LIBRE SERVICE
leren.libreservice-online.nl
HAVO LITTÉRATURE
LIBRE SERVICE FRANS VOOR DE TWEEDE FASE Als je in Frankrijk bij een benzinestation, wegrestaurant
of
supermarkt
LIBRE SERVICE
libre
service ziet staan, weet je dat het om ‘zelfbediening’ gaat. Je moet zélf aan de slag, je maakt keuzes, je gaat op je eigen manier te werk. Libre Service biedt je veel mogelijkheden om tot het beste resultaat te komen!
AUTEUR Karin de Koning
LITTÉRATURE HAVO Naam: Klas:
9 789006 488760
Frans voor de tweede fase Auteur
u Karin de Koning Met dank aan
u Luuck Droste, docent Frans bovenbouw Advies
u Jasmijn Bloemert, Lerarenopleiding Rijksuniversiteit Groningen
LIT TÉR ATURE H A V O
2
LIBRE •SERVICE LIBRE UNITÉ 1 • METHODEOVERZICHT / COLOFON
METHODEOVERZICHT LIBRE SERVICE havo
vwo
Textes & Activités deel A en B* een tekst- en werkboek in één
4 havo 5 havo
4 vwo 5 vwo 6 vwo
Manuel een naslagwerk met strategieën, een grammaticaoverzicht en werkwoorden
4/5 havo – 4/5/6 vwo
4/5 havo – 4/5/6 vwo
Littérature vwo docent: een tekstwerkboek en digibordapplicatie met audio en visuele verrijking en extra materiaal. leerling: audio en video en extra opdrachten in de digitale leeromgeving
vwo
Littérature havo docent: een tekstwerkboek en digibordapplicatie met audio en visuele verrijking. leerling: audio en video in de digitale leeromgeving
havo
Docenttotaallicentie toegang tot de docentenhandleiding, de antwoorden, audio, video en de transcripten, maar ook tot de toetsen, de digibordapplicatie en extra opdrachten in VensterFrans
4/5 havo
4/5/6 vwo
Het is mogelijk volledig digitaal te werken of te werken met het boek in combinatie met digitaal materiaal. * Ook beschikbaar als Édition Intégrée (leeropdrachtenboek inclusief Manuel)
COLOFON
Over ThiemeMeulenhoff ThiemeMeulenhoff ontwikkelt zich van educatieve uitgeverij tot een learning design company. We brengen content, leerontwerp en technologie samen. Met onze groeiende expertise, ervaring en leeroplossingen zijn we een partner voor scholen bij het vernieuwen en verbeteren van onderwijs. Zo kunnen we samen beter recht doen aan de verschillen tussen lerenden en scholen en ervoor zorgen dat leren steeds persoonlijker, effectiever en efficiënter wordt. Samen leren vernieuwen. www.thiememeulenhoff.nl ISBN 978 90 06 48876 0 Eerste druk, tweede oplage, 2021 © ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2018
Deze uitgave is volledig CO2-neutraal geproduceerd. Het voor deze uitgave gebruikte papier is voorzien van het FSC®-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 23 augustus 1985, Stbl. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet) dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.
LIBRE SERVICE • WERKEN MET LITTÉRATURE HAVO
WERKEN MET LITTÉRATURE HAVO VOORWOORD Dit is een boek over Franse literatuur. Misschien vraag je je af waar het goed voor is om Franse literatuur te lezen. Wat levert het op? Madame de Staël was een bekend schrijfster en filosofe in de periode van de Verlichting (eind 18e eeuw). Zij schreef over literatuur: ‘De vooruitgang van de literatuur is nodig voor het tot stand brengen en behouden van de vrijheid.’ Ze bedoelt daarmee dat iedere nieuwe tijd zijn eigen literatuur oplevert, die weliswaar voortbouwt op die van de tijd ervoor maar die vooral ook nieuwe gedachten tot uitdrukking brengt. En die nieuwe gedachten moeten we volgens haar kennen om onszelf beter te begrijpen. Want alleen wie zichzelf begrijpt, kan als een vrij mens leven. Kortom: kennis van literatuur en ook van andere kunstvormen uit het verleden geeft ons inzicht in de maatschappij van nu. Elke kunststroming uit het verleden heeft meegebouwd aan onze huidige manier van denken en voelen.
1 TEKSTWERKBOEK Net als het Textes & Activités is dit boek Littérature havo ook een tekstwerkboek. Dit zorgt ervoor dat je de teksten en opdrachten bij elkaar hebt. En het biedt de mogelijkheid om daar waar nodig aantekeningen bij de tekst te maken of onderdelen uit een tekst te markeren. Dit boek bestaat uit drie thema’s: • Thema 1: Amour • Thema 2: Suspense • Thema 3: Voyages Ieder thema is als volgt opgebouwd: • introductie op het thema met de belangrijkste feiten; • ontwikkeling van het thema door de literaire periodes heen met aandacht voor de samenleving, de kunst en de literatuur: la société, les arts, la littérature; • startopdracht met een audio-/videofragment dat past bij het thema; • tekstfragmenten; • opdrachten bij de tekstfragmenten.
HANDIG OM TE WETEN QR-code
De audio-/videofragmenten zijn voorzien van een QR-code, zodat je niet eerst naar de digitale leeromgeving eDition hoeft te gaan om ze te beluisteren of te bekijken. Voor het lezen van de QR moet je eerst een (gratis) app downloaden. Let op! Schrijf niet op de QR, want dan doet hij het niet meer. Madame de Staël n
In dit boek wordt een verband gelegd tussen literaire teksten en de tijd waarin ze zijn ontstaan. Ook wordt verband gelegd tussen stromingen in de literatuur en die in andere kunstvormen. Zo krijg je een totaalplaatje van alle bouwstenen die onze manier van denken en voelen mee hebben opgebouwd. En bij elke bouwsteen word je uitgenodigd om na te denken over de betekenis ervan voor jou. Hopelijk vind je het interessant om te ontdekken hoe belangrijk de Franse literatuur geweest is en nog steeds is voor de wereld waarin jij leeft en wat deze literatuur betekent voor jouw vrijheid. Karin de Koning
OPBOUW (DIDACTISCHE LIJN) Voor de didactiek bij de opdrachten is gekozen voor de Meervoudige Benadering MVT Literatuur Onderwijs. Op pagina 4 en 5 staat uitgelegd wat deze benadering inhoudt.
3
4
LIBRE SERVICE • TOELICHTING MEERVOUDIGE BENADERING manuel (Fr) / leren (Eng en Du)
woordenboek
Online
2 DIGIBORDAPPLICATIE VOOR DE DOCENT tweetallen groepsopdracht De digibordapplicatie biedt extra materiaal bij deze module: video audio a) extra beeldmateriaal: portretten van schrijvers, beelden die aansluiten bij de inhoud van nakijken bepaalde werken; beeldmateriaal van andere kunststromingen b) vertalingen bij tekstfragmenten uit het boek c) links naar audio en video: bijvoorbeeld manuel (Fr) / leren (Eng en Du) woordenboek boekverfilmingen, chansons, toneelstukken 21st century skills Grammar leertip
lezen
PICTOGRAMMEN schrijven examenvraag B1
B1+
3 MATERIAAL VOOR DE LEERLING IN EDITION video In de digitale leeromgeving eDition is er bij elke Iconen om differentiatieniveaus aan te geven leçon extra materiaal in de tweetallen vorm van audio en video. tekst
manuel (Fr) / leren (Eng en Du)
spreken
digibordapplicatie
A2
s
school tas eDition (= digitale leeromgeving)
video (beschikbaar via eDition) Online
lezen
audio (beschikbaar via eDition)
kijken regarder
audio
examenvraag
groepsopdracht gesprek
woordenboek
spreken
schrijven
B1
B2
Online
lezen
A2
context
nakijken
formulier/kopieerblad downloaden
leertip
B2
lezer extra opdracht
klassikaal
tweetallen
groepsopdracht
taal TOELICHTING MEERVOUDIGE BENADERING fragment (frans)
21st century skills
tekst-context Meervoudige benadering Moderne Vreemde Talen (MVT) Literatuur Onderwijs tekst-taal Er zijn verschillende manieren waarop je een literaire tekst kunt lezen. Je kunt bijvoorbeeld Iconen om differentiatieniveaus aan te geven kijken naar de achtergrond van een context-lezer literaire tekst leertip of je richt je juist op en hoe de auteur zijn/haar boodschap verwoordt. taal-lezer
Grammar
schrijven
B1
B2
A2
kijken regarder
nakijken
dialoog (frans)
DEtekst TEKSTGERICHTE BENADERING Bij deze benadering gaan de vragen en opdrachten context over de tekst zelf. Zo kijk je bijvoorbeeld naar het genre, zoals de gesprek 21st century skills Grammar ballade of de geromantiseerde biografie. Of lezer je bestudeert bepaalde literaire begrippen zoals perspectief en beeldspraak. Verder kijktaal je binnen de tekstgerichte benadering In deze module volgen we de Meervoudige context-taal-lezer om differentiatieniveaus ook naar het verhaal zelf, het plot en de benadering Moderne VreemdeIconen Talen (MVT) aan te geven verschillende thema’s, de karakters en hun Literatuur Onderwijs. Dat betekent dat je tekst-context tekst-lezer-context ontwikkeling en natuurlijk waar het verhaal de literaire teksten vanuit vier verschillende tekst zich afspeelt. invalshoeken gaat bestuderen. De vier tekst-taal benaderingen geven je samen een tekst-taal-lezer veelzijdig context DE CONTEXTGERICHTE BENADERING beeld van de teksten. En ze leren je inzien wat Bij de contextgerichte benadering ligt de literatuur lezen in een vreemde taal je allemaal context-lezer formulier/kopieerblad downloaden klassikaal extra opdracht tekst-lezer nadruk kan bieden. lezervooral op de wereld om de tekst heen. Je kijkt bijvoorbeeld wie de tekst De vier benaderingen zijn: taal-lezer geschreven heeft en waarom auteurs n de tekstgerichte benadering tekst-context-taal taal bepaalde teksten geschreven hebben. n de contextgerichte benadering formulier/kopieerblad downloaden klassikaal extra opdracht Binnen deze benadering bestudeer je n de lezersgerichte benadering context-taal-lezer context-taal fragment (frans) ook de sociale, culturele en historische tekst-context n de taalgerichte benadering kenmerken van het verhaal. Op deze manier tekst-lezer-context tekst-lezer-context-taal kom je veel over Franstalige landen en hun Samengevat in het icoon: dialoog (frans) tekst-taal geschiedenis en ontwikkeling te weten. fragment (frans) tekst-taal-lezer Hiernaast staat een korte uitleg overtekst-context-taal de vier context-lezer benaderingen en wat je kunt verwachten als je de dialoog (frans) verschillende kleuren bij de opdrachten ziet staan. tekst-lezer tekst-context-taal taal-lezer tekst-context-taal De vier benaderingen zijn: ■ de tekstgerichte benadering ■ de contextgerichte benadering ■ de lezersgerichte benadering ■ de taalgerichte benadering
tekst-context-taal context-taal-lezer context-taal tekst-lezer-context tekst-lezer-context-taal tekst-taal-lezer tekst-context-taal
B1+
kijken regarder
gesprek
tekst
LIBRE SERVICE • TOELICHTING MEERVOUDIGE BENADERING
context
DE lezer LEZERSGERICHTE BENADERING Bij deze benadering sta jij als lezer centraal. De gekozen taal teksten geven daarmee een goed beeld van de Franstalige literatuur waardoor je bewust jouw leessmaak kunt ontwikkelen. Daarnaast tekst tekst-context nodigen de verschillende teksten je uit om af en toe buiten je comfortzone te treden omdat context wordt kritisch na te denken over je gevraagd tekst-taal situaties, culturen of overtuigingen die wellicht afwijken lezer van jouw eigen wereld. context-lezer taal DE taal-lezer TAALGERICHTE BENADERING Alle literaire teksten die je gaat lezen zijn natuurlijk geschreven in het Frans waardoor je tijdens de tekst-context context-taal-lezer literatuurlessen ook je taalvaardigheid ontwikkelt. Veel literaire auteurs zijn woordkunstenaars. tekst-taal tekst-lezer-context Door het lezen van teksten in het Frans zie je veel creatief taalgebruik en goede voorbeelden context-lezer vantekst-taal-lezer zinsconstructies, woordvolgorde en figuurlijk taalgebruik. Door de verscheidenheid aan teksten uit verschillende periodes krijg je een goed beeld taal-lezer tekst-lezer van hoe de Franse taal zich heeft ontwikkeld.
ALGEMEEN De Meervoudige benadering MVT Literatuur Onderwijs is de afgelopen jaren ontwikkeld door Jasmijn Bloemert, werkzaam als vakdidacticus Engels en onderzoeker aan de Lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen. Veel docenten en leerlingen zijn reeds met deze benadering aan het werk gegaan. Docenten geven aan dat de Meervoudige benadering de literatuurlessen rijker en gevarieerder maakt, aansluit bij de voorkeuren van leerlingen en de mogelijkheid biedt om te differentiëren en het materiaal aan te laten sluiten bij persoonlijke voorkeuren. Momenteel wordt er onderzoek verricht naar de verdere toepassing van de Meervoudige benadering. Jasmijn is, namens de Lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen, als adviseur betrokken geweest bij de ontwikkeling van dit boek.
context-taal-lezer De tekst-context-taal Meervoudige benadering MVT Literatuur Onderwijs is samengevat in onderstaande figuur: tekst-lezer-context context-taal Tekstgerichte benadering • tekst-lezer-context-taal literaire terminologie tekst-taal-lezer • genre • plaats • tekst-context-taal verhaal, plot & thema tekst-lezer • karakters
tekst
context
Contextgerichte benadering • biografische informatie • historische, culturele, sociale context • literaire geschiedenis
tekst-context-taal tekst-context-taal Lezersgerichte context-taalbenadering tekst-context-taal • leeservaring • literaire smaakontwikkeling • tekst-lezer-context-taal persoonlijke ontwikkeling
De vier benaderingen zijn: ■ de tekstgerichte benadering tekst-context-taal ■ de contextgerichte benadering ■ de lezersgerichte benadering ■ de taalgerichte benadering tekst-context-taal tekst-context-taal De vier benaderingen zijn: ■ de tekstgerichte benadering ■ de contextgerichte benadering ■ de lezersgerichte benadering ■ de taalgerichte benadering
lezer
taal
Meervoudige benadering MVT Literatuur Onderwijs
Taalgerichte benadering • grammatica en syntaxis • vocabulaire en idioom • taalvaardigheden • taalontwikkeling en variëteit
5
6
LIBRE •SERVICE LIBRE UNITÉ 1 – LITTÉRATURE • TABLE DES MATIÈRES
TABLE DES MATIÈRES
Thema 1: Amour 1 INTRODUCTION
8
Jacques Brel: Ne me quitte pas
13
2 MOYEN ÂGE Chrétien de Troyes: Lancelot le chevalier à la charrette
17
3 CLASSICISME
Molière: Le Malade imaginaire
21
4 ROMANTISME
Prosper Mérimée: Carmen
25
5 LES TRENTE GLORIEUSES Jacques Prévert: Déjeuner du matin
29
6 21ÈME SIÈCLE
33
Gérard Presgurvic: Roméo et Juliette
Thema 2: Suspense
34
1 INTRODUCTION Pierre Bellemare: Billets volés, Le mannequin
enrhumé
39
2 ROMANTISME
Victor Hugo: Les Misérables
43
3 BELLE ÉPOQUE
Gaston Leroux: Le Fantôme de l’Opéra
47
4 L’ENTRE-DEUX-GUERRES Maurice Leblanc: Arsène Lupin, gentleman cambrioleur
51
5 LES TRENTE GLORIEUSES Georges Simenon: La pipe de Maigret
55
6 PLURALISME Claude Bourgeyx: Lucien
59
Agota Kristof: La hache
RÉFLEXIONS
61 62
LIBRE SERVICE – LITTÉRATURE • TABLELIBRE DES MATIÈRES • UNITÉ 1
Thema 3: Voyages
64
1 INTRODUCTION Desireless: Voyage, voyage
69
2 RENAISSANCE
Michel de Montaigne: Des voyages
73
3 LUMIÈRES
Denis Diderot: Voyage en Hollande
77
4 19ÈME SIÈCLE
Jules Verne: Le Tour du monde en 80 jours
81
5 FIN DE SIÈCLE
Charles Baudelaire: L’Invitation au Voyage
85
6 EXISTENTIALISME
Antoine de Saint-Exupéry: Vol de nuit
89
7 21ÈME SIÈCLE
Sylvain Tesson: Berezina
93
RÉFLEXIONS
Vocabulaire Begrippenlijst -Ismes in het kort Toelichting openingsbeelden Verantwoording
pagina 96 pagina 99 pagina 100 pagina 101 pagina 102
94
7
8
Thema 1: Amour
9
In dit boek maak je kennis met enkele teksten uit de Franse literatuur over liefde. Je begint met een beroemd chanson, dat nog steeds in heel veel talen gezongen wordt. Daarna duik je de geschiedenis in om te ontdekken hoe mensen door de eeuwen heen over liefde dachten. Met uitleg over bepaalde periodes en voorbeelden van teksten uit die periodes zul je begrijpen dat de ideeën over liefde nogal veranderden in de loop van de tijd. De module sluit je af met een chanson uit de 21e eeuw. Je kunt bij jezelf nagaan welke ideeën uit het verleden én heden over liefde jou aanspreken. Liefde in de literatuur door de eeuwen heen: • Leçon 1 – Introduction (voor je begint) • Leçon 2 – Moyen Âge In de middeleeuwen ontstond het idee van de amour courtois, de hoofse liefde. Terwijl hun mannen oorlog voerden, lieten jonge edelvrouwen zich graag verleiden door stoere jonge ridders, die alles wilden doen om bij hen in de gunst te komen. Verhalen over deze ridders werden gezongen door rondtrekkende liedzangers. De amour courtois ontstond in Zuid-Frankrijk en werd daar bezongen door de troubadours. In de 12e eeuw werd de amour courtois in Noord-Frankrijk overgenomen in de ridderromans. • Leçon 3 – Classicisme In de tijd van het classicisme, in de 17e eeuw, was er officieel niet veel plaats voor liefde en passie. Mannen van adel hielden er vaak vriendinnetjes op na, wel of niet in het geheim. Dat was meestal meer om de seks dan om echte liefde. Verder was het onder de edelen en de rijke burgers gebruikelijk dat ouders een huwelijkspartner zochten voor hun kinderen om politieke of economische redenen. Naar de wens van de jongeren zelf werd niet echt geluisterd, al waren er ouders die wel rekening hielden met hun voor- of afkeuren. • Leçon 4 – Romantisme Tijdens de romantiek, in de eerste helft van de 19e eeuw, veranderde de liefde van een spelletje in een ware hartstocht. De romantische held had er alles voor over om het hart van zijn geliefde te winnen. Niet door middel van toernooien, zoals in de middeleeuwen, maar door veel te smachten, te huilen, te treuren, mooie gedichten te schrijven of meeslepende muziek te maken. Toch werden in de betere klassen de huwelijken vaak nog steeds door de ouders geregeld. • Leçon 5 – Les Trente Glorieuses Na de Tweede Wereldoorlog, in de jaren 50 en 60 van de 20e eeuw, steeg de welvaart enorm. Meer meisjes dan voorheen volgden hoger onderwijs. Dat veranderde de verhouding tussen mannen en vrouwen nogal. Vrouwen waren niet meer volgzaam, maar kozen meer en meer hun eigen weg en hun eigen hart. • Leçon 6 – 21ème siècle Tegenwoordig is er in West-Europa veel meer vrijheid in de liefde dan ooit het geval was. Mannen en vrouwen zijn niet hetzelfde, maar zijn wel gelijk aan elkaar. Allerlei samenlevingsverbanden zijn nu mogelijk. Bovendien is seksueel misbruik strafbaar. Dat was vroeger wel anders …
10
LITTÉRATURE • THEMA 1: AMOUR • LEÇON 1 • INTRODUCTION tekst context1 — INTRODUCTION (VOOR JE BEGINT) LEÇON 1 lezer Wat vind jij belangrijk? a Wat vind jij het belangrijkste kenmerk van liefde? taal b Is er volgens jou verschil tussen verliefdheid en liefde? Zo ja, welk verschil? tekst-context c Liefde kent ook grenzen. Schrijf één voorbeeld op van wat jij wél zou doen voor een geliefde en tekst-taal één voorbeeld van wat je níét zou doen voor een geliefde. context-lezer Wel: Niet: taal-lezer tekst context-taal-lezer context tekst-lezer-context lezer tekst-taal-lezer taal tekst-lezer tekst-context tekst-context-taal tekst-taal context-taal context-lezer taal-lezer 2 tekst-lezer-context-taal Als je over liefde of verliefdheid praat, gebruik je woorden. a Schrijf tien Nederlandse woorden op die mensen gebruiken als ze over liefde of verliefdheid tekst-context-taal praten. Schrijf alleen nette woorden op. context-taal-lezer tekst-context-taal tekst-lezer-context tekst-context-taal tekst-taal-lezer
tekst-lezer De vier benaderingen zijn: ■ de tekstgerichte benadering b Hier zie je een aantal Franse woorden die betrekking hebben op liefde. Onderstreep de woorden ■ de contextgerichte tekst-context-taal die jij bij abenadering in het Nederlands ook bedacht hebt. Schrijf bij alle woorden de vertaling erachter. ■ de lezersgerichte Gebruikbenadering zo nodig een woordenboek. ■ de taalgerichte benadering context-taal 1 l’amour 2 aimer tekst-lezer-context-taal 3 être amoureux, -euse 4 faire la cour tekst-context-taal 5 draguer tekst-context-taal 6 un amant 7 embrasser tekst-context-taal 8 un baiser 9 caresser De vier benaderingen zijn: ■ de tekstgerichte 10 fairebenadering l’amour ■ de contextgerichte benadering 11 coucher ensemble ■ de lezersgerichte benadering ■ de taalgerichte benadering
LITTÉRATURE • THEMA 1: AMOUR • LEÇON 1 • INTRODUCTION tekst context 12 se marier 13 le mariage lezer 14 le mari et la femme taal 15 le copain et la copine 16 quitter tekst-context 17 se disputer 18 se séparer tekst-taal 19 divorcer context-lezer 20 le divorce 3 taal-lezer Bij liefde of verliefdheid horen ook gevoelens. a Bedenk drie positieve en drie negatieve gevoelens die veroorzaakt kunnen worden door liefde of verliefdheid. context-taal-lezer tekst-lezer-context tekst-taal-lezer tekst-lezer b Hier zie je een aantal gevoelens in het Frans. Onderstreep de gevoelens die jij bij a ook bedacht tekst-context-taal hebt. Schrijf bij alle gevoelens de vertaling erachter. Gebruik zo nodig een woordenboek. 1 le bonheur context-taal 2 être heureux, -euse tekst-lezer-context-taal 3 être joyeux, -euse 4 le désir tekst-context-taal 5 la passion 6 la joie tekst-context-taal 7 être malheureux, -euse tekst-context-taal 8 la jalousie tekst 9 être triste De vier benaderingen zijn: 10 la solitude context ■ de tekstgerichte benadering ■ de contextgerichte benadering 11 pleurer ■ de lezersgerichte benadering lezer 12 la larme ■ de taalgerichte benadering examenvraag
spreken
4 taal Controleer je vertalingen bij vraag 2b en 3b. Leer de woorden dan van het Frans naar het Nederlands. tekst-context
Online
lezen
tekst-taal context-lezer groepsopdracht
schrijven
taal-lezer B1
B2
A2
context-taal-lezer B1+
tekst-lezer-context
Grammar
tekst-taal-lezer
kijken regarder
11
12
context-lezer LITTÉRATURE • THEMA 1: AMOUR • LEÇON 1 • INTRODUCTION taal-lezer
OPDRACHTEN – Jacques Brel: Ne me quitte pas context-taal-lezer Over liefde is heel veel gezongen. Jacques Brel (1929 – 1978) schreef misschien wel het beroemdste tekst-lezer-context tekst Franstalige liefdeslied. Ontdek of jij vindt dat dat terecht is. context 1 tekst-taal-lezer Luister en kijk naar Ne me quitte pas. Het is een live opname uit de jaren 60 van de vorige eeuw, nog in zwart-wit. tekst-lezer lezer a Wat is je eerste indruk? b Lees nu de tekst van het chanson nauwkeurig door (zie pagina 13). Schrijf dan in één of twee tekst-context-taal taal zinnen in het Nederlands op waar het chanson over gaat. context-taal tekst-context tekst-taal 2 tekst-lezer-context-taal De strofes: a Vul aan: In de eerste strofe wordt gezegd dat er tussen de ik-persoon en zijn geliefde tekst-context-taal context-lezer tekst-context-taal taal-lezer b In de tweede strofe doet de ik-persoon drie beloftes. Schrijf op welke beloftes en leg uit waarom het wel of niet mogelijk zal zijn om ze na te komen. tekst-context-taal context-taal-lezer Eerste belofte: tekst tekst-lezer-context De vier benaderingen zijn: Tweede belofte: context ■ de tekstgerichte benadering tekst-taal-lezer ■ de contextgerichte benadering ■ de lezersgerichte benadering lezer Derde belofte: ■ de taalgerichte tekst-lezerbenadering taal tekst-context-taal c In de derde strofe doet hij nogmaals drie beloftes. Wat is het verschil met de beloftes uit de tekst-context vorige strofe? context-taal d In de vierde strofe gebruikt Brel drie beeldspraken. Leg ze alle drie uit en schrijf op wat hij ermee tekst-taal wil uitdrukken. tekst-lezer-context-taal Eerste beeldspraak: context-lezer tekst-context-taal Tweede beeldspraak: taal-lezer Derde beeldspraak: tekst-context-taal Hij wil hiermee uitdrukken dat context-taal-lezer tekst-context-taal e In de vijfde strofe is de ik-persoon bescheidener dan in de tweede en derde strofe. Waaruit blijkt
tekst-lezer-context dat? De vier benaderingen zijn: 3 tekst-taal-lezer Over emoties: ■ de tekstgerichte benadering a Welk gevoel drukt Brel volgens jou uit in zijn chanson? ■ de contextgerichte benadering ■ de lezersgerichte benadering tekst-lezer b Vind je dat hij dat gevoel goed tot uitdrukking brengt? Waarom wel of waarom niet? ■ de taalgerichte benadering tekst tekst-context-taal c Leg uit waarom dit chanson volgens jou een klassieker is geworden en nog steeds in allerlei talen in de wereld wordt gezongen. context context-taal lezer tekst-lezer-context-taal 4 taal Leer nu de woorden bij Ne me quitte pas op pagina 96. tekst-context-taal tekst-context tekst-context-taal tekst-taal tekst-context-taal
LITTÉRATURE LITTÉRATURE • THEMA 1: •AMOUR THEMA•1:LEÇON AMOUR 1 •• INTRODUCTION LEÇON X • TITEL
Jacques Brel: Ne me quitte pas
5
10
15
20
25
30
Ne me quitte pas Il faut oublier1 Tout peut s’oublier Qui s’enfuit déjà2 Oublier le temps Des malentendus3 Et le temps perdu A savoir4 comment Oublier ces heures Qui tuaient5 parfois A coups de pourquoi6 Le cœur7 du bonheur Ne me quitte pas Ne me quitte pas Ne me quitte pas Ne me quitte pas Moi je t’offrirai Des perles de pluie8 Venues de pays Où il ne pleut pas Je creuserai la terre9 Jusqu’après ma mort10 Pour couvrir ton corps D’or et de lumière11 Je ferai un domaine Où l’amour sera roi12 Où l’amour sera loi 13 Où tu seras reine14 Ne me quitte pas Ne me quitte pas Ne me quitte pas Ne me quitte pas
35
40
45
50
55
60
Ne me quitte pas Je t’inventerai Des mots insensés15 Que tu comprendras Je te parlerai De ces amants-là Qui ont vu deux fois Leurs cœurs s’embraser16 Je te raconterai L’histoire de ce roi Mort de n’avoir pas Pu te rencontrer Ne me quitte pas Ne me quitte pas Ne me quitte pas Ne me quitte pas On a vu souvent Rejaillir le feu17 D’un ancien volcan18 Qu’on croyait trop vieux19 Il est paraît-il20 Des terres brûlées21 Donnant plus de blé22 Qu’un meilleur avril23 Et quand vient le soir Pour qu’un ciel flamboie24 Le rouge et le noir Ne s’épousent-ils pas25 Ne me quitte pas Ne me quitte pas Ne me quitte pas Ne me quitte pas
1
15
2
16
vergeten Alles wat al voorbij is, kan vergeten worden. 3 misverstanden 4 die we verloren om te weten 5 doodden 6 door alsmaar te vragen waarom 7 hart 8 Ik zal je parels van regen geven. 9 Ik zal in de aarde graven. 10 dood 11 Om jouw lichaam te bedekken met goud en licht. 12 koning 13 wet 14 koningin
Jacques Brel 65
70
75
80
Ne me quitte pas Je ne vais plus pleurer Je ne vais plus parler Je me cacherai26 là A te regarder Danser et sourire Et à t’écouter Chanter et puis rire Laisse-moi devenir27 L’ombre28 de ton ombre L’ombre de ta main L’ombre de ton chien Ne me quitte pas Ne me quitte pas Ne me quitte pas Ne me quitte pas
Ik zal dwaze woorden voor je verzinnen. Die twee keer hun hart hebben zien vlamvatten. 17 Men heeft vaak het vuur weer zien oplaaien. 18 vulkaan 19 oud 20 het schijnt 21 verbrande stukken grond 22 koren 23 betere aprilmaand 24 Opdat de hemel rood kleurt 25 Komen rood en zwart dan niet samen. 26 zal verstoppen 27 worden 28 de schaduw
n
13
14
asasasasa
2
Moyen Âge
Les faits De periode tussen ongeveer 500 en 1500 noemen we de middeleeuwen, le Moyen Âge. • 747 – 814: Heerschappij van Charlemagne, Karel de Grote. • 1066: Guillaume le Conquérant, Willem de Veroveraar, viel Engeland in. • 1096 – 1271: Kruistochten naar Jeruzalem. • 1347 – 1351: Grote pestepidemie. Ongeveer een derde van de Europese bevolking stierf aan de Zwarte Dood. • 1337 – 1453: De honderdjarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk. Jeanne d’Arc speelde hierin een belangrijke rol.
La société De maatschappij was in Europa tijdens de middeleeuwen een feodale maatschappij: iedereen was de vazal (= dienaar) van iemand anders. Onderaan stond de horige, eigenlijk gewoon een slaaf. Boven hem stond de leenman, die een stuk grond pachtte van de leenheer. De leenheer was een edelman die eigenaar was van de grond. De leenman was de vazal van de leenheer. De leenheer was de vazal van de koning en de koning de vazal van God. Dit betekende dat de leenheer ten dienste stond van de koning en met de koning mee ten strijde moest trekken. De koning trok ten strijde om God en de kerk te dienen. In de feodale maatschappij was dus eigenlijk niemand vrij. De mens was geen individu, maar een radertje in het grote geheel. De katholieke kerk speelde daarbij een grote rol. In Frankrijk erfde alleen de oudste zoon. Die kon dus een goed huwelijk sluiten. Jongere zonen van edellieden hadden geen land en konden daardoor niet met een adellijke dame trouwen. Dit leidde ertoe dat Willem de Veroveraar met jonge edelen zonder land naar Engeland trok om land te veroveren. Het leidde er ook toe dat de amour courtois, de hoofse liefde, veel aanhang kreeg: jonge edelen konden zich onderscheiden door heldendaden te verrichten voor een vrouw die voor hen onbereikbaar was.
LITTÉRATURE • THEMA 1: AMOUR • LEÇON 2 • MOYEN ÂGE
15
Les arts L’architecture De vroege middeleeuwen worden gekenmerkt door de romaanse bouwstijl met rondbogen en lage torens. In de 12e eeuw kwam de gotische bouwstijl in de mode. Tussen 1140 en 1500 zijn in Noord-Frankrijk gotische kathedralen gebouwd, zoals de kathedraal van Chartres. Kenmerkend daarvoor zijn de spitsbogen en de hoge verticale lijnen, die omhoog wijzen naar God.
La musique De muziek die wij uit de middeleeuwen nog kennen, is vooral religieuze muziek.
Les arts plastiques Veel middeleeuwse afbeeldingen zijn religieus van aard. Vooral na de 12e eeuw werden er veel madonna’s geschilderd en gebeeldhouwd. Bijzonder zijn de enluminures, de verluchtingen, tekeningen die de monniken aanbrachten in de boeken die zij schreven.
La littérature In Frankrijk waren er twee taalgebieden. Ze worden aangeduid met het woord ‘ja’ zoals dat in de twee gebieden gezegd werd. In het noorden werd de langue d’oil gesproken (oil = oui). Deze taal werd later het Frans. In het zuiden werd de langue d’oc gesproken. Dat werd later het Occitaans, een regionale taal die je nu nog op school kunt leren. In beide taalgebieden waren er rondtrekkende liedzangers. Wat doe je als jonge ridder als je oudere broer het land van je ouders erft en jij helemaal niets? Je broer kan trouwen, want hij heeft van dat land een goed inkomen om een gezin te onderhouden. Maar jij hebt niets, dus jij kunt niet trouwen. In het zuiden van Frankrijk vond men daar iets op. Je kon verliefd worden op de vrouw van iemand anders. Maar dat moest dan wel in het geheim, want haar man mocht daar niets van merken. Vaak was een jonge vrouw getrouwd met een oudere man. Die had ze meestal niet zelf gekozen. Die oudere man – die misschien al weduwnaar was, er stierven immers veel vrouwen in het kraambed – had háár uitgekozen en haar ouders vonden dan dat ze goed onder dak was. Maar die jonge vrouw verveelde zich met zo’n echtgenoot. Hij was vaak lang weg, omdat hij de koning moest helpen bij het voeren van oorlog. En áls hij thuis was, was hij meestal niet bepaald een leuke minnaar. De jonge edelvrouw liet zich dus graag verleiden door stoere, jonge ridders, die alles voor haar wilden doen om bij haar in de gunst te komen.
Kathedraal van Chartres in gotische stijl
n
Zo ontstond in het zuiden de amour courtois, de hoofse liefde. De hoofse liefde werd bezongen door rondtrekkende liedzangers, die troubadours genoemd werden. In de hoofse liederen stelde de zanger zich op als de vazal van een vrouw die voor hem onbereikbaar was. Ze behoorde immers toe aan een ander. In het noorden waren er vooral verhalenvertellers. Zij werden trouvères genoemd. Zij vertelden heldenverhalen over dappere ridders. Rond de 12e eeuw werden de trouvères beïnvloed door de opvattingen over hoofse liefde uit het zuiden. Toen ontstonden in het noorden de romans courtois, de hoofse romans. De belangrijkste hiervan zijn de verhalen van Chrétien de Troyes (12e eeuw) over de ridders van koning Arthur, zoals Yvain, Lancelot en Perceval. Deze ridders verrichten hun heldendaden om bij de vrouw van hun keuze in de smaak te vallen. De middeleeuwse ridderverhalen hebben later veel navolging gehad. Een personage als Harry Potter kun je eigenlijk ook een soort ridder noemen. Hij vecht tegen het kwaad en bezit toverkrachten, net als de ridders van koning Arthur.
16
taal context-lezer tekst
LITTÉRATURE • THEMA 1: AMOUR • LEÇON 2 • MOYEN ÂGE tekst-context taal-lezer context tekst-taal context-taal-lezer OPDRACHTEN – Chrétien de Troyes: Lancelot le chevalier à la charrette lezer 1 context-lezer Kijk naar het filmpje over de middeleeuwen. Je ziet hoe er in de middeleeuwen gebouwd werd, hoe tekst-lezer-context taal de mensen eruitzagen en welke kunst ze maakten. Als je iets of iemand herkent, schrijf het dan hier op. Praat er daarna over met je klasgenoten. taal-lezer tekst-taal-lezer tekst-context tekst-lezer 2 context-taal-lezer Lees de inleiding bij Lancelot le chevalier à la charrette op pagina 17. tekst-taal a Wat denk je dat Lancelot doet: met de jonkvrouw meegaan of niet? Geef een argument voor je keuze. tekst-lezer-context tekst-context-taal context-lezer tekst tekst-taal-lezer context-taal taal-lezer b Stel dat hij meegaat, gaat hij dan wel of niet met haar naar bed, denk je? Geef een argument voor context tekst-lezer tekst-lezer-context-taal context-taal-lezer je keuze. lezer tekst tekst-context-taal tekst-lezer-context taal context tekst-context-taal tekst-taal-lezer 3 context-taal Lees regel 1-19 van het fragment. a Klopt je antwoord op vraag 2a met wat je leest? tekst-context lezer tekst-lezer-context-taal tekst-context-taal tekst-lezer b Lancelot hoort iemand schreeuwen. Hij gaat eropaf. Wat ziet hij? tekst-taal taal tekst-context-taal tekst-context-taal De vier benaderingen zijn: ■ de tekstgerichte benadering c Hoe lost hij het probleem op? context-lezer tekst-context tekst-context-taal context-taal ■ de contextgerichte benadering tekst ■ de lezersgerichte benadering taal-lezer tekst-taal ■ de taalgerichte benadering 4 tekst-context-taal Lees regel 20-29 van het fragment. tekst-lezer-context-taal context a In welke tweestrijd verkeert Lancelot in regel 23-25? context-taal-lezer context-lezer tekst-context-taal lezer De vier benaderingen zijn: b Hoe probeert hij het probleem op te lossen? (regel 26-29) ■ de tekstgerichte benadering tekst-lezer-context taal-lezer ■ de contextgerichte benadering tekst-context-taal taal ■ de lezersgerichte benadering context-taal-lezer 5 tekst-taal-lezer Lees regel 30-42 van het fragment. ■ de taalgerichte benadering tekst-context-taal tekst-context a Hoe reageert de jonkvrouw? tekst-lezer tekst-lezer-context tekst tekst-taal De vier benaderingen zijn: b Klopt jebenadering antwoord op vraag 2b met wat je nu gelezen hebt? Als er verschil is, leg dan hier het ■ de tekstgerichte tekst-context-taal tekst-taal-lezer verschil uit. context context-lezer benadering ■ de contextgerichte ■ de lezersgerichte benadering context-taal tekst-lezer ■ de taalgerichte lezer taal-lezer benadering tekst-lezer-context-taal tekst-context-taal c Wat wil de jonkvrouw de volgende dag gaan doen en waarom? taal context-taal-lezer tekst-context-taal context-taal tekst-lezer-context 6 tekst-context Vind je dat dit fragment past in wat je gelezen hebt over l’amour courtois? Leg uit. tekst-context-taal tekst-lezer-context-taal tekst-taal tekst-taal-lezer tekst tekst-context-taal 7 context-lezer Stelling: Liefde in de middeleeuwen was niet zo gemakkelijk. tekst-lezer Welke mogelijkheden waren er volgens jou in die tijd om een goede liefdesrelatie te kunnen context tekst-context-taal hebben? taal-lezer De vier benaderingen zijn: tekst-context-taal ■ de tekstgerichte benadering lezer tekst-context-taal ■ de contextgerichte benadering context-taal-lezer context-taal ■ de lezersgerichte benadering ■ de taalgerichte benadering 8 taal Leer nu de woorden bij Lancelot le chevalier à la charrette op pagina 96. tekst-lezer-context De vier benaderingen zijn: tekst-lezer-context-taal ■ de tekstgerichte benadering tekst-context ■ de contextgerichte benadering tekst-taal-lezer tekst-context-taal ■ de lezersgerichte benadering tekst-taal benadering ■ de taalgerichte
LITTÉRATURE • THEMA 1: AMOUR • LEÇON 2 • MOYEN ÂGE
Chrétien de Troyes: Lancelot le chevalier à la charrette De jonge ridder Lancelot is smoorverliefd op koningin Guenièvre, de vrouw van koning Arthur. Maar zij is ontvoerd door Méléagant en wordt gevangengehouden op zijn kasteel. Lancelot moet en zal haar bevrijden en gaat op weg. Hij moet heel wat heldendaden verrichten om bij het kasteel van Méléagant te komen. Als hij een wachter aan de grens van het land van Méléagant heeft verslagen, biedt een jonkvrouw te paard, die alles gezien had, hem onderdak aan. ‘Maar alleen als je bij mij in bed slaapt’, zegt ze erbij. Tja, wat doe je als de nacht valt en je bent in vijandig gebied? En hoe kun je als ridder niet onbeleefd zijn, maar toch je hart volgen?
5
10
15
20
25
30
35
40
Dans la grande maison de la dame, le chevalier trouve une belle table couverte de1 bonnes choses à manger et à boire. Ils mangent et boivent ensemble. Puis la dame dit : – Sire, allez dehors2, promenez-vous3 un moment, pendant que je me prépare pour me coucher. Vous pourrez revenir quand je serai prête. Lancelot sort et reste un long moment dehors. Puis il rentre, mais il ne voit pas la dame. Il la cherche. Il entre dans une chambre, elle n’y est pas. Puis, il entend crier dans une autre chambre. Il y va et, par la porte ouverte, il voit qu’un chevalier a renversé4 la dame et la tient sur le lit, en partie dénudée5. – À l’aide6 ! À l’aide ! crie la dame. Aide-moi, chevalier qui est mon hôte7 ! C’est toi qui dois coucher avec moi, pas cette brute-ci ! Il va me déshonorer8, si tu ne m’aides pas ! Lancelot voit bien que la brute a déjà dénudé la dame jusqu’au ventre9 et que lui-même est à moitié nu10. Mais près de la porte, il y a deux chevaliers avec des épées11, et quatre soldats qui ont chacun une hache12. Lancelot prend son courage13 à deux mains et commence à se battre14. Il veut libérer la dame de cette brute. La bataille est dure, mais Lancelot gagne. La dame le prend alors par la main et l’emmène dans sa chambre. Un splendide lit y est préparé, avec des draps blancs et une belle couverture15. La dame se couche. Lentement, Lancelot enlève d’abord ses bottes16, puis ses vêtements. Il a peur. Il pense : – Que dois-je faire ? Elle est jolie, elle est même très belle, mais je ne suis pas amoureux d’elle. Je ne l’aime pas. Ma passion est pour la reine. Mais j’ai promis17 à la dame de coucher avec elle dans le même lit… Alors, sans enlever sa chemise, il se couche dans le lit à côté de la dame. Il a peur de la toucher, donc il se couche aussi loin d’elle que possible. Il ne dit rien et reste immobile18, couché sur le dos. Il n’a pas envie de faire l’amour à la dame, il veut rester fidèle19 à la reine. La dame voit bien qu’il n’aime pas sa compagnie20, qu’il n’a pas envie de la prendre dans ses bras. Alors, elle dit : – Sire, sans vous fâcher21, je vois que ma compagnie ne vous plaît pas. Je vois que vous n’avez pas envie de plaisirs amoureux. Je vous laisse et je vais coucher dans une autre chambre. Dormez bien cette nuit. Je ne peux pas exiger22 de vous que vous m’aimiez. Et elle va dans l’autre chambre, où elle se couche toute seule, un peu triste. Elle pense : – Ah, c’est bien la première fois qu’un chevalier me plaît tant ! C’est dommage qu’il ne soit pas amoureux de moi. Mais je crois qu’il veut faire de grands exploits23 dangereux. Je crois qu’il est très courageux. Je veux partir avec lui et l’aider à affronter24 tous les dangers. Et la belle dame s’endort25. Bron: Chrétien de Troyes (ca. 1140-1190). Fragment réécrit en français facile.
1
gedekt met
2
naar buiten, 3 ga wandelen
achterover geworpen ontkleed 6 Help! 7 gast 8 onteren 9 buik 10 naakt 11 zwaarden, 12 hakbijl 13 moed, 14 vechten 4 5
15 16
17
deken laarzen
beloofd
zonder te bewegen trouw 20 gezelschap 18 19
21
boos te maken
22
eisen
heldendaden trotseren 25 valt in slaap 23 24
17
18
3
Classicisme
Les faits
• De Franse 17e eeuw wordt le Grand Siècle genoemd. • Louis XIV regeerde heel lang: van 1643 tot 1715. Hij wordt ook wel le Roi Soleil, de Zonnekoning, genoemd. • Louis XIV koos architecten en kunstenaars om voor hem Versailles te bouwen, het grootste en rijkste kasteel van het toenmalige Europa.
La société Als de Nederlanders over hun 17e eeuw spreken, noemen ze die ‘de Gouden Eeuw’. Het was een tijd van grote welvaart. Ook Frankrijk was in de 17e eeuw een belangrijke natie. De Fransen noemen deze eeuw le Grand Siècle. Het koningschap onder Louis XIV werd de monarchie absolue genoemd, omdat de koning alle macht had. Louis XIV kreeg als bijnaam de Zonnekoning. Hij presenteerde zich namelijk in een balletvoorstelling aan het hof als le Roi Soleil, met een stralend gouden pak aan en een hoofdtooi met zonnestralen. Louis ontwierp een schitterend hofleven waarin hij zelf het stralende middelpunt was. In zijn nieuwe paleis van Versailles moest alles het mooiste zijn van Europa. Louis liet de beste architecten en
kunstenaars zijn paleizen bouwen en versieren. In Europa werd de Franse smaak steeds meer toonaangevend. Die Franse smaak greep terug op de klassieke oudheid: alle kunst moest aan de regels van de klassieke oudheid voldoen. Dit wordt het classicisme genoemd. Burgers konden veel geld verdienen in handel en industrie, maar alleen de adel had echt aanzien. Louis creëerde voor de adel een groots hofleven. De edelen leefden dus vooral in en om Versailles, hielden zich bezig met mode en feesten, vleierijen en hofintriges. Tegelijkertijd konden rijke burgers nu voor veel geld een nieuwe adellijke titel (baron of markies) kopen. Zo haalde Louis, tegelijk met het heffen van hoge belastingen, geld binnen om het hofleven te financieren, oorlog te voeren en wegen aan te leggen. Voor liefde en passie was officieel niet veel plaats in de 17e eeuw. Onder de edelen en de rijke burgers was het de gewoonte dat ouders een huwelijkspartner zochten voor hun kinderen. Met slimme verbindingen tussen jongeren konden de families hun bezit vergroten. Ook kwam het veel voor dat een rijke burger voor zijn dochter iemand van (verarmde) adel zocht. Hij kocht dan eigenlijk voor zijn dochter een adellijke titel. Naar de wens van de jongeren zelf werd niet echt geluisterd, al waren er ouders die wel rekening hielden met hun voor- of afkeuren.
LITTÉRATURE • THEMA 1: AMOUR • LEÇON 3 • CLASSICISME
19
Les arts L’architecture De paleizen werden gebouwd naar het voorbeeld van Romeinse en Griekse tempels: symmetrie, strakke horizontale lijnen, geen overdadige versieringen, zuilen en frontons. De pracht en praal is niet aan de buitenkant te zien, maar vooral aan de binnenkant, zoals de spiegel zaal in Versailles. Tuinarchitect André Le Nôtre ontwierp onder andere de tuinen van Versailles: ook hier was alles geometrisch, symmetrisch en met strakke lijnen. Deze tuinontwerpen werden jardins à la française genoemd.
Een komedie hoefde niet aan alle classicistische regels te voldoen, omdat men dit genre als minder belangrijk beschouwde. Toch hield Molière zich meestal aan de regels van eenheid van tijd en van plaats en gebruikte hij geen grove taal op het toneel. In Le Malade imaginaire voert Molière de rijke burger Argan op, die constant denkt dat hij ziek is. Zo krijgt hij veel aandacht. Zijn dochter Angélique heeft de huwbare leeftijd bereikt. Wat zou het voor haar vader toch handig zijn als zij trouwde met een arts. Laat hij er nu toevallig een gevonden hebben ...
La musique Louis XIV hield van muziek en dans. Hij had een eigen hofcomponist, Jean-Baptiste Lully, die veel balletmuziek voor hem componeerde en uitvoerde. Van hem is La marche pour la cérémonie des Turcs, die hij componeerde voor de comédie-ballet Le Bourgeois gentilhomme van Molière.
Les arts plastiques Schilders en beeldhouwers imiteerden de kunst uit de Griekse en Romeinse tijd. De schilders Nicolas Poussin en Charles Le Brun waren erg geliefd.
La littérature Het is niet verwonderlijk dat in deze eeuw de nadruk kwam te liggen op toneel. Zowel tragedies als komedies zijn een aangenaam en leerzaam vermaak voor hovelingen die verder niet zo veel te doen hebben. De tragedies moesten lijken op die van de klassieke oudheid. Een perfecte tragedie moest voldoen aan la règle des trois unités, de regel van de drie eenheden: eenheid van tijd (het verhaal moest zich afspelen binnen 24 uur), eenheid van plaats (alles speelde zich af op één plek) en eenheid van handeling (één verhaallijn, geen nevenintriges). Ook mocht er geen bloed vloeien op het toneel en er mocht geen grove taal gebruikt worden. Voor de tragedies werden vaak onderwerpen uit de klassieke mythologie gekozen. Pierre Corneille (o.a. Le Cid) en Jean Racine (o.a. Phèdre) waren de bekendste tragedieschrijvers. Molière wordt de grootste komedieschrijver aller tijden genoemd. Zijn komedies, waarin hij de zeden en gewoontes van zijn tijd op de hak nam, werden meteen in alle Europese talen vertaald en overal opgevoerd. Zijn werk wordt nog steeds gespeeld. Molière was zelf toneelspeler en speelde vaak de hoofdrol in zijn eigen stukken. In zijn komedies werd het toneelspel afgewisseld door dans. Daarom werd een stuk van Molière ook wel comédieballet genoemd. De tuinen van Versailles: geometrisch, symmetrisch en met strakke lijnen
n
20
lezer taal context-lezer
LITTÉRATURE • THEMA 1: AMOUR • LEÇON 3 • CLASSICISME taal tekst-context taal-lezer tekst-context tekst-taal context-taal-lezer OPDRACHTEN – Molière: Le Malade imaginaire 1 context-lezer Kijk naar het filmpje over de Franse 17e eeuw. Je ziet architectuur uit die tijd, je ziet hoe de mensen tekst-taal tekst-lezer-context eruitzagen en welke kunst ze maakten. Als je iets of iemand herkent, schrijf het dan hier op. Praat er daarna over met je klasgenoten. context-lezer taal-lezer tekst-taal-lezer taal-lezer tekst-lezer 2 context-taal-lezer Lees de inleiding bij Le Malade imaginaire op pagina 21. tekst a Welk misverstand verwacht je in het gesprek tussen vader en dochter? context-taal-lezer tekst-lezer-context tekst-context-taal context b Denk je dat het voor Angélique wel of niet goed afloopt? Geef een argument voor je keuze. tekst-lezer-context tekst-taal-lezer context-taal lezer tekst-taal-lezer tekst-lezer-context-taal 3 tekst-lezer Lees regel 1-23 van het fragment. taal a Waarom lacht Angélique, denk je? (regel 2) tekst-lezer tekst-context-taal tekst b Als Angélique zegt dat ze al van de huwelijkskandidaat houdt, aan wie denkt zij dan? (regel 10-11) tekst-context tekst-context-taal context-taal context tekst-taal c Angélique is het met haar vader eens als hij de eigenschappen van haar aanstaande man opsomt. context-taal Welke zes eigenschappen somt hij op? Schrijf ze in het Frans op en geef de vertaling. tekst-lezer-context-taal tekst-context-taal lezer context-lezer tekst tekst-lezer-context-taal tekst-context-taal taal De vier benaderingen zijn: taal-lezer ■ de tekstgerichte benadering context tekst-context-taal ■ de contextgerichte tekst-context benadering context-taal-lezer ■ de lezersgerichte benadering lezer ■ de taalgerichte benadering tekst-context-taal tekst-taal tekst-lezer-context taal tekst-context-taal context-lezer zijn: De vier benaderingen 4 tekst-taal-lezer Lees regel 24-35 van het fragment. ■ de tekstgerichte benadering tekst-context ■ benadering a Waar is Angélique verbaasd over? taal-lezer De de viercontextgerichte benaderingen zijn: tekst-lezer benadering ■ de lezersgerichte ■ de tekstgerichte benadering b Dan komt de aap uit de mouw. Wat blijkt het misverstand te zijn? tekst-taal ■ benadering ■ de de taalgerichte contextgerichte benadering context-taal-lezer tekst-context-taal ■ de lezersgerichte benadering context-lezer ■ de taalgerichte benadering c Komt dit overeen met wat je in vraag 2a voorspeld had? tekst-lezer-context context-taal d Op welke toon zegt Angélique de zin in regel 35, denk je? taal-lezer 5 tekst-taal-lezer Lees regel 36-45. tekst-lezer-context-taal a Hoe noemt Toinette het plan van Argan? Schrijf de Franse woorden op en geef de vertaling. context-taal-lezer tekst-lezer tekst-context-taal tekst-lezer-context b Argan legt uit waarom hij tot zijn plan gekomen is. Hij blijkt ook nog gierig te zijn. Schrijf de zin tekst-context-taal op waaruit dit blijkt en schrijf de vertaling eronder. tekst-context-taal tekst-taal-lezer context-taal tekst-context-taal tekst-lezer tekst-lezer-context-taal c Op welke toon zegt Toinette de laatste zinnen van het fragment, denk je? De vier benaderingen zijn: 6 tekst-context-taal Over Molière en zijn tijd: ■ de tekstgerichte benadering tekst-context-taal tekst a Op pagina 19 heb je gelezen dat Molière de zeden en gewoontes uit zijn tijd op de hak nam. ■ de contextgerichte benadering Welke zeden en/of gewoontes neemt hij in dit fragment op de hak? Noem er minstens twee. context-taal ■ de lezersgerichte benadering tekst-context-taal context ■ de taalgerichte benadering tekst-lezer-context-taal b Kijk naar een fragment van de film Le roi danse van Gérard Corbiau uit 2000. tekst-context-taal lezer Je ziet Louis XIV die danst. Welk personage verbeeldt hij? tekst-context-taal 7 taal Leer nu de woorden bij Le Malade imaginaire op pagina 96. De vier benaderingen zijn: tekst-context-taal ■ de tekstgerichte benadering tekst-context benadering ■ de contextgerichte ■ de lezersgerichte benadering tekst-context-taal
LITTÉRATURE • THEMA 1: AMOUR • LEÇON 3 • CLASSICISME
Molière: Le Malade imaginaire Angélique heeft het niet getroffen: ze heeft een moeilijke vader, die constant denkt dat hij ziek is. Er komen veel dokters aan huis die hem allerlei middeltjes en diëten voorschrijven, maar het helpt allemaal niet. Dan krijgt Argan (de vader) een idee, waar zowel Angélique als hijzelf mee geholpen zouden zijn, denkt hij. Hij wil haar laten trouwen met een arts, de zoon van een kennis. Hij roept zijn dochter om haar het goede nieuws te melden. Maar Angélique is verliefd op Cléante, een leuke jongen, die haar heeft laten weten dat hij in een brief aan haar vader haar hand zou vragen. Bij het gesprek tussen Angélique en Argan is ook Toinette, het dienstmeisje, aanwezig. Er blijkt sprake te zijn van een gigantisch misverstand …
5
10
15
20
25
30
35
40
45
Argan : Ma fille, je vais te dire une nouvelle1, et ce sera une belle surprise pour toi. Un jeune homme te demande en mariage. Ah, je vois que tu ries2. Donc, ma fille, tu es bien contente de cette demande en mariage3 ? Angélique : Mais oui, mon père. Ne dois-je pas faire ce que vous m’ordonnez4 ? Argan : Ça me fait plaisir d’avoir une fille si obéissante5. La chose est donc conclue6. Je n’ai pas encore vu le jeune homme, mais on m’a dit que j’en serais content, et toi aussi. Angélique : J’en suis sûre, mon père. Argan : Comment, tu le connais ? Tu l’as déjà vu ? Angélique : Oui, mon père, je l’ai déjà rencontré il y a six jours. Et je peux vous dire que je l’aime déjà et que lui aussi, il m’aime. Argan : Tiens, personne ne m’a dit cela. Mais j’en suis bien content. Ils disent que c’est un grand jeune homme bien fait7. Angélique : Oui, mon père. Argan : Une personne agréable8. Angélique : Tout à fait, mon père. Argan : Ils disent aussi qu’il est beau. Angélique : Ah oui, très beau ! Argan : Qu’il est sage, et bien né9. Angélique : Absolument, mon père. Argan : Qu’il parle bien latin et grec. Angélique : Ah, ça, je ne sais pas. Argan : Et qu’il sera médecin dans trois jours. Angélique : Lui, mon père ? Argan : Oui. Est-ce qu’il ne te l’a pas dit ? Angélique : Non, vraiment. Qui vous l’a dit à vous ? Argan : Monsieur Purgon. Angélique : Est-ce que Monsieur Purgon le connaît ? Argan : Mais bien sûr ! Puisque c’est son neveu10. Angélique : Cléante est le neveu de Monsieur Purgon ? Argan : Quel Cléante ? Qui parle de Cléante ? Nous parlons de celui qui t’a demandée en mariage. C’est le neveu de Monsieur Purgon. Son père est médecin. Il s’appelle Thomas Diafoirus, et non pas Cléante. Et nous avons conclu ce mariage ce matin. Et demain, Thomas Diafoirus viendra faire ta connaissance. Angélique : Oh mon père, je croyais que vous parliez d’une autre personne… Toinette : Mais Monsieur, qu’est-ce qui vous prend ? Vous voulez marier votre fille à un médecin ? Mais pourquoi ? Argan : De quoi te mêles-tu11, impertinente12 ? Toinette : Oh, je voudrais seulement savoir pourquoi vous avez eu cette idée bizarre. Argan : Ne vois-tu pas que je suis malade ? Un médecin dans la famille me sera d’un grand secours13. Il pourra m’aider à combattre14 la maladie. Et les consultations15 et les remèdes16 seront gratuits ! Toinette : Vous ne pensez donc qu’à vous ? Mais votre fille doit épouser17 un mari pour elle. Et, comme elle n’est pas malade, il n’est pas nécessaire de lui donner un médecin. Bron: Molière (1622-1673). Le Malade imaginaire. Acte I, scène V, réécrit en français facile.
nieuwtje lacht 3 huwelijksaanzoek 4 beveelt, opdraagt 5 gehoorzaam, 6 afgesproken 1 2
7
goed gebouwd
8
aangenaam, prettig
9
van goeden huize
10
neef (oomzegger)
11
waar bemoei je je mee, brutaaltje
12
van grote hulp, 14 bestrijden, consulten, 16 medicijnen 17 trouwen met 13
15
21
22
Les faits De eerste helft van de 19e eeuw werd gekenmerkt door de romantiek, le romantisme. • 1804 – 1814: Eerste Keizerrijk: Napoléon. • 1815: De slag bij Waterloo: Napoléon wordt definitief verslagen. • 1815 – 1830: De restauratie: Louis XVIII en Charles X. • 1830 – 1848: Louis-Philippe Ier, de burgerkoning.
La société De Franse Revolutie van 1789 was een bloederige afrekening met het absolute koningschap. De republiek werd uitgeroepen en de rechten van de mens (La Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen) werden opgetekend. De chaos daarna was zo groot dat Napoleon de macht kon grijpen en zich tot keizer kon laten kronen. Napoleon veroverde Europa, maar werd in Rusland verslagen, meer door de winter dan door het Russische leger. In Frankrijk kwam er weer een koning. De periode tussen 1815 en 1830 noemen we de restauratie. Verschillende koningen volgden elkaar op, maar de onvrede met de monarchie bleef. Wel kregen rijke burgers meer macht. Met behulp van de banken investeerden ze in industrieën en konden ze goed geld verdienen. Voor al die industrieën waren mensen nodig die het werk deden. Een nieuwe klasse ontstond: de arbeidersklasse. Veel mensen verlieten het platteland en trokken naar de stad om in de fabrieken te werken. Het gevoel van onvrede groeide: men wilde weg uit deze ellendige eeuw. In de kunst en de literatuur ontstond een nieuwe stroming: de romantiek. Hierin stonden het gevoel en de verbeelding centraal. De kunst diende niet meer tot luchtig vermaak, maar moest emoties uitdrukken. Dat waren zowel negatieve emoties (le mal du siècle, het ‘lijden aan de eeuw’) als gevoelens van troost en vrede die je vindt in de natuur. En natuurlijk gevoelens van liefde. In de romantiek werden liefde en verliefdheid beleefd als grote passies en onbeantwoorde liefde leidde tot diepe depressies of (zelf)moord. De liefde als passie gold in de praktijk eigenlijk maar voor een beperkt deel van de bevolking, zoals kunstenaars en schrijvers. In rijke kringen was het nog steeds de gewoonte dat ouders voor hun kinderen de geschikte huwelijkspartner kozen. Binnen dergelijke huwelijken was er niet vaak sprake van veel liefde. Mannen hadden dan ook vaak een of meerdere vriendinnen buiten de deur, die door hen betaald werden.
4
Romantisme
LITTÉRATURE • THEMA 1: AMOUR • LEÇON 4 • ROMANTISME
Les arts L’architecture Men ging op zoek naar middeleeuwse burchten, kastelen en kathedralen die verwaarloosd waren en vaak vervallen tot ruïnes. Prosper Mérimée werd de eerste inspecteurgeneraal voor monumentenzorg. Hij redde talloze kloosters, kerken en kastelen uit de middeleeuwen van de ondergang, zoals de basiliek in Vézelay, Notre-Dame in Parijs en de vestingstad Carcassonne in Zuid-Frankrijk.
La musique In Duitsland werd Ludwig van Beethoven de grote vertegenwoordiger van de romantiek. Zijn Ode an die Freude is het ‘volkslied’ van Europa geworden. In Parijs waren Franz Liszt en Frédéric Chopin de belangrijkste romantische componisten.
23
Prosper Mérimée (1803 – 1870) was schrijver, historicus en archeoloog. Als inspecteur-generaal van monumentenzorg en als archeoloog reisde hij veel en hij was erg geïnteresseerd in andere volkeren met andere gewoontes. In Andalusië leefden veel zigeuners. Hij maakte een studie van hun gewoontes en hun taal en schreef daarna de novelle (= korte roman) Carmen, die in 1845 gepubliceerd werd. Carmen werd wereldberoemd nadat Georges Bizet er een opera van maakte. Carmen is ook nu nog een van de meest gespeelde opera’s ter wereld. Alexandre Dumas werd dé grote specialist van het nieuwe genre de historische roman. Zijn Les trois Mousquetaires (1844) en La Reine Margot (1845) spelen zich af in de 16e eeuw. Zijn even beroemde Le comte de Monte-Cristo (1845) speelt zich af in de 19e eeuw.
Les arts plastiques Het platteland en zijn bewoners waren de belangrijkste onderwerpen in de schilderkunst. Op de schilderijen Les glaneuses en L’Angelus van Jean François Millet zie je de verheerlijking van het leven op het platteland duidelijk.
La littérature De héros romantique, de romantische held, is iemand die de normen en waarden van de 19e-eeuwse maatschappij verwerpt. Hij is alleen en voelt zich onbegrepen. Helden zijn dichters, bastaarden (= kinderen die buiten het huwelijk geboren zijn), bandieten, courtisanes (= vrouwen die zich door minnaars laten onderhouden) en zwervers. De romantische held wordt verteerd door passies en depressies. Hij is ofwel in de wolken van geluk ofwel hij wil het liefste dood. Een kenmerk van de literatuur in de romantiek is ook het wegvluchten uit de eigen tijd en cultuur, naar het verleden (historische romans), naar de toekomst (sciencefiction), naar de eenvoudige boerenbevolking op het platteland of naar vreemde volkeren met een andere cultuur (zoals zigeuners). De grootste figuur van de Franse romantiek is Victor Hugo (1802 – 1885). Hij schreef onder andere de historische roman Notre-Dame de Paris (1831), die zich afspeelt in de 15e eeuw, en de sociale roman Les Misérables (1862). Jules Verne (1828 – 1905) was de uitvinder van de sciencefiction. Zijn toekomstromans staan vol voorspellingen die in de 20e eeuw zijn uitgekomen. Zo voorspelde hij in De la Terre à la Lune (1865) een reis naar de maan en in Vingt mille lieues sous les mers (1870) het reizen per onderzeeër. In Paris au XXe siècle voorspelde hij de metro en zelfs computers en robots.
Victor Hugo
n
24
taal
lezer taal-lezer LITTÉRATURE • THEMA 1: AMOUR • LEÇON 4 • ROMANTISME tekst-context taal context-taal-lezer tekst-taal OPDRACHTEN tekst-context – Prosper Mérimée: Carmen tekst-lezer-context 1 context-lezer Kijk naar het filmpje over de Franse romantiek. Je ziet hoe in die tijd middeleeuwse bouwwerken zijn tekst-taal tekst-taal-lezer gerestaureerd, je ziet hoe de mensen eruitzagen en welke kunst ze maakten. Als je iets of iemand herkent, schrijf het dan hier op. Praat er daarna over met je klasgenoten. taal-lezer context-lezer tekst-lezer 2 context-taal-lezer Carmen is een zigeunermeisje in Andalusië. In de opera die Georges Bizet van Carmen maakte, taal-lezer tekst-context-taal zingt Carmen een beroemd openingslied samen met het koor. Het lied heet de Habanera, in het Frans de Havanaise. De habanera, een Cubaanse dans, was erg populair in Spanje in de 19e eeuw. examenvraag spreken tekst-lezer-context context-taal-lezer context-taal Luister naar dit lied. Lees ook de Franse tekst en de Nederlandse vertaling in eDition. tekst Omschrijf kort wat Carmen vindt van de liefde. tekst-taal-lezer tekst-lezer-context tekst-lezer-context-taal tekst context Online lezen tekst-lezer tekst-taal-lezer 3 tekst-context-taal Lees regel 1-6 van het fragment uit Carmen (zie pagina 25). context a Wat is Carmens antwoord als José haar vraagt of ze hem wil ‘volgen’, dus bij hem wil blijven? lezer tekst-context-taal tekst-lezer tekst-context-taal groepsopdracht lezer schrijven taal b Wat vind je ervan dat José het woord suivre gebruikt? Zou een man dat nu ook nog tegen een context-taal tekst-context-taal tekst-context-taal tekst taal vrouw zeggen? tekst-context B1 B2 A2 tekst-lezer-context-taal context-taal context De vier benaderingen zijn: tekst-context + tekst-taal 4 Lees B1 regel 7-24. ■ de tekstgerichte benadering tekst tekst-context-taal tekst-lezer-context-taal a Tu peux tuer ta gitane, mais Carmen sera toujours libre. (regel 17) Wat bedoelt Carmen hiermee? ■ de contextgerichte benadering lezer tekst-taal ■ de lezersgerichte benadering context-lezer context tekst-context-taal tekst ■ de taalgerichte benadering tekst-context-taal taal kijken regarder Grammar b Als ze weigert om op zijn voorstel in te gaan, verandert de houding van José. Leg die verandering uit. context-lezer taal-lezer lezer tekst-context-taal context Eerst wilde hij tekst-context-taal tekst-context taal-lezer context-taal-lezer Daarna wil hij taal lezer tekst-context-taal De vier5 benaderingen zijn: tekst-taal gesprek Lees regel 25-30. context-taal-lezer ■ de tekstgerichte benadering tekst-lezer-context Vivre avec toi, je ne le veux pas. (regel 26) Weer verandert de houding van José. Hoe is nu zijn tekst-context taal ■ de contextgerichte benadering context-lezer De de vierlezersgerichte benaderingen zijn: houding? benadering ■ tekst-lezer-context tekst-taal-lezer ■ de de taalgerichte tekstgerichte benadering ■ 6 tekst-taal Lees het benadering fragment uit. Vertel kort hoe het afloopt. Vergeet daarbij de ring niet. tekst-context ■ de contextgerichte benadering taal-lezer tekst-taal-lezer ■ de lezersgerichte tekst-lezer benadering context-lezer ■ de taalgerichte tekst-taal benadering context-taal-lezer tekst-lezer tekst-context-taal taal-lezer extra opdracht context-lezer tekst-lezer-context 7 tekst-context-taal Op pagina 23 heb je gelezen wat ‘romantische helden’ zijn. In hoeverre kun je van de hoofdpersonen context-taal context-taal-lezer zeggen dat zij ‘romantische helden’ zijn? taal-lezer tekst-taal-lezer context-taal Don José: tekst-lezer-context-taal tekst-lezer-context context-taal-lezer Carmen: tekst-lezer tekst-lezer-context-taal tekst-context-taal tekst-lezer-context 8 tekst-taal-lezer Over het thema van het verhaal Carmen. tekst-context-taal a Leg uit dat een verhaal over zigeuners in de romantiek past. tekst-context-taal tekst-context-taal tekst-lezer tekst-taal-lezer context-taal tekst-context-taal tekst-context-taal tekst tekst-context-taal tekst-lezer tekst-lezer-context-taal b Wat is volgens jou het thema van dit verhaal? tekst-context-taal context De vier benaderingen context-taal tekst-context-taal c Vind je ditzijn: thema nog steeds actueel of is het verouderd? Geef twee argumenten voor je antwoord. tekst-context-taal ■ de tekstgerichte benadering De viercontextgerichte benaderingen zijn: ■ de benadering lezer tekst-lezer-context-taal context-taalbenadering ■ de tekstgerichte lezersgerichte benadering tekst-context-taal ■ de contextgerichte benadering taalgerichte benadering 9 taal Leer nu de woorden tekst-context-taal ■ de lezersgerichte benadering tekst-lezer-context-taalbij Carmen op pagina 96. tekst-context-taal ■ de taalgerichte benadering tekst-context tekst-context-taal De vier benaderingen zijn: tekst-taal
LITTÉRATURE • THEMA 1: AMOUR • LEÇON 4 • ROMANTISME
Prosper Mérimée: Carmen José Navarro is een geducht bandiet. Maar dat is hij niet altijd geweest. Hij is uit liefde voor het zigeunermeisje Carmen op het slechte pad geraakt om bij haar te kunnen zijn. Hij werd smokkelaar, dief en moordenaar. Carmen wil zich niet blijvend aan hem binden en wordt tot overmaat van ramp ook nog eens verliefd op de stierenvechter Lucas. Dat wordt José te veel. Hij gaat Carmen halen om eens een goed gesprek met haar te hebben. In het volgende fragment lees je hoe het afloopt.
5
10
15
20
25
30
35
40
– Carmen, veux-tu venir avec moi ? Carmen regarde José. Puis elle met sa mantille1 sur sa tête et dit qu’elle est prête2. José monte à cheval3 et elle monte derrière lui. Après avoir fait un bout de chemin, José dit : – Ainsi, ma Carmen, tu veux bien me suivre4, n’est-ce pas ? – Je te suis pour mourir5, oui, mais je ne vivrai plus avec toi. José arrête son cheval. – C’est ici ? dit-elle. Ils descendent du cheval. Carmen regarde José dans les yeux. – Tu veux me tuer6, je le vois bien, dit-elle. Mais je ne veux pas vivre avec toi. Je ne t’aime plus. Je veux être libre. – Écoute-moi ! dit José. Tout le passé7 est oublié. Pourtant, tu le sais bien, c’est pour toi que je suis devenu un voleur8 et un meurtrier 9. Carmen ! Ma Carmen ! Laisse-moi te sauver10 et me sauver avec toi. – José, répond-elle, tu me demandes l’impossible. Je ne t’aime plus ; toi, tu m’aimes encore, et c’est pour cela que tu veux me tuer. Tout est fini entre nous. Tu peux tuer ta gitane11, mais Carmen sera toujours libre. – Tu aimes donc Lucas ? lui demande José. – Oui, je l’ai aimé, comme toi, pas longtemps. Maintenant, je n’aime plus rien, je n’aime plus personne. José tombe à genoux12 devant elle. Il lui prend les mains. Il commence à pleurer. Et il parle de tous les moments de bonheur13 passés ensemble. Il dit qu’il veut rester brigand14 pour lui plaire. Il dit qu’il veut tout faire pour elle, si elle veut encore l’aimer. Elle dit : – T’aimer encore, c’est impossible. Vivre avec toi, je ne le veux pas. Alors, José se fâche15. Il se fâche terriblement. Il prend son couteau16 et le lui montre. Mais elle n’a pas peur, elle attend calmement. José crie : – Pour la dernière fois, veux-tu rester avec moi ? – Non ! Non ! Non ! dit-elle. Et elle tire de son doigt une bague17 que José lui avait donnée, et la jette18 loin d’elle. José la frappe19 de son couteau. Il la frappe deux fois. Au deuxième coup, elle tombe, sans crier. Mais en regardant José fixement. Puis, son regard devient vide20 et elle ferme les yeux. Elle est morte. José reste à côté d’elle pendant une bonne heure. Il pleure. Puis, il se souvient21 que Carmen avait dit souvent qu’elle aimerait à être enterrée22 dans un bois23. José creuse une fosse24 avec son couteau. Puis, il dépose Carmen dans la fosse. Il cherche longtemps la bague et la trouve enfin. Il la met dans la fosse auprès d’elle. Alors, il monte à cheval et retourne en ville. Il va tout droit à la gendarmerie pour dire qu’on peut l’arrêter, parce qu’il a commis un crime25. Bron: Prosper Mérimée (1803-1870). Réécrit en français facile.
1 2
4 5
6
mantilla, Spaanse hoofdsluier klaar, 3 stijgt te paard volgen sterven
doden
verleden dief, 9 moordenaar 10 redden 7 8
11
zigeunerin
op de knieën geluk 14 struikrover, boef 12 13
15
wordt kwaad, 16 mes
17
ring, 18 werpt
19
slaat toe
20
leeg
herinnert zich, 22 begraven worden, 23 bos, 24 graaft een kuil 21
25
een misdaad begaan
25
LIBRE SERVICE
leren.libreservice-online.nl
HAVO LITTÉRATURE
LIBRE SERVICE FRANS VOOR DE TWEEDE FASE Als je in Frankrijk bij een benzinestation, wegrestaurant
of
supermarkt
LIBRE SERVICE
libre
service ziet staan, weet je dat het om ‘zelfbediening’ gaat. Je moet zélf aan de slag, je maakt keuzes, je gaat op je eigen manier te werk. Libre Service biedt je veel mogelijkheden om tot het beste resultaat te komen!
AUTEUR Karin de Koning
LITTÉRATURE HAVO Naam: Klas:
9 789006 488760