1 minute read

3.5 Strikte isolatie

3.6.1 Strenge en milde beschermende maatregelen

De immuniteit van de patiënt bepaalt hoe strikt de beschermende maatregelen zijn. Als hij bijna geen weerstand heeft, zijn de maatregelen zeer strikt. Welke maatregelen er genomen worden, wordt steeds beslist in overleg met de behandelende arts en het team voor ziekenhuishygiëne.

3.6.2 Indicaties

Omgekeerde of beschermende isolatie kan zinvol zijn bij patiënten die een verhoogd risico lopen op infecties, zoals: > patiënten met een granulocytopenie of leukopenie (een tekort aan witte bloedlichamen); > patiënten met uitgebreide brandwonden; > prematuren; > patiënten die behandeld worden met immunosuppressieve therapieën.

3.7 Rooming-in en participatie van familieleden in de zorg

Op de afdeling pediatrie krijgen ouders vaak de mogelijkheid om bij hun ziek kind te overnachten. Ook in het geval van isolatie kunnen de ouders op de kamer verblijven. Zij worden dan tevens als besmet beschouwd en ondergaan dezelfde maatregelen als het kind. De ouders moeten de maatregelen strikt opvolgen.

Indien familieleden participeren in de zorg, kunnen in functie van de uit te voeren handeling dezelfde PBM gedragen worden als het personeel.

3.8 Isolatie in een residentiële setting

Op het moment dat een infectie bij een bewoner ontdekt wordt, is het in een residentiële setting niet steeds zinvol en haalbaar om de bewoner in kwestie dadelijk te isoleren. Verschillende factoren spelen een rol: > De incubatietijd: de bewoner kan afhankelijk van de aandoening al enkele dagen of weken besmet zijn en al een hele groep hebben besmet. > Meerpersoonskamers: in veel zorgvoorzieningen verblijven bewoners op een meerpersoonskamer. Daar zijn onvoldoende isolatiekamers, wat isoleren niet evident maakt.

This article is from: