2 bovenop de invoering van een taks shift op energieproducten (zie edito november/december 2024) blijven we echter luidop herhalen, niettegenstaande “de regering de impact van de invoering van ETS2 zal bestuderen en de modaliteiten zal onderzoeken van een taks shift op energieproducten (…) en deze taks shift vervolgens zal uitvoeren zonder de gemiddelde factuur van de gezinnen en ondernemers te verhogen”.
Dit klinkt veelbelovend, doch we zullen de regering hieraan tijdig herinneren. Want, om het met de woorden van de Romeinse dichter Ovidius te zeggen, fallitur augurio spes bona saepe suo (een goede verwachting wordt dikwijls teleurgesteld).
Aan de nieuwe federale regering om het tegendeel te bewijzen!
JOHAN MATTART ALGEMEEN DIRECTEUR
CYBERVEILIGHEID
Impact NIS2-richtlijn op brandstoffendistributie sector (nog) vrij onduidelijk...
Op 18 oktober 2024 werd de “NIS2-wet” van kracht. Deze wet verplicht middelgrote en grote ondernemingen in kritieke sectoren om gepaste risicobeheersmaatregelen te implementeren ter beveiliging van hun netwerk- en informatiesystemen. Niettegenstaande de energiesector als een zeer kritieke sector werd aangeduid, is het voor meerdere van de hoger vermelde ondernemingen in de sector nog niet duidelijk of ze al dan niet als NIS2-entiteit worden beschouwd. Een woordje uitleg ...
De nieuwe cybersecuritywet van 26 april 2024 is de vertaling van de Europese NIS2-richtlijn (Network and Information Systems directive) in nationale wetgeving. Deze wet vervangt de eerdere wet van 7 april 2019 tot vaststelling van een kader voor de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen van algemeen belang voor de openbare veiligheid. Bedoeling van de nieuwe wetgeving is het versterken van maatregelen op het gebied van cyberbeveiliging, incidentbeheer en het toezicht op entiteiten die diensten leveren die essentieel zijn voor het in stand houden van kritieke maatschappelijke of economische activiteiten.
Zo worden middelgrote en grote ondernemingen in o.m. de energiesector aan volgende verplichtingen onderworpen :
• het nemen van passende cyberbeveiligingsmaatregelen;
• de tijdige melding van significante incidenten;
• de registratie bij de bevoegde autoriteiten;
• de opleiding van de bestuursorganen;
• de periodieke conformiteitsbeoordelingen (voor essentiële entiteiten, zie infra);
• informatie-uitwisseling en samenwerking met de relevante autoriteiten.
Om de praktische uitvoering van de te nemen cyberbeveiligingsmaatregelen te vergemakkelijken, heeft het CCB (Center for Cybersecurity Belgium) een raamwerk ontwikkeld, het “Cyberfundamentals Framework” (CyFun®) met verschillende niveaus en een analysetool om het meest geschikte niveau te bepalen. Het omvat het startersniveau Small en de verschillende zekerheidsniveaus Basic, Important en Essential (zie https://atwork. safeonweb.be/cyberfundamentals-toolbox).
Leden van bestuursorganen van bedrijven die onder ETS2 vallen, zijn overigens ook verplicht om een opleiding te volgen zodat ze over voldoende kennis en vaardigheden beschikken om risico’s te identificeren en risicobeheerspraktijken op het gebied van cyberbeveiliging en de gevolgen ervan voor de diensten die door de entiteit worden verleend, te beoordelen.
Micro-ondernemingen en kleine bedrijven vallen niet onder de NIS2verplichtingen indien ze minder dan 50 werknemers tellen en hun jaaromzet en/of balanstotaal niet hoger is dan 10 miljoen euro. Pas wanneer beide financiële criteria (jaaromzet én balanstotaal) de 10 miljoen euro overschrijden, is niet langer sprake van een kleine onderneming (ook al
blijft het personeelsbestand kleiner dan 50 VTE’s), en worden ze als “NIS2entiteiten” aanzien. NIS2-entiteiten dienen zich uiterlijk 18 maart 2025 te registreren op het CCB-portaal Safeonweb@Work.
De grote ondernemingen (zijnde entiteiten met meer dan 250 werknemers alsook bedrijven met een omzet hoger dan 50 miljoen euro én een balanstotaal hoger dan 43 miljoen euro) die actief zijn in de zeer kritieke sectoren worden als “essentiële” entiteiten beschouwd. De middelgrote ondernemingen die in de zeer kritieke sectoren actief zijn, worden op hun beurt als “belangrijke” entiteiten gecatalogeerd.
Het onderscheid tussen “essentiële” en “belangrijke” entiteit is belangrijk, in die zin dat essentiële entiteiten regelmatig een verplichte conformiteitsbeoordeling dienen te ondergaan, terwijl voor de belangrijke entiteiten het toezicht enkel “ex post” wordt uitgevoerd door de inspectiedienst van het CCB, d.w.z. na een incident of op basis van bewijzen, aanwijzingen of informatie dat de entiteit haar verplichtingen niet nakomt. In principe zijn ze dus, in tegenstelling tot de essentiële entiteiten, niet onderworpen aan een periodieke conformiteitsbeoordeling, doch ze kunnen zich hieraan wel vrijwillig onderwerpen.
De essentiële entiteiten kunnen, voor wat hun periodieke conformiteitsbeoordeling betreft, kiezen tussen 3 opties :
• een CyberFundamentals (CyFun®) certificering toegekend door een conformiteitsbeoordelingsinstantie erkend door het CCB;
• een ISO/IEC 27001- certificering toegekend door een conformiteitsbeoordelingsinstantie (in het Engels: Conformity Assessment Body –“CAB”) erkend door het CCB;
• of een inspectie door de inspectiedienst van het CCB.
Afhankelijk van het gekozen referentiekader wordt de regelmatige conformiteitsbeoordeling van de essentiële entiteiten gedifferentieerd ingevoerd:
• Vóór 18 april 2026 moeten :
- degenen die bepalen dat ze moeten voldoen aan het CyFun® Basic, Important of Essential zekerheidsniveau, een verificatie laten uitvoeren door een voor CyFun® erkende CAB;
- degenen die gekozen hebben voor een ISO/IEC 27001 certificering, het toepassingsgebied en de verklaring van toepasselijkheid aan het CCB overmaken;
Bedoeling van de nieuwe wetgeving is het versterken van maatregelen op het gebied van cyberbeveiliging, incidentbeheer en het toezicht op entiteiten die diensten leveren die essentieel zijn voor het in stand houden van kritieke maatschappelijke of economische activiteiten.
- degenen die gekozen hebben voor inspectie door het CCB, de CyFun® selfassessment of het beveiligingsbeleid voor de netwerk- en informatiesystemen, het toepassingsgebied en de ISO/IEC 27001 verklaring van toepasselijkheid indienen bij het CCB.
• Vóór 18 april 2027 moeten :
- degenen die bepalen dat ze moeten voldoen aan het CyFun® Essential zekerheidsniveau, in aanvulling op de hierboven genoemde Basic of Important verificatie, certificering verwerven van een voor CyFun® erkende CAB;
- degenen die gekozen hebben voor een ISO/IEC 27001 certificering, certificering verwerven van een erkende CAB voor ISO/IEC 27001; - degenen die gekozen hebben voor inspectie door het CCB, een stand van zaken van de voortgang van het conformiteitsproces indienen.
Voor meer info, zie https://atwork.safeonweb.be/nl/tools-resources/nis2-snelstartgids
ONDUIDELIJKHEDEN
In de bijlage I van de NIS2-richtlijn worden de zeer kritieke sectoren opgesomd, waaronder – zoals reeds vermeld – zich ook de energiesector bevindt. De sector “Energie” wordt op zijn beurt opgedeeld in 5 subsectoren, zijnde elektriciteit, stadsverwarming en -koeling, aardgas, aardolie en waterstof. De beschrijving van de verschillende subsectoren is vrij summier en bijgevolg onduidelijk.
Zo bijvoorbeeld worden, voor wat de subsector “Aardolie” betreft, o.m. “exploitanten van voorzieningen voor de productie, raffinage en behandeling van olie, opslag en transport” als ETS2-entiteiten beschouwd. Over de
grootte van de opslagcapaciteit om als ETS2-entiteit te worden gecatalogeerd, wordt verder niks gepreciseerd. Aangenomen wordt dat tankstations niet onder ETS2 vallen, doch een juridische basis voor deze interpretatie is er (voorlopig) niet.
Ook zouden bedrijven die transport verrichten van petroleumproducten onder ETS2 vallen, althans in België, maar niet in alle andere EU-lidstaten. Het woord “transport” komt weliswaar voor in de Nederlandse en Franse versie van de NIS2-richtlijn (en in de Wet van 26 april 2024), doch niet in de Engelse en Duitse versies van de NIS2-richtlijn, die het hebben over “transmissie” (per pijpleiding).
Ook blijven er, voor wat de subsector “Elektriciteit” betreft, nog heel wat vragen onbeantwoord. Zo is het onduidelijk of (middelgrote en grote) ondernemingen die een netwerk van tankstations exploiteren waarvan er enkele uitgerust zijn met laadpalen voor elektrische voertuigen ook onder de scope van NIS2 vallen, ook al vertegenwoordigt de verkoop via deze laadpalen slechts een zeer kleine fractie van hun totale omzet.
Gezien de onduidelijkheid heeft de Federatie een schrijven gericht aan het CCB met de vraag om opheldering en met het verzoek om het transport van petroleumproducten buiten de scope van NIS2 te houden gezien de uiteenlopende taalversies van de richtlijn. Een antwoord op dit schrijven laat op zich wachten, maar naar verluidt zou de NIS Cooperation Group, waarin vertegenwoordigers van de verschillende EU-lidstaten zetelen, zich momenteel over deze en andere vragen buigen.
Wordt ongetwijfeld vervolgd...
Johan Mattart
Het rapport van de WGMM omvat een technische evaluatie van de mogelijke brandstofmonitoringopties en dient als basis voor een gemeenschappelijke roadmap voor de energietransitie in de transportsector.
EXCLUSIEF GEBRUIK VAN KOOLSTOFNEUTRALE BRANDSTOFFEN
De industrie stelde zijn technisch rapport voor aan de Europese Commissie
Eind vorig jaar overhandigde The Working Group on Monitoring Methodologies of Carbon Neutral Fuels (WGMM) de Europese Commissie zijn verslag met de bedoeling koolstofneutrale brandstoffen (CNF) te laten erkennen als oplossing om nieuwe voertuigen met interne verbrandingsmotor en hybridemotor het label ‘zero emission’ te kunnen toekennen.
Met de titel ‘Monitoring the use of CO2 neutral fuels in road transport - a cross-sectoral industry assessment’ presenteert en analyseert dat rapport 11 mogelijke technologische opties voor het exclusieve gebruik van koolstofneutrale brandstoffen in nieuwe voertuigen, en het stelt innoverende oplossingen voor de duurzame opvolging en controle van de brandstoffen in die voertuigen voor.
Nog even herhalen dat bij de herziening van de CO2-emissienormen voor nieuwe voertuigen en bestelwagens de Europese wetgever besloten had om de facto de verkoop van nieuwe wagens met interne verbrandingsmotoren vanaf 2035 te verbieden, door de doelstelling van 100% reductie van de gemiddelde CO2-uitstoot gemeten aan de uitlaat vast te leggen. Duitsland en enkele andere Europese lidstaten drongen er op aan deze wetgeving te herzien vóór 2027. Voor vrachtwagens en bussen werd gekozen voor een doelstelling van 90% reductie van de gemiddelde CO2-uitstoot gemeten aan de uitlaat vanaf 2040, wat ruimte laat voor andere maatregelen, zoals het gebruik van waterstof en CNF.
Sinds zijn oprichting in september 2023 in Stuttgart heeft de WGMM verschillende monitoringmethodologieën geïdentificeerd en geëvalueerd waarmee
het gebruik van CNF in nieuwe voertuigen kan worden aangetoond. De WGMM bestaat uit meer dan 50 experts uit de brandstoffen- en automobielsector en afgevaardigden van beroepsverenigingen zoals UPEI – de Europese koepelorganisatie die de onafhankelijke handelaars in traditionele en duurzame brandstoffen vertegenwoordigt, waarvan Brafco een actief lid is – en wil pragmatische aanbevelingen doen die rekening houden met de technische en economische realiteit van de brandstofwaardeketen en die aansluiten bij de Europese klimaatdoelstellingen. In dit rapport wordt een nieuwe definitie van CNF voorgesteld die alle hernieuwbare brandstoffen omvat, met inbegrip van e-fuels en biobrandstoffen die voldoen aan de duurzaamheidscriteria zoals gedefinieerd in de Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED). Dat moet het ons mogelijk maken om de huidige brandstofdistributie-infrastructuur te blijven gebruiken, aldus Johan Deleu, voorzitter van UPEI en lid van de WGMM Steering Group. Dit verslag komt precies op tijd en kadert in de strategische dialoog over de toekomst van de automobielsector, die op 30 januari door de Europese Commissie werd opgestart en waarvan het actieplan op 5 maart wordt verwacht.
11 TECHNOLOGISCHE OPTIES
Het rapport bevat 11 potentiële technologische opties, zoals digitale trackingsystemen, chemische
markering met fysieke identificatie van CNF in de hele toeleveringsketen, brandstofdetectie aan boord van het voertuig of levering van CNF op basis van een massabalans voor ieder CNF-voertuig. Die methode maakt het mogelijk om te waarborgen dat een specifieke hoeveelheid CNF in het brandstoftoevoersysteem is ingebracht, zelfs als deze brandstoffen niet fysiek aan een gegeven voertuig werden geleverd. Een dergelijke oplossing zou het mogelijk moeten maken om de brandstofproductie en bevoorradingsketen snel op te drijven, terwijl tankstations tijdens de introductiefase niet over een speciale CNF-pomp hoeven te beschikken.
De brede coalitie die de waardeketens voor auto’s en brandstoffen vertegenwoordigt en heeft meegewerkt aan dit rapport, bewijst dat de industrie bereid is om samen met de instellingen bij te dragen aan de erkenning van koolstofneutrale brandstoffen als middel om nieuwe voertuigen met interne verbrandingsmotoren en hybridevoertuigen het label ‘zero emission’ toe te kennen, besluit Alain Mathuren (FuelsEurope).
De integrale versie van ‘Monitoring the use of CO2 neutral fuels in road transport - a cross-sectoral industry assessment’ is beschikbaar op www.brafco.be p Documenten p Europa.
LESS CO2 DRIVE BLUE
Comfort Energy, de grootste onafhankelijke distributeur van vloeibare brandstoffen in België, biedt met trots de snelste weg naar verduurzaming.
Haalbaar
Met Blauwe Diesel effenen we het pad naar een duurzamere toekomst – niet alleen voor ons netwerk van meer dan 70 partners, maar voor iedereen. Blauwe Diesel is een duurzamere brandstof, samengesteld uit hoogwaardige diesel en HVO, die een vlotte en efficiënte overstap naar CO2-reductie mogelijk maakt.
Directe impact
Blauwe Diesel stelt klanten in staat om op hun eigen tempo te verduurzamen, met een CO2-reductie tot 90% ten opzichte van traditionele brandstoffen. Bovendien is de brandstof direct beschikbaar en compatibel met bestaande infrastructuur. Daardoor is het een ideale drop-in oplossing om snel en zonder grote investeringen aan duurzaamheidsdoelstellingen te voldoen. Met Blauwe Diesel kunnen jouw klanten uitpakken in CSRD-rapporteringen en is verduurzaming al meteen een stap dichterbij.
Betaalbaar
Als partner krijg je exclusieve toegang tot deze innovatieve brandstof, positioneer je jouw bedrijf als koploper in duurzame energie en profiteer je van onze expertise en toekomstige groene initiatieven.
ZET DE EERSTE STAP EN CONTACTEER ONS VANDAAG NOG:
Tom Lambert I CEO +32 477 94 83 68 tom.lambert@comfortenergygroup.com
Walter Vankerckhoven I CSO +32 479 74 40 07 walter.vankerckhoven@comfortenergygroup.com
WWW.COMFORTENERGY.BE
Nieuwe technische Vlaremvoorschriften voor opslag petroleumproducten
Op 1 januari jl. is de meest recente Vlaremtrein in werking getreden. Naast de verplichte aanwezigheid van de exploitant of zijn aangestelde bij een levering van gasolie in een particuliere tank (zie vorige editie), zijn ook nog een aantal belangrijke technische voorschriften gewijzigd. Een beknopt overzicht ...
Zoals reeds vermeld in het artikel “Binnenkort strengere verplichtingen voor het vullen van stookolietanks in Vlaanderen”, vorig jaar gepubliceerd in het februari/maart-nummer van dit magazine, is een uitfasering van het fluitje als systeem tegen overvulling voorzien. Voor de ‘ingedeelde’ opslaginstallaties met een alarmfluit geplaatst vóór 2025 moet het fluitje tegen 31.12.2027 worden vervangen door een sonde. Voor particuliere stookolietanks (< 6.000 liter) moet dit gebeuren tegen uiterlijk 31.12.2035.
Nieuwe dubbelwandige opslagtanks mogen in principe geen openingen onder het vloeistofniveau hebben. Indien dat niet mogelijk is (bijv. omdat de houder te hoog of de vloeistof te zwaar is of door een historische opstelling) kan een aansluiting onder het vloeistofniveau gebruikt worden. Dergelijke aansluitingen onder het vloeistofniveau dienen zogenaamde “bewaakte doorboringen” te zijn. Dergelijke bewaakte doorboringen zijn dubbelwandig uitgevoerd waarbij de tussenruimte wordt aangesloten op een lekdetectiesysteem van de houder of een apart lekdetectiesysteem. In beide gevallen moet voorzien worden in een audiovisueel alarmsignaal en moet de klep in de aanzuigleiding automatisch sluiten wanneer een lek wordt gedetecteerd. Als overgangsmaatregel is voorzien dat dubbelwandige houders die vóór 01.01.2025 gebouwd zijn, vanaf het eerste algemeen onderzoek na 01.01.2026 moeten voldoen aan de bepalingen rond bewaakte doorboringen onder het vloeistofniveau. Als alternatief voor het bewaakt uitvoeren van doorboringen onder het vloeistofniveau kan in een inkuiping voorzien worden.
Voor dubbelwandige bovengrondse opslagtanks die niet in een inkuiping zijn geplaatst en openingen onder het vloeistofniveau hebben, is het belangrijk om rekening te houden met de datum waarop het algemeen onderzoek zal worden uitgevoerd. Dit onderzoek, dat normaal om de 20 jaar moet plaatsvinden, kan vóór eind 2025 uitgevoerd worden waarbij onbewaakte doorboringen nog niet zullen leiden tot de afkeuring van de opslaginstallatie. Vanaf 01.01.2026 behoort de controle op de integrale dubbelwandigheid tot het verplichte nazicht, en kan het aanleiding geven tot een afkeuring.
Voor nieuwe particuliere stookolietanks kleiner dan 6.000 liter worden alle openingen en aansluitingen aan de houder geplaatst boven het maximumpeil van de opgeslagen brandstof, behalve voor bovengrondse houders die dienen voor verwarmingsinstallaties zonder aanzuiging, zoals kachels. De bepalingen rond bewaakte doorboringen onder het vloeistofniveau zijn niet van toepassing op bestaande en nieuwe particuliere stookolietanks kleiner dan 6.000 liter.
Voor particuliere stookolietanks (< 6.000 liter) met een alarmfluit geplaatst vóór 2025 moet het fluitje tegen 31.12.2035 worden vervangen door een sonde.
Ook worden de eisen gesteld aan het permanent lekdetectiesysteem strenger. Het leksignaal dient voortaan akoestisch én visueel te zijn. Ook dient het waarneembaar te zijn op plaatsen waar mensen aanwezig zijn of toezicht verzekerd is. Indien het lekdetectiesysteem werkt op een batterij, dient het een auditief alarm te geven bij een te lage spanning van de batterij. Lekdetectiesystemen die gebouwd werden vóor 01.01.2025 en die enkel een akoestisch of visueel alarm geven, mogen nog op “ingedeelde’ gasolietanks” (= alle gasolietanks met uitzondering van particuliere stookolietanks < 6.000 liter) gebruikt worden tot 31.12.2027. Voor particuliere stookolietanks kleiner dan 6.000 liter is dit tot 31.12.2035.
Met uitzondering van dubbelwandige koolwaterstofafscheiders die voorzien zijn van een sonore lekdetectie, een automatische afsluiter en een
alarmsysteem, dienen KWS-afscheiders om de 6 jaar een visuele inwendige inspectie door een erkend deskundige te ondergaan. Voor alle KWSafscheiders (ook de dubbelwandige) geldt bovendien dat de exploitant het onderhoud en de tussentijdse controles op de goede werking (coalescentiefilter, afsluiter, ...) registreert in een logboek waarin ook de reinigingsdata van de KWS-afscheider worden opgenomen, alsook de resultaten van de effluentmetingen ter hoogte van het afnamepunt. De resultaten van die controles moeten worden opgenomen in de verslagen van de periodieke keuring. Verder moeten bestaande KWS-afscheiders vóór 31.12.2027 voorzien zijn van een alarmsysteem.
Wat de standplaats van de tankwagen voor het vullen van vaste houders (bijv. in tankstations) betreft, dient deze vloeistofdicht en minstens 8m² groot te zijn. Voor depots geldt dat de oppervlakte van de vloeistofdichte piste zodanig is dat ze de volledige standplaats van de tankwagen omvat. De vloeistofdichte piste moet voorzien zijn van hellingen en opstaande randen, zodat alle gelekte vloeistoffen afvloeien naar een opvangsysteem (bv KWSafscheider). Tijdens het vullen van de vaste houders dient de pomp van de tankwagen en de aansluitingen tussen de tankwagen en de leidingen naar de vul- en lospunten zich boven de vloeistofdichte piste te bevinden. Eventuele koppelingen van leidingen tussen de tankwagen en de vul- en lospunten zijn voorzien van een vloeistofdichte voorziening wanneer deze zich buiten de inkuiping en buiten de vaste vloeistofdichte zone bevinden.
Een vloeistofdichte standplaats is niet vereist voor het vullen van opslagtanks gebruikt voor de verwarming van gebouwen, noch voor het vullen van opslagtanks van brandbare vloeistoffen die in klasse 3 zijn ingedeeld.
Wat het algemeen onderzoek op “ingedeelde” gasolietanks betreft, blijft de periodiciteit voor tanks gebouwd vóór 01.01.2025 op 10 (ondergrondse tanks binnen een waterwingebied), 15 (ondergrondse tanks buiten een waterwingebied) en 20 jaar (bovengrondse tanks). Voor tanks gebouwd vanaf 01.01.2025 wordt voor de bepaling van de periodiciteit van het algemeen onderzoek ook rekening gehouden met de berekende of verwachte levensduur van de tank. Voor ondergrondse tanks blijft de periodiciteit op 10 en 15 jaar, tenzij de helft van de verwachte levensduur korter is dan deze periodiciteiten. In dat geval dienen de tanks ten minste om een periode van 50% van de berekende of verwachte levensduur van de tank aan een algemeen onderzoek te worden onderworpen. Voor bovengrondse tanks gebouwd vanaf 01.01.2025 dient het algemeen onderzoek te worden uitgevoerd tenminste om de 20 jaar of ten minste om de periode die 75% van de berekende
of verwachte levensduur van de tank betreft, afhankelijk van welke periode de kortste is.
Bij het algemeen onderzoek van een rechtstreeks in de grond ingegraven enkelwandige tank dient ook een dichtheidsbeproeving op de tank en op de niet toegankelijke enkelwandige leidingen te worden uitgevoerd conform een code van goede praktijk aanvaard door het Departement Omgeving. Wat dit laatste betreft, werd de standaardmethode (houder op een overdruk van minstens 30 kPa of bij een onderdruk van hoogstens 30 kPa brengen gedurende 1u) geschrapt. Aanvankelijk werden enkel ultrasone dichtheidstests (zoals SDT 150 en SDT 170) verder toegelaten. Vermits deze echter niet altijd kunnen worden toegepast (in casu op opslagtanks met een afstandsvulling of als de opening te klein is en er geen andere opening beschikbaar is), heeft het Departement Omgeving nu toch de klassieke dichtheidsproef met Testo-apparatuur (TESTO 312-3 en TESTO 324) voorlopig goedgekeurd als aanvaarde controlemethode, weliswaar tot 01.01.2026.
Belangrijk is dat ook voor ondergrondse, dubbelwandige houders een controlemethode moet worden toegepast die de kwaliteit en de resterende minimale levensduur van de tank bepaalt. Deze controlemethode, die eveneens moet worden aanvaard door het Departement Omgeving, is evenwel niet verplicht voor particuliere stookolietanks kleiner dan 6.000 liter.
Tenslotte, wat het resultaat van de periodieke tankcontroles betreft, werd verduidelijkt dat de geldigheidsduur van de oranje merkplaat (die toegekend wordt wanneer een particuliere stookolietank kleiner dan 6.000 liter niet voldoet aan de vlaremvoorschriften, maar dat de vastgestelde gebreken geen aanleiding kunnen geven tot verontreiniging), beperkt is tot 6 maanden maar uitzonderlijk verlengd kan worden voor maatregelen die niet binnen die 6 maanden kunnen uitgevoerd worden. In dat geval moeten de maatregelen en termijnen schriftelijk worden vastgelegd.
Wanneer een rode merkplaat wordt aangebracht, is het voortaan de verantwoordelijkheid van de erkend technicus of de erkend milieudeskundige die de periodieke controle heeft uitgevoerd om binnen de 14 dagen de lokale toezichthouder (en, voor tanks gelegen in een waterwingebied of een beschermingszone, ook de drinkwatermaatschappij) hiervan op de hoogte te brengen.
Johan Mattart (met dank aan de heren G. Saenen (in4fuels), N. Van Acker en R. Coomans (Vinçotte)
EUROFUEL BEZOEKT F.I.D.A. EN ECOFLAM
Gerenommeerde merken zetten in op koolstofarme vloeibare brandstoffen in Europa
Er wordt steeds meer regelgeving vanuit de Europese Unie opgesteld, wat het belang van Europese samenwerking voor de sector onderstreept. Daarom is in4fuels actief lid van Eurofuel, de Europese belangenorganisatie die inzet op innovatie en promotie van bestaande en nieuwe vloeibare brandstoffen en technieken voor het verwarmen van woningen. Het is echter even cruciaal dat ook leveranciers van vloeibare brandstoffen en fabrikanten van verwarmingstoestellen zich op Europees niveau organiseren. In Italië geven grote spelers als F.I.D.A. en Ecoflam alvast het goede voorbeeld. Koepelorganisatie Eurofuel ging er langs en kreeg van dichtbij te zien hoe zij omgaan met de Europese energietransitie.
Eurofuel vertegenwoordigt zo’n 10.000 bedrijven en verenigingen, verspreid over Zwitserland, België, Oostenrijk, Duitsland, Finland, Frankrijk, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk en Italië.
De leden van Eurofuel ijveren voor een eerlijke Europese energiemarkt, waarin vloeibare brandstoffen een belangrijke rol spelen want zo’n 20 miljoen gezinnen verwarmen er hun woning mee. Echter zonder de klimaatdoelstellingen uit het oog te verliezen. In hun zoektocht naar klimaatneutrale oplossingen experimenteren zowel ketelleveranciers als fabrikanten van componenten met duurzame vernieuwingen. In Italië trekken onder meer F.I.D.A. en Ecoflam de aandacht met hun recente bevindingen rond koolstofarme vloeibare brandstoffen. Reden te meer voor Eurofuel om af te zakken naar de laars van Europa.
TESTEN MET HERNIEUWBARE VLOEIBARE BRANDSTOFFEN
F.I.D.A. werd opgericht in 1945 en groeide uit tot een van de belangrijkste Europese producenten van ontstekingseenheden en componenten voor moderne stookoliecondensatieketels. Sinds 2019 maakt het bedrijf deel uit van de gerenommeerde Beckett Group, marktleider in de EU, de VS en China.
Eurofuel bracht een bezoek aan de F.I.D.A.-fabriek in Mogliano, nabij Venetië, en was onder de indruk van het uitgebreide productgamma. Dankzij het hoogopgeleide personeel kan elke productiestap er worden uitgevoerd. Van het wikkelen van de ontstekingstransformatoren tot het ontwerpen en spuitgieten van de kunststof behuizingen. “Hierdoor kunnen we de hoogste kwaliteit garanderen,” legt Managing Director Francesco de Simone uit, en hij voegt eraan toe dat zelfs de halffabricaten aan uitgebreide tests worden onderworpen. Afgewerkte ontstekingseenheden en transformatoren worden 100% getest.
“Onze ontstekingscomponenten zijn ook geschikt voor gebruik met klimaatvriendelijke vloeibare brandstoffen,” zegt de F.I.D.A. baas. De bijbehorende tests worden uitgevoerd door de verschillende branderfabrikanten.
BRANDERS OPTIMALISEREN: DE BRANDER KLEURT BLAUW
Een andere fabrikant is Ecoflam. Met een vestiging in Resana, op minder dan 40 kilometer van Venetië, vormen beide bedrijven samen een Italiaans expertisecentrum voor brandertechnologie. Ook Ecoflam maakt deel uit van een grotere familie. Het bedrijf behoort tot de Ariston Group
De Eurofuel delegatie op werkbezoek bij de Ecoflam-testfaciliteit.
Klimaatvriendelijke vloeibare brandstoffen zijn in verschillende meng verhoudingen geschikt voor moderne olieverwarmingssystemen. Hier worden ze uitgebreid getest.
en is zo strategisch verbonden met merken als Ariston, Elco en Wolf –samen goed voor een jaaromzet van meer dan drie miljard euro.
Vorig jaar vierde Ecoflam zijn 50-jarig bestaan. Met een halve eeuw aan expertise op zak kijkt de onderneming positief naar de toekomst. “De branderafdeling van onze bedrijvengroep werkt intensief aan het verminderen van stikstofoxide-emissies en aan de ontwikkeling van toestellen die geschikt zijn voor alternatieve brandstoffen zoals HVO en FAME”, zegt Paolo Merloni, CEO van de Ariston Group.
Een hoogtepunt van het bezoek was een rondleiding in de Ecoflamtestfaciliteit, waar het gebruik van klimaatvriendelijke vloeibare brandstoffen in de stooktoestellen wordt bestudeerd. Hier worden alle mogelijkheden rond deze milieuvriendelijke alternatieven onderzocht. Twee dozijn branders worden hier continu aan duurtesten onderworpen.
Alternatieve brandstoffen worden gebruikt in pure vorm en in alle denkbare combinaties van HVO, FAME en fossiele vloeibare brandstoffen.
“Het doel van dit teststation is om de branders te optimaliseren voor vloeibare brandstoffen uit hernieuwbare bronnen”, legt Erica Furin, Key Account Manager bij Ecoflam, uit. Een positief resultaat van de duurtesten: de klimaatvriendelijke brandstoffen van de toekomst werken perfect in conventionele branders die vandaag de dag al worden geïnstalleerd op stookoliecondensatieketels van bekende merkfabrikanten.
Onze Oostenrijkse collega Christian Ulrich, productmanager bij EWO, heeft van dichtbij bekeken hoe de vermindering van stikstofoxide werkt. “De vlam wordt meerdere keren gerecirculeerd, wat betekent dat uitlaatgassen die anders zouden worden uitgestoten, ook worden verbrand.” Dit is te herkennen aan de blauwe vlam en daarom worden ze ook wel “blauwe branders” genoemd.
KLIMAATBESCHERMING IN 3 STAPPEN
Om ervoor te zorgen dat Europa “vloeibaar” blijft, heeft Eurofuel een “Routekaart 2050” opgesteld voor een klimaatvriendelijke toekomst. “Vloeibare brandstoffen hebben voordelen die ze onmisbaar maken”, zegt Federica Miano, secretarisgeneraal van Eurofuel. Eurofuel-voorzitter Dr. Ernst-Moritz Bellingen vult aan: “Als belangengroep vertrouwen we op een technologische aanpak om huishoudens te voorzien van een betaalbare en duurzame verwarmingsoplossing”. Concreet: een 3-stappenprogramma voor meer klimaatbescherming.
❶ Verhoog de efficiëntie: vervang oude ketels door hoogrendementsketels.
❷ Schakel over op hybride verwarming: combineer stookolie met hernieuwbare energiebronnen. Vooral bij oudere woningen met een hogere energiebehoefte garanderen hybride systemen, in combinatie met vloeibare brandstoffen, een betrouwbare warmtevoorziening.
❸ Gebruik hernieuwbare vloeibare brandstoffen: schakel over op koolstofarme vloeibare brandstoffen om de CO2uitstoot te verminderen, zo wordt enkel de CO2 uitgestoten die oorspronkelijk was opgeslagen in de hernieuwbare grondstof.
WAT MET DE BELGISCHE MARKT?
Onze sector staat voor grote uitdagingen, maar het is duidelijk dat vloeibare brandstoffen een belangrijke rol blijven spelen in de toekomst. We zien uit naar verdere Europese samenwerkingen en innovaties om de overgang naar klimaatvriendelijke energieoplossingen te versnellen. In België zijn koolstofarme vloeibare brandstoffen nog niet beschikbaar voor verwarming, maar wel voor mobiliteit en offroad. We hopen dat de nieuwe regering een wetgevend kader zal opzetten dat het gebruik van koolstofarme vloeibare brandstoffen voor verwarming mogelijk maakt.
SKYTANKING
Volledig beheer van tankoperaties, van de pijpleiding tot in het vliegtuig
Skytanking werkt voor het betanken van vliegtuigen ook met een vloot van 6 tankwagens met een verschillende capaciteit (40, 60, 65 en 85 m³).
Als wereldspeler in luchtvaartdiensten onderscheidt Skytanking zich door zijn geavanceerde infrastructuur, zijn efficiënt brandstofbeheer en zijn engagement voor duurzaamheid. Met zijn aanwezigheid op ruim 90 luchthavens in 15 landen speelt het bedrijf een sleutelrol in de sector én werkt het actief mee aan de energietransitie en innovatie.
Sinds 2023 is Skytanking NV (Brussel) aangesloten bij Brafco, die onder haar leden ook medewerkers heeft met de functieclassificatie PC127.012, zijnde vliegtuigbevoorrader. Het lidmaatschap zorgt voor een sterke wisselwerking tussen Skytanking en andere Brafco-leden, wat voordelen biedt voor beide partijen.
Skytanking is een leverancier van volledige luchtvaartdiensten met een aanbod dat gaat van groundhandling, into-plane bevoorrading en opslag van luchtvaartbrandstof tot het beheer van het hele hydrantnetwerk om vliegtuigen te voorzien van fuel (kerosine). Ieder jaar gaat er bij Skytanking ruim 25 miljoen kubieke meter vliegtuigbrandstof om, goed voor zo’n 2 miljoen toestellen, of 4 tankoperaties per minuut. Met zijn aanwezigheid in ruim 90 luchthavens verspreid over 15 landen in Europa, Azië, Afrika en Australië stelt Skytanking meer dan 2900 mensen tewerk.
Als dochtermaatschappij van Skytanking Holding GmbH, verkoopt Skytanking NV zelf geen vliegtuigbrandstof. De voornaamste taak van het bedrijf is het leveren van gespecialiseerde ondersteuning aan petroleum- en luchtvaartmaatschappijen en luchthavens op wereldschaal voor alles wat te maken heeft met luchtvaartdiensten: financieel, commercieel, engineering en operationeel.
Skytanking NV werd opgericht in 1984 en stond destijds bekend als Belgian Fuelling & Services Company, met Sabena als voornaamste aandeelhouder, vertelt Seyran Akat, General Manager Skytanking NV en lid van het Bestuursorgaan
van Brafco. In 2005 werd het bedrijf overgenomen door Skytanking. Skytanking NV is voornamelijk actief in de into-plane activiteiten van Brussel Airport en Charles de Gaulle Into-plane. Daarnaast is er ook ondersteuning voor onze zustermaatschappij Skytanking Brussels Fuel Farm, die instaat voor de opslag en distributie via een hydrant fueling system op Brussels Airport.
BEVOORRADINGSKETEN
Op de luchthaven van Brussel gebeurt de hele bevoorrading via het Central Europe Pipeline System oftewel CEPS. Dat netwerk van 5200 km pijpleidingen transporteert meer dan 13 miljoen m3 per jaar doorheen 5 landen en tussen 34 militaire depots waar meer dan 1 miljoen m3 brandstof is opgeslagen. Zoals alle depots is ook het militaire depot van de NAVO op de luchthaven van Brussel ondergronds. 90% van de brandstof van CEPS is bestemd voor burgerklanten van de NAVO, zoals de luchthavens van Amsterdam, Brussel en Frankfurt. Sinds 1993 wordt de luchthaven van Brussel uitsluitend bevoorraad via de NAVO-pijpleiding. Op de luchthaven wordt de vliegtuigbrandstof eerst beheerd door het opslagbedrijf Skytanking Brussels Fuel Farm (SBFF), waarna deze via het hydrantensysteem, dat eigendom is van Brussels Airport, ter beschikking wordt gesteld aan de afhandelingsmaatschappijen, zoals Skytanking NV.
Dat hydrantensysteem is het ondergrondse netwerk van vaste leidingen die gebruikt worden om de brandstof rechtstreeks naar de bevoorradingsposten van de vliegtuigen te transporteren. Concreet komt dit netwerk van ondergrondse leidingen uit bij de 170 hydrantputten– waar de hydrantvoertuigen worden
Skytanking werkt mee aan de decarbonisering van de luchtvaartsector door geleidelijk elektrische hydrantvoertuigen aan te kopen, waarvan er al twee operationeel zijn.
op aangesloten om het vliegtuig te bevoorraden of bij een van de 6 laadpunten voor de vrachtwagens. De hydrantvoertuigen vormen dus de schakel tussen de hydrantput en het vliegtuig. Wij hebben 30 jaar geleden het hele hydrantnetwerk en de Fuel Farm (opslaginstallaties) ontworpen en uitgebouwd, vertelt Seyran Akat. De Fuel Farm heeft voldoende capaciteit om verschillende dagen te overbruggen. Wat de brandstof betreft, bestaat onze rol uit het transporteren ervan op de luchthaven en het bevoorraden van de vliegtuigen, terwijl de aankoop onder de verantwoordelijkheid blijft van de luchtvaartmaatschappijen en de oliemaatschappijen.
TWEE SOORTEN VOERTUIGEN
Skytanking voorziet vliegtuigen op twee manieren van brandstof. Allereerst via hydrantvoertuigen, die uitgerust zijn met een pomp en een 4’’ slang om aan te sluiten op de hydrantput en die met een debiet tot 3400 l/min de brandstoftanks van de vliegtuigen vullen. Net als de tankwagens zijn deze voertuigen voorzien van een volume meet- en regelsysteem, een luchtvaartfilteringssysteem, een online bemonsteringssysteem en een dubbel drukregelingssysteem, waarmee de druk van de hydrant (10-12 bar) wordt verlaagd naar een acceptabele druk (3,5 bar) voor het bevoorraden van vliegtuigen. Skytanking NV tankt ook vliegtuigen in de vrachtzone en andere niet-hydrantgebieden via een vloot van tankwagens met verschillende capaciteiten (40, 60, 65 en 85 m³), die worden geladen vanaf de 6 laadpunten die elk 2500 l/min leveren. Het is vermeldenswaard dat de dieselvoorziening voor de voertuigen van Skytanking op de tarmac wordt verzorgd door andere Brafco-leden, namelijk het bedrijf Uhoda via het Esso Brabant JacquetLabaisse Centrum.
Een drukregelaar verlaagt de hoge druk (tussen 10 en 12 bar) van de kerosine uit de pijpleiding tot een aanvaardbaar niveau (3,5 bar) om de vliegtuigen te kunnen betanken.
DISPATCHING
Bij de dispatching van Skytanking volgt de dispatcher de aankomst en het geplande vertrekuur van de vliegtuigen op de voet. Hij stuurt een team van operatoren aan. Naargelang de situatie wijst hij een voertuigtype – een hydrantvoertuig of tankwagen – toe aan een operator. Over het algemeen wordt de operator tussen de 90 en 30 minuten voor vertrek naar het vliegtuig gestuurd. Dit anticipatieproces is mogelijk dankzij de gegevens die elektronisch worden doorgegeven door de “flight dispatch” van de luchtvaartmaatschappijen, die de specifieke brandstofbehoeften voor elk vertrekkend vliegtuig berekenen en melden.
Ten gunste van duurzaamheid
Skytanking zet zich actief in voor duurzaamheid in de luchtvaartsector. Daarvoor werkt het bedrijf mee aan verschillende innoverende initiatieven. Als belangrijke partner van Brussels Airport in het kader van het Stargate-project, dat wordt gesubsidieerd door de EU, werkt Skytanking mee aan de decarbonisering van de luchtvaartsector, bijvoorbeeld door een SAFmenginstallatie (Sustainable Aviation Fuel) te ontwerpen en uit te baten. Beetje bij beetje vergroent Skytanking ook zijn vloot met elektrische hydrantvoertuigen. Twee ervan zijn intussen al in dienst genomen in Brussel en 4 in Malaga. Samen met Stuttgart Airport, Esterer en Mercedes
Benz werkte Skytanking ook mee aan het ontwerp van een eerste volledig elektrische bevoorradingstankwagen met een capaciteit van 40 m3. Op alle niveaus van zijn operaties gaat de nodige aandacht naar duurzame praktijken, zoals het gebruik van duurzame diesel en het vervangen van de verlichting door ecologischere ledsystemen. Skytanking compenseert overigens jaarlijks ook 800 ton CO2-uitstoot van zijn verplaatsingen door herbebossingsprojecten te steunen. Tot slot moedigt het bedrijf overal waar dat mogelijk is, het gebruik van SAF aan in zijn netwerk, waaronder in Munchen, Izmir, Ankara, Keulen en Berlijn.
Veiligheid, duurzaamheid en aanpassing aan de uitdagingen
Seyran Akat, General Manager Skytanking NV, heeft het over de veiligheid, het ESGengagement van haar bedrijf en welke rol dat speelt in de integratie van SAF. Ze kijkt ook terug op de organisatorische uitdagingen tijdens de COVID-19-crisis en haar visie op de samenwerking met Brafco.
Brandstoffen: Hoe wordt in een bedrijf als het uwe omgegaan met het thema veiligheid?
Seyran Akat: Veiligheid staat bij ons inderdaad bovenaan de prioriteitenlijst. Elk jaar organiseren we meerdere dagen die volledig gericht zijn op veiligheid. Daarnaast monitoren we nauwkeuring onze HSSE-index van nabij op en streven we naar een hoge KPI (kritieke prestatieindicator). Hoewel we erop gericht zijn om onze operaties zonder vertragingen uit te voeren, houden we ons te allen tijde strikt aan de veiligheidsvoorschriften. Zo garanderen we de veiligheid van ons personeel, de passagiers en de luchthaven.
Hoe organiseert Skytanking zijn activiteiten om de ecologische, sociale en governancecriteria (ESG) te integreren?
S.A. : Onze ESG-rapportages worden op internationaal niveau voor de gehele groep opgesteld. Dit wordt gecoördineerd vanuit onze hoofdzetel in Hamburg, waar een speciaal team zich richt op het ontwikkelen en implementeren van ons ESG-beleid. Dit beleid is essentieel voor het integreren van ecologische, sociale en governancecriteria in al onze activiteiten, en het helpt ons om zowel lokale als internationale duurzaamheidsdoelen te realiseren.
Wordt Skytanking actief betrokken bij de integratie van SAF in jet fuel?
S.A. : Wij zijn zelf niet rechtstreeks verantwoordelijk voor de integratie van SAF in jet fuel, aangezien wij ons niet bezighouden met de verkoop van het product maar enkel met de verwerking ervan op de luchthaven. De integratie van SAF wordt geregeld door onze klanten, zoals Brussels Airlines bijvoorbeeld, dat een van de eerste maatschappijen was die SAF leverde op Brussels Airport.
Wat betekent dat voor de kwaliteitscontrole?
S.A. : Wij voeren strenge tests uit op elke batch brandstof, of deze nu SAF bevat of niet, om de zuiverheid en naleving ervan te waarborgen voordat deze in gebruik wordt genomen. Een monster wordt genomen voor een grondige analyse in het laboratorium, en de batch wordt pas vrijgegeven na een positieve uitslag van deze tests. Het kwaliteitscontrolesysteem zorgt ervoor dat
er minimaal twee tot drie visuele controles van het product plaatsvinden tussen de operationele tanks en het vliegtuig, evenals minimaal twee tot drie filtraties met behulp van water- en sedimentfilters.
Hoe bent u omgegaan met de operationele uitdagingen tijdens de COVID-19-periode?
S.A. : De covidperiode was ongezien en uiteraard vroeg dat een flinke dosis creativiteit van onze kant. Ondanks de weinige operaties moest er wel nog steeds voldoende personeel aanwezig zijn om de vliegtuigen te betanken, aangezien wij werden beschouwd als essentiële activiteit. De voortdurende aanpassingen van de protocollen, de snelle versoepeling van de quarantaineregels en de maatregelen zoals tijdelijke werkloosheid en de verlaging van de werkgeverslasten waren essentieel om die periode te overbruggen. De heropleving ging langzaam, aangezien de luchtvaart vaak als eerste getroffen wordt door economische neergang en als laatste herstelt. Echter, in 2024 lagen onze cijfers eindelijk voor het eerst weer boven die van 2019.
Hoe ziet u, als nieuw bestuurslid van Brafco, onze organisatie?
S.A. : Ik beschouw de federatie als een essentiële plek voor samenwerking tussen leden met diverse activiteiten. Elk bedrijf heeft zijn eigen specifieke karakter en zijn eigen behoeften en net die diversiteit draagt bij tot de kracht van onze sector. Ondanks verschillende pieken in de activiteiten – zoals de zomer voor ons en de winter voor anderen – delen we gemeenschappelijke uitdagingen, zoals flexi-jobs, en regelgeving. Daarnaast speelt Brafco een cruciale rol in belangenbehartiging binnen de sector, helpt ze bedrijven up-to-date te blijven met wetgeving en stimuleert ze innovatie en duurzaamheid. De diversiteit binnen de federatie is een kracht en ik ben ervan overtuigd dat we veel van elkaar kunnen leren, waardoor de sector in zijn geheel sterker wordt.
Seyran Akat,
General Manager Skytanking NV.
Gezien het specifieke karakter van het beroep voorziet Skytanking zelf in de theoretische en praktische opleiding van zijn operatoren.
FLEXIBILITEIT
Voor de luchtvaartmaatschappijen die hun eigen bevoorrading regelen, gebeurt het wel eens dat er extra brandstof nodig is afhankelijk van het gewicht van de bagage. In zo’n geval gaat de operator naar de ‘parking stand’ voor overleg met de bemanning of de technicus om te bepalen hoeveel extra brandstof er precies nodig is. Hoewel alle gegevens enkele uren voor het vertrek binnenkomen, kunnen slechte weersomstandigheden en onvoorziene omstandigheden zoals een stroompanne de zaken wel danig in de war sturen. Dat vereist heel wat flexibiliteit van het personeel, want iedere taak moet binnen een welbepaalde tijd zijn uitgevoerd.
Skytanking NV heeft 60 medewerkers: 45 gespecialiseerde arbeiders en 15 bedienden. De operatoren moeten tweetalig zijn (Nederlands-Frans of Engels), een vrachtwagenrijbewijs hebben is een pluspunt en bereid zijn een opleiding van één maand te volgen. Wij organiseren voor elke nieuwe
De gemiddelde snelheid waarmee een hydrantvoertuig een vliegtuig betankt, bedraagt 2000 liter per minuut.
operator een theoretische en praktische opleiding van vier weken, vertelt Seyran Akat. Vanwege de specifieke aard van de taken is het cruciaal om tijdig het juiste aantal medewerkers in te plannen. Daarom volgen we elke maand onze personeelsplanning nauwkeurig, met bijzondere aandacht voor de winter- en zomerperioden.
Nu de brandstofmarkt zich snel blijft ontwikkelen, heeft u een betrouwbare en ervaren partner nodig om deze veranderingen bij te houden. Met meer dan 50 jaar expertise in deze dynamische markt is Schenk de beste keuze voor het vervoeren van uw energiebehoeften, zowel fossiel als hernieuwbaar. Wij faciliteren de overgang naar duurzame energie en zorgen tegelijkertijd voor veilig transport van fossiele brandstoffen.
03 206 90 90 www.schenk-tanktransport.com
AUTOMARKT
28,5% marktaandeel voor elektrisch voertuigen
2024 werd gekenmerkt door een toenemende interesse voor alternatieve motorisaties, in het bijzonder voor BEV’s (100 % elektrische auto’s). Het Autosalon 2025 was dé gelegenheid om te kijken wat deze markt in volle evolutie tegenwoordig allemaal te bieden heeft, wat de impact is van de nieuwe technologieën op de keuze van de consument en wat de internationale – Europese én Aziatische – autobouwers doen om in te spelen op de veranderende vraag.
In 2024 werden er in België 1.175.927 auto’s ingeschreven. 448.277 daarvan waren nieuwe voertuigen, 727.650 tweedehands. Dat is een toename met +0,8% in vergelijking met 2023. 61,6% van de nieuwe voertuigen (276.097 om concreet te zijn) werd ingeschreven door bedrijven. De benzinemotor blijft overheersend bij de ingeschreven nieuwe wagens, met een marktaandeel van 41,8%, maar BEV’s (batterij elektrische auto’s) zijn tot op de tweede plek geklommen met een marktaandeel van 28,5%. PHEV’s (plug-inhybrides) vervolledigen met 14,9% het podium, voor de HEV’s (zelfladende hybrides, 9,2%), terwijl diesel onder de symbolische drempel van 5% duikt (4,9%).
PARTICULIEREN KIEZEN VOOR
BENZINE
In 2024 bleef de markt van de nieuwe voertuigen die werden ingeschreven door particulieren
gedomineerd door de verbrandingsmotor: 7 op de 10 waren ermee uitgerust, en de voorkeur ging daarbij grotendeels uit naar benzine (65,7% van de markt, een daling met 1,3% ten opzichte van 2023). Van alle motorisaties op de markt zagen er twee hun marktaandeel in 2024 toenemen bij de particuliere klanten: de zelfladende hybride (HEV), die van 14,1% in 2023 klom naar 15,1% in 2024, en de 100% elektrische motorisatie (BEV), waarvan het marktaandeel toenam van 5,3% in 2023 tot 9,6% in 2024. De belangrijkste redenen daarvoor zijn de voordelige fiscaliteit en de premie die het Vlaams Gewest van januari tot november voor dat type voertuigen toekende.
PROFESSIONALS KIEZEN VOOR
ELEKTRISCH
Zelfde vaststelling voor de nieuwe voertuigen die werden ingeschreven door professionele klanten,
waar enkel de HEV’s (van 4,8 naar 5,5%) en vooral de BEV’s (van 26% naar 40,3%) hun marktaandeel zagen toenemen. En dat is geen verrassing, aangezien de overgrote meerderheid van de BEV’s en PHEV’s in 2024 werden ingeschreven door professionele klanten, terwijl de meeste HEV’s in 2024 werden ingeschreven door particulieren. Ondanks de Vlaamse premie blijft het aandeel elektrische auto’s op de tweedehandsmarkt beperkt, maar het is vooral diesel dat het moet bekopen: het marktaandeel daarvan dook naar beneden en haalde nog amper 30,6%. Benzine verstevigt bijgevolg zijn leiderspositie (55,1%) terwijl hybrides net boven de 10% afklokken.
BMW KAMPIOEN
BMW was in 2024 het merk met de meeste nieuw ingeschreven voertuigen in België. Het Duitse merk voert overigens ook het klassement aan bij
Porsche zet in op synthetische brandstoffen om de uitstoot te verminderen en de levensduur van zijn voertuigen te verlengen tot na 2035 in Europa.
de professionele klanten. Onze strategie inzake motorbrandstoffen is en blijft ‘technology openness’: het is de klant die beslist naar gelang zijn behoeften, aldus Jeroen Lissens, Head of Corporate Communications van de BMW Group Belux. Die strategie moet het ons mogelijk maken om minder afhankelijk te zijn van één specifieke aandrijftechnologie. De BMW X1 en het BMW 5-gamma zijn daar een goed voorbeeld van: beide populaire modellen zijn verkrijgbaar in vier aandrijfopties. BMW Group heeft trouwens nog geen datum aangekondigd waarop de groep stopt met de productie van voertuigen met interne verbrandingsmotor. Bovendien hebben we onlangs
aangekondigd dat BMW vanaf 2028 een waterstofvoertuig met brandstofcel op de markt brengt.
Onder invloed van de Belgische fiscaliteit en het streven van heel wat (grote) bedrijven om hun uitstoot drastisch terug te schroeven, had niet minder dan 62% van de inkomende bestellingen op de Belgische markt eind 2024 betrekking op een volledig elektrische auto. Het Salon-effect lijkt nu een rol te spelen wat betreft de motorisatiediversiteit. Met de verlengde saloncondities tot eind februari valt het percentage ‘elektrische’ bestellingen lager uit aangezien we meer bestellingen van particuliere klanten noteren. En die kiezen vaker
Inschrijvingen per motorisatie
voor een auto met interne verbrandingsmotor. Daar hebben we op onze stand op ingespeeld door – met succes – heel wat benzinewagens tentoon te stellen.
LPG ZO GOED ALS VERGETEN
Dacia, het merk dat de meeste particuliere chauffeurs wist te overtuigen, blijft LPG-modellen in zijn gamma aanbieden. Maar de Renault-groep spreekt zich niet uit over de toekomst van deze motorisatie. We hebben niet de gewoonte om te communiceren over onze toekomstvooruitzichten, aldus Karl Schuybroek, Communications Director Belux Renault Group. Bij D’Ieteren Automotive
nieuwe voertuigen
tweedehandswagens
heeft Jean-Mark Ponteville veel minder problemen om het over de toekomst te hebben. Hij doet dat met plezier. In vergelijking met het vorige Salon lijken de zaken nu duidelijker. De gunstige fiscaliteit voor bedrijven heeft de elektrificatie van het wagenpark zeker versneld. De particulieren dan weer kiezen resoluut voor benzine. Diesel en herlaadbare hybrides zitten in de hoek waar de klappen vallen. Toch is een elektrische auto niet voor iedereen de ideale oplossing, en aangezien een autobouwer wereldwijd en niet slechts lokaal produceert, blijven verbrandingsmotoren ook in de catalogus van de VW-groep behouden, en dit nog minstens tot 2035. Diesel blijft, bijvoorbeeld voor de transportsector, een belangrijke brandstof. Voor CNG, LPG en biobrandstoffen lijkt er dan weer weinig reden tot optimisme te zijn. Alles wat CO2 uitstoot, heeft geen ontwikkelingspotentieel, aangezien de klimaatdoelstellingen eisen om zonder uitstoot te werken. Niet alleen in de automobielsector, maar ook in de luchtvaart en welke sector dan ook.
HOOP VOOR E-FUELS
Maar niet van alle wegen naar de ontwikkeling van alternatieve brandstoffen wordt zomaar afgestapt. Zo is Porsche een van de voornaamste voorvechters van synthetische brandstoffen. De Duitse autobouwer investeerde in productieprojecten voor e-fuels, met name in samenwerking met bedrijven als Siemens Energy en het Chileense HIF Global. Porsche liet weten die brandstoffen te willen gebruiken voor zijn voertuigen, in het bijzonder de sportmodellen en in zijn merkeigen competities. Volkswagen houdt de ontwikkeling van synthetische brandstoffen in de gaten om zijn eigen wagenpark te verduurzamen. Ook BMW
De testvloot van de BMW iX5 Hydrogen is niet bestemd voor verkoop. Afhankelijk van de markteisen en randvoorwaarden zal het merk zijn klanten in de tweede helft van dit decennium een productievoertuig aanbieden.
bekijkt de mogelijkheden van e-fuels, met name in combinatie met elektrificatie. MercedesBenz ten slotte werkt samen met partners aan het ontwikkelen en testen van synthetische brandstoffen.
AZIATISCH OFFENSIEF
Tot slot werd hier en daar (door kwatongen?) over het Autosalon van Brussel gesproken als een Chinees salon. Het klopt dat er heel wat Aziatische autobouwers present tekenden. Met name BYD, waarvan de 100% elektrische modellen aanzienlijk minder duur blijken te zijn dan die van hun Europese concurrenten. BYD is in se een producent en ontwikkelaar van batterijen die zich vervolgens op de automobielsector heeft gestort, vertelt Thomas de Meûter, PR Manager BYD Belux.
De technologische ontwikkeling van batterijen gaat hand in hand met de uitbreiding en democratisering van het gamma, rekening houdend met het feit dat de batterij ongeveer een derde van de prijs van een elektrisch voertuig vertegenwoordigt. We werken aan de volgende generatie batterijen, die het in de nabije toekomst mogelijk zal maken om de actieradius van 570 km WLTP (Worldwide harmonized Light vehicles Test Procedure) die onze huidige voertuigen bieden, te overschrijden. Ze zijn gemaakt van lithium-ijzerfosfaat, kunnen 5000 keer worden opgeladen en hebben een gebruiksbereik van 1% tot 99%. Met andere woorden, die batterijen kunnen over hun hele laadpotentieel worden gebruikt, terwijl andere producenten aanraden om niet onder de 20% of boven de 80% te gaan.
De batterij ‘cell to body’ van BYD maakt integraal deel uit van het chassis van de auto.
Waterstof en synthetische brandstoffen: twee serieuze denkpistes
Met ruim 300.000 bezoekers op 10 dagen was het 101e Autosalon van Brussel een succes. Maar wat heeft de toekomst in petto voor de markt en de brandstoffen? Christophe Dubon, Head of Communications van Febiac, schept wat meer duidelijkheid.
Brandstoffen: Waarom is het Autosalon er dit jaar weer na een jaar afwezigheid?
Christophe Dubon: Dat het Autosalon terug is, komt hoofdzakelijk doordat onze leden, die ook de grootste exposanten zijn, daar vragende partij voor waren. In 2024 merkten we al snel dat het aantal inschrijvingen van nieuwe auto’s door particuliere klanten sterk steeg, na enkele trage jaren. Ook de lancering van een heel wat – elektrische – producten die betaalbaarder zijn voor het grote publiek, heeft onze leden gemotiveerd om het Salon opnieuw te organiseren.
Is de huidige fiscaliteit de juiste?
Ch.D. : De fiscaliteit voor bedrijfswagens blijft duidelijk en voorspelbaar, wat essentieel is voor een gezonde markt. Iets minder duidelijk is het als het gaat om de fiscaliteit voor particulieren, aangezien ieder gewest daar zelfstandig over beslist en de media onzekerheid zaait met berichten over stedelijke tolheffingen, fiscale herzieningen en tal van andere onduidelijkheden. Dat is uiteraard niet bevorderlijk voor de markt.
De sector van de e-mobiliteit in België heeft een historisch goed jaar achter de rug, maar de ontwikkeling van laadpunten sluit daar niet op aan ...
Ch.D. : De situatie varieert echt van gewest tot gewest. Vlaanderen heeft zijn doelstelling van één laadpunt om de 25 kilometer langs de grootste verkeersassen bereikt. Brussel werkt op een correcte manier aan zijn netwerk en legt zich daarbij hoofdzakelijk toe op trage laadpalen met een gemiddeld vermogen. Wallonië hinkt echter ernstig achterop omdat het in eerste instantie meer had ingezet op de uitbouw van een CNG-netwerk. Een technologie die vandaag nagenoeg onbestaande is: in 2024 werden er amper 14 nieuwe CNGvoertuigen ingeschreven! De achterstand van Wallonië is aanzienlijk, maar we zien wel dat het gewest de wil heeft om een coherent netwerk uit te bouwen.
We zagen op het Autosalon opnieuw massaal veel auto’s onder de € 20.000 ...
Ch.D. : De autobouwers hebben inderdaad massaal hun instapmodellen aan de man gebracht, iets wat ze tijdens de vorige editie niet deden. Maar we zien nu ook betaalbaardere elektrische modellen. Nieuwe technologieën worden altijd via de topmodellen op de markt gelanceerd. Vandaag zijn we in de fase beland waarin die nieuwe technologieën ook doorsijpelen naar de ‘betaalbaardere’ modellen.
De Europese Commissie raakt niet aan de doelstelling van 100% emissievrije nieuwe auto’s in 2035, maar ze zal er naar verwachting wel regelgevende teksten aan toevoegen
die na 2035 verbrandingsmotoren op synthetische brandstoffen (e-fuels) toelaten. Brafco van haar kant pleit voor de afschaffing van de accijnzen op HVO om deze vervanger van diesel betaalbaar te maken. Wat is uw mening daarover?
Ch.D. : Als automobielfederatie is FEBIAC technologisch neutraal. We spreken ons daar dus niet over uit, zeker niet zolang er geen unanimiteit over bestaat bij onze leden. We vinden het niet meer dan normaal dat de automobielsector ecologisch duidelijke regels krijgt opgelegd. Maar het lijkt ons wel essentieel dat ons niet één technologie wordt opgelegd ten koste van een andere om die doelstellingen te kunnen halen. Het onderzoeks- en ontwikkelingswerk van de ingenieurs mag in geen geval worden ingeperkt.
Wat zijn op termijn de mogelijke brandstoffen/energiedragers naast elektriciteit?
Ch.D. : De twee meest serieuze denkpistes lijken momenteel waterstof en synthetische brandstoffen (e-fuels) te zijn. Waterstof kan worden gebruikt in brandstofcellen om elektriciteit te produceren, zonder andere directe uitstoot dan waterdamp. En het kan worden opgeslagen in vloeibare of gasvormige vorm, met het voordeel dat er snel kan worden bijgetankt. Nadeel is dat de productie- en distributie-infrastructuur echter beperkt en duur blijft. Synthetische brandstoffen die worden geproduceerd op basis van CO2 uit de lucht en waterstof, kunnen in theorie worden gebruikt in bestaande verbrandingsmotoren. Hoewel ze nog in de experimentele fase zitten, worden ze gezien als een oplossing om de lucht- en zeevaart maar ook de automobielsector koolstofvrij te maken.
Geloven de automobielconstructeurs in synthetische brandstoffen?
Ch.D. : Sommige fabrikanten zien ‘e-fuels’ als een alternatief voor of aanvulling op elektrificatie, vooral voor marktsegmenten waar de overgang naar volledig elektrische voertuigen complexer of duurder zou kunnen zijn. Ik denk dan aan vrachtwagens, sportwagens of klassieke verbrandingsmotoren die nog lang in gebruik zouden kunnen blijven. Bovendien hebben ze het voordeel dat ze kunnen worden aangeboden in tankstations en gebruikt worden in de huidige bestaande verbrandingsmotoren.
Dat zou de transitie minder dwingend en minder duur kunnen maken voor de consument. De voornaamste uitdagingen blijven echter de hoge productiekost, een grootschalige rendabiliteit en de uitbouw van een infrastructuur voor de productie ervan.
Christophe Dubon, Head of Communications van
Febiac.
Mobiliteit van de toekomst
Eén jaar AFIR en één jaar REDII-register
3 april 2025 - Holiday Inn Brussels Airport
Brafco en EV Belgium bieden u een uniek platform om de synergiën tussen mobiliteit en energie te verkennen in de context van evoluerende Europese regelgeving.
Kom op 3 april naar ons exclusieve evenement, georganiseerd door EV Belgium en BRAFCO. Samen bieden we een uniek platform om de synergiën tussen mobiliteit en energie te verkennen in de context van evoluerende Europese regelgeving en innovatieve financiële mechanismen.
Waarom deelnemen?
Dit evenement beoogt essentiële onderwerpen te behandelen die de toekomst van elektrische mobiliteit en energiedistributie vormgeven, door perspectieven te bieden op twee belangrijke thema’s
1. AFIR (Verordening over de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen)
De AFIR-verordening van de Europese Unie is een belangrijk onderdeel van de Europese Green Deal en stelt ambitieuze doelen voor de uitrol van infrastructuur voor alternatieve brandstoffen.
2. REDII-register: Financiële incentives voor slimme energie en mobiliteit
Financiële incentives voor slimme energie en mobiliteit E-credits vormen een essentieel mechanisme om de energietransitie aan te moedigen en slimme investeringen in duurzame energieoplossingen te ondersteunen.
Sprekers
• Etienne Rigo, Voorzitter Brafco
• Bart Massin, Voorzitter EV Belgium
• Brandon Palmers, Business Developer - Lead Netherlands & Belgium
• ADE (Algemene Directie Energie) van de FOD Economie
• Ignace Gabriëls, Manager Gabriëls & Co
• Peter Buyckx, CEO Sparki
• Philippe Vangeel, Director EV Belgium
Een aanvullende aanpak
Voor de leden van EV Belgium en BRAFCO symboliseert dit evenement de complementaire rollen die beide organisaties spelen bij het bevorderen van duurzame mobiliteit en energieoplossingen. Door onze expertise in e-mobiliteit en distributie van traditionele brandstoffen op elkaar af te stemmen, willen we
gunstige synergiën bevorderen voor bedrijven, beleidsmakers en eindgebruikers. Dit evenement is niet alleen een gelegenheid om uw kennis te verdiepen, onder andere inzake de plaatsing van laadstations, maar ook om bij te dragen aan het vormgeven van het mobiliteits- en energielandschap in België.
Voor wie?
Dit evenement is ideaal voor:
• Brandstofdistributeurs en exploitanten van tankstations
• Erkend entrepothouders
• Leveranciers van oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen
• Wagenparkbeheerders en actoren in de automobielsector
• Beleidsmakers en overheidsvertegenwoordigers
• Iedereen met passie voor de toekomst van mobiliteit en energie
Voorlopige lijst gastsprekers. Kijk regelmatig in de rubriek “Events” op www.brafco.be voor updates.
Inschrijving
Mis deze kans niet! De plaatsen zijn beperkt. Blijf op de hoogte van de trends en neem deel aan deze essentiële dialoog. Reserveer uw plaats vandaag nog via het elektronische inschrijvingsformulier onder de rubriek
«Events» op www.brafco.be of door de QR-code te scannen
McDonald’s, Q8 en Storm slaan de handen in elkaar
In Heusden-Zolder is het eerste Belgische McDonald’s-restaurant met Q8-snellaadstation geopend. Dankzij dat strategische partnership tussen McDonald’s, Q8 en Storm kunnen klanten tijdens het eten hun elektrisch voertuig opladen aan één van de 12 Q8 electric-snellaadpunten.
BINNEN DE 15 MINUTEN
VOOR 80% OPGELADEN
In het Q8 electric-snellaadstation in HeusdenZolder kunnen 12 auto’s tegelijk laden met een laadvermogen van 400 kW. Een gemiddelde wagen met een batterij van 50 kWh kan daarmee tot 80% worden opgeladen in 15 tot 20 minuten. De komende 5 jaar willen Q8 en Storm tot 200 nieuwe snellaadstations bouwen op zichtbare en vlot bereikbare locaties in heel België, zowel bij grote verkeersassen als in de buurt van stadskernen. De eerste vier snellaadstations, namelijk in PaalBeringen, Kampenhout, Aalter en Waasmunster, openden in september al hun deuren, aldus Bart Van Renterghem, Director Operations bij Storm. Bij de helft van deze stations voorzien we ook een shop en een restaurant.
In het Q8 electric-snellaadstation in Heusden-Zolder kunnen 12 wagens tegelijk laden met een laadvermogen van 400kW.
McDonald’s België had al ruim 200 klassieke elektrische laadpalen op de parkings van zijn restaurants, maar wil nu de samenwerking met Q8 en Storm voortzetten en daarvoor op zoek gaan naar
andere locaties om dit soort stations te bouwen. De ambitie is om de komende vijf jaar nog tientallen snellaadstations met een McDonald’s-restaurant te bouwen.
Your liquids, our Metering & Control
DCM EMBA Metering & Control nv Sinds 1930 de expert voor de optimalisatie van uw vloeistofverlading
Benelux organisatie die meedenkt en meegroeit met de klant
Erkende keurder voor de controle van meetinstallaties
contact@dcmemba.eu | www.dcmemba.eu
VANAF 1 APRIL 2025
Verbod op het uitstallen van tabaksproducten
Tabaksproducten mogen niet meer zichtbaar zijn in het verkooppunt maar ook niet meer van buitenaf.
Het verbod geldt voor alle verkooppunten van tabaksproducten: krantenwinkels, supermarkten, gespecialiseerde winkels, dag- en nachtwinkels, kiosken, taxfreeshops en ... tankstations. Voor groothandel geldt het verbod niet. Winkels die zowel detail- als groothandel zijn (bv. Cash-and-carry), vallen wel onder het verbod. Kortom, het verbod geldt voor alle verkooppunten die toegankelijk zijn voor particuliere klanten/het publiek.
Op direct en specifiek verzoek van een (meerderjarige) klant mag een tabaksproduct worden getoond. De winkelier moet ervoor zorgen dat alleen de door de klant gevraagde producten worden getoond en dat alle niet gekochte producten terug worden opgeborgen in de voorraadkast voordat de verkoop wordt afgerond.
HOE WETEN KLANTEN WELKE PRODUCTEN ER VERKOCHT WORDEN?
Een of meerdere neutrale prijslijsten zijn toegelaten (zonder afbeeldingen en kleur, gebruik van hetzelfde lettertype en dezelfde lettergrootte voor de hele lijst). Deze lijsten mogen enkel volgende info bevatten: de merknaam, de submerknaam, het type product, de hoeveelheid en de prijs.
De neutrale prijslijsten worden getoond aan de consument wanneer deze een tabaksproduct wenst aan te kopen. Dit mag een papieren of een digitale lijst zijn. Andere vermeldingen zijn verboden op grond van het reclameverbod.
Tabaksproducten achter de toonbank uitstallen wordt binnenkort verboden.
IN DE PRAKTIJK:
• Kleinhandelaars kunnen tabaksproducten opbergen in kasten, in lades, in gesloten houders onder de toonbank, achter gordijnen of schuifdeuren, achter ondoorzichtig glas, enz. De producten mogen dus niet meer in etalages worden uitgestald.
• De opslagruimte moet neutraal en sober zijn (geen afbeeldingen, geen licht- of geluidseffecten, geen spiegels, geen merknamen, enz.)
• Tabaksproducten moeten op een neutrale manier gerangschikt zijn in de opslagruimte zodanig dat geen enkel product opvalt bij het openen van de opslagruimte.
• De opslagruimte kan gelabeld worden om het makkelijker te maken voor het personeel om het juiste tabaksproduct te vinden en te nemen. U kunt zwarte of witte nummers gebruiken aan de buitenkant van de opslagruimte om de locatie van de tabaksproducten binnenin aan te geven.
• De opslagruimte mag niet opvallen of afsteken tegen de rest van het verkooppunt.
• De opslagruimte mag alleen geopend worden door personeelsleden van de handelszaak.
• De opslagruimte moet onmiddellijk na gebruik worden gesloten (nadat de gevraagde producten zijn genomen).
• Wanneer de opslagruimte zichtbaar is voor klanten, moet het onderhoud en het aanvullen uitgevoerd worden buiten de openingsuren.
• Wanneer de opslagruimte zichtbaar is voor klanten, mag deze ENKEL tabaksproducten bevatten.
OVERTREDINGEN
Inbreuken op de nieuwe regels zijn strafbaar. Wie zich er niet aan houdt, riskeert een gevangenisstraf van 1 maand tot 1 jaar en een geldboete van 2.000 tot 800.000 euro.
Zie ook de brochure Displayban_NL van de FOD Volksgezondheid op www.brafco.be p Documenten p Tankstations
Vakbekwaamheid (code 95)
Chauffeurs met een rijbewijs C of CE moeten om de 5 jaar 5 erkende opleidingen van ten minste 7 uur (samen 35 kredieturen) hebben gevolgd om hun rijbewijs te verlengen.
Ukan bij Brafco terecht voor deze cursussen “vakbekwaamheid”. Brafco werkt hiervoor samen met erkende externe opleidingspartners. Deelnemers aan de opleidingsmodules ontvangen een getuigschrift van nascholing en 7 kredietpunten.
Sinds de inwerkingtreding van het KB van 10 januari 2013 moeten de betrokken chauffeurs ten minste één module volgen in elk van de volgende 3 categorieën:
I. Nascholing in rationeel rijden (dit zijn o.m. cursussen stuwing- en ladingzekering, economisch rijden…)
II. Toepassing van de voorschriften (dit zijn o.m. cursussen ADR, rij- en rusttijden, vervoerdocumenten, tachograaf…)
III. Gezondheid, verkeers- en milieuveiligheid, dienstverlening (dit zijn o.a. cursussen ongevalsaangifte, EHBO, conflictbeheer, communicatie, agressiviteit…)
Het KB preciseert dat minstens één van de modules moet handelen over defensief en zuinig (economisch) rijden, die ten minste 3 uur praktisch rijonderricht bevat.
De prijzen verschillen naargelang de opleidingsmodule. In de prijs zijn inbegrepen: syllabus, drank- en koffiepauze en een broodjeslunch. De opleidingen komen in aanmerking voor een subsidie van 50% door de Vlaamse overheid via de kmoportefeuille.
ADR-cursussen
Brafco organiseert zelf ADR-cursussen en werkt ook samen met erkende externe opleidingspartners.
U kan bij ons terecht voor initiële en bijscholingsopleidingen voor zowel colli, tank als vloeibare brandstoffen.
De eerstvolgende algemene ADR-bijscholingscursus colli- en tankvervoer (categorie I + II) gaat door in Jabbeke op 3, 10 en 17 mei 2025
De eerstvolgende ADR-bijscholingscursus (categorie IV) zal plaatsvinden op 5 en 12 april 2025 in Oudenaarde. Deze cursus kan ook als initiële ADR-opleiding gevolgd worden door chauffeurs die nog geen ADRgetuigschrift hebben of waarvan het getuigschrift vervallen is. Voor deze personen is een bijkomende praktijkopleiding van 4 uur voorzien, die zal doorgaan op 19 april 2025 in Gent
U kan uzelf of een medewerker inschrijven voor een van deze ADR-opleidingen via https://www.brafco.be/nl/opleidingen
Sinds 1 januari 2024 ADR examen niet langer schriftelijk maar digitaal in Vlaanderen
Sinds 1 januari 2024 verlopen de ADR-examens in Vlaanderen digitaal (op computer) en kunnen chauffeurs zelf kiezen wanneer ze hun examen afleggen. Ze kunnen daarvoor terecht bij een van de 16 erkende examencentra van GOCA Vlaanderen. Het examen kan van maandag t.e.m. vrijdag plaatsvinden (en dus niet meer op zaterdag) en er zullen meer tijdssloten beschikbaar zijn. Het is belangrijk dat kandidaten zich op voorhand inschrijven om aan het examen deel te nemen.
Aan het examen zelf verandert er niets. Het blijft een openboekexamen dat per categorie 90 minuten duurt. Examinandi die dit wensen kunnen nog steeds het examen schriftelijk afleggen, doch dit kan enkel op zaterdag in de kantoren van het ITLB. Geïnteresseerden dienen dit vooraf te melden bij de instantie waar zij de opleiding volgen.
ADR-veiligheidsadviseur
Zoekt u een externe ADR-veiligheidsadviseur?
NIEUW: tussenkomst
in de kosten van de initiële ADR-opleiding van nieuwe chauffeur !
Werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité 127 kunnen onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op een forfaitaire tussenkomst van €500 van het Sociaal Fonds voor de kosten van de initiële ADR-opleiding (en bijhorend examen) van “nieuwe” werknemers. werknemers. (Zie www.brafco.be e Nieuws e Sociale zaken).
GE ZOC H T VOO R E XPOR T:
Tankwagens en tankopleggers voor LPG, diesel, benzine, olie, bitumen, chemische stoffen, levensmiddelen, cement en bulkopleggers. Aankoop trekkers en ander rollend materieel.
Materiaal te koop of een overname?
BEL VANDAAG!!!
G SM +32 (0)475-60 12 43
E - mai l : detrucks@telenet.be
w w w t a n kwagens. c o m
Neem contact op met de Federatie!
Maak voor de opleidingen vakbekwaamheid en ADR gebruik van de kmo-portefeuille!
Hoeveel steun u krijgt, is afhankelijk van de grootte van uw onderneming. De steun is beperkt tot een bepaald maximumbedrag dat u jaarlijks kan opnemen. U kan vrij kiezen of u dat bedrag inzet voor advies of opleiding of voor een combinatie van beide. De kosten die in aanmerking komen voor subsidie via de kmo-portefeuille zijn altijd exclusief btw
Kleine ondernemingen Steun 30%, maximaal 7.500 euro
Middelgrote ondernemingen Steun 20%, maximaal 7.500 euro
iVoor een overzicht van de aangeboden opleidingen kan u best contact opnemen met Naziha Boulben. Tel.: 02/213.14.12, naziha.boulben@brafco.be. U geeft aan waar u en/of uw chauffeur(s) een opleiding wenst/wensen te volgen en u ontvangt een overzicht van de mogelijkheden!
www.brafco. be
Met de dealer locator vinden consumenten die op zoek zijn naar een handelaar nu ook de naam van uw bedrijf in alle gemeentes waar u levert.
HOE WERKT HET?
Ga naar “Ledenportaal” “Mijn account” “Vestigingen” “Vestiging bewerken” “Selecteren” (om een postcode toe te voegen).
U kan individuele postcodes toevoegen en/of postcodebereiken selecteren door op “bereik” te klikken. Klik elke keer op “Item toevoegen” en helemaal aan het einde op “Opslaan”.
Zie ook de verklarende nota “Postcodes aanpassen voor vestigingen” in de rubriek “Documenten” op de website.
Gewoon even de gegevens in uw account aanvullen!
BRAFCO
DE ARIZONA REGERING GAAT VAN START
Welke impact mag u verwachten op het vlak van de arbeidsregelgeving?
Op 3 februari 2025 trad de nieuwe federale regering aan. In het regeerakkoord ligt de focus op fundamentele uitdagingen, waaronder de hervorming van de fiscaliteit, de arbeidsmarkt en de pensioenen. De komende periode zullen de diverse maatregelen uit het akkoord verder worden uitgewerkt in wet- en regelgeving.
Wij zetten voor u de belangrijkste voorgestelde maatregelen inzake arbeid en tewerkstelling op een rij.
LOONKOST
• Hervorming van de doelgroepenvermindering voor de eerste aanwerving:
De vermindering voor de eerste werknemer blijft behouden op 2.000 euro per kwartaal, zonder tijdslimiet; Voor de tweede tot en met de vijfde werknemer bedraagt de bijdragevermindering 1.000 euro per kwartaal, gedurende de eerste drie jaar.
• Wijzing in de chequesystemen:
De sociale partners kunnen het maximumbedrag van de maaltijdcheques (momenteel 8 euro) verhogen met 2 maal 2 euro tijdens deze legislatuur, tot een maximum van 12 euro per cheque; Ecocheques zullen geleidelijk worden uitgefaseerd, in overleg met de sociale partners, met als doel het aantal soorten cheques te verminderen maar de koopkracht te behouden.
ARBEIDSRECHT (FLEXIBILITEIT)
• Fiscaalvriendelijke overuren:
Werknemers zullen tot 360 vrijwillige overuren per jaar kunnen presteren zonder inhaalrust of motief, waarvan 240 uren vrijgesteld zijn van sociale en fiscale bijdragen (principe “bruto = netto”) mits schriftelijk akkoord tussen de werkgever en de werknemer;
Daarnaast zullen 180 extra overuren fiscaalvriendelijk kunnen worden vergoed; De vrijwillige overuren zijn mogelijk voor voltijdse werknemers en deeltijdse werknemers die minstens 3 jaar deeltijds werken, op voorwaarde dat er een tijdelijke toename van werk is.
• Uitbreiding flexi-jobs: Flexi-jobs worden mogelijk in alle sectoren, inclusief de brandstoffensector; Het maximale onbelaste jaarinkomen binnen dit stelsel wordt verhoogd van 12.000 naar 18.000 euro.
• Herinvoering van de proefperiode: Tijdens de eerste 6 maanden van een arbeidsovereenkomst kunnen zowel de werkgever als de werknemer de overeenkomst beëindigen met een opzegperiode van één week.
• Ziektebriefje:
Werknemers in bedrijven met meer dan 50 werknemers kunnen voortaan maar twee keer per jaar één dag afwezig zijn zonder ziektebriefje, in plaats van drie keer; Artsen die opvallend vaker of voor langere periodes ziekteattesten uitschrijven, riskeren een financiële sanctie; Werkgevers kunnen verdachte ziekteattesten melden via een nieuw digitaal meldpunt bij de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD).
• SWT (vroegere brugpensioen):
Vanaf 31 januari 2025 is instappen in het SWT-stelsel niet langer mogelijk.
Uitzonderingen blijven bestaan, onder andere voor:
SWT op basis van medische redenen; Werknemers van bedrijven die vóór 31 januari 2025 een intentieverklaring tot herstructurering of collectief ontslag hebben ondertekend.
Dit overzicht bevat de voornaamste maatregelen inzake arbeid en tewerkstelling van het federaal regeerakkoord 2025-2029, maar de concrete details moeten nog verder worden uitgewerkt. Deze, alsook de datum van inwerkingtreding van de maatregelen zijn momenteel nog niet gekend.
Werknemers zullen tot 360 vrijwillige overuren per jaar kunnen presteren zonder inhaalrust of motief, waarvan 240 uren vrijgesteld zijn van sociale en fiscale bijdragen.
Als onderdeel van de maatregelen ter ondersteuning van het economisch herstel na de coronacrisis blijven de relance-overuren ook in 2025 van kracht. Werkgevers en werknemers kunnen hier tot en met 30 juni 2025 gebruik van maken onder de voorwaarden zoals vastgelegd in de wet van 31 juli 2023 (B.S. 5 september 2023).
Binnen deze regeling kunnen werknemers tot maximaal 120 relance-overuren presteren zonder dat hierop een overloontoeslag van toepassing is. Bovendien zijn deze overuren vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en blijven zij onbelast voor de werknemer. Daarnaast is er geen verplichting tot het opnemen van inhaalrust.
De relance-overuren kunnen worden gecombineerd met de bestaande regeling van 100 vrijwillige overuren, wat resulteert in een maximaal totaal van 220 overuren per jaar. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de wettelijke grenzen van een maximale arbeidsduur van 11 uur per dag en 50 uur per week niet mogen worden overschreden.
Voor het presteren van relance-overuren is steeds een schriftelijk akkoord van de werknemer vereist. Dit akkoord geldt voor een periode van zes maanden.
Bovendien voorziet het nieuwe federale regeerakkoord een uniforme regeling voor 360 vrijwillige en fiscaalvriendelijke overuren. Van deze overuren kunnen er 240 worden gepresteerd zonder overloontoeslag.
Werkgevers die gebruik willen maken van dit systeem, wordt aangeraden om hun sociaal secretariaat te consulteren voor verdere begeleiding en correcte toepassing van de regelgeving.
Breng uw chauffeurs op de hoogte over de app van AG Insurance
Arbeiders in het PC 127 worden automatisch verzekerd via de sectorale hospitalisatieverzekering van AG Insurance vanaf het moment dat zij 6 maanden ononderbroken actief zijn in de sector. Sinds eind januari 2025 kunnen de aangesloten werknemers zich registreren op de ‘MyAG Employee Benefits’-app met hun rijksregisternummer via Itsme.
‘MYAG EMPLOYEE BENEFITS’-APP
Werknemers kunnen de hospitalisatieverzekering raadplegen via deze app en de in de app geïntegreerde My Healthcare Card gebruiken. Ze ontvangen dus geen fysieke kaart meer.
Met deze app kunnen werknemers:
• Een hospitalisatie melden
• Snel en makkelijk medische kosten doorsturen
• Hun waarborgen bekijken waar en wanneer ze willen
• Het overzicht behouden over alle ingediende kosten en terugbetalingen
DE APP INSTALLEREN
• Voor werknemers die de ‘MyAG Employee Benefits’-app reeds hebben geïnstalleerd, volstaat een update van de app om via Itsme te kunnen inloggen.
• Is de app nog niet geïnstalleerd, dan kan dit via de Apple Store of Google Play Store door te zoeken naar ‘MyAG Employee Benefits’. De app is herkenbaar aan het groene icoontje.
ZICH REGISTREREN OP DE APP
Na het installeren van de ‘MyAG Employee Benefits’app, kunnen de werknemers zich registreren via Itsme. Indien gevraagd, moeten ze eenmalig hun adres controleren en het referentienummer van de groepspolis invullen. Het referentienummer is: KJ189 – M369
Werknemers die geen Belgisch rijksregisternummer hebben, kunnen zich registreren via IDNow.
iOp de website van het Sociaal Fonds vindt u de groepspolis en een handleiding over hoe de app werkt via https://fonds127.be/nl/werknemer/ premies-financiele-tegemoetkomingen/hospitalisatieverzekering
Voor meer informatie over het gebruik van de app, zie: https://myageb.aginsurance.be/nl/Paginas/myageb-app.aspx
GRATIS WEBINAR
Sectorale Arbeidsduur en Werkbaar
Werk in het PC 127
Het Sociaal Fonds voor de Handel in Brandstoffen organiseert een gratis webinar over de sectorale arbeidsduurregeling binnen het Paritair Comité 127. Tijdens deze sessie wordt het wettelijk kader toegelicht en wordt ingegaan op de correcte toepassing ervan binnen uw onderneming. Daarnaast wordt de link gelegd met werkbaar werk: hoe kan u binnen de bestaande regelgeving de werkdruk beheersen en een duurzame werkomgeving creëren voor uw chauffeurs en medewerkers?
WAAROM DEELNEMEN?
✔ Inzicht in de wettelijke bepalingen rond arbeidsduur in het PC 127
✔ Praktische tips voor een correcte toepassing binnen uw bedrijf
✔ Advies over flexibiliteit en werkbaar werk om uw medewerkers gemotiveerd en inzetbaar te houden
Werkgevers in de sector kunnen zich inschrijven via het inschrijvingsformulier op de website van het Sociaal Fonds: www.fonds127.be
Opleiding op afstand – eenvoudig te volgen vanop uw werkplek
• In het Nederlands:
1 april van 10u30 tot 11u30
• In het Frans:
3 april van 10u30 tot 11u30
Mis deze kans niet en blijf op de hoogte van de regelgeving en ontdek hoe u arbeidsduur en werkbaarheid optimaal kunt combineren binnen uw onderneming.
De opleiding ‘Coach op de werkvloer’ richt zich tot ervaren werknemers of zaakvoerders die nieuwe collega’s opleiden.
Schrijf uw chauffeurs in voor de gratis opleiding ‘Coach op de werkvloer’!
Het belang van opleidingen blijft toenemen. Ervaren werknemers spelen een belangrijke rol in het doorgeven van praktijkkennis aan nieuwe collega’s. Tijdens de gratis opleiding ‘Coach op de werkvloer’ leert een ervaren chauffeur de nodige vaardigheden om nieuwe medewerkers op te leiden op de werkvloer.
WAT LEERT EEN WERKNEMER TIJDENS DE OPLEIDING?
• Feedback geven en krijgen op een constructieve manier
• (Nieuwe) collega’s helpen met hun ontwikkeling
• De verschillende rollen binnen een team identificeren
• Drijfveren van motivatie herkennen
• Dynamieken en conflicten binnen een team herkennen
PRAKTISCHE INFORMATIE
De opleiding ‘Coach op de werkvloer’ is bedoeld voor ervaren werknemers of zaakvoerders die nieuwe collega’s opleiden. De opleiding vindt plaats op maandag 24/03/2025 in het Nederlands en op donderdag 24/04/2025 in het Frans, telkens van 8u30 tot 16u in Brussel.
iInschrijven is gratis en kan tot twee weken voor de opleiding plaatsvindt. Bij annulatie minder dan 5 werkdagen voor de opleiding, zien wij ons wel genoodzaakt om de totale kost per deelnemer aan te rekenen.
Meer informatie en het inschrijvingsformulier vindt u op de website van het Sociaal Fonds via fonds127.be/nl/kalender.
De woordvoerders van Brafco staan de pers te woord
Wat wordt de invloed van de verkiezing van Donald Trump op de prijs voor ruwe aardolie en wat met door lekkende mazouttanks vervuilde bodems na 28 februari?
Dit is wat de woordvoerders van Brafco daarover zeiden in de pers.
DE TIJD – 04 JANUARI 2025
Wie een lekkende stookolietank heeft, kan voor de sanering een financiële tussenkomst krijgen van Promaz. Maar de tijd dringt. Aanvragen moeten uiterlijk op 28 februari ingediend worden. “De aanvragen zullen met de nodige soepelheid behandeld worden”, zegt Johan Mattart, de voorzitter van Promaz. “In januari en februari wordt nog een uitgebreide mediacampagne gevoerd. De verwachting is dat het totale aantal aanvragen eind februari tussen 2.250 en 2.600 zal liggen… Ook mensen die voor de oprichting van Promaz zelf een sanering financierden, kunnen nog altijd een dossier indienen.” Het is de bedoeling dat er een collectieve verzekering komt, waardoor stookoliegebruikers ook na 28 februari een financiële tussenkomst kunnen krijgen. “Er wordt gewerkt aan de oprichting van de captive-verzekeringsmaatschappij Promaz Re-insurance in Luxemburg”, zegt Mattart. Een captive-verzekering is een vorm van zelfverzekeren. Promaz richt daartoe een eigen verzekeringsmaatschappij op, waardoor het de controle behoudt over de risico’s die het wenst te verzekeren. “Met de oprichting van die captive willen we alle stookoliegebruikers ook na het verstrijken van de aanmeldingsperiode de zekerheid geven dat ze kunnen terugvallen op een financiële tussenkomst voor toekomstige bodemverontreinigingen”, zegt Mattart
TRENDS – 16 JANUARI 2025
Hoelang mag u een woning nog verwarmen met stookolie?
Enkel in bestaande gebouwen in een straat zonder aardgas mogen in Vlaanderen nog nieuwe stookolieketels worden geplaatst. In een straat met aardgas mogen enkel nog kleine herstellingen aan een stookolieketel gebeuren. “Zo is het nog altijd toegelaten een defecte brander te vervangen, maar een ketellichaam vervangen mag niet”, weet Johan Mattart. “Een ketellichaam is het geheel van de onderdelen die zorgen voor de overdracht van de verbrandingswarmte naar water.”… Voor Johan Mattart is het onbegrijpelijk dat burgers die op stookolie verwarmen, verplicht worden over te schakelen op aardgas als hun ketel aan vervanging toe is. “Wij hopen dat de nieuwe Vlaamse regering het decreet van 22 oktober 2021 bijstuurt, maar er is geen enkel teken dat daarop wijst. Stookolieketels kunnen – zonder aanpassingen – ook worden gebruikt voor hernieuwbare vloeibare brandstoffen, zoals HVO (hydrotreated vegetable oil) en R33, een mengsel van 67 procent klassieke huisbrandolie en 33 procent hernieuwbare brandstoffen. De CO2-emissie bij de verbranding van R33 is niet hoger dan de emissie bij de verbranding van aardgas.”
SUDINFO – 21 JANUARI 2025
Al meteen na zijn officiële benoeming tot president van de Verenigde Staten kondigde Donald Trump aan nieuwe oliebronnen te zullen aanboren. Zal dat invloed hebben op de prijs van motorbrandstoffen en verwarmingsmazout bij ons? “Ja, dat zal zeker meespelen”, aldus Emmanuel Cécille. “Vanaf dinsdag daalde de prijs voor ruwe aardolie met 1 tot 2%. Maar Trump is niet het enige wat speelt. Er is ook het staakt-het-vuren in Gaza dat zwaarder doorweegt op de prijzen dan de aanstelling van Trump. Die kan de prijzen beïnvloeden, maar dan op lange termijn. Laten we afwachten wat er concreet van zijn uitspraken terechtkomt.” Volgens deze expert zou de daling van de olieprijzen van dinsdag kunnen leiden tot een prijsdaling bij ons. “Dit zou aan het einde van de week kunnen gebeuren voor zowel motorbrandstoffen als verwarmingsmazout. Van welke grootorde die daling zal zijn, kan ik helaas niet zeggen ... De maximumprijzen worden daags ervoor door de FOD Economie meegedeeld”, aldus Dhr. Cécille. Toch blijft de adviseur van Brafco voorzichtig. “Want als het staakt-het-vuren in Gaza niet wordt nageleefd, en als Iran een open conflict aangaat met Israël zoals afgelopen maand oktober, kan dit de olieprijzen weer de hoogte in sturen.”
LE SOIR – 3 FEBRUARI 2025
Mazoutlekken die na 1 maart worden vastgesteld, komen niet meer in aanmerking voor een interventie door Promaz. Wat gebeurt er dan vanaf maart voor mensen die af te rekenen krijgen met een lekkende mazouttank? Laten we eerst en vooral preciseren dat het fonds op 28 februari officieel niet stopt, maar dat er enkel een einde komt aan de periode voor het indienen van aanvragen tot tussenkomst. De sector is echter niet van plan om iemand in de kou te laten staan. Een collectieve verzekering behoort tot de mogelijkheden. De vergunningsaanvragen daarvoor werden al ingediend. “Mensen die nu nog geen problemen hebben, hoeven niet te panikeren. We werken aan een verzekering die na 28 februari alle mensen die met mazout verwarmen, dekt”, stelt Johan Mattart het publiek gerust. Die zal gefinancierd worden met de interne middelen van het fonds en ook collectief. “We denken aan een bijdrage van één cent per liter of tien euro per m3. De scope van de interventie blijft dezelfde, maar de maximale tussenkomst wordt gehalveerd: 100.000 euro voor een gebouw met residentiële functie, 50.000 euro voor alle andere gebouwen.”
Promaz werkt aan een collectieve verzekering voor schadegevallen die na 28 februari worden vastgesteld bij stookoliegebruikers.
Om zoekertjes te laten verschijnen in de volgende editie van Brandstoffen (aprilmei 2025), kan u het formulier gebruiken dat u vindt op pagina 30 van onze uitgave van november-december 2024.
Graaddagen
Wij helpen jouw klanten met het betalen van hun energierekening
→ ONTDEK ONZE WEBSITE
mét simulatiemodule, brandstofprijzen en getuigenissen.
Meer info: www.verwarmingsfonds.be
→ FOLDERS
Bestel jouw exemplaren via onze website.
P.S.: Vergeet niet om ook de syndici van appartementsgebouwen te informeren.
We hebben allemaal recht op een warme thuis, toch?
Vergelijking van de laatste drie mobiele jaren met de norm* (graaddagen 15/15, station Ukkel)
* De norm is het gemiddelde van de graaddagen berekend in Ukkel tussen 1833 en 1979
Maand
Contacteer ons voor meer info:
▶ Verkoop nieuwe & tweedehandse ADR voertuigen
▶ Aankoop en overname van uw ADR tankwagen voor internationale export
▶ 25 jaar ervaring in aankoopadvies en technische ondersteuning