3 minute read

Marloes blijft beeldbellen

Ik stop nooit meer met beeldbellen

Zonder corona was Marloes Maurik (30 jaar) waarschijnlijk nooit aan beeldbellen begonnen. Nu kan ze het en wil ze er nooit meer mee stoppen!

Haar ouders wonen in Haaksbergen en kwamen, tot die nare ‘lock down-dag’, regelmatig op visite. Omgekeerd ging Marloes graag naar haar ouders en naar haar zus Suzan en haar gezin. De iPad van het team in locatie ’t Heeckeren waar Marloes woont, bevat een heleboel icoontjes met foto’s. Eén daarvan is een fotootje van de moeder van Marloes. “Hai mama, zie je wat ik doe? Marloes wandelt van de ‘coronatent’, waar ze inmiddels bezoek mag ontvangen, naar de buitenren met hangoorkonijnen. Kijk die witte is wel lief, maar die zwarte zegt hap, hap, hap ... in mijn broek.”

Verleidelijk en leuk om te doen

En zo wandelt Marloes via de tuin het huis in langs alle dingen die ze graag even met haar moeder deelt. Volgens Ashley Breukers, persoonlijk begeleider, kan dit gesprek zomaar 15 tot 20 minuten duren. Sinds de lock down beschikt elk team over een eigen iPad. “Dat betekent dat Marloes deze met zeven bewoners moet delen. Natuurlijk hebben we goede afspraken gemaakt over wie wanneer mag beeldbellen, maar soms… in een momentje van onoplettendheid, merk ik dat iemand de iPad gepakt heeft en zelfstandig even is gaan beeldbellen. Nu we vaker samen geoefend hebben, lukt het enkele cliënten namelijk heel goed om dit zelfstandig te doen via Skype.” Ashley is enthousiast over deze manier van communiceren. Beeldbellen heeft duidelijk voordelen ten opzichte van een telefoongesprek. “Nu ken ik Marloes al

een paar jaar, maar nog steeds kost het me soms moeite om te begrijpen wat ze nou precies zegt of bedoelt. Aan de telefoon mis je haar mimiek en wordt het nog lastiger. Maar met beelden erbij, heeft haar moeder aan een half woord genoeg. En dan zie je dat communiceren via beeldbellen vrijwel moeiteloos verloopt.”

Favoriete activiteit

Marloes laat zien dat ze nog meer kan met de iPad. “Kijk, zo ga ik naar YouTube. Ik houd van Nederlandse liedjes,” zegt ze nadrukkelijk. “En ik mag zelf kiezen wat ik wil. Basta!” Het liefst houd ze de iPad de hele dag bij zich in de buurt. “Maar”, vertelt Ashley, “we hebben nog meer te doen. In coronatijd gaan we niet naar dagactiviteitencentrum De Roos toe, maar organiseren medewerkers van De Roos activiteiten in ’t Heeckeren. Vertel eens Marloes, wat vind je het leukst om te doen?” Het antwoord laat zich raden: beeldbellen natuurlijk! Ashley lacht, en geeft toe dat dit inmiddels een favoriet ‘programmaonderdeel’ geworden is. Dan vraagt ze wat Marloes nog meer leuk vindt. Na even denken volgt: tekenen en schrijven, buiten spelen en ijsjes eten. Dat doet ze graag bij kinderboerderij Het Kukelnest, een paar honderd meter verderop. “Daar wandelen we soms naartoe om de dieren te aaien”, glimlachen de dames.

“Aan de telefoon mis je haar mimiek, en wordt het nog lastiger. Met beelden erbij heeft haar moeder aan een half woord genoeg. ”

Beeldbellen is laagdrempelig

Ashley Breukers (24 jaar) uit Delden maakte voor het eerst kennis met de bewoners van Locatie ’t Heeckeren tijdens haar stage. “Toen ik mijn MBO-4 diploma gehaald had, ben ik hier blijven hangen. Met veel plezier overigens, want ik houd van de doelgroep en vind het fijn om PB-er te zijn van Marloes. Prachtig om te zien hoe zij het beeldbellen omarmt en nu helemaal niet meer wil stoppen.

Ik vond het dan ook een erg goed besluit van Aveleijn om extra iPads aan te schaffen na afkondiging van de lockdown, zodat wij het beeldbellen konden oppakken in alle groepen. Natuurlijk was het geen totaaloplossing voor

de quarantaine, maar hiermee konden we wel een heleboel leed verzachten. En… voor bewoners bij wie minder vaak bezoek komt, is beeldbellen een extra en laagdrempelige mogelijkheid om toch ook wat meer contact te hebben met familie en vrienden.

Als Ashley vraagt wat Marloes fijner vindt: beeldbellen of mama in het écht zien, moet ze even nadenken. Maar dan volgt toch heel resoluut: “Mama moet hier komen. Dan kan ik haar ook een knuffel geven.”

This article is from: