TIBET SUPPORT GROEP NEDERLAND
De Tibet Support Groep Nederland feliciteert Z.H. de Dalai Lama met zijn 82e verjaardag Speciale uitgave ter ere van de verjaardag van Z.H. de veertiende Dalai Lama, 6 juli 2017
Ten geleide De Dalai Lama bereikt 6 juli 2017 de respectabele leeftijd van 82 jaar. Recente uitspraken van Zijne Heiligheid duiden erop dat hij verwacht nog vele jaren als 14e Dalai Lama onder ons te zijn. Vredesbrenger, inspirator, voorvechter van natuurbehoud; de Dalai Lama vervult vele functies. In een schijnbaar onaflatende stroom van energie reist hij de wereld over om te adviseren, te bemiddelen en te onderwijzen. In dankbaarheid feliciteren bestuur en medewerkers, vrijwilligers en sympathisanten van de Tibet Support Groep Nederland Zijne Heiligheid de 14e Dalai Lama. Rosemarijn Dissen Coördinator Tibet Support Groep Nederland
ZIJNE HEILIGHEID DE 14E DALAI LAMA, TENZIN GYATSO, WERD GEBOREN IN 1935 IN TIBET. TOEN HIJ 2 JAAR OUD WAS, WERD HIJ HERKEND ALS REÏNCARNATIE VAN DE 13E DALAI LAMA. DALAI LAMA’S WORDEN GEZIEN ALS MANIFESTATIES VAN AVALOKITESHVARA OF CHENREZIG, DE BODHISATTVA VAN COMPASSIE EN DE BESCHERMHEER VAN TIBET. IN 1959 VLUCHTTE DE DALAI LAMA OVER DE HIMALAYA EN SINDSDIEN RESIDEERT HIJ IN DHARAMSALA, IN HET NOORDEN VAN INDIA.
DE DALAI LAMA IS EEN VREDELIEVEND MENS. IN 1989 ONTVING HIJ DE NOBELPRIJS VOOR DE VREDE. ZIJNE HEILIGHEID WAS DE EERSTE NOBELLAUREAAT DIE GEPREZEN WERD OM ZIJN INZET VOOR MILIEUBESCHERMING. DE DALAI LAMA LEGDE ZIJN POLITIEK LEIDERSCHAP IN 2011 NEER. DIT WERD OVERGENOMEN DOOR DE DEMOCRATISCH GEKOZEN TIBETAANSE REGERING IN BALLINGSCHAP. HET SPIRITUEEL LEIDERSCHAP VAN ZIJNE HEILIGHEID DE DALAI LAMA FLOREERT.
Zijne Heiligheid de 14e Dalai Lama bezocht Nederland voor het eerst in 1973, veertien jaar na zijn vlucht uit Tibet. Hij gaf een openbare lezing in het Tropeninstituut, en bezocht buiten alle publiciteit om ook het Nederlandse Koninklijk Huis. Daar had hij een ontmoeting met koningin Beatrix. Paul de Leenheer van meditatiecentrum de Kosmos bood de Dalai Lama Cosmic paper #6 aan, zoals te zien is op de foto; ‘historisch!’ © Cosmic Paper Colofon
Redactie: Rosemarijn Dissen, Ine van Schaik Opmaak: Erik Schermer Redactie-adres: Spuistraat 185A, 1012 VN Amsterdam mail: info@tibet.nu www.tibet.nu foto voorzijde: Z.H. de Dalai Lama in Rotterdam 2014 © FMTC
Mens, beoefenaar, Tibetaan DE DRIEVOUDIGE TOEWIJDING VAN ZIJNE HEILIGHEID DE DALAI LAMA Ten eerste, als mens, is Zijne Heiligheid toegewijd aan de bevordering van menselijke waarden als mededogen, vergiffenis, tolerantie, tevredenheid en zelfdiscipline. Hij zegt dat we als mensen hetzelfde zijn. Wij willen allemaal geluk en wij willen niet lijden. Ook mensen die niet religieus zijn, kunnen ervan profiteren als ze deze menselijke waarden in hun leven integreren. Zijne Heiligheid verwijst naar deze waarden als seculiere ethiek of universele waarden. Hij is vastbesloten om te praten over het belang ervan en om deze waarden te delen met iedereen die hij ontmoet.
wereldreligies hetzelfde potentieel om goede mensen te creëren. Het is daarom belangrijk dat de religieuze tradities elkaar respecteren en de waarde van de respectievelijke tradities erkennen. Het idee dat er één waarheid en één religie is, is relevant voor de individuele beoefenaar. Wat de bredere gemeenschap betreft, moeten we echter erkennen dat er verschillende waarheden en verschillende religies zijn.
Ten derde, als Tibetaan, is de toewijding van Zijne Heiligheid gericht op de hoop en het vertrouwen van het Tibetaanse volk. Dit impliceert het werken Ten tweede, als religieuze beoefenaar, is Zijne Hei- aan het behoud van de boeddhistische cultuur van ligheid toegewijd aan het bevorderen van religieuze Tibet, een cultuur van vrede en geweldloosheid, en de inzet voor het natuurbehoud in Tibet. harmonie en begrip tussen de belangrijkste religieuze tradities in de wereld. Ondanks filowww.dalailama.com sofische verschillen hebben alle grote
May HH the Dalai Lama remain on and on till the samsara ends Calligraphy © Tashi Norbu
abonneer u op onze nieuwsbrief
info@tibet.nu
door ine van schaik
AVALOKITEŚVARA EN HET LAND VAN SNEEUW Avalokiteśvara, de bodhisattva van mededogen, kent een al doordringende verbinding met Tibet en het Tibetaanse volk – door ruimte en tijd. Zijne Heiligheid de Dalai Lama, de spiritueel leider van de Tibetanen, wordt hedendag beschouwd als een emanatie van bodhisattva Avalokiteśvara. ‘Op enig moment eerder in de tijd overzag Avalokiteśvara, de bodhisattva van mededogen, de wereld, teneinde de wezens in Tibet veilig te stellen. Hetgeen hij waarnam, gaf hem de indruk dat de Boeddha dit land niet had bezocht, noch dat Boeddha’s gedachtegoed er bekendheid genoot. Avalokiteśvara zag zich geconfronteerd met een omvangrijk gebied gehuld in duisternis – denkelijk de meest onaantrekkelijke plaats op aarde. Niet lang voorheen was het een uitgestrekte zee geweest; nu de rivieren waren geweken, bleken de hoge delen van West-Tibet omringd door bergen en doorsneden door ravijnen, waar kuddes gehoefde dieren zwierven. Met de gletsjers en de meren, die de rivieren – afkomstig van het plateau – voedden, liet het gebied zich aanzien als een reservoir. In het midden van het plateau waren de valleien begroeid met gras, afgewisseld met rotsmassieven, waar apen en mensgelijkende monsters hun onderkomen vonden in grotten en spelonken. Onderbroken door de grote riviervalleien, geleek dit deel van het land het opgedeelde terrein dat een irrigatiekanaal omgeeft. En het aflopende plateau naar het oosten volgend, zag de bodhisattva bossen en uitgestrekte weidegebieden, waar vogelen en diverse andere, mede tropische, dieren verbleven. Dit kwam hem voor als door irrigatie vruchtbaar gemaakt land. Desalnietteminåzhet Avalokiteśvara – ondanks zijn verheven zicht – niet mogelijk potentiële volgelingen te vinden, aangezien er zich geen menselijke wezens lieten waarnemen.’1
1
Dpal-’byor-bzang-po, Rgya-bod yig-tshang chen-mo, p. 124-125. In: Kapstein 2006, p. 2 [vertaling uit het Engels ivs].
GROTE KONING
Aldus vertelt de legende dat Tibet aanvankelijk onder een omvangrijke zee verscholen lag. Nadat het water was geweken, verschenen er een aap en een mensgelijkend monster die de rotsachtige kliffen van Zotang bewoonden, nabij de moderne stad Tsetang. Het Tibetaanse volk zou resulteren uit de vereniging van deze twee wezens, en derhalve begiftigd zijn met de scherpzinnigheid van hun voorvader en behept met een vleem van ruwheid van hun demonische moeder. Veelal wordt hieraan toegevoegd dat de aap en het monster emanaties waren van de bodhisattva Avalokiteśvara en de vrouwelijke godheid Tara, als zodanig Tibets absorptie van het boeddhisme voorbeschikkend, evenals de mededogende aard van de Tibetanen zelf. Aan Tsenpo – monarch – Songtsen Gampo (ca. 605-650) wordt toegeschreven dat hij het boeddhisme ruimte heeft geboden in Tibet, mede gezien zijn verbintenis met een Nepalese en een Chinese prinses, Tritsün respectievelijk Wencheng. Elk van deze prinsessen zou een emanatie zijn van Tara, en de Grote Koning van Avalokiteśvara. Tezamen boden zij het boeddhistische gedachtegoed een basis, en zo is Avalokiteśvara tot beschermer van Tibet en tegelijkertijd tot fundamenteel spiritueel principe geworden – T’ugdzje Chenpo, Mahakarunika ofwel Groot Mededogen. Groot Mededogen overstijgt een positief gevoelen als basis voor liefde, vriendelijkheid en zorg van en tussen alle levende wezens; het vormt een open en creatieve kracht van de geest, met grenzeloze mogelijkheden tot zelfactualisatie. Dit abstracte principe van Groot Mededogen krijgt concreet vorm in de bodhisattva Avalokiteśvara.
HONDERDDUIZEND WOORDEN
In de rond de twaalfde eeuw ontdekte schattekst of terma de Honderdduizend woorden van mani (Mani Kabum) wordt aan Avalokiteśvara de rol toegekend van zowel beschermer als centrale vertegenwoordiger van Tibet. De verzameling teksten die de Mani Kabum omvat, wordt toegeschreven aan monarch Songtsen Gampo en betreft voornamelijk de cultus van de bodhisattva Mahakarunika-Avalokiteśvara, de Groot Mededogende Avalokiteśvara. Het materiaal zou zijn verborgen op verschillende plaatsen in de Jo-khang in Lhasa en als schattekst openbaar zijn gemaakt door drie schatonthullers ofwel tertöns gedurende een periode van ongeveer een eeuw, vanaf het midden van de twaalfde eeuw. Naar meer recente inzichten laat het auteurschap aangaande de Mani Kabum zich het beste voorstellen als een fluïde en evolutionair proces – het tot stand komen van de collectie is verbonden met de gemythologiseerde koningSongtsen Gampo, drie renaissance-schatonthullers en een onbekend aantal personen en redacteuren dat heeft bijgedragen aan de populaire Tibetaanse historische vertelling. De mythische delen van de Mani Kabum bieden een kenmerkend beeld van Tibet, de geschiedenis van het land, en de plaats ervan in de wereld, waaraan drie elementen in het bijzonder bijdragen: Avalokiteśvara als beschermende godheid van Tibet – de bodhisattva wordt door de Boeddha zelf toegewezen aan het Land van Sneeuw, als zijnde speciaal zijn terrein; hieraan verbonden de voorstelling van Songtsen Gampo als belichaming van Avalokiteśvara, de grondlegger van Boeddha’s pad in zijn eertijds woestaardige rijk; de kosmologische visie op de cultus van Avalokiteśvara – Avalokiteśvara als primordiale godheid, met Tibet als aspect van de al doordringende creatieve activiteit van de bodhisattva, als deel van het boeddhistisch universum.
DALAI LAMA
Het ontstaan van de meest recente – thans meest invloedrijke – Tibetaans-boeddhistische school, de Gelug, wordt doorgaans geassocieerd met de monnik Tsong Khapa (1357-1419). De titel ‘Dalai Lama’ vormt de huidige aanduiding van de ‘opvolger’ van deze ‘zoon van de Boeddha’. Hierbij zij opgemerkt dat de derde Dalai Lama de eerste was om zo genoemd te worden en als zodanig de opvolger was van Gendün Drupa (de eerste), die een student was van Tsong Khapa, en van Gendün Gyatso (de tweede). Strikt genomen is hij als Dalai Lama dus niet de opvolger van Tsong Khapa. De eerste twee Dalai Lama’s zijn retroactief, dus met terugwerkende kracht, zo genoemd. Vanaf de vijfde Dalai Lama, Ngawang Lozang Gyatso (1617-1682), heerst de overtuiging dat de bodhisattva-beschermer van Tibet, Avalokiteśvara, een menselijke vorm kent in de hoedanigheid van Dalai Lama, daarmee een niet-onderbroken verbinding leggend met het Tibetaanse prehistorische verleden – de Dalai Lama als Tsong Khapa’s historische opvolger, alsmede de menselijke belichaming van de transhistorische bodhisattva van mededogen. De Dalai Lama installeerde zich in Lhasa, de zetel van de oude koningen, en liet daar een paleis bouwen, genaamd de Potala – naar Potalaka, zijnde Avalokiteśvara’s residentie. Volgend op de vlucht van de huidige, veertiende, Dalai Lama, Tenzin Gyatso (1935- ), naar India in het voorjaar van 1959 na de inval van China in het Land van Sneeuw, verplaatste een deel van het Tibetaanse volk zich mede richting Indiaas grondgebied. De Tibetaanse regering in ballingschap vestigde zich in Dharamsala, aan de voet van de Himalaya, waar ook de Dalai Lama resideert. Als zodanig is Zijne Heiligheid voor de meerderheid van de Tibetanen – binnen dan wel buiten Tibet verblijvend – richtinggevend in het leven van hun religieuze oriëntatie. Oh het Grote Mededogen / Als ik het niet bezit / Moge ik dan de capaciteit, de wijsheid en de intelligentie hebben / om het te cultiveren en te laten groeien2 – dat Avalokiteśvara en hetgeen de bodhisattva vertegenwoordigt zich wezenlijk laat verweven in handelen, spreken en denken, mag blijken uit de documentaire film Kindness. A letter from Tibet, waarbinnen overgeleverde vertellingen over Avalokiteśvara en lojong – mind training ofwel transformatie van de geest – de rode draad vormen. Het cultiveren van compassie en een toewijding aan Avalokiteśvara vermag aldus te leiden tot een krachtige en integere gerichtheid op het behoud van de universele waarden van geweldloosheid en mededogen.
2 Recitatie in Kindness. A letter from Tibet. Deze productie biedt enig beeld van de biografie van de executive director van de International Campaign for Tibet Europe (ICT Europe) alsmede bestuursvoorzitter van de Tibet Support Groep Nederland (TSG-NL).
Bronnen Kapstein, Matthew T., The Tibetans. (The peoples of Asia). Blackwell Publishing, 2006 Kapstein, Matthew T., The Tibetan assimilation of buddhism. Conversion, contestation, and memory. New York: Oxford University Press, 2000 Kindness. A letter from Tibet. Lotus Film, 2009 Lopez, Donald S. jr. (ed.), Religions of Tibet in practice. (Princeton readings in religions). Princeton: Princeton University Press, 1997 Melnick, Alison & Christopher Bell, The Mani Kambum, ([z.j.]), https://collab.itc.virginia.edu/wiki/renaissanceold/ Ma%E1%B9%87i%20Kambum.html