
6 minute read
3.3 Druppelisolatie
Linnen
Het bevuilde ziekenhuislinnen wordt met zo weinig mogelijk manipulaties in een linnenzak gedeponeerd volgens de klassieke sortering van de wasserij. De normen voor de wasprocessen van de wasserij garanderen voldoende afdoding van micro-organismen.
De linnenhouder met zak wordt op de kamer of in het sas geplaatst.
Wanneer hij vol is en afgesloten wordt, wordt hij zonder tussenstops getransporteerd naar de vuile utility van de afdeling voor verder transport naar het inzamelpunt voor de wasserij.
Na ontslag van de patiënt worden niet gebruikte dagvoorraden van linnen van de instelling die op de kamer of het sas werden gestockeerd, in de was gedaan. Kledij en persoonlijk linnen Persoonlijk linnen van de patiënt wordt in een gesloten zak mee naar huis genomen en apart gewassen op ten minste 60°C. Als dit niet mogelijk is, wordt een wasprogramma met voorwas en hoofdwas toegepast.
Eetgerei
Geen wegwerpmateriaal voorzien.
Afval
Het dienblad wordt afvalvrij gemaakt op de kamer en bij het ophalen onmiddellijk en zonder extra manipulaties in de voedingswagen geplaatst.
De industriële afwasmachine van de zorginstelling garandeert een accurate desinfecterende werking. Het afval wordt volgens de klassieke sortering verwijderd.
Een afvalzakhouder met zak voor niet-risicohoudend afval en een naaldcontainer worden in de kamer of het sas geplaatst om het afval van de patiënt in te deponeren.
Het afval wordt met de afvalronde opgehaald en nergens tussentijds gestockeerd.
Bezoekers
Bezoekers dienen zich vooraf (zeker bij een eerste bezoek) bij het personeel van de afdeling te melden.
Zij desinfecteren de handen en dragen een chirurgisch masker bij het betreden en verlaten van de kamer. Desinfectie gebeurt ook bij het verwijderen van dit masker.
Bezoekers gaan geen andere patiënten of bewoners bezoeken en verlaten onmiddellijk de zorginstelling na het bezoek van de patiënt in bronisolatie.
Bezoekers maken geen gebruik van het sanitair van de geïsoleerde patiënt.
Transport
Beschermingsmaatregelen medewerkers/patiënt Onderzoeken en behandelingen gebeuren zo veel mogelijk op de kamer van de patiënt.
De transportploeg en de afdeling waar de patiënt heen gaat, worden vooraf verwittigd.
De ontvangende afdeling start de maatregelen voor druppelisolatie.
Transportpersoneel draagt een overschort en ontsmet vóór en na het transport de handen.
Materialen
Schoonmaak
De patiënt wordt vervoerd met zuivere kledij en beddengoed. Bij het verlaten van de kamer ontsmet de patiënt zijn handen. Indien een gemeenschappelijke rolstoel van de instelling wordt gebruikt, wordt deze voorzien van een zuiver laken. Voorwerpen zoals een bloeddrukmeter, thermometer, naaldcontainer blijven op de kamer. Toestellen (o.a. een tillift) die toch de kamer moeten verlaten, worden vooraf en na gebruik gedesinfecteerd met een desinfectans met een bewezen werkingsspectrum tegen het pathogeen (zie hoofdstuk ‘Reiniging, desinfectie en sterilisatie’).
Materialen worden zo vaak mogelijk machinaal gereinigd en thermisch gedesinfecteerd.
Voorraden van materialen en disposables worden beperkt bijgehouden en maar voorzien voor enkele dagen. Na ontslag van de patiënt worden niet gebruikte dagvoorraden van disposables die op de kamer of het sas werden gestockeerd, verwijderd als afval. Bij het starten en stoppen van de isolatieprocedure wordt de schoonmaak verwittigd.
De kamer, het meubilair en het sanitair worden gedesinfecteerd met een desinfectans met een bewezen werkingsspectrum tegen het pathogeen.
Alle hightouchoppervlakken (deurkrukken, schakelaars, enz.) worden minstens dagelijks en bij zichtbare bevuiling gedesinfecteerd.
Indien een patiënt naar een andere kamer verhuist, moet de kamer die hij verlaat worden gedesinfecteerd. Na reiniging en desinfectie wordt de isolatiekaart van de deur verwijderd.
(*) Aerosolvormende handelingen zijn: open aspiratie van de luchtwegen, endotracheale intubatie inclusief de voorafgaande manuele beademing, bronchoscopie, het toedienen van medicatie door verneveling, het loskoppelen van een patiënt van de beademing, reanimatie… (**) Bij druppelisolatie draagt de patiënt zo vaak mogelijk een chirurgisch masker tijdens de aanwezigheid van andere mensen in de kamer, zoals tijdens de zorgverlening, schoonmaak en tijdens het bezoek. Dit geldt ook bij rooming-in van ouders of familieleden.
3.4 Aerogene isolatie
De standaard voozorgsmaatregelen worden gecombineerd met het onderstaande.
Aerogene isolatie gebeurt ter preventie van infecties die overgedragen worden via minuscule kleine partikels (vocht of stofdeeltjes) die micro-organismen bevatten, langdurig in de lucht verblijven en zich zo over een langere afstand verspreiden. De partikels zijn < 5 µm.
Om de aerogene besmetting te beperken zijn een speciale luchtbehandeling en ventilatie van de patiëntenkamer noodzakelijk. Voorbeelden van micro-organismen die zich via de lucht verspreiden zijn Aspergillus fumigatus (vooral tijdens verbouwingswerken) en Mycobacterium tuberculosis. De kamer voor aerogene isolatie heeft bij voorkeur een sas.
Kamer
Overschort
Handhygiëne/handschoenen voor medewerkers
Mondmasker
Oogbescherming
De patiënt wordt gehospitaliseerd op een éénpersoonskamer, indien mogelijk met een sas. De kamerdeur moet steeds gesloten blijven.
De patiënt kan enkel gecohorteerd worden op een gemeenschappelijke kamer indien er patiënten verblijven die besmet zijn met hetzelfde pathogeen (bv. tijdens een epidemie).
Aan de ingang van de kamer wordt een isolatiekaart geplaatst. Een wegwerpoverschort met lange mouwen en manchetten wordt gedragen door medewerkers, indien direct contact met de patiënt of zijn omgeving wordt verwacht en de werkkledij bevuild kan worden.
Sommige instellingen passen het dragen van een schort voor het personeel standaard toe bij het betreden van de kamer, om de procedures eenduidig en eenvoudig te houden. Deze beslissing kan genomen worden op basis van een lokale risicoanalyse. Niet-steriele wegwerphandschoenen worden gedragen door de medewerkers indien direct contact met de patiënt of zijn omgeving wordt verwacht.
Steeds de handen desinfecteren, ook na het verwijderen van de handschoenen. Bij aerogene isolatie draagt iedereen (ook bezoek) die de kamer betreedt een FFP2-masker. Om onbeschermde contacten en hoogrisicocontacten te voorkomen wordt dit masker opgezet voor het betreden van de kamer en afgezet na het verlaten van de kamer. Personeel draagt een spatbril of volgelaatmasker bij zorghandelingen waarbij druppels in de ogen kunnen komen en altijd indien aerosolvormende handelingen worden uitgevoerd.
Linnen
Het bevuilde ziekenhuislinnen wordt met zo weinig mogelijk manipulaties in een linnenzak gedeponeerd volgens de klassieke sortering van de wasserij. De normen voor de wasprocessen van de wasserij garanderen voldoende afdoding van micro-organismen.
De linnenhouder met zak wordt op de kamer of in het sas geplaatst.
Wanneer hij vol is en afgesloten wordt, wordt hij zonder tussenstops getransporteerd naar de vuile utility van de afdeling voor verder transport naar het inzamelpunt voor de wasserij.
Na ontslag van de patiënt worden niet gebruikte dagvoorraden van linnen van de instelling die op de kamer of het sas werden gestockeerd, in de was gedaan. Kledij en persoonlijk linnen Persoonlijk linnen van de patiënt wordt in een gesloten zak mee naar huis genomen en apart gewassen op ten minste 60°C. Als dit niet mogelijk is, wordt een wasprogramma met voorwas en hoofdwas toegepast.
Ventilatie van de kamer
De kamer moet minstens 6 luchtwisselingen per uur hebben in een bestaande infrastructuur en 12 luchtwisselingen bij nieuwbouw.
De uitgeblazen lucht gaat rechtsreeks naar buiten of wordt gefilterd met een HEPA-filtersysteem.
De kamer staat in onderdruk t.o.v. het sas (indien aanwezig) en vervolgens t.o.v. de gang. De druk wordt gecontroleerd met manometers.
Controleer ten minste dagelijks de parameters van de luchtbehandelingsinstallatie.
Eetgerei
Geen wegwerpmateriaal voorzien.
Het dienblad wordt afvalvrij gemaakt op de kamer en bij het ophalen onmiddellijk en zonder extra manipulaties in de voedingswagen geplaatst.
De industriële afwasmachine van de zorginstelling garandeert een accurate desinfecterende werking.
Afval
Het afval wordt volgens de klassieke sortering verwijderd.
Een afvalzakhouder met zak voor niet-risicohoudend afval en een naaldcontainer worden in de kamer of het sas geplaatst om het afval van de patiënt in te deponeren.
Het afval wordt met de afvalronde opgehaald en nergens tussentijds gestockeerd.