
3 minute read
Het houdt niet op
Na mijn hartrevalidatie schreef ik bovenstaande brief (deze staat nog in de outbox van mijn e-mailaccount van de dienst) aan de directie van de douane met het verzoek om de dienstwagen te ontdoen van belettering en opschrift douane, dit om niet op te vallen als speurhondengeleider van de overheid en duidde op het gewelddadige voorval van 23 oktober jl. (2005) wat bij mijn huis plaats vond. Om mijn verzoek te ondersteunen vermelde ik tevens dat het bij de Koninklijke Landelijke Politie Diensten, de speurhondengeleiders, zonder belettering in de dienstwagens reden. Dit in verband met persoonlijke veiligheid. Het verzoek werd mondeling afgedaan in de wandelgangen door mijn teamleider Paul Lomas (vertaler van zijn superieuren inclusief zijn blazoen smetvrees). ‘Frank, Nico Undergroundanimal (Een wat kort gedrongen man, die net zo lomp is als de mammoet die zijn broer had opgegraven en bovendien een wat parasitaire inslag heeft. Verder trek ik zijn integriteit in dit voorval sterk in twijfel) ‘Nico gaat niet in op jouw verzoek en als het je niet aanstaat dan stop je er maar mee’. (naschrift redactie: een uitspraak die officieus voor het laatst waargenomen is in 1968). Paultje gedroeg zich als een insect dat stuifmeel overbracht van de ene bloem naar de andere, zonder een eigen mening of compassie voor mijn reële angst die ik had in dit voorval. Nee, een gesprek op zijn kantoor zou hij niet aandurven, het moest even in de wandelgangen, even snel en dan weer doorlopen. Dit op een manier alsof hij vroeg, op weg naar de koffieautomaat, of ik met of zonder suiker gebruikte. Zeker de confrontatie vermijdend. Ja, hij had altijd al een grondangst voor mij en dat was echt totaal misplaatst. Het kwam gewoon door
zijn basishouding. Altijd wantrouwen. Hij stond in Tiel al tussen de vrachtwagens om te kijken of zijn personeel niet te vroeg het douanekantoor verliet. Dan nog tijdens een voorlichting over integriteit, waarbij hij zo nadrukkelijk in het voorwoord pretendeerde dat alles wat er gezegd werd binnen deze kamer, ook binnen die kamer bleef en dat we open in deze geslotenheid konden zijn. Een collega had hierdoor de moed bij elkaar geraapt om te bekennen dat er met zaalvoetbal, de rekeningen van de consumpties, door een transportbedrijf werd betaald. Ja, de rapen waren gaar. In pauze wist het hele kantoor het. Paultje kon daar niet mee omgaan. Blazoen- en smetvrees deed zijn werk. De jonge collega met zijn bekentenis verdronk in zijn eigen schaamte. De blikken van schuldogen over zijn verraad waren onverbiddelijk geweest. In eerste instantie vond ik dat een rattestreek van Paultje Lomas. Later gewoon een gebrek aan autonomie binnen zijn vak met veel angst, afgedekt door een opgeblazen ego, die niet weet wat hij zegt en er daardoor overheen walst. Ja, dat heb je dan Paultje. Groot van gestalte en klein in persoonlijkheid. Deze duiding is geen openbaring Paultje. Zo kijken de collega’s naar je. Wij weten dat al lang en waarschijnlijk jij zelf ook. Nu de buurt nog. Ik denk dat je er wel boven staat en het buiten jezelf plaatst, mocht het ter sprake komen. Jij kwam ook niet voor in dit voorval. Je was alleen dat insect dat zonder besef stuifmeel overbracht. Zonder ook maar enige vorm van compassie te hebben. Je hebt niet de juiste kwaliteiten als teamleider? In een lagere schaal had je beter gefunctioneerd Paultje... ‘Ja, te hoog gegrepen. Wel blijven ego pompen Paultje...niet vergeten hoor!?’ Ik zag een film waar een terrein met ‘Gitter’ was afgezet. De ingang tot dat terrein erachter was gesierd met een ijzeren plaat boven
Advertisement
de toegang met als opschrift ‘Arbeit macht frei’. Voor deze poort stond een man die ik op de film van zijn achterkant kon zien. Een kort gedrongen man met een dikke korte nek in uniform. Ik dacht: ‘Ja, iedereen moet doen waar hij goed in is en waar hij zich goed bij voelt. ‘Jeder das seine!’
Acht opleidingen voor veiligheid Maar ondanks toch beletterd Voor instituten geiligheid
Duiven april 2006