Als je als Vlaams-nationalist in de oppositie zit, is het simpel: je blijft weg van alles waar met tricolore vlaggen wordt gezwaaid. Als je aan het beleid deelneemt, wordt dat moeilijker. Kan je afwezig blijven van protocollaire ceremonies die verbonden zijn aan je functie en die je soms zelf hebt georganiseerd? De excellenties van N-VA kregen voor hun houding op 21 juli kritiek van zowel Vlaams-nationalisten als Belgicisten. Maar ook het VB toonde dat dit een moeilijke oefening is.
Francken en De Wever lijken vastbesloten niet de vergissing van Hugo Schiltz te maken en ‘Leve België!’ te roepen. Tot ergernis van de Franstalige politiek weigerden ze maandag in te gaan op de vraag van journalisten om ‘Vive la Belgique’ te zeggen. Francken, minister van Defensie, was wel bereid om ‘Vive la Défense’ te zeggen. Zijn bericht op X over die rel beëindigde hij met ‘Je maintiendrai’. De Franstalige journalisten merkten niet dat deze uitspraak eigenlijk nog subversiever is. Dit is immers de wapenspreuk van het Nederlandse koningshuis. Maar toch, daar sta ja dan als Vlaams-nationalist, naast de koning, voor een achtergrond van heel veel zwart, geel en rood. Op vier gemeenten na zit het Vlaams Belang nergens in het bestuur. Maar zelfs die kleine aanwezigheid blijkt op 21 juli al voor vervelende situaties te zorgen. In de vorige legislatuur werd Izegem mee bestuurd door N-VA. De jaarlijkse 21 juliviering verschrompelde in die periode tot enkele plichtmatige rituelen met minimale betoelaging. De nieuwe bestuursploeg wil de nationale viering herwaarderen, merkwaardig genoeg met de zegen van het Vlaams Belang. Het VB mocht in Izegem deelnemen aan het bestuur met de lokale lijst STiP+ op voorwaarde dat het eerst een charter ondertekende. Dat was een vernederend document dat best kan samengevat worden als een belofte van het lokale VB om in niets op het VB te lijken. Het bevatte onder meer een verbod op ‘Vlaams-nationalisme op lokaal niveau’. Die belofte wordt nu wel zeer drastisch uitgevoerd. Een ceremonie ondergaan omdat dat bij de job hoort, is één ding. Er zelf een heuse viering van maken, is nog wat anders.
Steeds meer mandatarissen die niet uit de Beweging komen
Juist, de Vlaamse onafhankelijkheid zal niet worden uitgeroepen tijdens de gemeenteraad van Izegem en evenmin op de tribune van een 21 julidefilé. Het belang van de incidenten mag niet overdreven worden. Maar er kan moeilijk naast gekeken worden dat N-VA nu al een tweede keer deelneemt aan een federale regering zonder de Vlaamse autonomie ook maar één stap dichterbij te brengen. Dat heeft invloed op de politieke ingesteldheid van mandatarissen en militanten, met ook een sluipende wijziging van de politieke cultuur waarop alle beleidskeuzes verder bouwen tot gevolg. De actieve Vlaamse Beweging wordt kleiner en de N-VA rekruteert ook steeds meer mensen buiten de Vlaamse stal. De vraag is dan ook pertinent of dat lot op termijn ook het VB beschoren zal zijn. Wat de huidige VB-bestuursploeg in Izegem toegeeft, zou volstrekt onaanvaardbaar zijn geweest voor de oude garde van de partij. Het nationale partijbestuur blijkt ook niet van plan zijn Izegemse mandatarissen terug te fluiten.
In steeds meer Europese landen kunnen ideologische verwanten van het VB mee het land besturen. De communautaire situatie in België en de Vlaamse eisen van het VB, die ik overigens steun, maken dat bij ons zo goed als uitgesloten. Dat moet frustrerend zijn. De verleiding zal toenemen om water bij de Vlaamse wijn te doen.
JURGEN CEDER
MIGRANTEN STUREN
MILJARDEN NAAR HERKOMSTLANDEN
Ieder jaar verdwijnt 1,2 procent van het Belgische bbp naar de herkomstlanden van migranten. Een gigantische geldstroom van 7 miljard dollar die de Belgische overheid paradoxaal genoeg mee promoot via belastingvoordelen en subsidies. Er ging in 2023 633 miljoen euro vanuit België naar Marokko alleen al, blijkt uit cijfers van de Internationale Organisatie voor Migratie die journalist Lode Goukens analyseerde.
De cijfers zijn verbluffend: migranten in België sturen massaal geld naar hun landen van herkomst, in de vorm van zogenaamde remittances. Marokko, Roemenië en Turkije zijn de topbestemmingen. Het gaat niet
om kleine bedragen – ruim 2.000 euro per jaar per Marokkaanse inwoner stroomt uit de Belgische economie. En dat terwijl twee derde van de overdragers minder dan 2.500 euro per maand verdient.
Belastingvoordeel voor gelduitstroom
Het meest opvallende is de fiscale stimulering door de Belgische staat zelf. Migranten die geld naar hun herkomstland sturen, krijgen 80 procent belastingaftrek. Een unieke situatie waarbij de fiscus bewust eigen inkomsten verlaagt én tegelijkertijd geld uit de nationale economie helpt wegvloeien. “Economisch twee keer verlies. Vroeger noemde men zoiets kapitaalvlucht.” De overheid gaat verder dan alleen
fiscale voordelen. Minister Caroline Gennez (Vooruit) financierde projecten om overdrachten naar Congo, Marokko en Senegal beter bekend te maken bij de diaspora. EU-subsidies stromen naar organisaties die migranten adviseren over geldtransfers. De Internationale Organisatie voor Migratie, die jaarlijks 3,5 miljard dollar budget heeft, promoot actief deze geldstromen vanuit westerse landen.
“België is een bijzondere gevalstudie,” stelt IOM. Met 2,1 miljoen migranten en bijna 4 miljoen mensen van allochtone afkomst – 34,5 procent van de bevolking – is België inderdaad uitzonderlijk. De gelduitstroom groeide explosief: van 1,6 miljard dollar in 2002 naar 7 miljard in 2022. Een kapitaalvlucht die de overheid bewust faciliteert en financiert.
“Voor mij bestaat er geen discussie over maatschappelijke meerwaarde van kunst”
Mijn reis naar de Verenigde Staten met Air Canada verliep niet helemaal zoals gepland. Mijn eerste vlucht had vertraging door het slechte weer, waardoor ik mijn aansluiting miste. De luchtvaartmaatschappij biedt dan een overnachting aan maar op de luchthaven van Montréal werd ik naar zes opeenvolgende balies gestuurd om dat geregeld te krijgen.
Ik belandde uiteindelijk in een etablissement dat wel een lik verf kon gebruiken en waar de poetsvrouw eens vaker langs mocht komen. Ondertussen bleek een deel van mijn bagage ook nog urenlang spoorloos. Er zijn zo van die dagen… Zowat het enige lichtpuntje op de hele reis was de film van de Franstalige Canadese regisseur Denys Arcand, die ik op het vliegtuig kon bekijken. Ik ben al niet zo’n filmkijker en films uit Quebec komen zeer zelden in mijn gezichtsveld. ‘Testament’ uit 2023 was daarom een aangename verrassing.
Ik wil vanzelfsprekend niet alles verklappen, maar ik kan moeilijk mijn enthousiasme voor de film weergeven zonder de hoofdlijnen te schetsen. Jean-Michel Bouchard (gespeeld door Rémy Girard) is een gepensioneerde archivaris. De man is nooit getrouwd. Hij heeft geen kinderen en weinig vrienden. De vrijgezel woont op een appartementje in een rusthuis. Jean-Michel is een zachte en vriendelijke man. Hij heeft in zijn leven nooit de publiciteit of de controverse opgezocht.
Het rustige leventje wordt verstoord door een groep activisten die met een sit-in protesteren tegen een muurschildering in een van de zalen van het rusthuis. Die decoratie toont de eerste ontmoeting tussen de Franse ontdekkingsreiziger Jacques Cartier en de Mohawk-indianen. Volgens de actievoerders is de afbeelding racistisch want Cartier is uitgedost zoals Europeanen in de 16de eeuw dat waren terwijl de indianen bijna naakt zijn en dus als primitief worden voorgesteld. Bij racisme hoort natuurlijk ook sexisme: de blote borsten van de Indiaanse vrouwen reduceren hen tot sexobjecten voor de Europeanen. ‘Respect for First Nations’ is de slogan van de actiegroep, die overigens bijna uitsluitend uit jongeren uit de blanke middenklasse bestaat. De actievoerders vallen door de mand wanneer er een echte Indiaanse vrouw langskomt. Dan blijkt dat de activisten alleen maar slogans roepen en helemaal niets kennen van de cultuur van de First Nations die ze beweren te verdedigen. Maar dat heeft allemaal geen belang. “De werkelijkheid doet er niet toe”, zegt de verantwoordelijke staatssecretaris in een telefoongesprek. “Het is de perceptie die telt.” De politiek verantwoordelijke toont weinig moed: ze geeft aan de directeur van het rusthuis de vage opdracht om ‘een oplossing te zoeken’ maar zet de directeur daarna aan de deur wanneer de gekozen oplossing nog meer controverse uitlokt.
De film hekelt woke-toestanden, de oppervlakkigheid van de media en de lafheid van de politiek door ze te bekijken met de ogen van een milde oude man die zijn vertrouwde wereld in mekaar ziet zakken. Een van de rusthuisbewoonsters verandert plots van gender waardoor er op het gelijkvloers genderneutrale toiletten moeten komen. Er ontstaat verwarring over de manier waarop zij/hij/het moet worden aangesproken. Een koppel dat het rusthuis bezoekt, informeert of er halal-maaltijden zijn. De directrice van het rusthuis heeft als doelstelling gekregen dat 15% van de bewoners tot minderheden moeten behoren. Wanneer Jean-Michel Bouchard een van de zes laureaten is bij de uitdeling van literatuurprijzen, blijken de vijf andere laureaten allemaal vrouwen te zijn die rond feminisme en gender hebben geschreven. Een dame met hoofddoek kan natuurlijk niet ontbreken. Jean-Michel wordt op de plechtigheid straal genegeerd en krijgt de suggestie dat hij maar beter snel naar huis kan gaan.
Aan polariserende onderwerpen is er dus geen gebrek maar de hoofdfiguur wandelt doorheen de gekker wordende wereld zonder zijn minzaamheid te verliezen. Bouchard reageert met een kwinkslag of een opmerking langs zijn neus weg. De film kreeg vanzelfsprekend heel wat negatieve kritieken van de gevestigde culturele machten. Humor is vooral ter linkerzijde nu eenmaal een schaars goed. De film zou te cynisch zijn, diepte missen of ronduit reactionair zijn. Regisseur Denys Archand reageerde laconiek: “Als je niet van mijn film houdt, moet je niet komen kijken.” Het lijkt er sterk op dat de 82-jarige Archand een film heeft willen maken waarbij hij zelf in de huid van de hoofdfiguur is gekropen. De regisseur maakt er geen geheim van dat hij zelf ook grote problemen heeft met de snel veranderende wereld, met het feit dat tradities op de schop gaan en dat iedereen steeds meer op zijn woorden moet letten. ‘Testament’ is een radioscopie van een door woke aangetaste wereld. Het is ook het verhaal van een eenzame oude man die zijn wereld ziet verdwijnen. Het geheel wordt nog overgoten met een beetje romantiek. Dat maakt het, allemaal samen, een zeer genietbare film.
Abonnementen binnenland Abonnement buitenland: 3 maanden: 58,5 euro Tarieven afhankelijk van de 6 maanden: 117 euro bestemming. Alle inlichtingen 1 jaar: 234 euro op de kantoren. Steunabo 1 jaar: 350 euro
Het abonnementsgeld kan overgeschreven worden op volgend rekeningnummer met vermelding van uw naam en adres: BE82 4096 5194 9168 BIC KREDBEBB Elke week op donderdag in uw krantenwinkel
Oud-hoofdredacteurs: Bruno De Winter (1945-1955, stichter), Jan Nuyts (1955-2000), Leo Custers (2000-2010), Karl Van Camp (2010-2020) Kernredactie: Wart Van Schel (hoofdredacteur), Jurgen Ceder, Wannes Neukermans, Anton Schelfaut, Karl Van Camp Verantwoordelijke uitgever: Wart Van Schel Foto's: Belga, Photonews, Shutterstock
DIDIER REYNDERS, EEN CARRIÈRE VAN NÉT NIET
Nu hij genoemd wordt in een witwasaffaire en niet langer een partijkaart heeft van de Franstalige liberalen, is de carrière van Didier Reynders definitief voorbij. Een loopbaan waarbij hij een paar keer net naast de ultieme functie greep: die van eerste minister. Vreemd voor een machtspoliticus bij uitstek.
Vorige week raakte bekend dat ex-vicepremier en voormalig Eurocommissaris Didier Reynders niet langer een partijkaart heeft van de MR. Dat hij niet meer tot de Franstalige liberalen behoort, is officieel al een feit sinds hij Europees Commissaris af is – sinds de zomer van 2024 dus –, maar eigenlijk is dit nieuwsfeit ook gelinkt aan zijn mogelijke betrokkenheid bij een witwaszaak. Reynders zou zelf en/of via zijn rechterhand Jean-Claude Fontinoy honderdduizenden euro’s hebben witgewassen via de aankoop van Lotto-krasbiljetten. Ook zou hij de truc gebruikt hebben van antiekaankopen om zwart geld te witten. Het zijn voorlopig allemaal vermoedens, maar daarmee eindigt de carrière van een van de machtigste politici van de voorbije kwarteeuw.
Een figuur ook die een machiavellistisch imago had en waarvan geweten was dat macht uitoefenen zijn belangrijkste drijfveer was. Daarmee was de bijna 67-jarige Brusselse Luikenaar de perfecte politieke erfgenaam van Jean Gol, een legende bij de Franstalige liberalen. Het is eigenlijk vreemd dat Reynders’ carrière er een was van nét niet. Een paar keer lag het premierschap voor het grijpen, maar liep het op het einde toch mis. Daar zijn verschillende redenen voor.
Te lang gewacht
De eerste is dat geduld in de politiek geen goede deugd is. Didier Reynders heeft wellicht te lang gewacht om een gooi te doen naar de Wetstraat 16. Als minister van Financiën onder de paarse regeringen (1999-2007) leverde hij wel ‘voorbereidend werk’. Daar waar de socialisten en de groenen de hakken in het zand zetten wanneer fiscale hervormingen en verregaande belastingverlagingen ter sprake kwamen, haalde Reynders via een omweg zijn slag thuis. Dit tot tevredenheid van de achterban van ondernemers en kapitaalkrachtigen. Een te enthousiaste belastingadministratie werd tot kalmte aangemaand. En via de notionele intrestaftrek werden de belastingen voor bedrijven verlaagd. Reynders moest daarvoor een omweg nemen, maar haalde zijn slag thuis. Hij was er ook fier op. Het systeem hield in dat bedrijven een fictieve rente konden aftrekken van hun winst. “Het was een belastingverlaging, maar de socialisten hadden dat te laat door”, zei Reynders 20 jaar geleden fier tegen de Wetstraatjournalisten. Het legde hem geen windeieren. In 2007 haalde de MR aan Franstalige kant een klinkende verkiezingsoverwinning. Reynders kon toen aanspraak maken op het premierschap, maar liet de toen kortstondig populaire Yves Leterme (cd&v) voorgaan. Een gemiste kans. Reynders had het premierschap kunnen opeisen. Maar in de zomer van 2007 dacht hij dat zijn tijd nog zou komen, in 2011 bij de volgende verkiezingen. Hij had terecht ingezien dat het moeilijk zou zijn een regering te vormen zonder de PS. De centristen van de cdH met aan het hoofd Joëlle Milquet hadden zich vastgeklikt aan de Franstalige socialisten. “Elio Di Rupo en ik zijn als een oud koppel, we blijven bij elkaar”, zei Milquet toen.
N-VA was nog geen bondgenoot
Na de vervroegde verkiezingen van 2010 was het momentum van Reynders logischerwijze gekomen. Maar dat gebeurde niet, omdat de PS van Elio Di Rupo en de N-VA van Bart De Wever iedereen overvleugelden. Een centrale politieke rol voor Reynders was niet meer aan de orde. De onderhandelingen sleepten zoals bekend zeer lang aan en uiteindelijk raakte de MR mee aan boord van de regering-Di Rupo. Maar voor Reynders lag enkel de troostprijs van Buitenlandse Zaken klaar. De reden? Di Rupo moest niet weten van de Franstalige liberaal die hem tijdens de informatieronde van 2007 had vernederd. Ten tweede was er op rechts geen bondgenoot meer in Vlaanderen. Open Vld had de neergang ingezet en was aan het opschuiven naar een steriel links-liberalisme.
MACHT UITOEFENEN WAS ZIJN BELANGRIJKSTE DRIJFVEER
In de machtige N-VA zag Reynders een mogelijke bondgenoot, maar dat was eigenlijk niet het geval. De partij van Bart De Wever bleek achteraf gezien nog niet klaar voor een rol van eerste rang op federaal niveau. Het is een analyse die we pas 15 jaar later kunnen maken. Wie de formatiegesprekken in 2010-2011 volgde, kon zich dood ergeren aan de manier waarop de PS de N-VA van het kastje naar de muur speelde. Maar eigenlijk wou De Wever nog tijd kopen om zijn partij tot een machtsblok uit te bouwen binnen de Belgische constellatie. Daarvoor moest bijvoorbeeld eerst de stad Antwerpen worden ingenomen. Wat in 2012 gebeurde.
De existentiële fout van Wouter Beke Bijkomend nadeel voor Reynders was dat hij binnen de eigen MR moest afrekenen met de clan van zijn nemesis Charles Michel. Toch leek de weg naar de Wetstraat 16 nog niet volledig dicht. In 2014 stond na de verkiezingen een zogenaamde Zweedse coalitie zonder de PS in de steigers. Waarom zou Didier Reynders als compromisfiguur niet de eerste minister kunnen worden? En als dat mislukte, dan zou hij kunnen rekenen op een topfunctie als Europees Commissaris. Voor Handel of voor Monetaire Zaken bijvoorbeeld. Het werd opnieuw net niet.
Dit kwam omdat Charles Michel zijn oog had laten vallen op de Wetstraat 16. En omdat cd&v een vreemde ‘move’ deed, door de functie van Europees Commissaris op te eisen voor Marianne Thyssen. Een existentiële fout van partijvoorzitter Wouter Beke die Kris Peeters in de rol van balorige vicepremier duwde. Het maakte van de Zweedse coalitie niet echt een succes. Beke dacht dat hij via de sabotage van Peeters de N-VA kapot zou regeren, maar uiteindelijk gebeurde er iets anders: cd&v kalfde verder af.
De MR moest binnen die coalitie constant schipperen en was te veel een centrumpartij geworden. Het is pas na 2019 met de komst van Georges-Louis Bouchez als partijvoorzitter dat de MR voor een ruk naar rechts koos, wat hem in 2024 een klinkende verkiezingsoverwinning opleverde. Het zou een interessante constellatie zijn geweest voor een tweetalige Didier Reynders om in die omstandigheden en met de Arizona-coalitie naar het premierschap mee te dingen. Maar na zijn vijf jaar als mineur Europees Commissaris van Justitie was de carrière van Reynders al voorbij. Een belangrijke plaats in de Belgische geschiedenisboeken zal hij niet krijgen.
EDITORIAAL
KARIM VAN OVERMEIRE
DRUZEN EN JODEN VINDEN ELKAAR
De HTS (Hay’ at Tahrīr al Shām), een van de vele verschijningsvormen van de fanatieke islam, is de club die nu aan de macht is in Syrië. Zij volgen de leer van Ibn Taymiyya, die zich verzette tegen elke vorm van tolerantie jegens joden en christenen. Eén volkje haatte hij echter nog meer: de druzen. Taymiyya: “Zij behoren niet tot de islam, maar tot de grootste ongelovigen. Het is verplicht hen te bestrijden, zoals men afvalligen bestrijdt (...). Hun mannen moeten worden gedood, hun vrouwen en kinderen tot slaaf gemaakt, en hun bezittingen als buit verdeeld.”
De druzen zijn een mysterieus volk. Hun geloof is ergens in de 11de eeuw ontstaan als een afscheuring van het isma’ilitische sjiisme. Zij geloven in de profeet Mohammed, maar hebben daar heel wat andere goddelijke profeten aan toegevoegd, waaronder Jezus, Plato en farao Akhanaton. Hun geloof is esoterisch, alleen bedoeld voor ingewijden. De druzen houden hun rituelen verborgen voor andersgelovigen. Ze zijn over het algemeen gezagsgetrouw. Druzen zorgen zelden voor problemen. Ze geloven ook niet in de sharia, want geloof is voor hen iets persoonlijks en moreel, niet iets dat via wereldlijke wetten moet opgelegd worden.
Druzen weer in het nieuws
Dat de druzen ook het gezag van profeet Mohammed erkennen, maakt hen niet sympathieker in de ogen van de moslims. Ketters zijn altijd erger dan ongelovigen. De druzen konden dan ook vermoeden wat hen te wachten stond na de val van Assad en de machtsovername door HTS.
VERHOUDINGSGEWIJS
VERVULLEN MEER DRUZEN DAN JODEN HUN LEGERPLICHT IN DE IDF
Er zijn ongeveer een miljoen druzen en die wonen verspreid over vier landen: Syrië, Libanon, Jordanië en Israël. Ze waren al lang niet meer in het nieuws, maar oudere lezers zullen zich de naam van Walid Jumblatt herinneren. Als leider van de druzen speelde hij een belangrijke rol in de Libanese Burgeroorlog (19751990). De druzen probeerden neutraal te zijn, maar stonden in de praktijk meestal aan de pro-Palestijnse, linkse kant. Die burgeroorlog resulteerde in een Syrische militaire aanwezigheid en het einde van de christelijke politieke dominantie van het land. In de greep van Hezbollah is Libanon ooit het ‘Zwitserland van het Midden-Oosten’, verworden tot een economische en politieke puinhoop.
Partnerschap met de joden
De Libanese druzen evolueerden vanaf 1990 naar een meer prowesterse positie. Zij sloten zich aan bij de Cederrevolutie (niet naar mij genoemd, helaas, maar naar de boom op de Libanese vlag) waarbij de Syriërs werden verdreven. Minder bekend is dat ook in Israël 200.000 druzen wonen. Dat zij loyaal zijn aan hun land, blijkt uit hun bereidheid in het leger te dienen. Verhoudingsgewijs vervullen meer druzen dan joden hun legerplicht in de IDF. Heel wat druzen zijn Israël als hun beschermheer in een vijandige wereld gaan zien. Vorige week werd dit partnerschap getest. In
het zuiden van Syrië ontstonden vijandigheden tussen bedoeïense moslimmilities en de druzen. De aanleiding was de ontvoering van een druzische koopman. Al snel draaide dit uit op moordpartijen van jihadistisch bedoeïenen op de druzische gemeenschap. President Ahmed al-Sharaa stuurde er het regeringsleger op af. In de praktijk kozen de regeringstroepen de kant van de jihadistische milities, zegt Reuters. Er volgden brandstichtingen, plunderingen en standrechtelijke executies. Er zijn ook verschillende incidenten gemeld waarbij regeringssoldaten druzische leiders vernederden door hen in het openbaar te verplichten hun snor af te scheren. De snor is een symbool van mannelijkheid bij de druzen.
Grenzeloze naïviteit over de islam
Voortgaand op het optimisme in het Westen over de toekomst van Syrië na de val van Assad, had dit niet mogen gebeuren. Angela Baerbock, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, zag toen in het nieuwe regime “een weg naar vrijheid en rechtvaardigheid”. De linkse krant The Guardian noemde HTS “jihadisten die bevriend zijn met diversiteit”. Onze eigen Petra De Sutter (Groen) zag het ook helemaal zitten: “Nu is er ruimte voor een democratisch systeem waarin álle burgers worden vertegenwoordigd en minderheden worden beschermd.”
De naïviteit van het Westen over de islam is grenzeloos. Niemand verpersoonlijkt die ideologie beter dan professor Koert Debeuf. Debeuf werd bekend als woordvoerder en adviseur van Guy Verhofstadt. Nu is hij de academicus die de Vlaamse media het vaakst aan het woord laten wanneer ze gelukzalige onzin over de toekomst van de Arabische wereld willen horen. Zijn liberale opvattingen helpen ons een stuk op weg om te begrijpen waarom Debeuf zo vaak – altijd eigenlijk – verkeerde inschattingen maakt. Hij geloofde bijvoorbeeld heilig in de Arabische Lente, in de wind van vrijheid die door de Arabische wereld zou waaien, die dictators van hun sokkel zou blazen om plaats te maken voor moderne, open democratieën. Het liep anders. Radicale islamieten domineerden elke verzetsbeweging. Waar zij wonnen, zoals in Egypte, werd de dictatuur vervangen door nog iets repressievers: een theocratie. Dictators laten hun onderdanen meestal met rust zolang ze belastingen betalen en zich niet inlaten met politieke oppositie. Staten die geregeerd worden door de islam, lijken meer op totalitaire staten: ze eisen dat het hele volk hun opvattingen deelt en er ook naar leeft. Als je dan toch onvrijheid moet ondergaan, is het beter leven onder een sjah dan onder de ayatollahs.
Tunesië, laatste toevlucht der optimisten
De laatste hoop van Debeuf was gevestigd op Tunesië, waar het allemaal was begonnen. Terwijl de Arabische Lente overal omsloeg in een Arabische Winter, zag hij dat land als een
baken van vrijheid dat zijn licht zou uitstralen over de rest van de Arabische wereld. Een citaat verraadt de ideologische bril waarmee hij naar de wereld kijkt: “Tunesië kan een voorbeeld zijn. Het toont dat een liberale grondwet wel mogelijk is in een moslimland, dat de Arabische Lente wel kan slagen en dat islam, mensenrechten en democratie wel verzoenbaar zijn.”
Volstrekt voorspelbaar gebruikten de Tunesiers hun vrijheid onmiddellijk om de radicaalislamitische partij Ennahda politiek dominant te maken. De president, de seculiere nationalist Kais Saied, reageerde door de democratie weer af te schaffen en Ennahda politiek uit te schakelen. Tot zover de Arabische Lente.
Voor een linkse liberaal als Debeuf is het idee ondraaglijk dat sommige culturen of godsdiensten een onvruchtbare bodem zijn voor het soort samenleving dat hij universeel wil maken. Hij blijft dan ook koppig de onverenigbaarheid van de islam met democratie ontkennen (hoewel zijn politieke gids Guy Verhofstadt dit ooit wel heeft toegegeven in de Burgermanifesten van zijn jonge jaren).
Sisyphus Debeuf
Debeuf is hardnekkig. Na de val van Assad zag hij zowaar in Syrië weer de fata morgana van de Arabische Lente verschijnen. Dat de nieuwe president nog lid is geweest van al-Qaeda, stichter was van het niet minder radicale al-Nusra en aan de macht is gekomen aan het hoofd van radicaal-Soenitische milities, waren geen rem op zijn beate optimisme.
DE NAÏVITEIT VAN HET WESTEN OVER DE ISLAM IS GRENZELOOS
Debeuf zei enkele maanden geleden over de president (die nu zijn strijdersnaam al-Julani heeft laten vallen): “Ahmed al-Sharaa heeft, als een van de grote leiders van de internationale Jihad en Al Qaeda, een intellectuele weg afgelegd door nu een pluralistische samenleving te willen installeren. Ik hoorde van velen dat hij het Jihadistisch pad volledig heeft verlaten. Volgens mij is het islamitisch extremisme wat we de laatste decennia kenden sinds tien jaar over haar hoogtepunt heen. De harde lijn en de misinterpretatie van de islam wordt meer en meer verlaten, dat zien we ook in andere Arabische landen. Voor alle duidelijkheid: met vallen en opstaan. Wat je nu in Syrië ziet, kan een trendsetter zijn. Als dit lukt, zal dit goed nieuws betekenen voor de hele regio.” Als Sisyphus duwt Debeuf zijn steen steeds weer de berg op om hem net voor de top weer naar beneden te zien rollen.
Chassez le naturel
Al-Sharaa is zeker een intelligent man. Hij weet ook hoe zijn imago te verzorgen. Al-Sharaa wil het Westen niet tegen de haren in strijken en heeft zijn best gedaan om de illusie in het leven te roepen van een bewind dat de minderheden zal beschermen. Je kan echter de aard van het islamitisch beestje niet veranderen. Het helpt ook niet als het regime is gesticht door radicale jihadisten met een voorgeschiedenis van moorden en wreedheden tegen andersgelovigen. Zelfs als al-Sharaa een verlichte geest zou worden, is hij de gijzelaar van de radicale krachten die hem aan de macht brachten en die zich vroeg of laat weer zullen laten gelden, tijdens zijn bewind of erna.
Al enkele maanden na de installatie van het nieuwe bewind was het zover. In maart vonden er massamoorden en vergeldingsacties plaats tegen de alevitische minderheid in de kustgebieden. Een Britse mensenrechtenorganisatie schat dat ruim 1.000 alevieten zijn geëxecuteerd door regeringstroepen en soennitische milities. In april en mei hebben die ook druzische dorpen aangevallen en een tiental burgers terechtgesteld. Behalve enkele aanslagen op kerken, zijn de christenen tot op heden minder getroffen. De regering veroordeelde plichtmatig die aanslagen, vooral om het Westen te sussen, maar ondernam geen pogingen om de daders te vinden en te berechten.
Omringd door vijanden
Bij de gevechten van vorige week kregen de druzen het nog harder te verduren. Enkele honderden druzische strijders sneuvelden. Een Britse mensenrechtenorganisatie berekende dat ook 294 druzische burgers zijn omgebracht. De meerderheid daarvan, 198, werd geëxecuteerd door het leger van het land waarin volgens Koert Debeuf “elke geloofsovertuiging vrij is en zijn plaats krijgt”. De moorden hielden pas op wanneer Israël ingreep met luchtaanvallen en het Syrische leger tot terugtocht dwong. In de meeste kranten kreeg de actie van Israël geen lof voor het beschermen van de druzen, maar werd die afgedaan als een tactische zet om tweedracht te creëren in Syrië. De druzen zelf zullen het anders zien. Honderden Israëlische druzen, meestal met een militaire achtergrond, waren trouwens zelf al de grens overgestoken om hun geloofsgenoten te beschermen. Het partnerschap van joden en druzen is er sterker uitgekomen. Wanneer je omringd bent door vijanden, is het logisch dat je elkaars rug dekt.
JURGEN CEDER
Druzendorp op de Syrische grens
ECONOMISCHE ZAKEN
G7-vergadering
DEZE WEEK IN DE GESCHIEDENIS
VAN ’T PALLIETERKE
Naar aanleiding van de tachtigste verjaardag van ’t Pallieterke op 17 mei 2025, wil de redactie het rijke verleden van dit weekblad in de kijker zetten. In deze rubriek blikken we terug op wat ’t Pallieterke in het verleden bracht.
Halfjaarlijkse economische balans valt mee
De instabiele geopolitieke situatie en de handelstarieven die de Verenigde Staten de rest van de wereld willen opleggen, zijn normaal gezien de ideale cocktail voor een recessie en oplopende inflatie. Maar daar is amper iets van te merken. Een analyse.
Stagflatie. Dat is een woord dat economen de stuipen op het lijf jaagt. Het is een situatie van een stilgevallen economie en een recessie, plus een oplopende inflatie. Normaal gezien vloeken die zaken met elkaar, want inflatie is een symptoom van een oververhitte economie. Dat stagflatie-scenario hebben we in de jaren 1970 gekend met de oliecrisis die de inflatie aanjoeg en tegelijk de concurrentiekracht van de bedrijven aantastte, wat leidde tot herstructureringen en sluitingen. En dat net op een moment dat een generatie babyboomers op de arbeidsmarkt kwam en dus geen baan vond. Hoge werkloosheid, inflatie van 10 procent en meer, en een recessie waren het gevolg. Met veel monetair kunst- en vliegwerk heeft men de economie begin jaren 1980 opnieuw op de sporen gekregen. Dat gebeurde via besparingen, devaluaties in de pre-europeriode en deregulering.
Terug van weggeweest
Sindsdien is er geen sprake meer geweest van stagflatie, tot het woord begin dit jaar viel bij de voorspellingen die economen voor 2025 maakten. De combinatie van geopolitieke spanningen, budgettaire tekorten in de VS en de EU-landen, plus de handelstarieven van Donald Trump, die de inflatie moeten doen stijgen, zouden leiden tot een recessie en een te hoog prijspeil in de westerse wereld. Halverwege 2025 is die voorspelling niet uitgekomen. Daar zijn verschillende redenen voor. De hoge importtarieven van de Trump hebben natuurlijk een impact op Europa, maar ze wegen minder zwaar door dan verwacht. Voor België bijvoorbeeld heeft dat te maken met het feit dat de helft van de export naar de VS bestaat uit farmaceutische producten. Daarop zijn voorlopig geen heffingen van toepassing. De farma-industrie is bovendien zeer wendbaar met hoge winstmarges en lage prijselasticiteit. In mensentaal: een hogere prijs voor farmaproducten als de VS toch beslissen om heffingen op te leggen zal weinig effect hebben. Een importtarief van 25 procent op geneesmiddelen die in Europa geproduceerd zijn, zou slechts 0,5 procent van de omzet van de farmabedrijven opeten. Verwaarloosbaar. Ten tweede hebben de centrale banken via het hydraulische systeem van renteverlagingen en -verhogingen de inflatie onder controle
gekregen. De vorige opstoot dateert van het einde van de coronapandemie en had vooral te maken met flessenhalzen in de aanvoerketens. Het aanbod kon de vraag niet volgen. Die zijn er nu veel minder en voorlopig ziet het er niet naar uit dat de internationale handel zwaar zal lijden onder de geopolitieke instabiliteit. De 12-daagse oorlog tussen Israël en Iran is voorbij en van het afsluiten van de Straat van Hormuz was nooit echt sprake. China, dat sterk afhankelijk is van Iraanse olie en gas, zou dat nooit aanvaard hebben.
Minder vertrouwen
Verder blijkt dat het consumentenvertrouwen in de VS, Canada en Europa wat gedaald is. Dit heeft geleid tot een relatief stabiele inflatie die in heel de westerse wereld rond een ‘gezonde’ 2 procent blijft hangen. Dat dalende vertrouwen heeft op de groei gewogen, maar niet in die mate dat er sprake is van een recessie. De Europese Centrale Bank (ECB) voorspelt een economische groei van 0,9 procent dit jaar voor de eurozone en 1,1 procent volgend jaar. Niet indrukwekkend, maar een recessie is veraf. De economische balans valt na zes maanden 2025 dus mee.
Bijkomend voordeel is dat de Duitse economische locomotief weer in gang is geschoten. De impact van het beleid van de regering-Merz mag niet onderschat worden. De komende 12 jaar willen de Duitsers 500 miljard euro of 10 procent van hun bbp in infrastructuur en vergroening van de economie stoppen. Plus miljarden voor
defensie. Een economische impuls die ook in de rest van de Europese Unie voor groei moet zorgen. Enige hinderpaal voor het Europese economische herstel: de vele klimaatnormen en overdreven regulering. Er komen op Europees vlak tien wetten per dag bij. Dat is hallucinant veel.
Als er een factor van economische onzekerheid is, dan moeten we die aan de andere kant van de wereld gaan zoeken. Meer bepaald in China. Akkoord, het land is de belangrijke automarkt als nooit tevoren aan het domineren dankzij de elektrische auto’s. Men heeft daar een voorsprong opgebouwd die Europa moeilijk zal inhalen. Ook de dominantie van het land in de batterij-industrie is een ‘game changer’.
ONDERHUIDS KAMPT DE OP EEN NA GROOTSTE ECONOMIE TER WERELD MET PROBLEMEN
Maar onderhuids kampt de op een na grootste economie ter wereld met problemen. De vastgoedmarkt is er niet alleen stilgevallen, maar ingestort door een teveel aan bouwprojecten. De binnenlandse vraag is er zeer laag en men zit met een overcapaciteit aan producten die omwille van de handelsspanningen met de VS niet zomaar een afnemer vinden. De Chinezen sparen zich ondertussen suf. De spaarquote bedraagt 120 procent van het bbp. Een gezonde economische toestand is dat allesbehalve.
ANGÉLIQUE VANDERSTRAETEN
26 juli 1948: 21 juli, altijd een zondag “Het is weer eens 21 juli geweest en sinds 1931 is dat een zondag, zelfs als hij in de week valt”, schreef Bruno De Winter over de nationale feestdag. “Of 21 juli ook een feestdag is, die vreugde in de harten en blijheid in de gemoederen giet, dat schijnt mij wel een ander paar mouwen. De waarheid is dat wij uiteraard niet erg nationaal voelend zijn. Tenzij wanneer het over sportmanifestaties gaat.”
27 juli 1980: Aan Saïd Al Nasr Op deze dag gooide een Palestijnse extremist in Antwerpen twee handgranaten naar een groep joodse scholieren die staan te wachten om op zomerkamp te vertrekken. David Kohane (15) overleeft de aanslag niet, 16 anderen raken (zwaar)gewond. “Gij zegt van uzelf dat gij een ‘held’ zijt. Bestaat een ‘heldendaad’ er dan in, weerloze kinderen vanuit een hinderlaag met granaten te bestoken?”, schreef ’t Pallieterke. “Indien ik het goed begrepen heb, beschouwt gij uw ‘heldendaad’ als een politieke moord. Wij zijn in oorlog met Israël, hebt gij uitgeroepen. Maar wie voert er oorlog tegen ‘onnozele’ kinderen?”
28 juli 1992: Wereld Hepatitis Dag Vandaag ‘vieren’ we Wereld Hepatitis Dag, om bewustwording te creëren voor de ziekte. “Vreest Belgen, want op dit eigenste ogenblik ligt onze kust, de weke loefzijde van ons land, onbewaakt en machteloos ten prooi aan elke invasie, aan elke vijand. En dat door een heimelijke aanval van de kleinst mogelijke vijand, het hepatitis A-virus. Dat submikroskopische tuig heeft onze zo hoog bejubelde vloot dare-dare met gewende stevens en de ether vol mayday-gesein naar hun thuishaven teruggedreven.”
29 juli 1981: Gaat het regenen?
“De rotzomer ’81 is er kennelijk in geslaagd de rotzomer ’80 te overtreffen. De grote vraag dezer dagen was niet of de ‘trouw van de eeuw’ zou gestoord worden door rellen in Bristol of Brixton of door een aanslag van de IRA-terroristen, maar of de zon zou gaan schijnen op de heuglijke dag. Zij die de kroning van Elizabeth II in 1953 hebben meegemaakt, huiveren nu nog bij de herinnering aan die verzopen tweede junidag. Bij de bookmakers kon je trouwens weddenschappen aangaan over regen of geen regen bij het huwelijk van Charles en Diana.”
30 juli 1962: Geen operette Paul ‘PeWe’ Vanden Boeynants stond als minister van Landsverdediging voor een sterk leger. “Pewe heeft verleden week de journalisten gemobiliseerd om hun te vertellen dat ons leger geen
operette is en het Navo-schild geen kartonnen schild. Maar Zijne Excellentie zei nog andere dingen. Bijvoorbeeld dat, zelfs indien België neutraal moest zijn, zoals Zweden en Zwitserland, het evenveel zou moeten uitgeven als nu om zich te verdedigen.”
31 juli 1993: Overlijden koning Boudewijn Op deze dag stierf koning Boudewijn en werd duidelijk dat Albert II hem zou opvolgen als koning der Belgen. “Onder Albert II wordt de dynastie betwistbaar”, verheugde ’t Pallieterke zich al. “De manier waarop de Vlaamse pers de laatste dagen het Belgische spelletje heeft meegespeeld, is ronduit walgelijk. Als ze, ondanks het feit dat dit een krant is die op de meeste redakties ligt, weigeren de Italiaanse La Republica te citeren, waarin een kennelijk goed geïntroduceerde relatie van onze dierbare koningin Paola zegt, alsof het de natuurlijkste zaak ter wereld was, dat deze Italiaanse adept van de dolce vita ‘vanzelfsprekend steeds geweigerd heeft dat afgrijselijke Vlaams te leren’, ondanks alle smeekbeden van haar echtgenoot en aanmaningen van Boudewijn en Fabiola, dan is dat natuurlijk een goede methode om tijdelijk het Vlaamse volk zand in de ogen te strooien, maar dan is dat ook iets dat zich straks tegen de pers zal keren.”
1 augustus 1990: Van Rossem blijft in de cel Jean-Pierre Van Rossem bleef voorlopig in de gevangenis. “Van Rossem heb ik nooit gemogen”, schreef Piet Carpentier over hem in ’t Pallieterke. “Afstotelijk, dik, vet, veel te lang haar en zonder enig fatsoen in doen en spreken. En toch, en toch, de goede God bedient zich vaak van de geringste zijner schepselen, in dit geval om het stiefmoederland te straffen. Van Rossem heeft dus op onbetamelijke wijze de eedaflegging van Albert II gestoord door de kreet: ‘Vive la république européenne! Vive Julien Lahaut!’. De vindingrijke psychopaat weet altijd wel weer de aandacht op zich te vestigen.”
“U verhuist maar beter uit Brussel”
“U verhuist maar beter uit Brussel.” Met die onheilspellende raad werd Frédéric Piccavet, coördinator van de Vlaamse Scholierenkoepel, onlangs geconfronteerd door de politie, na alweer een ernstig incident in zijn straat. Wanneer zelfs de politie het opgeeft, is het duidelijk dat de situatie stilaan onhoudbaar is en dat ingrijpen dringend nodig is. Frédéric Van Leeuw, procureur-generaal van Brussel, trekt aan de noodrem: “We kunnen onze medeburgers niet beschermen.”
Piccavet waarschuwt in een opiniestuk in De Standaard voor de groeiende kloof tussen wat zich op straat afspeelt en het politieke stilzwijgen in de Wetstraat: “De politieke stilstand contrasteert scherp met het toenemende gevoel van onveiligheid, de zichtbare overlast en het groeiende wantrouwen van burgers tegenover de overheid.”
Die realiteit wordt op schrijnende wijze zichtbaar in de cijfers. In de afgelopen drie jaar werd in Brussel maar liefst 240 keer geschoten. Ook steekpartijen zijn schering en inslag. Het geweld escaleert, de wapens worden zwaarder en de incidenten frequenter. Het Vlaams Vredesinstituut bevestigde deze trend in een recent rapport: “Hoewel de meeste feiten plaatsvinden binnen de criminele sfeer, komen ze ook voor in familiale contexten, burenruzies of banale conflicten in cafés.”
Drugs bestellen is kinderspel
De straffeloosheid voedt de brutaliteit. Volgens procureur-generaal Frédéric Van Leeuw is het frustrerend hoe politie en gerecht het hoofd amper boven water houden: “We kunnen onze medeburgers niet beschermen.” Illegaal wapenbezit blijft een blinde vlek. Hoeveel vuurwapens er in omloop zijn, weet niemand. Controle op het circuit is zo goed als onbestaande. Beelden tonen hoe gebruikers in een rij aanschuiven op een plein om hun drugs af te halen. Maar nog hallucinanter is het gemak waarmee men drugs kan bestellen via apps als Snapchat. Een vals account volstaat. Afhalen of gratis thuislevering? U kiest maar. Ondertussen is de straat overspoeld met dealers en gebruikers. “De politie mag zelf geen vals account aanmaken”, aldus federaal drugscommissaris Ine Van Wymeersch. De criminelen communiceren via versleutelde apps, waarvan de ontwikkelaars expliciet weigeren mee te werken met politie of justitie. “Deze bedrijven faciliteren het criminele milieu”, stelt Van Wymeersch scherp. “Het absurde is dat de bedrijven die deze apps op de markt brengen in de kleinere lettertjes zeggen dat ze niet zullen meewerken met politie en justitie.”
OPINIE
rekruteringsmachine
“De hoge economische inzet, de beschikbaarheid van wapens en de lage drempel naar geweld verklaren het huidig klimaat”, zegt Olivier Slosse, korpschef van politiezone Noord.
Frédéric Van Leeuw beaamt: “Als we iemand arresteren, staan er
de dag nadien twee anderen klaar om diens plaats in te nemen.” Een uitzichtloze vicieuze cirkel.
De chaos is evenwel ook politiek. Brussel is een kluwen van versnipperde bevoegdheden. “De institutionele puzzel is bijzonder ingewikkeld”, aldus Slosse. De fusie van de Brusselse politiezones zou een stap vooruit zijn, maar is volgens Van Wymeersch “geen heilige graal”. Het moet toch stilaan duidelijk worden dat binnen de huidige Belgische constellatie de Brusselse problemen onmogelijk kunnen worden opgelost.
zaken met een problematische opvoedingssituatie aan het Brusselse parket voorgelegd. Dat is 30 procent meer dan acht jaar geleden. Gesloten instellingen zitten vol. Minderjarige daders van zware feiten worden de dag na hun voorleiding gewoon weer vrijgelaten en hervallen onmiddellijk.
Apocalyps in slow motion
Je kan nog zo veel investeren in onderwijs en preventie, zolang politie en justitie onderbemand, ondergefinancierd en wettelijk ver-
NA NAPELS EN MARSEILLE IS BRUSSEL DE EUROPESE STAD MET HET MEESTE VUURWAPENGEWELD
Legaliseren van cannabis helpt ook geen zier. Van Wymeersch is duidelijk: “Overal waar je cannabis legaliseert, stijgt het gebruik en blijft de criminele markt overeind. Legalisering destabiliseert het crimineel milieu niet.”
Tijdbom onder de hoofdstad
Na Napels en Marseille is Brussel de Europese stad met het meeste vuurwapengeweld. Er is een illegale economie die draait op witwaspraktijken en een crimineel netwerk dat handig gebruik maakt van een brede rekruteringsbasis. In een stad waar heel veel mensen zonder papieren en talloze niet-begeleide minderjarigen ronddwalen, is het vinden van loopjongens kinderspel. De cijfers zijn verontrustend: in 2023 werden meer dan 10.000 jeugd-
lamd blijven, verandert er niets. De criminele circuits blijven floreren. Veiligheid is nochtans een basisrecht. Maar in Brussel kunnen politie en justitie dat niet meer garanderen. Zelfs de Brusselse procureur Julien Moinil is niet meer veilig. Extra middelen en het fuseren van politiezones zijn misschien een begin. Maar dat Brussel niet op de federale prioriteitenlijst staat, is ronduit verontrustend. De stad is immers niet alleen de Belgische, maar ook de Europese hoofdstad. En die status staat onder druk.
Binnen de Europese instellingen en de internationale bedrijven gonst het van de geruchten over een mogelijke verhuis. De stijgende structurele onveiligheid en het gebrek aan kordate aanpak ondermijnen het vertrouwen in Brussel als vestigingsplek. Als deze trend zich doorzet, dreigt een apocalyps in slow motion. Wie enkel blijft toekijken zonder in te grijpen, maakt zich schuldig aan verzuim.
JULIEN BORREMANS
Niet de gemeenten, maar Vlaanderen is de oorzaak van grote nood aan sociale woningen
Elke gemeente moet tegen eind 2025 het sociaal objectief halen waarbij 9 procent van het woningenbestand van de gemeente moet bestaan uit sociale woningen. Dat dat niet lukt, is niet de schuld van de gemeenten, maar van de Vlaamse overheid en van de Vlaamse Maatschappij voor Sociale Huisvesting (VMSW), vindt Glabbeeks burgemeester Peter Reekmans.
Vandaag amper 5 maanden voor deze deadline haalt ruim 40 procent van de Vlaamse gemeenten die 9 procent niet. Volgens Vlaams minister van Wonen Melissa Depraetere (Vooruit) liep de sociale woningbouw de afgelopen jaren vertraging op omdat niet elke gemeente voldoende inspanningen heeft geleverd. De minister dreigt nu met boetes voor gemeenten die het sociaal objectief niet halen eind dit jaar. “Het is bouwen of betalen”, klonk het stoer. Na 22 jaar nog geen enkele sociale woning Mijn gemeente Glabbeek is één van die gemeenten die eind dit jaar het sociaal objectief van 9 procent sociale woningen niet zal halen. Nochtans zijn wij al in 2003 gestart met het project van een eerste sociale woonwijk De Melkroos in de kern van ons hoofddorp achter het gemeentehuis. Wij zorgden als gemeentebestuur voor de bouwgrond, een gemeentelijk uitvoeringsplan (GRUP) en leverden een bouwvergunning af. Momenteel lopen er drie projecten in Glabbeek en duurt het al 22 jaar voor we een eerste sociale woning kunnen bouwen. In 2014 gingen we van start met een tweede project voor de nieuwe sociale woonwijk Baekveld in onze deelgemeente Bunsbeek. Aan goede wil geen gebrek bij onze gemeente, want wij kochten hiervoor de nodige gronden aan en zorgen dus al 10 jaar voor de voorfinanciering ervan. Het probleem hier zijn drie bewoners, die dankzij de fantastische Vlaamse regelgeving de ene na de andere procedure kunnen opstar-
ten om het project te vertragen. Vandaag zit dit project al een tijdlang vast bij de raad van vergunningsbetwistingen. Met een derde project zijn we gestart in 2021 en ook hiervoor stelde de gemeente de gronden van de oude bibliotheeksite ter beschikking voor nieuwe sociale woningen. We leverden intussen al meer dan een jaar een bouwvergunning af en hopen dat men hier eindelijk eens zal starten eind dit jaar. Momenteel lopen er drie projecten in Glabbeek en duurt het al 22 jaar voor we een eerste sociale woning kunnen bouwen.
Lijdensweg
Enkel het laatste project liep vlot en zit nog op een normale timing, maar het ontsporen van de timing van de twee andere projecten is een schande. Eén project loopt al 11 jaar lang, omdat Vlaanderen nu eenmaal toelaat dat iedereen de ene procedure na de andere kan beginnen tegen bouwvergunningen.
Het andere project ontspoort al 22 jaar omdat de Vlaamse Maatschappij voor Sociale Huisvesting (VMSW) er een potje van heeft gemaakt. Ambtenaren van de VMSW die het dossier moeten opvolgen, zijn amper twee halve dagen per week aan het werk of bereikbaar. Diezelfde quasi onbereikbare ambtenaren slagen er niet in om binnen een redelijke termijn een dossier op te starten.
Eens een dossier dan uiteindelijk toch opgestart raakt, blijkt dat de gunning gebeurde aan een aannemer die niet in regel was. Na de onwettige gunning aan een aannemer,
duurt het alwéér een jaar voordat de VMSW actie onderneemt.
De gemeente sloot in 2013 met de VMSW een samenwerkingsovereenkomst af om samen de toegangswegen en de buitenomgeving achter het gemeentehuis richting de nieuwe sociale woonwijk aan te leggen. In dit dossier zat ook een nieuwe centrumparking achter het gemeentehuis van Glabbeek, die al 2 jaar had moeten klaar zijn.
Onbetrouwbaar
Maar door zuiver amateurisme van de VMSW besliste de gemeenteraad vorige week op 10 juli 2025 om zelf de nieuwe centrumparking aan te leggen en de samenwerkingsovereenkomst met de VMSW te verbreken. Onze parking zal er nu wel snel komen, maar wanneer de bouw van de sociale woonwijk zal starten is nog steeds een absoluut raadsel. We hebben als gemeente van dichtbij meegemaakt hoe de VMSW werkt – of beter gezegd: niet werkt. Want de vertraging van sociale huisvesting in Vlaanderen de afgelopen jaren is absoluut niet te wijten aan de gemeenten, zoals de minister iedereen graag wil doen geloven. De oorzaak zit bij de absurde Vlaamse regelgeving en een VMSW die het toonbeeld is geworden van verregaand amateurisme. Als wij als kleine gemeente al 22 jaar lang zo’n lijdensweg met de VMSW meemaken om nog maar een eerste sociale woning in ons dorp te kunnen bouwen, dan zijn er ook elders vergelijkbare problemen. De minister zou dus beter stoppen met gemeenten die van goede wil zijn te bedreigen met boetes, maar beter dringend een audit bestellen voor een grondige doorlichting van haar eigen Vlaamse administratie en de VMSW, die meer en meer aan het ontsporen is.
Frederic Van Leeuw
“Echt parlement moet grandeur uitstralen”
De Senaat is nog niet opgedoekt, of de strijd om de erfenis is al begonnen. De voorzitter van het Brussels Parlement, Bertin Mampaka (MR), verklaarde op Bel RTL dat hij zijn assemblee tegen 2029 wil verhuizen naar de Senaat. Het rode pluche zou dan enkel stof staan vergaren.
De lokalen in de Leuvenseweg passen naar verluidt beter bij het Brussels Parlement dan die in de Lombardstraat 69. “De Senaat gaat sluiten, de gebouwen zullen leeg staan. Ze kunnen 150 personen ontvangen. Vandaag is het Brussels Parlement zeer slecht gelegen, we hebben kantoren moeten huren en andere moeten renoveren. Ik zal dus een verhuis voorstellen. Op die manier kunnen we onze huidige gebouwen verkopen,” aldus de Franstalige liberaal. Mampaka zou naar eigen zeggen al met meerdere collega’s over zijn plannen gesproken hebben. Hij hoopt het twaalfkoppig bureau van het parlement en vooral de administratie te overtuigen.
Kleurrijk figuur
Bertin Mampaka (MR) is op zijn minst een kleurrijk figuur. Sinds de verkiezingen vorig jaar is hij waarnemend voorzitter van het Brussels Parlement, eigenlijk het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Mampaka houdt van grootse gebaren. Hij deed al afstand van zijn dienstwagen en zijn vergoeding als voorzitter van de Raad van Franse Gemeenschapscommissie (Cocof).
Eigenlijk kreeg hij door de twee Brusselse ‘parlementen’ onder één dak een dubbele vergoeding en een dubbele dienstwagen met chauffeur. Een echt zware opoffering bleek het dus al bij al
niet, maar zijn voorgangers deden die niet. Mampaka wil alvast de nodige studies opstarten om de verhuis in goede banen te leiden. Hij gaf een medewerker alvast de opdracht. Dat in het huidige gebouwencomplex fortuinen werden gespendeerd aan modernisering en een halfrond onder een glazen koepel, lijkt een bijzaak.
Nu wil het toeval dat het idee niet uit de lucht komt vallen. Niemand minder dan Georges-Louis Bouchez, de partijvoorzitter van de MR, liet eerder al een dergelijk proefballonnetje op. De Belgisch-Congolese politicus die al 21 jaar in het Brussels Parlement zetelt, gaf dat ook toe.
Grandeur
De belangrijkste reden is niet zozeer comfort, maar status. “We hebben te weinig zichtbaarheid, er is zelfs geen geschikte ingang in de Lombardstraat. Een echt parlement moet grandeur uitstralen, zeker in een stad als Brussel, waar we ons moeten profileren tegenover een half dozijn parlementen, van Europees tot Vlaams.” Mampaka ontkent dat alles draait om prestige. Hij beweert dat efficiëntie minstens even belangrijk is. De huidige gebouwen zijn duur en zelfs dan zijn er amper twee commissiezalen.
Mampaka is niet aan zijn proefstuk toe met zijn huisvestingsplannen voor het Brussels Parlement. Zo’n 15 jaar geleden stelde hij voor te verhuizen naar het toen leegstaande Beursgebouw. Daar zit nu een verlieslatend Biermuseum en ‘belevingscentrum’ dat minister Sven Gatz (Open Vld) erdoor drukte.
LODE GOUKENS
Geweld met blanke wapens in Brussel neemt toe
Kamerlid Sophie De Wit (N-VA) vroeg cijfers op over geweld met blanke wapens in Brussel. Een blank wapen is een mes, zwaard, machete,... En wat iedereen natuurlijk al wist: het geweld neemt toe. Naast de schietincidenten met vuurwapens, is geweld met allerhande messen met de helft gestegen.
Het aantal steekincidenten in Brussel steeg tussen 2019 en 2023 van 122 naar 185 gevallen. Dat is een toename van meer dan 50 procent. Hiermee is Brussel de absolute koploper betreffende steekpartijen. “De normalisering van het dragen van messen is een gevaarlijke evolutie die we dringend een halt moeten toeroepen”, zegt Sophie De Wit. Boetes en controles
De Wit geeft een vergelijking: in de meeste andere Belgische steden nam het aantal steekpartijen af tussen 2022 en 2023. Over heel het land gaat het om een daling van 830 naar 707 incidenten. Daarom pleit De Wit voor controles en boetes: “Ik pleit voor een geïntegreerde aanpak om het messengeweld in onze steden een halt toe te roepen. Vooral in de hoofdstad is het hoog tijd voor een nultolerantiebeleid voor messenbezit, met gerichte controles in risicowijken en hoge geldboetes.”
Een “scherpe reactie” noemt ze het, met enige zin voor woordspeling. Humor om het leed te verzachten. En dat is nodig, zeker als blijkt dat in ongeveer 12 procent van de gevallen de verdachte minderjarig blijkt te zijn.
Niet-Belgen
Ook het aandeel niet-Belgische verdachten bij messengeweld is hoog. In het persbericht van De Wit staat: “In 2022 ging het in 195 van de 534 gevallen om een niet-Belgische verdachte, dat is bijna 37 procent. In 2023 waren er 149 niet-Belgen op 373 geregistreerde verdachten, goed voor 40 procent.”
Volgens De Wit “tonen de cijfers aan dat we ook de rol van migratie en integratie in deze problematiek niet mogen onderschatten. We moeten aan nieuwkomers zeer duidelijk maken dat het dragen en gebruik van messen op straat onaanvaardbaar is.”
Bovendien oppert De Wit het volgende: “Niet-Belgische daders van zware steekincidenten moeten hun verblijfsrecht verliezen en hun straf uitzitten in hun land van herkomst.”
LODE GOUKENS
CITAAT VAN DE WEEK
Sofie Merckx (PVDA)
“Dit kil zomerakkoord zal botsen op een hete herfst”
Het zomerakkoord dat de federale regering-De Wever tijdens de nacht voor de Belgische feestdag kon sluiten, is volgens de PVDA “de grootste sociale achteruitgang van de afgelopen veertig jaar”. “De enorme toename van belastingvrije overuren, de afschaffing van het verbod op nachtwerk en het afschaffen van de minimale wekelijkse arbeidstijd zijn slechts enkele voorbeelden van de achteruitgang die Arizona wil opleggen aan de werknemers”, zegt fractievoorzitter Sofie Merckx op de website van de partij. Verder belooft de marxistische partij het vakbondsprotest mee aan te wakkeren. “Dit kil zomerakkoord zal botsen op een hete herfst”, kondigt de partij aan.
“De Vlaamse vakkennis werd zeer gewaardeerd”
Dit stukje schrijf ik vanuit Philadelphia in de VS. Deze stad is ondertussen in de schaduw komen te liggen van New York en Washington, maar op het einde van de 18de eeuw was Philadelphia de grootste stad in de dertien Britse koloniën die samen de Verenigde Staten zouden vormen. Philadelphia was de vergaderplaats van het zogenaamde Continental Congress: de bijeenkomst van afgevaardigden uit de verschillende koloniën die de opstand tegen het Brits gezag organiseerden. Op 4 juli 1776 werd in Independence Hall in Philadelphia de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring goedgekeurd. In 1787 werd er de Grondwettelijke Conventie gehouden. Philadelphia fungeerde tot 1800 als tijdelijke hoofdstad van de Verenigde Staten, tot de hoofdstad naar het nieuw gebouwde Washington D.C. werd verplaatst.
Bij mijn bezoek aan Independence Hall en de Liberty Bell viel mijn oog op een tekst die vermeldde dat Independence Hall, net als bijna alle andere historische gebouwen in Philadelphia, in ‘Flemish bond’ is gebouwd. Die term kan je in het Nederlands het best vertalen als ‘Vlaams verband’. Het is een traditioneel metselverband waarbij strekken en koppen – dat zijn de lange en de korte zijden van een baksteen – elkaar afwisselen. De koppen liggen steeds in het midden boven de strekken van de laag eronder. Omdat de voegen dan verspringen, zijn muren in ‘Vlaams verband’ beter bestand tegen scheurvorming. Het ritme van de afwisseling tussen lange en korte zijden van de bakstenen zorgt bovendien voor een heel decoratief gevelbeeld.
De term ‘Flemish bond’ is afkomstig uit het Engeland van de 17de en de 18de eeuw, waar blijkbaar veel Vlaamse metselaars aan het werk waren. Hun vakkennis werd zeer gewaardeerd. Het is overigens opvallend dat de term ‘Flemish’ in de Engelse taal vaak geassocieerd wordt met vakmanschap. Denk naast ‘Flemish bond’ ook maar aan ‘Flemish painting’ of ‘Flemish lace’. Die associatie is er niet wanneer de Engelsen het over onze Nederlandse en Franse buren hebben. In het Engels bestaan er verschillende uitdrukkingen waarin het woord ‘Dutch’ een negatieve of ironische bijklank heeft. ‘Dutch courage’ is de moed van iemand die dronken is. ‘Double Dutch’ staat voor wartaal en een ‘Dutch treat’ is een neptraktatie waarbij je uiteindelijk zelf moet betalen. Franse gebruiken of gewoonten worden in het Engels vaak met frivool, slap of onbetrouwbaar geassocieerd. Een ‘French disease’ is een geslachtsziekte. ‘French leave’ staat voor weggaan zonder afscheid te nemen of uit het leger deserteren en een ‘French novel’ is een erotisch verhaal. Die negatieve connotatie heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat de Hollanders en de Fransen eeuwenlang concurrenten of vijanden van de Engelsen waren. De Vlamingen kwamen uit de Zuidelijke Nederlanden die geen bedreiging vormden. Vlamingen werden bijgevolg graag gezien, want het waren bekwame vakmensen. En kijk, zo heeft u weer een verhaal om straks aan de barbecue te vertellen.
KARIM VAN OVERMEIRE
Sophie De Wit
Bertin Mampaka (MR)
FLEMISH BOND
DE NEDERLANDSE ZELFMOORD
ELEKTRICITEIT WORDT GERANTSOENEERD
Een artikel in de Financial Times onthulde deze week dat duizenden bedrijven en huishoudens in Nederland wachten op aansluiting op het elektriciteitsnet, waardoor exploitanten gedwongen worden om elektriciteit te rantsoeneren. Dit fenomeen is een voorbode van wat andere Europese landen te wachten staat als de autoritaire elektrificatie zich doorzet.
De Nederlandse situatie benadrukt de gevolgen van een slecht geplande en slecht gesynchroniseerde energietransitie. In één woord: ideologisch. Nederland, een land dat historisch welvarend was dankzij de exploitatie van zijn gasvoorraden, sloot het gigantische Groningenveld in 2023 en nam daarmee een beslissende afslag naar de afgrond van de energievoorziening. Tegelijkertijd is het land begonnen met een grootschalig elektrificatieprogramma: meer dan 2,6 miljoen Nederlandse huizen zijn nu uitgerust met zonnepanelen, terwijl veel bedrijven en openbare instellingen zijn afgestapt van gas.
Zware kost
De gevolgen van deze overhaaste beslissing zijn duidelijk zichtbaar. Naar de weinige wetenschappers die een ramp voorspelden, werd niet geluisterd. Sterker nog: ze werden al snel uit het publieke debat geweerd e, als klimaatsceptici bestempeld. Als gevolg van een energietransitie die alles te danken heeft aan ideologie en niets aan wetenschap, worden Nederlanders geconfronteerd met een van de hoogste elektriciteitsprijzen in Europa. Gemiddeld betaalt een Nederlands gezin 30 euro/MWh meer dan in Frankrijk. De onfortuinlijke Nederlandse bevolking zal nog tot 2034 (!) jaarlijkse tariefstijgingen van tussen de 4 en 5 procent in reële termen moeten slikken om de onderinvesteringen in de infrastructuur goed te maken.
BEDRIJVEN WORDT GEVRAAGD HUN VERBRUIK TIJDENS BEPAALDE UREN TE BEPERKEN OF OP TE SCHORTEN OM OVERBELASTING VAN HET NETWERK TE VOORKOMEN
Sommige regio’s in het land, met name rond Eindhoven en de technologiecluster Brainport, hebben al te lijden onder rantsoeneringsmaatregelen. Een technologiecluster in het donker: het ruikt naar een winnende combinatie. Bedrijven wordt gevraagd hun verbruik tijdens bepaalde uren te beperken of op te schorten om overbelasting van het netwerk te voorkomen. De nieuwe grote energieverbruikers – fabrieken, datacenters – krijgen strengere toegangsvoorwaarden opgelegd of worden aangemoedigd om hun toevlucht te nemen tot autonome oplossingen, zoals het installeren van fotovoltaïsche panelen of batterijen.
Volgens Netbeheer Nederland wachten meer dan 11.900 bedrijven op aansluiting op het net. Daarbovenop komen nog gevoelige infrastructuren zoals ziekenhuizen, brandweerkazernes en duizenden nieuwe woningen. In sommige gebieden zal er voor 2035 (!) geen nieuwe aansluiting mogelijk zijn. De aanpassing van het elektriciteitsnetwerk tussen nu en 2040 zal ongeveer 200 miljard euro aan investeringen vergen, waarvan een aanzienlijk deel door de consumenten zal moeten worden gedekt via de nieuwe verhoging van de tarieven, volgens elektriciteitstransporteur TenneT.
Dit energiefiasco is gebaseerd op een bekende fout: demagogie in plaats van wetenschap. Nederland, dat lang werd gezien als een toonbeeld van pragmatisme en techniek, biedt
nu een onwetende les. Een energietransitie kan niet worden verordonneerd door slogans of door haastig zonnepanelen op daken te plaatsen. Het vereist een langetermijnvisie, zonder ideologie.
Ideologie is dodelijk
Want ideologie is dodelijk. Wie de wereld alleen uitlegt in termen van rente – ‘volg het geld!’ –, hebben het mis. Dit keukenmarxisme houdt geen rekening met de demiurgische kracht van ideologie. Als mensen bereid zijn om te sterven, om zichzelf op te offeren voor hun ideeën, wat maakt het hen dan uit wat er met hun medemensen gebeurt? De Nederlanders hebben hun energie-erfgoed – het Groningenveld – vernietigd uit pure ideologie en vervangen door niets anders dan ‘plannen’. Nederland is de energiesynecdoche van Europa.
Wat er in Nederland gebeurt, is slechts de inaugurele handeling van Europa’s energietoekomst. De afgelopen tien jaar heeft de EU zich overgegeven aan het meest extremistische, verfomfaaide, realiteitsverloochenende milieuactivisme. We plukken de vruchten van deze Weltanschauung: exploderende energieprijzen, massale verarming van de middenklasse, vernietiging van de Europese industrie. Wat de Europese economie de das omdoet, zijn niet de tarieven van de heer Trump, maar het is de Green Deal van mevrouw Von der Leyen.
Verzakkingen
Het Groningenveld, dat in 1959 werd ontdekt, bevat op zijn hoogtepunt naar schatting 2.800 miljard kubieke meter aardgas, een van de grootste ter wereld. Deze cornucopia produ-
ceerde tussen 1963 en 2023 ongeveer 2.300 miljard kubieke meter gas, wat de Nederlanders een beslissend voordeel gaf in de internationale economische concurrentie. Er was nog 450 miljard kubieke meter aan reserves over op het moment van de ideologische en autoritaire sluiting van het veld in oktober 2024. Het besluit om het Groningenveld te sluiten, werd genomen door de Nederlandse regering van premier Mark Rutte om de milieuactivistische tijdsgeest een plezier te doen. Op het gebied van energie gaf Rutte snel toe aan de meest extreme eisen van milieuactivisten, zonder enige aandacht voor het welzijn van zijn eigen mensen. Rutte heeft het Nederlandse energiepatrimonium letterlijk gesaboteerd en vervangen door niets. Rutte is een apoplectisch figuur van de ideoloog, maar ook van de opportunist: je hoeft hem tegenwoordig alleen maar te zien kruipen voor Trump, over wie hij voor zijn herverkiezing zei dat hij niet beter kon. Miljoenen Nederlanders zullen het aan hem ‘te danken’ hebben dat ze wegkwijnen in energiearmoede.
OP HET VLAK VAN ENERGIE GAF RUTTE SNEL TOE AAN DE MEEST EXTREME EISEN VAN MILIEUACTIVISTEN
Kijk uit voor die donkere wolken aan de horizon nu Nederland gedwongen wordt zijn paradepaardje, ASML, te rantsoeneren. ASML is voor de Nederlandse economie wat Airbus of LVMH is voor Frankrijk: een fractie van het bbp op zich. Achter ASML zijn en worden tienduizenden bedrijven gerantsoeneerd in hun energieverbruik, waardoor de Nederlandse economie wordt gesaboteerd, die geacht wordt de faraonische bedragen te financieren die gemoeid zijn met de omschakeling naar hernieuwbare energie... Zemmour noemde het “Franse zelfmoord”; nee, de zelfmoord is Europees.
Hoe zit het met Europa?
Voor landen als België is het te laat: rantsoenering en blackouts zijn onvermijdelijk. Toen Nederland de gaskraan dichtdraaide, vernietigde België de kernreactoren waaruit het 50 procent van zijn energie haalt. Dezelfde milieuactivisten die eisten dat Nederland de gaskraan dichtdraaide, legden in België uit dat ze kernenergie gingen vervangen door... gas, maar natuurlijk: net als in Nederland hebben ze in België vernietigd wat er was en vervangen door niets.
Het is zeldzaam genoeg om het vermelden waard te zijn, maar energie is een gebied waar Frankrijk het goed in doet, dankzij zijn nucleaire vloot. De sluiting van de centrale in Fessenheim, onder druk van milieuactivisten en de Duitsers, was ideologisch en misdadig. Maar gelukkig zag de heer Macron het licht, of liever gezegd: weigerde hij het uit te doen, terwijl hij verbale beloften deed aan de demente milieuactivisten die regeren in ‘Brussel’ (de EU). De energieprijzen rijzen de pan uit in Frankrijk, net als in heel Europa, maar dankzij de Franse kerncentrales zou Frankrijk moeten ontsnappen aan rantsoenering en black-outs. Bovendien zou Frankrijk zijn voordeel moeten forceren door af te zien van nieuwe overheidsinvesteringen in zonne- en windenergie. In het algemeen zal Europa pas herstellen als de Green Deal en de mythe van de ‘zero-carbon society’ tot het verleden behoren. Anders is de geleidelijke afbraak van het ‘Oude Continent’ en de ineenstorting van de Europeanen in ellende en verval onvermijdelijk. De werkelijkheid is genadeloos voor degenen die haar ontkennen.
Het Groningenveld werd in 1963 in gebruik genomen
Voormalig premier Mark Rutte besliste de sluiting
MATTHIAS DEPOORTER
“Van Eyck heeft de schilderkunst veranderd”
“Kunst heeft uitleg nodig”, vindt Matthias Depoorter. Als kunsthistoricus en kenner van de oude Vlaamse Meesters zoals Jan van Eyck, nam Matthias Depoorter in april 2023 het hoofdredacteurschap van Openbaar Kunstbezit Vlaanderen (OKV) over van Mark Vanvaeck – die lezers van dit weekblad misschien nog kennen als ‘MMMV’. Voor Depoorter bestaat er geen twijfel over de vraag of kunst een maatschappelijke meerwaarde biedt. “Kunst en cultuur brengen de maatschappij veel op, ook financieel.”
Na een aantal jaar bij de Vlaamse Kunstcollectie, ging Depoorter aan de slag in het MSK in Gent als assistent-curator van de Jan van Eycktentoonstelling. “Nadien heb ik kort bij Toerisme Vlaanderen gewerkt als expert Vlaamse Meesters, om nadien bij OKV te beginnen. Ik was al sinds 2007 freelance schrijver; ik kende OKV dus goed en zij kenden mij. Voor mij was het een opportuniteit om hoofdredacteur te worden, want dat soort jobs komen niet vaak vrij.”
Wat doet OKV?
“Onze kernactiviteit is het magazine. Dat verschijnt op papier, maar we zijn vandaag ook een volwaardig onlinetijdschrift. Er zijn artikelen die niet op papier uitkomen en wel op de website, en daarnaast hebben we ook een podcast. We brengen ook een online-expokalender uit: we zijn een gids voor cultuurconsumenten en mensen die hun weg willen vinden in de kunst- en erfgoedwereld. Daarnaast hebben we een club waarmee we bezoeken aan tentoonstellingen organiseren. En daarnaast organiseren we nu en dan lezingen, gespreksavonden,…
Waarop richten jullie zich in het magazine?
“Ons magazine bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat allerlei artikelen over tentoonstellingen, reportages, interviews, boekrecensies, noem maar op. Het tweede deel gaat telkens over één thema, en dat veertig bladzijden lang. Het is een zeldzaam gegeven dat je veertig pagina’s mag vullen over een thema dat je helemaal kunt uitspitten. Dat is iets waarmee we ons ten opzichte van de reguliere pers kunnen onderscheiden.”
Hebben jullie een bepaald doel met de uitgaves?
“We willen een gids zijn voor mensen die geïnteresseerd zijn in kunst en erfgoed, en op zoek zijn naar verdieping, wat ze in de reguliere pers niet vinden. Het aanbod van kunst, erfgoed en cultuur in het algemeen in Vlaanderen en Brussel is zeer rijk. Wij willen de mensen informatie aanreiken en hen tips geven over wat ze absoluut moeten bezoeken.”
“Evengoed gaat het over het genieten van drukwerk. Hoewel heel veel media op papier verdwijnen, of men mensen richting een online-abonnement duwt, vinden wij het belangrijk dat OKV mooi gedrukt op kwaliteitsvol papier verschijnt met sterke beelden. Online lezen is fantastisch, omdat je het altijd en overal kan doen. Maar iets tactiel hebben, is ook waardevol. Het gaat over kunst, het gaat over beelden, het is visueel: dus dan moet het er ook mooi uitzien.”
Bereiken jullie veel mensen?
“Op onze website gaat het over meer dan 20.000 bezoekers per maand, wat een mooi aantal is. Ons maandelijks lezersbereik met het gedrukte magazine is circa 10.000 personen. Met enige trots kan ik ook zeggen dat hoewel bijna elk blad en elke krant er al jaren op achteruitgaan, wij vorig jaar een lichte stijging kenden. Niet veel, maar toch!”
Wat is daar de oorzaak van die stijging?
“Het is een niche, maar net omdat het over kunst gaat, is het visuele belangrijk. Mijn aanvoelen is dat mensen graag iets in hun handen hebben. Het heeft ook met traagheid te maken: je gaat ervoor zitten en neemt je tijd om een stuk van 40 bladzijden te lezen. Mijn vermoeden is dat zoiets altijd wel op papier zal blijven bestaan.”
Zijn er genres of tijdsperiodes waar jullie zich op richten?
“Wij gaan heel breed, dat is een belangrijke eigenschap van OKV. Als we kunst brengen, proberen we dat zo breed mogelijk te doen: oude kunst, moderne kunst en ook hedendaagse kunst komen aan bod. En daarin alle verschillende genres: van de klassieke schilder- en beeldhouwkunst tot de toegepaste kunst – wat we vandaag design noemen, maar ook fotografie, performance, installatiekunst,...”
Naast het tweemaandelijkse tijdschrift geeft Openbaar Kunstbezit Vlaanderen ook andere bijlagen uit. Hoe gaat dat in zijn werk?
“Dat heeft te maken met wat zich aandient, bijvoorbeeld musea die graag een extra publicatie willen. Op die manier kunnen ze, naast een dure catalogus, hun bezoekers nog iets anders aanbieden. Recent maakten we bijvoorbeeld ook een magazine in opdracht van de provincie Limburg die haar kunstcollectie in de kijker wilde zetten.”
Hoe ziet de organisatie van Openbaar Kunstbezit Vlaanderen eruit?
“We zijn een vzw die gesubsidieerd wordt door de Vlaamse overheid. We draaien deels op subsidies, maar genereren ook een belangrijke eigen omzet door abonnementsgelden en advertenties in ons magazine. Daarnaast verkopen we nog extra boekjes en elk thema van 40 pagina’s wordt ook nog eens apart gedrukt. Als dat over buitenlandse thema’s of tentoonstellingen gaat, gebeurt het vaak dat
men vraagt om die publicaties te vertalen in het Frans, het Engels, het Duits,… Door in de musea te liggen, komen de bezoekers met ons in contact, dus dat vergroot ons bereik aanzienlijk.”
Hoe ziet de redactie van OKV eruit?
“Peter Wouters is directeur, Jonas Bruyneel is onlineredacteur en zelf ben ik hoofdredacteur. We werken met een vijftiental freelance schrijvers en podcastmaker Dirk Vandenberghe, en voor de rest werken wij met leveranciers en, heel belangrijk, met 10 vrijwilligers. Zij beantwoorden vragen van abonnees, maken enveloppes klaar om zaken uit onze webshop te verzenden, organiseren uitstappen,… Zij vormen een belangrijke pijler in onze werking.”
Openbaar Kunstbezit Vlaanderen is in grote mate afhankelijk van Vlaamse subsidies. Voelen jullie al de impact van besparingen in de cultuursector?
“Op dit moment nog niet. In 2024 zijn we er op vooruitgegaan. De jaren voordien kreeg OKV dezelfde dotatie.”
Structureel via het Erfgoeddecreet krijgt OKV jaarlijks 225.000 euro. Vindt u dat voldoende, te weinig of te veel?
“Het was een substantiële stijging tegenover het bedrag dat we voordien kregen, geen overbodige luxe. We zijn een kleine organisatie, werken keihard en onze productie ligt hoog.”
Waarom moet een kunstmagazine subsidies krijgen?
“Ik denk dat het niet evident zou zijn om het te doen zonder subsidies, onmogelijk eigenlijk. Dan is er de vraag waarom we gesubsidieerd worden. Ik ben ervan overtuigd dat we een maatschappelijke meerwaarde creëren. Voor mij bestaat er geen discussie over het feit dat kunst een maatschappelijke meerwaarde biedt. Kunst en cultuur brengen de maatschappij heel veel op, ook financieel.”
ALS JE DE HELE SUBSIDIETAART BEKIJKT, IS HET UITEINDELIJK EEN MESPUNTJE DAT NAAR CULTUUR GAAT
“Wat zou het leven zijn zonder kunst? Nietzsche zei: ‘Zonder muziek zou het leven een vergissing zijn.’ Voor heel veel mensen geldt hetzelfde voor beeldende kunst, theater, schilderijen, tijdschriften,… De kunst- en erfgoedwereld is zeer breed en daarin is het werk van kunsthistorici essentieel. Kunst heeft uitleg nodig. Kunst heeft commentaar nodig. Zonder dat zou het erg moeilijk zijn om kunst te consumeren. En wij dragen daartoe bij. Het is belangrijk om die verhalen te brengen, om
dingen uit te leggen, om mensen te prikkelen en aan te zetten tot nadenken.”
Je hebt in de maatschappij een hele discussie over de subsidies die richting de culturele sector gaan. Hoe kijkt u daarnaar?
“Dat verbaast me een beetje. Je moet je afvragen welke sectoren niet gesubsidieerd zijn. Volgens mij zijn dat er heel weinig. Als je de hele taart bekijkt, is het uiteindelijk een mespuntje dat naar cultuur gaat. Er is ook afdoende aangetoond dat 1 euro subsidie voor de cultuursector een drievoud oplevert. Er wordt op meerdere vlakken meerwaarde gecreëerd. De sector zorgt ook voor heel wat jobs. Maar ook: als toeristen naar hier komen, komen ze vaak voor kunst en cultuur.”
Vindt u dat de Vlaamse overheid vandaag genoeg bezig is met kunst?
“Het is natuurlijk nog een beetje afwachten welke richting de nieuwe minister van Cultuur (Caroline Gennez, red.) zal uitgaan. Ik vind wel dat er meer aandacht geschonken zou mogen worden aan kunst op de televisie. Je ziet toch zelden goede tv-programma’s over kunstenaars en over kunst, of die nu oud of hedendaags is. Dat zou een verschil maken: impact, veel kijkers en een jonger publiek dat kunst kan ontdekken.”
“Het zou mee drempelverlagend kunnen werken, ook voor museumbezoeken. Voor veel mensen zijn dat nog een soort tempels die je betreedt, waardoor ze ervan wegblijven. Ook daarin spelen we een maatschappelijke rol. Kunst moet iets alledaags zijn, het mag op
Deel van Les Très Riches Heures du duc de Berry
HOOFDREDACTEUR OPENBAAR KUNSTBEZIT VLAANDEREN
mensen niet overkomen als té intellectualistisch. Een museum is geen afgeschermde plek voor ingewijden.”
Op zich kan iedereen toch naar een museum?
“Dat klopt, maar in de praktijk is dat toch anders. Je ziet wel dat musea vandaag hun best doen om meer mensen te bereiken door inclusiever te werken, terwijl het vroeger toch vooral curatoren waren die tentoonstellingen maakten die eerder voor de ingewijden dan voor het brede publiek waren. Ik kan me niet inbeelden dat mensen of gemeenschappen
destijds inspraak kregen in de programmatie van expo’s of in de keuze van thema’s. Daar wordt vandaag veel meer rekening mee gehouden.”
Kan u een voorbeeld geven?
“Vijftien jaar geleden waren er zelden tentoonstellingen specifiek over vrouwelijke, historische kunstenaars. Men zei toen dat er gewoonweg weinig vrouwen actief waren in de oude kunst, maar dat beeld klopt niet. Het gaat ook over basisdingen, zoals stilterondleidingen voor mensen die hoogsensitief zijn of die een spectrumstoornis hebben. Kunstbele-
ving voor mensen met een visuele beperking is een ander voorbeeld.”
Er is vandaag dus meer kunst op maat?
“Inderdaad. En waarvan dan toch blijkt dat ze meer mensen aanspreekt dan de doelgroep waarvoor ze bedoeld is. Voelplaten in musea zijn bedoeld voor mensen met een visuele beperking. Maar kinderen vinden ze ook fantastisch, want ze mogen zelden iets aanraken in een museum.”
Hoe beleeft u zelf het liefst kunst?
“Alleen (lacht), zonder audiogids of echte gids, want dan voel ik me te veel in een keurslijf gestopt. Ik ontdek graag dingen op mezelf. Ik heb natuurlijk het voordeel dat ik kunsthistoricus ben, dus ik ken er wel iets van. Liefst met niet al te veel volk; ik ben geen liefhebber van blockbustertentoonstellingen waarbij je op de ruggen van de vijf mensen voor je staat te kijken.”
Zoals de Mona Lisa, bijvoorbeeld?
“Het is fascinerend om te zien hoe mensen daar staan aan te schuiven om dat schilderij te zien. Maar als je er de eerste keer met je dochter bent, moet je ook nog eens aanschuiven, natuurlijk. Het is een fantastisch werk, maar de beleving is een ramp. Het Louvre… verschrikkelijk.”
In Musée Condé in Chantilly kan je – en dat is mogelijk de enige keer in ons leven dat we de kans krijgen – een handschrift van de Gebroeders van Limburg (Lymborch) zien. Het gaat over ‘Les Très Riches Heures du duc de Berry’ uit het begin van de vijftiende eeuw. De broers hebben verschillende werken gemaakt, maar dit is een van de beste, mooiste, meest flamboyante verluchte handschriften ter wereld. Ze hebben het gerestaureerd en uit elkaar gehaald om het apart te kunnen tonen, maar het kan niet permanent tentoongesteld worden omdat het te fragiel is.”
ALS WE KUNST BRENGEN, PROBEREN WE DAT ZO BREED MOGELIJK TE DOEN
“Deze tip geef ik omdat de Gebroeders van Limburg de directe voorlopers waren van bijvoorbeeld Jan van Eyck. Over hem wordt altijd gezegd dat hij er plots was en we dat genie niet kunnen verklaren. Dat is tot op zekere hoogte zo, maar die drie mannen uit Nijmegen zijn wel echt de voorlopers.”
“Een derde tip is iets helemaal anders: een tentoonstelling genaamd Crip Stories in het Kasteel de Lovie in Poperinge. ‘Crip’ staat voor mensen die een beperking of een psychische kwetsbaarheid hebben en die met trots dragen. Het zijn vijftig kunstwerken of installaties die getoond worden en allemaal gemaakt zijn door mensen met een beperking. Je zal daar kunstwerken tegenkomen die je veel minder in musea ziet.”
Jan van Eycks naam heeft u het afgelopen uur geregeld vermeld. Wordt het verloren paneel van het Lam Gods (De Rechtvaardige Rechters) ooit nog teruggevonden?
‘Attached’ van Nancy Clayton, uit de Crip Stories-tentoonstelling in Kasteel de Lovie in Popering
“Vorig jaar was er een dossiertentoonstelling over het ene werk dat het Louvre heeft van Jan van Eyck, ‘De Maagd van kanselier Rolin’ – één van de absolute meesterwerken van Van Eyck. Hoewel die in een kleine ruimte doorging, was ze heel toegankelijk en was er niet al te veel volk. Dan denk je weleens: toch vreemd, dit is een van de absolute meesterwerken ter wereld, er komt volk naar kijken, maar niet de honderden mensen tegelijkertijd die naar de Mona Lisa komen. Dat maakt een bezoek dan weer veel comfortabeler.”
Hoe verklaart u dat?
“Van de Italiaanse renaissance met grote namen zoals Da Vinci, Michelangelo en Rafaël gaat een heel grote aantrekkingskracht uit. Er is een groot verschil qua bezoekersaantallen tussen de Sixtijnse Kapel en het Lam Gods hier in de Sint-Baafskathedraal. Italië spreekt natuurlijk meer mensen aan: het culinaire, de Romeinse traditie, de geschiedenis,… Giorgio Vasari was in de zestiende eeuw de allereerste kunsthistoricus. Hij schreef een baanbrekend werk over de levens van Italiaanse kunstenaars. We spreken dus over een traditie van 500 jaar van promotie van de eigen kunst.”
Heeft u tips voor mensen die deze zomer van kunst willen genieten?
“Ik wil drie adressen meegeven aan de lezers. In het Jubelparkmuseum in Brussel zijn de nieuwe zalen voor art nouveau en art deco geopend. De conservator Werner Adriaansens is daar omwille van verschillende redenen meer dan twintig jaar mee bezig geweest; het is eigenlijk zijn levenswerk. De zalen zijn een maand geleden geopend en het is net alsof je door Musée d’Orsay wandelt.”
“Voor een andere tip steken we de grens over naar Frankrijk, maar met goede reden.
“Geen idee. Ik moet altijd een beetje gniffelen als er weer eens een persbericht opduikt. Dan stuur ik het door naar collega’s die ook bezig zijn met oude kunst. Je hoopt natuurlijk altijd dat er iets van waar is, maar je voelt toch altijd snel aan dat het weer niets zal zijn. Maar zeg nooit nooit. Het is een belangrijk onderdeel van een van de belangrijkste schilderijen die ooit gemaakt zijn. Van Eyck heeft de schilderkunst veranderd en dit is zijn belangrijkste werk.”
Wanneer komt het volgende magazine van OKV uit?
“De volgende editie is voor half september, met als thema de tuin van het Rubenshuis in Antwerpen. Het huis zelf is gesloten voor restauratie, maar in de tussentijd heeft men de tuin volledig heringericht en gerestaureerd. Die is nu open voor het publiek en vormt een groene oase in het hart van Antwerpen.”
WANNES NEUKERMANS
“Geen woorden, maar daden: elke bewuste Vlaming wordt lid van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds. Deze stap naar een Vlaamse sociale zekerheid is de voorbode van de eigen onafhankelijke Vlaamse Republiek!”
Wim De Wit, voorzitter IJzerwake Word lid van het VNZ.
een
Voor
Vlaamse sociale zekerheid!
Het Lam Gods tijdens een persmoment over de restauratie
Het meest recente themanummer van OKV
Duits poppentheater is te Duits: subsidies worden geschrapt
Het Berlijnse poppentheater ‘Theater der kleinen Form’ in de wijk Friedrichshain staat voor een dreigende sluiting. Het theater had lange tijd geleden al subsidies bij de Berlijnse Vrijstad aangevraagd, maar het Berlijnse stadsbestuur heeft de subsidiëring geweigerd, zoals in de Duitse krant Bild Zeitung stond te lezen. Daarmee komt een mooi en kunstzinnig project aan zijn einde. Een kunstvorm mét traditie.
De argumenten die de overheid gebruikte om de subsidie te weigeren, waren in elk geval origineel en stuitend tezelfdertijd. Het programma van het poppentheater was “ietwat oldschool”, “klassiek, zeer Duits”, zo staat het in een document van het districtsbestuur Friedrichshain-Kreuzberg dat door de Die Grünen wordt bestuurd. Het document dateert al van 2022, maar raakte nu bekend. Het districtsbestuur weigerde elke commentaar. Niet multicul genoeg
De theaterstukken, aldus het document van het districtsbestuur, verdienen zeker een plaatsje in de cultuurwereld van de stad, maar “Friedrichshain is niet meer zoals het 20 jaar geleden was”, aldus de ambtenaren van het district. Dit ‘Theater der kleinen Form’ geeft 120 voorstellingen op jaarbasis. Toegangskaartjes beginnen vanaf 3 euro. Het poppenspel is gericht op kinderen vanaf 3 jaar. Maar het (poppen)spel is over en uit, want niet ‘multicul’ genoeg. Marita Fabeck,
ITALIË
Berlijns politica voor de CDU, spaart haar kritiek op de beslissing niet. Het is een fout signaal dit poppentheater geen subsidie te geven, zegt ze. Volgens haar is het niet meer of niet minder dan een “cultuurpolitiek schandaal”, aldus Fabeck in Bild Zeitung. ‘Zeer Duits’ kan toch geen argument zijn? Waar kinderen nood aan hebben, zijn “sprookjes en fantasie, geen ideologie”. Ze verweet het Berlijnse stadsbestuur dat het “om een totaal willekeurige en zuiver politiek gemotiveerde beslissing” gaat.
PIET VAN NIEUWVLIET
VERENIGD KONINKRIJK
De veroordeling van pedofiel en kinderverkrachter Stephen Ireland
De succesvolle schrijfster J.K. Rowling, de auteur van de Harry Potter-boeken, is als feministe ook een gekende tegenstander van de genderideologie die de twee biologische geslachten ontkent. Een van haar hardnekkigste opponenten in het verleden was een zekere Stephen Ireland. Die werd nu onlangs door de Britse Kroon veroordeeld tot 30 jaar gevangenis voor weerzinwekkende feiten: kinderverkrachting, verspreiding van pedopornografisch materiaal, druggebruik om kinderen tot seks te dwingen, enzovoort.
Het is niet de eerste pedofiel die veroordeeld wordt. Waarom er dan aandacht aan besteden, zal u zich afvragen? Welnu, Stephen Ireland droeg zijn pedofilie uit onder een progressief militante vlag, in naam van diversiteit, inclusie en universele liefde. Stephen Ireland was de oprichter van Pride in Surrey
Hinkt Giorgia Meloni op twee benen?
Giorgia Meloni en haar Fratelli d’Italia beloofden de massamigratie te stoppen. In het kader van een beperking van de migratie werden door de rechtse Italiaanse regering van eerste minister Meloni verschillende maatregelen genomen. Nu liet Meloni echter verstaan dat ze de komende drie jaar graag 500.000 buitenlandse werknemers wil opnemen, terwijl tezelfdertijd Italië miljoenen werklozen telt en er de laagste lonen van de Europese Unie worden betaald. Het aantal mensen onder de armoedegrens verdrievoudigde op 15 jaar tijd.
De Italiaanse eerste minister heeft het in haar argumenten over de noodzaak aan handarbeiders, omdat bepaalde sectoren in de jaren 2026-2028 bijkomend 500.000 werknemers zullen nodig hebben. In de periode 2023-2025 werden door dezelfde regering al 450.000 verblijfsvergunningen verleend in het kader van arbeidscontracten. Is arbeidsmigratie geen absurde logica? Iedereen zal het begrepen hebben: het zijn vooral de Italiaanse landbouw- en toeristische sector die schreeuwen om bijkomende werknemers. Maar arbeidsmigratie blijft in Italië (een land met traditioneel een hoge werkloosheid) eigenlijk een absurde logica die men slechts tijdelijk als een oplossing kan zien. Want eens de eerste arbeiders een bepaalde levensstandaard genieten, zullen ook zij niet meer aanvaarden in onderbetaalde jobs mee te draaien. De massale inwijking van buitenlandse werkkrachten kan dus hoogstens tijdelijk soelaas bieden voor sectoren die momenteel onder druk staan – sectoren die in Italië meestal synoniem zijn voor onderbetaalde jobs. En ook het argument van de Italiaanse premier alsof er enkel bij illegale migratie criminaliteitsproblemen zijn, snijdt geen hout, zoals de meest recente incidenten in de straten van Milaan, Verona, Peschiera del Garda hebben aangetoond. Het ging daar in hoofdzaak om legale en/of genaturaliseerde migranten.
PIET VAN
(Verenigd Koninkrijk) en werd dikwijls door lokale besturen opgevoerd als publiek figuur. Hij organiseerde optochten waarin kinderen werd gevraagd tussen geschminkte volwassenen te dansen. Hij was ook ‘toezichter’ over kinderen. Hij had het over liefde en tolerantie. Hij zag zichzelf graag en presenteerde zichzelf als ‘progressief symbool’.
Maatschappij draagt verantwoordelijkheid
Terwijl hij het over liefde had, smeedde hij plannen om seks met kinderen te hebben. Hij verleidde hen op zijn netwerken. Hij gebruikte drugs om hen gewilliger te maken. Hij drogeerde hen, fotografeerde hen, verkocht en deelde hen. Achter het progressieve icoon ging een monster schuil, zo beseffen steeds meer mensen. Maar Ireland mag dan een monster zijn, de maatschappij die liet betijen, kan onmogelijk vrijuit gaan. Het zijn niet enkel de misdaden van deze pedofiel die voor veel schaamte zorgen in het Verenigd Koninkrijk, het is ook het onloochenbare feit dat deze man gevierd, gesubsidieerd en gedecoreerd werd. De uitspraak van de Britse rechter lijkt een dubbele overwinning: rechtvaardigheid voor de zovele kinderen wier leven hij verwoestte, en rechtvaardigheid voor de vrouw die hij onder de verwijten en beledigingen bedolf.
PIET VAN NIEUWVLIET
FRANKRIJK
Frans-Algerijns politicus: “Wij kunnen bepalen wie volgende president wordt”
Dat links door zijn laks migratiebeleid en allerlei gendergektes de steun van haar arbeidersachterban al lang kwijt is, deert haar blijkbaar niet. Kiezers met migratieachtergrond hebben de vertrekkende blanke arbeiders gecompenseerd. Dat kiezers met een allochtone achtergrond steeds belangrijker worden in de electorale strijd, hebben die intussen zelf ook begrepen. Voormalig Europees Parlementslid (voor de groenen) en Frans-Algerijn Karim Zeribi zette op Chaîne 3 het electoraal gewicht van zijn landgenoten in de verf: “We zijn met 5 miljoen. Als we hiervan 50 procent kunnen mobiliseren, bepalen we 10 procent in de presidentsverkiezingen. En daarmee kunnen we bepalen wie de volgende president van Frankrijk wordt.”
In Frankrijk is intussen een discussie losgebarsten over de woorden van Zeribi, niet over de grond van de zaak – het feit dat allochtonen een steeds groter electoraal gewicht hebben, of dat Zeribi vooral voor eigen rekening en die van Algerije rijdt, bijvoorbeeld –, maar over de cijfers. Immers, sommige waarnemers, die zich baseren op de gegevens van de officiële Franse statistiekenbank, INSEE, stellen dat het aantal Franse Algerijnen, inbegrepen de kleinkinderen van migranten, niet hoger ligt dan 2,7 miljoen. Anderen, zoals Thibault de Montbrial, hebben het over een aantal tussen 3 en 7 miljoen Algerijnen in Frankrijk.
Mélenchon deed electorale steun wankelen
Dat links het electorale gewicht van migranten maar al te goed beseft, bewees Sebastien Delogu, parlementslid in de Franse Assemblée voor het uiterst linkse LFI (La France Insoumise van Jean-Luc Mélenchon), die gehuld in de Algerijnse vlag een bezoek bracht aan Algerije. Kan LFI op beide oren slapen en
weet het zich verzekerd van de massale allochtone stem? Het zou wel eens kunnen dat een recente uitspraak van big boss Mélenchon die verondersteld vanzelfsprekende electorale steun aan het wankelen brengt.
Op X nam hij namelijk de verdediging op zich van een Franse sportjournalist die ongeveer een jaar geleden in een Algerijnse cel werd opgesloten. Hij heeft het over de hypocrisie van Frankrijk en de totale mediastilte over het geval Christophe Gleizes. Het regende onmiddellijk reacties in de sociale media: “Het is niet aan u om te ordonneren wat Algerije moet doen, het is een soeverein land”, was nog de meest beschaafde reactie. Andere (Algerijnse) reacties waren minder beleefd: “Ik beklaag het mij dat ik drie keer voor u heb gestemd”, “Algerijnen stemmen niet meer voor u”, en “LFI in 2027: gedaan ermee” en de beste: “U hebt uw echte gezicht laten zien, dat van kolonist”.
Tweede uitschuiver: Dezelfde Delogu, op bezoek in Algerije, wist in een interview op Canal Algérie de soevereiniteit van Marokko op de West-Sahara in twij-
fel te trekken. LFI probeerde de schade te beperken door afstand te nemen van Delogu, maar verschillende Franse Marokkanen lieten al weten dat LFI voor hen heeft afgedaan.
Stephen Ireland
SURREY
Karim Zéribi
Marokkaanse gemeenschap stuurde in 2023 recordbedrag naar Marokko… met belastingaftrek
vangt dikwijls een belastingvermindering in veel EU-landen. In België is 80 procent aftrekbaar van de belastingen. ‘Als u voldoet aan de voorwaarden, is 80 procent van het betaalde onderhoudsgeld aftrekbaar van uw gezamenlijk netto-belastbaar inkomen.’
België is trouwens kampioen qua overdrachten. Het ministerie van Buitenlandse Zaken financierde een project om de mogelijkheden voor overdrachten richting Congo, Marokko en Senegal beter bekend te maken bij de diaspora in België. Als EU-landen belastingen terugbetalen op het deel van hun inkomen dat migranten naar hun thuisland sturen, is dat natuurlijk een serieuze duw in de rug. Een gunstig fiscaal regime voor het overmaken van geld naar landen van herkomst is economisch wel vreemd. De fiscus verlaagt de eigen inkomsten en hevelt tegelijkertijd geld over uit de eigen economie. Economisch twee keer verlies. Vroeger noemde men zoiets kapitaalvlucht.
Corridors en transactiekosten
Zo ontstonden er per land corridors. Volgens de Nationale Bank van België zijn de vijf grootste formele ‘remittance corridors’ Marokko, Turkije, Roemenië, de Filipijnen en Congo. Deze vijf landen ontvingen meer dan de helft van de door de Nationale Bank gemeten remittances
Geldtransferkantoor in Marrakesh
Ieder jaar sturen migranten massaal geld naar hun landen van herkomst. Dat geld staat bekend als remittances of overdrachten. Er bestaan twee soorten overdrachten: ten eerste zijn er de pensioenen, kindergelden en uitkeringen voor mensen die in België werk(t)en. Ten tweede zijn er persoonlijke overdrachten, geld dat in België wonende mensen van allochtone afkomst naar familie in het buitenland sturen. Die geldvlucht – ter waarde van 1,2 procent van het bbp - geniet bovendien van een fiscaal gunstregime in België.
Het bedrag aan persoonlijke overdrachten is overigens niet min. Zo ging er in 2023 633 miljoen euro vanuit België naar Marokko. Al maken ze zich in Rabat wel zorgen, want in april 2025 daalde het aantal ontvangen overdrachten met 3,7 procent; van 4 naar 3,88 miljard dollar in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. De Marokkaanse koning Mohammed VI riep daarom zelfs op om de administratieve procedures te vergemakkelijken.
Op de internationale dag van de ‘family remittances’ op 16 juni deelden het International Fund for Agricultural Development (IFAD), de nationale bank van Marokko Bank Al-Maghrib (BAM) en de Europese Unie trots mee dat de geldtransfers van Marokkaanse migranten meer dan 8 procent van het bruto binnenlands product (bbp) van Marokko vertegenwoordigden in 2024. Marokko was zo in 2024 een van de topontvangers van inkomsten uit overdrachten. De geldtransfers groeiden van 11,5 miljard in 2023 tot 12,9 miljard dollar in 2024.
Projecten om transfers te stimuleren
De Europese Unie en IFAD cofinancieren het project ‘DigitRemit Morocco’, dat tot doel heeft om de impact van de remittances te maximaliseren en vooral om de kosten voor de migranten onder de 3 procent te krijgen tegen 2030. Dit is niet het enige project. Samen met Fedasil en de ngo Caritas International organiseert de International Organization for Migration (IOM) ook het Conex-project dat asielzoekers moet informeren over waar ze juridische hulp en uitkeringen kunnen krijgen.
De recentste oproep voor projecten van IOM in Brussel had een budget van 40.000 euro. Dat Incentive fund 2025 voor ‘Migrant Protection and Assistance’ deelde in april beurzen uit van 2.000 tot 8.000 euro aan hulporganisaties voor migranten. Dat geld kon 100 procent van de kosten dekken.
IOM promoot migratie
Afgelopen december beweerde de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) nog dat migranten de ontwikkeling van hun landen van herkomst significant ondersteunen door geld te sturen. IOM is de intergouvernementele organisatie binnen het VN-systeem die migratie promoot en ondersteunt.
De rol van IOM wordt steeds groter. Elk jaar krijgt IOM meer middelen van haar westerse lidstaten (quasi de enige die bijdragen betalen). Het budget van IOM was in 2023 3,5 miljard dollar. Daarvan betaalden de Verenigde Staten 1,4 miljard dollar. De Europese Unie gaf 438 miljoen dollar. Duitsland apart schonk nog eens 279 miljoen dollar. Nederland was de achtste grote donateur met 65 miljoen dollar. IOM heeft een poot in Brussel en die publiceerde begin 2024 een studie over de overdrachten vanuit België om het belang ervan te bewijzen, ook al zijn de overdrachten uit België maar goed voor 1 procent van alle remittances wereldwijd. Volgens de Wereldbank sturen migranten jaarlijks zo’n 765 miljard dollar naar de herkomstlanden. Dat is ondertussen 83 procent meer dan in 2010. Het gaat daarbij over de formele geldtransfers en niet over de waarschijnlijk even grote hoeveelheid informele of illegale transfers.
België als bijzondere gevalstudie
België is een bijzondere gevalstudie. Volgens STATBEL verbleven in 2022 2,1 miljoen migranten in België. Tel daar de tweede generatie migranten bij en dat aantal stijgt tot bijna 4 miljoen. Volgens IOM goed voor 34,5 procent van de totale bevolking in 2022. Juist omwille van die bevolkingsevolutie koos IOM België uit als voorbeeld.
Marokko, Roemenië en Turkije waren de topontvangers van de formele overdrachten. Dat wil zeggen via banken, maar vooral via Western Union, MoneyGram of mobiele operatoren. De uitstroom van geld uit de Belgische economie groeide de afgelopen twee decennia. De grens van 7 miljard dollar werd bereikt in 2022. Dat was goed voor 1,2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). In 2002 bedroeg het bedrag ‘slechts’ 1,6 miljard dollar
TOP 10 ONTVANGENDE LANDEN IN 2022
1. Marokko: 494 miljoen dollar
2. Roemenië: 396 miljoen dollar
3. Turkije: 376 miljoen dollar
4. Polen: 298 miljoen dollar
5. Bulgarije: 147 miljoen dollar
6. Democratische Republiek Congo: 145 miljoen dollar
7. Algerije: 65 miljoen dollar
8. China: 61 miljoen dollar
9. India: 59 miljoen dollar
10. Brazilië: 51 miljoen dollar
Volgens Statbel woonden in 2022 233.334 Marokkanen, 109.176 Roemenen en 103.019 Turken in België – het gaat dus om ruim 2.000 euro per jaar per Marokkaanse inwoner. Ondertussen is het jaarlijkse bedrag gestegen. Enkel qua remittances naar Marokko valt bij Eurostat vast te stellen dat in 2023, amper één jaar later, het bedrag al opgelopen was tot 633 miljoen euro.
Profielen van ‘schenkers’
Een bijzondere vaststelling uit de IOM-studie was dat twee derde van de overdragers minder verdienden dan 2.500 euro per maand. Toch gaat het in 41 procent van de geldtransfers om maandelijkse bedragen tot 250 euro. De motieven om het geld te sturen, zijn ook verschillend. En de motieven sluiten elkaar niet uit. 70 procent beweert het geld over te maken voor levensonderhoud. De helft stuurt het geld voor gezondheidszorgen. Ongeveer 40 procent stuurt geld om bij te dragen aan de opleiding van familieleden. Minder dan 10 procent stuurt geld om te investeren. Daaruit besloot IOM dat het een ‘essentiële levenslijn’ en ‘cruciale financiele steun’ is voor familie van de migranten. Belastingaftrek voor geldtransfers
Er is trouwens nog een belangrijke reden om geld te sturen. Een migrant die geld naar zijn land van herkomst stuurt, ont-
ER GING IN 2023 633 MILJOEN EURO VANUIT BELGIË NAAR MAROKKO
In Nederland waren de belangrijkste corridors Afghanistan, Eritrea, Ghana, Marokko en Somalië. Al liggen in Nederland de bedragen lager. De top 3 ontvangende landen in Nederland bestond uit Marokko, Turkije en Suriname. Met 85 miljoen euro per jaar voor Marokko en Turkije lagen de bedragen aanzienlijk lager dan in België (633 miljoen euro naar Marokko).
De nadruk op formele en informele overdrachten is belangrijk. Een aantal corridors voldoet niet aan regels tegen witwassen en financiering van terrorisme. Bij de ‘formele’ kanalen zijn geldtransactiekantoren nog altijd de belangrijkste aanbieders. Die doen dat niet gratis. In België zijn de transactiekosten 5 procent naar Marokko en 8 procent naar Turkije. In de corridors naar Marokko en Turkije zijn de formele kanalen het belangrijkste, namelijk banken en geldtransactiekantoren.
Over de ‘informele’ kanalen is noch in België, noch in Nederland iets bekend. Wel blijken steeds meer migranten apps te gebruiken die het marktaandeel van de informele kanalen overnemen. Vooral uitkeringstrekkers gebruiken deze informele kanalen om de geldtransacties verborgen te houden voor het OCMW.
Overheid stimuleert kapitaalvlucht
Naast overheidsdiensten adviseren ngo’s, zoals het door de EU gesubsidieerde ADEPT, de Afrikaanse diaspora op het vlak van overdrachten. Het is zelfs zo dat toenmalig minister van ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit) in maart 2023 via de FOD Buitenlandse Zaken met ADEPT en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) een project opzette rond remittances. De focus lag op drie landen: Senegal, de Democratische Republiek Congo en Marokko.
De deelnemers aan dit O-Remit-project waren de Nationale Bank van België, de Nederlands-Keniaanse risicokapitalisten van ZidiCircle en de door de Vlaamse overheid gesubsidieerde Ondernemers voor Ondernemers vzw.
De conclusie is dat in België de overheid de kapitaalvlucht via persoonlijke overdrachten mee promoot via projecten, fiscale stimuli en zelfs subsidies. Of: een geldhoeveelheid van 1,2 procent van het bbp die jaarlijks uit de Belgische economie verdwijnt richting herkomstlanden van de migranten.
LODE GOUKENS
ETS2 ZAL WERKENDE VLAMING
MET DIESELTJE JAARLIJKS DIKKE
DUIZEND EURO KOSTEN
Eigenlijk is het te laat, maar 18 EU-landen, waaronder België, vroegen de Europese Commissie om het nieuwe ETS2-systeem uit te stellen. De landen willen de nieuwe richtlijn omtrent uitstootrechten op het verwarmen van gebouwen en wegvervoer matigen.
Vanaf 2027 voert de Europese Unie een nieuw emissiehandelssysteem in voor de uitstoot afkomstig van gebouwen, wegvervoer en enkele andere sectoren zoals kleine bedrijven. Het volgt het oude emissiehandelssysteem op en zal dus Emissions Trading System 2 (ETS2) heten.
Terwijl het verzet binnen Europa groeit, rekenen politici in de Vlaamse Regering al op het deel van de inkomsten van de belasting die de Europese Commissie zal doorstorten. België zou naar schatting 4 tot 5 miljard euro aan ETS2-middelen ontvangen.
Vlaamse regering rekent zich rijk
Het politieke debat in Vlaanderen komt weliswaar jaren te laat, maar tijdens het debat over het Vlaamse Klimaatplan begon Tom Ongena (Open Vld) plots over de impact van ETS2 De Vlaamse regering zou die impact verzwijgen.
Zijn collega Egbert Lachaert (Open Vld) postte op X het volgende: “Vlaamse Regering lanceert zondag aan de pers een klimaatplan, maar zegt nu in de plenaire vergadering dat er nog geen cijfers of berekeningen zijn. Verder blijkt dat alle compensaties van ETS2-middelen moeten komen, maar die lijken 3 keer uitgegeven te worden.”
Lachaert voegde eraan toe: “Na de promotalk de ernstige analyse: het klimaatplan zal helemaal geen korting van 100 euro zijn voor Vlaamse gezinnen. Gas wordt pak duurder door ETS2. Dat is niet te compenseren. Hoe groot is impact van voorgestelde taxshift op energiefactuur nu écht?”
Uitstoot verminderen
Het ETS-systeem systeem kadert in de ambitie om de Europese uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 55 procent te verminderen en om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken. Sommige onderdelen van die regelgeving hebben een directe werking. Andere delen van die regelgeving moeten omgezet worden in nationale of regionale wetgeving. Dat is dan de taak van vooral de Waalse Regering en de Vlaamse Regering.
UIT EEN IMPACTSTUDIE VAN HET FEDERAAL PLANBUREAU BLIJKT
DAT ELK GEZIN MINSTENS 250 EURO PER JAAR KWIJT ZAL ZIJN AAN DE NIEUWE EUROPESE KOOLSTOFTAKS
De Waalse Regering wil – in tegenstelling tot een deel van het Waals parlement – uitstel. De Vlaamse Regering wil dat niet. De Vlaamse Regering heeft in de loop van 2024 al die EU-regelgeving in haar decreten ingepast of daarvoor toestemming gegeven. Dat gaat dan van het controleren van de uitstoot door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) via de energiefacturen van de huishoudens en bedrijven tot het inspecteren van bedrijven.
Jaarlijks 250 tot 400 euro... of meer?
De belangrijkste vraag is natuurlijk wat dit de huishoudens en bedrijven gaat kosten. Uit een impactstudie van het Federaal Planbureau blijkt dat elk gezin minstens 250 euro per jaar
kwijt zal zijn aan de nieuwe Europese koolstoftaks. Dat bedrag per huishouden kan gemakkelijk oplopen tot 400 euro. Om de zwaksten in de maatschappij te beschermen, beloofde de Commissie een Sociaal Klimaatfonds dat geld zal uitdelen.
Bij de berekening van de impact heeft het Federaal Planbureau geen rekening gehouden met de gevolgen van de stijgende kosten op de indexering van lonen en uitkeringen. En dan zijn er natuurlijk de kosten die bedrijven moeten maken om al die extra regelgeving of administratie te verwerken.
Meer nog dan hoeveel het kost, is misschien de vraag wie het hardst getroffen wordt van belang. Het verslag van het Federaal Planbureau vat het als volgt samen: “Wat het type huishouden betreft, is de kans op een relatief sterke uitgavenstijging groter voor alle gezinstypes met een laag inkomen, in het bijzonder voor alleenstaanden met (27 procent) of zonder (32 procent) kinderen en voor koppels zonder kinderen (27 procent). Diezelfde gezinstypes met een middeninkomen hebben ook een aanzienlijke kans om tot die groep te behoren (tussen 15 procent en 20 procent).”
Vestzak-broekzakoperatie
Het gaat dus over een derde tot een vierde van die huishoudens die fors meer zullen moeten betalen voor hun verwarming of energieverbruik. Niettemin staat de Vlaamse Regering volkomen achter ETS2. Er wordt zelfs al nagedacht over het uitgeven van die extra belastinginkomsten via de EU. Vlaams minister van Energie Melissa Depraetere (Vooruit) wil immers met de ETS2-inkomsten de elektriciteitsfactuur goedkoper maken.
Dat is een nogal paradoxale redenering. Eigenlijk komt dat neer op extra belastingen betalen op je aardgasverbruik om een deeltje van die meerkosten terug te krijgen via een korting op de torenhoge elektriciteitsfactuur. Een stroomfactuur waarvan nettarieven de helft van de factuur uitmaken. Die nettarieven zijn zo hoog omwille van investeringen in de energietransitie of subsidies voor hernieuwbare energie.
Wie met een auto met verbrandingsmotor rijdt, zal trouwens gemiddeld 375 euro per jaar extra betalen. Let wel: ook hier gaat het om de berekening van gemiddelden. Daar zitten ook de mensen die nauwelijks autorijden tussen. De nieuwe koolstoftaks of emissierechten komen neer op een meeruitgave tussen de 250 en de 400 euro per jaar en per gezin. Wie momenteel op stookolie verwarmt, zal nog zwaarder getroffen worden. Het systeem gaat al van start in 2027.
Bouchez: “Een Europese stommiteit”
MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez was eigenlijk een van de weinigen die veel misbaar maakte. Logisch, want in Wallonië wordt in verhouding meer op stookolie verwarmd. Wat Bouchez betreft, kon de nieuwe Europese richtlijn best gewoon afgeschaft worden. Hij noemde ETS2 “een Europese stommiteit”.
“Ik denk dat politieke partijen wel te overtuigen zullen zijn eens ze beseffen dat de belastingverlaging voor de gewone burger die deze regering voorstelt, volledig teniet zal worden gedaan door de nadelige effecten van ETS2”, zei Bouchez.
De talrijke voorstanders van ETS2 klaagden in de Vlaamse media dat “een paar honderd euro extra belastingen per jaar zelfs de meest klimaatvriendelijke politici op hun benen doet trillen”. Dat bleek te kloppen voor de Waalse, maar niet voor de Vlaamse politici.
Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) noemde het liberale verzet tegen ETS2 in zijn omstreden 11 juli-interview in de krant De Tijd “hypocriet”. Zijn standpunt kwam erop neer dat de Vlaamse ‘taxshift’ gelijkloopt met de invoering van de Europese klimaatheffing ETS2 Wie zijn huis verwarmt op gas of stookolie, of met een auto met een brandstofmotor rijdt, zal die heffing straks moeten betalen. De uitleg is dan dat die opbrengsten zullen worden gebruikt om mensen te ondersteunen bij het maken van de klimaatomslag. Lees: dat de Vlaamse Regering subsidies zal uitdelen voor warmtepompen, elektrische auto’s of zuinigere koelkasten.
“HOE KAN JE AL DIE BURGERS BEREIKEN VIA EEN TAXSHIFT, TERWIJL HUN COLLECTIEF BESTEEDBAAR INKOMEN WEL DAALT MET 0,7 MILJARD EURO?”
Toch strookt die uitleg niet met een snelle berekening van de extra kosten voor de huishoudens en de bedrijven. Zeven op de tien Vlaamse gezinnen verwarmen op aardgas. Dat zijn 68 procent van alle Vlaamse woningen. 16 procent verwarmt nog op stookolie. Ter vergelijking: amper 9 procent verwarmde in 2024 op elektriciteit.
1.000 per jaar
In Vlaanderen zijn er 3,4 miljoen woningen. Dat wil zeggen dat meer dan 2,8 miljoen huishoudens koolstoftaksen zullen mogen betalen. Dat is op zich al goed voor 0,7 miljard euro extra EU-belastingen per jaar als het gemiddeld 250 euro per gezin zou kosten, zoals het Federaal Planbureau simuleerde. Hoe kan je die allemaal bereiken via een taxshift, terwijl hun collectief besteedbaar inkomen wel daalt met 0,7 miljard euro? Geld dat niet uitgegeven wordt in de Vlaamse economie, maar naar de EU gaat. Om achteraf een deel terug te ontvangen in de Vlaamse schatkist. Zelfs vertrekkend van het subsidiëren via de stroomfacturen van de meer dan 300.000 huishoudens die op elektriciteit verwarmen, gaat het onmiddellijk om astronomische bedragen. De gemiddelde werkende Vlaming die elke dag gemiddeld 40 km heen en terug rijdt om te gaan werken met een auto op benzine of diesel, zal dus een minimaal 1.000 euro per jaar aan ETS2 kwijt zijn.
Energieminister Depraetere en minister-president Diependaele staan achter het ETS2-systeem
DE GROOTE STOORINGE “DE BLAUWVOETERIJ VERSPREIDDE ZICH
RAZENDSNEL BUITEN DE MUREN VAN HET KLEIN SEMINARIE”
Een eerder banaal incident op het Klein Seminarie van Roeselare leidde precies 150 jaar geleden tot het ontstaan van de Vlaamse scholieren- en studentenbeweging. Een beweging die door haar jeugdig enthousiasme de ietwat in slaap gesukkelde Vlaamse Beweging niet alleen een nieuw elan gaf, maar ook ontegensprekelijk radicaliseerde. In dit verhaal was een sleutelrol weggelegd voor Albrecht Rodenbach.
Albrecht Rodenbach werd op 27 oktober 1856 in Roeselare geboren in een welgestelde en invloedrijke familie van brouwers, wijnhandelaars en jeneverstokers die afkomstig was uit Andernach in het Duitse Rijnland. Zijn grootvader was als arrondissement scommissaris de rechterhand van de West-Vlaamse gouverneur en zijn grootooms speelden een prominente rol tijdens de Belgische revolte van 1830. Zij veroverden een zitje in het Nationaal Congres – de voorloper van het parlement – en maakten zich later verdienstelijk als diplomaten in dienst van de prille Belgische staat. Het was bovendien een artistiek aangelegde familie. Zijn jongere broer Ferdinand en zijn neef Georges schreven en dichtten, en ook zijn nicht Cécile Vandromme werd onder haar ‘nom de plume’ France Adine een bekende Franstalige schrijfster.
Vlaming en katholiek
len. In het raam van deze gedachtestrijd stimuleerde de Kerk de liefde voor de Vlaamse volkstaal waarin ze het oude christelijke geloof weerspiegeld zag. Figuren als de priester-dichter Guido Gezelle, oud-leraar van Hugo Verriest, lanceerden geregeld oproepen aan de studerende jeugd om mee te werken aan een nationale culturele herstelbeweging, gestoeld op christelijk geloof, etnische eigenheid en de oude vaderlandse ‘Dietse’ taal. Godsdienst en taal waren dus onlosmakelijk met elkaar verbonden. ‘De Taal is gansch het Volk’ klonk het zelfbewust.
Het was dan ook niet verwonderlijk dat eveneens Albrecht Rodenbach dankzij het artistieke milieu waarin hij opgroeide, al op erg jonge leeftijd door de muze werd gekust. Als scholier in het Klein Seminarie van zijn geboortestad bezondigde hij zich aan sterk door de romantiek geïnspireerde poëzie, proza en later zelfs toneelwerken die moesten bijdragen tot een verbreding van het Vlaamse bewustzijn bij de jongeren. En ook dat was niet zo verwonderlijk, want in datzelfde Klein Seminarie werd de Vlaamsgezindheid van hem en zijn medeleerlingen aangewakkerd door flamingante priester-leraars als Gustaaf Flamen en vooral Hugo Verriest.
GODSDIENST EN TAAL WAREN ONLOSMAKELIJK MET ELKAAR VERBONDEN
Laatstgenoemde wist tijdens zijn druk bijgewoonde lezingen met als motto ‘Dat Volk moet herleven!’ zijn leerlingen te enthousiasmeren. Men mag niet vergeten dat het secundair en hoger onderwijs in Vlaanderen in die jaren nog volledig Franstalig was. De scholen werden gezien als bastions van de Franstalige elitecultuur. Het culturele prestige en het economisch-politieke belang van het Frans zorgden er bovendien voor dat er vaak sprake was van een impliciete verfransingsdruk die van de ouders uitging, die een Franstalige opvoeding als de beste garantie zagen voor een succesvolle carrière voor hun kinderen. Bovendien was in ons land een scherpe ideologische polarisatie aan de gang tussen de katholieken en de – overwegend vrijzinnige – libera-
Gezelles oproep ‘Wees Vlaming die God Vlaming schiep’ viel niet in dovemansoren bij Rodenbach en zijn klasgenoten. De jonge dichter introduceerde – geïnspireerd door de boeken van Hendrik Conscience – in zijn gedichten en liederen de Kerelsromantiek. Hij dweepte met de Guldensporenslag en de Kerels van Vlaanderen. Alhoewel de Vlaamse Beweging over weinig politieke macht beschikte, werd de verfransing van het openbare leven, en dus ook van het onderwijs, bekritiseerd als een inbreuk op de in de Grondwet verankerde taalvrijheid. De dominantie van het Frans was dus een onnatuurlijke toestand en Rodenbach en zijn vrienden meenden dat die enkel kon resulteren in de vervreemding van een kleine elite ten aanzien van de volkstaalsprekende massa, en bijgevolg moest worden bestreden door op zijn minst te streven naar tweetalig onderwijs. De kerkelijke overheid toonde zich bereid enkele Vlaamsgezinde initiatieven in de katholieke scholen te steunen, maar enkel voor zover deze een puur cultureel karakter hadden. Zo had op 7 februari 1875 de Vlaamsgezinde ultramontaanse dichter Lodewijk De Koninck op uitnodiging van superior Delbar een lezing in het Klein Seminarie gegeven. Zijn oproep om te ijveren ‘voor God en Taal’ werd enthousiast onthaald door de scholieren. Toen op 15 juni de jaarlijkse bedevaart van de scholieren naar Onze Lieve Vrouw van Dadizele plaatsvond, hadden ze gevraagd om de rozenkrans in het Vlaams te mogen bidden, maar dat werd geweigerd door de begeleidende priester-leraars. Deze weigering leidde tot enig gemor en lag wellicht mee aan de grondslag van het incident dat de geschiedenis in zou gaan als de ‘Groote Stooringe’.
Grote revolte
Dat incident vond plaats op 25 juli 1875 tijdens het Superiorsfeest dat traditioneel het schooljaar afsloot. Rodenbach had als hulde voor superior Delbar het lied ‘De Blauwvoet’ geschreven, dat samen met ‘De Kerels’, een ander gedicht van hem, zou worden uitgevoerd. Superior Delbar wilde de kerk echter per se in het midden houden en eiste dat er, naast een Vlaams ook een Frans lied zou worden gezongen. De scholieren weigerden dit en beslisten dat er dan maar niets zou worden gezongen. Het schoolfeest verliep erg rumoerig en Delbar verwijderde Jules De Vos, één van Rodenbachs klasgenoten, die zich tijdens het incidentrijke feest als haantje de voorste had gedragen, prompt van de school. De bisschop probeerde het gezag te herstellen door leraars over te plaatsen en uitingen van Vlaamsgezindheid te verbieden. De ‘Blauwvoeterij’ verspreidde zich echter razendsnel buiten de muren van het Klein Seminarie. Tal van Vlaamsgezinde scholieren- en studentenbonden werden in een kort tijdsbestek opgericht. Wat had kunnen vergeten worden als een verwaarloosbaar detail in de grote geschiedenis van het Klein Seminarie, groeide uit tot een revolte tegen de verfransingsdruk op het middelbaar onderwijs. De spanning tussen de kerkelijke overheid, die bang was van elke mogelijke politieke invulling van Vlaamsvoelendheid en zelf de touwtjes strak in handen wilde houden enerzijds, en scholieren en leraars, die een steeds verdergaande vernederlandsing van het onderwijs nastreefden anderzijds, zou nog tot diep in de twintigste eeuw blijven bestaan.
De Groote Stooringe bleek een scharniermoment in de Vlaamse ontvoogdingsstrijd. Wat aanvankelijk een storm in een glas water leek te zijn geweest, groeide uit tot een storm op zee. De slogan ‘Vliegt de Blauwvoet? Storm op Zee!’ werd de wekroep voor een volgende, snel radicaliserende generatie jonge flaminganten die tijdens de Grote Oorlog het voortouw namen in de Frontbeweging én het activisme. Zij hebben ervoor gezorgd dat het eerder brave vooroorlogse flamingantisme plaats moest ruimen voor een radicaal en uitgesproken anti-Belgisch Vlaams-nationalisme dat zich in de oorlogsjaren voor het eerst staatsgevaarlijk had getoond.
JAN HUIJBRECHTS
Sic transit gloria mundi
Wie het Parijse Musée d’Orsay binnenwandelt, raakt meteen overweldigd door het reusachtige schilderij ‘Romains de la décadence’ van Thomas Couture. In de 19de eeuw diende de schilderkunst ook een morele boodschap te brengen. Schilder Thomas Couture haalde inspiratie uit de verzen van de Romeinse dichter Juvenalis: “Wreder dan oorlog, is de ondeugd over Rome gevallen en wreekt het overwonnen universum.” Ook in de Bijbel zijn de steden Sodom en Gomorra bewijs dat morele decadentie de politieke val voorafgaat. Maar is dat historisch juist?
Dick Harrison is professor geschiedenis aan de universiteit van het Zweedse Lund. U kent de man misschien van eerder werk over de Dertigjarige Oorlog of de Zwarte Dood. Als we in de geest van Oswald Spengler eveneens beschavingen zien als biologische organismen, zouden we wat theatraal kunnen stellen dat Harrison het leed van zowel mensen als beschavingen graag in de ogen kijkt.
Christelijke slaven
De scope van het boek is breed, zowel in tijd als ruimte. Er is bijvoorbeeld ook aandacht voor de grote rijken in Azië, Amerika en Afrika. De Maya’s vormen een interessant verhaal omdat de uithoeken van dit Midden-Amerikaanse rijk een verschillende dynamiek kennen. Enkele West-Afrikaanse beschavingen passeren eveneens de revue, al maakt een gebrek aan geschreven bronnen het moeilijk om die geschiedenis te reconstrueren. Zeker is wel dat de welvaart in belangrijke mate werd bepaald door de slavernij. De islamitische cultuur bouwde dan weer haar militaire macht op de schouders van christelijke slaven (janitsaren, mammelukken). Cruciaal lesmateriaal voor de cursus Arabische geschiedenis die binnenkort deel uitmaakt van de eindtermen in het Vlaams onderwijs.
Lessen uit de val van Rome
In Azië kan men moeilijk rond India en China heen. Het betreffen culturen die in verschillende vormen al millennia het continent bepalen. Hun uitgestrektheid vormt een evidente troef (militair, demografisch), maar ook een handicap. Denk maar aan de lokale heersers die maar wat graag misbruik willen maken van de afstand tot het bestuurlijke centrum om zich af te scheuren. Interessant is dat het boek ook inzoomt op de hoogdagen van Cambodja (Angkor) en Thailand (Ayutthaya).
Op het Europese continent kunnen we natuurlijk moeilijk om de eerder al vermelde val van Rome heen. Historici bogen zich graag over meerdere theorieën. Recent haalden historici ook klimatologische verklaringen aan, maar die beschouwt de schrijver als complex en vergezocht. “Waarschijnlijk is de beste manier om de sleutel tot de val van West-Rome te vinden (…), te zoeken in de Romeinse houding ten opzichte van de autonome bevolkingsgroepen. Waar ze eerst gebieden hebben afgestaan aan de volkeren, lieten ze het vervolgens na om ze serieus te integreren. Iedereen zal het erover eens zijn dat dit een grote fout was.”
Wie zei ook weeral dat men niets uit geschiedenis kan leren?
Wie doet Rusland wat?
Over Rusland merkt Harrison fijntjes op dat Poetin naadloos in de imperialistische traditie van Peter en Catharina De Grote past. Het voornaamste probleem in de omgang met de reusachtige oosterbuur is dat men Churchills bekende uitspraak miskent: “Ik kan u niet voorspellen hoe Rusland zal handelen. Het is een raadsel, verpakt in een mysterie binnen een enigma, maar misschien is er een sleutel. Die sleutel is het Russische nationale belang.”
Poltova, Borodino en Stalingrad zijn de stille bewijzen van de taaiheid van het land. Uit een historische studie leidt de auteur af dat slechts twee factoren het land op de knieën kunnen krijgen: een coalitie van zeer sterke vijanden die bereid is om het Russische leger te verpletteren of de implosie van dat leger zodat het zich tegen haar eigen leiders keert. Onvoldoende hoop dat dit zich snel zal manifesteren, volgens mijn bescheiden mening.
Zoals hierboven blijkt, biedt het boek zeker enkele interessante inzichten en conclusies. Door de ambitie om veel beschavingen en staten te willen behandelen, loopt de auteur soms in een rotvaart door de geschiedenis van pakweg Zweden in de 17de eeuw. De lezer dient reeds over een redelijke basiskennis te beschikken om het verhaal te kunnen volgen. Om dit euvel te verhelpen, zou het boek echter vijf keer dikker moeten zijn. Zie het eerder dus als een leerrijke inleiding en tegelijk een uitnodiging om bij specifiekere interesse andere studies ter hand te nemen.
PIETER VANDERMOERE Dick Harrison, ‘Gevallen grootmachten –Van het Akkadische Rijk tot Amerika’. 2024, Omniboek. 448 p., 31,99 euro ISBN 9789401920308
De ‘wonderklas’ van 1875 onder leiding van Hugo Verriest, met o.a. Julius De Vos en Albrecht Rodenbach
De Algerijnse schrijver Boualem Sansal (75), ernstig ziek en kankerpatiënt, zit sinds november 2024 achter tralies in zijn thuisland. Zijn enige hoop: gratie van president Abdelmadjid Tebboune, die vooralsnog geen enkele neiging tot mededogen toont. Diplomatieke druk, ook vanuit België, lijkt tot dusver vruchteloos.
Sansal, met zijn vlijmscherpe pen en onbuigzame geweten, stelde zich jarenlang kwetsbaar op door autoritaire regimes, en met name dat van Algerije, in zijn werk te bekritiseren. Zijn oeuvre is een frontale aanval op fundamentalisme en ideologische repressie. Hij werd bewonderd in literaire kringen, maar gevreesd door machthebbers.
Van modelambtenaar bij het ministerie van Industrie werd hij, na het uiten van kritische standpunten, persona non grata in eigen land. In 2012 werd hij opgenomen in de Franse Orde van Kunst en Letteren. Een eer die in Algerije eerder leidt tot toezicht dan tot trots. Boeken als Le Village de l’Allemand, 2084: La fin du monde en Vivre: le compte à rebours laten weinig ruimte voor interpretatie: Sansal fileert religieuze dogma’s en totalitaire reflexen zonder omwegen.
De arrestatie
Op 16 november 2024 werd Sansal gearresteerd bij aankomst in Algiers, na een literaire tournee in Frankrijk. De aanklacht: “ondermijning van de nationale eenheid”, een rekbaar begrip dat vaak gebruikt wordt om kritische stemmen de
mond te snoeren. Op 27 maart 2025 volgde de veroordeling: vijf jaar cel en een geldboete. Op 1 juli werd het vonnis bevestigd. Zijn advocaat, François Zimeray, mocht hem in Algerije nooit bijstaan. Algerije is formeel partij bij mensenrechtenverdragen en beroept zich op een grondwet die onder meer vrijheid van meningsuiting garandeert. Maar in de praktijk worden deze rechten systematisch genegeerd. Volgens Reporters Without Borders zakte Algerije naar plaats 126 op de wereldranglijst voor persvrijheid.
Het Belgisch parlement spreekt zich uit
Op 17 juli 2025 nam het Belgische parlement unaniem een resolutie aan waarin het de federale regering oproept om zich krachtig uit te spreken tegen Sansals detentie en om zijn onmiddellijke vrijlating te eisen. Ook wordt aangedrongen op toegang tot medische zorg en juridische bijstand.
In het debat viel op dat Sansal zélf geen onderscheid maakt tussen islam en islamisme. Voor hem zijn beide geworteld in eenzelfde ideologische kern. Citaten uit zijn werk,
waarin hij stelt dat de islam Europa zal ondermijnen of dat een islamist “een moslim is die haast heeft”, veroorzaken ongemak bij wie liever in nuances denkt. Maar voor Sansal zijn het geen provocaties, slechts beschrijvingen van zijn werkelijkheid. Zijn zaak staat niet op zichzelf. Overal in de islamitische wereld worden kritische geesten beschuldigd van blasfemie, afvalligheid of “moreel wangedrag”. Niet omdat ze wetten overtreden, maar omdat ze durven denken. En dat is, in vele regimes, de gevaarlijkste misdaad van allemaal.
LEZERSBRIEVEN
VRT?
Pallieterke, Hoe durft de VRT zichzelf nog Vlaams te noemen? Op tv moeten we alle dagen een programma slikken dat zich ‘Vive le vélo’ noemt en steeds eindigt met ‘à demain’. Alsof dat nog niet genoeg is, krijgen we op de radio nog de dagelijkse groet ‘Voilà l’ été’. Verder is me ook al op gevallen dat de reporters het hebben over ‘de Ronde’ wanneer ze het eigenlijk hebben over die van Vlaanderen. Zo hoeven ze het eigenlijke land ‘Vlaanderen’ niet uit spreken. Is het dan toch nog de BRT?
Dirk Callens, Beveren
300 jaar België
PATRICK HERBOTS EN MIET DRIESSEN
Vlaanderen als supportersvak
Ik besef dat het op het eerste gezicht een beetje vergezocht lijkt, maar ik heb tijdens mijn 11-juli-toespraken in Haaltert en Ninove de vergelijking gemaakt tussen Vlaanderen en een supportersvak bij een voetbalwedstrijd. Degenen die mij wat beter kennen, zullen nu zeker met hun ogen draaien. Die mensen weten immers dat ik zelf nooit in zo’n supportersvak terug te vinden ben. Ik vind de dynamiek die op zo’n plek ontstaat echter superinteressant om te reflecteren over menselijk gedrag.
Supporters komen uit alle geledingen van de samenleving. In het vak kan een notaris of een chirurg naast een garagist of een wegenwerker staan. Alle supporters zijn trots op hun club, maar ze uiten dat elk op hun eigen manier. De ene draagt een petje, de andere heeft een sjaal om en nog een andere supporter heeft zijn gezicht in de kleuren van de club laten schilderen. Sommigen hebben misschien zelfs een tattoo om hun liefde voor de club uit te drukken.
DIE VLAAMSE FIERHEID MOET ZICH VERTALEN IN EEN BEREIDHEID OM ZORG TE DRAGEN
De ene supporter geniet in stilte, de andere schreeuwt zijn longen uit zijn lijf. In het supportersvak staan ze als gelijkgezinden schouder aan schouder. Dat verhindert trouwens niet dat ze na de wedstrijd tussen pot en pint heerlijk kunnen foeteren over de fouten van deze of gene spe-
ler, of over het incompetente clubbestuur. Elke supporter heeft ook wel een mening over wat er met de club moet gebeuren. Dat mag allemaal. Maar je moet niet overdrijven. Wie met een truitje van de plaatselijke hockeyploeg tussen de voetbalsupporters komt zitten, zal als een zonderling beschouwd worden. Wie zich uitdost in de kleuren van de tegenpartij en de tegenstander gaat aanmoedigen, heeft een groter probleem: dat is iemand die niet schouder aan schouder wil staan. Dat is iemand die geen deel wil uitmaken van de eigen groep. Dat is iemand die tot een andere club behoort.
Fiere vlaming
Het is niet anders met de Vlamingen als volk. Er leven vandaag meer dan 6 miljoen Vlamingen en die zijn allemaal anders: er zijn mannen en vrouwen, rosharigen en kaalkoppen, sportievelingen en obese Vlamingen, slimme en nog slimmere, veganisten en biefstuketers, Vlamingen die nog niet zo lang geleden zijn aangekomen en Vlamingen met een stamboom die misschien teruggaat op de Kelten… Al die Vlamingen zijn verschillend, maar ze hebben ook
veel gemeenschappelijk. Ze delen een grondgebied van 14.000 km2, een taal en een manier van leven. Ze wonen in steden en dorpen die rond belforten en kerktorens zijn gebouwd. Ze kijken naar dezelfde televisiezenders, lezen dezelfde kranten, zijn fan van dezelfde wielrenners en mekkeren over dezelfde files. Vlamingen zijn mensen die weten wie Jommeke, Nero en De Rode Ridder zijn. Vlamingen zijn mensen die vinden dat ze na een vakantie met de wagen weer ‘thuis’ zijn wanneer ze langs de weg het bord ‘Vlaanderen’ zien staan.
Een zelfklever met de boodschap ‘Ik ben Vlaming en daar ben ik fier op’ betekent niet dat we beter zijn dan de anderen, of dat u of ik enige persoonlijke verdienste zouden hebben aan de Vlaamse zege in de Guldensporenslag, aan de bouw van onze kathedralen, aan de werken van de Vlaamse Meesters of aan de overwinningen van de Vlaamse wielrenners. Die Vlaamse fierheid staat wel voor een bereidheid om het eigen ik te overstijgen en om deel uit te maken van een gemeenschap. Het is een bereidheid om mee te schrijven aan een verhaal waarin die Guldensporenslag, die kathedralen, die schilderijen en die coureurs een plek hebben; een verhaal dat door de vorige generaties is begonnen en waar onze kinderen en kleinkinderen hopelijk verder aan schrijven. Die Vlaamse fierheid moet zich ook vertalen in een bereidheid om zorg te dragen: voor onze omgeving, voor ons erfgoed, voor elkaar,… Net zoals een trouwe supporter de verhalen van zijn club kent, de kleuren van zijn ploeg uitdraagt en zorg draagt voor zijn maten en voor het clublokaal. Er zijn dus heel veel verschillende manieren om Vlaming te zijn. Maar je moet wel voor onze club supporteren… KARIM VAN OVERMEIRE
Pallieterke, Als het ECHT uw overtuiging iszoals vermeld op de voorpagina van vorige week - dat de 300ste verjaardag van dit apenland de laatste moet zijn, dan stopt met onmiddellijke ingang mijn abonnement. Het financieel saldo mag u bovendien als definitief verworven beschouwen zodat u in 2130 een uitbundig zatsel kan houden. Mits oordeelkundig beleggen zou dat moeten lukken, ondanks de meerwaardetaks. Angélique Vanderstraeten zal u in dit verband - de belegging, niet het zatsel - ongetwijfeld enig nuttig advies kunnen verlenen. Intussen kan u Bart De Wever alvast melden dat hij zich met zijn ‘confederalisme’ absoluut niet moet haasten, mocht hij echt plannen in die zin hebben. Zelf heb ik het geduld niet om nog 105 jaar te wachten. Bovendien ben ik van oordeel dat het woord van René De Clercq uit 1927 dag na dag actueler wordt: ‘Er ligt een staat te sterven… Twee volkeren zullen erven. Ik zal op de uitvaart zijn.’ Het is natuurlijk ook altijd mogelijk dat de ‘zetduivel’ u lelijk parten gespeeld heeft en dan verleen ik u graag amnestie en verzoek ik u mijn abonnement te willen handhaven. Misschien is dit echter het aangewezen moment om de aloude rubriek ‘de kemels dansen’ terug op te starten. Gilbert Van Caeneghem, ‘s-Gravenwezel
Vilvoorde
Pallieterke,
In de nacht van vrijdag 18 op zaterdag 19 juli zagen we in Vilvoorde waartoe een stem op Vooruit en een gedoogbeleid kunnen leiden. 4 agenten raakten gewond en er werd heel wat schade aangericht door gemaskerde personen en andere daders, waaronder minderjarigen. Zij hadden zin om de politie uit te dagen en vernielingen aan te richten. Dat deden ze zomaar, voor de lol. Ze gingen lekker tekeer en sloegen de boel kort en klein. Leuk toch? Nu maar hopen dat de politie niet gestraft wordt voor zogenaamd overmatig gebruik van geweld, terwijl de agenten alleen maar het vege lijf trachtten te redden. Stel je voor... Je mag deze jeugdige schatjes toch geen pijn doen?
Roger Gielens, Bredene 21 julitoespraak
Pallieterke, Ik ben al 40 jaar lid van het Vlaams Belang. Toch moet ik deze keer koning Filip gelukwensen met zijn moedige 21 julitoespraak. Hij beveelt ons aan om Oekraïne te steunen tegen Poetin om een rampscenario in Europa te vermijden.
Een lezersbrief insturen?
Hij veroordeelt het onmenselijk gedrag van Israël in de Gazastrook en de westelijke Jordaanoever. Het is niet omdat je een Jood bent, dat je je alles kan permitteren. De houding van onze rechtse partijen die zich op de vlakte houden valt sterk te betreuren. Vooral de onderdanige houding van Bart De Wever ten aanzien van Israël valt op. De tactiek van Israël om de Palestijnen uit te hongeren, daarna wat kruimeltjes te geven en ze daarna neer te schieten als konijnen, is ronduit barbaars. Het riedeltje dat Israël handelt uit zelfverdediging is een drogreden. In 1948 werden de Joden in Palestina gedropt, waarna de Palestijnen in de woestijn werden gedreven. Zij werden daar slecht behandeld en (overdreven) reacties konden niet uitblijven. Israël en Palestina zijn beide verantwoordelijk voor de huidige miserie.
Frank Peeters, Zoersel
11.11.11
Pallieterke, Vier ngo’s daagden de Vlaamse regering in kortgeding voor de rechter om te eisen dat ze de export van legermateriaal naar Israël zou verbieden. Die vier waren 11.11.11, de Liga voor de Mensenrechten, Intel en Vredesactie. Een vertegenwoordiger van 11.11.11 kwam op tv triomfantelijk uitleg geven over de rechterlijke beslissing. Nu blijkt uit persoonlijk onderzoek dat 11.11.11 heel wat subsidies - met andere woorden: belastinggeld - krijgt. Over de andere drie zullen we het hier maar niet hebben. In elk geval is 11.11.11 weer een mooi voorbeeld van hoe ons belastinggeld aangewend wordt om de gever van de subsidie, onze overheid, een lesje te leren. Zijn bepaalde strekkingen te klein in het parlement, dan gebruiken ze graag een of andere ‘activistische’ rechter om hun wil door te duwen. En ik die dacht dat 11.11.11 geld inzamelde om aan ontwikkelingshulp te doen… Guy Van Rysseghem, Lochristi
Taalachterstand
Pallieterke,
Onderwijsprofessor Piet Van Avermaet (UGent) beweert dat kinderen met een taalachterstand naar aparte teelklassen sturen niet gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek. Als gewezen leerkracht in het tweede leerjaar en taakleraar stel ik voor dat die ‘geleerde prof’ eens komt lesgeven in een eerste leerjaar met vijf verschillende nationaliteiten waarvan de grote meerderheid de Nederlandse taal onvoldoende kent en zeker niet begrijpt. Na een week hebben deze geleerde proffen een burn-out en zitten ze aan de pillen. Na de kleuterschool zouden leerlingen die onvoldoende Nederlands kennen, niet mogen overgaan naar het 1ste leerjaar, maar een verplicht taalbad moeten nemen. De zogenaamde onderwijsspecialisten zouden beter zwijgen. Ze laten een kerkhof achter. Misschien kunnen ze weer van achter hun bureau pedagogische boeken schrijven die niemand leest.
Swa Cauwenbergh, Antwerpen
Stuur uw bericht naar lezersbrieven@pal.be. Opgelet, brieven mogen maximaal 1.000 karakters tellen (inclusief spaties). Dat zijn een 30•tal lijnen in ’t Pallieterke of zo’n 160 woorden. We houden ons het recht voor om zonder verantwoording uw (te lange) brief niet te publiceren of in te korten. Uw naam en gemeente moeten worden doorgegeven voor publicatie bij uw brief.
Karim Van Overmeire vergelijkt Vlaanderen met een supportersvak
Boualem Sansal
Onze
Lezers met een goed geheugen - en we hebben geen andere - herinneren zich ongetwijfeld de datum van 13 juli 1988. Toen sprak Hugo Schiltz, op dat ogenblik vice-premier en Belgisch minister van Begroting en Wetenschapsbeleid de historische woorden uit: “Leve België”.
Plaats van het gebeuren: de Nederlandse stad Groningen waar een ‘Belgische Week’ plaatsvond. Ik citeer uit Neerlandia, het tijdschrift van het ANV, het Algemeen Nederlands Verbond: “Wie het programma doorneemt, merkt dat het eigenlijk veeleer een ‘Vlaamse Week’ was: Suske en Wiske, Vlaamse volksdansgroepen, Vlaamse volkssport, Brueghelstoet, steltlopers, Bart Peeters en Goedele Liekens, vendelzwaaien,... Alle belangrijke handelsstraten ‘adopteerden’ een Belgische stad of provincie. Daarbij viel op dat, op de Ardennen na, bijna uitsluitend Vlaamse steden werden geadopteerd.
Minister Schiltz werd met groot protocol ontvangen in het Groninger Museum, waar een tentoonstelling ‘Belgische kunst’ (in feite Vlaamse schilders) liep. De minister werd op straat fel toegejuicht door Nederlandse kinderen, met Belgische vlaggetjes in de hand. Hij eindige zijn toespraak met ‘Leve Groningen, Leve België’. Later zou Schiltz me vertellen dat hij zich had laten meeslepen in het enthousiasme van de menigte. Hoe dan ook: de beelden bereikten via de BRT en nogal wat Vlamingen verslikten zich in hun koffie. Een Vlaams-nationalistisch minister en bovendien topman van de VU, die ‘Leve België’ uitroept, dat was ‘du jamais vu’, om het met een uitdrukking te zeggen die ons vandaag de dag om de oren wordt geslagen.
Griffon
Ik moest aan dat incident met Schiltz denken toen ik vorige week Theo Francken in het tv-journaal hoorde bij de persvoorstelling van de nieuwe Griffon-pantserwagens. Ik citeer Francken: “Dit heeft veel voeten in de aarde gehad. Ik ben blij dat hij er eindelijk is. Net voor de 21ste juli. Ik kan hem ook aan onze majesteit, onze sire, onze koning laten zien…”
Terechte vraag van mij en veel lezers: was die halve knieval van onze majesteit, onze sire, onze koning, nu echt nodig?
Tja… en dan is Theo Francken kwaad als ‘extreem-
rechtsen’ hem ‘hofnar van de koning’ noemen. Die ‘extreemrechtsen’ waren daarbovenop nog zo stout om een oude tweet van Francken, daterend van 12 juli 2022, nog eens boven te halen. Lees wat Theo toen schreef: “Ik ga nooit naar 21 juli festiviteiten. Ik draag nooit een tricoloresjerp. Portretten koning/koningin verwijderd dag dat ik burgemeester werd. Grootoffiecierstitel in Leopoldsorde laten schrappen via KB. Vlaanderen Vrij.”
Brabançonne
Het moet gezegd: op 21 juli probeerde een journalist van de franstalige zender RTLinfo om zowel De Wever als Theo Francken ‘Vive la Belgique’ te laten zeggen voor de camera. Dat lukte niet. De provocatieve journalist probeerde Francken ook nog eens de Brabançonne te laten zingen, wat deze laatste weigerde.
Blijkbaar is het een traditie bij Franstalige journalisten om Vlaams-nationalistische politici uit te dagen om de Brabançonne te zingen. De weigering van Francken om voor de camera’s ‘Vive la Belgique’ te zeggen, veroorzaakte een storm van verontwaardiging in Franstalig België. Ludivine Dedonder, de PS en voormalig minister van Defensie, eiste zelfs het ontslag van Francken omwille van diens ‘schandalige’ anti-Belgische houding.
Het doel?
De N-VA-toppers kennen uiteraard ook het verhaal van Hugo Schiltz. Zij weten zeer goed hoe gevoelig ‘België’ ligt bij de achterban van hun eigen partij. En dat terwijl er een concurrent op de loer ligt, een partij die uitgesproken anti-Belgisch is. Wees er maar van overtuigd dat op het N-VA-hoofdkwartier er richtlijnen zijn besproken: ‘hoe gedraag ik mij op 21 juli’. Het is niet eenvoudig om enerzijds Vlaams nationalist te zijn en anderzijds te moeten meedraaien in de Belgische poppenkast. ‘Het doel heiligt de middelen’, zei ene Machiavelli. De Wever heeft de middelen, maar wat is het doel? De ultieme vraag blijft: kan men wel twee heren dienen? Binnen enkele jaren kennen we het antwoord.
PAL voor Vlaanderen is een project van PAL Academie vzw. Met die vzw zetten we onze kennis, kunde en netwerk in om het pad naar Vlaamse onafhankelijkheid te effenen. De vzw beschikt over ideeën en mensen, maar met uw financiële steun op rekening KBC BE39 7390 1640 4519 zouden we nog veel meer kunnen doen.
Kort Manifest toe aan 300ste nummer
Midden augustus verschijnt het 300ste nummer van Kort Manifest, het tijdschrift van het Vormingsinstituut Wies Moens. En als het van oprichter Edwin Truyens afhangt, zullen er nog heel wat nummers volgen. “We zullen nog jarenlang doorgaan.”
Kort Manifest werd in het najaar van 1983, intussen 42 jaar geleden, boven de doopvont gehouden door advocaat en NSV!-oprichter Edwin Truyens. Hij had kort daarvoor de partijpolitiek verlaten omdat er volgens hem te weinig aan vorming werd gedaan. Daarop wilde hij met de oprichting van het Vormingsinstituut Wies Moens een antwoord bieden.
Kort Manifest fungeerde aanvankelijk als mededelingsblad van het Vormingsinstituut. De activiteiten konden daarin op een goedkope manier worden aangekondigd. Daarna evolueerde Kort Manifest naar een volwaardig tijdschrift dat eerst tweemaandelijks en tegenwoordig zeswekelijks verschijnt.
Hoewel Truyens zelf het merendeel van de artikels schrijft, zit er volgens hem toch voldoende afwisseling in het blad. Hij kan onder meer rekenen op de medewerking van twee Nederlanders. Een van hen schrijft onder het pseudoniem Jan de Witt over Zuid-Afrika. De andere, Henk Thijssen, is een gepensioneerde journalist van het Reformatorisch Dagblad. Katholiek en Groot-Nederlands
De keuze voor Wies Moens als naamgever van het nieuwe instituut bracht enkele verplichtingen met zich mee, blikt Truyens ruim vier decennia later terug op de oprichting. Inhoudelijk staat Kort Manifest over de hele lijn achter Moens’ gedachtegoed.
“Nationalisme en katholicisme zijn voor ons, net zoals dat voor Moens het geval was, onlosmakelijk met elkaar verbonden”, legt Truyens uit. “Dat is een moeilijke combinatie, omdat het christendom en de Groot-Nederlandse gedachte voor veel mensen nu eenmaal moeilijk liggen, zeker in onze seculiere samenleving. Maar ondanks ons uitgesproken katholieke profiel, mogen we ook protestanten en vrijzinnigen tot onze abonnees rekenen, net als politici van diverse pluimage. Er zijn gelukkig nog voldoende mensen die zonder oogkleppen rondlopen en ook dingen
willen lezen waarmee ze het niet per se eens zijn.”
Op staatkundig vlak huldigt Kort Manifest de Groot-Nederlandse gedachte. “Als je ruzie met mij wil, moet je vooral schrijven dat Kort Manifest Heel-Nederlands is”, lacht Truyens. “Onze ideale staat is er een van Vlaanderen, Nederland, Frans-Vlaanderen en enkele gebieden die vroeger tot Nederland behoorden, maar vandaag deel uitmaken van Duitsland. Voor Wallonië en Luxemburg is in onze ideale staat geen plaats.”
Volgens Truyens bekleedt Kort Manifest een unieke positie in het landschap van de Vlaamse Beweging. Hij verwijst daarbij naar een mislukte poging om het Vormingsinstituut Wies Moens te integreren binnen de VVB en haar toenmalige ledenblad Doorbraak. “Ik zie geen ander tijdschrift waarmee Kort Manifest zou kunnen fuseren”, besluit Truyens.
DIENSTMEDEDELING: TIJDENS DE MAANDEN JULI EN AUGUSTUS ZIJN DE KANTOREN OP DONDERDAG EN VRIJDAG GESLOTEN. WE ZIJN ER ONS VAN BEWUST DAT DE POST ‘T PALLIETERKE AL TE VAAK PAS OP MAANDAG AFLEVERT. HET HEEFT DAN OOK GEEN ZIN OM VOOR HET WEEKEND EEN VERVANGEXEMPLAAR AAN TE VRAGEN. ONZE EXCUSES VOOR HET ONGEMAK.
HORIZONTAAL
A. Specifieke woorden gebruikt binnen een bepaalde sport / B. Voormalige Nederlandse omroep - Rodehond / C. Gids die scheepskapiteins helpt bij de navigatie - Bewegingloos - 2000 in Romeinse cijfers / D. Bedwingende - Voor onze tijdrekening (Engelse afk,) / E. Op de bedoelde plaats - Eén van de 'big five' / F. Ruthenium - Indicatie van leeftijd / G. Klokkentoren in Lier / H. Idem - Uitputtend / I. Weigering - Vriendschapsverdrag / J. Deugdzaam - Geroot vlas / K. Nobele - Internetlandcode voor Spanje / L. Voordragende
VERTICAAL
1. VRT-journalist op rust, Congo- en politiek deskundige / 2. Elp - Inval / 3. Om het genoemdeVoorzetsel - Nederlands kaasstadje / 4. Mantel van dichte wollen stof - Kleine auto / 5. Bitse opmerking maken - Deel van een celkern / 6. Afkoring gebruikt bij bloeddrukmeting - KostbaarheidLidwoord / 7. Naam van een klaspop in de Vlaamse kleuterklassen - Breekbaar / 8. Abscisinezuur - Beschimpt - Frans lidwoord / 9. Terugbetalen / 10. Internetlandcode voor Groenland - Bestanddeel van opium / 11. Loofboom - Keurige / 12. In opdracht van - Heugelijke viering
KARL VAN CAMP
In de 299ste editie van Kort Manifest kon u een interview met Pallieterke-hoofdredacteur Wart Van Schel lezen
Bijkomen met het VRT-journaal
Oh, wat zijn het toch helden daar op Tomorrowland. Op amper 48 uur tijd gingen ze van een verbrand naar een gloednieuw podium. De pers kon er niet over zwijgen. Had de regering bijna een akkoord om uw pensioen te verpesten? Fijn hoor, maar allereerst moesten de journaals toch maar eens gekeken worden of de USB-stick van DJ Truttalie goed in de USB-port was geraakt. Stopt de verkleutering in de media dan nooit?
Het gaat van kwaad naar erger met het gebrek aan inhoud in onze media. Neem een nieuwsaanbod van enig gewicht en u mag er donder op zeggen dat ze er het meest simplistische zullen uithalen om in detail te ‘duiden’. Als de regering drukdoende is met het snoeien in de pensioenen, pakken ze bij VRT uit met het feit dat Remco Evenepoel geen zin meer heeft om te fietsen in de toer van Frankrijk. Zomaar! Gisteren zat hij net als de andere rennertjes nog flink op zijn fietsje de berg op te rijden. Maar vandaag willen de beentjes niet mee. “En het hoofdje ook al niet?”, vraagt de studiopresentator met een blik alsof er ook vandaag duizend doden gevallen zijn in Oekraïne die niet op het nieuws raken. “Wat moet die jongen toch mentaal diep zitten?” is dan uiteindelijk de conclusie na minuten-
lang niks te hebben gezegd waar je als kijker iets mee aankan. En dat zijn vrouwtje er ook helemaal kapot van is, dat haar ventje hele dagen in de zetel gaat zitten huilen. Je voelt de pijn bijna tastbaar worden. Had hij maar geen islamiet moeten worden en een deftige job moeten kiezen!
Voor dit soort onzin hebben ze dus uren durende, onzinnige sportprogramma’s uitgevonden. Maar blijkbaar toch nog onvoldoende om er ook de journaals niet mee vol te stoppen.
Genoeg gezeik
De verkleutering van het nieuws neemt steeds groteskere vormen aan. Een paar maanden geleden telden ze verontwaardigd de Israëlische vlaggen op het Eurosongfestival. Maar geen hond kraait naar diezelfde vlaggen op Tomorrowland. En dan hebben we nog niks gezegd over het vrouwenvoetbal. Gaan we ook niet doen. We hebben al genoeg gezeik aan onze kop. “Maar waar stopt het dan?”, vraagt u zich misschien af. Het antwoord is: niet.
De kwaliteitsnormen van wat ‘nieuws’ is en wat ‘bijzaak’ zijn volledig verloren gegaan in het archief van kranten en televisiezenders om nooit meer op te duiken. In de toekomst wordt media steeds goedkoper en nuttige informatie steeds duurder. En zo is het maar goed ook. Onderzoek toont aan dat wanneer u op de hoogte zou zijn van wat er zich echt afspeelt in de wereld, u meteen weer naar het VRT-journaal zal willen kijken om bij te komen.
Ik ben 92, Vlaams-nationalist in hart en nieren en meer dan tevreden lid en ambassadeur van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds.
Elke Vlaming zou lid moeten zijn of worden van dit ziekenfonds dat een persoonlijke dienstverlening koppelt aan talrijke troeven en met een Vlaamse reflex.
Alleen met een eigen sociale zekerheid kan Vlaanderen bloeien. Dus volg mijn voorbeeld: word nu lid en wees een consequente Vlaming!
Mark Gabriëls, Dilbeek
KONING FILIP IS IN DE WAR
“Schat, waren die Vlaamssarconalisten voor of tegen ons?”
De 21ste juli zit er alweer op voor koning Filip en koningin Mathilde. Terwijl u dit leest, genieten ze na van een hels werkjaar dat begon op 19 juli 2025. Kijken in de camera, het voorlezen van de speech, op het juiste moment even strenger of net relaxter kijken…
Mensen beseffen het niet altijd, maar koning Filip doet al zijn stuntwerk zelf. Daar staat hij op. “Ik weet dat sommige koningen nu al met AI werken, maar ik ben er eentje van het Ancien Regime.” Wij spraken met koning Filip en ook een beetje met zijn vrouw. Koning Filip wacht ons op met hete koffie. Een verwijzing naar het grapje dat Bart De Wever ooit maakte over zijn ontmoetingen met de koning. “De ontmoetingen met de koning zijn altijd zeer aangenaam, maar de koffie is wel vaak koud”, had de premier gezegd.
Sire, hoe gaat het ermee?
FILIP: “Uitgeput na de speech dit jaar. Het was een zeer zware boodschap die ik het land moest brengen. Mensen begrijpen niet helemaal welke verantwoordelijkheid wij vorsten moeten dragen.”
U doelt ongetwijfeld op de onmenselijke toestanden in Gaza?
FILIP: “Waar? Heb ik daar iets over gezegd? U begrijpt dat ik mij die nu niet meer in detail herinner. Die speech is gisteren opgenomen en dan vergeet een mens al eens iets. Maar Gaza was echt geen probleem. Dat zijn maar vier letters. Er zaten echt wel veel moeilijkere woorden in. Soms vraag ik mij af of ze dat opzettelijk doen. Ik heb één zinnetje overgeschreven om op vakantie te bestuderen omdat ik er werkelijk niks van begrijp (diept een koninklijk servet op waarop wat geschreven is): ‘In Brussel bestaat er een breed gedragen wens om te komen tot een doeltreffend en samenhangend bestuur, dat de zorgen en noden van de burgers centraal stelt. Dat is de weg naar hernieuwd vertrouwen.’ Hallo? Ik woon zelf in Brussel. En zo heb ik er nog nooit naar gekeken. Een doeltreffend en samenhangend bestuur? In Brussel? Ik maak mij daar wat zorgen om.”
Hoe bedoelt u?
FILIP: “Ik weet het niet. Dat is het punt net. Ieder jaar is dat hetzelfde spelletje. Ze laten mij maar wat zeggen en ik weet niet wat. Voor mijn verjaardag kreeg ik pas echt vragen die mensen bezighouden. Of ik een kroon heb? Of ik kranten lees? Om hoe laat ik op sta? Daar gaat het om. De mensen begrijpen dat en ik ook. Niet om breed gedragen centrale dingen in Brussel. Ik vind Brussel niet leuk, behalve mijn eigen tuin. Ik zie ook wat ik zie op het nieuws hé. Hellhole!”
MATHILDE: (komt het salon binnen) “Excuus, dit is niet geschikt voor het interview. Filip, we hebben het hierover gehad. Er staat niets fouts in de speech. Ik heb hem zelf nagelezen. Het was allemaal heel mooi en iedereen bewondert de koning. Je moet je niet te veel zorgen maken.”
FILIP: “Dat zeg je altijd. Maar jij moet het niet doen hé, die speech. Als jij een kleedje aandoet van Natan of Dries Van Noten is iedereen al tevreden. Jij moet nooit eens iets zeggen. Dat is niet eerlijk!”
MATHILDE: “Jij bent de koning hé. Iedereen kijkt naar jou om vertrouwen te krijgen in de toekomst. Een baken van hoop en trots.”
FILIP: (haalt zijn balpen boven en schrijft wat op het servet) “Ba-ken. Opzoeken, Filip. Voilà, u ziet, zelfs mijn vrouw geeft mij werk. Weet u wat het ook is? Er zijn Vlaamse narcosalisten in de regering. Daarvoor moeten we uitkijken.”
MATHILDE: “Vlaams-nationalisten, schat. Maar die zijn toch lief? Weet je nog dat die aardige meneer Francken dat modelbouwvliegtuigje bij had voor jou?”
FILIP: “Dat is het hem net! Die zijn gevaarlijk. Willen mij buiten! Mijn koninkrijk afpakken! De grond verdelen! Maar ondertussen is het van ‘Ja, Sire’, ‘Nee, Sire’ en ‘Kijk eens wat een mooi vliegtuigje, Sire’. Dat is verdacht en vermoeiend. Zou ons Elisabeth niet kunnen overnemen? Ik wil met pensioen bij papa in Zuid-Frankrijk.”
MATHILDE: “Nee, lieverd. We moeten allemaal wat langer werken. Dat staat in het regeerakkoord. En kom, we gaan naar het défilé kijken. Je mag bij meneer De Wever en Francken zitten.”
FILIP: “Ik eis dat ze eerst gefouilleerd worden. En ik neem mijn grootste zwaard mee. Dat ze maar opletten.” NOSTRADAMUS