
3 minute read
Deze Arboarts gebruikte de macht ter compensatie van een mislukte carrière
Ik ging voor controle naar de cardioloog. De uitslag was goed. Hij gaf mij nog de boodschap mee: ‘Meneer Kniteew, luister naar úw lichaam, dat is úw beste graadmeter!’ Het is dan maandag. De woensdag daarop moest ik weer ter controle bij mijn Arboarts zijn. Ik werkte toen vijf uur per dag. Kees van Ongen was toen Arboarts (nu toch niet meer hoop ik). Hij vroeg hoe het met mij ging. Ik deelde mijn gevoelens betreffende mijn gezondheid met hem. Ik zei: ‘Ik ben zo moe, zo ontzettend moe!’ Hij antwoordde: ‘Dat zal zo zijn meneer Kniteew en dat zal voorlopig ook wel zo blijven, maar ik wil dat ú vanaf a.s. maandag een uur langer per dag gaat werken’. Ik wist niet wat ik hoorde. Ik sloeg dicht. Dit kon hij niet menen. Mij is nog nooit een gebrek aan assertiviteit verweten, maar met die dwingende autoritaire toon waarop hij dit zei, dacht ik: ‘Je kunt me nog meer vertellen maar hier trek ik mijn plan wel mee, hier ga ik verder niet op in’. Ik voelde me niet gekend, niet gezien. Alsof ik leed aan maandagziekte waar alcohol het virus was.
De volgende dag
Advertisement
Het is dan donderdag. Die middag lig ik boven in bed te rusten. Ik word wakker door pijn in mijn borst. Ik twijfelde niet. Deze pijn was herkenbaar en belde 112. Beneden in de gang ging ik op een stoel zitten in afwachting van de ambulance. Het zweet gutste van mijn lichaam en de pijn was hevig. De ambulance broeders constateerde een fout in het hartfilmpje. Met toeters en bellen in die ambulance op weg naar het ziekenhuis. Daar constateerde ze weer een hartfalen en ze voorzagen een ader met vier stents. Ik kon
weer revalideren en dat ging sneller dan na mijn openhartoperatie. Een Arboarts was vanaf dat moment een zeer te wantrouwen persoon voor mij. Een beetje arts wordt ook echt geen Arboarts. Je kunt je als arts echt ethisch niet lenen tot conformisme met de lepel die je voedt. ‘Foei Kees van Ongen, ... in de mand jij en zoek een ander bot om op te kauwen! Saillant detail: een half jaar later kreeg een collega van mij ook een hartfalen. Bij de re-integratie kreeg hij het maar niet voor elkaar weer aan het werk te komen. Kees had wel zijn leergeld gehad. Over mijn rug dan wel. Gewoon, omdat hij niet luisterde, het (ik) drong niet tot hem door. Institutendoofheid, even met witte jassen macht doen gelden en behept met de gespierde lafheid om gewoon mens te zijn. Kees is een lafbek en zo ontzettend dom. ‘Man lever je bul in en wees verder een domme slaaf van je werkgever, maar pretendeer niet dat je een Arboarts bent... Je bent dat gewoon niet Kees!’ Ga naar Aruba en zit je leven daar verder uit. Zo beperk je de schade die je nog aan zou kunnen richten. Domme witte jas.
Een Arboarts met een Bul Is voordat hij het weet een echte lul Maar de Arboarts is echt niet getreurd, want op het eind van de maand wordt er toch weer gebeurd
All rise
Edelachtbare een verzoek. Mag ik U namens mijn cliënt het volgende bewijsstuk overleggen en wel bewijsstuk 4a. Het zijn de notulen van het sociaal- medisch overleg van het ambulante team Arnhem over de maand augustus 2006. Hierin komt toch zeker duidelijk naar voren dat mijn cliënt, die op dat moment werkdagen maakte
van vijf uur, terwijl zijn hartrevalidatie al ruimschoots met goed gevolg heeft afgesloten toch niet verder gaat dan vijf uur per dag. En dat gegeven wordt hier sterk in twijfel getrokken door de zinsnede: ‘Dhr. Kniteeuw suggereert dat langer werken niet mogelijk is’, m.a.w. de woorden van mijn cliënt worden niet gehoord maar duidelijk subjectief weergegeven door de persoon die de notulist citeerde (naam bij de redactie bekend). Ja, dat was aanleiding voor Arboarts Kees van Ongen om de par force methode te gebruiken. Hij was zoals gebruikelijk aanwezig in dit overleg. Daar lag de setting voor zijn optreden. Hij voelde zich verplicht om dwang uit te oefenen
Par force methode: ontleent uit de honden africhting. Met dwang een hond iets aan of afleren. Bij een verkeerde inschatting of een hond dit kan verdragen, zijn veel honden verpest. Ach ja, eens een africhter... Niet met mensen doen die 30 jaar dienstverband hebben en een uitstekende staat van dienst hebben.
Uit: farizeeërs en hun nagerechten - Doesburg september 2006