
3 minute read
Persoonlijke verhalen in de driehoek
Rene
“Wat mij betreft een dikke pluim op de hoed van het lokale coronateam in de Kruidenwijk”, vindt René Schoonhoven. “Zij zorgden er bijvoorbeeld voor dat er een woning in deze wijk vrijgemaakt werd voor eventuele opvang van met corona besmet geraakte cliënten. Gelukkig bleef dat huis tot nu toe leeg”, zegt René. “Maar als je ergens mee zit of je hebt vragen over corona, dan kun je bij het coronateam terecht. Ze zijn altijd bereikbaar, nemen duidelijke beslissingen en geven snel antwoord. Best lastig”, realiseert René zich. Zelf is hij jarenlang persoonlijk begeleider geweest in de zorg. Daarnaast is hij al een lange tijd actief in de lokale cliëntenraad- verwanten en is hij momenteel voorzitter. Dus ook vanaf die stoel maakt hij van dichtbij mee wat er allemaal speelt binnen Aveleijn tijdens deze coronacrisis. “Naast het volgen van de richtlijnen van het RIVM, volgt Aveleijn ook de afwegingskaders van de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). De richtlijnen en adviezen van beide organisaties lopen niet overal 100% synchroon”, volgens Schoonhoven. Toch waren de maatregelen die genomen werden door Aveleijn steeds helder voor ons. Ze werden zorgvuldig en duidelijk gecommuniceerd door het team naar ons als ouders. Heel prettig, zo is mijn ervaring.”
René is ook enthousiast over de korte lijnen die hij heeft met de persoonlijk begeleiders van zijn dochter. “Zo maak ik Monique nu drie jaar mee als PB-er en we weten elkaar snel te vinden voor overleg rond Laxmi. Heel prettig die korte lijnen en de manier waarop meegedacht wordt. Bijzonder ook vind ik hoe Monique een tijd geleden, nog vlak voor corona, voorstelde om met Laxmi naar Zutphen te gaan. Daar staat de urn met as van haar moeder Marga, en deze krijgt een plekje in een urnenkelder. Monique spreekt regelmatig met Laxmi over haar mama, en daarbij kwam ook de vraag op, waar mama dan nu is. Door de urn letterlijk een duidelijke plek te geven, lukt het Laxmi steeds beter om het overlijden van haar moeder, in figuurlijke zin een plek te geven.” Straks, als de deuren weer wat meer opengaan, en cliënten op pad mogen, gaan Laxmi en Monique zeker nog een keer theedrinken bij mama in Zutphen.”
monique

“Het duurt te lang. En ooh, we houden het nog vol hoor, maar het wordt steeds moeilijker om een goede balans te vinden tussen veiligheid en emotioneel welbevinden. Vanaf dag één zijn we heel consequent geweest naar onze cliënten. We geven steeds duidelijke uitleg over wat er aan de hand is en welke maatregelen daarbij horen. En ja, natuurlijk vonden ze dat moeilijk om te begrijpen, zeker in het begin. Maar inmiddels is Laxmi zover dat ze míj gaat wijzen op het correct naleven van de maatregelen: “Hé Monique, vergeet niet je handen te wassen hé?”, roept ze dan.”
Het moeilijkst vindt de persoonlijk begeleider de momenten waarop iemand verdrietig is. “Probeer dan maar eens die anderhalve meter afstand in acht te houden. Dat blijft gewoon heel lastig. Want dan wil je iemand graag troosten of een knuffel geven.”
Vanaf het moment dat dagbesteding op locatie niet meer mogelijk was, hebben collega’s van dagbesteding in samenspraak met het coronateam, de activiteiten verplaatst naar de woning. “Dit hebben ze samen écht heel goed opgepakt. Heel veel complimenten voor hen” benadrukt Monique. “Sterker nog, persoonlijk ga ik ze missen, als de dagbesteding weer op locatie is. Echt waar hoor, want als ik bijvoorbeeld ’s middag hier kom en zie wat ze samen allemaal gedaan hebben! Naast bewegingsoefeningen, doen ze samen schoonmaakwerkzaamheden en klussen in de tuin.… echt toppers!
Wel merk ik aan bijna alle cliënten dat ze weer op pad willen. De deur uit, andere mensen zien en spreken. En dat begrijp ik natuurlijk heel goed. We maken nu dagelijks wandelingetjes door het park, maar hopelijk mogen we binnenkort ook weer samen naar een winkel. Laxmi wil graag weer de aandacht en waardering van mensen bij Groot Lochter, de wijkvereniging waar ze dagbesteding deed. Klusjes doen én weer gezellig kletsen met de bezoekers. Maar voorlopig blijft het nog oppassen geblazen. Onze cliënten zijn kwetsbaar en tegelijk zien ze niet of nauwelijks de gevaren van mogelijke besmetting.”