Brandstoffen nr5 - september - oktober 2023

Roeselare Gent Antwerpen Brussel Feluy Luik

Zolder Doornik

Johan Mattart, Algemeen Directeur van de Belgische Federatie der brandstoffenhandelaars v.z.w. Léon Lepagestraat 4, 1000 Brussel info@brafco.be www.brafco.be

LAYOUT Bold & pepper n.v. ‘t Hofveld 6C4 1702 Groot-Bijgaarden 02 325 64 64 www.boldandpepper.be

12 BEHEER

- Algemene verkoopvoorwaarden

- Premie polis BA exploitatie

- Elektronische facturering

19 - 34

SPECIALE BIJLAGE MOTORBRANDSTOFFEN

38

FOTO’S AdobeStock & Brafco

PUBLICITEITSREGIE

Bold & pepper nv rik@boldandpepper.be

0477 30 21 32

De redactie is niet verantwoordelijk voor publireportages.

Sociaal Verwarmingsfonds lanceert gloednieuwe website

43 SOCIAAL NIEUWS

- Nieuwe CAO individueel opleidingsrecht PC 127

- Coach op de werkvloer

- Het Vlaams opleidingstegoed staat klaar!

- La Fontaine Online

- YEP II

Memorandum Belgische Federatie der Brandstoffenhandelaars

In het licht van de Europese, federale en regionale verkiezingen van 9 juni 2024 roept de Belgische Federatie der Brandstoffenhandelaars (BRAFCO) de politieke partijen en kandidaat beleidsmakers op om constructief overleg te plegen met de sector teneinde een evenwichtig, breed gedragen energie- en mobiliteitsbeleid uit te werken.

De Federatie wenst alvast een aantal beleidsaanbevelingen te formuleren, die hierna worden toegelicht.

EEN REALISTISCHE EN BETAALBARE ENERGIETRANSITIE GEBASEERD OP TECHNOLOGIENEUTRALITEIT

Om België – en bij uitbreiding Europa – tegen 2050 klimaatneutraal te kunnen maken, is het ten zeerste aanbevolen geen enkele technologie die kan bijdragen tot een vermindering van de CO2-uitstoot a priori uit te sluiten. Alle duurzame energieoplossingen moeten een faire kans krijgen in de energiemix.

Enkel inzetten op elektrificatie – zowel in transport als voor de verwarming van gebouwen – jaagt de consument op nutteloze kosten zolang de elektriciteitsproductie niet 100% duurzaam is. Bovendien rijst de vraag of het aanbod “groene” elektriciteit voldoende zal zijn om aan de massale vraag naar deze energiedrager te voldoen en of het net deze extra belasting aankan. Los daarvan, doch niet minder belangrijk, ondermijnt dergelijke beleidskeuze de bevoorradingszekerheid en werkt ze de energie-afhankelijkheid van derde landen in de hand. Zo bijv. is China goed voor 93% van de wereldwijde productie van magneten van zeldzame aardmetalen, welke cruciaal zijn voor de productie van elektrische voertuigen en windturbines. Dat de wereldmarkt overspoeld wordt met goedkopere Chinese elektrische auto’s hoeft in dit opzicht dan ook niet te verbazen. Wat de impact hiervan zal zijn op de Europese automobielindustrie, en finaal op onze welvaart, zal de toekomst uitwijzen, doch dit voorspelt weinig goeds.

Om deze redenen is een technologieneutraal energiebeleid geen optie, maar een must. Beleidsbeslissingen dienen vanzelfsprekend gebaseerd te zijn op de CO2-emissies van de energiedragers, maar deze moeten worden gemeten over hun ganse levenscyclus (“well-to-wheel“), en niet enkel op het ogenblik waarop de energiedragers worden aangewend, wat nu helaas vaak de regel is, waardoor bepaalde technologieën – zoals verbrandingsmotoren – worden geweerd. Daarnaast dient ook de socio-economische impact van de te nemen beleidsmaatregelen te worden onderzocht alvorens deze door te voeren.

Een technologieneutraal energiebeleid vertaalt zich o.m. in volgende concrete maatregelen :

• het terugschroeven van het verbod op de plaatsing van stookolieketels, vermits deze toestellen ook kunnen werken op koolstofarme vloeibare brandstoffen en hun klimaatimpact, gemeten over de ganse levenscyclus van de brandstof, niet groter is dan aardgasketels;

• het aanmoedigen van de vervanging van oude, energieverslindende stooktoestellen door hybride verwarmingssystemen en hoogrendementsketels waar warmtepompen alleen niet echt een optie zijn;

• het fiscaal stimuleren van koolstofarme vloeibare verwarmings- en dito motorbrandstoffen (biobrandstoffen, HVO, e-fuels,...), o.m. via een accijnsverlaging tot het Europees minimumniveau;

• geen “goldplating” door de verkoop van wagens met een verbrandingsmotor versneld uit te faseren, maar in tegendeel de mogelijkheid voorzien om ook na 2035 de verkoop van nieuwe wagens met verbrandingsmotor die gevoed worden met koolstofarme brandstoffen toe te laten;

• in het NEKP (Nationaal Energie- en Klimaatplan) een brede waaier toelaten van (geavanceerde) biobrandstoffen en hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong;

• bij de omzetting van de RED III-richtlijn, een maximale flexibiliteit voorzien zodat alle erkend entrepothouders kunnen inspelen op de hogere Europese ambities inzake hernieuwbare energie.

❷ PROGRAMMAOVEREENKOMST

Met uitzondering van Luxemburg is België het enige land van de Europese Unie waar officiële maximumprijzen gelden voor petroleumproducten. Deze maximumprijzen worden berekend aan de hand van de in de Technische Bijlage bij de Programmaovereenkomst opgenomen structuurformule, die in de loop der jaren verscheidene aanpassingen heeft ondergaan.

Niettegenstaande de Programmaovereenkomst, die haar oorsprong vindt in de eerste oliecrisis van begin de jaren ’70, indertijd haar nut zeker heeft bewezen, is deze vaak het voorwerp geweest van kritiek, ook van

buiten de sector. Reeds in 1991 stelde een eminent professor in de Economie aan de KU Leuven dat “ het tijd wordt dat de Belgische overheid het verouderd instrumentarium van de prijzencontrole in de petroleumsector afschaft …”. Daarnaast heeft ook het Internationaal Energie Agentschap (IEA) zijn reeds in 2009 geformuleerde aanbeveling om de Programmaovereenkomst ”simpelweg” af te schaffen, meerdere malen herhaald. Ondanks deze externe kritiek staat de Programmaovereenkomst na meer dan 50 jaar nog steeds overeind. Blijkbaar ligt de afschaffing ervan – en de daarmee gepaard gaande opheffing van officiële maximumprijzen voor petroleumproducten – politiek gevoeliger dan de liberalisering van de broodprijs, die op 1 juli 2004 – nota bene onder een paarse regering ! – werd doorgevoerd.

De weerstand tegen de afschaffing van de Programmaovereenkomst mag dan vooral door ideologische overwegingen ingegeven zijn, de realiteit toont aan dat deze achterhaald en bovendien weinig democratisch is :

• Brafco kan, als representatieve sectororganisatie, niet rechtstreeks deelnemen aan de besprekingen/onderhandelingen over de inhoud van de Programmaovereenkomst, doch haar leden zijn er wel door gebonden;

• de enige sectorfederatie die rechtstreeks met de overheid de Programmaovereenkomst onderhandelt en ondertekent, is niet representatief voor de ganse sector, waardoor zij standpunten moet innemen m.b.t. materies en producten die door haar eigen leden niet worden aangeboden (cf. berekening distributiemarges voor propaangas en zware stookolie);

• de toenemende complexiteit inzake het integreren van energie uit hernieuwbare bronnen in fossiele motorbrandstoffen (omzetting RED II en III) en het ontbreken van marktnoteringen voor tal van deze hernieuwbare componenten, maken het onmogelijk marktconforme maximumprijzen voor deze nieuwe brandstoffen te berekenen.

Om deze redenen is het wenselijk de Programmaovereenkomst en het daarmee gepaard gaand systeem van maximumprijzen af te schaffen. Op die manier wordt ook een gelijk speelveld gecreëerd t.a.v. andere energiedragers die niet aan maximumprijzen onderhevig zijn (zoals CNG, LNG, elektriciteit via publieke laadpalen,...).

Zolang deze niet is afgeschaft, dient Brafco rechtsreeks betrokken te worden bij de besprekingen over alle materies in de Programmaovereenkomst die haar leden aanbelangen. Ook dient op korte termijn de notie “maximumprijzen” plaats te maken voor “richtprijzen”, die de FOD Economie op basis van de structuurformule verder kan berekenen voor de meest courante petroleumproducten.

Tenslotte dringen – in afwachting van de afschaffing van de Programmaovereenkomst – ook een aantal eerder technische aanpassingen zich op korte termijn op, met name :

• de invoering van een afzonderlijke richtprijs voor mengsels van huisbrandolie met 33% hernieuwbare brandstoffen (“R33”);

• de afschaffing van de K-factor, vermits deze – eens geactiveerd (d.w.z. waarde > 1,2) – contraproductief werkt en de bevoorrading van de consument bedreigt (aankoopprijzen van de brandstoffenhandelaars en pomphouders zijn in deze omstandigheden vaak hoger dan de na te leven maximumprijzen).

❸ EEN MOBILITEITSBELEID DAT REKENING HOUDT MET SECTOREN DIE LEVEREN OF OPHALEN IN STADS- EN DORPSKERNEN

Om te vermijden dat ondernemingen die lokaal distributievervoer verrichten (zoals brandstoffenhandelaars), grote omwegen moeten volgen om zich naar de volgende bestemming te begeven, is het aangewezen om, waar mogelijk, de verbodsborden C21 en C23 te vervangen door het verbodsbord C25.

Ook moet worden vermeden dat tonnagebeperkingen worden ingevoerd op plaatsen waar dit niet noodzakelijk is en die de vrachtwagenchauffeurs verplichten een grote omweg te maken, vermits dit andere negatieve effecten met zich brengt.

Om huishoudens en handelszaken in lage emissiezones (LEZ) in de toekomst verder te kunnen bevoorraden, moeten (vracht)wagens met een verbrandingsmotor die voldoen aan de Euro6d-norm, ook na 2030 in de LEZ worden toegelaten.

❹ EEN VERSTANDIGE AANPASSING VAN DE WEGCODE

De snelheidslimiet voor voertuigen met een MTM van meer dan 7,5 ton buiten de bebouwde wordt best verhoogd van 60 naar 70 km/uur. Zodoende worden andere weggebruikers die op deze wegen zich mogen voortbewegen aan een snelheid van 70 km/uur, niet in de verleiding gebracht in te halen, wat de veiligheid ten goede komt.

Ingevolge artikel 48bis1 van de wegcode moeten voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren in de zin van het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (A.D.R.), behalve in geval van noodzaak, de autosnelwegen volgen. Dit leidt er in de praktijk toe dat brandstoffenhandelaars in bepaalde gevallen een grote omweg dienen te maken. Een vrijstelling van deze verplichting voor voertuigen die ‘in mindere mate gevaarlijke goederen’ (van verpakkingsgroep III) vervoeren, zoals huisbrandolie en diesel, zou dit kunnen vermijden.

❺ EEN ONDERNEMINGSVRIENDELIJK BELEID OP ALLE BESTUURSNIVEAUS

Ondernemingen hebben nood aan rechtszekerheid, niet-discriminerende regelgeving, eenvoudige en snelle vergunningsprocedures en minder administratieve lasten. Een efficiënte overheid dient in alle domeinen waarvoor ze bevoegd is, een bedrijfsvriendelijk klimaat te creëren door o.m. rekening te houden met de door de sectororganisaties geformuleerde opmerkingen en aanbevelingen.

C25 C21 C23

Neem een gratis proefabonnement op de noteringen!

De oliemarkt is voortdurend in beweging. Daarom biedt Brafco haar leden de mogelijkheid om de evolutie van de petroleumprijzen 4 maal per werkdag te ontvangen, via fax of mail. Ook worden ze een dag op voorhand op de hoogte gebracht van alle wijzigingen van de officiële maximumprijzen.

Indien u voor deze (betalende) dienst interesse heeft, kan u twee weken GRATIS dit abonnement op proef ontvangen (zonder verdere verplichtingen).

Neem daarvoor contact op met Ann: telefonisch 02/502.42.00 of via mail ann.deknibber@brafco.be

Ook kan u via sms tweemaal per dag geïnformeerd worden omtrent de koersevolutie van de dollar en van de noteringen op de internationale markt van gasolie en diesel. Interesse?

Neem voor een GRATIS proefperiode ook contact op met Ann!

Wenst u informatie te ontvangen via de WhatsApp-groep voor de Nederlandstalige leden van Brafco?

Brafco gaat voor haar Nederlandstalige en Franstalige leden een afzonderlijke WhatsApp-groep oprichten om snel professionele informatie in de vorm van teksten, foto’s of video’s te delen. En dat waar u ook bent, zelfs als u tijdelijk geen pc binnen handbereik hebt. Die informatie vormt een aanvulling op wat via de andere communicatiekanalen (website, magazine ...) van de Federatie wordt verspreid; de WhatsAppgroep vervangt die dus niet.

Om de groep efficiënt te beheren, zullen enkel de beheerders van de groep – de kaderleden van de Federatie – content kunnen plaatsen. Het is met andere woorden een informatie-overdracht in één richting, van Brafco naar haar leden.

Om in overeenstemming te zijn met de GDPR vragen we u onderstaand formulier in te vullen, te scannen en ondertekend terug te sturen naar volgend e-mailadres: vincent.orts@brafco.be

Naam:

Voornaam:

Straat & nr.: Postcode & Gemeente :

Gsm-nummer:

• geeft Brafco de toestemming om hem/haar toe te voegen aan de NL WhatsApp-groep met het oog op het delen van professionele en sectorgerelateerde informatie zolang hij/zij lid is van de Federatie;

• verklaart er van op de hoogte te zijn dat alle leden van de groep toegang hebben tot de lijst met de namen en GSM-nummers van de deelnemers;

• verklaart op de hoogte gebracht te zijn van de mogelijkheid om de groep uit eigen beweging te verlaten;

Bedrijf:

• verklaart ervan op de hoogte gebracht te zijn dat Brafco de gegevens van de leden van de WhatsApp-groep niet aan derden zal mededelen.

Datum en handtekening:

Van conventionele brandstof tot elektrisch laden, u vindt de juiste brandstof bij TotalEnergies.

Promaz bereikt mijlpaal van 1.000ste aanvraag

Wie geconfronteerd wordt met een bodemverontreiniging door een lek in een mazouttank die wordt gebruikt voor de verwarming van een gebouw (met of zonder woonfunctie) kan sinds 2022 beroep doen op het Promaz-fonds.

Promaz komt financieel en/of operationeel tussen bij het saneren van dergelijke bodemvervuilingen, ook als die uit een ver verleden dateren en ondertussen al gesaneerd zijn. Vandaag, na iets meer dan 1 jaar werking, telt het Fonds al 1.000 aanvragen tot tussenkomst.

Met die 1.000ste aanvraag ronden we een belangrijke kaap, zegt Willem Voets, afgevaardigd bestuurder van Promaz. We hebben sinds onze oprichting met het hele Promaz-team hard gewerkt om het Fonds zo snel mogelijk bekend te maken bij de bevolking en de stakeholders. Onze getalenteerde medewerkers staan klaar om een uitstekende service te bieden aan al die mensen die zoveel vertrouwen in ons stellen.

Met diverse mediacampagnes wil het Fonds mensen blijven aanzetten om hun bodemvervuiling door een mazoutlek zo snel mogelijk te melden. Willem Voets:  We willen mensen echt wakker schudden en aanzetten om hun mazoutlek meteen te melden op onze website. Dat is belangrijk voor het milieu maar ook omdat de termijn om een tussenkomst te vragen beperkt is.

Ondertussen is Promaz gestart met het terugbetalen van de kosten van de eerste dossiers waarvan de sanering reeds werd uitgevoerd en afgerond is; daarnaast werden een 30-tal nieuwe dringende saneringen met milieurisico opgestart.

De aanvragen kunnen nog worden ingediend tot en met 28/02/2025. Wie ná de einddatum een bodemsanering aanvraagt, zal de kosten dus zelf moeten dragen. Reden te meer om het indienen van een aanvraag niet uit te stellen.

NAJAARSCAMPAGNE

De nieuwe communicatiecampagne van Promaz loopt van september tot november. Ze is te horen en te zien op radio en televisie (aangevuld met

online video), in tijdschriften en ‘out of home’ (digitale affiches in het straatbeeld). Op sociale media loopt ze het hele jaar door via ‘social bannering’ en gerichte posts. De bedoeling is om eigenaars of gebruikers die geconfronteerd worden of werden met een bodemverontreiniging ten gevolge van een lekkende mazouttank bestemd voor de verwarming van gebouwen aan te moedigen zo snel mogelijk een aanvraag tot tussenkomst in te dienen en hen gerust te stellen dat het team van Promaz klaarstaat om hen daarbij te

begeleiden. Er werden daarnaast ‘direct mails’ verstuurd naar burgemeesters, communicatieambtenaren en milieuverantwoordelijken van steden en gemeenten in België om hen ertoe aan te zetten hun inwoners op de hoogte te brengen van het bestaan van Promaz. We zijn bijzonder tevreden dat die informatie uitstekend wordt gedeeld via infokranten, leaflets en websites van steden en gemeenten, zegt Willem Voets opgetogen. Ook sociale huisvestingsmaatschappijen en intercommunales werden gemaild en aangeschreven.

Klanten informeren over het bestaan van Promaz, dat is iets positiefs!

Het nummer 0800 63 636 van Promaz is alle werkdagen van 9 tot 17 uur bereikbaar voor al wie info zoekt. Verdelers, roep uw klanten op om te surfen naar www.promaz.be. Promaz levert u ook het nodige communicatiemateriaal waarmee u uw klanten op de hoogte kan brengen: folders en affiches. Een formulier om dat (gratis!) materiaal aan te vragen, vindt u op https://www.promaz.be/toolkit. U kan het eveneens aanvragen via e-mail naar communication@promaz.be.

Najaarscampagne van Promaz.

Goed nieuws voor het milieu én voor uw klanten. Vermoeden ze dat hun bodem verontreinigd is door een lek in hun mazouttank of -leiding? Of hebben ze in het verleden al een bodemsanering uitgevoerd? Dan kunnen ze vanaf nu beroep doen op Promaz, het fonds dat hen helpt door de bodemsanering uit te voeren of door financieel tussen te komen, ook voor bodemsaneringen uit het verleden. Wat een opluchting!

We rekenen ook op u om uw klanten dit goede nieuws te brengen. Verwijs hen snel door naar Promaz.be.

De tussenkomst van Promaz gebeurt onder de bepalingen van het Samenwerkingsakkoord, zoals dat van kracht is a) op de datum van de aanvraag, b) op basis van de prioriteitenlijst van Promaz en c) in functie en tot het beloop van de beschikbare financiële middelen van Promaz (art 16 van het Samenwerkingsakkoord).

Informazout (*) bevraagt Belgische mazoutgebruiker

Dit jaar organiseerde Informazout voor de 5de keer het Nationale ServiceOnderzoek. Met deze grootschalige enquête verzamelt de organisatie actuele inzichten over het gedrag en de verwachtingen van de Belgische mazoutgebruikers. En die toont meer betrokkenheid dan ooit.

RECORDAANTAL

Het eerste opvallende cijfer: 2407 deelnemers. Dat is 69% meer dan de vorige editie (in 2021). Het recordaantal zorgt voor zowel een representatieve als diverse groep. De leeftijd van de stookinstallaties en tanks is dan ook zeer uiteenlopend. 35% van de mazouttanks is ouder dan 20 jaar. 32% van de installaties is ouder dan 20 jaar. 11% van de installaties is jonger dan 5 jaar en 4% van de respondenten had net een nieuwe installatie.

MULTIFUNCTIONELE LEVERANCIER

De brandstofmarkt evolueert. Net zoals de verwachtingen van de eindgebruiker. Zij willen de brandstofevolutie nauwgezet volgen en rekenen daarvoor op hun brandstofverdeler. Als leverancier speel je in op die behoefte door een gecentraliseerd servicepakket aan te bieden. Naast de levering, het onderhoud en controles verwachten klanten ook actuele informatie over gewijzigde wettelijke voorschriften en nieuwe producten. Daar hoort voor velen ook een uitgebreid assortiment bij. 69% van de gebruikers verwacht de beschikbaarheid van koolstofarme brandstof als optie, 25% verwacht een zogenaamd multi-energieaanbod

DOORSLAGGEVENDE FACTOR

Bij de keuze van het type mazout laat men zich leiden door volgende factoren: prijs, rendement en optimale verbranding. Het prijskaartje bepaalt zelfs in meer dan 50% van de gevallen het bestelmoment. 20% van de gebruikers checkt wekelijks de mazoutprijs. Een opvallende stijging in vergelijking met 2021 (11%). 30% wacht met prijzen te checken tot de tank bijna leeg is en 17% abonneert zich op een nieuwsbrief of andere online kanalen om op de hoogte te blijven van de prijsevoluties. Niet toevallig blijft de website van informazout voor 51% de belangrijkste informatiebron als het over brandstofprijzen gaat. Een stijging

met 6% tegenover 2021. Met gemiddeld zo’n 200.000 bezoekers/maand op de prijspagina, hadden ze bij informazout deze positieve evolutie in de loop van het jaar al opgemerkt.

BESTELMOMENTEN SCHOMMELEN

De huidige mazoutgebruiker laat zich leiden door verschillende factoren bij zijn of haar aankoop. Budget bijvoorbeeld : 27% bestelt gespreid over meerdere momenten om het bedrag binnen de perken te houden. Als de prijs even lager staat plaatst 56% een eerste bestelling. 47% let hierop om een tweede bestelling te doen. Ook het klimaat beïnvloedt de koper Minder afgelijnde seizoenen zorgen voor een minder voorspelbaar verbruik. Bijgevolg stappen sommige gebruikers af van een vaste bestelperiode. 35% geeft zelfs aan dat hun bestelritme volledig veranderd is door de warme winters. 22% bestelt trouwens vaker last minute. De drijfveren? Een interessante prijs of gewoon een lege tank. Dat laatste komt minder voor bij een eerste stookseizoen-bestelling (14%), maar stijgt naar 25% bij een tweede bestelling. Naast een lege tank is ook een laag brandstofpeil een belangrijke reden om snel te bestellen.

DE IDEALE BESTELPROCEDURE

De vorige bevraging wees op een lichte stijging van online bestellingen via e-mail of website. Een tendens die ondertussen weer afzwakte. Als er al online wordt besteld, grijpt 73% naar de computer. Een kleinere groep bestelt via smartphone (16%) of tablet (11%). Daarom beschikken leveranciers best over een gebruiksvriendelijke website die vlot werkt op alle toestellen. Telefonische bestellingen blijven populair en stijgen tot wel 68%. Een evolutie die mogelijk samenhangt met het gestegen aantal last minute bestellingen.

Ook wat de bestelprocedure betreft, heeft de klant een uitgesproken voorkeur. 58% van de respondenten wil op voorhand zowel een prijs-

als een bevestiging van de leveringsdag ontvangen. 50% weet graag of de verdeler dan in de voor- of namiddag langskomt en 39% zou graag een seintje krijgen een uur vóór levering. Als betaalmiddel blijft de betaalkaart op een terminal de eerste keuze. Gevolgd door de klassieke overschrijving (28%) en online banking (24%). 83% betaalt liefst in één keer. In de open vraag komt ook domiciliëring als favoriet naar boven.

HYBRIDE FORMULES

Mazout is een flexibele brandstof. En dat beseft ook de klant. 50% van de respondenten beschouwt zelf kunnen kiezen wanneer en hoeveel ze aankopen als een belangrijk voordeel. Als gepolst wordt naar de brandstofplannen voor de toekomst (hier werd een zeker engagement gevraagd), zien we 61% die mazout wil combineren met ofwel koolstofarme brandstoffen (35%) of met hernieuwbare energie (26%). De interesse in hernieuwbare energie toont de grootste stijging, van 19% in 2021 naar 26% in 2023. Bij hernieuwbare energie wint vooral de combinatie van de stookolieketel met de warmtepomp aan populariteit (van 55% naar 71%). 27% twijfelt om stappen te zetten omwille van hoge(re) kosten en weerstand tegen verandering . Een betaalbare, eenvoudige toekomstgerichte oplossing is dus cruciaal om de markt in beweging te brengen.

TEVREDEN GEBRUIKERS

Algemeen blijkt uit het onderzoek ook dat de mensen nóg tevredener zijn over hun mazoutleverancier. Los van alle verandering en van de dynamische context in de verwarmingswereld is de klant blij met wat u voor hem of haar doet. De tevredenheidsscore steeg licht sinds 2021, meer dan 50% van de respondenten gaf een score van 9 of 10.

VIER CONCLUSIES UIT

HET 5DE NATIONAL SERVICE-ONDERZOEK

❶ Klanten zijn zich ten volle bewust van een veranderende energiemarkt en willen hierover actuele informatie ontvangen

❷ Klanten verlangen dat hun verdeler een uitgebreid servicepakket aanbiedt

❸ Prijs is en blijft een doorslaggevende factor in het bestelproces

❹ De intentie om over te stappen op een hybride installatie of het gebruik van koolstofarme vloeibare brandstof groeit

* Informazout: onze organisatie is volop bezig met de uitrol van de gewijzigde organisatienaam naar ‘in4fuels’.

MINNELIJKE INVORDERING VAN CONSUMENTENSCHULDEN: NIEUWE REGELS SINDS 1 SEPTEMBER 2023!

Pas uw algemene verkoopvoorwaarden aan !

DeWetvan4mei2023houdendeinvoegingvanboekXIX“schuldenvandeconsument” inhetWetboekvaneconomischrechtis op 1 september jl. in werking getreden. Deze wet beoogt een betere bescherming van de consument en voorziet in een regeling die moet verhinderen dat deze een onredelijke strafrente moet betalen of te agressief benaderd wordt door incassobureaus. De wet is enkel van toepassing op handelsrelaties met particulieren (B2C); in B2B-relaties blijft de Wetvan2augustus2002betreffendede bestrijdingvandebetalingsachterstandbijhandelstransactiesvan toepassing.

We zetten de belangrijkste wijzigingen even op een rijtje :

DE EERSTE BETALINGSHERINNERING IS KOSTELOOS

Wanneer de consument zijn schuld op de vervaldatum niet heeft betaald, moet de onderneming hem eerst een eerste, kosteloze ingebrekestelling (een zgn. “eerste” herinnering) sturen, waarna de consument 14 kalenderdagen de tijd krijgt om alsnog te betalen. De termijn van 14 dagen vangt aan op de derde werkdag na verzending van de herinnering per post. Wanneer de herinnering langs elektronische weg wordt verzonden, vangt de termijn aan op de kalenderdag die volgt op de dag waarop de herinnering werd verzonden. Pas na het verstrijken van deze termijn kan de onderneming, bij niet-betaling van de schuld, nalatigheidsinteresten en/of een schadevergoeding vorderen.

VERPLICHTE VERMELDINGEN BIJ DE EERSTE BETALINGSHERINNERING

De eerste betalingsherinnering moet minimaal de volgende gegevens vermelden :

1. het verschuldigde saldo en het bedrag van het schadebeding dat zal worden geëist bij niet-betaling binnen de termijn van veertien kalenderdagen;

2. de naam en het ondernemingsnummer van de onderneming die schuldeiser is;

3. een beschrijving van het product dat de schuld heeft doen ontstaan, alsook de datum van opeisbaarheid van deze schuld;

4. de in punt 1. bedoelde termijn waarbinnen de schuld moet terugbetaald worden vooraleer enige kost, interesten of vergoedingen zal worden gevorderd.

SCHADEBEDING UITDRUKKELIJK BEPAALD ÉN GEPLAFONNEERD

Indien een schadevergoeding wordt gevorderd, moet deze mogelijkheid uitdrukkelijk voorzien zijn (bijv. in de algemene verkoopvoorwaarden) vóór de aanvang van de overeenkomst. Deze forfaitaire vergoeding is bovendien geplafonneerd. Het bedrag mag niet hoger zijn dan:

Voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo) is het toegestaan om de verwijlinterest te laten lopen vanaf de kalenderdag die volgt op de dag waarop de herinnering aan de consument wordt verzonden.

1. 20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk aan 150 euro is;

2. 30 euro vermeerderd met 10% van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro is;

3. 65 euro vermeerderd met 5% van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro met een maximum van 2000 euro als het verschuldigde saldo hoger dan 500 euro is.

Bedraagt de openstaande schuld van de consument bijv. 2.000 euro, dan kan de onderneming maximum 140 euro als forfaitaire schadevergoeding vorderen.

INTERESTEN EVENEENS GEPLAFONNEERD

De contractueel vastgelegde interesten worden eveneens geplafonneerd. De interestvoet mag niet hoger zijn dan deze van de Wet van 2 augustus 2002. Voor het 2de semester 2023 bedraagt deze 12%; voor het eerste semester 2023 was dit 10,5%.

Voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo) is het toegestaan om de verwijlinterest te laten lopen vanaf de kalenderdag die volgt op de dag waarop de herinnering aan de consument wordt verzonden. Als kmo moet worden beschouwd elke onderneming die voldoet aan de criteria bedoeld in artikel 1:24, § 1, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

STRENGERE REGELS VOOR INCASSOBUREAUS, GERECHTSDEURWAARDERS, ...

Ondernemingen die zich toeleggen op het minnelijk invorderen van onbetaalde schulden voor andermans rekening worden verplicht om de wettigheid van de gevorderde schadevergoeding te controleren vooraleer een procedure inzake minnelijke invordering wordt gestart. Ook moeten zij de consument actief informeren over zijn recht om alle stukken betreffende de schuld te verkrijgen en om betalingsfaciliteiten aan te vragen, alsook over de procedure die gevolgd kan worden om de schuld te betwisten.

PAS UW CONTRACTEN/ALGEMENE

VERKOOPVOORWAARDEN TIJDIG AAN!

De nieuwe regels gelden voor overeenkomsten gesloten vanaf 1 september 2023. Vanaf 1 december 2023 zijn ze eveneens van toepassing op elke vervallen en onbetaalde schuld van een consument aan een onderneming die voortkomt uit een overeenkomst die werd afgesloten vóór 1 september 2023 wanneer de betalingsachterstand ontstaat na deze datum.

Het is ten zeerste aanbevolen om de contractvoorwaarden tijdig aan te passen aan de nieuwe plafonds en termijnen. Doet de onderneming dit niet, dan loopt ze het risico niets meer van de extra kosten te recupereren die ze maakt om wanbetalers aan te sporen hun openstaande schuld alsnog te betalen. Op het ledenportaal van de Brafco-website (bericht van 20.09.2023) vindt u een model dat u in uw verkoopsvoorwaarden kan opnemen.

Johan Mattart

Dé partner voor tanken, laden en wassen.

Begeleiding in het voorontwerp

Detail uitwerking van uw project

Totaaloplossing op maat

Installatie en projectbegeleiding

Service na verkoop

Premie polis BA exploitatie loskoppelen van omzet

De verzekeringspremie BA voor brandstoffenhandelaars wordt logischerwijze best op het volume, en niet op de omzet, berekend.

Verscheidene handelaars meldden ons dat hun verzekeringspremie BA exploitatie dit jaar sterk is gestegen, en in bepaalde gevallen zelfs is verdubbeld, ingevolge de sterk gestegen energieprijzen het afgelopen jaar. Voor deze handelaars werd de te betalen verzekeringspremie blijkbaar berekend op het omzetcijfer in plaats van op het volume. En dat is voor brandstoffenhandelaars totaal onlogisch, want waarom zou de prijs van de brandstof bepalend zijn wanneer zich een schadegeval voordoet bij een klant (zoals bodemverontreiniging ingevolge overvulling)?

De te betalen premie polis BA exploitatie hangt af van bedrijf tot bedrijf en wordt gedeeltelijk

bepaald door de schadestatistiek van het betrokken bedrijf. We raden dan ook aan om eerst na te gaan welk bedrag aan verzekeringspremies werd betaald en voor welk bedrag de verzekeringsmaatschappij heeft moeten tussenkomen. Is dat bedrag lager dan het bedrag aan betaalde premies, dan staat het bedrijf in een sterke positie om met zijn verzekeringsmaatschappij te onderhandelen.

Brandstoffenhandelaars die dit al meldden aan hun verzekeringsmaatschappij of -makelaar zagen hun verzekeringspremie losgekoppeld worden van de gerealiseerde omzet en hun premie naar beneden gaan.

Algemene verplichting elektronisch factureren aan de overheid

Vanaf 1 maart 2024 wordt de e-factuur verplicht voor alle nieuwe openbare aanbestedingen boven een bedrag van € 3000 (excl. btw).

Sinds 1 mei 2023 zijn bedrijven verplicht om elektronische facturen te versturen voor alle nieuwe contracten boven de € 30.000 (excl. btw). Vanaf 1 maart 2024 geldt die verplichting ook voor openbare aanbestedingen met een waarde boven de € 3000 (excl. btw).

De FOD Beleid & Ondersteuning (BOSA) maakte in samenwerking met de staatssecretaris voor Digitalisering verschillende videoclips over de verplichting om elektronische facturering te gebruiken bij openbare aanbestedingen. Die video’s kunnen bekeken worden via volgende link: https://bosa.belgium.be/nl/news/algemeneverplichting-elektronisch-factureren-aan-deoverheid

Werk mee aan de energietransitie en investeer in een CO2-neutrale toekomst

Maak samen met Comfort Energy de omslag naar duurzame energie

Aangezien één op drie gezinnen vandaag verwarmt met mazout, zal de stookoliesector een belangrijke rol spelen in het behalen van de Europese ambitie om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Daarom dat Comfort Energy als Belgisch marktleider de voortrekkersrol op zich neemt om de noodzakelijke energietransitie waar te maken en de toekomst van onze sector te vrijwaren.

> Heeft u ook vragen over de toekomst van onze sector?

> Bent u ook nieuwsgierig naar de mogelijkheden van alternatieve brandstoffen en de mogelijkheden voor uw klanten?

> Wil u ook graag weten hoe CO2-compensatie vandaag reeds een toegevoegde waarde kan zijn voor uw klanten?

> Wil u ook graag van de uitdagingen van de Green Deal uw voordeel maken?

> Wil u graag eens met de marktleider, die de ondernemersmentaliteit heeft behouden, van gedachte wisselen?

Dat kan. Wij ontvangen u graag op één van onze lokale kantoren of wij komen graag bij u langs om een mooie toekomst voor uzelf en uw klanten te verkennen.

A. PIRONT & PIROLUX – EMMELS & WEISWAMPACH

“Bij ons is de klant nog koning”

We zijn in Emmels, een dorpje in de gemeente Sankt-Vith, op een steenworp van de grens met Luxemburg. Baustoffe A. Piront vierde er onlangs zijn 50e verjaardag. En voor de verandering is mazout hier onderdeel van het diversificatiebeleid van de onderneming.

Met zijn jarenlange ervaring in de bouwsector opende Alfons Piront in 1973 zijn eigen bouwbedrijf. Hij verkocht niet alleen traditionele bouwmaterialen maar specialiseerde zich ook al snel in het maken en plaatsen van terracotta vloerplaten. Vandaag heeft het bedrijf ruim 10.000 bouwartikelen in zijn gamma. De klantenkring van Baustoffe A. Piront strekt zich uit over de provincies Luik, Luxemburg en Namen, maar ook in het Brusselse gewest en het Groothertogdom Luxemburg heeft het bedrijf klanten.

In 1986 kan het bedrijf zijn activiteiten diversifiëren met de verkoop van gasolie-verwarming door een handel in Sankt-Vith die ermee ophield, over te nemen. Aangezien we een van diens grootste klanten voor gasolie waren, stelde hij ons voor om zijn handel over te nemen. Een aanbod dat we hebben aangenomen, vertelt Annie Piront, verantwoordelijk voor de boekhouding, administratie, bestellingen en dispatching. In die tijd was dat in de kleuren van Fina. Alles ging vlot, de vertegenwoordigers waren competente mensen, en dat is meteen ook de reden waarom we nog steeds onder de vlag van TotalEnergies opereren. Het is Axel Piront, zoon van Alfons en echtgenoot van Annie, die de eerste mazoutleveringen voor zijn rekening nam. Vandaag verzorgen twee chauffeurs de leveringen van gasolie-verwarming tussen Amblève – Sankt-Vith – Burg-Reuland – Gouvy en in de Ösling, de streek in het noorden van het Groothertogdom Luxemburg, volgens de geldende accijnsprocedures.

Beide activiteiten – de verdeling van mazout en de verkoop van bouwmaterialen – vallen nu onder twee afzonderlijke ondernemingen, respectievelijk A. Piront en Pirolux. Die synergie tussen de twee activiteiten is erg interessant: klanten van het bouwbedrijf krijgen te horen dat ze bij Piront ook terechtkunnen voor mazout, of omgekeerd.

DUAAL LEREN

A. Piront en Pirolux stellen samen 25 mensen te werk, verdeeld over de twee vestigingen in België en Luxemburg. 17 van hen zijn actief in de verkoop van bouwmaterialen. Naast de twee chauffeurs voor de mazoutleveringen kunnen ook Axel, zijn zoon Andreas en zijn neef Pascal inspringen in geval van nood of om product te gaan laden op het depot. Axel, die op zijn 15e als ongeschoold arbeider begon in het bedrijf, en zijn echtgenote Annie kregen tot hun grote plezier het gezelschap van hun drie kinderen, die mee in het bedrijf wilden stappen: Florence (28), Andreas (27) en Alexander (24). Net als hun ouders kunnen ook zij overal worden ingezet, zowel voor de brandstoffenactiviteit als voor de handel in bouwmaterialen. Na hun middelbare school behaalden Andreas en Alexander een graduaat boekhouden. Allebei liepen ze daarvoor stage in het familiebedrijf. De Duitstalige gemeenschap biedt de mogelijkheid tot duaal onderwijs in kmo’s. Leerlingen krijgen enerzijds theorielessen en anderzijds praktijklessen in het bedrijf, legt Annie Piront uit, die zelf over de nodige diploma’s beschikt om haar kinderen te begeleiden in administratieve en boekhoudkundige materies.

Annie en Axel Piront, voor het wagenpark van het bedrijf. De producten worden geladen in Wandre.

En zo komt het dat beide bedrijfsleiders, Axel en zijn zus Martina, alle leden van de familie mee in de twee bedrijven zagen stappen. Martina, die aan het hoofd staat van de bouwmaterialen, gaf immers haar passie door aan dochter Jennifer (30) en zoon Pascal (28). Stichter Alfons Piront, die onlangs overleed, was er bijzonder trots op dat hij zijn bedrijf kon doorgeven aan de volgende generaties.

RETOURTJE WANDRE: 2.30 UUR

Het wagenpark van Piront bestaat uit twee vrachtwagens van 18.000 liter en een aanhangwagen met dezelfde inhoud. Laden gebeurt in het depot van Wandre. De aanhangwagen wordt gelost in het eigen depot, dat een capaciteit heeft van 230.000 liter voor de opslag van gasolie-verwarming, gasolie diesel en diesel. De vrachtwagen zelf blijft geladen om te gaan leveren aan klanten. In de winter moet er soms drie keer per dag heen en terug gereden worden. Een retourtje Emmels-Wandre neemt al gauw 2 en een half uur in beslag. Als alles goed gaat... dus zonder wegenwerken onderweg, stakende sluiswachters of gecontingenteerde producten. Het is al gebeurd dat we onverrichter zake zijn moeten terugkeren, herinnert Annie Piront zich.

70% PARTICULIEREN

70% van het klantenbestand zijn particulieren, gevolgd door kleine ondernemingen en landbouwers. Een enkele transporteur in het dorp niet te na gesproken laat het bedrijf transportklanten liever over aan TotalEnergies zelf. De reden daarvoor is vooral logistiek: om tijdrovende spoelingen tussen leveringen van gasolie-verwarming en diesel te vermijden. Piront levert niet aan tankstations en heeft zelf ook nooit overwogen om er een uit te baten. We zitten hier op amper 23 km van het Groothertogdom Luxemburg, waar brandstof gemiddeld zo’n € 0,30/l goedkoper is dan hier. Veel tankstations zie je hier niet.

Piront verkoopt ook lamppetroleum type C, AdBlue, olie en pellets. Producten waarvoor de prijzen momenteel relatief stabiel blijven. Daarnaast verdeelt het bedrijf vanuit zijn vestiging in Weiswampach in Luxemburg ook butaanen propaangas van Antargaz. Die vestiging, die tien jaar geleden werd overgenomen, is 3000 m2 groot en dient bovendien als opslag voor bouwmaterialen. Er is ook een kleine ijzerwarenhandel bij, die vergelijkbaar is met de winkel in Emmels. Ten slotte biedt Piront ook nog enkele bijkomende diensten aan, zoals tankkeuringen van mazouttanks (via partners) en dringende leveringen van gasolie-verwarming.

ALTIJD BEREIKBAAR

Op zijn website prijst het bedrijf gasolie-verwarming aan als dé beste verwarmingskeuze, omwille van de kwaliteit, betaalbaarheid en veiligheid van het product, het comfort, milieuoverwegingen en keuzevrijheid. “Bij ons is

De brandstoffenactiviteiten van het bedrijf maken deel uit van een brede waaier aan producten en diensten, waaronder prefabproducten, isolatiemateriaal, ecologisch materiaal, binneninrichting en bouwmaterialen voor ruwbouwwerken en tuinaanleg.

de klant nog koning”, lezen we. We proberen onze klanten inderdaad de best mogelijke dienstverlening te bieden, bevestigt Annie Piront. Zowel voor brandstoffen als voor bouwmaterialen zijn we bereikbaar van 6 uur ‘s morgens tot 7 uur ‘s avonds. Op zaterdag tot 12 uur indien nodig. Die toegankelijkheid wordt nog eens versterkt door het familiale karakter binnen ons bedrijf en door het engagement van iedereen die hier werkt.

Die nabijheid tot de klant was een duidelijk voordeel bij de formaliteiten voor het aanvragen van de mazoutcheque. 60% van onze klanten is toen naar ons kantoor gekomen en we hebben iedereen haarfijn uitgelegd hoe ze hun aanvraag online konden indienen. Ook onze chauffeurs hadden papieren formulieren bij voor wie zijn aanvraag per aangetekend schrijven wilde opsturen. Al die formaliteiten hebben we zonder extra personeel kunnen bolwerken. Maar het heeft ons wel heel wat tijd gekost. Onze zoon Alexander, een echte IT-freak, heeft zich dan beziggehouden met het doorsturen van alle klantenbestanden naar de administratie.

DE MAZOUTCHEQUE OOK IN LUXEMBURG

En ook voor de Luxemburgse mazoutcheque moest Annie Piront aan de slag... In Luxemburg besloot de regering om de tijdelijke korting van 15 cent per liter incl. btw op de verkoopprijs van gasolie-verwarming, die op 31 oktober 2022 werd ingevoerd, te verlengen tot eind december 2023. Die korting, die bovenop een btw-verlaging van 14 naar 13% kwam, geldt automatisch voor alle gezinnen, zonder dat die daar ook maar iets voor hoeven te doen. Wij daarentegen moeten dat bedrag aftrekken van de factuur voor de klant. Om de twee weken stort de Luxemburgse overheid ons een bedrag dat pro rata berekend wordt op basis van ons verkochte volume van het vorige jaar. Daarna volgt nog een aanpassing die berekend wordt op de gededouaneerde volumes.

GE ZOC H T VOO R E XPOR T:

Tankwagens en tankopleggers voor LPG, diesel, benzine, olie, bitumen, chemische stoffen, levensmiddelen, cement en bulkopleggers. Aankoop trekkers en ander rollend materieel.

Materiaal te koop of een overname?

BEL VANDAAG!!!

G SM +32 (0)475-60 12 43

E - mai l : detrucks@telenet.be

w w w t a n kwagens. c o m

Axel Piront, in het midden, tijdens een opendeurdag op het bedrijventerrein.

Een infrastructuur die zich uitstekend leent voor de opslag en verkoop van pellets.

Gasolie verwarming 10 ppm S vanaf 1 april 2024: ja, maar...

Brandstoffen: Is het interessanter om gasolie-verwarming te verkopen in het Groothertogdom Luxemburg dan in België?

Annie Piront: Absoluut niet. Wij hebben een btw-nummer in Luxemburg en we verkopen uiteraard tegen de prijs op die markt. Maar omdat het product uit België komt, moeten we voldoen aan de accijnsprocedures in beide landen. Algemeen gezien verkopen we dus tegen een prijs die in beide landen nagenoeg even hoog ligt. Aangezien de btw in Luxemburg slechts 13% bedraagt, heft dat land tegenwoordig ook een bijkomende milieubelasting.

Vanaf 1 april 2024 daalt het zwavelgehalte van gasolie-verwarming van 50 naar maximum 10 ppm. Is dat een goede zaak?

A.P.: Ja, logistiek gezien maakt dat de zaken zeker eenvoudiger. Maar dan moeten er wel nog enkele problemen worden opgelost, zoals de vorming van algen in de H7 bij klanten bij wie de tanks worden blootgesteld aan sterke temperatuurschommelingen (van 3 à 4 °C ‘s ochtends tot zo’n 30 °C in de namiddag). Die algen kunnen de filters in de verwarmingsketel verstoppen. TotalEnergies werkt momenteel hard aan oplossingen.

80% van uw klanten gebruiken gasolie-verwarming. Hoe gaat u communiceren naarmate 1 april 2024 nadert?

A.P.: Sowieso controleren zij dagelijks de prijzen in de krant voor ze contact met ons opnemen en korting vragen. Daarom bestelt ook 95% van onze klanten telefonisch, terwijl ze dat evengoed per e-mail of via het online bestelplatform van TotalEnergies zouden kunnen doen.

Hoe ziet u de energietransitie?

A.P.: Hoewel er al alternatieven bestaan in de vorm van hernieuwbare producten voor verwarmings- en mobiliteitstoepassingen, is het bijzonder jammer dat de politiek daar blijkbaar niet in geïnteresseerd is. Voor de mobiliteit wordt alles op elektriciteit gezet. Daar is het nog veel te vroeg voor. Het stroomnet hier bijvoorbeeld is niet

krachtig genoeg om iedereen zijn auto te laten opladen zonder dat twee huizen op drie zonder stroom vallen... Maar de energietransitie is een zaak van ons allemaal. Wij hebben dus 15 jaar geleden al zonnepanelen op het dak van onze hangar laten plaatsen.

Zitten uw mazoutklanten met vragen over de energietransitie?

A.P.: Nee, voorlopig niet. Ik denk dat ze daarvoor vooral te rade gaan bij hun verwarmingsinstallateur. Wat we wel zien is dat sommige klanten vandaag hun oude mazoutketel nog snel laten vervangen door een nieuwe om later niet geconfronteerd te worden met een strengere wetgeving die hen dat verbiedt.

Doet u aan promotie?

A.P.: We sponsoren lokale sportclubs en festiviteiten. En onze kinderen leggen zich ook toe op het verbeteren van onze zichtbaarheid op Facebook.

De grootste moeilijkheid van ons beroep?

A.P.: Plannen maken op lange termijn.

De grootste voldoening?

A.P.: Vaststellen dat we erin geslaagd zijn om ons bedrijf te doen groeien, dat we onze volumes jaar na jaar vergroten – voornamelijk door handels die ermee stoppen over te nemen – en dat we trouwe klanten hebben die het appreciëren dat ze beleverd worden door een kleine, regionale handel.

Opmerking over het werk van Brafco?

A.P.: We zijn blij dat we bij technische of wettelijke problemen terechtkunnen bij de Federatie. Alle nodige documenten vinden we op de website van Brafco. We consulteren ook regelmatig de rubriek “Nieuws” op de website. Dat we niet deelnemen aan een werkingscommissie is enkel en alleen te wijten aan het feit dat een verplaatsing naar Brussel ons 4 uur kost – heen en terug.

Het team van Heizöl A. Piront, v.l.n.r.: Tom Henkes, Pascal Otten, Andreas Piront, Axel Piront, Annie Piront, Alexander Piront en Antoine Otten.

Aanbevelingen voor het gebruik van transportmiddelen bij het lossen van petroleumproducten in tankstations

Ten gevolge van het toenemende aantal overtredingen bij door FAPETRO (Fonds voor de Analyse van Petroleumproducten) in tankstations genomen brandstofstalen en na een analyse van de verschillende bevoorradingsconfiguraties in de tankstations (omvang, aantal producten) komen Brafco, Energia en Febetra met enkele aanbevelingen.

ANALYSE VAN DE BRON VAN CONTAMINATIE

• Het legen van de compartimenten: het niet volledig legen van een compartiment vóór een bestemmingswijziging van dat compartiment (benzine gevolgd door diesel) kan leiden tot een aanzienlijke daling van het vlampunt. De huidige compartimenten zijn zo gemaakt dat wanneer ze worden leeggemaakt, het restgehalte klein genoeg is om zonder kwaliteitsproblemen vervolgens een ander product te laden. Het legen moet dus correct gebeuren met behulp van de beschikbare meetapparatuur en door de tankwagen tijdens de operatie zo horizontaal mogelijk te plaatsen.

• Loscollectoren en -slangen: het gebruik van dezelfde collectoren en slangen voor het achtereenvolgens lossen van verschillende producten is een heel belangrijke bron van contaminatie aangezien er altijd een zekere hoeveelheid van het vorige product kan achtergebleven zijn in het systeem. Er moeten dus voor ieder product afzonderlijke collectoren en slangen worden gebruikt.

• Dampretour- (benzine) en ventilatiecollector (gasolie diesel): uniek systeem dat algemeen voorzien is voor een flexibel gebruik van de compartimenten voor producten die moeten worden gelost in een gesloten circuit (dampretour van de tank in het station naar het compartiment van de tankwagen) en die producten waarvoor een gesloten circuit niet vereist is (ventilatie van het compartiment en de brandstoftank in het station). Het gelijktijdig lossen van benzine en diesel leidt er in deze configuratie toe dat tijdens het leegpompen de dieselcompartimenten benzinedampen aanzuigen

met een mogelijke daling van het vlampunt met enkele graden in de bestemmingstank van het tankstation tot gevolg. Die daling is al genoeg om de diesel als 'niet-conform’ te bestempelen rekening houdend met de reproduceerbaarheidstolerantie van de meting. Dit soort verraderlijke contaminatie neemt toe met het aantal rotaties van benzine in verhouding tot diesel, wat ook blijkt uit de statistieken: het aandeel van benzine in het globale verbruik van brandstoffen in België neemt toe, alsook het structurele percentage overtredingen op het vlak van het vlampunt van ‘voor de weg bestemde’ diesel. Die terugkerende non-conformiteiten hebben geleid tot de oprichting van een werkgroep om de contaminatiehypothese te onderbouwen (met name door middel van laboratoriumtests door TotalEnergies eind 2022 en begin 2023 en door een constructeur van tankopleggers) en om met doeltreffende oplossingen te komen die ook aanvaardbaar zijn voor de sector inzake productiviteit en kostenplaatje.

AANBEVOLEN LOSPROCEDURES

(in volgorde van contaminatierisico, van laag naar hoog)

1. Lossen van één enkel product uit specifiek voor dat product voorbehouden tanks:

D Deze situatie is uiteraard ideaal en vereist geen enkele andere aanbeveling in termen van contaminatiebeheer.

2. Lossen van één enkel product met tussentijdse bestemmingswijziging van de tank:

D Deze aanpak gaat gepaard met de 2 eerste hierboven beschreven contaminatiebronnen

en moet dan ook gebeuren met de juiste voorzorgsmaatregelen: het volledig legen van de compartimenten en het gebruik van specifiek voor ieder product bestemde collectoren en slangen. Wanneer de collector en/of teller niet wordt gesplitst bij de bron, moeten de collector en/of teller intensief gereinigd en gespoeld worden

3. Lossen van verschillende producten met of zonder bestemmingswijziging van de compartimenten:

D Deze werkwijze komt vaak voor bij de bevoorrading van kleinere tankstations, waarvan de opslagcapaciteit van de brandstoftanks eerder beperkt is. De leveringstankwagens zijn in dat geval gevuld met zowel benzine als diesel met een flexibele bestemming die afhangt van de leveringsplanning. Het lossen gaat dan ook gepaard met de drie hierboven beschreven contaminatiebronnen. Naast de aanbevelingen om contaminatie in de vloeibare fase te vermijden (volledig legen van het compartiment, de collectoren, de tellers en de slangen voor ieder product) mag er – wanneer er geen scheidingsmechanisme is voor de dampretour- en ventilatiecollectoren – niet gelijktijdig benzine en diesel worden gelost, waarbij bij voorkeur best eerst diesel en pas daarna benzine wordt gelost.

MOGELIJKE AANPASSINGEN AAN DE TANK OM PROCEDURE 3 TE VERBETEREN

Scheiding van de benzinedampretourstroom en het dieselventilatiesysteem (mogelijkheid om

benzine en diesel toch gelijktijdig te lossen):

• Bestudeerd technisch systeem (LAGstudie).

• Kostprijs per tank (5 compartimenten): 7000 €.

• Compatibiliteit met de bestaande tanks: hangt af van de beschikbare ruimte.

• Uitvoeringsvoorwaarde: tank moet buiten dienst gesteld en ontgast worden (structurele wijziging).

Automatische vergrendeling van de loskleppen per productcategorie (niet mogelijk om gelijktijdig benzine en diesel te lossen):

• Bestudeerd technisch systeem (LAGstudie).

• Kostprijs per tank (5 compartimenten): € 1000.

• Compatibiliteit met de bestaande tanks: enkel met die tanks die zijn uitgerust met een dubbel los- en tellersysteem.

• Uitvoeringsvoorwaarde: de tank kan in werking blijven (functionele wijziging).

Olivier Neirynck Technisch directeur

Werken de maatregelen? Vrijwilligers gezocht!

Bovenstaande procedure moet nu worden uitgetest en gevalideerd door de actoren in de sector. Het is van essentieel belang om te achterhalen of deze aanbevelingen leiden tot een verbetering van de resultaten wat betreft een te laag vlampunt van in tankstations verkochte diesel.

Ter herinnering: de maatregelen hebben drie doelstellingen:

• het aantal niet met de norm conforme stalen drastisch verlagen;

• de analysekosten bij niet-conforme stalen vermijden;

• bewijzen dat de in België verkochte brandstoffen van uitstekende kwaliteit zijn.

In de praktijk is FAPETRO, in samenwerking met de sector (BRAFCO, ENERGIA, FEBETRA en UPTR), op zoek naar tankstations die zich vrijwillig opgeven en beleverd worden door verdelers en/of transporteurs die gelijktijdig zowel benzine als diesel leveren aan die tankstations.

Het spreekt voor zich dat die vrijwillige tankstations tijdens de valideringsperiode van de losprocedure niet zullen beboet worden door FAPETRO wanneer er een probleem met het vlampunt van gasolie-diesel voor wegtoepassingen wordt vastgesteld.

Geïnteresseerd? Aarzel niet en stuur vóór 30 oktober 2023 een e-mail naar olivier.neirynck@brafco.be waarin u meldt dat u wil deelnemen aan het programma. De eerste stalen zullen vanaf 2 januari 2024 onder de normale voorwaarden worden genomen.

BRAFCO rekent op u om massaal in te gaan op deze oproep. Dank bij voorbaat voor uw medewerking.

Ieder lostype gaat gepaard met bijzonder nauwkeurige aanbevelingen.

GILBERT VAN RENS, CEO VAN MAES

wereld verandert razendsnel. En wij moeten mee!”

Aan het begin van de zomer kwam het nieuws dat MAES Energy & Mobility werd overgenomen door het Nederlandse familiebedrijf Hametha. Maar wie is Hametha?

Gilbert van Rens, de nieuwe CEO van MAES, geeft ons een woordje uitleg.

Brandstoffen: Kan u ons kort uitleggen wie Hametha is?

Gilbert van Rens: Net als MAES is Hametha een familiebedrijf. De holding overkoepelt een aantal werkmaatschappijen. Aanvankelijk was Hametha actief in de brandstoffenhandel, en vandaag baat het bedrijf onder de naam De Haan Tankstations in Nederland een netwerk van 185 tankstations uit. Onder de naam Standic oefent de holding ook opslagactiviteiten uit, onder meer in de haven van Antwerpen.

In welke opzichten is het tankstationnetwerk van Hametha vergelijkbaar met MAES?

G.v.R : De meeste tankstations van Hametha zijn uitgerust met bijzonder grote shops, ook langs autosnelwegen. MAES heeft meer tankstations, maar die zijn over het algemeen kleiner, zowel in omvang als in liters en omzet. In België is het netwerk van tankstations per inwoner ook groter dan in Nederland.

Waarom was Hametha in MAES geïnteresseerd?

G.v.R : Hametha heeft een groeiambitie. Het bedrijf heeft zich, naast tankstations, op tankopslag toegelegd om een alternatief te kunnen aanbieden voor motorbrandstoffen, waarbij ook wordt ingezet op de toenemende elektrificatie en de veranderende mobiliteit. De operational excellence van MAES sprak Hametha aan, maar ook de groei en de compacte structuur die toch een groot netwerk uitbaat. En ook de tankkaartactiviteit maakte indruk. Dirk en Luc Maes van hun kant konden de medewerkers, met wie ze het bedrijf groot hebben gemaakt, met een gerust hart overlaten aan een nieuwe aandeelhouder die qua visie, ethiek en klantgerichtheid op dezelfde golflengte zit.

Welke synergieën worden overwogen?

G.v.R : De Haan is een van de grootste shopuitbaters in Nederland met hun shopconcept Tony’s. We zijn al enkele keren gaan samenzitten met beide bedrijven om het te hebben over de shops en tankkaarten en om onze ervaringen te delen. Voor de rest is de filosofie van de nieuwe aandeelhouder om alles zelfstandig te laten functioneren. Er komen dus geen verplichtingen om samen te werken. Bij de overname van MAES door Hametha was synergie niet de trigger, maar wel de uitwisseling van ervaring en wat we van elkaar kunnen leren. We staan overigens open voor alle soorten samenwerkingen met geïnteresseerde tankstationoperatoren.

Komen er veranderingen op het vlak van branding?

G.v.R : Ik wil hier nog even benadrukken dat reeds nu niet alle MAEStankstations de kleuren van MAES hebben. Er zijn op dit moment ruim

“De

Gilbert van Rens, CEO van MAES, wil nieuwe technologieën optimaal benutten om de traditionele activiteiten van zijn bedrijf te laten evolueren.

een netwerk van 185 tankstations

100 MAES stations, ruim 140 Esso-stations, en ruim 50 stations in de kleuren van Shell. We verwachten deze strategie door te zetten. Ook De Haan hanteert een multimerkenstrategie. Zij hebben stations van De Haan, maar ook van Esso, BP, Shell en Total.

Wat gaat er gebeuren met de stookolieactiviteiten van MAES?

G.v.R : Hoewel Hametha niet actief is op dat vlak, zullen we in België de stookolieactiviteiten voortzetten. Onze volumes blijven op een mooi niveau en we bekijken welke mogelijkheden zich daar aandienen, bijvoorbeeld op het vlak van overnames en digitalisering. Op die manier kunnen we onze klanten nog beter bedienen en onder andere efficiënter informeren over leveringsdatums en facturatie.

Wat is de strategie op het vlak van alternatieve brandstoffen?

G.v.R : Voor HVO willen we een versnelling hoger schakelen. Tegen het einde van het jaar zullen we op een twintigtal locaties HVO aanbieden. Helaas blijft dat product zowat een euro per liter duurder dan klassieke diesel. We hopen dat de inspanningen van Brafco en Energia aan het adres van de overheid om HVO niet meer te taxeren zoals gewone diesel, resultaat zullen hebben. Het is niet normaal dat de gebruiker van HVO dezelfde accijnzen betaalt als voor diesel, terwijl gebruikers van CNG/LNG daarvan zijn vrijgesteld. Nochtans scoort HVO op alle milieuvlakken (minder uitstoot van CO2, stikstof en fijnstof) aanzienlijk beter dan CNG/LNG, aangezien het een product is dat gemaakt is op basis van 100% hernieuwbare, niet-fossiele grondstoffen. Op lange termijn zullen elektrische of waterstofvoertuigen de overhand krijgen, maar de komende jaren zullen er toch nog bijzonder veel zware en lichte voertuigen met een klassieke verbrandingsmotor op onze wegen blijven rondrijden, waarvoor toch een behoorlijke emissieverlaging kan worden gerealiseerd door gewoon voor een andere brandstof te kiezen. De oplossing is er. Hopelijk zien ook de politieke beleidsmakers dat eindelijk eens in.

Hoe ver staat MAES met de ontwikkeling van laadpalen?

G.v.R : Momenteel hebben we 18 hogesnelheidslaadpalen. We werken samen met onze partner Sparki (zie p. 21 in het magazine Brandstoffen editie juli/augustus, n.v.d.r.) om tegen eind dit jaar een netwerk te hebben van zo’n honderd hogesnelheidslaadpalen. Twee jaar geleden zijn we begonnen met het aanbieden van de nieuwe hybride tankkaart van MAES, waarmee zowel gewoon kan worden getankt als gebruik kan worden gemaakt van een netwerk elektrische laadpalen in heel Europa. Vandaag zien we dat die kaarten goed zijn voor 30 à 40% van alle nieuwe aanvragen voor een tankkaart.

Sinds 1 juli van dit jaar zijn alleen nog elektrische bedrijfsvoertuigen 100% fiscaal aftrekbaar. Voor alle andere auto’s (diesel, benzine, herlaadbare hybride of enig ander voertuig dat niet uitstootvrij is) wordt het fiscale regime stilaan minder gunstig. Wat is uw standpunt daaromtrent?

G.v.R : Dat zal meer werkgevers die een bedrijfswagen aanbieden ertoe aanzetten om hun werknemers te verplichten een elektrische wagen te

kiezen. Uiteraard is dat goed nieuws voor wie een eigen garage of privéparking en zonnepanelen heeft. Maar de meerderheid van de Belgen heeft dat niet en zal zich dus voortdurend afvragen waar hij op tijd zal kunnen gaan laden.

Is waterstof de oplossing voor de mobiliteit van de toekomst?

G.v.R : Waterstof zal ongetwijfeld een belangrijke rol gaan spelen in industriële processen en voor het zware vrachtvervoer. We volgen alle initiatieven om de productie en de beschikbaarheid van groene waterstof voor mobiliteitstoepassingen in het algemeen te stimuleren van nabij op. MAES zal daarin investeren van zodra er een markt voor is. Vorig jaar werden er in België nauwelijks personenwagens op waterstof ingeschreven. Voor bepaalde waterstoftoepassingen beginnen er stilaan subsidies te komen, maar ons bedrijf nam tot nu toe geen beslissingen op basis van subsidies.

Hoe moeten onze bedrijven de energietransitie aanpakken?

G.v.R : Dat is een heel boeiend en stimulerend vraagstuk, dat evenwel ook inhoudt dat je tijdig de bakens moet verzetten. Bedrijven die zich niet aan de veranderende wereld aanpassen, zullen verdwijnen. Ik voel wel dat we in een versnelling komen qua verandering.

Dat betekent concreet?

G.v.R : Neem nu de ontwikkeling van artificiële intelligentie (AI). Wij stellen ons de vraag hoe we deze bijzonder performante technologie kunnen inzetten om onze dienstverlening aan onze klanten te verbeteren. Onze sector zal wel altijd grotendeels mensenwerk blijven, een beroep met een menselijk gezicht, maar we zullen AI-toepassingen wel moeten overwegen binnen diverse bedrijfsprocessen. Bedrijven die op dat vlak het voortouw nemen, hebben een concurrentievoordeel. De wereld verandert razendsnel. En wij moeten mee!

De Haan heeft zijn eigen shopformule – Tony's – bij zijn tankstations in Nederland.

Nieuwe affichage prijzen motorbrandstoffen

De overheid wil het consumenten gemakkelijker maken om ook alternatieve, niet-fossiele brandstoffen in overweging te nemen bij de keuze voor een nieuwe auto.

Biedt u in uw tankstation drie of meer van deze brandstoftypes aan: benzine, diesel, lpg, elektriciteit, waterstof, cng? Dan moet u, ingevolge het koninklijk besluit van 9 december 2021 tot wijziging van het KB van 13 april 2019 betreffende de benaming en de kenmerken van de alternatieve brandstoffen, sinds 1 april 2022 een affiche ophangen met de gemiddelde brandstofprijzen per 100 km. Die moet u in uw tankstation op een goed zichtbare plaats tonen, bij de pompen en in de shop. Het doel: consumenten beter informeren over de prijs van verschillende soorten brandstof.

WAAROM BRANDSTOFPRIJZEN VERGELIJKEN?

De Europese Unie wil auto’s die rijden op alternatieve brandstoffen een duwtje in de rug geven én consumenten helpen bij de keuze van een wagen. Niet alleen de aankoopprijs is daarbij van belang, ook de prijs die de consument betaalt voor de brandstof. Daarom geldt er vanaf 1 april 2022 een Europese verplichting om bij tankstations die naast benzine en diesel nog cng, lpg, waterstof of elektriciteit (via laadpalen) aanbieden, een brandstofprijsvergelijking te afficheren. Die toont de prijzen van de volgende zes brandstoffen, gebaseerd op een verbruik per 100 km:

• benzine 95 E10

• diesel B7

• lpg

• elektriciteit

• waterstof

• cng

Op die manier wenst de overheid het voor consumenten gemakkelijker te maken om ook alternatieve, niet-fossiele brandstoffen in overweging te nemen bij de keuze voor een nieuwe auto.

HOE WORDT DE BRANDSTOFPRIJS BEREKEND?

Op Europees niveau is bepaald hoe de prijs wordt berekend, zodat de prijzen in Europa onderling vergelijkbaar zijn. De FOD Economie vergelijkt de brandstofprijzen over een afstand van 100 km voor de meest verkochte automodellen binnen een segment. Met de gemiddelde verbruiksinformatie van die voertuigen (volgens WLTP, Worldwide harmonized Light vehicles Test Procedures), wordt het gemiddelde brandstofverbruik berekend. Dat gemiddelde verbruik (in brandstofeenheden per 100 km) wordt vermenigvuldigd met de gemiddelde brandstofprijzen die in het voorafgaande kwartaal zijn geregistreerd (in euro per brandstofeenheid). Het resultaat is de prijs in euro per 100 km.

VOOR WIE GELDT DE NIEUWE AFFICHAGE VAN BRANDSTOFPRIJSVERGELIJKING?

Als uw tankstation drie of meer van de zes brandstoffen aanbiedt, moet u de affiche op een duidelijk zichtbare plaats bij de pompen en in de shop van uw tankstation aanbrengen.

De affiche met de brandstofprijsvergelijking moet op een opvallende plaats bij de pompen en in de shop worden aangebracht. Naast de Nederlands- en de Franstalige versie, is ook een tweetalige versie beschikbaar.

WANNEER MOET U DE AFFICHE TONEN?

De affiche wordt telkens twee weken voor het begin van elk kwartaal bijgewerkt met de laatste info over de brandstofprijzen. De nieuwe versie moet uiterlijk op de eerste dag van elk kwartaal (1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober) in uw tankstation te zien zijn.

WAAR VINDT U DE AFFICHE OVER DE BRANDSTOFPRIJZEN?

Download de nieuwe affiche over de brandstofprijzen op de website van de FOD Economie of van de website van Brafco (rubriek “Documenten”) en print hem af op minimum A3-formaat. Of vraag de affiche aan via het e-mailadres externcom@economie.fgov.be. Dan bezorgt de FOD Economie u deze per post.

Elektrische laadpalen plaatsen: waar moet u aan denken?

Het netwerk elektrische laadpalen is in België nog ernstig onderontwikkeld. Op korte termijn zijn de behoeften, gezien de vooruitgang van de fiscaal gestimuleerde elektrische mobiliteit, nochtans enorm. Zelfstandige uitbaters van tankstations hebben al hun eerste stappen op deze nieuwe markt gezet. Maar waar moet u allemaal aan denken voor u zich in het elektrische avontuur stort?

Marktanalyse

Een analyse maken van uw doelpubliek en van het huidige en in aanbouw zijnde aanbod in uw streek.

Locatie

Snelweg, industriezone of landelijke omgeving, aanwezigheid van nuttige diensten voor de gebruiker, uitbreidingsmogelijkheden ...

Netwerkcapaciteit

Contact opnemen met de operator van het stroomnet om de vereiste elektrische aansluiting te bepalen (stroomsterkte en spanning). Voor laadpalen met een laag of gemiddeld vermogen volstaat het vaak om de elektriciteitskast te vervangen. De investering bedraagt dan zo’n duizend euro. Voor laders van het type DC (gelijkstroom) met een laadvermogen van 90 tot 400 kW moeten er een cabine en een hoogspanningsschakelinstallatie worden geplaatst. De investering daarvoor loopt al snel op tot 100.000 euro.

Laadpalen

Het grootste verschil tussen de verschillende laadpaalmodellen is het laadvermogen. Met een snellader kan een auto sneller een groter rijbereik halen dan met een normale laadpaal. Snellladers sturen gelijkstroom (DC) naar het voertuig, terwijl standaardlaadpalen met wisselstroom (AC) werken.

Vergunning

Momenteel is voor het plaatsen van een of meer laadpalen geen omgevingsvergunning vereist. Voor een hoogspanningscabine en bepaalde aanpassingswerken is wel een stedenbouwkundige vergunning nodig.

Wetgeving & Subsidies

Het is heel belangrijk om de wetgeving nauwlettend op te volgen. Die verandert namelijk voortdurend. De Belgische overheid voorziet in een verhoogde fiscale aftrekbaarheid voor de plaatsing van laadpalen. De in aanmerking komende investeringen omvatten: nieuwe laadpalen, kosten voor het transport, de plaatsing, de studies en de expertise, de kosten voor de aankoop en plaatsing van een of meerdere elektriciteitscabines. Van 31 maart 2023 tot 31 augustus 2024 bedraagt de verhoogde fiscale aftrekbaarheid van de kosten 150%. Het is ook altijd aangeraden om u te informeren bij de gewestelijke overheid over het bestaan van subsidies voor de plaatsing van laadpalen.

Beheersysteem

Beheer van de laadpalen via een uniek platform, zichtbaarheid in real time van de laadsessies, het energieverbruik en de laadkosten. Automatische betaalstromen ...

Zichtbaarheid

Zorgen voor een goede zichtbaarheid op de laadapps en navigatieplatformen voor elektrische laadpalen.

Prijszetting

Uitwerken van een flexibel kader waarin de uitbater de prijszetting bepaalt per kWh, minuut, sessie of een combinatie van deze 3 parameters.

Betaling

Er zijn verschillende betaalmanieren: via een app, RFID-kaart, sleutelhanger, kaart of herlaadbadge. Die kunnen bruikbaar zijn in een specifiek laadnetwerk of in een netwerk van verschillende operatoren die abonnementen aanbieden tegen voordelige tarieven. Voor de meeste laaddiensten moet momenteel een app worden gebruikt en een account worden aangemaakt bij een operator, maar de Europese Unie heeft beslist dat alle laadpalen op het Europese grondgebied met een vermogen van minstens 50 kW vanaf 2027 bankkaarten moeten aanvaarden. De uitbater moet dus een ruime waaier aan betaalmogelijkheden voorzien.

Partners

De operatoren van het stroomnet, de integratoren van oplossingen en e-MSP (aanbieders van mobiliteitsdiensten) die o.a. instaan voor de toegang tot de laadpalen, het beheer van de facturen en de betalingen. Het kan ook zeker interessant zijn om zich te laten bijstaan door een expert voor de opvolging van het globale installatieproject.

Informatie aan de gebruiker

Uithangen van de prijzen en de laadmogelijkheden (vermogen).

ETS BROUSMICHE MICHELET, VIRELLES – BAILEUX

“Laadpalen? Een concept dat moet kunnen evolueren”

Zes maanden nadat hij in zijn tankstation in Baileux 3 laadpalen liet plaatsen, maakt Christophe Brousmiche een positieve balans op en kijkt hij terug op de uitvoering van het project van A tot Z.

Om als ervaringsdeskundige te kunnen oordelen, rijdt Christophe Brousmiche zelf ook met een elektrische auto. Begin 2022 besloot hij om laadpalen te laten plaatsen. Hij speelde al een tijdje met dat idee en te lang mocht hij niet twijfelen gezien de vereiste leveringstermijnen voor alle apparatuur – 8 tot 9 maanden voor de laadpalen en bijna een jaar voor de elektriciteitscabine – en de tijdige plaatsing ervan, om nog te kunnen genieten van de verhoogde fiscale aftrekbaarheid van 200% voor laadpalen die werden geplaatst tot en met 31 december 2022. Die werd overigens verlengd tot en met 31 maart 2023. Voor installaties vanaf 1 april 2023 tot en met 31 augustus 2024 bedraagt die aftrekbaarheid 150%. Daarbij moet ook vermeld worden dat op het moment dat Christophe Brousmiche besloot om te investeren in laadpalen de Europese Unie nog niet had beslist over het einde van de verbrandingsmotor vanaf 2035.

Zoals onze collega zegt, vereist dit soort investering een grondige studie van de rendabiliteit. Maar zoals hij zelf ook aangeeft, hoe moet je zo’n studie nauwgezet uitvoeren als de wetgeving voortdurend verandert, zoals bijvoorbeeld de onzekerheden die toen nog heersten omtrent de nieuwe tarieven voor de belasting op de inverkeerstelling in Wallonië? Je weet nooit of de wetgever de spelregels niet van vandaag op morgen weer verandert, betreurt hij. Uiteraard besteedt onze collega ook de nodige aandacht aan de evolutie van de verkoop van elektrische auto’s en de aanleg van drie nieuwe laadlocaties in Couvin en omgeving. Die liggen op zo’n 15 km van zijn tankstation, waardoor hij schat dat zodra die projecten gebruiksklaar zullen zijn, hij zo’n 50% van zijn elektrische klanten zal verliezen. En dan heeft hij het nog niet over de landbouwer in zijn streek die binnenkort start met biomethanisatie en misschien zelf ook laadpalen zal plaatsen.

IN HET NIEUWE TANKSTATION IN BAILEUX

Christophe Brousmiche besloot om ook mee in het steeds groter wordende elektrische aanbod te stappen. Hij investeerde dus in zijn volledig automatische tankstation dat hij in 2018 liet optrekken in de industriezone van Baileux, op zo’n 6 km van Virelles, met de plaatsing van 3 laadpalen (1 van 300 kW en 2 van 22 kW) met telkens 2 laadpunten. Dat tankstation, dat ideaal gelegen is langs de N99 (tussen Couvin en Chimay), heeft het voordeel dat het zijn oude station in Virelles kan ontlasten en daarbij ook heel wat transporteurs en landbouwers aantrekt. Om je investering te structureren is het belangrijk om het vermogen te kennen dat de netbeheerder kan leveren, vertelt Christophe Brousmiche. In Baileux was het vermogen

gegarandeerd aangezien het om een industriezone gaat. Daarna moet je je behoeften bepalen en vooral niet te klein rekenen. Ook al gebruik ik momenteel maar 400 kVA(1) (kilovoltampère) voor mijn 3 palen, heb ik toch een transformator van 800 kVA laten plaatsen, zodat ik het aantal palen later nog kan uitbreiden.

Christophe Brousmiche hamert erop hoe belangrijk het is om laadpunten in te richten als ‘trekpleisters’, met genoeg mogelijkheden om de gebruiker bezig te houden.

De elektrische laadpalen werden in 2023 geplaatst op het terrein van het in 2018 gebouwde volledig automatische tankstation in Baileux.

De plaatsing van de palen en de hoogspanningscabine maakte deel uit van de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor de nieuwe hangar naast het station die zou dienen voor de opslag van pellets. Voor enkel de elektriciteitscabine en de transformator van 800 kVA zou een gemeentelijke vergunning hebben volstaan. In antwoord op de vragen van zijn verzekeraar rond de positie van de palen legde Christophe Brousmiche het zoneringsplan voor waarop een afstand van 30 meter was voorzien tussen de palen en de benzinepompen. De plaatsing van de palen werd afgerond op 31 maart 2023; op 3 april werden ze voor het eerst gebruikt.

Zodra de goedkeuring van de netbeheerder binnen is, kunnen de laadpalen stroom leveren die geproduceerd wordt door de 800 m2 zonnepanelen op het dak van de 842 m2 grote hangar. In afwachting daarvan kan Christophe Brousmiche al werken met de 100% groene stroom die afkomstig is van de windturbines in het industrieterrein.

Nu zijn laadpalen zes maanden in gebruik en duidelijk zichtbaar zijn op de beschikbare laadapps, schat onze collega dat hij zijn investering terugbetaald zal hebben binnen de 12 tot 13 jaar. Maar dan blijft het wel zaak om zijn installatie goed te dimensioneren en toekomstgericht te laten evolueren.

TREKPLEISTERS

Christophe Brousmiche gaat ervanuit dat wie kiest voor een elektrische auto, vooraf heeft voorzien om die hoofdzakelijk via een laadpaal thuis, op

het werk of langs zijn dagelijkse verplaatsingstraject op te laden. De situatie is momenteel moeilijker voor werknemers die van hun werkgever met een elektrische auto moeten rijden. Die hebben niet altijd de mogelijkheid om thuis te laden. En het is op die gebruikers dat onze collega zich met zijn laadpalen in zijn tankstation richt, naast vertegenwoordigers die onderweg moeten laden en vakantiegangers aan de Lacs de l’Eau d’Heure en het meer van Virelles. Vooral dat laatste ziet Christophe Brousmiche als een echte trekpleister – net zoals een winkel- of sportcentrum waar gebruikers zich kunnen bezighouden terwijl hun voertuig aan het laden is – en daarom onderhandelt hij momenteel met de plaatselijke autoriteiten over de plaatsing van laadpalen van 11 of 22 kW op de parkeerplaatsen aan het meer. Dat is een perfect logische investering want met een laagspanningslijn kun je al 4 tot 5 van dergelijke laadpalen plaatsen. Aangezien er voor een project van openbaar nut geen uitbatingsvergunning nodig is, is het enige wat je nodig hebt een vergunning om het openbaar domein te mogen gebruiken. In het Waals Gewest voorziet artikel R.IV.1-1 van de CODT immers een vergunningsvrijstelling voor ”De plaatsing of vernieuwing van klein stadsmeubilair zoals banken, tafels, stoelen, vuilnisbakken, lantaarnpalen, plantenbakken, kleine waterplassen, elektrische laadpalen, boven- of ondergrondse containers voor de inzameling van huishoudelijk of ander afval”. Die vergunningsvrijstelling geldt onverminderd voor de toepassing van andere reglementen zoals die betreffende het privégebruik van het openbare domein.

Om de klanten in zijn station in Baileux tijdens het laden bezig te houden, overweegt Christophe Brousmiche om een speeltuin voor kinderen en sani-

De plaatsing van de palen en de hoogspanningscabine maakte deel uit van de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning voor de nieuwe hangar naast het station die zou dienen voor de opslag van pellets. In de elektriciteitscabine biedt de bewust groot uitgevallen transformator van 800 kVA genoeg uitbreidingsmogelijkheden voor de toekomst.

tair te voorzien, automaten voor koffie, snacks en frisdrank, een autostofzuiger en op langere termijn zelfs een shop. Al die opties behoren tot de mogelijkheden dankzij het evolutief aangelegde terrein.

DESKUNDIG ADVIES

Zoals in het vorige artikel al schematisch weergegeven, moet wie elektrische laadpalen overweegt, voor zichzelf het antwoord vinden op heel wat vragen. Christophe Brousmiche raadt aan om zich te laten bijstaan door een deskundige, zoals hij heeft gedaan. Die kan alle aspecten bestuderen, zoals de inplanting, de vergunningen, het benodigde materiaal en de contacten met alle betrokkenen (netbeheerder, elektriciteitsleverancier, oplossingenintegratoren en mobiliteitsdienstverleners). En dan moet er ook nog rekening gehouden worden met de (veranderende) politieke beslissingen en de concurrentie, voegt Christophe Brousmiche daar nog aan toe. Het gaat hier om iets wat nieuw is voor iedereen, zoals blijkt uit de technische problemen die al eens opduiken bij de integratie van de palen in de bestaande buitenbetaalterminals. De totale investering voor de drie laadpalen en de cabine loopt op tot zo’n € 300.000. We zijn blij dat we konden genieten van de dubbele belastingvrijstelling, en tevreden met de huidige verkoopcijfers en vooral het feit dat we voor een installatie hebben gekozen die groot genoeg is om later nog uit te breiden.

TARIEVEN: NOOD AAN DUIDELIJKHEID

Momenteel is het doorkruisen van België – en bij uitbreiding de Europese Unie – aan het stuur van een elektrische wagen een gecompliceerde zaak. Niet alleen zijn er niet overal evenveel laadpalen te vinden, maar ook de betaalsystemen verschillen van plaats tot plaats. Dat kon Christophe Brousmiche zelf vaststellen toen hij onderzoek deed naar welke tarieven hij zou toepassen. Hij bestudeerde de tarieven van de operatoren die de multinetwerkkaarten of -badges beheren en werkt samen met het eMobility E-Flux-systeem. Zo kan hij zijn laadpalen via één enkel platform beheren –met een interface op kantoor – en een overzicht krijgen van het verbruik en de elektriciteitskosten. Het voordeel van zo’n soort partner is dat je alle laadkaarten kunt aanvaarden aangezien het E-Flux-platform meer dan 60 kaartuitgevers omvat, licht hij toe, hoewel hij regelmatig zelf niet eens weet welke prijs de gebruiker zal moeten betalen wanneer hij komt laden in zijn station. Onze prijs bedraagt 0,64 euro/kWh voor een laadbeurt aan een hypercharger (en 0,58 euro/kWh bij traag laden), maar dat kan afhankelijk van het netwerk waarbij de bestuurder is aangesloten oplopen tot 0,85 euro/kWh. Vrij frustrerend na zo’n investering dat wij zelf geen inzagerecht hebben op de roamingcommissies van de kaart-/badgeleveranciers en dus ook niet op welke prijs de gebruiker aan onze eigen laadpalen werkelijk zal moeten betalen.

NAAR EEN TARIEF PER KILOWATTUUR

Christophe Brousmiche, bij wie je ook met bankkaart kan betalen, is blij met de vereenvoudiging die de Europese Unie wil opleggen zodat hij de bestuurder die stroom komt tanken meer transparantie kan bieden. Vandaag kan de prijs voor een laadbeurt sterk schommelen in functie van het gebruikte vermogen en het tariferingstype (prijs per kWh, minuut, laadbeurt of een combinatie van die drie). In het kader van de AFIR-verordening (Alternative Fuels Infrastructure Regulation), een herziening van de AFID-richtlijn uit 2014 betreffende de uitrol van een infrastructuur voor alternatieve brandstoffen, wil de Europese Unie minimumdoelstellingen opleggen voor de oplaadinfrastructuur en de tariferingssystemen voor het opladen van elektrische voertuigen in de 27 lidstaten harmoniseren. Momenteel moeten de tarieven van motorbrandstoffen wel op de totems worden weergegeven, maar niet de prijs per kilowattuur. De Europese Unie wil dus een standaard invoeren voor betalingen met bankkaart voor alle laadpalen van meer dan 50 kW en de mogelijkheid om de hoeveelheid geleverde energie per kilowattuur en niet per minuut te meten. Voor minder krachtige laadpalen wordt de tariferingsen betaalmethode overgelaten aan de operator, maar de informatie daarover moet wel duidelijk op de laadpaal staan aangegeven (kostprijs per minuut of per kWh). Het is inderdaad heel belangrijk dat de consument een duidelijk zicht heeft op wat hij zal moeten betalen voor zijn laadbeurt, besluit Christophe Brousmiche. We werken momenteel aan een totem waarop de prijs “met elektrische laadkaart” en de prijs “met bankkaart” apart staan aangegeven. De klant kan daar duidelijk op zien dat laden met bankkaart goedkoper is.

(1) kW is de eenheid voor het elektrische vermogen van een apparaat, terwijl kVA de eenheid is voor de maximale lading die een elektriciteitsmeter aankan.

De hypercharger Alpitronic HYC300 telt hier 4 modules (om stroom op te slaan en later weer vrij te geven) met een vermogen van 75 kW, oftewel een maximaal vermogen van 300 kW. In plaats van beide laadpunten 150 kW toe te kennen, koos Christophe Brousmiche voor het principe van “eerst komt, eerst maalt”. Concreet betekent dit dat de eerste gebruiker die zijn auto aansluit het maximale vermogen krijgt dat hij nodig heeft. Als dat een voertuig is met een laadsnelheid van rond de 270 kWh, geeft de laadpaal geen bijkomend vermogen meer aan een ander voertuig, maar kan de auto die op dat moment staat te laden, na 17 minuten weer vertrekken. Gaat het echter om een kleinere auto met een laadvermogen van 60 kWh, gebruikt die maar één module van 75 kW, waardoor er 225 kWh overblijft voor de tweede laadpunt van de

paal.

Christophe Brousmiche wachtte niet op de Europese verplichting en rustte zijn hypercharger Alpitronic HYC300 al uit met een Bancontact-lezer (rechts op het scherm).

ENQUÊTE VAN SHELL BIJ GEBRUIKERS VAN ELEKTRISCHE VOERTUIGEN

Minder betaalapps, meer laadpalen

De afgelopen zes jaar voerde Shell een enquête uit onder bestuurders van elektrische voertuigen (EV), wat een bijzonder boeiend beeld oplevert van hoe het gedrag van die chauffeurs in heel Europa evolueert.

Het rapport analyseert de beoordeling door 25.000 Europese bestuurders van EV’s in Duitsland, België, Frankrijk, Italië, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Dat zijn, samen met China, de meest geavanceerde EV-markten ter wereld.

Wat betreft de overstap naar elektrisch rijden op Europees vlak blijkt dat 87% van de huidige EV-bestuurders zijn voertuig in nieuwstaat heeft gekocht (terwijl het overeenkomstige cijfer voor alle voertuigen in Europa slechts 27% bedraagt). Maar als we kijken naar het aantal EV’s dat momenteel op onze wegen rijdt, zien we desondanks dat de eerste generaties EV’s al wordt doorverkocht. De verwachting is dus dat de markt voor tweedehands EV’s zal toenemen. De gegevens tonen ook aan dat wie de overstap maakt naar elektrisch rijden, niet meer van plan is om terug te keren naar een voertuig met verbrandingsmotor. In 2022 verwachtte slechts 2% van de EV-bestuurders dat zijn volgende voertuig een benzine- of dieselmotor zou hebben.

Nog een trend: 47% van de ondervraagde personen gaf aan niet dagelijks te hoeven laden. Dat bevestigt de perceptie dat de bezorgdheid over de actieradius stilaan verandert: 50% van de respondenten noemde dat aspect als een van de drie grootste barrières (samen met de aanschafkosten en de beschikbaarheid van laadpunten). In 2022 was dat nog 60%.

TE VEEL APPS, TE VEEL LAADPASSEN

Momenteel installeert 23% van de gebruikers meer dan vier apps om zijn EV te beheren en

optimaal te benutten. 13% gebruikt er zes of meer. 47% van de respondenten zou de voorkeur geven aan één enkele methode om toegang te krijgen tot alle publieke laadpunten, zelfs als dat zou betekenen dat ze dan iets meer moeten betalen per laadbeurt.

Merk op dat 50% van de respondenten die geïdentificeerd werden als zakelijke bestuurders, een laadpas kreeg van zijn werkgever, tegenover slechts 11% van de niet-zakelijke bestuurders. Die trend was bijzonder uitgesproken op de Belgische (65%), Nederlandse (65%) en Duitse (59%) markten, die een relatief vergevorderd MSP-aanbod (Mobility Service Provider) hebben. MSP’s bieden EV-bestuurders toegang tot een brede waaier aan laadnetwerken en dus meer keuzevrijheid, terwijl ze ook inspelen op de behoeften van werkgevers, die slechts met één leverancier willen samenwerken om hun werknemers hun voertuig te laten opladen.

LEVENSSTIJL

EV-rijden correleert erg vaak met andere milieuvriendelijke consumentenbeslissingen. Nagenoeg de helft van de respondenten investeerde in zonne-energie thuis, 36% heeft een slimme thermostaat en 19% een warmtepomp.

BELGIË HEEFT MEER THUISLAADPUNTEN NODIG

De Belgische markt doet een inhaalbeweging op het gebied van EV-adoptie: bijna de helft van de EV’s werd pas sinds begin 2022 aangekocht. Dat betekent dat Belgische EV-bestuurders over het algemeen nog aan het begin van hun leerproces staan.

Wat de laadfrequentie betreft, blijkt dat het aantal personen dat aangeeft niet dagelijks te hoeven laden, in één jaar tijd meer dan verdubbeld is. Ze gebruiken echter wel relatief vaak standaard stopcontacten om thuis op te laden, wat wijst op een reële groeikans voor operatoren van oplaadinfrastructuur. Niet onbelangrijk is ook dat de initiële aankoopkosten door de respondenten als een veel minder belangrijke belemmering worden gezien dan vorig jaar. Dat komt waarschijnlijk door de opkomst van meer betaalbare EV-modellen en de groeiende markt voor tweedehands EV’s.

Aangezien veel Belgische bestuurders zeggen dat de beschikbaarheid van laadpunten een invloed heeft op waar ze winkelen, moet ook hier worden ingespeeld op de behoefte aan meer laadpunten. Hoewel de Belgische respondenten over het algemeen iets minder geëngageerd zijn dan gemiddeld wat betreft innovatie op het vlak van opladen, blijkt uit de enquête ook dat zij in tegenstelling tot andere markten meer geïnteresseerd zijn in begrippen als bidirectionele oplaadtarieven.

EV Driver Survey Rapport

HET IS ZEER WAARSCHIJNLIJK DAT EV-BESTUURDERS HEBBEN GEÏNVESTEERD IN HUISHOUDELIJKE ZONNEENERGIE

Percentage respondenten met zonnepanelen thuis

BIJNA ÉÉN OP DE VIJF BELGISCHE EV-BESTUURDERS

GEBRUIKT NOG EEN STANDAARD STOPCONTACT OM TE LADEN

BELGISCHE EV-BESTUURDERS ZIJN VEELAL NIEUW IN DE WERELD VAN HET ELEKTRISCH RIJDEN

Datum waarop de respondenten hun eerste elektrische voertuig kochten

Privélaadpunt thuis Standaard stopcontact Publiek laadpunt Geen mogelijkheid om thuis te laden

toegang, publiek laadpunt

BELGISCHE BESTUURDERS WORDEN RELAXTER OVER LAADBEHOEFTEN

Antwoord op de vraag ‘Ik hoef niet dagelijks op te laden’

IN HET ALGEMEEN HEBBEN BELGISCHE BESTUURDERS SIGNIFICANT MINDER LAADPASSEN DAN ANDERE MARKTEN

Aantal afzonderlijke kaarten voor toegang tot publieke laadpunten die respondenten in bezit hebben

FACTOREN DIE DE ADOPTIE VAN EV’S AANMOEDIGEN

Verlaagde aankoopkosten is significant afgenomen als factor om EV-adoptie aan te moedigen in België

2022

1e Lagere initiële aankoopkosten

2e Verbeterde actieradius EV

3e Betere beschikbaarheid van publieke laadpunten

4e Hogere laadsnelheden

5e Hogere belastingen op ICE-voeruigen

2023

Verbeterde actieradius van EV-batterijen

Betere beschikbaarheid van publieke laadpunten

Lagere initiële aanschafkosten

Meer belastingvoordeel voor EV’s

Hogere laadsnelheden

Einde van de XENTEOdienst op 30 oktober 2023

Enkele maanden geleden ontvingen de uitbaters van tankstations een bericht van Worldline om hen te melden dat ze hun XENTEO-betaalterminal voor buitengebruik zo snel mogelijk moeten vervangen. We leggen het hoe en waarom kort even uit.

Waarom deze verandering?

Na meer dan 20 jaar dienst is de huidige generatie XENTEO-betaalterminals voor buitengebruik aan vervanging toe. Ze voldoen niet meer aan de Europese regels en de veranderende consumentenbehoeften:

• De XENTEO-betaalterminals ondersteunen geen contactloze betalingen, terwijl die betaalmethode sinds 1 januari 2020 verplicht is voor betaalsystemen zoals Bancontact, Visa en Mastercard.

• Sinds 1 januari 2022 kunnen Mastercard, Visa en Bancontact een toeslag van 0,04% in rekening brengen voor elke transactie die wordt verricht op een betaalterminal die nog geen contactloze betalingen toestaat. Tankstationuitbaters zullen die toeslag dus binnenkort op hun facturen kunnen zien verschijnen.

• Sinds 28 februari 2020 moet er een nieuwe Acquiris-beveiligingsstandaard worden toegepast. Daarvoor moet er een nieuw certificaat op de terminal worden geïnstalleerd.

Zullen betalingen op de XENTEO-betaalterminals na 30 oktober echt niet meer worden aanvaard?

Afhankelijk van de terminalversie zullen de meeste na die datum inderdaad geen transacties meer aanvaarden.

Door welk type terminal moet de XENTEO dan vervangen worden? En wat kost dat?

Worldline stelt voor om de oude terminals te vervangen door de nieuwe DA VINCI-betaalterminals. Die bieden een maximum aan veiligheid en mogelijkheden tot contactloos betalen. Tankstationuitbaters kunnen daarvoor contact opnemen met hun integrator die afhankelijk van de configuratie ter plaatse een offerte op maat zal opstellen.

Vanaf wanneer zullen Mastercard, Visa en Bancontact effectief een toeslag in rekening brengen voor iedere transactie die wordt verricht op een betaalterminal die nog geen contactloze betalingen toestaat?

Die kosten zullen door Worldline op perfect transparante wijze aan de uitbater worden doorgerekend zodra kaartuitgevers Mastercard, Visa en

Bancontact ze beginnen aan te rekenen. Momenteel doen ze dat nog niet. Wanneer dan wel, hangt af van de strategie van iedere kaartuitgever.

Waarom kan de nieuwe Acquiris-veiligheidsnorm niet op de XENTEO worden geïnstalleerd?

Regelmatig worden op de Worldline-betaalterminals beveiligingscertificaten, zoals Acquiris, met een bepaalde geldigheidsdatum geïnstalleerd. De huidige versie van XENTEO bestaat al ruim 15 jaar en sindsdien zijn de veiligheidsnormen aanzienlijk geëvolueerd. Op een gegeven moment ondersteunt het materiaal de nieuwe versies niet meer, wat nu dus het geval is met de XENTEO. Betaalterminals zoals de DA VINCI zijn gemaakt om te werken met de nieuwste beveiligingscertificaten en garanderen bijgevolg een maximale veiligheid.

Ik bestel vandaag een nieuwe betaalterminal. Hoe lang moet ik wachten voor die geplaatst wordt?

Dat hangt af van de planning van de integrator. De uitrol van nieuwe oplossing werd ruim een jaar geleden in gang gezet en loopt stilaan op zijn einde. Heel wat betaalterminals zijn intussen al vervangen. Niettemin hebben sommige uitbaters hun uitrusting nog niet vervangen. Alle integratoren op de markt weten dat dit moet gebeuren. Uitbaters die dat nog niet deden, nemen dus best zo snel mogelijk contact op met hun integrator om in functie van hun behoefte de beste oplossing te zoeken.

Worldline stelt voor om de XENTEO te vervangen door de nieuwe DA VINCIbetaalterminal.

Lancering van een BMW-waterstofproefvloot

In februari stelde BMW Group aan vertegenwoordigers van de internationale media de eerste voertuigen voor van een proefvloot die dit jaar in gebruik zal worden genomen. Volgende stap is een potentiële massaproductie.

De vloot van iets minder dan 100 BMW iX5 Hydrogen-modellen zal daarna worden ingezet voor demonstratie- en testdoeleinden voor verschillende doelgroepen. Waterstof is een van de efficiëntste manieren om hernieuwbare energie op te slaan en te transporteren, aldus Oliver Zipse, voorzitter van de raad van bestuur van de BMW AG. Waterstof is het ontbrekende puzzelstukje als het gaat om emissievrije mobiliteit. Eén technologie alleen zal echter niet volstaan om wereldwijd klimaatneutrale mobiliteit mogelijk te maken.

SNELLE BEVOORRADING

De BMW iX5 Hydrogen werd ontwikkeld op basis van de huidige BMW X5. BMW Group haalt de afzonderlijke brandstofcellen bij Toyota Motor Corporation. Beide bedrijven hebben al vele jaren een partnerschap en werken sinds 2013 samen aan brandstofcelaandrijfsystemen. De waterstof voor de brandstofcel wordt opgeslagen in twee tanks van 700 bar, gemaakt van met koolstofvezel versterkte kunststof (CFRP). Samen bevatten ze bijna zes kilogram waterstof, genoeg om de BMW iX5 Hydrogen een actieradius van 504 km te geven in de WLTP-cyclus*. Het vullen van de waterstoftanks duurt slechts drie tot vier minuten.

Volgens een rapport van het Internationaal Energieagentschap (IEA) biedt waterstof een aanzienlijk potentieel als toekomstige energiebron in het kader van de energietransitie. Dankzij zijn opslag- en transportmogelijkheden kan waterstof voor een groot aantal toepassingen worden gebruikt. De meeste geïndustrialiseerde landen werken daarom waterstofstrategieën uit. In de vervoerssector kan waterstof een andere technologische optie worden om op lange termijn duurzame individuele mobiliteit vorm te geven. Dat zal echter afhangen van een concurrentieel interessante productie van voldoende hoeveelheden waterstof uit groene energie en de uitbreiding van de bijbehorende vulinfrastructuur.

* WLTP staat voor Worldwide harmonised Light vehicles Test Procedure (of wereldwijd geharmoniseerde testprocedure voor lichte voertuigen).

De groene waterstof van CMB.TECH

CMB.TECH, dat deel uitmaakt van CMB (Compagnie Maritime Belge), opende dit multimodale waterstoftankstation in het Havenhuis in Antwerpen (zie foto hiernaast) in juni 2021. Het was toen het allereerste tankstation ter wereld dat groene waterstof produceerde voor de aandrijving van schepen, tube trailers, auto’s, vrachtwagens en bussen. CMB.TECH koos voor deze locatie op de grens tussen stad en haven om enerzijds de vele industriële toepassingen in de haven van waterstof te voorzien en om het anderzijds goed bereikbaar te houden voor het grote publiek. Momenteel kunnen zowel vrachtwagens als personenwagens er komen tanken. Onlangs kocht Stad Antwerpen twee vuilniswagens op waterstof die er regelmatig komen tanken.

• Continu elektrisch vermogen van het

125 kW/170 pk

• Inhoud van de waterstoftanks: 6 kg waterstof (gasvormig)

• Acceleratie: van 0 naar 100 km/u < 6 s

• Topsnelheid: meer dan 180 km/u

• Waterstofverbruik in de WLTP-cyclus: 1,19 kg/100 km

• Actieradius in de WLTP-cyclus: 504 km

Het station is uitgerust met een elektrolyser van 1,2 MW. Dankzij elektrische stroom scheidt de elektrolyser de watermoleculen in waterstof en zuurstof. Om groene waterstof te kunnen produceren, moet de gebruikte elektriciteit afkomstig zijn uit een hernieuwbare bron. Dat is hier het geval, aangezien de elektriciteit wordt geproduceerd door een lokale biomassacentrale.

Technische gegevens van de BMW iX5 Hydrogen, gefotografeerd in het multimodale waterstoftankstation van CMB.TECH in Antwerpen.

brandstofcelsysteem:

Pomphouder, sluit u aan bij Brafco!

Telefonisch : 02/502.42.00 of via e-mail : info@brafco.be

Als uitbater van een servicestation heeft u recht op een optimale en energieke verdediging van uw belangen! Zoals u hebt kunnen lezen in deze speciale editie, wordt de pomphouder vandaag met tal van problemen geconfronteerd.

Brafco strijdt al jaren voor de belangen van eigenaars en uitbaters van

service-stations. Niet zonder resultaat! Als u nog geen lid bent van Brafco, aarzel dan niet langer.

Sluit u vandaag nog aan en voeg u bij de collega’s die reeds lid zijn van Brafco. Samen staan we nog sterker!

Schenk uw medewerkers

een abonnement!

Brandstoffen, een waardevolle bron van informatie voor uw onderneming

Als lid van Brafco ontvangt u het vakblad Brandstoffen. Wenst u een of meer bijkomende abonnementen voor uzelf of voor uw medewerkers?

Dat kan, tegen een zeer interessante prijs:

Per bijkomend abonnement: 45 euro/abonnement (excl. btw)!

Ter herinnering: niet-leden betalen 95 euro (excl. btw) voor een abonnement.

Vul onderstaand formulier in en stuur het op naar Brafco, Léon Lepagestraat 4, 1000 Brussel of mail uw gegevens naar info@brafco.be.

U kan ook oude nummers van Brandstoffen verkrijgen voor de zachte prijs van 5 euro (portkosten niet inbegrepen) en dit tot einde voorraad.

Ik wens …… bijkomend(e) abonnement(en).

De prijs bedraagt …… euro/abonnement.

Firma :

Naam en voornaam :

Postcode en gemeente :

Tel. : Fax : E-mail :

Btw-nummer (indien u een factuur wenst) :

Plaatsing van een individuele propaantank blijft alsnog mogelijk ...

Na de invoering, op 1 januari 2022, van het verbod op de plaatsing van stookolieketels bij nieuwbouw en ingrijpende energetische renovaties en van het verbod op de vervanging van stookolieketels in bestaande gebouwen waar een aardgasaansluiting mogelijk is, heeft het Vlaams parlement een wijziging van het Energiedecreet goedgekeurd, waardoor aardgasaansluitingen vanaf 2025 niet meer worden toegelaten bij nieuwe (residentiële en niet-residentiële) gebouwen in Vlaanderen. Ook de aanleg van propaanen butaangasnetten wordt vanaf 2025 in Vlaanderen verboden.

Een nieuwbouwappartement of een groepswoningbouwproject waarvoor een omgevingsvergunning in 2023 of 2024 wordt aangevraagd, kan enkel nog met één centrale propaaninstallatie worden verwarmd indien het maximum 4 bouweenheden omvat.

Ingevolge artikel 4.1.16/2 van het Decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid (het zogenaamde “Vlaams Energiedecreet”) mogen aardgasdistributienetbeheerders niet meer voorzien in een aansluiting op het aardgasdistributienet voor residentiële en niet-residentiële gebouwen waarvoor vanaf 1 januari 2025 een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangaande nieuwbouw wordt gevraagd. Dit verbod geldt enkel voor nieuwbouw; de vervanging van aardgasketels in bestaande gebouwen blijft – tot nader order – ook na 2025 nog mogelijk. Of hoe stookoliegebruikers wiens stooktoestel einde levensduur is, en deze niet meer mogen vervangen, hier – nota bene met instemming van het Grondwettelijk Hof! – gediscrimineerd worden...

GASAANSLUITINGEN BIJ BEPAALDE NIEUWE “GROTE PROJECTEN” NU REEDS VERBODEN

Sinds 2021 mag er geen aardgasaansluiting meer voorzien worden bij nieuwe grote verkavelingen, appartementsgebouwen of groepswoningbouwprojecten, tenzij het aardgas gebruikt wordt als bijverwarming in combinatie met een collectief hernieuwbaar energiesysteem dat de hoofdverwarming vormt, of als het gebruikt wordt als collectieve verwarming via warmtekrachtkoppeling.

Wat als “grote” verkaveling, “groot” appartementsgebouw of “groot” groepswoningbouwproject wordt beschouwd, hangt af van de datum waarop de verkavelings- of omgevingsvergunning is aangevraagd :

• Indien de vergunning aangevraagd werd in 2021, spreken we van ‘groot’ als de aanvraag minstens 25 gebouweenheden (wooneenheden en niet-residentiële eenheden) betreft en/ of de te bebouwen grond een oppervlakte heeft van ten minste 1 hectare;

• Is de vergunning in 2022 aangevraagd, dan is er sprake van een “groot project” van zodra het 15 of meer gebouweenheden betreft;

• Voor vergunningen aangevraagd in 2023 of 2024, is reeds sprake van een “groot project” wanneer deze betrekking heeft op 5 of meer gebouweenheden.

Vanaf 2025 wordt een aardgasaansluiting algemeen verboden bij nieuwbouw.

VERBODSREGELS OOK VAN

TOEPASSING OP DE AANLEG VAN (COLLECTIEVE) LEIDINGEN VOOR LEVERING VAN PROPAAN OF BUTAAN AAN EINDAFNEMERS !

Voor de hoger vermelde “grote projecten” is niet enkel een aardgasaansluiting verboden, ook een aansluiting op een propaaninstallatie is niet langer toegelaten. Artikel 4.7/1.1 van het Energiedecreet stipuleert immers dat “de aanleg van een geheel van onderling verbonden leidingen en de daarmee verbonden hulpmiddelen om propaan of butaan te distribueren en te leveren aan eindafnemers niet toegelaten is in de gebieden die onder de toepassing vallen van de verplichtingen, vermeld in artikel 4.1.16/1 en 4.1.16/2”. Het eerste artikel (4.1.16/1) verwijst naar de zones waar grote verkavelingen, grote groepswoningbouwprojecten of grote appartementsgebouwen

worden gerealiseerd. Als gevolg hiervan kan een nieuwbouwappartement of een groepswoningbouwproject waarvoor een omgevingsvergunning in 2023 of 2024 wordt aangevraagd, enkel nog met één centrale propaaninstallatie worden verwarmd indien het maximum 4 bouweenheden omvat.

Het tweede artikel (4.1.16/2) heeft betrekking op het hele Vlaamse gewest, waarvoor vanaf 1 januari 2025 een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen aangaande nieuwbouw wordt aangevraagd. Met andere woorden, vanaf 2025 kunnen nieuwbouwwoningen en nieuwe niet-residentiële gebouwen niet meer worden aangesloten op het aardgasnet, maar ook niet meer op een butaan- of propaannet.

Op de vraag van Brafco of het verbod ook geldt voor de plaatsing van propaantanks bij nieuwbouw, antwoordde het Vlaams Energie- en Klimaat Agentschap (VEKA) negatief : “Een ‘directe leiding’ die één propaan- of butaantank verbindt met één enkele afnemer blijft dus ook bij nieuwbouw nog toegelaten, vermits dit geen ‘systeem van onderling verbonden leidingen en de daarmee verbonden hulpmiddelen’ (oftewel een ‘net’) is ”. Ook propaaninstallaties in bestaande gebouwen mogen – tot nader order – ook na 2024 nog vervangen worden door een nieuwe propaaninstallatie. Op dit vlak worden propaangebruikers op dezelfde wijze behandeld als aardgasgebruikers. Een magere troost voor mazoutverdelers ...

Johan Mattart

OPENBAAR OP HET WERK THUIS

Wij zijn Powerland. Sterk in e-mobiliteit.

We hebben allemaal recht op een warme thuis, toch?

Dit is sinds 2022 de nieuwe slogan geworden van het Sociaal Verwarmingsfonds, samen met de lancering van aantal nieuwe kleurrijke campagnebeelden. Deze communicatie wordt nu vervolledigd met een gloednieuwe website om zijn bereikbaarheid en boodschap nog beter te verspreiden.

Het Sociaal Verwarmingsfonds werd 19 jaar geleden opgericht om via de OCMW’s verwarmingstoelagen toe te kennen aan gezinnen met een laag inkomen die zich verwarmen met stookolie, propaangas in bulk of lamppetroleum (alternatief voor het sociaal tarief dat bestaat voor gezinnen die zich verwarmen met aardgas of elektriciteit).

Met deze nieuwe website brengt het Sociaal Verwarmingsfonds zijn communicatie dichter naar de eindklanten toe. Het Verwarmingsfonds is hierbij niet over één nacht ijs gegaan.

WAT IS ER ZOAL ANDERS?

Walter Walgraeve, algemeen directeur: De website is volledig hernieuwd en vertrekt vanuit een multimediabenadering. Gezinnen die op zoek zijn naar informatie over steunmaatregelen om hun energierekeningen te betalen moeten deze makkelijk kunnen terugvinden in verschillende formaten.

Zo bevat de nieuwe website een kort animatiefilmpje dat bezoekers op een zeer snelle en toegankelijke wijze informeert over de voorwaarden voor het bekomen van een toelage, maar zijn er ook audio podcasts, blogberichten en getuigenissen waarin het Fonds lezers, kijkers en luisteraars informatie geeft over de mogelijkheden van

een toelage, maar eveneens tips geeft over hoe een gezin het best met energiebudgetten kan omgaan.

Alle teksten werden herschreven om zo toegankelijk mogelijk te zijn en deze werden in onze huidige cultuur van beeldtaal vervolledigd met illustraties zodat de boodschappen inclusief en makkelijk te begrijpen zijn.

SIMULATIE-MODULE

Ten slotte zullen bezoekers ook via een simulatie-module zelf kunnen nagaan of zij al dan niet recht kunnen hebben op een toelage en zo ja voor welk bedrag. Het Sociaal Verwarmingsfonds zet nog meer in op persoonlijke contacten via een gratis telefoonnummer en de mogelijkheden via een chat-functie concrete vragen te stellen.

Het geheel wordt begeleid met een actieve sociale media benadering.

Het Sociaal Verwarmingsfonds hoopt zo om het aantal aanvragers van een verwarmingstoelage verder te verhogen.

In het energiecrisisjaar 2022 heeft het Sociaal Verwarmingsfonds iets meer dan 80.000 gezinnen kunnen helpen met een verwarmingstoelage, bijna 11% meer dan het jaar voordien. Dit

was het resultaat van een combinatie van factoren: uiteraard de energiecrisis zelf, de (tijdelijke) verhoging van de toelage, maar ook de bijkomende communicatie-inspanningen van het Fonds in 2022.

Met de nieuwe website vervolledigt het Sociaal Verwarmingsfonds nu zijn communicatiemiddelen om de publiciteit rond deze toelagen verder op te voeren.

Verdelers, ontdek de nieuwe website en reageer via het contactformulier met een berichtje wat u ervan vindt.

Het Sociaal Verwarmingsfonds publiceerde ook een nieuwe versie van zijn brochures waarin de voorwaarden staan opgesomd waaraan voldaan moet worden voor het verkrijgen van een toelage. Ook brandstoffenverdelers kunnen die brochures aanvragen. Vul daarvoor het aanvraagformulier op de website in en geef aan hoeveel exemplaren u wenst te ontvangen. www.verwarmingsfonds.be www.fondschauffage.be www.heizoelfonds.be

OVERGANGSPERIODE STARTTE OP 1 JULI 2023

Merkstof ACCUTRACE™ PLUS vervangt Solvent Yellow 124

In het Belgisch Staatsblad van 2 juni 2023 werd het koninklijkbesluitvan26mei2023 totwijzigingvanhetkoninklijkbesluitvan28juni2015betreffendedebelastingvan energieproductenenelektriciteit,watbetrefthetmerkenvanenergieproductenvoor fiscaledoeleindengepubliceerd. Op 19 januari 2024 vervangt de nieuwe en krachtigere euromarker Accutrace Plus definitief Solvent Yellow 124.

Het gehalte aan merkstof ACCUTRACE PLUS wordt vastgesteld op ten minste 12,5 gram en niet meer dan 18,75 gram per 1.000 liter energieproduct. De ACCUTRACE PLUS bevat de merkstof butoxybenzeen. Het gehalte aan ACCUTRACE PLUS komt overeen met een gehalte van ten minste 9,5 gram butoxybenzeen en niet meer dan 14,25 gram butoxybenzeen per 1.000 liter energieproduct.

Tijdens de periode van 1 juli 2023 tot en met 18 januari 2024 wordt voorzien in een overgangsmaatregel waarbij een combinatie van de merkstoffen Solvent Yellow 124 en ACCUTRACE™ PLUS wordt toegestaan. Deze periode moet de betrokken marktdeelnemers ertoe in staat stellen om hun bestaande voorraden Solvent Yellow 124 uit te putten. Aan de hand van een wiskundige formule wordt nagegaan of er voldoende van de beide merkstoffen aanwezig is.

Aangezien ACCUTRACE PLUS, in tegenstelling tot Solvent Yellow 124, kleurloos is, wordt bepaald dat ook aan kerosine/lamppetroleum een rode merkstof moet worden toegevoegd.

Tijdens de overgangsperiode van 1 juli 2023 tot 18 januari 2024 is het niet nodig om een rode merkstof toe te voegen aan de hoeveelheden kerosine/lampolie waaraan Solvent Yellow 124 is toegevoegd.

Aangezien ACCUTRACE PLUS, in tegenstelling tot Solvent Yellow 124, kleurloos is, moet aan kerosine/lamppetroleum een rode merkstof worden toegevoegd.

Raadpleeg regelmatig onze website en blijf op de hoogte van alle actuele trends in de sector!

be

www.brafco. be

BRAFCO

Laat uw medewerkers ook genieten van alle voordelen van dit platform!

Registreren kan via “Ledenportaal”

➞ “Gebruikers”

op www.brafco.be

Klimaatbescherming en duurzame bevoorradingsketens gaan hand in hand

De ECFD (European Confederation of Fuel Distributors) dringt erop aan dat wordt afgestapt van de achterhaalde wettelijke aanpak die de efficiëntie van voertuigen loskoppelt van de efficiëntie van de gebruikte motorbrandstoffen.

In de Europese Unie wordt drie kwart van alle goederen die over land worden getransporteerd, vervoerd in een vrachtwagen. Dat transport is tegelijk verantwoordelijk voor ruim 21% van alle transportgebonden broeikasgasemissies.

De door de Europese Commissie voorgestelde herziening van de CO2-emissiegrenzen voor zware voertuigen voorziet een reductie van 90% van de CO2-uitstoot tegen 2040, met tussentijdse doelstellingen van 45% tegen 2030 en 65% tegen 2035. Het zijn de aan de uitlaat van het voertuig gemeten CO2-emissiewaarden die bepalend zijn. Bijgevolg zouden voor het wegvervoer elektrische mobiliteit en aandrijfsystemen op waterstof de enige opties zijn om het klimaat te beschermen. Volgens de logica van de uitlaatemissies stoot een elektrische vrachtwagen met een batterij die wordt opgeladen met fossiele elektriciteit 0 g CO2 per tonkilometer uit, terwijl een vrachtwagen die uitsluitend rijdt op CO2neutrale brandstoffen een fossiele uitlaatgasemissiewaarde opgeplakt krijgt.

STANDPUNTEN VAN ECFD

De ECFD vraagt om indicatoren op te nemen die uitgaan van een levenscyclusanalyse (LCA), zodat rekening wordt gehouden met alle emissies, waaronder ook die van de productie, het transport en het gebruik van de energiebronnen. De organisatie vraagt ook dat er in de herziening van de verordening betreffende de CO2-emissienormen voor nieuwe zware bedrijfsvoertuigen rekening wordt gehouden met de hernieuwbare motorbrandstoffen. Dat kan op twee manieren:

Eerst en vooral door de invoering van een CO2-correctiefactor die het aandeel hernieuwbare brandstoffen in de huidige brandstoffencombinatie weergeeft en dus de 100% fossiele brandstoffen die de verordening veronderstelt, vervangt door de reële combinatie van brandstoffen waarin een aandeel hernieuwbare brandstoffen is opgenomen.

Ten tweede door de invoering van een vrijwillig kredietsysteem voor hernieuwbare brandstoffen. Met zo’n systeem zouden vrachtwagenbouwers hun CO2-uitstoot kunnen verlagen aan de hand van bijkomend op de markt gebrachte hernieuwbare brandstoffen en op die manier vermijden dat ze de vastgestelde doelstellingen niet halen en bijgevolg aanzienlijke boetes opgelegd krijgen. In een dergelijk kredietsysteem kunnen brandstoffenleveranciers meer hernieuwbare brandstoffen op de markt brengen dan wettelijk verplicht is in de richtlijn betreffende de hernieuwbare energieën en daarvoor kredieten in ruil krijgen. Vrachtwagenbouwers kunnen die kredieten dan aankopen om binnen de grenzen van hun vloot overeenkomstige CO2-besparingen te realiseren.

De position paper van ECFD werd overgemaakt aan de commissies ENVI (milieu), TRAN (transport en toerisme) en ITRE (industrie, onderzoek en energie) van het Europees parlement.

Markus König, nieuwe voorzitter van ECFD

Op 24 mei van dit jaar verkozen de vertegenwoordigers van de nationale federaties Markus König tot opvolger van Johannes Heinritzi aan het hoofd van ECFD. Op 30 augustus nam hij in Brussel deel aan zijn eerste vergadering als voorzitter van de vereniging. Markus König (60) kan terugblikken op 40 jaar ervaring in de sector van de minerale oliën en energie. Hij is lid van het uitvoerend comité van Friedrich Scharr KG (Stuttgart), een bedrijf dat actief is in de handel in smeermiddelen, vloeibaar petroleumgas, gasolieverwarming, pellets, elektriciteit en aardgas. Daarnaast staat hij ook in voor de marketing. Als we kijken naar alleinfrastructuurdiedeafgelopen50 jaar is gebouwd, dan zien we dat we alles in huis hebben voor een veilige energiebevoorrading, aldus König. Maar als we willen kunnen blijven investeren in die infrastructuur, dan hebben we een duidelijk signaal van de politiek nodig.

Vergadering van ECFD in Brussel op 30 augustus 2023. V.l.n.r. : Matthias Plötzke (secretaris-generaal, Uniti), Markus König (Voorzitter, Uniti), Johan Mattart (Head of Brussels Office, Brafco), Thierry Javit (FF3C). Jürgen Roth (vicevoorzitter, WKO) nam deel via videoconferentie.

Wacht niet tot het allerlaatste moment om uw

code

95 te verlengen…

De vakbekwaamheid – code 95 – is ondertussen een begrip. Chauffeurs met een rijbewijs C of CE moeten om de 5 jaar 5 erkende opleidingen van ten minste 7 uur (samen 35 kredieturen) hebben gevolgd om hun rijbewijs te verlengen.

Ukan bij Brafco terecht voor deze cursussen “vakbekwaamheid”. Brafco werkt hiervoor samen met erkende externe opleidingspartners. Deelnemers aan de opleidingsmodules ontvangen een getuigschrift van nascholing en 7 kredietpunten.

Sinds de inwerkingtreding van het KB van 10 januari 2013 moeten de betrokken chauffeurs ten minste één module volgen in elk van de volgende 3 categorieën:

I. Nascholing in rationeel rijden (dit zijn o.m. cursussen stuwing- en ladingszekering, economisch rijden…)

II. Toepassing van de voorschriften (dit zijn o.m. cursussen rij- en rusttijden, vervoerdocumenten, tachograaf…)

III. Gezondheid, verkeers- en milieuveiligheid, dienstverlening (dit zijn o.a. cursussen ongevalsaangifte, EHBO, conflictbeheer, communicatie, agressiviteit…)

Het KB preciseert dat minstens één van de modules moet handelen over defensief en zuinig (economisch) rijden, die ten minste 3 uur praktisch rijonderricht bevat.

De prijzen verschillen naargelang de opleidingsmodule. In de prijs zijn inbegrepen: syllabus, drank- en koffiepauze en een broodjeslunch. De opleidingen komen in aanmerking voor een subsidie van 50% door de Vlaamse overheid via de kmo-portefeuille.

In de 3 gewesten tellen ADR-opleidingen mee voor code 95

Met de publicatie van het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 juli 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieen C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E in het Staatsblad van 3 augustus 2021 is de richtlijn 2018/645/EU eindelijk in de 3 gewesten van het land omgezet in regionale regelgeving. Dit impliceert dat sindsdien alle ADR-cursussen, ongeacht het gewest waarin de zetel van de opleidingsinstelling zich bevindt, in rekening kunnen worden gebracht voor de verplichte 5-jaarlijkse 35 uur bijscholing in het kader van de vakbekwaamheid (code 95). Deze ADR-opleidingen worden beschouwd als opleidingen van de 2de categorie (toepassing van de voorschriften).

ADR-cursussen

Brafco organiseert zelf ADR-cursussen en werkt ook samen met erkende externe opleidingspartners. U kan bij ons terecht voor initiële en bijscholingsopleidingen voor zowel colli, tank als vloeibare brandstoffen.

De eerstvolgende algemene ADR-bijscholingscursus colli- en tankvervoer (categorie I + II) gaat door in Heusden-Zolder op 2, 9 en 16 maart 2024

De eerstvolgende ADR-bijscholingscursus (categorie IV) zal plaatsvinden in Heusden-Zolder op 13 en 20 april 2024. Deze cursus kan ook als initiële ADRopleiding gevolgd worden door chauffeurs die nog geen ADR-getuigschrift hebben of waarvan het getuigschrift vervallen is. Voor deze personen is een bijkomende praktijkopleiding van 4 uur voorzien op een nog nader te bepalen datum.

U kan uzelf of een medewerker inschrijven voor een van deze ADR-opleidingen via https://www.brafco.be/nl/opleidingen

Vervaldatum ADR-getuigschrift (bijna) uit het oog verloren ?

Om te vermijden dat u (of uw chauffeurs) opnieuw de initiële ADR-opleiding moet volgen wegens het overschrijden van de vervaldatum op het getuigschrift, is het ten zeerste aanbevolen om de vervaldata van de ADR-getuigschriften van de chauffeurs in uw onderneming aan het secretariaat over te maken, en hierbij de categorie (II of IV) te vermelden. Een getuigschrift categorie IV – dat dus enkel geldig is voor het vervoer van vloeibare brandstoffen – herkent u aan de letters ‘FU’ voor het nummer van het getuigschrift. Een getuigschrift categorie II is geldig voor alle producten (met uitzondering van explosieven en radioactieve stoffen) en wordt aangeduid met de letters ‘CO’ voor het nummer van het getuigschrift. Eens deze info aan het secretariaat overgemaakt, zal Brafco er voor zorgen dat de chauffeurs) tijdig uitgenodigd worden om een bijscholing te volgen. Hierbij zal in de mate van het mogelijke rekening worden gehouden met de gewenste voorkeur inzake locatie en tijdstip.

ADR-veiligheidsadviseur

Zoekt u een externe ADR-veiligheidsadviseur?

Neem contact op met de Federatie!

Maak voor de opleidingen vakbekwaamheid en ADR gebruik van de kmo-portefeuille!

Hoeveel steun u krijgt, is afhankelijk van de grootte van uw onderneming. De steun is beperkt tot een bepaald maximumbedrag dat u jaarlijks kan opnemen. U kan vrij kiezen of u dat bedrag inzet voor advies of opleiding of voor een combinatie van beide. De kosten die in aanmerking komen voor subsidie via de kmo-portefeuille zijn altijd exclusief btw

Kleine ondernemingen Steun 30%, maximaal 7.500 euro

Middelgrote ondernemingen Steun 20%, maximaal 7.500 euro

Zie ook Brandstoffen september-oktober 2021, p.41

Voor een overzicht van de aangeboden opleidingen kan u best contact opnemen met Naziha Boulben. Tel.: 02/213.14.12, naziha.boulben@brafco.be. U geeft aan waar u en/of uw chauffeur(s) een opleiding wensen te volgen en u ontvangt een overzicht van de mogelijkheden!

Nieuwe CAO individueel opleidingsrecht

PC 127

Op 4 september 2023 sloten de sociale partners van de Handel in Brandstoffen een akkoord

af inzake vorming.

De CAO is gesloten in uitvoering van de wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen van de ‘Arbeidsdeal’. Volgens deze wet moeten ondernemingen die ten minste 10 personen tewerkstellen een individueel opleidingsrecht toekennen dat voor een voltijdse werknemer ten minste 4 dagen bedraagt in 2023 en ten minste 5 dagen vanaf 2024. Wel is het mogelijk hiervan af te wijken indien hierover een CAO werd afgesloten voor 30.09.2023, wat in het PC 127 dus op 4 september jl. werd gedaan.

In het akkoord van 4 september werden onderstaande wijzigingen doorgevoerd:

Aantal werknemers per onderneming Aantal opleidingsdagen per VTE per jaar

≥ 10 maar < 20 werknemers 1 opleidingsdag

≥ 20 werknemers 2 opleidingsdagen

Voor de ondernemingen met 20 of meer werknemers is er een groeipad vastgelegd:

• 2 dagen voor een voltijdse werknemer in 2023

• 3 dagen voor een voltijdse werknemer in 2025

• 4 dagen voor een voltijdse werknemer vanaf 2027

• 5 dagen voor een voltijdse werknemer vanaf 2030

Alle werknemers hebben de mogelijkheid om gedurende de arbeidstijd een vorming te genieten. De vorming kan zowel door de werkgever ingericht worden als door opleidingsderden, hiertoe gemandateerd door de werkgever.

Het aantal niet opgenomen opleidingsdagen wordt op het einde van het jaar overgedragen naar het daaropvolgende jaar, zonder dat het aantal in mindering mag worden gebracht van het opleidingskrediet van de werknemer in dat jaar. Na vijf jaar wordt het saldo van het beschikbare opleidingskrediet opnieuw op nul gezet.

Schrijf

uw

chauffeurs in voor de gratis opleiding “Coach op de werkvloer”!

Het belang van opleidingen blijft toenemen. Ervaren werknemers spelen een belangrijke rol in het doorgeven van praktijkkennis aan nieuwe collega’s. Tijdens de gratis opleiding ‘Coach op de werkvloer’ leert een ervaren chauffeur de nodige vaardigheden om nieuwe medewerkers op te leiden op de werkvloer.

WAT LEERT EEN WERKNEMER TIJDENS DE OPLEIDING?

• Feedback geven en krijgen op een constructieve manier

• (Nieuwe) collega’s helpen met hun ontwikkeling

• De verschillende rollen binnen een team identificeren

• Drijfveren van motivatie herkennen

• Dynamieken en conflicten binnen een team herkennen

PRAKTISCHE INFORMATIE

De opleiding ‘Coach op de werkvloer’ is geschikt voor ervaren werknemers of zaakvoerders die nieuwe collega’s opleiden. De opleiding vindt plaats op

donderdag 9 november in het Nederlands en op woensdag 8 november in het Frans, telkens van 8u30 tot 16u in Brussel en wordt gratis aangeboden door het Sociaal Fonds Handel in Brandstoffen.

Inschrijven kan nog tot en met 20 oktober. Meer informatie en het inschrijvingsformulier vindt u op de website van het Sociaal Fonds via fonds127.be/nl/kalender

© Adobe Stock

‘La Fontaine online’ ook beschikbaar voor werknemers

Sinds 2022 kunnen werkgevers de aanvraag tot uitbetaling van compensatiedagen voor hun werknemers eenvoudig inbrengen via het online platform ‘La Fontaine online’. Deze online tool is sedert 1 januari 2022 niet alleen toegankelijk voor werkgevers, het online platform laat ook werknemers toe om hun persoonlijk dossier digitaal te raadplegen.

‘LA FONTAINE ONLINE’ GEEFT WERKNEMERS

INFORMATIE OVER:

• Uitbetaalde compensatiedagen

• Hospitalisatieverzekering

• Eindejaarspremie

• Syndicale premie

• Fiscale fiche

Daarnaast kunnen werknemers hun bankrekeningnummer en persoonlijk e-mailadres invullen of aanpassen. Op die manier kan het Sociaal Fonds

een correcte uitbetaling van bovenstaande voordelen garanderen en de werknemer rechtstreeks sectorale informatie bezorgen via e-mail.

HOE WERKT HET?

• Werknemers kunnen met hun eID of ITSME-app inloggen op ‘La Fontaine online’ via https://fonds127.be/nl/het-fonds/la-fontaine-online

• Eenmaal ingelogd op het platform kunnen ze hun persoonlijk dossier consulteren en hun gegevens invullen of aanpassen.

Voor meer informatie over ‘La Fontaine online’ kunnen zowel werkgevers als werknemers terecht bij het Sociaal Fonds via info@fonds127.be of telefonisch op het nummer 02/213.14.17.

Heeft u als werkgever nog geen toegang tot ‘La Fontaine online’? Vraag dan nu een account aan op de website van het Sociaal Fonds via https://fonds127.be/nl/het-fonds/ la-fontaine-online.

Het Vlaams opleidingstegoed staat klaar!

De Vlaamse overheid lanceert deze maand het opleidingstegoed voor werknemers. Dat tegoed bestaat uit tijd en middelen om opleidingen te volgen. Het gaat om Vlaams opleidingsverlof, opleidingscheques, opleidingskrediet en zorgkrediet met motief opleiding. In “Mijn Burgerprofiel” kunnen werknemers voortaan hun persoonlijk opleidingstegoed bekijken. Dat tegoed kunnen ze inzetten om zich bijvoorbeeld bij te scholen in hun huidige job.

Meer informatie over het Vlaams opleidingstegoed vindt u op www.vlaanderen.be/opleidingstegoed

YEP ll leidt jongeren op tot ‘chauffeur in de brandstoffenhandel’

Via het jongerenproject ‘Youth Energy Project’ (YEP) leidt het Sociaal Fonds jonge talenten (18-25 jaar) op tot ‘chauffeur in de brandstoffenhandel’ met rijbewijs C/CE, vakbekwaamheid en ADR-attest via een individuele beroepsopleiding (IBO).

De instroom van jonge werknemers in de sector is een knelpunt. Het Sociaal Fonds levert daarom extra inspanningen om de instroom te bevorderen door jongeren van 18 tot 25 jaar toe te leiden naar de sector.

BEDRIJF VDB ENERGIE

Het bedrijf VdB Energie uit Dendermonde heeft onlangs een jonge chauffeur opgeleid dankzij het Youth Energy Project. Kenji Geerinck rondde zijn opleiding via IBO af in april en is intussen vast in dienst bij het bedrijf. De vader van Kenji is een zelfstandige brandstoffenhandelaar. Kenji kende de sector dus al waardoor het contact meteen vlot verliep.

De IBO werd opgestart nadat Kenji zijn theoretisch rijbewijs C en ADR-attest behaalde. Hij volgde praktijklessen bij een rijschool en werd daarnaast opgeleid op het bedrijf. Door mee te rijden met een ervaren chauffeur leerde hij de nodige competenties om de job uit te oefenen, zoals het laden en lossen en het communiceren met klanten. Kenji is enthousiast over zijn opleiding via IBO, omdat hij op deze manier zeer goed begeleid werd. Zijn boodschap voor jongeren die graag de sprong willen wagen, is alvast “gewoon proberen!”.

Ook bedrijfsleider Filip Van Den Bossche is tevreden over deze manier van opleiden. Hij wierf al meerdere chauffeurs aan via een IBO-traject in samenwerking met VDAB en zal dit in de toekomst zeker blijven doen. Hij is ervan overtuigd dat deze manier van opleiden gemotiveerde kandidaten aantrekt.

HOEVEEL KOST EEN IBO?

De werkgever betaalt voor de kandidaat geen loon of RSZ, maar een vast maandelijks bedrag tijdens de 13 weken durende opleiding, berekend op basis van het minimumloon in de sector. De betaling van dit bedrag verloopt via VDAB. Meer info over dit bedrag vindt u op werkgevers.vdab.be/ibo

Het Sociaal Fonds betaalt alle opleidingskosten:

• Kosten van de rijopleiding: theorie- en praktijklessen rijbewijs C/CE, examenkosten, examenbegeleiding, vakbekwaamheid, ADR-cursus, medische kosten …

Interesse?

• Kosten van de begeleiding op de werkvloer: begeleidingspremie van 150 euro per dag voor maximum 45 begeleidingsdagen.

Om een kandidaat op te leiden via het project YEP, zoekt en selecteert u als bedrijf zelf een geschikte kandidaat die jonger is dan 26 jaar. Met de ondersteuning van VDAB, Forem of Actiris wordt vervolgens een IBO-contract afgesloten tussen uw bedrijf en de kandidaat in kwestie.

Interesse? Contacteer de HR-adviseur van het Sociaal Fonds Anne Gabriëls via anne.gabriels@fonds127.be of telefonisch op het nummer 02/213.14.17. Zij komt graag langs in uw bedrijf om het project verder toe te lichten.

YEP lll

YEP II loopt nog tot eind december 2023. Het Sociaal Fonds diende een aanvraag in voor een vervolgproject YEP III dat zal lopen van januari 2024 tot december 2025.

Kenji Geerinck rondde zijn opleiding via IBO af in het bedrijf VdB Energie uit Dendermonde en is nu vast in dienst bij het bedrijf.

De woordvoerders van Brafco verdedigen uw belangen ook in de pers

De aardolieprijzen, maximumprijzen, gasolie-verwarming 10 ppm S... onze vertegenwoordigers duiken geregeld op in de pers.

GAZET VAN ANTWERPEN –16 AUGUSTUS 2023

Wat verandert nu vanaf 1 april? De gasolie-verwarming 50 ppm S mag niet meer worden verkocht. Dat bevestigt Johan Mattart. Die 50S verwijst naar het maximum toegestane zwavelgehalte: 50 ppm (parts per million) of 0,005 procent. De nieuwe norm vanaf 1 april wordt huisbrandolie met maximaal 0,001 procent zwavel. Hoe minder zwavel hoe beter voor het milieu. De verlaging van dat zwavelgehalte is al jaren bezig. Nieuw is ook dat die huisbrandolie vanaf 1 april in twee varianten zal worden aangeboden: H0 en H7. Die H slaat op het percentage aan biocomponent in de brandstof. H0 bevat er zo goed als geen, H7 maximaal 7 procent van die biobrandstof. Het is volgens Mattart vandaag nog niet duidelijk welke variant de duurste zal zijn.

DE ZONDAG – 18 SEPTEMBER 2023

Benzine en diesel waren dit jaar nog nooit zo duur: ondanks hoge prijzen tanken we niet minder. Naar een adviesprijs?

Johan Mattart: “België en Luxemburg zijn de enige twee landen waar nog een maximumprijs geldt. Die maximumprijzen worden bij ons berekend door de FOD Economie. Als federatie zijn wij vragende partij om de maximumprijs zo snel mogelijk af te schaffen en de markt te liberaliseren. Niet enkel wij willen dat, het is ook een aanbeveling van het Internationaal Energieagentschap. Wij vragen dat de overheid dagelijks haar berekeningen blijft doen, en dat dit niet meer resulteert in een maximumprijs, maar in een richtprijs. Voor onze handelaars is die maximumprijs geen goede zaak, omdat het hen vaak dwingt om met verlies te verkopen wanneer zij brandstof duur inkochten en de week nadien aan een lagere prijs moeten verkopen.”

DE STANDAARD – 19 SEPTEMBER 2023

In ons land staan de benzine- en dieselprijs momenteel op het hoogste peil sinds november 2022. Voor stookolie gaat het om de hoogste prijs sinds eind januari 2023. Stookolieverbruikers lijken momenteel niet wakker te liggen van de prijsstijgingen. “Voor de leveranciers zijn het vrij kalme tijden”, stelt Johan Mattart. “Het milde herfstweer zet niet aan om nu al werk te maken van een wintervoorraad stookolie”. Gilbert Van Rens van de brandstoffenhandelaar Maes uit Bornem weet uit ervaring dat stookolieleveringen vooral gedreven worden door de weersomstandigheden. “De eerste koude dagen in het najaar zijn meestal het moment om te controleren of de stookolievoorraad bijgevuld moet worden.” Van Rens en Mattart verwachten dat veel verbruikers zullen kiezen voor kleine bestellingen.

LA LIBRE – 18 SEPTEMBER 2023

Mogen we bij ons, net als in Frankrijk, hopen op verkoop met verlies en dus interessante prijzen aan de pomp? “In Frankrijk hanteren de supermarkten lagere prijzen dan de brandstoffenverdelers die gespecialiseerd zijn in deze activiteit. De supermarkten maken er een promoproduct van”, aldus Olivier Neirynck. “In België is het natuurlijk verboden om met verlies te verkopen. Hoewel het voor de spelers actief in de raffinage, opslag en distributie niet eenvoudig is om te weten of ze aan de pomp nu al dan met verlies verkopen en of ze dat op een andere manier kunnen recupereren.”

RTBF – LA PREMIÈRE – 22 SEPTEMBER 2023

Olivier Neirynck: “Petroleum uit het Midden-Oosten is eenvoudig te winnen maar de voorraden zijn min of meer beperkt. Alle landen in de regio zijn zich aan het voorbereiden op hun transitie naar een tijdperk ná petroleum en daarvoor hebben ze vreemde valuta nodig. Hoe hoger de prijs voor een vat ruwe aardolie, hoe meer financiële middelen ze hebben om die transitie te bekostigen. Het Europese embargo op Russische aardolie blokkeert enigszins de bevoorrading van de eurozone. We hebben ook alternatieven moeten zoeken voor diesel uit Rusland.”

RTL TVI – C’EST PAS TOUS LES JOURS DIMANCHE –24 SEPTEMBER 2023

Bijna € 2 per liter aan de pomp: waarom zijn de prijzen zo hoog en mogen we een daling verwachten? Olivier Neirynck: “De prijs voor ruwe aardolie is gestegen door de productiebeperkingen van Saoedi-Arabië en Rusland die nog tot het einde van het jaar gelden. Wij in de eurozone zijn dan weer het slachtoffer van de zwakke eurokoers ten opzichte van de dollar... En dan moet er nog een verschil worden gemaakt tussen diesel en benzine (afgewerkte producten) en onbewerkte producten. De afgewerkte producten hangen veel meer af van de wet van vraag en aanbod. De vraag is momenteel vrij hoog omdat de economie zich wereldwijd aan het herpakken is... Maar we zien wel een stabilisering. We hopen dat de prijzen de komende weken zullen dalen want zoals zo vaak binnen de OPEC hangen akkoorden aan een zijden draadje.”

Mazoutleveringen hangen grotendeels af van de weersomstandigheden.

© Adobe Stock

→ NIEUWE WEBSITE met simulatiemodule en brandstofprijzen! Meer info: www.verwarmingsfonds.be

→ NIEUWE FOLDERS! Bestel jouw exemplaren via onze website.

P.S. : Vergeet niet om ook de syndici van appartementsgebouwen te informeren.

Te koop:

tankwagen 13.000l.

DAF CF75.310 - ADR OK419.000 kmnieuwe remmen

Prijs : €12.000 Tel: 0495/52.32.03

Graaddagen

Om zoekertjes te laten verschijnen in de volgende editie van Brandstoffen (november – december 2023), kan u het formulier gebruiken dat u vindt op pagina 46 van onze uitgave van april-mei 2022.

Vergelijking van de laatste drie mobiele jaren met de norm* (graaddagen 15/15, station Ukkel)

* De norm is het gemiddelde van de graaddagen berekend in Ukkel tussen 1833 en 1979

We hebben allemaal recht op een warme thuis, toch?

Wij helpen jouw klanten met het betalen van hun energierekening