
5 minute read
Productnieuws
from Trend 1 | 2021
Haags tafelen
Haags porselein is bij verzamelaars nog altijd geliefd en het is ruim vertegenwoordigd in diverse musea in binnen- en buitenland. De collectie van Kunstmuseum Den Haag is hiervan één van de belangrijkste. Crèmepotjes met Haagse stadsgezichten, serviezen met decoraties van vogels en terrines die rijkelijk versierd zijn met bloemen: het is slechts een greep uit de collectie Haags porselein die te zien is tijdens de expositie ‘Haagse bluf’.
Advertisement
Kenmerkend voor dit porselein zijn de sierlijke rococostijl, neoclassicistische Lodewijk XVI-elementen en decoraties in voornamelijk fuchsia en groen. Haags porselein werd tussen 1776 en 1790 geproduceerd in een van de vier porseleinfabrieken die vanaf de tweede helft van de achttiende eeuw in Nederland werden opgericht, toen door heel Europa het geheim van het porselein maken was ontrafeld en verspreid.
De fabriek in Den Haag werd geleid door de Duitse familie Lijncker en kwam voort uit een in 1772 opgerichte winkel in keramiek en textiel. Vanaf 1776 begon de familie met het decoreren van porselein door voornamelijk Duitse schilders. Als fabrieksmerk werd de inmiddels alom bekende Haagse ooievaar gevoerd. Later bleek echter dat er in de fabriek helemaal geen porselein werd gemaakt (er waren zelfs geen ovens te vinden), maar dat er enkel gedecoreerd werd. Tegenwoordig wordt Haags porselein dan ook omschreven als ‘porselein dat in Den Haag is gedecoreerd’.
In het Haags kunstmuseum is de expositie ‘Haagse bluf’ te zien vanaf 10 februari tot en met 24 mei 2021. De expositie ‘Chinees glas’ is tegelijkertijd ook te bewonderen. www.kunstmuseum.nl

Thee- en koffieservies in reiskoffer Ansbach, beschilderd in Den Haag, 1776-1790 Porselein, breedte 43,3 cm Kunstmuseum Den Haag.
Koffiekan met decor van groenten, noten en bloemen Ansbach, beschilderd in Den Haag, 17761790 Porselein, hoogte 28,1 cm Kunstmuseum Den Haag.

Knapperig bakken,
schoon roosteren en herbruikbaar gemak

Met de herbruikbare frietmand van glasvezel van Point-Virgule krijgt ovenfriet een allround knapperig resultaat, omdat de lucht rondom de frieten wordt gecirculeerd. Ook pizza’s, croissants en ovensnacks worden heerlijk gebakken met het mandje. Voor tosti’s en panini’s worden de Grill- en Toastbags gebruikt, die ervoor zorgen dat er geen kruimels of plakkerige restanten in het broodrooster achterblijven. Na gebruik even afwassen en klaar! Liever koekjes bakken? Gebruik hiervoor het herbruikbare bakpapier van glasvezel en ga actief papierverspilling tegen. www.livwise.nl
Het is nog winter, maar een goede voorbereiding begint nooit te vroeg. Om straks wanneer het weer warmer wordt het lekkerste ijs op tafel te zetten is ‘Glacerie’ hét handboek om te gebruiken. Het staat boordevol informatie over de basis van ijs en basisrecepten voor sorbets en sherbets, softijs, parfaits en kulfi. Leer de kunst van het ijs bereiden van Meester Patissier Hidde de Brabander en kom heerlijk koel de zomer door! Glacerie verschijnt op 2 maart a.s. www.kosmosuitgevers.nl
Nooit te vroeg voor ijs
Proef de smaak van de 16e eeuw
Vermeng arsenicum en eiwit, bak er een koekje van en draag dit in een hoesje van rode zijde op de blote borstkas, aldus zult u gevrijwaard blijven van de pest. Dit ‘pestcoeckxen’ is maar een van de voorbeelden van het vermengen van culinaire en medische inzichten in de geschriften van dokter Carolus Battus. Battus was in de laat zestiende en vroeg zeventiende eeuw stadsarts van Antwerpen en Dordrecht. Hij promoveerde op een onderzoek naar de behandeling van ‘den Franschen ziekte’ (syfilis) maar hij werd vooral bekend door ‘Het Excellenten Cookboek’. Tot ver na zijn dood beleefde het herdruk na herdruk, dus we mogen ervan uitgaan dat tienduizenden Nederlanders de honderden recepten eruit in hun keuken hebben toegepast. Battus zag de kok als het verlengstuk van de dokter: medicijnen en voedingsmiddelen vulden elkaar aan in het streven naar een gezonde gezondheid. Sauzen bijvoorbeeld dienden om ingrediënten als vlees en vis die anders niet goed verteerbaar waren (al wat bedorven?) eetbaar te maken. Ze werden toegepast op basis van evenwicht, want lichaam en geest stonden onder invloed van de vier sappen.

Geen slechte koks
Natuurlijk raakte Battus kookboek de voorbije eeuwen volledig in de vergetelheid. Het leuke van deze heruitgave is dat ze een unieke inkijk geeft in wat men in de Gouden Eeuw at, en ook hoe die gerechten werden klaargemaakt. De makers van het boek hebben foto’s van kookketels, pasteivormen, kaasvormpjes, roosterpannen en schotels bij de recepten geplaatst. Die laatste zijn uitgeschreven maar ook uitgetest en het resultaat werd eerst gefotografeerd en daarna opgegeten. Het blijkt dat onze voorouders bepaald geen slechte koks waren, gezien de beperkte middelen die ze hadden.
Het Excellente Kookboek van doctor Carolus Battus uit 1593 – proef de smaak van de 16e eeuw is een uniek kookboek, prachtig vormgegeven, degelijk onderzocht en becommentarieerd en zowel voor de amateurhistoricus als voor de hobbykok een genot om te lezen. Samengesteld door Christianne Muusers en Marleen Willebrands, Uitgegeven door Sterk & De Vreese
Tussen twee koloniën

Zowel in Vietnam als in Senegal eet men graag loempia’s gevuld met noedels en garnalen. Is dat geen vreemd toeval? De twee landen liggen immers elk in een ander werelddeel. Het is allerminst toevallig en het heeft alles te maken met de Franse oorlog in Indochina, ofwel het voorspel tot de Amerikaanse Vietnamoorlog. Nadat de Japanners er in 1945 waren verdreven konden de Franse koloniale bezetters in één moeite door aan het volgende conflict beginnen: de bevrijdingsoorlog met Ho Chi Min. Die eindigde in 1954 met de Franse nederlaag bij Dien Bien Phu en de terugtrekking van alle troepen, waaronder 50.000 Senegalezen. Die Senegalezen hadden de voorbije negen jaar niet alleen wacht gelopen. Velen hadden een inlandse liefje opgescharreld en in 1954 namen ze die mee als hun echtgenote naar hun thuisland. Zo werd de Vietnamese loempia, de Nem, een populair gerecht in West-Afrika. Dat is het nog steeds, hoewel de laatste soldaten en hun weduwes allang dood zijn. De Nem is een vast – en beroemd - onderdeel van de Senegalese keuken, een culinaire koloniale erfenis die nu met recht aanspraak kan maken tot zowel de Afrikaanse als de Aziatische keuken te behoren.