3.6 Beschermende isolatie

> Het begripsvermogen van de betrokkene: isoleren is een zeer ingrijpende gebeurtenis voor de bewoner, waardoor bv. depressie of agressie kunnen optreden. Daar dien je rekening mee te houden en maatregelen voor te treffen (bv. chemische fixatie, aangepaste medicatie). Het nadeel is het negatieve effect op het welbevinden van de bewoner en de familie. > Het comfort van de patiënt: voor de bewoner is zijn kamer of zijn bed (als hij in een meerpersoonskamer verblijft) zijn plekje of zijn thuis. Bewoners die de situatie begrijpen, kunnen eventueel in overleg geïsoleerd worden.

In residentiële settings waar bewoners met een verminderd verstandelijk vermogen verblijven en getroffen zijn door aandoeningen zoals MRSA en gastro-enteritis, worden patiënten niet geïsoleerd. Wel wordt er extra aandacht besteed aan de algemene voorzorgsmaatregelen en handhygiëne. Belangrijk is om dan het personeel nogmaals in te lichten over te nemen maatregelen en waarom zij die moeten nemen.

Om kruisbesmetting te vermijden wordt de bewoner die op een meerpersoonskamer verblijft in zijn kamer meestal pas als laatste verzorgd.

Bij toilettraining wordt er extra aandacht besteed aan het toilet of aan de toiletstoel (reinig of ontsmet grondig na gebruik).

Als een bewoner uit een leefgroep een besmettelijke infectie heeft, kan het belangrijk zijn groepsisolatie (de cohorte) toe te passen, bv. bij scabiës, collectieve gastroenteritis … Dat betekent dat de bewoners niet buiten de leefgroep komen en dat de zorgverleners van de leefgroep zo weinig mogelijk de afdeling verlaten. De bewoners en zorgverleners van andere leefgroepen betreden zo weinig mogelijk de besmette afdeling tot de infectie voorbij is. Geplande mutaties moeten tijdelijk uitgesteld worden. Op die manier kun je voorkomen dat de volledige voorziening besmet wordt.

4 Isolatie versus quarantaine

Isolatie en quarantaine zijn beide preventieve, beschermende maatregelen die voorkomen dat een besmettelijke infectie zich verder kan verspreiden.

Isolatie is gericht op het preventief afzonderen van zieke personen en deze af te schermen van gezonde personen.

> Personen in bronisolatie zijn ziek of besmet > De duur van de isolatie wordt bepaald door de termijn waarin ze nog symptomatisch zijn of als besmettelijk worden beschouwd.