









![]()




































Dai Dai Ntab moest zichzelf als atleet weer helemaal opbouwen




15Marijke Groenewoud zag rode blosjes op haar wangen en wist dat het goed zat


Eén avond, één race zelfs was al voldoende om het afgelopen NK Afstanden memorabel te maken. Het was prachtig te zien hoe Jenning de Boo over het ijs vlóóg, prachtig om te voelen hoe in minder dan 34 seconden Thialf in vuur en vlam zette. Iedereen die erbij was, wist natuurlijk meteen dat je getuige was geweest van een rit, van een prestatie die je over tien jaar nog herinnert.
Het was mooi hetzelfde kippenvel te voelen als bij mijn allereerste bezoek aan een grote wedstrijd in Thialf. Het was eind december 2000 en het waren de jaren van de sprinters Jan Bos, Erben Wennemars, Gerard van Velde en Beorn Nijenhuis. Voor het eerst was er het gevoel van sensatie, van de elektrische sfeer die Thialf kent bij uitzonderlijke prestaties. Het gevoel van ’ik was erbij’. Dat laatste voelden zonder enige twijfel veel mensen. Want het publiek in Thialf weet doorgaans heel goed wanneer er iets bijzonders op het ijs wordt gezet. En dat was deze avond het geval.
Colofon
Hoofdredactie Eric Korver
Commercie Eric Korver
Fotografie Neeke Smit, Jorn Holwerda Glenn Wassenbergh
Vormgeving Studio Konijn
Medewerkers Rijcko Treep Natasja Weber Lisa Deen
Druk Rodi Rotatiedruk BV
Oplage 20.000
Verspreiding Gratis via de ijsbanen en betere schaatsspeciaalzaken Verschijning Maandelijks van oktober tot en met maart
Redactie 06-55866441
Mail info@skatenl.nl
Uitgever
Korver Media Langebuurt 41 1911 AT Uitgeest
T 06-55866441
E info@skatenl.nl W www.skatenl.nl
Druk
Rodi Rotatie Druk
Visseringweg 40 1121AT Diemen T 020-398 0808
SkateNL is een uitgave van Korver Media. SkateNL werkt milieuvriendelijk en verantwoord. Waterless Printing, ISO 14001 Grafimedia en KVGO.



NB Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

Prachtig is ook altijd de pure vreugde, de ontlading na zo’n rit. Hij moest even kijken, Jenning de Boo. Misschien zelfs nog een keer. Maar het stond er echt: 33,98. En daarna explodeerde de man die nog zóveel jaren voor zich heeft en waarschijnlijk nog zóveel beter kan worden. Zijn coach Gerard van Velde explodeerde. Thialf explodeerde. Laten we eerlijk zijn: mooier kan een olympisch schaatsseizoen toch niet beginnen? En dan hebben we het nog niet eens over Femke Kok die ongenaakbaar was op twee 500 meters én voor het eerst op de 1000 meter. Over Merel Conijn, die goed was voor twee titels op de langste afstanden. Over Jorrit Bergsma, die als oudste kampioen ooit de boeken in gaat na zijn gouden rit op de tien kilometer. Of Joep Wennemars, die zelf lachend aangaf de omgekeerde weg te bewandelen. Eerst wereldkampioen op de 1000 meter en dan de Nederlandse titel. En Sebas Diniz dan. Geen winnaar van goud, maar wel spectaculair en de man die Jenning de Boo uiteindelijk motiveerde tot zijn fantastische record.
De toon is gezet, en het seizoen is amper begonnen. Dat belooft wat voor met name het Olympisch Kwalicatie Toernooi eind december. Het zijn de schaatsdagen waar iedereen reikhalzend naar uitkijkt, behalve misschien de schaatsers zelf. Want die weten als geen ander hoe klein de verschillen zijn tussen een reis naar Milaan en de diepe treurnis van een gemist kans. Die weten dat je daar echt boven jezelf moet uitstijgen, zoals De Boo in dat NK deed.
We kijken er nu al naar uit.
Eric Korver, Hoofdredacteur






Dai Dai Ntab moest zichzelf weer opbouwen als atleet
























Dai Dai Ntab in actie tijdens het NK Afstanden. ,,Ik moest mezelf als atleet echt weer terugvinden.’’ (Foto Neeke Smit)


door Eric Korver
Dai Dai Ntab kwam in de zomer van 2024 binnen bij team IKO-X²O als een rijder van naam met een bak aan ervaring en meerdere prijzen achter zijn naam. Maar Dai Dai Ntab kwam ook binnen als een schaatser die al een tijdje niet meer zichzelf was, gekweld door blessures en pech. Een jaar lang werkte hij keihard om zichzelf als atleet weer op te bouwen. Nu is Ntab zover dat hij weer serieus kan meedoen om de prijzen.
Als je de naam van Dai Dai Ntab – 31 inmiddels – in verband brengt met de Olympische Spelen, dan is dat tot nu toe geen gelukkige combinatie geweest. De Amsterdammer miste de Spelen van 2018 door een dubbele valse start in het olympisch kwali catietoernooi en vier jaar later bleek zijn tweede plaats op de 500 meter niets waard omdat die in de beruchte matrix van de KNSB weinig kans op goud werd toegedicht.
Dai Dai Ntab lacht als de Spelen ter sprake komen. Hij kent zijn eigen geschiedenis, weet dat die twee dingen dan weer op tafel komen. ,,Maar ik heb het zelf allemaal wel een plek kunnen geven, al zit er ergens diep van binnen nog wel wat frustratie. Dat ik in 2022 uit de olympische selectie werd gehaald, vind ik nog steeds vervelend. Als ik daaraan terugdenk, voel ik me nog steeds wel genaaid. Maar ja, op rancune doorgaan, dat heeft niet zo heel veel zin. Daar komen alleen maar slechte dingen van. Alles bij elkaar is dat wel iets geworden dat gewoon bij mijn verhaal hoort. En dan wordt het ver-
haal des te mooier als ik straks in december wel goed ben. Iedereen begint weer op nul. Ik ook.’’
Pittig
Ntab had de afgelopen jaren vooral andere zorgen. Het lijf liet de viervoudig Nederlands kampioen op de 500 meter regelmatig in de steek, en dan met name zijn rug. Als hij terugkijkt op zijn eerste anderhalf jaar bij IKO-X²O, dan omschrijft hij dat als ’heel pittig’. ,,Ik moest terugkomen van die rugblessure, maar moest mezelf ook als atleet echt weer terugvinden. Ik was in niets meer goed. Niet snel op de atletiekbaan, slecht in het krachthonk. Het enige waar ik gewoon goed in was, was eigenlijk etsen. Er moest heel veel werk worden verricht voor dingen als mobiliteit en stabiliteit om überhaupt weer goed op het ijs te kunnen staan, op schaatsen te staan zonder dat ik ging compenseren. Alles om mijn rug in leven te houden.’’
Desondanks ging hij het seizoen in met het idee weer World Cups te rijden, het WK te halen. ,,Als topsporter moet je er ook zo in staan, vind ik. Maar de staf maakte mij aan het begin van het seizoen al duidelijk dat dit traject minimaal twee jaar zou duren. Toen ik aan het einde van de zomer ook nog eens een buikspier scheurde, wist ik dat ze gelijk hadden. Maar als ik terugkijk, kan ik alleen maar blij en trots zijn. We zijn van heel ver gekomen, en ondanks dat ik maar een kwart van de wedstrijden heb kunnen rijden, zat ik uiteindelijk een tiende van een seconde af van het WK. Maar goed, dat was niet het belangrijkste. Ik wilde weer gewoon in staat zijn races in 34,5 te rijden
en een goede basis te leggen voor dit seizoen. Dat is gelukt.’’
Oude tijden
Het is duidelijk dat Ntab blij is met zijn stap naar IKO-X²O, die zelfs wat nostalgische gevoelens losmaakt. ,,,,Het doet mij een beetje denken aan de oude tijden met Gerard van Velde bij Plantina. Een wat kleiner team, zeker voor de buitenwereld. Je bent echt als een soort van kleine familie die de wereld wil aanvallen. En iedereen is hier op z’n plek.’’ Dat is anders dan hij gewend was, zeker bij Jumbo-Visma. ,,Op die haantjescultuur daar ging ik ook wel goed hoor, maar ja, dan keek ik zelf van boven naar beneden. Nu is die situatie heel anders.’’ Hij ziet ook hoe in de voorbije vier jaar het sprinterslandschap in Nederland behoorlijk is veranderd. Het niveau is torenhoog en de concurrentie is moordend met tal van jonge jongens die snoeihard rijden. Het doet hem, zegt Ntab met een lach, een beetje denken aan zijn eigen jonge jaren. ,,Aan de tijd dat ik zelf een jaar of 21 was. Michel en Ronald Mulder schaatsten nog, Jan Smeekens ook. En ineens waren er allemaal jonge jongens die ook podium konden rijden, die World Cups en WK’s haalden. Die tijd is nu eigenlijk weer een beetje terug, alleen hoor ik nu zelf bij die oudere jongens.’’
In puin rijden
Maar hij is t. En gretig. ,,Ik wilde zo goed mogelijk aan de start staan in het NK en daarna de World Cups in. Daar zelfvertrouwen opdoen en dan het olympische kwali catietoernooi in.’’ Hij weet wat er nodig is voor succes. ,,Ik moet al die jongens die
nu voor me staan in puin rijden. Jenning de Boo, Merijn Scheperkamp, Sebas. Maar dan wel vanuit een andere positie dan de voorgaande keren. Het is eigenlijk de eerste keer in een olympische winter dat ik niet als favoriet aan zo’n seizoen begin. En weet je, ik vind het heerlijk dat de cameraploegen nu even niet met mij bezig zijn, dat ik niet nu al over resultaten hoef te praten. Ik kan me nu lekker op mijn eigen proces focussen en dat is heel jn.’’
Dai Dai Ntab dacht na het NK Afstanden zijn kans op races in de World Cup te hebben verspeeld. Zijn tijd van 34,73 uit de eerste omloop zag hij bij de uitslagen terug als de zevende tijd van de dag. Niet voldoende. Maar het mag Ntab ook wel een keertje meezitten. Tim Prins reed de vijfde tijd, maar maakte al snel duidelijk dat hij zich tijdens de World Cups wil focussen op de 1000 en 1500 meter en zodoende de 500 laat schieten. Merijn Scheperkamp schoof daardoor op naar plek vijf, en Dai Dai Ntab reist nu mee als reserve naar Salt Lake City en Calgary. Dat geeft hem in ieder geval de gelegenheid meters te maken op het snelste ijs ter wereld.

Wil jij net als Joy Beune ook een mooie cruise maken met gemakkelijk vertrek vanuit Nederland?
Wordt elke dag wakker op een nieuwe bestemming. Vol onvergetelijke momenten. Een ervaring waar je rustig de tijd voor neemt. Gun jezelf die ultieme vakantie. Gun jezelf een Holland America Line cruise.

7 nachten
Noorse fjorden met Sognefjord
- Rondreis Rotterdam
- Schip: Rotterdam
- 31 mei; 28 juni* 2026


14 nachten
Britse Eilanden
- Rotterdam naar Amsterdam
- Schip: Nieuw Statendam
- 22 augustus 2026

14 nachten Arctische cirkel oversteek: Noordkaap
- Rondreis Rotterdam
- Schip: Rotterdam
- 27 juni 2026


Neem contact op met onze reserveringsafdeling via 0800 7245425 (GRATIS), kijk op hollandamerica.com of contacteer je reisspecialist.






Joy Beune: ,,Het is jammer dat je het seizoen afsluit als de beste en vervolgens het nieuwe seizoen niet begint als de beste.’’ (Foto’s Neeke Smit)
De geschiedenis herhaalde zich voor Joy Beune, maar niet op een manier die de schaatsster uit Borne voor ogen had. Voor het tweede achtereenvolgende seizoen moest Beune zich bij het eerste toernooi van het seizoen afmelden na de eerste dag. Vorig jaar was dat het kwali catietoernooi voor de World Cup, nu het NK Afstanden.


Net als een jaar eerder in Thialf was Joy Beune er op de eerste dag wel bij in het zogenaamde WCKT. Ook destijds stond meteen de 1500 meter op het programma. Beune sloot die af met een tweede plaats, kort achter Antoinette Rijpma-De Jong. Maar de volgende dag kwam de mededeling dat Beune ziek was geworden. Ze moest in de resterende twee dagen de drie en de vijf kilome-

ter aan zich voorbij laten gaan. Of de duvel ermee speelde, voltrok zich begin november exact hetzelfde scenario tijdens het NK Afstanden. Op de eerste dag werkte Beune zich nog naar het podium op de 1500 meter, dit keer met brons achter titelverdedigster Marijke Groenewoud en de zilveren Rijpma-De Jong. Opvallend was al het grote verschil met Groenewoud. Beune moest zo’n anderhalve seconde toegeven, en dat was best opmerkelijk.

jaar achter elkaar bij de eerste wedstrijd van het seizoen. Dat is gewoon domme pech.’’
Lastig

Een dag later bleek al waarom. Coach Martin ten Hove van team IKO-X²O kwam Joy Beune afmelden voor de drie kilometer. ,,Ze is ziek, en ook best wel ziek’’,





Een dag eerder noemde Beune geen keer het niet t zijn als een excuus voor haar tegenvallende 1500 meter, maar de meervoudig wereldkampioene was wel gewoon kritisch op zichzelf. ,,Tot nu toe heb ik het elk seizoen best lastig met die eerste wedstrijden. Dat is een beetje jammer’’, vond Beune. ,,Het is ook jammer dat je het seizoen afsluit als de beste en vervolgens het nieuwe seizoen niet begint als de beste. Dat is soms best frustrerend. Ik moet er nu gewoon op vertrouwen dat ik in het seizoen groei en steeds betere races laat zien.’’


kwali catietoernooi en de Olympische Spelen. Dat is natuurlijk het grote doel dit seizoen. Waarmee ik niet wil zeggen dat ik niet graag Nederlands kampioen was geworden. Als ik aan de start sta, wil ik gewoon winnen.’’
Aanwijsplek

Dat is Joy Beune nog niet gegeven dit seizoen, in ieder geval waar het dit NK Afstanden betrof. Ze mag natuurlijk wel naar de wereldbekers in Salt Lake City en Calgary, waar ze zich regulier plaatste voor de 1500 meter, en bovendien een aanwijsplek kreeg voor de drie kilometer, de afstand waarop ze vorig seizoen in het Noorse Hamar de wereldtitel veroverde. Beune was ook voldoende hersteld om af te reizen naar de Verenigde Staten en Canada.

Beune op de 1500 meter in het NK. ,,Ik wilde een goede race rijden, dat zat er niet in.’’







vertelde Ten Hove. ,,Ze heeft echt zware koorts, ligt op bed en kan niets binnenhouden. Op de eerste dag van het NK was ze ook al niet t, maar is ze dus wel gestart. Nou, dat is vandaag echt niet mogelijk. Ze is te ziek om ook maar iets te kunnen doen. En Joy is nooit ziek, maar nu gewoon twee





Beune merkte ook op dat ze het, zoals ze het zelf verwoordde, nog niet helemaal lekker te pakken had. ,,Ik verzuur vrij snel, maak foutjes. Weet je, ik wil ongeacht het resultaat gewoon een goede race rijden. Dat zat er niet in en daar baal ik gewoon een beetje van. Je wilt in het seizoen vanaf moment één goed schaatsen en dat blijft bij mij ook in trainingswedstrijden een beetje uit. Dat vind ik jammer, want ik wéét dat ik goed ben Ik ben ook best goed de zomer uitgekomen, dan is het zonde als het op het ijs niet helemaal lukt. De komende races moet ik gewoon weer steeds beter gaan schaatsen. Het moet even terugkomen.’’



Maar Beune wist natuurlijk de zaken wel in het juiste perspectief te zien. ,,Het is aan de andere kant ook niet mijn doel om te pieken tijdens het NK Afstanden. Ik wil straks de beste zijn tijdens het olympisch



Tijdens het NK bekende haar vriend Kjeld Nuis ook nog even een diagnose te hebben gesteld. Dat bleek niet helemaal de juiste. ,,Om eerlijk te zijn heb ik vrijdag gezegd dat ze zich aanstelde’’, bekende Nuis. ,,Ja, sorry, maar ze maakte zich zo druk. Ze stuurde een berichtje dat ze helemaal gloeide. Ik zei nog dat ze zich niet zo druk moest maken, dat iedereen het spannend vindt en zo. Ze zei dat ze verhoging had. Dus ik zeg dat ze buiten een rondje moest gaan wandelen en dat het wel goed kwam. Heeft ze met verhoging die 1500 meter gereden. Maar vanochtend ging ze bijna out. Twee keer alles uitgespuugd en toen heeft de dokter haar naar huis gebracht. Ik heb nog gebeld. Ze klonk alsof ze twintig wijn op had, niet normaal. Dat ze op de eerste dag die 1500 meter heeft gereden, dat was gewoon op karakter. Maar eigenlijk was het onverantwoord. Supersneu.’’




































































Jenning de Boo schreeuwt het uit van vreugde, en de fans met hem: een 33’er in Thialf!

Het kippenvel moet dik op de armen hebben gestaan bij iedereen die erbij was in Thialf. Je voelde de sensatie, het besef. Jenning de Boo had iets onwaarschijnlijks gepresteerd: de eerste 33’er ooit in het Heerenveense schaatswalhalla. De 33,98 van De Boo was magisch.
Dat vond Jenning de Boo zelf ook, al was hij aanvankelijk helemaal niet zo tevreden met zichzelf. Dat hij op de eerste 500
meter klop kreeg van Sebas Diniz deed zeer. Maar het tergde hem ook. ,,Ik was best geïrriteerd’’, gaf De Boo toe. ,,Ik dacht echt ‘dit gaat mij toch niet overkomen’. Dat maakt je wel heel gretig en ik denk wel dat ik daardoor in de tweede omloop iets extra’s kon geven.’’
Dat leverde een nagenoeg perfecte race op. ,,Alles wat fout ging in de binnenbocht van de eerste omloop ging nu goed in de buitenbocht van de tweede. En dan ben je bijna een halve seconde sneller. Dat is echt bizar veel. Had ik zelf ook niet ver-
wacht. Toen ik over de nish kwam, kon ik ook niet meteen juichen. Ik moest echt twee keer kijken. Fuck, wat is dit voor een tijd, dacht ik.’’
Zo verbeterde De Boo zijn eigen baanrecord met de eerste 33’er ooit in Thialf. Dat, vertelt hij, stond wel héél hoog op zijn verlanglijstje. ,,Ik wilde dit ooit in mijn carrière een keertje doen, maar dat het nu al mag gebeuren is voor mij wel heel speciaal. En ik hoop dat ik nog lang genoeg mag blijven rijden om hier misschien ook weer eens onder te duiken.’’
Dat Diniz de irritatiegrens overschreed bij De Boo zegt ook iets over de prestatie van Diniz zelf, die met 34,34 in de eerste omloop ook een persoonlijk record reed. De Boo ziet het niveau om zich heen steeds hoger worden. ,,Honderd procent. Ik heb het al vaker gezegd, maar het bleek hier in Thialf weer: iedereen heeft deze zomer stappen gemaakt. Dat Diniz een persoonlijk record rijdt in Thialf zegt veel over hoe scherp iedereen is richting de Spelen. Dus ja, dat is ook een compliment naar Sebas en de staf van IKO-X²O.’’
De vraag na de 1000 meter in Thialf was even wie meer verbaasd was: Kai Verbij of de verzamelde pers. Het leek erop dat het Verbij zelf was. De sprinter uit Leiderdorp mag na zijn vijfde plaats weer het



Kai Verbij is klaar: vijfde tijd én een wereldbekerticket op de 1000 meter. ,,Ik moet nu al mijn plannen omgooien.’’ (Foto Neeke Smit)





wereldbekercircuit in, en dat was veel meer dan hij zelf ooit had gedacht. ,,Hier had ik echt geen rekening mee gehouden.’’




Van Kai Verbij werd de afgelopen jaren


immers weinig vernomen. De voormalig wereldkampioen sprint en tweevoudig wereldkampioen op de 1000 meter trok zich in het voorjaar van 2024 terug uit de schaatssport en was, zoals hij het zelf omschreef, ‘heel ver weg’. ,,Ik heb een halfjaar helemaal niets gedaan en dat is niet zonder gevolgen’’, vertelde de inmiddels 31-jarige Verbij. ,,Je raakt gewoon heel veel spieren kwijt, raakt heel veel gevoel kwijt. Dat heb ik heel erg onderschat. Dat weer opbouwen heeft heel veel tijd gekost. Pas nu begin ik weer een beetje een lichaam te krijgen.’’



omgeving voor jezelf. Het was gewoon heel mooi even de wereld buiten topsport te zien, maar daardoor ben ik die topsport juist ook wel veel meer gaan waarderen. Ik zie nu dat het een privilege is om t te zijn en dit te mogen doen. Op dit moment ben ik veel dankbaarder voor mijn positie en de progressie die ik maak.’’





Zijn, om het zo maar eens te noemen, retraite heeft hem ook nieuwe inzichten verschaft. ,,Ik ben op mijn vijftiende of zestiende naar Heerenveen gekomen. Vanaf dat moment was het alleen maar topsport, topsport, topsport. Het is gewoon een bubbel waarin je leeft. Een heel klein wereldje dat me ook heel erg gingen benauwen. Dan wordt het een heel negatieve

Hij stapte weer in bij Johan de Wit, toen die met zijn Team Gold rond Miho Takagi met name in Leeuwarden trainde. ,,Op dat moment was ik echt heel ongetraind, maar het programma van Johan is een bikkelprogramma, daar moet je echt keihard trainen. Dat heb ik gedaan. Maar als je met een basis van nul erin gaat, houd je dat niet vol. Voor mijn gevoel raakte ik half overtraind.’’ Nu kon hij terecht bij het Kafra van Jutta Leerdam en coach Kosta Poltavets. ,,Ik heb een heel goede zomer gedraaid, maakte echt stapjes en daar was vandaag een bewijs van. Een degelijke race, maar je wordt er geen olympisch kampioen mee.’’






Kjeld Nuis weet het: hij is de beste op deze 1500 meter. ,,Ik ben nog nooit in mijn leven zo snel begonnen in een seizoen.’’ (Foto Neeke Smit)

Als de concurrentie al moordend was op de 1500 meter, dan is dat in dit olympische seizoen niet minder geworden. De verschillen zijn minimaal, het aantal toprijders wordt steeds groter. En toch kwam in Thialf weer Kjeld Nuis bovendrijven. Met een fantastische tijd pakte hij zijn zesde nationale titel op het koningsnummer.
Kjeld Nuis – 10 november werd hij 36 jaar – was na a oop euforisch. En die blijdschap kwam om meer redenen dan alleen
die titel. Hij had genoten van zijn rit tegen Joep Wennemars. De winnaar van de 1000 meter bleek een fantastische tegenstander, die ook nog zijn verstand gebruikte op het moment dat er een moeilijke wissel dreigde. ,,Hij loste dat netjes op, maar ook in het besef dat ik zijn reddingsboei was om óók een heel snelle tijd neer te zetten. Dat zei Wennemars daarna zelf ook.’’ Nuis memoreerde daarna nog maar eens dat hij ook nog tegen vader Wennemars had gereden, de zelfs op de dag van deze 1500 meter vijftig jaar geworden Erben. ,,En nu rijd ik tegen zijn zoon. Maar ze rijden allebei precies hetzelfde. Joep ging
er ook als een raket vandoor. Hij reed ook een heel snelle 500 meter en heeft zóveel power in dat eerste stuk. Dan weet je dat het een taaie race wordt.’’
Een race die uiteindelijk leidde naar een indrukwekkende tijd voor Nuis: 1.43,49. Nuis, lachend: ,,Ik had beloofd niet weer over mijn leeftijd te beginnen, maar ik ben nog nooit in mijn leven zo snel begonnen in een seizoen. Volgens mij was 1.44,2 het snelst. Al die seizoenen eindigde ik in de 1.43 laag. En nu ben ik al bijna een seconde sneller.’’
Dat moet ook wel, vervolgt Nuis. ,,Als je Tim Prins ziet, Joep Wennemars. Man,
we hebben nog nooit zo’n snel podium gehad, en de winnende tijd is nog nooit zo snel geweest. Fenomenaal niveau, en ik moet echt álle zeilen bijzetten. Niet arrogant bedoeld, maar er zijn weleens races geweest waarbij ik dacht ‘dit is wel genoeg’. Of dat ik iets rustiger opende en wist dat ik het in de rondjes wel kon redden. Zo werd ik in een World Cup nog weleens tweede. Maar dat is niet meer. Als je nu iets laat liggen, ben je gewoon weg. Je staat niet eens in de top vijf. Ook in Nederland. Het niveau is zó hoog, en iedereen ruikt zijn kans. Dan ben ik supertrots dat ik mezelf weer heb kunnen overstijgen.’’
Het waren maar een paar woorden die Jillert Anema sprak in het voorbijgaan. ’We zijn weer baas op de lange afstand’. Zo was het maar net. Voor de achtste keer in zijn lange loopbaan kroonde Jorrit Bergsma zichzelf tot koning op de tien kilometer. En van alle acht was dit de titel die hij wellicht het minst verwachtte.
Jorrit Bergsma wordt op 1 februari veertig jaar en reed in de strijd om de Nederlandse titel op de tien kilometer iedereen naar huis. De prille twintigers Wisse Slendebroek en Sil van der Veen hadden met gemak zijn zoons kunnen zijn, maar ook zij moesten buigen voor Bergsma. ,,Een oude leeuw, tja, misschien wel’’, mompelde Jorrit Bergsma na zijn zege. ,,Ik ben er zelf in ieder geval niet te veel mee bezig hoor.’’
Maar de Fries vond het wél geweldig zijn eerste Nederlandse titel op een individuele afstand sinds 2022 te kunnen vieren met zijn kinderen; zoon Brent en dochter Barbara Jean. ,,Heel bijzonder’’, noemde
Bergsma dat. ,,Ze begrijpen nu ook veel beter wat er aan de hand is. Zeker Brent, de oudste. Fanatiek kereltje die heel graag hetzelfde doet als ik: etsen, skeeleren. Heel gaaf dat met ze te delen. Ze vroegen ook wanneer ik weer eens ging winnen. Het is mooi dat we dit dan nog met elkaar meepakken.’’
Voor zo’n titel keerde Jorrit Bergsma vorig seizoen terug bij Jillert Anema. Oude liefde roest immers niet, en bij Anema hoopte de schaatser uit Aldeboarn weer te vinden wat hem ooit olympisch kampioen maakte. ,,Ik heb bij Jumbo twee leuke jaren gehad. Heel leerzaam. Maar ik merkte wel dat ik daar iets miste, en dat vind ik wel bij Jillert.’’ Dat is, legt hij uit, toch een andere manier van trainen. ,,Dat is natuurlijk heel persoonlijk, maar de manier waarop Jillert en Arjan Samplonius de trainingsschema’s maken, dat past gewoon beter bij mij.’’
En die leeftijd? ,,Ach, ik merk dat ik wel op mijn herstel moet letten. De arbeidsrustverhouding wordt steeds belangrijker. Maar met wat ik op het ijs kan laten zien voel ik geen groot verschil. Het wordt
wel steeds lastiger Nederlands kampioen te worden, omdat er goede jonge jongens aankomen. Des te mooier dat het nu weer is gelukt.’’


Jorrit Bergsma op weg naar vrouw Heather en kinderen Brent en Barbara Jean om zijn achtste nationale titel op de tien kilometer te vieren. (Foto Neeke Smit)










Merel Conijn zette haar handtekening onder een geweldig Nederlands kampioenschap. De Noord-Hollandse werkte met twee nationale titels behoorlijk mee aan de zegetocht van haar team Albert Heijn Zaanlander. Conijn was de koningin van de lange afstanden. Zowel op de drie als de vijf kilometer was ze de concurrentie de baas.






De drie kilometer van de 24-jarige Merel Conijn was al heel sterk, maar haar race op de vijf kilometer was ronduit indrukwekkend. Conijn zat met 6.41,48 slechts 25 honderdsten boven het baanrecord van Irene Schouten. Daar baalde ze best nog wel van. ,,Ik was tijdens de race helemaal niet bezig met dat baanrecord, eigenlijk vooral met winnen. Maar twee rondjes voor het einde hoorde ik















pen ’baanrecord’. Toen had ik wel door dat ik in de buurt zat. Had ik dat iets eerder geweten dan had ik wellicht ook iets eerder kunnen versnellen, wat ik tegen het einde van de rit toch van plan was. Die versnelling was nu net niet meer voldoende.’’ Maar dat was ook echt het enige dat Merel Conijn te ’klagen’ had. Ze leverde een dik persoonlijk record af in een



verder vlekkeloos weekend. Daarbij ging het op de vijf kilometer zondag opvallend genoeg een stuk beter dan op zaterdag, bekende Conijn, die haar titel op de langste afstand prolongeerde. ,,Ik had ergens wel het idee dat ik dit kon rijden, maar de rest van de week was mijn techniek nog helemaal niet zo goed. Maar zondag stond ik op het ijs en voelde ik meteen dat ik het weer had. Ik raakte ze weer. Ook tijdens de rit. Ik waakte ervoor te gehaast te gaan rijden, omdat ik bang was die timing weer kwijt te raken. Het lukte vanaf rondje twee ook om












Arjan Samplonius roe-








met de handen op mijn rug te rijden. Het voelde echt heel goed.’’ Blijft opvallend dat er zóveel verschil kon zitten tussen twee dagen, al was de drie op zaterdag natuurlijk ook allerminst belabberd. ,,Misschien toch een stukje training’’, zocht Conijn naar een verklaring. ,,We hebben nog niet echt lang op het ijs gestaan, en het ging nog elke training beter. Zaterdag was het ook al beter dan in de training, en zondag was het dan echt raak.’’ Natuurlijk verdiende Merel Conijn tickets voor de wereldbeker, maar daar zag de Noord-Hollandse in overleg met coach Jillert Anema vanaf. De reden zit vooral in de gezondheid van Conijn, die drie jaar geleden leed aan een calciumtekort, waardoor ze lang niet kon schaatsen. Herstel kon zelfs wel vier jaar duren, hielden de artsen haar voor. Dat ging uiteindelijk een stuk sneller, maar nog steeds is zowel Conijn zelf als ook de ploeg voorzichtig. ,,Onze inschatting is dat de wedstrijden in NoordAmerika Merel fysiek uiteindelijk meer kosten dan ze opleveren’’, zei coach Arjan Samplonius daarover. ,,De kans bestaat dat we haar pas weer op het OKT zien.’’










Het is een apart verhaal, dat van Anna Boersma. Nooit eerder maakte ze echt indruk tijdens een nationaal titeltoernooi, maar nu drukte ze ineens haar neus tegen het venster. Twee keer podium, twee keer een persoonlijk record en één keer een ticket voor de eerste wereldbekers. Geen slechte oogst voor een schaatsster zonder kruisband.
Dat laatste is toch een bijzondere ontboezeming van Anne Boersma (24), die zich dit jaar aansloot bij het nieuwe team van Staan/CTS Group, waar ze voorheen al met coach Ian Steen werkte bij het Team Frysk. ,,Ik scheurde mijn voorste kruisband vorig jaar af tijdens krachttraining. Opereren kon, maar dat wilde ik liever niet. Ik hoopte het gewoon sterk te kunnen maken. De vraag was alleen of ik daarmee zou kunnen schaatsen. Als dat niet zo was, konden ze altijd nog opereren. Maar ik heb lang en goed gerevalideerd en deed er alles aan om terug te komen. Dat is gelukt. Ik voelde aan mijn lichaam dat het sterk was.’’ Eind vorig seizoen stond ze al aan de start in het NK Afstanden en daar reed ze prompt een nieuw persoonlijk record op de 500 meter. En in maart werd ze ook al
tweede in de Zilveren Bal, achter Femke Kok. Die lijn trok ze door met een geweldig NK: tweede in de eerste omloop, derde in de tweede en een pr dat nu op 37,44 staat. ,,Ik heb echt moeilijke jaren gehad maar heel trots op mezelf dat ik nu hier sta.’’ Eerder kwam ze niet eens in de buurt van waar ze nu eindigde. ,,En nu lijk ik zonder kruisband alleen maar beter te rijden.’’
Ze heeft wel een verklaring. ,,Ik had een heel goede basis, ook vorig jaar al. Toen voelde ik dat het heel goed ging, tot ik die kruisband scheurde’’, vertelt Boersma. ,,Maar door die goede basis heb ik heel snel weer kunnen opbouwen. Dat motiveerde me ook enorm.’’
Boersma maakte eind vorig seizoen genoeg indruk om een plek te veroveren in de nieuwe ploeg van Ian Steen en Hein Otterspeer. ,,Ian had ik al als trainer bij het gewest. Hij zag ook dat ik alles kon zonder kruisband, dat ik nog gewoon persoonlijke record kon rijden. Ik heb er ook echt helemaal geen last meer van. Hij wilde me graag bij het nieuwe team en ik wilde heel graag met hem mee.’’
Door dat team heeft ze ook weer stappen gezet, stelt ze. En nu mag ze voor het eerst mee naar de wereldbekerwedstrijden. Boersma heeft geen idee wat haar te wachten staat. ,,Dit is een droom die uit-
komt. Ik laat het lekker op me afkomen, zie het wel. En ik ga heel erg genieten.’’
Anna Boersma juicht: pódium én naar de wereldbeker. (Foto Neeke Smit)








uitslagen van Ronald Kruijer prijkt er welgeteld één keer een 1 achter zijn naam. Maar dat was ook wel meteen een heel mooie. In het Zweedse Luleå kwam de diesel Ronald Kruijer helemaal op toeren in één van de zeldzame tweehonderd kilometers die daar zijn gereden. Uiteindelijk kwam hij solo als winnaar over de nish en de nuchtere noorderling wist meteen: dit was de kroon op zijn loopbaan.




jaren een sport die boeit. Op kunstijs, maar zeker op natuurijs. Vooral dáár geldt het recht van de sterkste, en slechts een enkele keer dat van de gelukkigste. De schaatsers van de lange adem zijn avonturiers, doorzetters, de cowboys van het ijs. En ze maakten door de jaren heen ink wat mee. In deze serie verhalen haalt SkateNL voor de liefhebbers de mooiste en meest memorabele momenten terug. Deze keer gaan we niet eens zo heel ver terug: februari 2022, Ronald Kruijer wint de 200 kilometer in Zweden.
lijk géén schaatsseizoen is. De 36-jarige Groninger zette na het vorige seizoen een punt achter zijn lange loopbaan. En dan is opeens alles anders, zoals ook het verkoudheidje dat hem treft op de dag dat we praten. ,,Klopt, haha. Dat maakt nu niet zoveel meer uit.’’ Ook in de zomer zag het leven er al heel anders uit voor hem. ,,Het maakt opeens niet meer zoveel uit als een keer iets niet volgens planning gaat, waar ik voorheen juist altijd volgens een heel strak ritme leefde van werken, thuiskomen, trainen, eten. Nu sla ik best eens iets over.’’ Kruijer stapte nu helemaal over naar het ’gewone’ werkzame leven, al werkte hij al veel langer naast het schaatsen. Bij zijn laatste ploeg De Haan Westerho was hij immers ook al geen fulltime schaatser meer. ,,Eigenlijk heb ik er altijd naast gewerkt sinds ik in 2014 een ongeluk heb gehad.

modo hebben ze geen auw



Toen heb ik er echt voor gekozen te werken naast de sport, Eerst 24 uur, toen 28 en nu zit ik op 32 uur. Dus in dat opzicht is er niet zo veel veranderd.’’
Hij is sinds afgelopen zomer werkzaam bij de Veiligheidsregio Groningen, waar ze maar weinig weten over zijn loopbaan als topschaatser. ,,Ik ben redelijk anoniem daar, haha. Sommige mensen hebben me wel opgezocht op Google en vragen dan of ik inderdaad wel goed kan schaatsen. Maar zodra ze doorhebben dat je een Alternatieve Elfstedentocht hebt gewonnen, komt bij een enkeling wel het besef, maar grosso



Dat zou wel mogen, want hun nieuwbakken collega behoorde jarenlang tot de betere rijders in het marathonpeloton. Zeker nadat Kruijer voor zichzelf uitvogelde dat zijn kracht toch misschien meer op natuurijs lag. ,,Ik ben me echt pas later echt op natuurijs gaan richten. In mijn jongere jaren was ik ook wel goed in de sprint op kunstijs, maar ik merkte wel dat ik dan toch altijd wel vijfde, zesde, zevende werd. Zeker na de komst van een snelle jongen als Luc ter Haar in onze ploeg heb ik me afgevraagd waar mijn grootste kansen lagen. Op natuurijs reed ik ook best goede uitslagen, en op een gegeven moment heb ik bewust gekozen voor natuurijs, ook in mijn trainingsaanpak. Dat rendeerde al vrij snel met het rijden van nales op een tweehonderd kilometer. Dus dat is wel een beetje een proces binnen mijn loopbaan geweest.’’ Een proces dat uiteindelijk lonend bleek. De vijfde maart van 2022 was een prachtige dag in het Zweedse Luleå, waar het peloton dat jaar langer dan gebruikelijk was neergestreken. ,,De wedstrijden op de Weissensee waren nog altijd afgelast vanwege corona,








en zodoende reden we vijf races in Luleå, waaronder het ONK en de Alternatieve.’’ Die laatste was voor de gele-
genheid omgedoopt in de maar één echte Alternatieve.

Sea Ice Classic, want tja, er is

,,Het was de laatste wedstrijd van het seizoen’’, weet Kruijer nog. ,,Als team hadden we het al best wel goed gedaan, met een overwinning van Marthijn Mulder in de eerste wedstrijd van de Grand Prix. Ik was de hele week wel in orde, had er ook speci ek naartoe getraind. En meestal was ik ook in het laatste deel van het seizoen wel goed.
drie minuten naar de kopgroep dichtgereden en dat was voor mij de bevestiging dat het wel goed zat met de vorm. Ik viel nog wel hard die dag en sloeg daarom ook een
wedstrijd voor de tweehonderd over.’’





Dat ONK, vervolgt Kruijer, was in zijn beleving ook zwaarder. ,,Veel wind, maar een man of twintig aan de nish. Maar die Sea Ice Classic was eigenlijk een relatief lichte
editie voor een tweehonderd kilome-
ter. Qua weersomstandigheden dan. Weinig wind, goed ijs. Betekent natuurlijk niet dat het een makkie was. We hadden al zo’n
vierhonderd wedstrijdkilometers in de benen en een tweehonderd is natuurlijk
uiteindelijk áltijd zwaar. Volgens mij bleven
tot rond de 150 kilometer en dat is natuurlijk ook uitzonderlijk omdat je het peloton normaal gesproken veel eerder ziet uit-

Maar daarna zag Kruijer hoe de grote mannen écht gas gaven. ,,Jordy Harink, Crispijn Ariëns, en ook mijn ploeggenoot Ronald snel uit naar tien, twaalf man. De afstand ningen van de hele week. Dat was ook het
Haasjes. Vervolgens dunde het ook heel begon zijn tol te eisen, net als de inspanbegin van een best wel tactische nale, Ronald Kruijer jubelt als hij solo de finish in Luleå passeert. ,,Dat was de overwinning waar ik echt op heb gejaagd.’’(Foto’s Neeke Smit)

waar wij als ploeg met een overtal in zaten: Ronald Haasjes, Mart Bruggink, Daan Gelling en ik.’’


Afstand
Dat bracht wat luxe voor de mannen van De Haan Westerho (destijds nog Bouwselect) in de nale. ,,Ronald Haasjes probeerde het een keer of twee, Mart Bruggink, Daan Gelling probeerden het, en uiteindelijk vertrok ik op een kilometer of vijf van de nish. Ik merkte daarvoor al dat er steeds langer werd gewacht met reageren op de ontsnappingen, dat er steeds meer naar elkaar werd gekeken. Sprinters willen hun kruit niet verschieten als ze dichter bij de streep komen, want dan weten ze dat ze eigenlijk kansloos zijn. Dus ik zag al vrij snel dat ze gingen staan nadat ik was weggereden en omdat ik er zelf ook nog wel veel energie in mijn versnelling had zitten, pakte ik in een kilometer tijd veel afstand op de mannen.’’



Uiteindelijk stak Bart van der Vlugt nog over en kwam ook Niels Overvoorde nog hard aanrijden, maar in de nale rekende Kruijer gedecideerd af met die rivalen. ,,De laatste kilometer kon ik er alleen maar aan denken dat ik geen fouten meer mocht

maken, dat ik moest blijven staan. Echt tot het einde gefocust blijven. Maar als je dan solo over de streep komt, is dat gevoel echt onbeschrij ijk.’’ Kruijer stelde al meteen dat hij daar in het hoge noorden van Zweden de kroon op zijn loopbaan had gezet, ook al was die nog niet ten einde. ,,Maar een tweehonderd kilometer winnen is het hoogste dat er is. Ik kijk ook met heel veel voldoening terug op de winter van 2012, toen ik ook goed reed in legendarische wedstrijden als Eernewoude en Hollands Venetië. Prachtig dat ik dat nog heb mogen meemaken. Ik merkte ook wel dat ik echt heb gejaagd op zo’n grote zege, zeker nadat ik mijn ploeggenoten Mart Bruggink en Jouke Hoogeveen Nederlandse titels zag pakken op de Weissensee. Ik had echt het gevoel dat zo’n dag voor mij ook moest komen.’’
Kindje
Nu geniet Ronald Kruijer nóg, maar dan van zijn nieuwe leven. Met zijn vriendin Lobke verwachten ze thuis in Eelde hun eerste kindje. ,,Dat is eind februari uitgerekend.’’ Precies dus als het peloton weer terugkeert naar Luleå. Kruijer, lachend: ,,Luc ter Haar merkte ook meteen al op dat ik
Dat is, erkent hij, wel een beetje gek, zoals het hele seizoen nog even wennen is. ,,Ik ben bij de openingswedstrijd in Amsterdam geweest. Sta je ineens aan de andere kant van de boarding. Dat is vreemd. Je kijkt ineens ook heel anders naar het peloton. Minder gekleurd, omdat ik ook geen rol meer heb bij een ploeg. En natuurlijk kijk je nog wel naar je oude teamgenoten, naar mijn vervanger Mats Stoltenborg. Als ik hem zie rijden, weet ik in ieder geval dat hij een waardig opvolger is.’’
Hekman juicht, met het voor Sjoerd Huisman kenmerkende Supermanlogo op de mouw. (Foto Neeke Smit)





De sportieve uitdagingen zoekt hij nu naast het ijs. Kruijer stortte zich op hardlopen en voltooide recent in Amsterdam zijn eerste marathon. ,,Verder heb ik mijn golfvaardigheidsbewijs gehaald en ben ik wat aan het basketballen met vrienden.’’ Over het verloop van die marathon zwijgt de bescheiden Kruijer nog even, maar uiteindelijk komt het hoge woord eruit. ,,Ik wilde onder de drie uur lopen, en dat is gelukt: 2.53. Tóch een echte duursporter dus.’’ Daar zit dan zeker nog rek in. ,,Ik zou misschien wel naar de tweeënhalf uur kunnen, maar dan zit ik weer in dat keurslijf, moet ik precies weer doen waarom ik nu ben gestopt. Daar heb ik geen zin meer in.’’






















Marijke Groenewoud wappert met de Nederlandse vlag in Thialf. ,,Ik had niet verwacht dat ik nu al zo hard zou rijden, want we staan natuurlijk nog niet eens zo heel lang op het ijs.’’
Smit)
Marijke Groenewoud leverde in Thialf weer een krachtproef af. De Friezin stond op elk onderdeel aan de start, behalve de 500 en 1000 meter. De oogst was aanzienlijk met drie keer goud, een zilveren en een bronzen plak. Meeste voldoening?
Het prolongeren van haar titel op de 1500 meter, haar eerste onderdeel in dit NK.
,,Al met al is het een supergoed weekend geweest’’, concludeerde Marijke Groenewoud laat op de zondagavond. Om haar heen werden de rekwisieten van de nationale titelstrijd zo ongeveer al afgebroken, maar de schaatsster uit Grou was ook daadwerkelijk zo ongeveer de laatste die het ijs verliet. De zaterdag, vond ze, was wel wat minder geweest. ,,Maar op zondag haalde ik nog even dik zes seconden van mijn persoonlijk record op de 5000 meter af, en mijn 1500 meter was mijn snelste ooit op Thialf. Dus ik ben echt dik tevreden.’’
En die zaterdag, daar had ze best wel een verklaring voor. ,,Ik was de hele week al een beetje verkouden geweest en dat












kwam een beetje naar mijn ogen toe. Ze dachten ook dat ik een ontstoken traanbuis had. Geen idee of dat er invloed op heeft gehad, maar ik stond gewoon niet superscherp aan de start. De spanning vloog eraf na de 1500 meter, dat liep een beetje leeg. En spanning heb je gewoon wel nodig op een drie kilometer.’’
Interesse
Dat had alles te maken met het verloop van het toernooi tot dan toe. Groenewoud keek met de meeste interesse uit naar de 1500 meter, die voor haar uiteindelijk uitstekend verliep. ,,Maar we reden wel pas heel laat op de eerste dag. Voordat je dan een keer slaapt is het gewoon twee uur. De dag erna voel je dan gewoon dat de spanning van je af valt.’’
Maar de vijf kilometer was vervolgens een afstand die wél een stempel van goedkeuring verdiende, ook al moest ze daar in een rechtstreekse confrontatie het goud aan ploeggenote Merel Conijn laten. ,,Daar heb ik gewoon mijn eigen rit gereden. Ik wist dat Merel zo lang mogelijk bij mij wilde blijven en de laatste rondjes dan versnellen. Dat doet ze altijd. Dus ik probeerde gewoon mijn eigen rit te rijden en gewoon







vlot te starten. Dat ging heel goed als je zes seconden snelle bent dan ooit.’’ Conijn en Groenewoud hadden veel aan elkaar in hun rit. ,,Absoluut. Ik dacht er alleen maar aan dat ik voor Merel moest blijven en zij wilde bij mij blijven. Dan trek je elkaar gewoon naar een hoog niveau.’’
Groenewoud kon alleen maar constateren dat het niveau in Thialf waanzinnig hoog lag. ,,Het podium was echt niet normaal’’, stelde ze met enige verwondering in de stem. ,,Ik zat nog op de bank toen ik hoorde dat Bente Kerkho de twaalfde tijd ooit had gereden, en ik dacht ’shit, dat is sneller dan mijn persoonlijk record’. Vervolgens rijd ik daar zelf ook zes seconden vanaf. Onwaarschijnlijk. En het zijn ook geen kleine hapjes die er uit die tijden worden genomen.’’
Spanning
Helemaal onverwacht kwam de toptijd –de derde snelste 5000 meter op een laaglandbaan achter Irene Schouten en Merel Conijn – voor Groenewoud niet. ,,Tijdens het in etsen voelde ik al de spanning. Daan Breeuwsma liep ook een beetje om me heen, die wist wel dat ik dat een beetje
nodig had. En toen ik naar het ijs liep, zag ik een beetje rode blosjes op mijn wangen en wist ik dat het wel goed zat.’’
Daarmee is Groenewoud in deze fase van het seizoen eigenlijk al wat verder dan ze zelf had gedacht. ,,Ik had niet verwacht dat ik nu al zo hard zou rijden, want we staan natuurlijk nog niet eens zo heel lang op het ijs.’’ De ploeg van Jillert Anema reisde namelijk als enige nog laat naar het buitenland, naar het Italiaanse Collalbo voor het bij de rijders minst populaire trainingskamp. ,,Omdat het gewoon heel erg zwaar is’’, verzuchtte Groenewoud. Ze is in ieder geval blij dat de kop er nu af is. ,,Zeker. Je traint de hele zomerkeihard en uiteindelijk wil je dan wedstrijden rijden, en kijken hoe de concurrentie ervoor staat. Ik ben heel blij met de resultaten van het NK.’’ Die zijn waarschijnlijk ook terug te voeren op een iets andere aanpak, waarbij Groenewoud in de trainingen wat meer individuele rondjes rijdt in plaats van in een groep. ,,Dat denk ik wel. We hebben in de training ook weleens twaalf rondjes gedaan. Dan probeer je echt het wedstrijdtempo te pakken en daarvan pro teerde je bij deze wedstrijden absoluut.’’











Het Peace Memorial Statue in Nagasaki, ter herinnering aan de atoombom de daar viel in 1945.




























D3&4JANUARI2026
ELFSTEDENHAL, LEEUWARDEN SCHAATSEN.NL/TICKETS




e shorttrackers staan de komende weken in het middelpunt van de belangstelling in eigen land. Eerst is er eind november de Odido World Tour in Dordrecht en vervolgens is het begin januari tijd voor het Odido NK Shorttrack. Beide keren een prachtige gelegenheid om de mannen en vrouwen van de snelle rondjes en de vliegende bochten op eigen bodem aan het werk te zien, voor de beste naar de Spelen in Milaan gaan.

naamste blikvangers in de Nederlandse shorttrackploeg. De 24-jarige Velzeboer is uitgegroeid tot een heuse gouddelver. Eén olympische gouden medaille heeft ze achter haar naam staan, naast maar liefst acht wereldtitels en meerdere Europese titels.
Nadat Suzanne Schulting als gevolg van haar enkelbreuk tijdens het WK in Rotterdam de keuze


Shorttrack heeft de laatste jaren Nederland echt veroverd. En Nederland heeft shorttrack veroverd. Het één heeft natuurlijk alles te maken met het ander. Ons land heeft inmiddels een geweldige structuur voor het opleiden van shorttrackers, met steunpunten op diverse plekken in het land. Daaruit komen de toppers voort die vervolgens aansluiting vinden bij de wereldtop. De successen van Sjinkie Knegt, de relayploegen en natuurlijk Suzanne Schulting hebben geleid tot een grote populariteit van shorttrack. Want wie houdt er nu niet van succes?
De namen zijn inmiddels veranderd, maar het succes is gebleven. Jens van ’t Wout en Xandra Velzeboer zijn nu de voor-




maakte voor de langebaan is Xandra Velzeboer echt het boegbeeld van de vrouwenploeg geworden. En ze is er natuurlijk bij als op zaterdag 3 en zondag 4 januari in de Elfstedenhal in Leeuwarden de Nederlandse titels worden verdeeld. Andere toppers die je in actie kunt zien? Onder anderen haar zus Michelle Velzeboer, de sterke Sandra Poutsma, Zoë Deltrap,




Diede van Oorschot en Bibi Arts. Bij de mannen is Jens van ’t Wout dus de vaandeldrager van Oranje. Weliswaar minder behangen met eremetaal dan Xandra Velzeboer, maar de jongste van de twee broers kampte ook lange tijd met blessureleed. Maar als Jens van ’t Wout t is, blijft het een genot naar zijn races te kijken. Zijn oudere broer Melle is ook weer hersteld van een slepende blessure en samen reisden ze de wereld rond voor de World Tour.

Naast de broers blijft natuurlijk Sjinkie Knegt een absolute eindbaas, altijd spectaculair om te zien. De ’Schicht uit Bantega’ is er weer bij, net als de meeste andere rijders van TeamNL Shorttrack: Teun Boer, Itzhak de Laat, Bram Steenaart, Friso Emons, Daan Kos, Kay Huisman en hopelijk ook Sven Roes.

Het mag duidelijk zijn: het is de moeite de sterren van het Nederlandse shorttrack nog even in actie te zien voor de besten van hen afreizen naar Italië voor de Olympische Winterspelen. Mis het Odido NK niet en bestel je tickets via schaatsen.nl.
Xandra Velzeboer raast over het ijs; straks ook in het Odido NK Shorttrack in Leeuwarden. (Foto Neeke Smit)



Sven Roes: ,,De eerste vier World Cups zijn alweer weg en dan wordt het gewoon moeilijk jezelf er nog tussen te rijden.’’ (Foto’s Neeke Smit)
Terug bij af is hij zeker niet, maar tegenslag heeft Sven Roes opnieuw getro en. Net toen de Fries dacht klaar te zijn voor een mooi seizoen werd hij door nieuw fysiek leed weer aan de kant gehouden. ,,Wat ik nu voel, is vooral onmacht.’’
Sven Roes geeft eerlijk aan dat hij het best moeilijk vindt erover te praten, en dat geeft meteen feilloos aan hoe diep de mentale pijn zit bij de shorttracker uit Leeuwarden. ,,Vooral omdat ik niet echt doelen kan stellen, niet ergens naartoe kan werken. Ik heb geen idee wanneer het weer lekker zal gaan. Dat vind ik echt heel lastig’’, verzucht Roes.
Even een klein stapje terug. Sven Roes viel twee jaar geleden ten prooi aan blessures. Eerst zijn heup en na de operatie daaraan volgde zijn knie. ,,Twee jaar lang geen wedstrijd gereden, maar vorig jaar toch weer teruggekomen. World Cups gereden, zilver op het EK. Het ging gewoon weer lekker. Dat was veelbelovend, zeker omdat de zomer ook gewoon goed ging. Maar in het begin van het seizoen kwamen de pijntjes, en die zijn niet meer weg-


gegaan. Gelukkig is het nu al wel weer wat beter. Ik ben weer aan het schaatsen en veel aan het etsen op weer conditie op te bouwen.’’


Maar terwijl zijn ploeggenoten aan de overkant van de oceaan op het mondiale podium streden, zat Sven Roes thuis in Leeuwarden. ,,De eerste vier World Cups zijn alweer weg en dan wordt het gewoon moeilijk jezelf er nog tussen te rijden.’’ Dat is wat hij misschien nog wel het moeilijkst vindt, dat er geen concreet vooruitzicht is. ,,Alles wat ik nu kan doen, is hard trainen en proberen het beste eruit te halen. Geen idee wat dat me brengt. Misschien mis ik de Spelen, maar er komt daarna ook nog een WK. Dan moet ik maar kijken wat ik er dan nog uit kan persen.’’
Stijver





Ondertussen is het ook niet helemaal helder wat er precies aan schort bij hem, al weet Roes wel dat het te maken heeft met zijn heup en de operatie die hij heeft ondergaan. ,,Het was destijds geen kleine ingreep en ze vertelden al dat die kant wat stijver kon blijven. Maar eigenlijk ging dat best goed en vorig jaar was het gewoon weg. Ik kon alles doen. Nu beweegt het
allemaal weer zó stijf. Ik kan niet lekker bewegen tijdens het schaatsen. Soms is het wat erger, soms is het wat minder, maar het is vooral heel vervalend dat ik het niet onder controle heb. Draai ik een heel lekkere training, gaat het goed, kan ik de dag daarna zomaar weer helemaal stijf zijn. Zodanig zelfs dat ik me gewoon bijna niet kan bewegen tijdens het schaatsen.’’







Het is niet eens frustratie die overheerst in zijn gevoel. Of moedeloosheid. ,,Het is vooral onmacht’’, stelt Roes. ,,Weet je, ik wil gewoon heel hard trainen, niet opgeven. Ik ben geen opgever. Mentaal wil ik gewoon enorm graag. Het kan me nooit te gek in de trainingen, maar het is zó moeilijk dat het lichaam dan niet meewerkt.’’
beetje kwijtgeraakt. ,,Ik heb altijd gezegd dat ik doorga zolang ik plezier heb in de sport. Maar met al dit gedoe wordt dat ook wel minder. Ik heb het daar ook weleens over met mijn ouders en mensen om me heen, en die zeggen eigenlijk allemaal hetzelfde. Dat ik de sport absoluut leuk vind, maar dat mijn lichaam het op dit moment niet leuk maakt. En zo is het eigenlijk ook. Als ik t ben, is dit het mooiste wat er bestaat. Dan wil ik op het ijs staan, geniet ik, en wil ik niets liever dan hartstikke hard trainen en met die gasten elkaar helemaal kapot maken op het ijs.’’ Hij reist medio november naar Canada voor een wedstrijd in Montreal. ,,Ik ga daarheen met nul verwachtingen, maar ik moet wél raceritme opdoen. Racen, daar word ik gewoon beter en sterker van. Daarna komt het NK, waar ik hoop ook iets te kunnen laten zien. En later in het seizoen hebben we nog het EK in eigen land. Ik heb mijn ogen heus wel op die wedstrijden, alleen moet ik dan niet steeds een terugval hebben. Als dat gebeurt, moet je weer opnieuw beginnen en heb je die wedstrijd ook alweer gemist. Dat raakt je mentaal wel. Ik ben in mijn kop echt niet de slechtste, maar als je héél graag wilt en het lukt niet, maakt dat je mentaal wel gaar.’’







Kapot maken







Alle pijntjes knagen ook aan het vertrouwen in zijn eigen lichaam. Dat, geeft Roes toe, is hij wel een














































Haico Bouma voor de Cube Store in Oudehaske. ,,Ik deed twee dingen negentig procent. Dat is niet mijn stijl.’’ (Foto’s Neeke Smit)
Haico Bouma bediende dertig jaar lang schaatsers op hun wenken. Hij voorzag ze in de eigen winkel van schaatsen, sleep de ijzers, leverde onderdelen en verkocht de kleding. Maar na drie decennia is het voorbij. Bouma deed zijn zaak in Thialf van de hand, een beslissing die hij zeker niet lichtzinnig nam. ,,Het is echt ontzettend moeilijk geweest om een andere weg in te slaan.’’
Haico Bouma doet zijn verhaal in Thialf, het epicentrum van de Nederlandse schaatssport. Het ijspaleis was ooit het decor voor de wedstrijden die hij als marathonschaatser reed en werd naderhand de locatie waar zijn schaatswinkel gevestigd was. Tot dit jaar. Bouma (55) besloot dat het beter was als de winkel overging in andere handen, vooral om een heel eenvoudige reden. ,,Zoals het de laatste jaren liep, was het eigenlijk gewoon te druk voor mij’’, vertelt hij. ,,Als ik iets doe, dan doe ik dat voor de volle honderd procent, en dat was in de
winkel in Thialf niet meer op te brengen.’’ Daarmee kwam een einde aan een lange traditie. Haico Bouma weet nog goed hoe het dertig jaar geleden allemaal begon. ,,Mijn vader en ik begonnen samen met een schaatswinkeltje. Heel klein, heel persoonlijk. Op een paar vierkante meter verkochten we schaatsen en slepen we schaatsen. Dat begon te groeien en uiteindelijk zijn we naast de schaatsen ook etsen gaan verkopen. Langzaam werd dat steeds groter en zo werden we naast een schaatswinkel ook een etswinkel. Eerst in Wolvega, en de laatste tien jaar in Oudehaske.’’ Een prima combinatie, vervolgt Bouma. ,,Maar op een gegeven moment kregen we het aanbod vanuit Thialf om de winkel daar te gaan runnen. Nou ja, als je ergens een schaatswinkel wilt hebben, dan is dat natuurlijk in het hart van de schaatssport. Dat hebben we dus met beide handen aangepakt.’’ Daarmee verkocht Bouma schaatsen op twee locaties: in Oudehaske én in Thialf. Bovendien merkte hij al snel dat het samen best heel druk was. ,,Dan ga je zelf

toch ook eens nadenken of dat het nou is, of je echt altijd maar zeven dagen in de week moet werken of dat een dag vrij met de familie ook prettig is. Het schuurde eigenlijk al vrij snel een beetje.’’
Splitsen
De conclusie was dat het misschien wel eenvoudiger gemaakt moest worden door beide onderdelen te splitsen. ,,We besloten de schaatswinkel alleen in Thialf te vestigen en in Oudehaske alleen etsen te doen en daar terug te gaan van vijf merken naar één. Dat hebben we gedaan. Wel met de consequentie dat de zaak in Thialf heel veel tijd kostte. Die was zeven dagen in de week open van ’s morgens vroeg tot elf uur in de avond.’’
Bouma zag bovendien hoe de keuze voor één etsmerk lonend bleek. De zaak werd omgezet in Cube Store Friesland. ,,Het werd niet rustiger, het werd juist veel drukker. Dat kwam door betere online marketing, want die werd deels overgenomen door Cube, en betere online verkoop. Van een regionale functie kregen we ineens een landelijke functie. Fantastisch natuurlijk, alleen hadden we die groei niet zo ingeschat.’’
Bouma probeerde met zijn medewerkers alle ballen in de lucht te houden: de zaak in Thialf en de etswinkel in Oudehaske. Dat ging, legt hij uit, drie jaar lang best oké. ,,Tot ik langzaam het idee kreeg dat ik niets honderd procent deed, maar Thialf negentig procent en de Cube Store negentig procent. Dat is niet mijn stijl en het werd ook steeds moeilijker. Vorig jaar augustus raakte ik zelfs een beetje in paniek. Het schaatsseizoen kwam er weer aan en hoe ging ik die twee ballen weer in de lucht houden? Dat
ging me niet lukken. Dus moest er iets veranderen.’’
Academy
Dat is gebeurd. Haico Bouma had al contact met de Sven Kramer Academy, net Kramer zelf en directeur Douwe de Vries. Hij vroeg de twee of ze een idee hadden om de winkel door te laten gaan, maar waarbij voor Bouma zelf de druk eraf zou gaan. ,,Mijn gevoel voor schaatsen is niet anders geworden’’, stelt Bouma. ,,Maar nu zit ik hier gewoon nog om elf uur ’s avonds na de marathon, terwijl ik anders al om zeven uur was opgestapt na een lange werkdag.’’ In overleg met Thialf – er was nog een doorlopend contract – werd de zaak in andere handen gegeven. Daarbij veranderde weliswaar de naam in SKERP en ook de uitstraling naar buiten werd aangepast, maar bleef veel hetzelfde. ,,De mensen. De kennis is gebleven. Iedereen die er staat weet álles van schaatsen. En er zijn nieuwe mensen met frisse ideeën bijgekomen, met extra energie. De zaak valt nu onder de Sven Kramer Academy, waarmee de winst uit de winkel terugvloeit in de schaatssport.’’ Dat die oplossing voor hem een praktische keuze is, kan Bouma niet genoeg benadrukken. ,,Want het is wel met pijn in het hart. De schaatswinkel heeft het grootste deel van mijn leven bepaald. We hebben het van de grond opgebouwd. Dit is echt een keuze met verstand en niet met het hart. Ik kijk nu ook nog met heel veel plezier naar de winkel zoals de nu draait.’’ Met een lach en een knipoog: ,,En soms stap ik even naar binnen en slijp ik een paar schaatsen. Gewoon omdat ik het leuk vind.’’

De echte schaatsliefhebbers kennen SkateNL Magazine maar al te goed. Al negen jaar lang maken we het grootste schaatsblad van Nederland met een klein en enthousiast team en al die jaren hebben we het blad gratis op de ijsbanen kunnen neerleggen. Dat willen we graag zo houden, maar inmiddels hebben we daar helaas een beetje hulp bij nodig.
Luiden we de noodklok? Ja, eigenlijk wel een beetje. Want in die negen jaar is de wereld veranderd en zeker ook de zakelijke wereld. De schaatssport is populairder dan ooit, maar voor ons wordt het steeds moeilijker SkateNL nancieel rond te krijgen. De mensen die werken in het hart van de
schaatssport weten hoe geliefd SkateNL is. Zij zien hoe onze rekken op de ijsbanen altijd in rap tempo leeg raken en hoe schaatsers ons blad gretig mee naar huis nemen: pakweg vijfhonderd tot vijftienhonderd per ijsbaan. Mede daarom helpen zij ons het blad in stand te houden. De grotere bedrijven binnen de sport hechten echter steeds minder waarde aan een print magazine en juist die bedrijven hebben we keihard nodig om het blad te maken en gratis te houden. En juist dat laatste vinden we heel belangrijk. We hebben heel lang getwijfeld of we dit moesten doen, maar uitgerekend in deze jubileumeditie – de vijftigste sinds de start – ontkomen we er eigenlijk niet meer aan deze crowdfunding op te zetten. Omdat het alternatief ons helemáál niet aanstaat,
namelijk louter een abonnementsvorm met absurde verzendtarieven waardoor SkateNL veel duurder wordt dan nodig is. Wij willen laagdrempelig blijven, net als de schaatssport zelf.
Schaatsers en liefhebbers van de schaatssport, help ons SkateNL een gratis magazine te houden, zodat we elke wintermaand al die duizenden lezers kunnen blijven verrassen met een leuk en leesbaar magazine. Het magazine waarvoor we telkens weer veel waardering krijgen en voelen, tot zelfs op de Weissensee aan toe. Een grátis magazine, zoals wij vinden dat het hoort.
Ons target is erop gericht de rest van het schaatsseizoen zonder problemen of stress de nieuwe edities te blijven maken. Bij mogelijke donaties boven de 500 euro
nemen we desgewenst contact op om te overleggen hoe we in ruil daarvoor zichtbaarheid kunnen bieden of een andere tegenprestatie.
En als je andere suggesties hebt of misschien wilt adverteren? Aarzel niet en mail naar info@skatenl.nl.
Volg de QR Code en ga rechtstreeks naar onze pagina op GoFundMe.

Soms zit er letterlijk maar honderd meter tussen een wereld van verschil. Ino en Paula Stehmann zitten met hun sportwinkel Sport2000 Stehmann na de verhuizing afgelopen zomer nog steeds in de Gamerschestraat in Zaltbommel en ja, ze verkopen nog steeds schaatsen en andere sportartikelen. Maar verder is echt alles anders.
Met trots geeft Ino Stehmann een korte rondleiding in het nieuwe pand van Sport2000. Hoewel kort, de ruimte is juist het grootste verschil met de winkel die eerst op nummer 12 in dezelfde straat zat. ,,We hebben hier ruim 650 vierkante meter’’, legt Stehmann uit. ,,Voorheen zaten we 200 vierkante meter. Dit is ook wat we wilden. Dit geeft ons zóveel meer ruimte en mogelijkheden.’’
Soms helpt het toeval een handje, geeft hij toe. Maandenlang werd er onderhan-

deld over een ander pand, maar het stoppen van de lokale vestiging van Blokker opende letterlijk een andere deur. ,,We waren er echt zó uit’’, zegt Stehmann met een lach. ,,Dit pand was voor ons echt perfect. Met veel winkelruimte, veel ruimte voor opslag en ook nog ruimte genoeg voor een werkplaats en het bedrukken van de kleding.’’
Dat grotere aantal vierkante meters was ook echt nodig, vervolgt Stehmann. ,,In de andere winkel groeiden we uit ons jasje, ook doordat er om ons heen steeds minder is. Met schaatsen en skeeleren bestrijken we sowieso al een heel groot gebied. We zitten precies tussen de ijsbanen van Eindhoven, Utrecht, Tilburg en zelfs Nijmegen. Maar ook voetbal, tennis, running en tness groeien. We moeten zelf meegroeien, en dat werkt.’’
Schaatsen
In de winkel is een ruime afdeling voor schaatsen en skeeleren. Stehmann wijst naar de volle wand met tientallen schaatsen en schoenen. ,,Grote voordeel is nu dat we die collectie het hele jaar door in de winkel kunnen houden.’’ Achter heeft
hij een kleine werkruimte ingericht. ,,Daar kunnen we slijpen, afstellen, repareren. Ja, dat doe ik allemaal zelf. Vind ik nog steeds leuk.’’ Stehmann doet niet alleen aan verkoop, maar ook aan lease. ,,Zeker voor de jonge schaatsers is dat een uitkomst. Veel beter dan elk jaar nieuwe schaatsen kopen. We doen dat al een jaar of twaalf, maar die markt groeit nog steeds.’’
Een deel van de winkel is ook ingeruimd voor clubkleding. Stehmann kan alles leveren én ook in huis bedrukken. ,,Voorheen lag die kleding allemaal in het magazijn, want we hadden geen ruimte om het op te hangen. Nu wel.’’
Ook buiten de winkel kruipt het bloed nog waar het niet gaan kan. Stehmann zou eigenlijk stoppen met activiteiten binnen het marathonschaatsen, maar heeft zich toch weer verbonden aan team Skadi. ,,Daar rijden de zusjes Van Heel, hier uit Zaltbommel. En we steunen nog Katja Fransen, een Duitse die nu in Calgary zit bij de ploeg van Bart Schouten. We hebben zelfs Michelle Uhlrich kunnen onderbrengen bij een marathonteam. Leuk hoor, ze reed al twee keer top tien. Let maar op haar.’’

Jordy Harink leidt de dans, met zijn oude ploeg in zijn kielzog. ,,We hebben nog wat hardheid in de koers nodig.’’ (Foto’s Neeke Smit)
et was wel even wennen
HJordy Harink te zien in het roze van Essent in plaats van het voor hem vertrouwde blauw van Royal A-ware. De overgang van Harink is och één van de meest opmerkelijke transfers van het afgelopen voorjaar. Voor Harink zelf is het nieuwtje er na een hal aar onder de vleugels van ploegleider Peter de Vries wel vanaf. ,,Het bevalt me prima. Alleen had ik van mezelf al iets meer verwacht op dit moment.’’



Jordy Harink (30) heeft een half schaatsleven achter zich in dienst van de ploeg van Jillert Anema. Hij kwam binnen al talent in een team met het ‘gouden trio’ Jorrit Bergsma, Arjan Stroetinga en Bob de Vries en vond daarin wonderlijk goed zijn draai. Dat team is inmiddels natuurlijk wel uit elkaar gevallen. Alleen Bergsma overleeft nog altijd als een soort laatste der Mohikanen. Harink vond het nu ook tijd een keer in een andere keuken te kijken.
Die conclusie kwam na een periode van re ectie. ,,Ik stond min of meer op een kruispunt’’, vertelt Harink. ,,De vraag naar mezelf was vooral of ik nog heel wat jaren zou doorgaan met sporten of dat ik me zou richten op een andere carrière. De conclusie was dat ik nog niet klaar ben met topsport, maar dat het wel goed was eens ergens anders te kijken. Ik ben als schaatser opgegroeid bij A-ware, maar uiteindelijk merk je dan toch dat je vastgeroest raakt in patronen. Soms is het goed die te doorbreken.’’ Dat is de sportieve kant van het verhaal. Harink heeft ook nog een persoonlijke afweging gemaakt die van invloed was.












Samen met zijn vrouw Clarissa van Maaren – zelf oud-marathonschaatsster – hebben ze zoontje Levi van bijna drie. Harink merkte dat hij bij A-ware toch veel miste. ,,Het is gewoon een ploeg die vaak op trainingskamp gaat, en dan ook nog wel lange kampen. Je bent best veel van huis. Niet dat ik dat niet kan, maar het is soms wel prettig iets meer thuis te zijn en





















onderdeel van de omgeving te zijn. Dat is voor mij niet de voornaamste reden geweest, maar het speelt wel mee.’’
Duidelijk
Juist in de tijd dat hij over die dingen nadacht, klopte Essent aan. ,,Het was voor mij snel duidelijk dat ik die stap wilde zetten. En ik heb er nooit spijt van gehad. Ik heb het erg naar mijn zin.’’ Wel in een omgeving die signi cant anders is met in Peter de Vries een ploegleider die dingen echt op zijn manier doet. ,,Peter is echt een sfeermaker, daar is hij heel sterk in. Niet dat het bij A-ware niet gezellig was, maar wel op een andere manier.’’ De werkwijze bij Essent is ook anders. Harink lacht even. ,,Ik denk dat voor mijn overstap mijn laatste sporttest vier jaar geleden was. In het laatste hal aar heb ik er al drie gedaan. Ze zijn bij dit team echt meer van het meten en testen.’’



jes bij. Een beetje scherpte, maar ook wat hardheid in de koers. Dat krijg je uiteindelijk vooral door de wedstrijden te rijden. Ik denk dat we daar nog even naartoe moeten groeien.’’
Kritisch
Ook zijn zomer zag er anders uit qua invulling. ,,We doen gewoon wat andere dingen dan ik bij A-ware gewend was. Dat was wel even wennen, maar dat is prima. Ik heb veel minder geskeelerd en veel meer ge etst bijvoorbeeld. Maar ook binnen Essent doen ze dingen net weer anders dan voorheen, met andere schema’s. Dat was voor de andere jongens ook best wel nieuw.’’






Harink is duidelijk ook kritisch op zijn eigen presteren. Dat nam hij ook mee in zijn afwegingen bij de keuzes voor de volgende fase van zijn loopbaan, waarbij hij overigens niet direct aan stoppen dacht, maakt Harink nog even duidelijk. ,,Maar ik verwacht van mezelf wel honderdtwintig procent in trainingen, in alles wat ik doe voor de sport. Als ik dat niet meer kan geven, tja, dat moet je eigenlijk vóór zijn, snap je. Op dat punt wil ik ook niet komen. In die zin heb ik daar over nagedacht.’’ Hij refereert nog even aan de eerste fase van het vorige seizoen. ,,Dat was bij mij ook niet zo goed. En ik had echt geen idee waar dat in zat, want ik deed er wél alles voor. Gelukkig is dat later in het seizoen een stuk beter gegaan, waardoor mijn keuzes wat makkelijker werden. Kijk, ik vind sport leuk, houd ervan mezelf te verbeteren, maar ik hang toch altijd wel aan prestaties. Als ik niet presteer, vind ik het ook minder leuk.’’




Inmiddels worden al die inspanningen vertaald op het ijs. Harink ziet hoe zijn oude ploeg het prima doet, maar ondanks een zege voor Harm Visser is hij zelf nog niet zo tevreden. ,,Ik vind dat ik beter kan presteren, maar ik denk ook dat dat voor ons allemaal geldt. Harm maakt best een goede indruk, pakte ook een mooie zege, maar als we echt een vuist willen maken moeten er voor mijn gevoel bij ons allemaal nog wat procent-








En presteren doet Jordy Harink doorgaans wel. Zeven zeges heeft hij achter zijn naam staan: vier op kunstijs, drie op natuurijs. En toch heb je bij de man uit Zaltbommel altijd het idee dat hij op die laatste ondergrond echt beter uit de voeten kan. Hij lacht even. ,,Uiteindelijk wil ik gewoon koersen winnen en belangrijk zijn voor het team. Natuurijs ligt me inderdaad goed en daar zijn ook heel mooie wedstrijden te winnen, maar ik pin mezelf nooit vast op een speci eke koers. Zweden, Oostenrijk, maakt me niet uit. Ik wil gewoon winnen.’’






























NOVEMBER
13-15 november Junior World Cup 2 Astana (Kaz)
15 november Beneluxcup Nijmegen
20-23 november ISU World Tour 3 Gdansk (Pol)
22 november KNSB Cup Top 1 Heerenveen
27-30 november Odido Cup ISU World Tour 4 Dordrecht
DECEMBER
6-8 december Santa Claus Cup Boedapest (Hon)
7 december Benelux Cup Tilburg
13 december KNSB Cup Top 2 Heerenveen
14 december Benelux Cup Luxemburg (Lux)
19-21 december Star Class Oberstdorf (Dui)
NOVEMBER
14-16 november ISU World Cup 1 Salt Lake City (USA)
15 november Tilburg Sprint Cup/Sprint League 1 Tilburg
15-16 november Holland Cup 2A/Gruno Bokaal Groningen


































21-23 november ISU World Cup 2
DECEMBER

Calgary (CAN)
29-30 november ISU Junior World Cup 1 Milaan (ITA)
5-7 december ISU World Cup 3 Heerenveen
6-7 december ISU Junior World Cup 2 Collalbo (ITA)

12-14 december ISU World Cup 4 Hamar (NOO)
13-14 december Holland Cup 3 Enschede
26-30 december Olympisch Kwali catie Toernooi Heerenveen
Marathon
NOVEMBER
15 november Marathon Cup 5 Haarlem
20 november Vier van Noord-Holland 1 Amsterdam
21 november Vier van Noord-Holland 2 Haarlem
22 november Vier van Noord-Holland 3 Alkmaar
23 november Vier van Noord-Holland 4 Hoorn
29 november Marathon Cup 6 Den Haag
DECEMBER
13 december Marathon Cup 7 Deventer
20 december Marathon Cup 8 Enschede
30 december Sprint Marathon Heerenveen

































Zoals gebruikelijk hebben we natuurlijk weer een leuke puzzel in elke editie van SkateNL. Door de jaren heen zijn er toch veel schaatsliefhebbers die ook het oplossen van de puzzel heel leuk vinden.

Wil je ook kans maken op leuke prijzen? Los dan onderstaande puzzel op en mail het antwoord naar info@skatenl.nl. Doe dat wel voor 10 december. De prijzen worden verloot onder de goede inzenders van de puzzel.

Prijswinnaars krijgen bericht. De oplossing uit de eerste editie van dit seizoen was SLIJPSTEEN. Veel plezier bij het oplossen van onze puzzel.














