5 minute read

Naar het buitenland? Vergeet je A1 niet

Next Article
Onderweg in Europa

Onderweg in Europa

VOOR HET WERK NAAR HET BUITENLAND? VRAAG TIJDIG JE A1 AAN!

Naar het buitenland? Vergeet je A1 niet!

Moeten je werknemers voor het werk naar het buitenland? Dan weet je ondertussen al dat er voor heel wat lidstaten bijkomende formaliteiten te vervullen zijn, zoals meldingsplicht, zorgen dat de nodige documenten aan boord zijn, soms zelfs het aanduiden van een vertegenwoordiger, … Een belangrijk document dat je hierbij nooit over het hoofd mag zien, is het A1-attest!

evy@tlv.be

Wat?

Het A1-attest (ook wel Certificate of Coverage genoemd) is geen nieuw attest. In het verleden was dit het E101 formulier. Dit attest geeft aan welk RSZ-stelsel van toepassing is op de arbeidsrelatie. Op de arbeidsrelatie kan immers maar één RSZ-stelsel van toepassing zijn: je kan geen RSZ betalen in meerdere lidstaten tegelijk. Werk je tijdelijk of gedeeltelijk in een andere EU-lidstaat? Dan bewijs je aan de hand van het A1-attest dat je al in een ander land RSZ betaalt. Gaat je werknemer naar het buitenland? Dan levert het A1-attest het bewijs dat je werknemer al in België RSZ betaalt.

Welk RSZ-stelsel?

Werkt een werknemer maar in één lidstaat, dan is er geen twijfel mogelijk: de RSZ is verschuldigd in de werkstaat, zelfs als de werknemer in een ander land woont. Het basisprincipe is immers dat je RSZ betaalt in de werkstaat. Werkt een werknemer gelijktijdig in meerdere EU-lidstaten? Dan moet bepaald worden in welke lidstaat de werknemer RSZ-plichtig is. Je kan immers maar in één land RSZ betalen. Werkt je werknemer meer dan een substantieel gedeelte (minstens 25%) van de tijd in het land waarin hij is gedomicilieerd? Dan is de RSZ verschuldigd in die lidstaat. Werkt je werknemer minder dan 25% in zijn woonstaat? Dan betaal je RSZ in de lidstaat waar de werkgever is gevestigd.

De beoordeling van het substantieel gedeelte gebeurt aan de hand van de gepresteerde arbeidstijd en/of het verdiende loon in een bepaalde lidstaat.

Enkele voorbeelden: • Een magazijnmedewerker woont in Nederland, maar werkt uitsluitend in het Belgisch magazijn. Deze werknemer is onderworpen aan de Belgische RSZ. • Een internationaal chauffeur woont in Frankrijk. Hij werkt voor een Belgische werkgever. De chauffeur rijdt 35% van zijn tijd in Frankrijk, 50% in België en de overige tijd wordt verdeeld over Luxemburg en Duitsland. Deze chauffeur is RSZ verschuldigd in Frankrijk, aangezien hij een substantieel deel van zijn arbeidstijd in zijn woonland presteert. • Een internationaal chauffeur woont in Frankrijk. Hij werkt voor een Belgische werkgever. Hij rijdt 20% van zijn tijd in Frankrijk, 50% in België en de overige tijd wordt verdeeld over Luxemburg en Duitsland. Deze chauffeur valt onder het Belgische RSZ - stelsel: aangezien hij geen substantieel deel van zijn arbeidstijd in zijn woonstaat presteert, is de RSZ van de lidstaat van de werkgever van toepassing.

Er zijn nog andere, meer ingewikkelde situaties mogelijk, zoals een werknemer die werkt voor meerdere werkgevers in ver-

schillende lidstaten, een chauffeur die in één lidstaat als werknemer werkt maar in een andere lidstaat gevestigd is als zelfstandige, … Hierop zijn nog andere regels van toepassing. Wil je hierover meer weten? Neem dan contact op met TLV.

Waarom een A1-attest?

Werkt je werknemer in het land waar hij RSZ betaalt? Dan heeft je werknemer niets nodig. Gaat je werknemer naar een andere lidstaat, waar hij geen RSZ betaalt? Dan heb je het A1-attest nodig. Aan de hand van de A1 bewijs je dat je al RSZ in een ander land betaalt. Het A1-attest is een uniform Europees document: het document is in iedere EU-lidstaat hetzelfde, waardoor de inhoud voor iedere controleur duidelijk is, ongeacht de taal waarin het attest werd opgesteld.

Zelfstandigen?

Ook een zelfstandige die in het buitenland werkt, moet een A1-attest bij zich hebben. Ook bij zelfstandigen geldt immers de regel dat je maar in één lidstaat RSZ betaalt.

Waar aanvragen?

Voor alle werknemers met een domicilie in België vraag je het A1-attest aan via de online-diensten op de RSZ-website. Sinds kort verloopt ook de aanvraag van de A1 voor zelfstandigen via de RSZ-website. Heb je werknemers met een buitenlands domicilie? Dan verloopt de aanvraag via de bevoegde instantie in de woonstaat van de werknemer. Als deze oordeelt dat het Belgische RSZ-stelsel van toepassing is, dan zal de buitenlandse instantie de RSZ op de hoogte brengen. Vervolgens levert de RSZ het A1-attest af. Het attest wordt afgeleverd in je E-box.

TLV maakte voor jou twee handige handleidingen, die je snel door de aanvraag, zowel voor werknemers als zelfstandigen, heen loodsen. Je kan ze terugvinden in het downloadcenter op onze website.

Meer informatie over de toepasselijke RSZ-regels bij internationale tewerkstelling vind je terug in de administratieve instructies op www.rsz.fgov.be.

Prestatieblad eindelijk digitaal!

Het dagelijkse prestatieblad is een verplicht sociaal document in de transportsector. Het dient als basis voor de loonberekening. Voorlopig is het ook nog altijd een verplicht papieren document: het prestatieblad wordt iedere maand in tweevoud opgemaakt en door werkgever en werknemer ondertekend.

evy@tlv.be

In het huidige digitale tijdperk is een volledig papieren document zonder digitale variant echter ondenkbaar geworden. Na lang onderhandelen bereikten de sociale partners een akkoord over een digitaal prestatieblad. De cao werd op 24 september ondertekend en treedt in werking op 1 januari 2021. Uiteraard moet ook het digitaal prestatieblad aan enkele voorwaarden voldoen. Het gebruik van de digitale variant is niet verplicht. Zowel werkgever als werknemer hebben een keuzemogelijkheid.

Voorwaarden

Inhoudelijk bevat het digitaal prestatieblad dezelfde rubrieken als de papieren versie. Hieraan is niets gewijzigd. Het digitaal prestatieblad wordt uiterlijk met de loonbrief over dezelfde periode afgeleverd.

Platform

Het digitaal prestatieblad wordt via een platform ter beschikking gesteld van de werknemer. Het louter doormailen van het prestatieblad voldoet niet aan de vormvereisten waaraan een digitaal prestatieblad moet voldoen. Het gebruikte platform moet aan enkele voorwaarden voldoen: • De werknemer ontvangt een melding dat er een nieuw prestatieblad klaarstaat • De identificatie van de werknemer moet op een sluitende manier gebeuren. Het is uiteraard niet de bedoeling dat de prestatiebladen bij iemand anders terecht komen • Het platform moet voorzien in een eenvoudige manier voor de werknemer om het prestatieblad te kunnen ondertekenen • Heeft de werknemer niet getekend binnen 7 dagen na ontvangst, dan stuurt het platform een herinnering naar de werknemer • Zowel werkgever als werknemer moeten de mogelijkheid hebben om opmerkingen aan elkaar te bezorgen

Het platform kan een eigen systeem van de werkgever zijn, maar kan ook een extern platform zijn, zoals bijvoorbeeld een toepassing van het sociaal secretariaat.

Voordat een platform kan gebruikt worden, moet het voorafgaand voorgelegd worden aan het paritair comité ter goedkeuring. Pas na goedkeuring, kan het platform ook effectief gebruikt worden.

De cao treedt in werking op 1 januari 2021. Goedkeuring van een platform kan voorafgaand wel al worden aangevraagd via de voorzitter van het paritair comité.

This article is from: