
2 minute read
Nog voor de vrije val
Ik kom dan automatisch bij de outplacement wat mij werd aangeboden. Een jaar doorbetaald krijgen en 50.000 euro voor een boot. Met 38 jaar dienstverband zou dat kunnen, dacht ik. Ik wilde een rondvaartboot kopen om in Doesburg toeristen rond te varen op mijn nog inzetbare uren. Ik zag daar perspectief in. Een tastbaar iets en niets meer te maken met dat instituut. De vlieger ging niet op met die afhouders. Gefrustreerd en paniekerig zocht in die avond naar een andere mogelijkheid. Ik vond die, al wist ik dat dit niet financieel haalbaar was voor mij en het renderen daarvan ook niet. Maar het zou het hogere doel dienen, zoals ik gewend was. Dat is niet uitgekomen. Ik kon mijn diensthond behouden en gebruikte hem om mijn vak als speurhondengeleider buiten de overheid aan te bieden. Die hond was dus nu mijn eigendom. Ik wist dat dit werk tijdelijk zou zijn, want ik had geen basis van waar ik constante kwaliteit kon leveren, maar wel vanuit wat interval nog wat werk kon doen. Een jaar later was ik allergisch geworden voor huisdieren, het eerste teken van COPD, en moest hem weg doen en bood hem aan bij een bedrijf die met drugshonden werken (niet op Marktplaats hoor, zoals het gerucht de ronde deed). Dit nadat ik gevraagd had of er nog werk voor hem was bij de dienst. De rest is bekend. Een smerig eind... wederrechtelijk toe-eigenen en afspuiten. Iemand moet mij of aan een rechter uitleggen op welke gronden mijn hond is geconfisqueerd. Al geloof ik wel in de macht van de overheid dat ik hier niets tegenin te brengen heb. De blinddoek van Vrouwe Justitia heeft gaten voor zulke gevallen. En mijn ex-werkgever maakt die gaten zelf, als het gaat om het gepeupel op de werkvloer of whatever. De overheid gedraagt zich
soms als een rat en bijt alleen in kindervoetjes zonder schoentjes. De enige aandacht die het kan krijgen is door een wanhoopsdaad te stellen. Met de auto een douane gebouw binnenrijden. Het behoort tot mijn hersenspinsels. Ja, iedere dag. Weet je, ieder dag! Gaat dat weg of geef ik daar gestalte aan? Weet iemand waar die grens ligt? Daar kan dan later over gesproken door Els of the Wheels, door Rob Farmertree, door Margot Oenemans, door Paultje Lomas, door Nico Undergroundanimal, door Kees van Ongen en anderen, gewoon van ‘Goh, dat is toch ook wat!?’ ‘Ja, o wat triest!’ ‘Ja, hij heeft toen de dienst verlaten’. En iedereen van dat groepje is Brutus. En Brutus is niet hoorbaar in de stilte die erop volgt. Zeker een goed gesprek voor op een receptie. Na de stilte in besef roept iemand van de groep... ‘Zullen we maar aanschuiven, de soep wordt al opgediend!’ Opgelucht verlaten zij de plek. Met een glimlach blijft Brutus achter op de plek waar de stilte zijn werk had gedaan. Ja, hij had ze allemaal herkend.
Advertisement