3 minute read

2.3 Welke maatregelen moet je steeds nemen bij de algemene voorzorgen?

Hoestetiquette of respiratoire hygiëne

Respiratoire hygiëne en hoestetiquette moet je steeds toepassen bij niezen en hoesten. Daardoor kun je voorkomen dat besmette personen respiratoire secreties verspreiden in de lucht.

Het is belangrijk dat elk van ons een goede hoesthygiëne hanteert. Zorg er als zorgverlener voor dat je steeds het juiste voorbeeld geeft, maak patiënten en bezoekers attent op een correcte hoesthygiëne.

Figuur 1: Een goede hoesthygiëne Bron: CDC

Een juiste hoesthygiëne is belangrijk voor iedereen: > Bedek tijdens het hoesten of niezen je mond en je neus met een papieren zakdoek. > Gooi de zakdoek onmiddellijk in de dichtstbijzijnde vuilnisemmer. > Als er geen papieren zakdoek is, hoest of nies dan met een afgewend gezicht in je ellenboog. > Raak je mond, ogen en neus niet aan met je handen. > Bewaar voldoende afstand (één tot anderhalve meter) van derden.

> Voer een correcte handhygiëne uit. > Draag steeds een masker als je de symptomen van een luchtweginfectie hebt. > Reinig deurklinken, telefoons, lichtschakelaars, toetsenborden … regelmatig (minstens dagelijks).

Als de patiënt symptomen van respiratoire infecties vertoont: > draagt de zorgverlener en indien mogelijk ook de patiënt een chirurgisch masker bij rechtstreekse zorghandelingen; > dragen besmette patiënten in de wachtzaal het best een masker en adviseer je hen om voldoende afstand (meer dan één meter) van andere patiënten te houden; > voorzie je hem van voldoende papieren zakdoeken en stimuleer je handhygiëne; > past de zorgverlener na het aanraken van voorwerpen die mogelijk verontreinigd zijn met respiratoire afscheidingen van de patiënt handhygiëne toe.

De algemene voorzorgsmaatregelen zijn ook van toepassing voor de patiënt en zijn bezoekers. Informeer hen goed en bewaak of ze de maatregelen toepassen.

2.4 Een zuivere omgeving: scheiding tussen vuil en zuiver

Een duidelijke scheiding van vuil en zuiver heeft een belangrijke en gunstige impact op de preventie van nosocomiale infecties bij patiënten, bezoekers en medewerkers.

Basisprincipes:

> Er wordt steeds gewerkt van zuiver naar vuil en niet andersom. > Vuile en zuivere processen mogen niet door elkaar gemengd worden. > Vuile en zuivere materialen mogen niet door elkaar gebruikt worden. > Vuile en zuivere materialen hebben geen fysiek contact met elkaar. > Het behandelen, manipuleren en stockeren van voeding wordt nooit gemengd met zorgprocessen. > Primaire verpakkingen blijven gesloten tot vlak voor gebruik. > Er worden geen vervallen of beschadigde materialen gebruikt waarbij de functionaliteit of reinheid niet langer kan gegarandeerd worden. > Stapelen van materialen op vloeren en vensterbanken wordt vermeden.

Werkwijze:

Ruimten: De dagelijkse schoonmaak van ruimten en infrastructuur verloopt via de vastgelegde routing en schoonmaakschema’s van het lokale schoonmaakbeleid waar bovenstaande principes worden toegepast. Er zijn afspraken over wie wat reinigt en desinfecteert.

> Waar mogelijk, wordt gestreefd naar een fysieke scheiding tussen vuile en zuivere ruimten. > In een reine berging voor materiaal en linnen bevindt zich geen vuil linnen of vuil materiaal. > Vloerstapeling en stapeling op vensterbanken is niet toegestaan. > Onder aanrechten worden geen zuivere materialen gestockeerd. Deze zones worden beschouwd als vuile zones. > Op aanrechten, wastafels en vensterbanken worden geen materialen gestockeerd. > Er worden geen patiënten opgenomen op niet gereinigde/gedesinfecteerde kamers. > In een zuivere berging zijn geen primaire verpakkingen van golfkarton aanwezig.

Materialen Het al dan niet reinigen en/of desinfecteren van niet kritische materialen (materialen die in contact komen met intacte huid) is afhankelijk van het voorwerp (zie ‘Reiniging en desinfectie voorwerpen en oppervlakken’) en de graad van contaminatie. > Materiaal dat niet in gebruik is, wordt enkel na reiniging/desinfectie/sterilisatie gestockeerd in de zuivere berging. > Te reinigen en te desinfecteren speelgoed moet gescheiden worden van reeds gereinigd en gedesinfecteerd speelgoed. Zuiver speelgoed kan bewaard worden in containers. > Vuile urinalen en bedpannen worden onmiddellijk naar de vuile utility gebracht. > Indien zuiver materiaal opgeslagen wordt in een vuile utility (bv. zuivere bedpannen en urinalen), mag dit slechts beperkt en op een afgeschermde plaats (gesloten kasten, afgedekte wagentjes enz.). > Afval en vuil linnen worden verzameld in een gesloten recipiënt. > Alle materialen, apparatuur en instrumenten die gebruikt worden bij een patiënt, zijn vooraf gereinigd en/of gedesinfecteerd of gesteriliseerd conform de respectievelijke richtlijnen. Het betreft linnen, instrumenten, herbruikbare (para)medische apparatuur, voeding en daaraan gerelateerde materialen en uitrusting. > Alle logistieke deelstromen lopen gescheiden, hetzij in tijd, hetzij in afgeschermde transportmedia. > Karren en opslagmedia voor zuivere en vuile materialen zijn strikt gescheiden volgens de specifieke logistieke processen voor opslag en transport van materialen: afval, linnen, zuivere en steriele materialen, enz. > Afval en vuil linnen worden gesorteerd en behandeld conform de procedures en worden altijd beschouwd als een vuile stroom. Gesloten afval/linnenrecipiënten bevinden zich in de vuile berging. Deze recipiënten mogen niet op de vloer geplaatst worden, maar rechtstreeks in verplaatsbare karren.

This article is from: