2.3 Wat is de coördinerende rol van hormonen in het feedbacksysteem?
Regeling bloedsuikerspiegel
A
OPDRACHT 17
A glucosepeil B insulinepeil normale bloedsuikerspiegel
bloedsuikerspiegel
1,4 g/L
1
2
0,7 g/L
IN
De onderstaande grafiek toont de schommelingen van het glucose- en insulinegehalte in het bloed. De tijdstippen 1, 2 en 3 zijn de momenten waarop gegeten werd.
3
tijd avond
Bekijk de rode curve van het glucosepeil. Wat stel je vast? Verklaar.
VA
1
N
ochtend
2
Bekijk nu de blauwe curve van het insulinepeil en vergelijk ze met de rode curve. Wat stel je vast? Vink aan.
De blauwe curve loopt gelijk met de rode curve.
De blauwe curve volgt de rode curve, maar iets later in de tijd.
De groene lijnen zijn de ondergrens en bovengrens bij een normale bloedsuikerspiegel. Schrap wat
©
3
De rode curve volgt de blauwe curve, maar iets vroeger in de tijd.
niet past.
De bloedsuikerspiegel is constant / schommelt tussen bepaalde grenswaarden bij een gezonde levenswijze.
164
THEMA 03
hoofdstuk 2