
3 minute read
Teveel en te weinig data
from Trend 1 | 2022
inkeliers beschikken tegenwoordig over een hoorn des
Wovervloed als het op data aankomt. Consumenten laten overal digitale en papieren sporen achter met betrekking tot uw winkel, uw merken en hun koopgedrag: op social media, op klantenkaarten, in e-mails, enquêtes, via cookies of uw kassasysteem. Maar die rijkdom is inmiddels een overdaad geworden, een collectie bomen waar absoluut geen bos meer door zichtbaar wordt. Een bedrijf heeft een complete afdeling nodig om al die data te analyseren, er conclusies uit te trekken en daar vervolgens richtlijnen van te maken. Dat is geen probleem voor Zalando en Bol.com. Die hebben hun hele verdienmodel erop gebaseerd. Dat is ook geen probleem voor een Bijenkorf of Action, maar wel voor een individuele winkel. De zelfstandige winkelier laat het er in de praktijk dus vaak maar bij zitten, en dat is jammer.
Advertisement
Brick and Mortar data,
Als er een klant binnenkomt, wilt u als winkelier van alles tegelijk weten: heeft die persoon onze website bezocht of juist die van een van onze leveranciers? Zijn het prijsacties die hem of haar interesseren of juist promoties van nieuwe modellen? Is het mogelijk dat deze klant onlangs een advertentie van ons heeft gezien in het plaatselijke weekblad? In het ideale geval verschijnt al die informatie op een overzichtelijke manier in het beeldscherm van uw smartphone. Dat is helaas nog steeds science fiction. Dus als de klant zich heeft bekendgemaakt gaan de meeste winkeliers of hun personeelsleden nog altijd af op data die ze op de winkelvloer zelf hebben verzameld. Brick and Mortar data, noemen de onderzoekers van Hitachi Solutions die. Maar liefst 65% van de door hen ondervraagde detaillisten vertrouwt voornamelijk daar op, zo blijkt uit een rapport dat het Japanse bedrijf opstelde voor zijn klanten in de VS.
Versnelling
De detailhandel moet er naar streven die vele datastromen waarover ze kán beschikken te stroomlijnen, de analyseren en de conclusies daaruit in simpele bewoordingen en cijfers aan het personeel op de winkelvloer ter beschikking te stellen. Pas dan komen data werkelijk tot hun recht. Dat blijft toekomstmuziek zolang de kosten van die verwerking te hoog zijn en de tijdspannes te lang. Maar – de meeste databedrijven werken aan zo’n vertaalslag voor het middelgrote en kleinere MKB. Dat werk is enkel in een versnelling gekomen sinds de pandemie het online kopen een boost heeft gegeven en zoveel meer detaillisten meer vertrouwd heeft gemaakt met het werken met consumentendata. De toekomst ziet er dus veelbelovend uit in dat opzicht, maar wat u als zelfstandig detaillist nu alvast kunt doen is zich ervoor open stellen. Er zwemmen hele scholen aan data om u heen. Als iemand het net heeft uitgevonden om ze te pakken, weest u dan bereid dat uit te gooien.
Van heropeningsinflatie naar deflatie
De inflatie staat op zijn hoogste punt in veertig jaar. Alle prijzen stegen, die van energie het meest, die van diensten het minst. De consument schrok zich rot toen hij zijn eindafrekening zag en zal waarschijnlijk nog wel eens schrikken als hij het doorberekeneffect van de huidige prijsstijgingen in de industrie zal zien op de winkelvloer. De vraag is hoezeer dit de groei van de consumptie zal afremmen of zelfs afbuigen. Aan de vooravond van de inflationaire opstoot beschikten de meeste gezinnen nog over extra inkomen, ten gevolge van de coronasteunmaatregelen, maar naarmate de economie normaliseert zou dit weleens volledig kunnen wegsmelten. Daarom is het belangrijk dat de inflatie niet aanhoudt. Veel experts verwachten dit ook niet. Het uit balans zijn van vraag en aanbod heeft volgens hen tot het fenomeen ‘heropeningsinflatie’ geleid en dit is, per definitie, tijdelijk. Ze wijzen ook op het uitzonderlijk lage vertrekpunt voor veel prijsstijgingen (olie stond historisch laag op ongeveer tien dollar per vat, dan is elke stijging spectaculair) en op een verwachte deflationaire druk. Op een bepaald moment zijn er bijvoorbeeld niet langer te weinig maar teveel zeecontainers en dan moet de prijs wel beginnen dalen. Ook de groene stroom heeft de neiging goedkoper te worden en zal straks beter verdeeld en beter opgeslagen kunnen worden. Niet alle prijsseinen staan dus op rood. Er is groen licht aan het eind van de tunnel. De lengte van die tunnel is echter een vraagteken.