't Pallieterke van 14 augustus 2025

Page 1


Hoera, weer een record gebroken! Vanaf zondag zijn er dit jaar al 400 uren geweest waarin de stroomprijzen negatief werden. Op zonnige dagen wordt er meer stroom op het net gezet door bezitters van zonnepanelen dan er wordt verbruikt. Helaas worden die kleine producenten daarvoor bestraft, omdat die stroom niet zomaar weggetoverd kan worden. Zij moeten dan betalen voor elke ampère die zij op het net duwen.

De verkoop van zonnepanelen stokt. Bedrijven schaffen er wel nog aan, vooral omdat die de financiële en fiscale voordelen kunnen maximaliseren, maar de gewone gebruiker haakt af. De ergernis over negatieve stroomprijzen is de voornaamste reden. Als bezitter van zonnepanelen begrijp ik hun ergernis. Als er te weinig zon is, moeten we betalen voor de energie die we afnemen. Als er te veel zon is, moeten we ook betalen, maar dan voor de energie die we op het net zetten.

Dit overaanbod is niet zozeer een gevolg van meer zon, maar van de toename van het aantal zonnepanelen. Het probleem zou kunnen gemilderd worden door een beleid dat de aankoop van zonnepanelen ontmoedigt. Maar de overheid doet nog steeds het omgekeerde, hoewel de netinfrastructuur

daar niet klaar voor is en er nauwelijks opslagcapaciteit is. Probeer nooit de rede te zoeken in het overheidsbeleid rond energie en klimaat.

De dalende verkoop is merkwaardig, want de markt wordt nu overspoeld met goedkope Chinese panelen. Net als bij elektrische auto’s en windmolens zijn het niet de Europese producenten die de vruchten plukken van de ‘energietransitie’. Bij elk nieuw groen plan rekent de EU zich rijk via luchtkastelen over economische groei en nieuwe groene banen bij ons. Het gebeurt nooit.

Elektrische verwarming in de tuin

De nadelen van zonnepanelen zijn intrinsiek aan zonne-energie. Die vereist energie-

PROBEER NOOIT DE REDE TE ZOEKEN IN HET OVERHEIDSBELEID ROND ENERGIE EN KLIMAAT

opslag die er niet is. Wanneer er te weinig zon is, moet de energie dan opgewekt worden uit andere energiebronnen. Kernenergie is daarvoor niet flexibel genoeg en dus moeten fossiele brandstoffen – vooral gas, maar via de import uit de buurlanden zelfs steenkool – te hulp komen. Groene energie en fossiele brandstoffen zijn in de praktijk bondgenoten. En wanneer er te veel zon is, kan de energie niet opgeslagen worden. Om dat te vermijden, moeten we nu een ‘slimme batterij’ aanschaffen, zegt men. Die kost, met een gemiddelde prijs

van 6.000 euro, al meer dan onze zonnepanelen.

Mijn zoontje ontdekte deze week dat een diepvries in de kelder, die ik al maanden niet meer gebruik, nog aanstond. Ik heb heb die toch niet uitgezet, omdat ik in deze periode zo negatieve injectietarieven kan vermijden. Ik heb al gehoord van mensen die nodeloos hun verlichting en elektrische toestellen laten aanstaan, tot en met een elektrische radiator in de tuin. Ook zij moeten echter goed opletten, want ze kunnen daarmee hun capaciteitstarief opdrijven en zo toch weer gestraft worden. Hoe zijn we in deze waanzin terecht gekomen?

JURGEN CEDER INTERVIEW CO-CEO ITINERA MARC DE VOS

De Nieuwe Sluis, technisch huzarenstuk of flop van 1,2 miljard euro?

Op 1 augustus, 10 maanden na de feestelijke opening in het bijzijn van de Belgische en Nederlandse koningen, is de Nieuwe Sluis in Terneuzen eindelijk in gebruik genomen. Maar veel reden tot vieren is er vandaag nog steeds niet, hoezeer men ook probeert om die perceptie te creëren.

Het probleem met de krakemikkige Chinese bruggen boven de sluis mag dan wel opgelost zijn, onder de wateroppervlakte – en dat mag u letterlijk nemen – gaan nog heel wat andere problemen schuil. Toch durft niemand vandaag publiekelijk toe te geven dat het hele project – waar 7 jaar aan is gewerkt en dat 1,2 miljard euro heeft gekost – één grote en vooral dure flop is. Want dat zou ingaan tegen het heersende narratief dat de sluis een technisch en diplomatiek huzarenstukje is waar gerust wat belastinggeld naartoe mocht stromen.

om een schip vast te leggen en er meer personeel (dat men overigens niet heeft) voor nodig zal zijn.

De sluis is 427 meter lang, 55 meter breed en 16,44 meter diep, goed voor een maximale inhoud van 386.000 kubieke meter water. U begrijpt het al: om een sluis van die omvang te schutten, is veel water nodig. Héél veel water. Maar dat water is er in de zomer vaak niet, omdat de Bovenschelde – die het kanaal Gent-Terneuzen van zoet water voorziet – poederdroog is. Daardoor zal in de zomer soms minder vaak, gebundeld of tijdelijk niet – bij ongunstige getijden – ge-

EEN MISLUKKING MET 1,2 MILJARD EURO: VOORAL VLAAMS BELASTINGGELD

Dat belastinggeld is vooral afkomstig uit Vlaanderen. Dat draagt samen met North Sea Port (de fusie tussen de zeehavens van Gent, Terneuzen en Vlissingen) het grootste deel van de kosten – ongeveer 863 miljoen euro.

Maar wat is nu precies het probleem met de Nieuwe Sluis? Ten eerste hadden de ingenieurs geen rekening gehouden met de vermenging van zoet en brak water bij het schutten, zo vertellen bronnen binnen het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK). Dat is het proces waarbij een schip van het ene waterniveau naar het andere wordt verplaatst door het waterpeil in de sluiskolk te veranderen.

De technische details zullen we u besparen, maar als het zoete water uit het kanaal Gent-Terneuzen en het brakke, zoutere water uit de Westerschelde mengen, zijn de krachten die worden uitgeoefend op een schip bijzonder groot. Men was er voor de Nieuwe Sluis verkeerdelijk van uitgegaan dat een beperkt aantal trossen wel zou volstaan om een schip tijdens het schutten op zijn plaats te houden. Maar in realiteit zullen er veel meer nodig zijn. Vanuit economisch oogpunt is dat een probleem, omdat het langer zal duren

EDITORIAAL

schut kunnen worden. Ook dat is een economische aderlating waar onvoldoende rekening mee werd gehouden.

Naast de hoger dan verwachte operationele kost, dreigt ook de industrie langs het kanaal Gent-Terneuzen, aan de Gentse kant van de Nieuwe Sluis, het kind van de rekening te worden. Bedrijven die het zoete water uit het kanaal oppompen om hun koelinstallaties van water te voorzien, zullen geconfronteerd worden met roestvorming die het gevolg is van de verzilting van het kanaalwater. De koelinstallaties zijn immers niet gemaakt voor hoge concentraties zout water, maar net dat zal door het schuttingsproces in de Nieuwe Sluis in nog grotere hoeveelheden het kanaal instromen.

Dat heeft niet alleen gevolgen voor de industrie, maar ook voor de landbouw. Want het kanaalwater is ook voor landbouwbedrijven in de regio een belangrijke zoetwaterbron.

Kortom: de hoerastemming rond de Nieuwe Sluis is misplaatst. Maar verwacht vooral niet dat iemand zijn verantwoordelijkheid zal durven op te nemen voor deze mislukking van 1,2 miljard euro, vooral gefinancierd met Vlaams belastinggeld.

Redactie & beheer: Uitgeverij ’t Pallieterke Lagesteenweg 5 bus 1, 1850 Grimbergen Tel. : 03-232 14 17

Abonnementen/administratie: secretariaat@pal.be

Lezersbrieven: lezersbrieven@pal.be

Abonnementen binnenland: Abonnement buitenland: 3 maanden: 58,5 euro Tarieven afhankelijk van de 6 maanden: 117 euro bestemming. Alle inlichtingen 1 jaar: 234 euro op de kantoren. Steunabo 1 jaar: 350 euro

Het abonnementsgeld kan overgeschreven worden op volgend rekeningnummer met vermelding van uw naam en adres: BE82 4096 5194 9168 BIC KREDBEBB

Elke week op donderdag in uw krantenwinkel

Oud-hoofdredacteurs: Bruno De Winter (1945-1955, stichter), Jan Nuyts (1955-2000), Leo Custers (2000-2010), Karl Van Camp (2010-2020) Kernredactie: Wart Van Schel (hoofdredacteur), Jurgen Ceder, Wannes Neukermans, Anton Schelfaut, Karl Van Camp Verantwoordelijke uitgever: Wart Van Schel Foto's: Belga, Photonews, Shutterstock

BINNENLANDSE ECONOMISCHE UITDAGINGEN VOOR TRUMP

Een vredesdeal proberen te sluiten in Oekraïne, rondstrooien met handelstarieven, de lijnen openhouden met Israël: de Amerikaanse president Donald Trump is vooral op het internationale terrein actief. Maar schijn bedriegt. Op binnenlands vlak ligt veel economisch werk op de plank. En dat gaat verder dan de recente discussies over de jobcreatie en de groeicijfers in de VS.

Vorige week donderdag riep de Amerikaanse president Donald Trump de pers samen om de officiële arbeidsmarktcijfers in vraag te stellen. “Ze zijn moedwillig vervalst om mijn voorganger Joe Biden in een beter daglicht te plaatsen”, aldus Trump. De jobtoename onder Biden zou 1,5 miljoen eenheden lager zijn geweest dan officieel werd aangekondigd. Een fraai beeld, dat volgens het Witte Huis werd opgehangen om in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van vorig jaar de Democratische kandidate Kamala Harris te bevoordelen.

Meer nog: de recente cijfers over de verzwakkende arbeidsmarkt in 2025 kloppen niet. De beperkte stijging van de tewerkstelling met 19.000 en 14.000 eenheden per maand zou onderschat zijn. Gevolg: Erica McEntarfer, die aan het hoofd staat van het Bureau of Labor Statistics, het statistiekbureau van het Amerikaanse ministerie van Arbeid, werd ontslagen.

Econoom Stephen Moore, eind vorig decennium auteur van het boek ῾Trumponomicsʼ, kwam met andere cijfers aandraven. Het gemiddelde inkomen van de Amerikanen is in de eerste vijf maanden van de tweede Trump-termijn gestegen met 1.170 dollar. “Een ongelooflijk cijfer”, vindt Trump.

Amerikaanse groeivoorsprong

Men kan dit verhaal afdoen als een zoveelste voorbeeld van Trumpiaans nepnieuws, maar er is meer aan de hand. Donald Trump mag dan wel een politiek buitenbeentje zijn, los van zijn protectionistisch handelsbeleid volgde hij in zijn eerste termijn (2017-2021) de koers die andere Republikeinse presidenten sinds Ronald Reagan (1981-1989) hebben gevaren. Een koers die hij op binnenlands vlak ook in zijn tweede termijn wil verderzetten.

De pijlers van dit economisch beleid zijn tot nu toe zeer succesvol geweest: lagere belastingen, het stimuleren van de industrie en het ondernemen met minder regelgeving, innovatie, een aanbodgedreven beleid en een flexibele arbeidsmarkt. Een aanpak die de VS geen windeieren heeft gelegd, want de voorbije kwarteeuw groeide de Amerikaanse economie met zo'n 70 procent. De eurozone groeide in dezelfde periode met 38 procent.

Alleen: die groeivoorsprong komt in gevaar omdat het Amerikaanse model op haar grenzen botst. Dat is de grootste uitdaging van Trump, eerder dan de schade die een handelsoorlog en protectionistische tarieven kunnen veroorzaken.

Grens aan belastingverlagingen

De grenzen worden bereikt door het afkloppen van zijn Big Beautiful Bill vorige maand. Dat is een verderzetting van de belastingverlagingen van de eerste termijn. De gemiddelde belastingdruk in de VS bedraagt 27 procent, in de eurozone is dat 41 procent. De lage fiscale druk over de grote plas is altijd een bonus geweest en heeft de economische groei aangezwengeld.

Maar op een bepaald moment zit men aan een gevaarlijke limiet. Dat gaat in twee richtingen. Bij een te hoge belastingdruk komt geen geld meer binnen doordat burgers naar ontsnappingsroutes zoeken. Bij een te lage fiscale druk komen er wel terugverdieneffecten dankzij meer economische activiteit en moet er ook bespaard worden. En daar bereikt

men een grens in de VS omdat onder andere de gezondheidsvoorzieningen voor de laagste inkomens worden afgebouwd.

De VS moet geen herverdelingsmachine worden zoals de Europese Unie dat is, maar de zogenaamde arme onderklasse mag ook niet te groot worden. Want dat stimuleert onder andere drugsgebruik en criminaliteit.

Bovendien komt de VS door de opeenvolgende belastingverlagingen ook budgettair in de gevarenzone. Het begrotingstekort loopt op tot 7 procent van het bbp en de schuld bedraagt 100 procent van het bbp. Tegen 2034 zou dit 140 procent worden. Zelfs onder de beschermende koepel van de dollar, nog altijd de wereldreservemunt, is dat niet meer houdbaar. Het grote probleem is dat de renteschulden stijgen en er minder ruimte is voor ander beleid.

Productiviteitsgroei onder druk

Om die economische onevenwichten bij te sturen, is het de gewoonte dat de Amerikaanse Centrale Bank, de Fed, optreedt. Maar president Trump heeft geen vertrouwen in de centrale bankiers. Dat kan de financiële markten zenuwachtig maken. De stijgende inflatie (door de handelstarieven) doen de rest en dreigen de VS in een lange recessie te storten.

In zo'n turbulente tijden hadden de VS een reddingsboei: een hoge productiviteitsgroei dankzij de sterk innovatief gedreven economie. Het land kent een jaarlijkse productiviteitsgroei van 1,34 procent; in Europa schommelen we rond de 0,46 procent. Op het vlak van onderzoek en ontwikkeling (O&O) staan de VS aan de top. Met dank aan een hele reeks universiteiten en onderzoekscentra als MIT, Harvard, Yale, Columbia...

De technologische hub Silicon Valley blijft een wereldwijde referentie. Maar nu stokt de innovatiemotor. Trump heeft het niet voor de linkse activisten op de campussen - wat begrijpelijk is - en dreigt met het droogleggen van de universiteiten. Bovendien wil men het moeilijker maken voor buitenlandse studenten om naar de VS te komen en wordt bespaard op de middelen voor onderzoekscentra. Daardoor zouden de VS hun O&O-voorsprong kunnen verliezen. En een structureel lage groei kennen. Ten slotte is er de arbeidsmarkt. Hier gaat het beleid alle richtingen uit. Men wil meer jobs creëren door industrieën naar de VS terug te halen, maar er is een tekort aan geschoolde werkkrachten. Een soepeler immigratiebeleid is geen optie, integendeel. Dit is een groep die niet direct in nieuwe industrieën aan de slag kan. De krapte op de Amerikaanse arbeidsmarkt blijft een probleem. Overigens wordt het immigratiebeleid verstrengd, wat een verkiezingsbelofte is van Trump. De enige bonus is zijn beleid gericht op het behoud van fossiele brandstoffen. Dat maakt dat de energiekost voor bedrijven in de VS stukken lager ligt dan in Europa. Trump wil dat competitieve voordeel behouden. Subsidies voor hernieuwbare energie worden geschrapt en er komen er geen voor windparken bij. Sommige economen noemen dit dom omdat de prijs van hernieuwbare energie en die voor fossiele brandstoffen naar elkaar zouden evolueren, maar concreet is daar nog weinig van te merken.

HET ONVERENIGD KONINKRIJK

BAND TUSSEN BURGERSCHAP EN CULTURELE IDENTITEIT WERD NOOIT GELEGD

Toen de Britten uit de EU stapten, waar keerden ze naar terug? Een onafhankelijke Britse natie? Het Verenigd Koninkrijk is, in tegenstelling tot Frankrijk en Duitsland, nooit een natiestaat geweest. Sinds de 17de eeuw was het een unie van Engeland, Schotland en Wales. In 1922 kwam daar Noord-Ierland bij, in wat vanaf dan het Verenigd Koninkrijk zou heten.

Vooral het wereldrijk dat Groot-Brittannië ooit was, heeft een blijvende hypotheek gelegd op de mogelijkheid om een Britse identiteit en natiegevoel te ontwikkelen. Dat is ook de reden waarom in het VK immigratie zo laat werd erkend als probleem, zelfs in rechtse kringen.

Zondag heeft de politie 474 mensen opgepakt in hartje Londen. Ze namen deel aan een betoging van Palestine Action, een anti-Israëlische groep die sinds vorig jaar door het Britse parlement buiten de wet is gesteld als terreurorganisatie. Palestine Action drong eerder al binnen bij de Britse luchtmacht en beschadigde daar vliegtuigen. De organisatie had ook al drie bedrijven aangevallen die ervan verdacht worden militair materieel te leveren aan Israël. Alle leden krijgen een lijst van doelwitten en een handleiding die hen uitlegt dat ze kleine cellen moeten vormen en hoe ze best schade aanrichten.

Gaza, Gaza, Gaza

De pro-Palestijnse acties in het VK nemen toe en worden ook steeds driester. Miljoenen Britse burgers zijn duidelijk meer bezig met een conflict aan de andere kant van de wereld dan met de politiek van het land waarin ze wonen.

De Labourpartij, die altijd heeft geprobeerd de moslims aan haar kant te houden, wordt steeds meer geconfronteerd met tegenkandidaturen van Gaza Independents die zich laten verkiezen op een politiek programma dat eigenlijk alleen over Gaza gaat. Kiespotentieel genoeg: in Tower Hamlets (Londen), Blackburn, Bradford, Birmingham, Luton en Newham is al meer dan 30 procent van de inwoners moslim.

PAKISTAANSE VERKRACHTINGSBENDES

KWAMEN NIET VOOR IN DE TOEKOMSTVISIOENEN

Ook de lokale verkiezingen van dit jaar gingen in deze multiculturele gemeenten meer over Gaza dan over fietspaden, opcentiemen of de werking van de lokale politie. Gaza Independents deden in verschillende lokale raden hun intrede. Een van hen schreef in zijn programma dat mannen en vrouwen sociaal van elkaar dienen te worden gescheiden. Een andere beweert dat Israël op 7 oktober zijn eigen mensen heeft vermoord om zo de vrije hand te krijgen in Gaza.

Hoe Gaza de Britse politieke agenda kan domineren, is uiteraard slechts een symptoom. Grote delen van de Britse bevolking voelen zich in de eerste plaats moslim en zijn, net als bij ons, weinig geïnteresseerd in de politiek van het land waarin ze wonen. Hun islamitische identiteit wordt echter wel aangesproken door wat ze horen op Al-Jazeera en sociale media. De eenzijdige slachtoffer-daderberichtgeving over het conflict in Gaza kan hen wel politiek mobiliseren, vooral dan om de hypocrisie van hun gastland aan te klagen, dat ze ervan verdenken eigenlijk ook anti-islamitisch te zijn.

Burgerschap zonder identiteit

Het VK is altijd een multinationale staat geweest. Eerst als een unie van de volkeren op het Britse eiland, later als een imperium. Het Britse Rijk was het grootste, met tientallen volkeren en taalgroepen. Ook na de dekolonisering is het land er niet echt in geslaagd zich te definiëren als een natiestaat. Van de jaren 1940 tot 1960 konden mensen uit India, Pakistan en de koloniale territoria in de Caraïben en Afrika met weinig beperkingen naar het Verenigd Koninkrijk reizen. De band tussen burgerschap en culturele of etnische identiteit werd nooit echt gelegd. Burgerschap werd er, net als in het Romeinse Rijk, eerder begrepen als politieke loyaliteit aan de staat, hoewel die staat wel voor zekere ideeën en waarden stond.

Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom immigratie in het VK later als een probleem werd ontdekt dan op het continent. Het VK heeft lang geen anti-immigratiepartijen gekend zoals het Front National in Frankrijk of het Vlaams Blok bij ons. Zelfs Reform, dat vooral electoraal teert op ongenoegen over de massamigratie, is weigerachtig zich zo te identificeren. De Conservatieve Partij heeft het immigratiedossier genegeerd zolang ze dat kon. Nu is het waarschijnlijk te laat voor deze zieltogende partij.

De grote illusie

Het Verenigd Koninkrijk heeft zichzelf lang gepresenteerd als een geslaagde multiculturele samenleving. Daar verschenen ook studies over. Professor Bhikhu Parekh: “Wat ons Brits maakt, is een gemeenschappelijke afspraak om onze verschillen te waarderen.” Politici van links en rechts beaamden het succes, dat volgens hen scherp afstak tegen al de politieke herrie over migratie op het Europese continent.

Tony Blair: “Het VK is een schitterend voorbeeld van een moderne multiculturele samenleving.” Rechts was toen niet minder lyrisch. John Major: “Over 50 jaar zal het nog steeds het land zijn van lange schaduwen op cricketvelden, lauw bier, onoverwinnelijke groene buitenwijken, hondenliefhebbers en invullers van totoformulieren, en – zoals George Orwell zei – oude vrijsters die in de ochtendmist op de fiets naar de heilige communie gaan.” Pakistaanse verkrachtingsbendes en openbare sympathie voor terreurorganisaties kwamen niet voor in de toekomstvisioenen van Major.

Die illusies zijn brutaal doorprikt, dat mogen we nu wel zeggen. De geslaagde multiculturele samenleving was eigenlijk al decennia een leugen. Het enige waarin het Verenigd Koninkrijk beter was dan de rest van Europa, was het krampachtig negeren van de waarheid. Geen enkele samenleving is ooit zo politiek correct geweest als het VK.

Etnische spanningen werden systematisch onder de mat geveegd, de afkomst van daders van misdrijven verzwegen, het publiek voorgelogen over de maatschappelijke gevolgen van migratie. De botsingen doen zich trouwens niet alleen voor tussen autochtonen en allochtonen. Er zijn bijvoorbeeld ook spanningen en rellen tussen Indiërs en Pakistanen (zoals in Leicester in 2022) en tussen Caraïbische zwarten en Aziaten.

Niets bewijst beter hoe ver het bestel bereid was te gaan om spanningen tussen de gemeenschappen te vermijden dan het jarenlang negeren van de Pakistaanse verkrachtingsbendes die in verschillende Britse steden honderden minderjarige meisjes konden misbruiken met de zwijgende medeplichtigheid van politie, politiek en pers.

Britten worden wakker

De moord op drie meisjes in Southport vorig jaar werd een kantelpunt. De dader is een man van Rwandese afkomst, wiens vijandigheid tegen zijn gastland onder andere bleek uit het bezit van een handleiding van Al-Qaeda. Het enige wat de politie toen wilde zeggen, was dat hij uit Cardiff kwam. Technisch gezien was dat correct, maar uiteraard misleidend in opzet. Pas toen op sociale media het gerucht de ronde deed dat hij een recent aangekomen vluchteling was, bleek de overheid bereid de waarheid te zeggen. In verschillende steden werd toen betoogd door boze, autochtone Britten. Brutale repressie was het enige antwoord van het regime. Een vrouw die op sociale media zeer emotioneel reageerde op de kindermoorden en opriep om vluchtelingenhotels in brand te steken, werd daarvoor veroordeeld tot 31 maanden effectieve gevangenisstraf. Zwaarder gestraft dan ordinaire boeven, zit ze nog steeds in de cel. De repressie werkt niet. De blanke woede gaat niet meer weg. In Epping waren er vorige maand betogingen en rellen toen een Ethiopische asielzoeker drie keer op twee dagen betrokken was bij aanrandingen (volgens de VRT probeerde hij alleen een meisje te kussen). Het asielhotel, bewoond door alleen jonge mannen, ligt op slechts enkele honderden meters van een school. Vorige week was het weer prijs. Een meisje van 12 jaar werd in Nuneaton (Warwickshire) verkracht en deels gewurgd door twee

Afghaanse asielzoekers. De politie vroeg alle lokale bestuurders met aandrang om in het openbaar geen melding te maken van de afkomst van de dader, om geen spanningen te veroorzaken tussen de gemeenschappen. Een lokaal raadslid van Reform weigerde mee te werken aan de omerta.

Nog maar een derde van Londen is Engels

De autochtone Britten accepteren het niet meer. Dit weekend werd betoogd aan minstens twaalf asielhotels. Die hotels, sommige met vier sterren, worden volgestopt met asielzoekers, bijna allemaal mannen, zonder voorafgaande raadpleging van de buurt. In sommige steden heeft dat geleid tot het organiseren van burgerpatrouilles rond de hotels.

Paranoïde is dat niet. In de eerste helft van het jaar zijn al 211 bewoners van asielhotels betrokken geweest bij misdrijven, onder andere seksuele aanranding van minderjarigen. De betogers zijn niet de rondtrekkende extreemrechtse herrieschoppers waar Starmer over spreekt, maar lokale burgers, waaronder heel wat vrouwen en senioren.

Meer en meer komen nu ook studies boven die wijzen op de echte gevolgen van de massale inwijking. Het Office for Budget Responsibility berekende dat elke niet-geschoolde migrant over de loop van zijn leven de belastingbetalers meer dan een half miljoen euro zal kosten. Jaarlijks komen bijna een miljoen mensen het VK binnen, de meesten ongeschoold. Dat is zoveel als de bevolkingen van Liverpool en Manchester samen. De sociale zekerheid kraakt onder de gevolgen.

In Londen is nog slechts een derde van de bevolking autochtoon. Het Centre for Heterodox Social Science berekende dat deze verhouding nog voor het einde van deze eeuw zal gelden in het gehele land. De Great Replacement is geen samenzweringstheorie, maar de realiteit die zich voor onze ogen voltrekt.

Burgeroorlog

Hoe boos de autochtone Britten zijn, blijkt ook uit de steun voor Reform van Nigel Farage. In recente peilingen haalt de partij al meer dan 30 procent van de stemmen, wat onder het Britse kiessysteem een absolute meerderheid in het parlement zou opleveren. Het Verenigd Koninkrijk gaat een hete zomer tegemoet. Palestine Action en vrienden kondigen aan dat ze de acties zullen opdrijven. Tegelijk neemt de omvang toe van de protestacties van autochtonen tegen de asielhotels in woonzones.

David Betz, professor oorlogsstudies van King’s College London, voorspelt dat het Westen afstevent op burgeroorlog. Betz is geen populistische oproerkraaier. Hij bestudeerde vele conflicten uit het verleden en stelt vast dat heel wat factoren die leiden tot gewapend conflict weer aanwezig zijn: een kloof tussen elites en volk, het verlies aan vertrouwen in de instellingen, groeiende tribalisering langs etnische en ideologische lijnen.

Vooral de mislukking van het multiculturele experiment en het tanende geloof bij het volk dat verkiezingen iets kunnen veranderen dragen bij aan een volatiele sfeer.

Ik weet niet of Betz gelijk heeft, maar als het gebeurt, zal het eerst in het Verenigd Koninkrijk zijn.

JURGEN CEDER

©

HET NAJAAR GAAT OVER DE BEGROTING

Bij ongewijzigd beleid dreigt het Belgische begrotingstekort in 2029 op te lopen tot meer dan 6 procent van het bbp of 36 miljard euro. Het is onvermijdelijk dat de regering-De Wever zich dit najaar vooral over de precaire overheidsfinanciën zal moeten buigen.

Er is één manier om de aandacht af te leiden van de slechte toestand van de Belgische overheidsfinancien: spreken over hervormingen en daar ook akkoorden over bereiken. Dat is wat de regering-De Wever de voorbije maanden gedaan heeft. De rapporten van de Nationale Bank en het Planbureau zijn nochtans duidelijk: de Belgische begroting is er slecht aan toe. Het tekort bedraagt momenteel 5,4 procent van het bbp of meer dan 30 miljard euro. En bij ongewijzigd beleid loopt dat tekort op tot 35 miljard of meer dan 6 procent van het bbp tegen het einde van de legislatuur. Eerst hervormen

Wanneer men deze cijfers voorlegt aan de federale excellenties, dan komt het antwoord dat er eerst werk wordt gemaakt van de nodige hervormingen. Op het vlak van arbeidsmarkt, pensioenen en zelfs via besparingen op het federale overheidsapparaat. Deze hervormingen zullen op termijn geld opbrengen. Want meer mensen aan het werk en langere loopbanen zorgen voor groei, minder overheidsuitgaven voor uitkeringen en meer inkomsten via belastingen. Dit is ook het verhaal dat de regering aan de Europese Commissie vertelt en dat daar als dusdanig wordt aanvaard: “Wees niet te streng over het begrotingstekort, alstublieft, want we voeren de nodige hervormingen door.”

En ja, eerste minister Bart De Wever (N-VA) en de andere ministers hebben op dat vlak een punt: de hervormingen zullen resultaat hebben. Onder andere de pensioenmalus en de aangepaste ambtenarenpensioenen zorgen ervoor dat de toename van de vergrijzingskosten tegen 2070 gehalveerd wordt. Dat is naar Belgische normen een succes te noemen: de uitgaven stijgen, maar minder snel dan gevreesd. En daarvoor verdient de regering een pluim.

Maar kijk naar het jaartal in de projectie: 2070. Dat is over 45 jaar. Dat is dezelfde projectie ten opzichte van vandaag als diegene die indertijd gemaakt werd toen België in 1982 zwaar moest beginnen saneren.

Paardenmiddel

Toen koos men voor het paardenmiddel van de devaluatie en de indexsprongen. De sanering van de begroting bedroeg toen jaarlijks 1 procent van het bbp en dat zes jaar aan een stuk. In de jaren ’90 werd onder Jean-Luc Dehaene zes jaar lang 0,7 procent van het bbp gesaneerd. Zo’n ingrepen zien

we nu nog niet en zijn enkel mogelijk als er naast de hervormingen in de pensioenen en de arbeidsmarkt ook op de begroting wordt gewerkt. Door onder andere te besparen op de uitgaven.

WILLEN EN KUNNEN DE DEELSTATEN MEEWERKEN AAN EEN GEZONDE BEGROTING?

De vergelijking toont aan dat de regering-De Wever er inderdaad niet zal geraken door enkel te verwijzen naar het hervormingsbeleid. Er is meer nodig, ook al omdat economen waarschuwen voor te veel optimisme rond de terugverdieneffecten. Het gevolg is dat het dit najaar inderdaad vooral of bijna enkel over de begroting zal gaan in de Wetstraat. En dat zal voor de nodige kopbrekers zorgen.

Ook goed nieuws

Eerst weliswaar wat goed nieuws: volgens economen is gedurende zeven jaar een sanering van 0,5 procent van het bbp nodig. Dat is op zich niet onrealistisch, maar er duiken een aantal hinderpalen op. Ten eerste zal deze sanering meer dan één legislatuur in beslag nemen. De vraag luidt nu al welke partijen in 2029 aan de macht zullen zijn en vooral: hoelang de formatie van een federale regering dan zal duren.

Ten tweede zijn er de geplande extra uitgaven voor defensie. Ook al mag men die miljarden gedurende enige tijd buiten de begroting houden, vroeg of laat zal die rekening ook moeten worden betaald. Ten derde is er de geplande belastingverlaging van de regering-De Wever. Logisch, gezien de hoge fiscale druk. Maar de vraag is of daar gezien de budgettaire toestand wel marge voor is. Dezelfde vraag kan gesteld worden over de noodzakelijke en wenselijke betrokkenheid van de deelstaten bij de sanering. Willen en kunnen die meewerken aan een gezonde begroting? Enkel Vlaanderen heeft een echt plan richting begrotingsevenwicht, en zelfs daar plaatsen experts vraagtekens bij.

Nog lang geen rentesneeuwbal

Ten slotte is er het probleem van de oplopende rentelasten. Door het tekort, de stijgende staatsschuld en de wat hogere rentevoeten moet de federale regering daar steeds meer middelen voor vrijmaken. In 2023 bedroegen de intrestlasten 2 procent van het bbp of 12 miljard euro, nu is het 2,5 procent of 15 miljard euro. Tegen 2026 zitten we aan 3,2 procent van het bbp aan intrestkosten. Dat is bijna 20 miljard euro. Dit maakt de overheidsfinanciën zeer kwetsbaar, want er is geen extra beleidsruimte in crisisperiodes. Voor elke 100 euro die de regering ontvangt verdwijnt er 7 euro aan rentelasten.

Wel is er nog geen rentesneeuwbal. In zo’n situatie is de rente op de schuld hoger dan de nominale (inflatie plus reëel) economische groei. In de jaren 80 leidde dit ertoe dat men moest lenen… om de intresten af te betalen. Daar zijn we gelukkig nog lang niet. Laat dit een magere troost zijn voor de ministers die straks in begrotingsconclaaf moeten.

ANGÉLIQUE VANDERSTRAETEN

DEZE WEEK IN DE GESCHIEDENIS

VAN ’T PALLIETERKE

Naar aanleiding van de tachtigste verjaardag van ’t Pallieterke op 17 mei 2025, wil de redactie het rijke verleden van dit weekblad in de kijker zetten. In deze rubriek blikken we terug op wat ’t Pallieterke in het verleden bracht.

4 augustus 2025: Een beschaamde groet! Op deze datum kreeg ’t Pallieterke per e-mail te horen dat een van de redacteurs een flater van jewelste had begaan. “Onder de datum 30 juli 1962 zetten jullie voor Antwerpenaar PW de Brusselaar VDB. Wist er dan niemand bij jullie dat VDB toen helemaal geen minister was? Het was Paul Willem Segers en niemand anders. Trouwens: op de tekening was die wel te herkennen.” De opmerkzame lezer ondertekende: “gene proficiat, Pallieters.” Daarom bij deze: een rechtzetting en een vraag om genade. Onze schrijvers hadden op dat ogenblik het levenslicht nog niet gezien, maar hadden wel beter opzoekingswerk moeten verrichten.

17 augustus 2017: Las Ramblas Een busje rijdt in op een menigte op de Ramblas in Barcelona. 14 mensen komen om het leven en nog eens meer dan honderd raken gewond. Islamitische Staat eiste de aanslag op. “Begaan door islamieten, in naam van de islam en gesteund door religieuze voorschriften. Daartoe opgeroepen door islamitische terreurgroepen en radicale moslimpredikers. En toch kreeg niemand van de Europese leiders het voor elkaar om het adjectief ‘islamitisch’ voor het woord ‘terrorisme’ te plaatsen.”

18 augustus 1983: Onze promotiecampagne in Zaïre

“Onze lezers hebben al herhaaldelijk kennis gemaakt met onze Zaïrese vrienden Mombaksa en Pombaksa, via hun geliefde geschriften in ons blad. Vandaag kunnen wij een van hen, de heer Mombaksa, ook tonen. Deze foto laat onmiddellijk een en ander vermoeden. De heer Mombaksa is namelijk, op eigen verzoek, begonnen met een promotiecampagne voor ons blad in Zaïre en heeft, in funktie daarvan, zijn kloeke borst getooid met een zelfklever van ons blad.”

19 augustus 1965: Uit de zakken van de kijkers blijven

“Eerlijk gezegd, we kunnen het moeilijk geloven wat de Libre vorige week beweerde: ‘men’ zou er aan denken de jaarlijkse televisietaks in ons land van 840 op 1.440 frank te

brengen.” Volgens auteur SEP kon de openbare oproep besparen, in plaats van de prijzen te verhogen. “Thans schijnt de Vlaamse TV het dikwijls rond half elf ’s nachts nog niet laat genoeg te vinden om naar bed te gaan voor werkende mensen en komt zij dan nog dikwijls aandraven met programma’s waar geen kat meer naar kijkt, maar die toch een hoop centen kosten.”

20 augustus 1956: Uit de memoires van Frans Van Cauwelaert

31 december 1885: “De nonnekens van de papschool staan verbaasd over mijn verstand en leergierigheid. De woorden van de Vlaamse Leeuw ken ik al rats van buiten en ik weet ook al dat barrikade met twee R’en geschreven wordt en geld met een D vanachter.”

1 januari 1908: “Dr. Van de Perre ziet in mij een groot toekomstig Vlaams voorman en wil mij te Antwerpen in de politiek lanceren. Vooruit dan maar.”

4 augustus 1917: “Dat is nu al drie jaar dat die stomme oorlog duurt. Ik zit hier wel niet slecht in Holland, maar mijn carrière, mijn carrière!”

2 november 1921: “Ik ben burgemeester van Antwerpen. Dat begint er al op te trekken!”

17 mei 1945: “Er is daar in Antwerpen weer een nief gazetteke verschenen dat ’t Pallieterke heet en waarin ik geen goed oog heb, want de snotaap van Het Handelsblad die het uitgeeft, schijnt niet ’t minste respekt voor mij te hebben. Hoe is ’t Godsmogelijk! Het moet en zal verdwijnen.”

21 augustus 1973: Kennedy

“Joseph Kennedy, zoon van wijlen Robert Kennedy, is in beschuldiging gesteld wegens roekeloos rijden. Zijn auto, waarin vijf meisjes zaten, ging over de kop. Zoiets kan natuurlijk in de beste families gebeuren. Maar de Kennedy’s geraken méér in dergelijke wilde auto-ongelukken betrokken dan goed is voor hun reputatie. Het zijn trouwens niet alleen de auto-ongevallen die de Kennedy-dynastie in opspraak brengen.”

22 augustus 2011: Van Beke tot Linkebeek

“Men hoeft geen groot visionair te zijn om in te zien waar het met de onderhandelingen over Brussel-Halle-Vilvoorde naartoe gaat. Met wat er nu op tafel ligt en met wie er nu rond die tafel zit, kan er simpelweg geen splitsing uit de bus komen waar Vlaanderen geen zware prijs voor betaalt. Of het moest zijn dat Wouter Beke alsnog de moed vindt om neen te zeggen tegen én Di Rupo, én het Paleis/le Palais, én de belgicisten in zijn partij.”

In de jaren ’90 werd onder Jean-Luc Dehaene zes jaar lang 0,7 procent van het bbp gesaneerd.
PHOTONEWS

20 jaar Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen

Twintig jaar geleden maakte de Vlaamse denktank ‘In De Warande’ met het boek ‘Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa’ komaf met het Belgische model. De wetenschappelijke studie sloeg in als een bom. “Uit onze stevig onderbouwde cijfers blijkt dat België voor Vlaanderen geen enkele toegevoegde waarde heeft”, stelde Remi Vermeiren vast. De analyse over het falen van België en het pleidooi voor een zelfstandig Vlaanderen blijven na twee decennia helemaal overeind.

“Het Belgische model is ten dode opgeschreven. Ofwel wachten we tot Brussel, Wallonië en Vlaanderen er nog meer op achteruitgaan, of we grijpen snel in”, was de conclusie van de Vlaamse denktank. Voor het eerst sprak een groep van vooraanstaande ondernemers, publicisten, mediafiguren en economen zich op basis van wetenschappelijke analyses resoluut uit voor een zelfstandig Vlaanderen.

Remi Vermeiren – gewezen CEO van KBC Groep – was de woordvoerder. Daarnaast behoorden tot de denktank onder meer Barco-zwaargewicht Hugo Vandamme, ondernemer Rudi De Kerpel, voormalig Trends-directeur Frans Crols, maar ook Jan Jambon, Marc Platel, Matthias Storme, Juul Hannes, Bart Maddens en Bruno Valkeniers. Een vijftigtal vooraanstaande Vlamingen onderschreef de conclusies van het manifest.

Stervend weefsel

Dat het manifest in 2005 verscheen, was geen toeval. België bestond toen 175 jaar en was er niet in geslaagd de twee grootste ge-

meenschappen van het land dichter bij elkaar te brengen. “Het Belgisch model is niet in staat om de grote uitdagingen aan te pakken en oefent zijn overgebleven taken slecht uit.”

Onafhankelijkheid is volgens de auteurs het beste middel om de grote uitdagingen van de toekomst aan te pakken. “België is een stervend weefsel. Iedereen beseft dat, maar wendt liever het hoofd af”, concludeerde Vermeiren in De Tijd.

“Ook Walen en Brusselaars zouden beter af zijn bij een zelfstandig Vlaanderen.”

Om Wallonië niet in een ongeziene crisis te storten, pleitten de ondertekenaars voor een Waals Marshallplan voor tien jaar, op voorwaarde dat het zuiden van het land verzelfstandigt en voor zijn eigen verantwoordelijkheid wordt geplaatst.

Brussel is er volgens de auteurs niet in geslaagd zijn grootstedelijke problemen aan te pakken, de welvaart voor alle inwoners te vergroten en zijn internationale uitstraling te exploiteren. Brussel blijft uiteraard de hoofdstad van Vlaanderen, maar in samenwerking met Wallonië en de Europese Unie moet er een beter statuut worden uitge-

werkt. Daarin bleven de auteurs van het manifest doelbewust vaag, omdat er geen consensus over de toekomst van Brussel was.

Hetze

De Standaard kon het niet laten om de geloofsbrieven van de denktank in twijfel te trekken. Tussen de ondertekenaars ontwaarde de krant “klassieke Vlaamse bewegers, voor wie de splitsing van België een geloofspunt is”. Het manifest bewees net het tegendeel.

Hoe het statuut van Brussel en de verzelfstandiging van de deelgebieden er moet uitzien of moet worden bereikt, daar wenste de denktank zich niet over uit te spreken. Het manifest handelde enkel over het waarom en legde de bal bewust in het kamp van de politici.

Een van de verdiensten van het manifest is dat de ondertekenaars het einde van België uit de exclusieve context van het Vlaams Belang haalde. Maar blijkbaar waren vele geesten in België nog niet klaar voor deze boodschap. In Franstalig België haalde men alles uit de kast om de ondertekenaars verdacht te maken. Herman De Bode moest als topman van McKinsey & Company terugtreden. Het recht op vrije meningsuiting geldt niet als het over het einde van België gaat.

Gebrek aan ambitie

Twintig jaar later zijn er nog steeds geen fundamentele stappen gezet naar een ver-

Het failliet van de hernieuwbare energie

Afgelopen weekend dook de elektriciteitsprijs nog maar eens onder nul. Op het eerste zicht lijkt dit goed nieuws voor de consument, die dit jaar al een recordaantal uren met negatieve stroomprijzen kende.

Die negatieve prijzen zijn echter één van vele symptomen dat de energiemarkt onstabiel en in onevenwicht is. Oorzaak is een te groot aandeel zogenaamde hernieuwbare energie aan de productiezijde. De afgelopen weken sneuvelden er immers nog enkele records, die het failliet van de hernieuwbare energie overduidelijk aantonen. De groothandelsmarkt noteerde enkele weken geleden zowel een nieuw laagte- als hoogterecord voor de stroomprijs.

Dat de twee uiterste records in de loop van zo’n korte tijdsspanne sneuvelden toont aan hoe onstabiel de energiemarkt geworden is. Een negatieve stroomprijs, hoe leuk ook voor de consument, is trouwens helemaal geen teken van gezondheid, maar duidt op een onevenwicht tussen energieproductie en

-consumptie. De vele uren met zulke negatieve stroomprijzen tonen aan dat je ondertussen gerust mag spreken van een fundamenteel onevenwicht.

Belgische elektriciteitsmix: van kwaad naar erger

Begin dit jaar kondigde Elia in een nieuwjaarsbericht aan dat het aandeel van de hernieuwbare energie in België alweer met een procentje gestegen was. In 2023 bedroeg het aandeel reeds 28,2 procent, om te stijgen naar 29,8 procent in 2024. Een reden om te juichen? De groenen zullen vinden van wel, en wanneer dat leidt tot negatieve stroomprijzen, sommige consumenten ook. Op termijn is de kans echter groot dat België vroeg of laat even groen zal lachen als Spanje en Portugal in april van dit jaar.

Er bestaat immers weinig discussie over dat het aandeel wind- en zonne-energie best onder de 20 procent blijft om de energieproductie betrouwbaar te houden. In België is die grens al lang overschreden, en doen we er dus elk jaar zelfs nog een schepje bovenop. Dit is vragen om problemen, niet alleen met allerlei prijzenrecords, maar op termijn ook op technisch vlak.

Mechanische inertie

Er zijn immers meerdere redenen waarom het aandeel wind- en zonne-energie best onder de 20 procent blijft. Een voor de hand liggende reden is dat je de wind en de zon niet naar believen af en aan kunt schakelen. De zon schijnt wanneer ze wil, en de wind waait wanneer hij wil. Door een variabele prijs kun je mensen aanmoedigen om meer energie te verbruiken wanneer windmolens en zonnepanelen stroom produceren. Maar niemand zet in de zomer de verwarming op wanneer de zon volop schijnt, zodat hij ze op een koude winterdag af kan zetten wanneer de wind niet waait. Maar er is ook een technische reden. Zonne-energie levert niet de mechanische inertie die de frequentie op het net stabiel houdt, maar volgt de netfrequentie. Het klinkt misschien merkwaardig, maar dat geldt ook voor windenergie. De rotor van de windturbine draait immers niet op de frequentie van

dere ontmanteling van de Belgische structuren. De politiek is aan zet, maar de resultaten zijn bedroevend. In het federaal regeerakkoord staat dat een nieuwe staatsstructuur met meer homogene en efficiënte bevoegdheidsverdeling het doel is van de volgende legislatuur. Het afschaffen van de werkloosheid in de tijd en de Senaat zijn belangrijke hervormingen, maar veranderen niets wezenlijks aan de Belgische structuren. De Vlaamse regering wordt onder leiding van de N-VA ondergeschikt gemaakt aan het Belgisch niveau. De helft van het Vlaams Parlement bestaat uit Vlaams-nationalisten, maar in het Vlaams regeerakkoord staat geen enkele communautaire ambitie.

De N-VA kleurt braafjes binnen de Belgische lijntjes en van confederalisme is geen sprake meer. Zelfs over de jaarlijkse miljardentransfers van Vlaanderen naar Wallonië of de defederalisering van de gezondheidszorg rept de Vlaams-nationale partij met geen woord. De Vlaamse onafhankelijkheid heeft voor de N-VA niet meer dan een rituele betekenis. De N-VA wil zich enkel concentreren op economische hervormingen, maar uit het manifest blijkt staalhard dat zonder diepgaande communautaire hervormingen structurele economische hervormingen niet mogelijk zijn.

Twintig jaar na datum is de analyse van ‘In De Warande’ onverminderd actueel: België blijft een stervend weefsel. Alleen de politieke wil om de stekker eruit te trekken, ontbreekt.

JULIEN BORREMANS

het net, maar volgens de kracht van de wind. Thermische centrales, aangedreven door gas of kernenergie, leveren wel die mechanische inertie, en zij zorgen dus voor een stabiele frequentie op het net.

En dan wordt het natuurlijk interessant om naar het Spaanse geval te kijken. Daar bedraagt het aandeel van de hernieuwbare energie in de stroomproductie ondertussen al meer dan 50 procent.

Midden april ging er trouwens een jubelbericht de wereld rond, want op 16 april was Spanje er voor het eerst in geslaagd om haar volledige elektriciteitsvraag te dekken door hernieuwbare energiebronnen. Nog voor het einde van dezelfde maand, iets na half een op 28 april, liep het echter compleet fout, en zaten Spanje en Portugal vervolgens urenlang zonder stroom.

Er bestaat eigenlijk weinig of geen twijfel over dat de grondoorzaak van de stroompanne de weinig robuuste samenstelling van de energieproductie in Spanje is. Technisch wordt het falen van een onderstation in het elektriciteitsnet als de oorzaak aangewezen, maar het is geen toeval dat de stroompanne plaatsvond op een ogenblik dat de zon fel scheen en er een grote overproductie van zonne-energie was tegenover de elektriciteitsvraag.

Wat vooral opvalt is hoe snel het weer stil werd rond die stroompanne. De balans oogt nochtans niet mooi, want er vielen minstens zes rechtstreekse doden te betreuren, vijf in Spanje en één in Portugal. Daarbovenop komt de economische schade, die volgens sommigen geschat wordt op 400 miljoen euro, volgens anderen op meer dan een miljard euro.

Volharden in de groene boosheid

Ondertussen blijven we in Vlaanderen volharden in de groene boosheid. Zo wil de Watergroep een drijvend zonnepaneelpark installeren in de Put van Nieuwkapelle, omdat zonnepanelen op het water beter zouden werken dan op daken of op de grond. Merk echter op dat de Put een natuurgebied is waar aan waterrecreatie gedaan wordt, maar dat zal dus moeten wijken voor nog meer zonnepanelen in een land dat er overduidelijk nu al te veel van heeft.

Opmerkelijk: natuurbewegingen die er anders snel bij zijn om elke industriële activiteit te dwarsbomen aan de hand van een plots ontdekte lokale bedreigde dier- of plantensoort, houden zich in Nieuwkapelle opvallend afzijdig. Ook de berichtgeving in de media is eerder aan de sobere kant. Hetzelfde gebeurt wanneer ergens een bos moet wijken voor windmolens. Er is in Vlaanderen geen plaats meer voor nog meer hernieuwbare energie, letterlijk en figuurlijk. Vraag is of de groene beweging en haar medestanders de feiten ook onder ogen zullen willen zien.

Remi Vermeiren op de voorstelling van het ‘Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa’

Spionage op politici waar ligt de grens?

COMITÉ I ZOEKT ANTWOORD OP GEVOELIGE VRAGEN

In parlementaire debatten wordt regelmatig de terechte vraag gesteld of – en in welke mate – de Belgische burgerlijke en militaire inlichtingendiensten politieke mandatarissen mogen opvolgen en welke regels daarbij in acht moeten genomen worden.

In België is de VSSE, de Burgerlijke Dienst voor de Veiligheid van de Staat (VSSE), of kortweg Staatsveiligheid, een afdeling van de Belgische Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie. Het is overigens de enige burgerlijke geheime dienst van België.

De Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid (ADIV), ook wel het stafdepartement Inlichtingen en Veiligheid, is de militaire inlichtingendienst van België. Het Comité I toont al enkele jaren interesse in de problematiek, en meer bepaald in de vraag hoe deze inlichtingendiensten omgaan met informatie die de identiteit van politici bevat.

Het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten en het Orgaan voor de Coördinatie van de Dreiging, of kortweg Comité I, is een extern toezichtsorgaan. Het houdt toezicht op de Belgische inlichtingendiensten Veiligheid van de Staat (VSSE), de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van de Krijgsmacht (ADIV) en het fusiecenter Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging (OCAD).

In verschillende eerdere onderzoeken van het Comité kwam dit onderwerp al aan bod. Recent werd een nieuw onderzoek verricht dat ook aan bod kwam tijdens een vergadering in de lente van 2024. Van 10 tot 12 april 2024 verzamelden deelnemers van zowel de Technical als de Staff Meeting van de Intelligence Oversight Working Group (IOWG) in Brussel. Samenwerking en transparantie versterken

De Intelligence Oversight Working Group (IOWG) komt twee keer per jaar bijeen en heeft diverse doelstellingen. Die wil de samenwerking tussen de deelnemende toezichthoudende autoriteiten versterken en de transparantie tussen de toezichthoudende instanties vergroten – binnen de toegestane grenzen en in overeenstemming met de normen die door de nationale wetgevers zijn vastgesteld.

Dit moet de internationale samenwerking op het gebied van effectief toezicht op inlichtingen- en veiligheidsdiensten ondersteunen. Daarnaast wisselt de groep kennis, ervaringen en beste praktijken uit voor toezicht. De groep biedt een platform voor de ontwikkeling van nieuwe en effectievere toezichtmethoden. Ten slotte onderhoudt men contact, deelt informatie en verleent wederzijdse bijstand, indien van toepassing, in overeenstemming met de beperkingen die zijn vastgelegd in de nationale wet- en regelgeving.

Tijdens de Technical Meeting (technische vergadering) werden verschillende aspecten besproken van artificiële intelligentie (AI). Het potentiële gebruik ervan door de diensten alsook de uitdagingen waarmee toezichthoudende instanties worden geconfronteerd, kwamen aan bod. De deelnemers wisselden ook van gedachten over de mogelijke oplossingen voor een systematische aanpak van het toezicht op het gebruik van AI in de inlichtingengemeenschap.

Tijdens de stafvergadering lichtte het Vast Comité I de resultaten van een van zijn recente onderzoeken toe. Het ging over inlichtingenonderzoeken naar politici en verkozenen. In 2024 voerde het Comité hierover een nieuw toezichtonderzoek uit. Het ging na hoe vaak de door de inlichtingen-

diensten verzamelde informatie over politieke mandatarissen werd gedeeld met de bevoegde autoriteiten in de periode van 1 september 2020 tot 31 december 2023. Uit het onderzoek zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen dat de inlichtingendiensten zich op politici richten om redenen die geen verband houden met de in de wet genoemde belangen en bedreigingen.

Evenmin bleek dat de grondrechten van politici werden geschonden bij het verzamelen, analyseren en verspreiden van informatie. Ook werden deze politici niet anders (lees: ongunstiger) behandeld dan andere beroepsgroepen tijdens het operationele functioneren van de inlichtingendiensten. Politiek consensus

Wat betreft de melding van de mogelijke betrokkenheid van een politieke mandataris tijdens het voorkomen van een dreiging, blijft de vraag volgens Comité I welke stappen de diensten kunnen of moeten ondernemen. Dit geldt vooral als de politieke mandataris een lid van de wetgevende macht (parlement) is. Er werden na overleg met de diensten door het Comité verschillende opties geopperd. Een politieke consensus dringt zich volgens het Comité op om deze onzekerheid weg te nemen.

De discussie nadien bevestigde de politieke aandacht voor dit onderwerp en meer in het algemeen voor de dreiging van inmenging of spionage gericht op verkozenen. Dit zeer gevoelige onderwerp zette nogmaals de verschillende wettelijke kaders tussen de IOWG-leden in de verf.

EEN POLITIEKE CONSENSUS DRINGT ZICH OP

Het National Security and Intelligence Review Agency (NSIRA) op zijn beurt presenteerde de matrix door hen ontwikkeld om onderzoeksprioriteiten te stellen. De National Security and Intelligence Review Agency (NSIRA; Frans: Office de surveillance des activités en matière de sécurité nationale et de renseignement, OSSNR) is een onafhankelijke overheidsinstantie die is opgericht om alle nationale veiligheids- en inlichtingenactiviteiten van de regering van Canada te controleren.

De Canadese delegatie presenteerde hun Forward Looking Plan en de processen die moeten leiden tot de goedkeuring van nieuwe onderzoeken. Tot slot was Verdrag 108+ een belangrijk onderwerp op de vergadering. Terwijl Zwitserland het Verdrag 108+ al heeft geratificeerd, lijkt voor de andere IOWG-landen de ratificatie geen prioriteit te zijn.

De oefening bevestigde hoe moeilijk het is om samenwerking op operationeel niveau te organiseren. Er konden echter andere manieren van samenwerking worden geïdentificeerd, bijvoorbeeld om toe te zien op protocolakkoorden tussen de inlichtingendiensten.

THIERRY DEBELS

CITAAT VAN DE WEEK

Johan Sanctorum:

“Hamas is het Vlaams Belang van Gaza”

Zelfverklaard filosoof, blogger en Doorbraakcolumnist Johan Sanctorum vergelijkt de Palestijnse terreurorganisatie Hamas met het Vlaams Belang. “Hamas is het Vlaams Belang van Gaza. Andere omstandigheden, andere middelen.”

Sanctorum maakte de vergelijking onder een eerder bericht van zijn hand op X, waarin hij Hamas “een creatie van Israël” noemde. “Onuitroeibaar, want voor elke dode Hamasstrijder komen er twee in de plaats”, analyseerde hij. “En u, wat zou u doen als jonge overlever in de puinhopen van Gaza, thuisloos en ouderloos? Ik denk dat ik het wel weet.”

SESAM, OPEN U

EU wil massascanning van privécommunicatie

Terwijl Europa op vakantie is, dringt de Europese Commissie aan op haar meest controversiele voorstel sinds jaren: Chat Control. Deze EUwet zou elk digitaal bericht laten scannen op illegale inhoud. Negentien van de 27 lidstaten steunen het voorstel, waaronder België.

Het voorstel vereist dat alle platforms – van WhatsApp tot Signal, Facebook tot Snapchat – gebruikerscommunicatie gaan controleren. Ook clouddiensten en onlinegoksites vallen onder de regelgeving. Het doel: opsporing van ‘child sexual abuse material (CSAM)’.

Griekse journalist Apostolis Fotiadis schreef in The Guardian dat hij in twintig jaar nog nooit zo’n belangrijk onderwerp zo genegeerd zag door de media. “Het is een poging om een gigantisch afluisterapparaat op te zetten”, aldus Fotiadis. Klassieke media en politici negeren het bewust; er verschenen enkel wat artikels die de voorstelling van de Commissie klakkeloos overnamen.

Versleuteling onder vuur

De Commissie serveert een drogreden: om kinderen te beschermen, moet versleuteling nutteloos worden gemaakt. Veiligheidsdeskundigen waarschuwen dat de gebruikte scantechnologie fouten zal bevatten en gevaarlijke situaties creeert. Onderzoekers van Imperial College London stellen dat elk massaal scanningssysteem snel kan worden omgebouwd tot gezichtsherkenning zonder toestemming.

“Seksuele roofdieren hacken op zoek naar afbeeldingen – encryptie beschermt kinderen juist”, zegt de Nederlandse kinderrechtenactiviste Arda Gerkens. De cruciale vraag blijft: in welke mate helpt het doorbreken van versleuteling werkelijk de kinderbescherming?

België akkoord met orwelliaans compromis

Op 7 augustus kwam verrassend nieuws: België zou akkoord zijn gegaan met het nieuwe Commissievoorstel. Het Deense EU-voorzitterschap zette Chat Control weer op de agenda, met steun van Hongarije, Zweden, Italië en Spanje. Het dossier moet tegen oktober worden doorgedrukt met gekwalificeerde meerderheid. Geen enkel nationaal parlement kan hierover stemmen, want het wordt een verordening met directe werking in alle lidstaten.

“WAAROM

KRIJGT ZO’N CONTROVERSIËLE WET PRIORITEIT?”

De nieuwe oplossing heet ‘pre-encryption scanning on devices’. In plaats van versleuteling te verzwakken, moet de gebruiker zelf zijn communicatie scannen via ingebouwde software op smartphones en computers. Een Franse blogger vergelijkt het zo: “Alsof de postbode je brieven bij je thuis komt lezen voordat je ze frankeert.”

Het compromis heeft dezelfde zwakte als het oorspronkelijke voorstel: niet criminelen zijn het doelwit, maar iedereen die versleutelde kanalen gebruikt. Privégesprekken blijven door algoritmes gecontroleerd. Het nieuwe voorstel bevat ook verplichte leeftijdscontrole en een verbod op anonimiteit voor alle berichtenplatformen.

Waarom nu?

Een hoge Europol-functionaris zei in 2022 dat het doorgeven van alle gegevens aan de politie – ook van onschuldige gebruikers – “erg nuttig is voor eventueel toekomstig gebruik”. Dit bevestigt dat massacontrole geen speculatie is, maar het doel.

De vraag is niet hoe betrouwbaar de technologie is, maar waarom de Europese Commissie zo vasthoudend deze regelgeving doorvoert. Regelgeving die voor EU-burgers kan uitdraaien op minder veiligheid en verlies van privacy. Waarom krijgt zo’n controversiële wet prioriteit? De timing tijdens de zomer is verdacht. Alsof het internet niet op conventionelere manieren veiliger te maken is.

INDIA, ZIJN VIJANDEN EN ZIJN BONDGENOTEN

De Pakistanen hebben een aantal ballistische raketten op India gericht, en hun namen spreken boekdelen.

Eén type heet Ghaznavi, naar Mohammed Ghazni, die een groot stuk van Indië veroverde, vele steden verwoestte en tienduizenden hindoes afslachtte en als slaven wegvoerde. Een ander type raket werd genoemd naar Babur, een afstammeling van Dzjengis Khan die de stichter was van het psychopathische Moghulrijk, dat drie eeuwen lang een terreurbewind voerde over een groot deel van Indië. Naar analogie: probeer u voor stellen dat de Duitse regering Hitler- en Himmler-raketten met kernkoppen op Israël zouden richten. Of op Polen.

Oude vijand

Ook China is al heel lang een vijand. Voor de meeste Indiërs al sinds de Chinese invasie in Tibet sinds 1950, voor de toenmalige regering onder Nehru pas na de Chinese inval van 1962 in Noord-India. Gewone mensen zien de realiteit soms nuchterder dan politici. Nehru was geen communist, maar hij was gefascineerd door het communisme en hij had zich heel dikwijls lovend uitgelaten over Mao. Tot die zijn troepen naar Noord-India stuurde om daar een strategisch gebied in de Himalaya te veroveren. De Chinezen hebben dat nog altijd in handen. Pas toen vielen bij Nehru de schellen van de ogen, of toch een beetje. Dit alles neemt niet weg dat ook de huidige Indiase regering voorzichtiger omgaat met China dan met Pakistan. China is een gevaarlijke grootmacht met veel meer kernwapens dan India…maar het is ook India’s belangrijkste handelspartner. Al onder Stalin

Al vanaf de onafhankelijkheid van India in 1947 was de Sovjet-Unie, toen nog onder Stalin, een bevoorrechte partner. Ook dat was een facet van Nehru’s fascinatie voor het communisme. Hij imiteerde het rampzalige sovjetsysteem van vijfjarenplannen en planeconomie en al in de jaren 1950 begon hij wapens in de Sovjetunie aan te kopen. Dit leidde natuurlijk tot grote wrevel in de Verenigde Staten. Die hadden nog maar enkele jaren tevoren gezien hoe de Sovjets marionettenregimes hadden geïnstalleerd in heel Oost-Europa, een burgeroorlog hadden aangestookt in Griekenland en sterke communistische partijen steunden in Frankrijk en Italië.

De gevaarlijk toenemende invloed van de Sovjets in Zuid-Azië leidde tot de stichting van de SEATO, een NAVO-achtig bondgenootschap tussen de VS, Groot-Brittannië, Australië, Nieuw-Zeeland, Thaïland, de Filipijnen en… Pakistan, waar het communisme nooit wortel had geschoten. Zij hàdden daar al een totalitaire ideologie: de islam. Na de orgie van plundering, massamoorden en verkrachtingen op hindoes en Sikhs waarmee de Pakistanen hun onafhankelijkheid hadden gevierd, had het islamitische gevaar toen al voor iedereen duidelijk moeten zijn.

Maar niemand wilde het zien. De Britten en de Amerikanen niet, maar ook het toen nog officieel seculiere politieke establishment in India niet. Nehru’s Congrespartij was toen al woke, lang voor dat woord in het westen bestond en ze zou dat nog heel lang blijven, eigenlijk tot op heden. Dit alles zou blijvende nefaste gevolgen hebben voor de relaties tussen India en VS, ook lang na Nehru’s dood, toen zijn Congrespartij hetzelfde beleid verderzette.

Tragedie in Bangladesh

De blindheid van de Verenigde Staten voor de ware aard van het Pakistaanse regime, is een de ergste uitschuivers in het Amerikaanse buitenlands beleid. Neem bijvoorbeeld de onafhankelijkheidsoorlog van 1971 in wat toen nog Oost-Pakistan was, nu Bangladesh. Het Pakistaanse leger en de islamitische irreguliere Razakar-milities voerden toen een openlijke campagne van massamoorden en georganiseerde, door de legerleiding en de islamitische geestelijkheid aangemoedigde massale verkrachtingen, met de openlijk aangekondigde bedoeling de Bengaalse bevolking te vervangen door “een ras van bastaarden”. Alleen het gedrag van het Rode Leger in Oost-Pruisen en Berlijn in 1945 was misschien nog barbaarser. Waarschijnlijk verkrachtten de Pakistanen toen zo’n 400.000 vrouwen en meisjes, vooral hindoeistische, maar ook islamitische. Dit leidde tot duizenden zwangerschappen, de geboorte van ongewenste kinderen, abortussen, gevallen van infanticide en zelfmoord. Vele slachtoffers werden door hun echtgenoten of zelfs hun familie verstoten omdat ze als onrein beschouwd werden.

Die nachtmerrie eindigde pas toen het Indiase leger in Oost-Pakistan binnenviel, terwijl de Indiase marine de Pakistaanse toevoerlijnen blokkeerde. En toen… ongelooflijk maar waar, stuurde president Nixon een vlooteskader om te helpen “met de vreedzame evacuatie van de Pakistaanse troepen”. Daar kwam niets van in huis. Maar de Amerikanen moeten zich niet afvragen waarom ze in India héél lang helemaal niet geliefd waren. En dat ondanks het feit dat zij in jaren 1950 en 1960 miljoenen tonnen graan en rijst aan India leverden om de gevolgen van de

periodieke hongersnoden op te vangen. Pas na de aanslagen van 9/11 en de daarop volgende oorlog tegen de Taliban, begon het tot de Amerikanen door te dringen dat zij vijftig jaar lang de verkeerde bondgenoot hadden gesteund.

Onkreukbaar en voorzichtig

Premier Modi van de BJP is een van de fatsoenlijkste politieke kopstukken die India in heel lang heeft gehad. Hij is onkreukbaar – in India een nog zeldzamer verschijnsel dan bij ons! – en hij heeft gebroken met het halfbakken socialisme van de Congrespartij. Alleen de Indiërs die hoopten dat hij een hindoe-nationalistische koers zou varen, zijn bedrogen uitgekomen. Hij probeert India op de kaart te zetten als een niet-westers land – wat het natuurlijk is – zonder daarbij een antiwesterse koers te varen. Hij is heel terughoudend en voorzichtig in zijn uitspraken. Hij laat zijn afkeuring dikwijls eerder blijken door zijn stilzwijgen, dan door luid protest.

DE RELATIE VAN INDIA MET PAKISTAN IS HEEL EENVOUDIG: OPENLIJKE, WEDERZIJDSE VIJANDSCHAP

Hij heeft bijvoorbeeld de Russische invasie in Oekraïne niet veroordeeld, maar ook niet goedgekeurd en hij zette de betrekkingen met Rusland een tijdje op een lager pitje. Hij moet wel voorzichtig zijn, want India is heel afhankelijk van Russische olie en sinds de vele gigantische verliezen aan tanks, schepen en vliegtuigen die de Russen in Oekraïne hebben geleden, besef Mohdi dat zijn leger, dat grotendeels met Russische wapensystemen is uitgerust, veel zwakker is dan hij had gehoopt. Ondanks dat, stuurde hij wel discreet financiële en humanitaire hulp naar Oekraïne.

Russisch leger in India

Pas als men de bewapening van de Indiase strijdkrachten in detail bekijkt, wordt het duidelijk hoezeer de oriëntatie op de Sovjetunie en de afkeer van de VS nog altijd loodzwaar op het Indiase defensie-apparaat wegen. In het landleger is dat het meest extreem. De Indiërs hebben een aantal ongepantserde en ongewapende types voertuigen en terreinwagens in de VS gekocht, één type robotvoertuig en één soort grondradar. Daarmee zitten de Amerikanen als wapenleveranciers zelfs nog onder het niveau van kleine spelers als de Zweden of de Britten. Duizenden Indiase tanks zijn van dezelfde types als de Russische tanks die nu bij dozijnen aan flarden worden geschoten in Oekraïne. Ja, soms zijn die ‘gemoderniseerd’ of ‘upgraded’, maar dat waren vele van die tanks

in Poetins leger ook. Zelfs vele modellen die zogezegd van Indiase makelij zijn. blijken bij nader inzien eigenlijk alleen maar ‘verbeterde’ versies te zijn hun Russische voorvaderen.

Enige uitzondering: bij de gevechtshelikopters, die in India niet bij de luchtmacht, maar bij het landleger behoren, zijn er wel een aantal moderne en degelijke Amerikaanse Apache-helikopters. De Indiase luchtafweer steunt nog voor een belangrijk deel op Russische S-400-luchtafweerraketten, die er nooit in geslaagd zijn ook maar één Israëlisch vliegtuig neer te halen en die ondanks hun schrikbarende reputatie ook in Oekraïne gedeeltelijk hebben gefaald. Bij de Indiase marine zien we hetzelfde verschijn-

sel. Het Indiase vliegdekschip INS Vikramaditya. was oorspronkelijk het Russische vliegdekschip Baku, van de Kiev-klasse. Daarvan waren er vier: twee werden als museumschepen (!) aan China verkocht, één werd gesloopt en het vierde werd dus omgebouwd tot de INS Vikramaditya. Dat schip werd oorspronkelijk gebouwd tussen 1978 en 1982. De vliegtuigen ervan zijn Russische MIG-29K’s, moderne en waarschijnlijk heel degelijke toestellen, want er is er nooit een door de Oekraïners neergehaald. De helikopers zijn Russisch en Amerikaans. India wil ook Franse Rafales aankopen voor zijn vliegdekschepen. De INS Vikrant is in India gebouwd, maar hij lijkt heel erg op de INS Virkamaditya. Bijna iemand ontwerpt zo’n complexe schepen vanuit het luchtledige. Men neemt bijna altijd bestaande modellen als voorbeeld. In dit geval dus vrijwel zeker Russische. Dat is geen aanbeveling.

Israël

De relatief goede relaties tussen India en Israël blijken uit de discrete maar efficiënte militaire samenwerking, onder andere bij de gezamenlijke ontwikkeling van de Barak-8 luchtafweerraket. Tijdens de Israëlische oorlog tegen Hamas bleef India militair materiaal, onder andere raketten, raketonderdelen en explosieven aan Israël leveren. Omgekeerd kon India Israëlische drones gebruiken bij soortgelijke antiterreuroperaties in Kasjmir. Een gemeenschappelijke vijand kan wonderen doen voor de verbroedering tussen volkeren… als men tenminste nuchter genoeg is om te zien wie die vijand is. PAUL BÄUMER

Het Pakistaanse leger en de islamitische Razakar-milities voerden een openlijke campagne van massamoorden
Modi is een van de fatsoenlijkste politici die India in decennia heeft gehad

“Als je écht je rug wil rechten tegenover de VS, moet je bereid zijn daar een prijs voor te betalen”

Op een moment dat de Europese Unie verlamd wordt door nationale belangen en strategische besluiteloosheid, ziet Marc De Vos (55), co-CEO van denktank Itinera, in de Benelux een mogelijke hefboom voor hernieuwde samenwerking. “Als het nieuwe Europa er een wordt zonder coördinatie en zonder daadkracht, zijn wij de grote verliezers.”

De Europese Unie en de Verenigde Staten hebben eind juli een langverwacht handelsakkoord gesloten. De Amerikaanse president Donald Trump had gedreigd met importheffingen van 30 tot 50 procent op Europese producten. Het is uiteindelijk ‘slechts’ 15 procent geworden. Maar is dat ook een reden tot vieren? Of heeft Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zich simpelweg laten vernederen door Trump?

EEN HERNIEUWDE

BENELUX UNIE KAN EEN

VOORLOPER VAN EEN

NIEUW EUROPA ZIJN

“Von der Leyen heeft veel kritiek gekregen, maar zij is uiteindelijk slechts de uitvoerder”, analyseert hoogleraar Marc De Vos, die voor denktank Itinera Europa en geopolitiek volgt. “Ze zat daar eigenlijk zonder kaarten op zak. Want als je écht je rug wil rechten tegenover de VS, dan moet je bereid zijn daar een prijs voor te betalen. En die prijs houdt risico’s in. Bijvoorbeeld het risico dat we Oekraïne volledig op eigen kracht zullen moeten ondersteunen. Of dat de Duitse auto-industrie problemen krijgt op de Amerikaanse markt. En als je dat niet wilomdat Duitsland en andere Europese landen dat niet willen -, dan kan je weinig. Dan zit je vast.”

Hoe is het zover kunnen komen?

“Europa slaagt er op dit moment niet in om zich te verenigen rond een gedeelde visie: hoe zien we de toekomst van Oekraïne, hoe bouwen we een Europese defensie, hoe positioneren we ons tegenover China, enzovoort. Maar als we dat niet kunnen, zijn we verdeeld. Dan worden we tegen elkaar uitgespeeld, omdat elke lidstaat zijn eigen nationale belang wil behartigen. Het is zelfs zo erg dat tijdens de wekenlange onderhandelingen met de VS over het handelsakkoord meerdere Europese landen de Commissie zijn gepasseerd. Links en rechts gingen ze rechtstreeks naar het Witte Huis om uitzonderingen voor hun sterke drank of andere producten te vragen. Voor mij is dat echt choquerend. Ik zou de vergelijking met de Brexit durven te maken.”

Dat moet u toch even toelichten.

“Toen het Verenigd Koninkrijk Europa de rug toekeerde, wat hebben we toen gedaan? We hebben in Europa een ‘Mister Brexit’ aangesteld: de Fransman Michel Barnier. Waarom? Opdat onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk via één persoon zou lopen. Dat was de discipline die Europa toen toonde. We hebben de Brexit ook goed afgehandeld. Europa was verenigd en georganiseerd. Het sprak met één stem.”

“Maar nu moet ik vaststellen dat er geen ‘Mister Amexit’ (een samenvoegsel van America en exit, red.) bestaat. Eigenlijk zou Von der Leyen dat moeten zijn. Maar ze wordt bekritiseerd en geblokkeerd. Ze heeft geen mandaat om écht iets te doen. En daardoor is ze uiteindelijk moeten gaan voor een zwaktebod: buigen om niet te escaleren.”

Is Ursula von der Leyen dan wel de juiste persoon op de juiste plaats?

“Er is enige bandbreedte, maar in essentie is en blijft de Commissie vooral een uitvoerende instantie. Die moet ‘deliveren’. Dat is op zich al een enorme opdracht, zeker in een Europese Unie met 27 lidstaten. Maar de echte politieke keuzes worden gemaakt in de Europese Raad, door de lidstaten zelf. In de politieke constellatie van vandaag is het duidelijk: Von der Leyen kan niet soloslim spelen. Elke keer wanneer ze buiten de lijntjes kleurt of iets probeert te forceren, krijgt ze meteen hevige tegenwind te verduren, van lidstaten of in het Europees Parlement.”

“Toch zie ik in Von der Leyen iemand die wel kan ‘deliveren’. Iedereen heeft zijn gebreken, zij ook. Maar ze heeft bewezen dat ze een duidelijke opdracht tot een goed einde kan brengen. Dat is geen kleine verdienste. In Europa, met zijn complexe instellingen en 27 lidstaten en evenveel nationale gevoeligheden, is het geen evidentie om een concreet resultaat op tafel te leggen én dat ook nog eens op het terrein te realiseren. Daarom moet je de Commissie zien zoals ze is: als een ‘delivery unit’ en geen zuiver politiek leiderschapsorgaan.”

“Natuurlijk zit er politieke bandbreedte in de Commissie. De voorzitter is een belangrijk politiek personage. Als het goed zit qua persoonlijkheden en de relaties met de nationale politiek zijn goed, dan kan er wel degelijk een dynamiek ontstaan. Maar uiteindelijk ligt het leiderschap bij de lidstaten. Doordat nationalisme als ideologie weer aan belang wint, kent de Europese Raad momenteel geen politieke cohesie meer. Dat bete-

kent ook dat de Commissie geen echt politiek leiderschap kan opnemen. Het hangt allemaal samen.”

En dat is niet zonder risico?

“We zijn aan het knagen aan de fundamenten van wat de Europese realiteit zou moeten zijn. De terugkeer van het nationalisme en het bekrompen eigenbelang, twee fenomenen die je steeds meer en meer ziet opduiken in Europa, baart mij zorgen.”

Waarom?

“We zullen ons moeten afvragen of die spagaat in Europa nog houdbaar is. Enerzijds zijn er de 27 (en binnenkort misschien meer dan 30) EU-lidstaten. Anderzijds zijn nationalisme en protectionisme overal aan een opmars bezig. Zijn die twee nog wel compatibel? Ik vrees dat we - als we zo doorgaan - na deze crisisperiode zullen moeten vaststellen dat we een historische kans gemist hebben om van het Europese continent een sterke geopolitieke speler te maken in de wereld van morgen. Daar ben ik echt bang voor.”

Wat stelt u voor?

“Voor het welvaren van Europa kunnen we het ons niet veroorloven om nog langer te blijven aanmodderen. We moeten dringend duidelijke keuzes maken op Europees niveau. We moeten onderling afspreken hoe we de toekomst met Oekraïne en Rusland in Europa zien, om maar een voorbeeld te noemen. Die visie moeten we ook expliciet uitdragen. Als we weten welke richting we uit willen, moeten we daar ook naar handelen. Als we willen dat het conflict op een bepaalde manier eindigt, dan kunnen we niet zomaar wat improviseren. Daarvoor is een strategisch akkoord nodig.”

“Hetzelfde geldt voor onze positionering ten aanzien van de Verenigde Staten. Iedereen zegt terecht dat we in een nieuw tijdperk zijn aanbeland. Oké, maar hoe gaan wij ons herpositioneren nu de wereld na het einde van de Koude Oorlog en van meer dan 80 jaar Amerikaanse entente voorbij is? Wat gaan we doen in Europa? Erover praten alleen zal niet volstaan. Er moet ook iets gebeuren.”

In het veelbesproken rapport van Mario Draghi staat te lezen dat er binnen de Europese eenheidsmarkt nog heel wat non-tarifaire handelsbarrières bestaan. De

kostprijs van die interne barrières zou die van de invoerrechten die Trump ons nu oplegt ruimschoots overstijgen. Waarom maken we dan geen werk van de verdere uitbouw van die interne markt om de tarieven van Trump te counteren?

“De moeilijkheid is om de vertaalslag te maken van een rapport naar een politieke logica. Neem bijvoorbeeld de financiële markt: die moet volgens Draghi Europees worden geïntegreerd. Maar wat betekent dat in de praktijk? Dat je uniforme regels nodig hebt voor vennootschappen, faillissementen, commerciële contracten, verzekeringen, enzovoort. Je hebt ook een Europese financiële autoriteit nodig, een toezichthouder die naast de Europese Centrale Bank functioneert, zoals je in de Verenigde Staten de Federal Reserve en het Treasury Department hebt. Maar zodra je dat voorstel op tafel legt, beweegt er politiek niks. Vooral bij de oprichting van een financiële autoriteit stuit je op verzet, omdat dat politiek heel gevoelig ligt. Want daarvoor is een erg zichtbare centralisatie van bevoegdheden vereist. Luxemburg zal meteen zeggen: ‘Ja, maar niet in Frankrijk.’ En als Frankrijk meedoet, dan moet het in Frankrijk gebeuren. Dat is Europa.”

“Maar als een eengemaakte financiële markt zo gunstig zou zijn, waarom nemen we het heft dan niet gewoon in eigen handen? Waarom starten we daar zelf niet mee? We zijn soeverein. We kúnnen dat doen als we willen. We kunnen daarover beslissen en onze verantwoordelijkheid nemen. Het alternatief is dat je op je handen blijft zitten en klaagt dat het met met 27 landen toch niet zal lukken. Waarom doen we het dan niet gewoon met vijf? Waarom beginnen we niet met vijf of zes landen? Als je dat doet, schep je een groot precedent.”

CO-CEO ITINERA EN HOOGLERAAR UGENT

“Zo hebben we het trouwens in het verleden ook gedaan. Kijk naar de euro: die is toch ook begonnen met een kleinere groep? Uiteindelijk wilde iedereen erbij horen. Waarom zou dat nu niet opnieuw kunnen? Wat houdt ons tegen? Als we blijven wachten tot alle landen mee zijn, dan kunnen we nog héél lang wachten. Misschien wel voor altijd. Maar ik zie het momentum niet. Het politieke momentum ontbreekt. Het momentum ligt momenteel vooral bij de nationale belangen.”

Hoe verklaart u dat?

“We zijn mentaal nog niet klaar om van Europa een echt grootmacht-project te maken, om veiligheid, defensie en internationale strategie te Europeaniseren. We hebben heus wel stappen gezet. Het glas is halfvol, maar nu moeten we doorpakken: tegenover Rusland, China en de VS tegelijkertijd. Dat lukt niet, maar de externe bedreiging is er wel. We zijn nu op een punt gekomen waarop het feit dat we niet snel genoeg samen handelen de Unie zelf verdringt voor nationale initiatieven. Defensie en veiligheid zijn daar twee duidelijke voorbeelden van.”

Op welke manier?

“We beseffen allemaal dat we nu fors moeten investeren in defensie. Iedereen zegt het: we moeten onze eigen capaciteiten versterken, onze legers uitbouwen, onze eigen wapensystemen en technologie ontwikkelen,… Maar wat ontbreekt totaal? Een echt Europees plan. Er is geen gedeelde visie, geen kader dat zegt hoe we ons Europees willen poolen en organiseren. Nochtans zouden we via een gemeenschappelijke Europese strategie kunnen afspreken welke technologieën we ontwikkelen, welke wapensystemen we willen en vooral hoeveel

Wat betekent dat voor kleine lidstaten als België?

“België is een klein land. Een complex land ook. Het is economisch afhankelijk, heeft een rampzalige begroting en zit zonder geld. En bovenal is het een land dat zelf moeilijk in staat is om een heldere strategie te formuleren, laat staan zware beslissingen te nemen. Als we als land beperkt zijn, laten we dan kiezen welke technologie of industrie we hier willen ontwikkelen. Maar dat gebeurt bij ons (nog) niet. We blijven vastzitten in de ‘worst of all worlds’. Als het nieuwe Europa er een wordt zonder coordinatie en zonder strategie, dan zijn wij de grote verliezers, terwijl we vroeger net de winnaars waren. Want in het oude Europa gold dat de staat zich niet al te veel mocht moeien. Europa was een open markteconomie. En daarin floreerden Belgische bedrijven. Dat was onze kracht: ondernemerschap, integratie in de Europese markt en eerlijke concurrentie.” “Onze private sector is van wereldniveau. Maar op politiek en bestuurlijk vlak halen we dat niveau niet. Daar zijn we - laten we eerlijk zijn - niet goed genoeg in. De EU was daarom voor ons een formidabele hefboom. Ze heeft gezorgd voor een grotere markt, regels die ons beschermden en kansen die we zelf nooit hadden kunnen afdwingen. Maar als de nieuwe Europese realiteit er een wordt van geopolitiek, industrieel nationalisme en een gebrekkige coördinatie, schat ik de toekomst voor België weinig rooskleurig in. Ik ben er beducht voor. En ik ben niet de enige. Ik merk het ook bij onze politieke leiders. Het staat in regeerakkoorden en het komt terug in gesprekken. Ze zijn zich bewust van de ernst van de situatie. Maar de grote vraag is dan: wat gaan we eraan doen? België moet zich geopolitiek herpositioneren, ook in Europa. Maar de politieke energie ging deze zomer naar het uitvinden van een meerwaardebelasting.”

Beantwoordt u die vraag eens.

we er ontwikkelen. We gaan de 27 lidstaten toch niet elk apart een eigen systeem laten bouwen? Dat is niet ernstig. Maar of we dan wapens moeten blijven aankopen bij de Amerikanen? Ook op dat vlak maakt Europa geen duidelijke keuze. We doen noch het een, noch het ander. We mobiliseren alleen

BELGIË IS MOEILIJK IN STAAT OM EEN HELDERE STRATEGIE TE FORMULEREN, LAAT STAAN ZWARE BESLISSINGEN TE NEMEN

wat gemeenschappelijke middelen.”

“Omdat de echte Europese coördinatie uitblijft, beginnen lidstaten hun eigen pad te kiezen. Dat is logisch: niemand wil achterblijven. Daarom ontwikkelen landen hun eigen systemen en hopen ze dat de rest van Europa die bij hen zal aankopen. Dat is precies wat de Amerikanen al jaren doen. Nu doen ook de grotere Europese lidstaten het.”

“We zien een opbod tussen de lidstaten op het vlak van industrie en technologie, zonder een achterliggend Europees kader. Elke lidstaat of minicoalitie van lidstaten probeert een eigen industrieel project op te bouwen. Frankrijk maakt een mooie deal met het Verenigd Koninkrijk, Italië werkt samen met de Britten, Duitsland zoekt andere samenwerkingen,… Wat we zien is dus een terugkeer van industrieel nationalisme en protectionisme, in plaats van een Europese strategische autonomie.”

“We moeten het niet moeilijker maken dan het is, maar gewoon doen. Dát is de mindset, maar die ontbreekt nogal in Europa. We blijven palaveren, overleggen en eindeloos discussiëren. De enige plek waar vandaag een actiemindset bestaat, is aan het front in Oekraïne en in de landen er vlakbij. Daar leeft een gevoel van urgentie. Daar wordt gehandeld. Ook Duitsland neemt een historische stap tot herbewapening. Maar het is heel tekenend dat het daarbij kiest voor ‘Made for Germany’ als motto, niet voor een Europese aanpak. Frankrijk sluit dan weer een defensiepact met Groot-Brittannië. Intussen worden we vooral verdrongen en gemarginaliseerd in het geweld en de confrontatie tussen de grootmachten.” Moet het dan echt nog erger worden? Moet Poetin bij wijze van spreken aan onze voordeur staan vooraleer we zullen handelen?

“Ik weet het niet. Maar ik kan wel zeggen dat ik als overtuigde Europeaan diep ontgoocheld ben. Ik ben ontgoocheld in het gebrek aan politiek leiderschap en in het tekort aan politieke visie bij de belangrijkste Europese leiders van dit moment.”

ONZE PRIVATE SECTOR IS VAN WERELDNIVEAU, MAAR OP POLITIEK VLAK HALEN WE DAT NIVEAU NIET

“Er zijn opties. Ik vind bijvoorbeeld dat we de Benelux kunnen heruitvinden. Een hernieuwde Benelux Unie kan een voorloper van een nieuw Europa zijn. Er zijn precedenten. Kijk maar naar defensie: onze marine delen we met Nederland. Waarom zouden we daar niet enkele versnellingen hoger schakelen? Als we in België uitblinken op het vlak van militaire technologie, dan is dat in een paar zeer specifieke domeinen. Een daarvan is onderwatertechnologie, zoals onderwaterdrones, mijnenvegers en andere toepassingen om de veiligheid op zee te garanderen.”

DE ENIGE PLEK

WAAR VANDAAG EEN ACTIEMINDSET BESTAAT, IS AAN HET FRONT IN OEKRAÏNE EN IN DE LANDEN ER VLAKBIJ

“Waarom is dat zo? Omdat we jaren geleden samen met Nederland de beslissing genomen hebben om onze maritieme structuren te integreren. België zou zich toeleggen op mijnenbestrijding en we zijn daar consequent in blijven investeren. Zo is in België een ecosysteem ontstaan. Waarom herhalen we dat experiment niet? Waarom doen we dat niet maal drie, maal vier, maal vijf of zelfs maal zes? Kies partners, beslis samen en leg de lat hoog. Zeg samen: ‘Wij gaan iets betekenen voor Europa.’

En vooral: doe het nu. Niet morgen, niet overmorgen – nu. Mobiliseer het geld. Want geld is er wel als er een concreet plan komt.”

De bloedrode begrotingscijfers doen nochtans iets anders vermoeden.

“Er is weinig publiek geld, helaas. Maar er is wel degelijk kapitaal aanwezig in België. Er is investeringsgeld. En dat komt vanzelf als je een overtuigende strategie hebt. Wij zouden perfect iets kunnen opzetten dat richting geeft aan de EU, namelijk een andere, maar complementaire unie die vormgeeft aan de geopolitieke finaliteit.”

“Ik ben zelf opgegroeid in de periode van het einde van de Koude Oorlog en de eerste jaren nadien. Zelfs toen - met leiders als de Britse premier Margaret Tatcher, die zeker niet altijd pro-Europees was - kon je grote Europese projecten realiseren. Mitterand en Kohl waren toonbeelden van een grote, verzoenende Europese politiek. We hebben toen enorme stappen gezet: de eenmaking van Duitsland, de invoering van de euro, de uitbreiding naar Oost-Europa,… En dat gebeurde nota bene in een tijd zónder de externe druk die we vandaag ervaren. Dat was onze eigen politieke wil. Wij wilden dat toen. Er was visie. Er was durf. Als je dat vergelijkt met de situatie van vandaag… Ik snap het echt niet.”

Was het vroeger dan zoveel beter?

“Ik wil het verleden zeker niet idealiseren. Maar wat ik nu zie, is leiderschap dat niet in verhouding staat tot de omvang van de uitdaging. En dat maakt mij diep ongerust. Je kan natuurlijk zeggen dat het vandaag moeilijker is, dat de democratie fragieler is en dat populisme overal oprukt. En ja, dat klopt ook. Maar net op dat moment heb je leiderschap nodig. Net dan moet er iemand opstaan die de verantwoordelijkheid op zich neemt. Als nu zo iemand niet opstaat, wanneer dan wel? We zijn in een staat van oorlog. De Verenigde Staten laten Europa los. China is een rivaal. Dit is hét moment om met Europa een kwantumsprong te maken. Misschien niet met 27 landen, maar je kan wel met een kleine groep vertrekken. Je kan het goede voorbeeld geven. Just do it.”

Betaalt jouw ziekenfonds brillen tot 100 euro terug?

Oppositiewebstek Meduza in het nauw

Wij hebben de Russische oppositiewebstek Meduza al heel dikwijls in onze artikels geciteerd. Oorspronkelijk werkte die vanuit Rusland zelf, later moest de redactie verkassen naar Letland omdat de veiligheid van de redacteurs en medewerkers niet meer gegarandeerd kon worden.

Dat was geen ‘subjectief gevoel van onveiligheid’. Vele papieren oppositiekranten hadden in de jaren daarvoor hun deuren moeten sluiten omdat er te veel medewerkers in elkaar geslagen of vermoord werden, omdat ze ‘verongelukten’ of omdat hun kantoren in brand waren gestoken. Maar ook vanuit Letland bleef Meduza voor vele Russen de enige betrouwbare bron van ongecensureerd nieuws over wat er in Rusland zelf gebeurde, en natuurlijk ook over de oorlog in Oekraïne, die Meduza altijd eerlijk ‘oorlog’ noemde en niet ‘speciale militaire operatie’, wat het officieel verplichte eufemisme was.

In 2021 kreeg Meduza het etiket ‘foreign agent’ opgelegd, wat in Rusland ongeveer even bedreigend klinkt als ‘buitenlandse spion’. Die vermelding moest in grote letters op de openingsbladzijde van de webstek verschijnen. Het bracht een hele reeks juridische en administratieve complicaties en treiterijen met zich mee, maar er was allemaal nog mee te leven. Wat er nu gebeurt, is veel ernstiger.

Bijna-censuur

Meduza wordt nu officieel als een ‘ongewenste organisatie’ beschouwd. Dat heeft verstrekkende juridische gevolgen. Iedere vorm van samenwerking met Meduza wordt strafbaar. Ook donaties vanuit Rusland zelf zijn dus verboden. De maximumstraf is vijf jaar cel. Vanuit het buitenland kan doneren nog wel. Maar als u van plan bent naar Rusland te reizen, raden wij het niet aan. Dat is voor Meduza een enorme financiële aderlating.

De webstek wordt niet helemaal offline gehaald en het is voorlopig nog niet strafbaar Meduza te lezen, ook niet in Rusland zelf. Maar iedereen die een link naar Meduza legt of er een bericht van doorstuurt, zal bij een eerste overtreding een boete krijgen omgerekend ongeveer 5.000 tot 15.000 roebel (56 tot 162 euro). Bij meerdere overtre-

ZUID-AFRIKA

dingen kan men nog hogere boetes krijgen of zelfs tot vier jaar cel veroordeeld worden. Zelfs het citeren van Meduza, bijvoorbeeld in academische publicaties, houdt voor Russen nu het risico op vervolging in. Een PDF maken van een artikel kan nog altijd, maar er meerdere exemplaren van afdrukken op papier kan beschouwd worden als de intentie ‘ongewenste teksten’ te verspreiden en dat is wél strafbaar. De wet op ‘ongewenste organisaties’ is zo geformuleerd dat ze met terugwerkende kracht toegepast kan worden. In Rusland zelf kunnen mensen dus vervolgd worden omdat zij jaren geleden berichten van Meduza hebben doorgestuurd. Dat is natuurlijk nog altijd geen volledige censuur, maar het komt er wel héél dicht bij. Als u nog nooit Meduza heeft gelezen, doe het dan nu. Kijk zelf eens voor welke waarheden het Kremlin zo bang is. Zolang het nog kan. Want Rusland kennende, is dit waarschijnlijk nog maar het begin. PAUL BÄUMER

DUITSLAND

Vooral vreemdelingen begaan seksuele inbreuken in openluchtzwembaden

Progressieve media hebben het vaak over een ‘verhaaltje’, het feit dat vreemdelingen in West-Europa vaker betrokken zijn bij criminele feiten dan de autochtone bevolking. Alvast inzake seksuele inbreuken in openluchtzwembaden in Duitsland kan het linkse argument worden opgeborgen, nu officiële cijfers bekend werden. Ongeveer 2 op de 3 verdachten van dergelijke delicten in 2024 in Duitse zwembaden en openluchtcentra hadden niet de Duitse nationaliteit.

Dat blijkt uit het antwoord van de Duitse minister van Binnenlandse Zaken op een vraag van een parlementslid van AfD, Martin Hess. In totaal werden in 2024 in Duitsland 423 gevallen geregistreerd van seksueel overschrijdend gedrag in openluchtzwembaden. De politie kon 364 verdachten identificeren, onder wie 236 vreemdelingen en 128 Duitsers. De meest voorkomende nationaliteiten van de daders? Niet geheel verwonderlijk: Afghanistan (61 personen), Syrië (50) en Turkije

SAPD: etterbuil barstte open

De persconferentie begin juli van luitenant-generaal Mkhwanazi, hoofd van de politie in de Zuid-Afrikaanse provincie Kwazulu-Natal, sloeg in als een bom. Volgens hem zou niemand minder dan zijn hoogste baas, minister van Politie Senzo Mchunu, maar ook andere hooggeplaatsten bij de dienst en de rechterlijke macht, banden hebben met de misdaad.

Mchunu werd intussen opzijgeschoven, tegen hem zijn strafrechtelijke klachten ingediend en er werd een parlementaire commissie opgericht om de zaak te onderzoeken. De minister zou inderdaad via een vertrouweling contacten hebben gehad met Vusimeni Matlala, een omstreden zakenman die ook nog drie moorden ten laste worden gelegd. Het hele verhaal begon toen president Ramaphosa in 2018 een speciale eenheid, onder leiding van Mkhwanazi, oprichtte om de talrijke politieke moorden in Kwazulu-Natal te onderzoeken. Eind 2024 werd die eenheid – die intussen over 155 moordzaken dossiers had aangelegd – door de inmiddels tot politieminister benoemde Mchunu ontbonden. Terwijl een aantal van die dossiers achterover werden gedrukt.

Verstrengeling politie en partij

Het is niet de eerste maal dat leden van de politietop van criminele activiteiten beschuldigd worden en moeten aftreden. Sinds 1994 hebben al 9 nationale politiecommissarissen mekaar opgevolgd. Het begon verkeerd te lopen toen Jackie Selebi in 2000-2008 hoofd van de dienst werd (van 2004 tot 2008 was hij ook chef van Interpol). Volgens Ivor Chipkin, werkzaam aan de universiteit van Pretoria en directeur van het New South Institute, behoorde Selebi tot de interne kring van het ANC en probeerde hij de politie aan de partij te binden. Op die manier geraakte het politiekorps aldaar verstrikt in de interne machtsstrijd. Tegelijk gingen hooggeplaatste politici banden aan met misdadigers. Heel wat agenten gingen als lijfwacht fungeren.

Sommige politici beschikten zelfs over een privémilitie. Met als resultaat dat het aantal leden betrokken bij echte misdaadbestrijding afnam, niet enkel onder de manschappen op het veld, maar ook bij de speurders en in de informatieverwerking. En een eenheid als de Schorpioenen die ernstige wandaden van hooggeplaatsten moest onderzoeken, werd in 2009 afgeschaft. De gevolgen lieten niet lang op zich wachten: een stijging van de criminaliteit en minder arrestaties, terwijl zaken als corruptie, bedrog en zekere vormen van diefstal – zeker als politici erbij betrokken waren – niet meer werden aangepakt.

Geen gejuich

Hoe dan ook wordt de nieuwe commissie niet op gejuich onthaald. Niet alleen kost ze veel geld (meer dan 7 miljoen euro), veel eerdere onderzoeken leverden weinig op. Zo is aan de aanbevelingen van de Zondo-commissie die de staatskaping – de corruptie rond de Indische zakenfamilie Gupta tijdens de regering van Jacob Zuma – onderzocht, tot vandaag weinig gevolg gegeven.

Tevens blijft Mchunu ondanks zijn schorsing parlementslid en lid van het Nationaal Uitvoerend Comité van het ANC. Net de afdeling die uiteindelijk over zijn lot moet beslissen.

Dat dus gevreesd wordt dat deze commissie weer op een sisser zal uitlopen, ligt voor de hand. Niet voor niets zou volgens onderzoek van de Raad vir Geesteswetenskaplike Navorsing (RGN) amper 22 procent van de Zuid-Afrikanen nog vertrouwen hebben in de politie.

JAN VAN AERSCHOT

(24). Ook personen uit Roemenië, Bulgarije, Irak en Oekraïne ontbreken niet in het rijtje.

14 op 100.000 Afghanen, slechts 0,18 op 100.000 Duitsers…

Op basis van officiële bevolkingscijfers berekenden onze collega’s van het Duitse weekblad Junge Freiheit dat de verdachtenratio bij 100.000 Afghanen voor dit soort misdrijven op 14 ligt, op ongeveer 5 bij de Syriërs en op 1,5 bij de Turken. Bij de Duitsers ligt de verdachtenratio op 0,18. Afghanen worden met andere woorden 76 keer zo vaak verdacht in zwembadcriminaliteit dan Duitsers.

In de statistieken konden de cijfers van de deelstaat Beieren niet worden geïntegreerd omwille van softwareproblemen. Maar uit cijfers van het Bayerisches Landeskriminalamt voor het jaar 2024 blijkt dat daar – aldus de Duitse krant Süddeutsche Zeitung – 227 strafbare feiten in openluchtzwembaden werden geregistreerd. Van de 163 gevatte verdachten waren er 97 vreemdeling en 66 Duitsers.

Parlementslid Martin Hess, die vroeger opleidingsverantwoordelijke bij de politie was, verwijt de Bondsregering dat ze de toestand bagatelliseert. “Dat onze kinderen zelfs in zwembaden, toch plaatsen van ontspanning, niet meer veilig zijn, is een bevestiging van het falen als maatschappij”, stelde hij in een reactie.

VERENIGD KONINKRIJK
Was ook politie betrokken bij Grooming Gangs?

Wie bij de overheid of de betrokken politiediensten had gehoopt dat het stof rond de zaak van de Grooming Gangs in het Verenigd Koninkrijk snel zou gaan liggen, is eraan voor de moeite. Enkele vrouwen die in hun jeugd het slachtoffer werden van de in meerderheid Pakistaanse bendes, melden nu dat ze ook het slachtoffer werden van verkrachtingen en seksuele inbreuken door de Engelse politie.

Sommige vrouwen beweren zelfs dat officiers in uniform, soms in dienstwagens, hen verkrachtten in ruil voor bescherming. Een van hen verklaarde aan de BBC: “Het was beter één keer door de politie te worden verkracht dan in de handen te belanden van 10 of 15 van die mannen.” Ze was 12 jaar oud op het moment van de feiten.

We gaan terug naar de jaren 1997-2013. In die periode werden minstens 1.400 minderjarigen geregistreerd die het slachtoffer werden van seksuele uitbuiting in Rotherham, aldus het rapport-Jay dat in 2014 werd gepubliceerd. Vandaag bevestigen vijf vrouwen dat ze ook verkracht en misbruikt werden door politiemensen. Sommigen zinspelen zelfs op een actieve samenwerking tussen de politie en de bendes, voornamelijk inzake drugshandel of het verzwijgen van bepaalde verkrachtingen en seksuele inbreuken.

Grooming Gangs als nagel aan doodskist van Britse regime?

Het onderzoek in dit tweede schandaaldossier werd toevertrouwd aan de brigade voor zware misdrijven van South Yorkshire, onder toezicht van het IOPC (of Independent Office for Police Conduct). Veel slachtoffers zijn woedend omdat de zaak juist toevertrouwd werd aan de brigade waarover de klachten over verkrach-

ting handelen. Professor Alexis Jay, auteur van het rapport-Jay, eist dat de zaak aan een onafhankelijk onderzoeksbureau wordt toegekend.

De getuigenissen van de vrouwen gaan door merg en been, zeggen de advocaten: verkrachtingen in politiewagens, politiemensen die drugs verkopen aan netwerken, groepsverkrachting van meisjes in politiecellen,... In één van de gevallen wordt een politieofficier, Hassan Ali, bij naam genoemd. Hij werd nog voor zijn overlijden in 2015 al verdacht van onaangepast gedrag en zou volgens ex-onderzoekers van het IOPC betrokken zijn geweest bij drugshandel.

Ex-IOPC’er Garry Harper heeft het over een "verwerpelijk falen" van de politie om haar eigen lokale afdelingen te controleren. Want in de 91 onderzoeken die eerder door het IOPC werden ingesteld tegen deze Grooming Gangs – tegen lokale politiemensen dus –, werd niemand veroordeeld.

De aandachtige lezer zal zich herinneren dat de Britse politie in deze golf van verkrachtingen langs alle kanten probeerde de misdaden verborgen te houden, uit vrees als ‘racistisch’ te worden weggezet. Nu blijkt er misschien wel nog meer aan de hand te zijn geweest. Als het inderdaad gaat om ‘actieve medeplichtigheid’, betekent dat onherstelbare schade voor overheid en politie. PIET VAN NIEUWVLIET

Licht Peking de nucleaire optie?

Acht decennia geleden werd de wereld in het nucleaire tijdperk ondergedompeld: Hiroshima, de ‘verjaardag’ was vorige week, groeide uit tot een begrip. Het grote armageddon bleef uit, maar de bedreiging, gestoffeerd door enkele reële incidenten, bleef onverminderd aanwezig. Recente Chinese demarches lijken het bestaande paradigma door elkaar te schudden. Steeds meer zet Peking in op kernwapens als deel van zijn internationale profilering. Wellicht terecht, hebben experts enkele alarmsignalen geactiveerd.

Vorige week werd de intrede in het nucleaire tijdperk herdacht, met name het gebruik van de eerste atoombom (‘Little Boy’ met uranium) boven Hiroshima, drie dagen later gevolgd door zijn kompaan ‘Fat Man’ (met plutonium) boven Nagasaki. Er was een evidente reden: het beëindigen van de oorlog zonder een regelrechte invasie van Japan, die volgens ramingen honderdenduizenden Amerikaanse slachtoffers zou eisen, maar er was meer.

EXPERTS VREZEN DAT DE NUCLEAIRE UITBREIDING ONDERDEEL VAN EEN RUIMERE KOERSWIJZIGING IS

In Washington wist men dat de Sovjet-Unie op het punt stond Japan de oorlog te verklaren (wat op 8 augustus daadwerkelijk gebeurde) en wou men het eigen territorium in de regio afbakenen. De politieke dimensie van de atoombom was met andere woorden vanaf dag één aanwezig en zou dat onverminderd blijven – tot vandaag. Het clubje van kernmogendheden groeide, ook al traden sommigen pas schoorvoetend toe en gaven ze schoorvoetend toe over het wapen te beschikken (Israël zit nog altijd in die officiële ontkenningsfase). Een kleine twee decennia na Hiroshima heeft China zijn eerste atoomproef uitgevoerd, waardoor het land niet langer een nucleaire ‘have not’ was. Een constante doorheen de jaren die volgden, was dat het arsenaal klein gehouden werd en het land een ‘voorzichtige’ nucleaire doctrine hanteerde. Vandaag lijkt daar verandering in te komen.

Arsenaal uitbreiden

Dat China de voorbije jaren zijn kernarsenaal uitbreidde, is een eerste belangrijke vaststelling. Ramingen van onderzoekscentrum SIPRI hebben het over 600 kernkoppen, een verdrievoudiging sinds 2020. Als deze trend aanhoudt, dan kan dit leiden tot – en dit zijn dan weer cijfers van de Amerikaanse defensie – 1.000 koppen in 2030 en zelfs 1.600 in 2035. Minder dan de Verenigde Staten en Rusland, wier voorraden rond de 5.000 zitten, maar ruim voldoende om heel wat schade aan te brengen. Of te dreigen – en hier komt het politieke element weer op de proppen. Los van het kwantitatieve verhaal, ontwaart men ook de uitbreiding van de lanceringsmogelijkheden, silo’s, systemen voor duikbootlanceringen en dergelijke meer. Van het (groeiende) arsenaal kan zo’n 80 procent als ‘strategisch’ worden bestempeld, het zwaardere tuig dat ter afschrikking dient. De rest is ‘tactisch’, bommen vergelijkbaar in kracht met ‘Little Boy’ en ‘Fat Man’, bedoeld om op het slagveld te gebruiken. Een nuttig kleinood als de Wehrmacht richting Moskou oprukt of de Russen richting Kiev. Of bij een conflict rond Taiwan, een onvermijdelijk iets in de Chinese psyche.

Nieuwe doctrine

Experts vrezen dat deze uitbreiding onderdeel van een ruimere koerswijziging is. China heeft – en nu wordt het een beetje technisch – altijd de NFU-doctrine gehanteerd, een samentrekking van ‘No-First-Use’, wat simpelweg betekent dat grijpen naar de bom pas zal gebeuren na het incasseren van een nucleaire aanval. Mogelijk wijzigt dit over afzienbare tijd naar de LUA-doctrine, wat staat voor ‘Launch-under-attack’. Dat is overigens de doctrine die de VS en Rusland hanteren. Komen er raketten, dan slaat men terug nog voor de initiële aanval doel raakt. Een discrete

diplomatieke lek had het over “Chinese diplomaten die publiekelijk oproepen om LUA te verwerpen”, maar een “China dat stilletjes aan de infrastructuur werkt om het zelf te implementeren”. En die infrastructuur omvat de uitbouw van satellieten, radars en dergelijke, precies om het detecteren van zo’n aanval mogelijk te maken.

Kroonjuweel

Begin jaren 1970 lanceerde China zijn eerste satelliet, deel van een ruimer strategisch programma, kortweg ‘de bom, de raket en de satelliet’ genaamd. Dit triumviraat werd door het land als een kroonjuweel beschouwd – tot vandaag overigens. Ooit was er een ‘simpele’ wereld met twee kampen tegenover elkaar, Russen en Amerikanen zeg maar. Kwam er een aanval, dan wist men welke trajecten gevolgd gingen worden. Met een China dat vandaag de dag een LUA-doctrine hanteert, is dat minder evident. Vanwaar komt de bedreiging? Rusland? Godbetert: Noord-Korea? Onrealistisch, akkoord, toch op korte termijn. Er was tijdens die decennia van Koude Oorlog de NORAD-fout, ‘Able Archer’ of nog ‘Stanislav Petrov’. Stuk voor stuk incidenten die tot een ramp hadden kunnen leiden. Met een op nucleair vlak scherper China zijn dit herinneringen om lessen uit te trekken.

Het Westen laat de christen in Afrika in de steek

De situatie van christenen in Afrika is de voorbije jaren nog moeilijker, gevaarlijker en hopelozer geworden. De primaire factor daarbij is natuurlijk de toenemende macht van de islam, zowel demografisch als ideologisch.

Een secundaire factor is de terugtrekking van de Franse troepen uit bijna heel Afrika, behalve uit Djibouti. In 2022 trokken de Fransen zich terug uit Mali, in 2023 uit Niger en Burkina Faso. Daarmee kwam een einde aan Operatie Barkhane, die gericht was tegen islamitische terreurgroepen in de Sahel. Neen, die operatie was geen onverdeeld succes. Niet één van die groepen kon helemaal vernietigd worden. Maar ze werden wel flink gekortwiekt en nu de Fransen weg zijn, krijgen ze helemaal de vrije hand.

TRUMP STELDE ONLANGS DE TSUNAMI VAN GEWELD TEGEN CHRISTENEN AAN DE KAAK

In 2025 werd ook de laatste Frans militaire basis in Senegal gesloten. Dat land hoort niet bij de Sahel. Er zijn ook geen islamitische terreurorganisaties actief. Gewelddaden tegen christenen zijn er zeldzaam en heel kleinschalig. Maar het opgeven van die basis is een strategische en psychologische overwinning voor de jihadisten in heel noordelijk Afrika. Zelfs als de Fransen het ooit nog zouden willen, zal het voor hen zeer moeilijk worden nog militair in te grijpen in Mali, Niger of Burkina Faso, waar nu, na door het Kremlin aangestuurde staatsgrepen, pro-Russische militaire dicta-

turen aan de macht zijn en waar de Franse troepen zijn vervangen door huurlingen van Wagner. Sinds de dood van de vroegere Wagner-leider Przigozjin staan die onder bevel van de militaire inlichtingendienst GRU. Wagner in de Sahel wordt nu geleid door generaal Averyanov, het opperhoofd van eenheid 29155, gespecialiseerd in liqui-

daties en het stabiliseren van buitenlandse regeringen. Geloof maar niet dat die tegen de fundamentalisten gaan vechten. Hun eerste actie was het veroveren van de Intahaka-goudmijn in Mali.

Eén groot terreurgebied

En dan is er natuurlijk Nigeria, grenzend aan Niger, maar niet in de Sahel en geen voormalige Franse kolonie. Daar wonen meer mensen – en meer christenen - dan in alle Sahellanden samen en ook daar voeren

islamitische terreurgroepen zoals Boko Haram, de Faluni Herdsmen en Islamic State West Afrika een genocidaire terreurcampagne tegen de christenen. Als men op een kaart de zones bekijkt waar de diverse islamitische terreurgroepen uit de Sahel en Nigeria actief zijn, dan vormen die één enorm gebied, dat sinds 2020 aangegroeid is tot in Kameroen, waar aanslagen tegen christenen worden gepleegd door zowel Boko Haram als ISIS-West-Afrika, dat een alliantie heeft met ISIS-Sahel.

Kameroen grenst dan weer aan de Centraal-Afrikaanse Republiek (verder: CAR). Daar zijn er nog wel Franse adviseurs én Wagners, maar dat belet niet dat de moslims er nog voortdurend aanslagen en pogroms plegen tegen christenen. Er zijn nochtans slechts 14 procent moslims in de CAR, tegen 73 procent christenen en 12 procent animisten. Ter vergelijking: in Brussel zitten er al 25 procent moslims. Trek zelf uw conclusies maar. Hetzelfde beeld zien we helemaal aan de andere kant van Afrika, in Mozambique: 62 procent christenen, 19 procent moslims… maar het zijn moslims die aanslagen plegen tegen christenen, niet andersom. De terreurgroep IS-Mozambique is er actief in drie provincies. Tot nu toe gebeurde dit alles zonder dat westerse politici daar belangstelling voor hadden. Zij geven meestal geen moer om vervolgde christenen en zij durven of willen geen kritiek op de islam leveren. Behalve president Trump, die onlangs de “tsunami van geweld tegen christenen” in Afrika openlijk aan de kaak stelde en aankondigde dat hij maatregelen zou nemen om er een einde aan te maken. We hopen dat het niet bij woorden of tolheffingen zal blijven. Een paar flinke luchtaanvallen op basiskampen van

jihadi’s in Nigeria en de Sahel zouden al wonderen kunnen doen.
Een replica van de eerste Chinese nucleaire bom
Boko Haram (Archiefbeeld)

Waarom moet Vlaamse regering 1,5 miljard euro in Fluvius pompen?

Normaal zit elke monopolist die een basisbehoefte levert op een goudmijn. Zeker als het om nutsbedrijven gaat die water, telefoon, teledistributie, gas of elektriciteit leveren.

Om het misbruik van dergelijke monopolies tegen te gaan - zeker als de overheid de eigenaar is -, werden strikte regels opgesteld. Door die regelgeving, beter bekend als de tariefmethodologie, was Fluvius dringend op zoek naar vers geld en nieuwe aandeelhouders. Helaas bleek enkel een gedwongen huwelijk in de aanbieding.

Controleconstructie, geen energiebedrijf

Om dit verhaal te begrijpen moet de lezer twee hoofdzaken weten. Ten eerste is Fluvius eigendom van de steden en gemeenten via intercommunales: Fluvius is een soort werkmaatschappij. Ten tweede is Fluvius eigenlijk geen energiebedrijf. Het is een controleconstructie op de netwerkinfrastructuur voor energie in Vlaanderen. Dit is te danken aan de deregulering van de energiemarkt door de Europese Unie vanaf de jaren negentig. De EU eiste via richtlijnen meer concurrentie, zodat de gas- en stroomprijzen concurrentiëler zouden worden voor bedrijven en gezinnen in de hele EU. Concurrentie betekende in theorie betere prijzen en iedereen weet hoe dat afliep. Dat betekende minder winsten voor de toenmalige leveranciers van energie. In België waren dit enerzijds Electrabel via eigen installaties, anderzijds de intercommunales. Een deel van die intercommunales waren zogenaamde gemengde intercommunales, waar naast de gemeenten ook Electrabel in zat als operationele partner en aandeelhouders. De gemeenten wilden toen hun aandelen verzilveren, maar eisten wel de jaarlijkse dividenden niet te verliezen. Dit leidde tot een constructie waarbij het netwerk voor de levering van elektriciteit of gas werd losgekoppeld van de verkoop ervan aan bedrijven en consumenten. Onthoud hiervan dat dividenden de rode draad zijn in dit verhaal. Monopolie bij wet

In de praktijk ontstonden er netwerkbeheerders. Eén voor de hoogspanning (Elia) en één voor de laagspanning tot aan de meter bij de klanten. Die laatsten fuseerden tot wat we nu kennen als Fluvius. Bij gas gebeurde hetzelfde, namelijk Fluxys voor de invoer en transport van aardgas en opnieuw Fluvius voor de levering aan de verbruikers. Die netwerkbeheerders kregen een monopolie van de politiek. Dat werd netjes in het Energiedecreet gegoten. De wetgeving in Vlaanderen zegt dus dat er maar één netbeheerder mag zijn.

DE STEDEN EN GEMEENTEN

MELKEN FLUVIUS

MAXIMAAL UIT

Dat geldt trouwens ook voor Fluxys en Elia, die onder de bevoegdheid van de federale regering vallen. Fluxys en Elia zijn beursgenoteerd. Zij hebben belangrijke aandeelhouders van buiten de steden en gemeenten. Aangezien Elia en Fluxys instaan voor de interconnectie met de buurlanden, is zo’n beursnotering interessant om investeringen te doen in andere landen: Elia doet dat bijvoorbeeld in Duitsland. Slechte belegging

Fluvius is daarentegen enkel in Vlaanderen actief – al doet het bedrijf meer dan enkel het elektriciteitsnet beheren. Zo staat het ook in voor de levering van straatverlichting en voor rioleringen aan haar aandeelhouders, de steden en gemeenten. Hun plannen voor waterdistributie werden in 2024 uitdrukkelijk verboden door de Vlaamse Nutsregulator. Al die zaken maken dat Fluvius geen

interessante belegging is die kan groeien door buitenlandse activiteiten of door diversificatie. Deze zwakte van Fluvius ontdekten de aandeelhouders-politici, toen ze probeerden extra kapitaal aan te trekken. Wat doen politici als de markt niet meewerkt? Juist, ze halen er andere politici bij die over meer geld beschikken. In het geval van Fluvius klopte men dus aan bij de Vlaamse regering om miljarden euro’s in het bedrijf te pompen.

Energietransitie maakt gasnetwerk waardeloos

Dat extra kapitaal is nodig door de energietransitie die de Europese Commissie oplegt en waar de Vlaamse regering voluit achter staat. De verbruikers moeten bijvoorbeeld van het gas af. Alleen betekent zoiets dat de infrastructuur of het netwerk van gasleidingen van Fluvius zeer snel waardeloos dreigt te worden. De investeringen zijn immers nog niet afbetaald en al evenmin afgeschreven.

FLUVIUS HEEFT GEEN GELD OPZIJGEZET

Dit dreigt - zo vertelde het management van Fluvius vorig jaar in de commissie Energie van het Vlaams Parlement - een gigantisch probleem te worden. Ze kwamen toen met een hele uitleg over hun kredietwaardigheid en de mogelijkheden en voorwaarden om geld te lenen op de internationale markt. Geen geld opzij door dividenduitkeringen Fluvius blijkt immers geen geld opzij te hebben staan. Straf, wetende dat het bedrijf als monopolist verdient op elk beetje gas of stroom dat energieleveranciers in Vlaanderen verkopen. Hoe komt dat? Elk jaar betalen ze immense dividenden aan de steden en gemeenten.

Tussen 2014 en 2022 betaalden ze gemiddeld 76 procent van de gemiddelde jaarlijkse nettowinst van 510 miljoen euro uit. Dat geld is er dus niet meer om investeringen te doen. Investeren deed Fluvius altijd met geleend geld. Die steden en gemeenten wensen geen extra kapitaal te verstrekken aan Fluvius omdat ze beter renderende beleggingen kunnen doen.

De Fluvius Economische Groep gunde voor 500 miljoen euro aan bankleningen. Dit bedrag werd opgenomen op 9 december 2024. Twee banken stonden met elk 250 miljoen euro in voor deze financieringsronde. Fluvius opteerde voor looptijden van 5 jaar (50 miljoen euro), 10 jaar (150 miljoen euro), 15 jaar (50 miljoen euro) en 20 jaar (250 miljoen euro). Is er een verband tussen kapitaal inbrengen en dividenden? Neen. De steden en gemeenten melken Fluvius maximaal uit.

Tariefmethodologie verergert problemen

Ondertussen lopen de toekomstige financiële problemen op, die te wijten zijn aan de tariefmethodologie, zoals in de wetgeving bepaald. Om woekerwinsten te voorkomen of eerder te beperken, bestaat een tariefmethodologie die de Vlaamse Nutsregulator (de vroegere VREG) oplegt aan Fluvius. De Vlaamse energiewaakhond berekent de nettarieven die Fluvius mag aanrekenen. Dat zijn de bewuste distributienettarieven. Bij de methodologie om die nettarieven te bepalen, spelen de afschrijvingen een belangrijke rol. Die afschrijvingen zijn een louter boekhoudkundige ingreep om de kosten van een kapitaalgoed netjes te verdelen over meerdere periodes en dus te spreiden in de tijd, namelijk de levensduur van de investering. Door de energietransitie zal Fluvius volgens de Belgische boekhoudregels verplicht zijn haar aardgasinfrastructuur

vervroegd af te schrijven. De nettarieven op ieders facturen zullen dus toenemen.

Exogene en endogene kosten

Een ander probleem bestaat uit de soorten kosten die Fluvius mag doorrekenen aan de verbruikers. In het energiedecreet en het energiebesluit (de Vlaamse wetgeving) bestaan die uit twee categorieën, namelijk exogene en endogene kosten.

Die twee kostencategorieën zijn van toepassing op de distributie van energie (elektriciteit en gas). Exogene kosten zijn kosten die de netbeheerder, zoals Fluvius, niet zelf kan beïnvloeden of beheersen. Deze kosten worden opgelegd door de overheid of andere externe factoren. Endogene kosten zijn de kosten die de netbeheerder wel kan beïnvloeden, bijvoorbeeld door een efficiënt beheer van het netwerk.

Vlaamse regering gebruikt Fluvius als verlengstuk

De sleutel zit in de tariefmethodologie die de kapitaalnood van Fluvius verergert. Maar niet alleen de tariefmethodologie is een probleem. De verplichtingen en kosten die de Vlaamse regering of Vlaamse overheid (via het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA)) oplegt, vormen een tweede factor van belang.

DE VLAAMSE REGERING BESCHOUWT FLUVIUS ALS EEN VERLENGSTUK VAN HET VLAAMS ENERGIEBELEID

Wat legt die Vlaamse overheid zoal op?

Bijvoorbeeld het installeren van digitale meters. Dat moet niet van de Europese Unie, maar de Vlaamse regering beweert van wel om zichzelf vrij te pleiten. Het uitdelen van allerhande premies en subsidies voor hernieuwbare energie of isolatie. Het controleren van installaties van zonnepanelen. Het bijhouden van databanken over de energie-installaties van de verbruikers. Het rondrijden met auto’s met warmtecamera’s om woningen te controleren. Het nemen van luchtfoto’s met warmtecamera’s om de isolatie van woningen in kaart te brengen. Het

beheren van het uitdelen van frigobonnen. Dingen die openbare dienstverleningen (odv) heten in het jargon. Die lijst is lang en blijft maar toenemen. Maar daarmee nemen de nettarieven op de facturen van de verbruikers uiteraard eveneens toe. Samengevat: De Vlaamse regering en zeker VEKA beschouwen Fluvius als een verlengstuk van het Vlaams energiebeleid.

Gedwongen huwelijk als noodoplossing Het is met andere woorden logisch dat Fluvius aanklopt bij de Vlaamse regering voor 1,5 miljard euro extra kapitaal. En dat is helaas slechts een begin, want voor 2030 zullen extra miljarden nodig zijn. Dat de federale investeringsmaatschappij vriendelijk bedankte voor de mogelijkheid om in Fluvius te stappen, is daarbij een bijzonder pikant detail.

De prospectus en de presentaties waarmee Fluvius langs allerhande potentiële investeerders trok, houden ze angstvallig geheim. Ethias, AG Insurance en Katoen Natie Group, om maar enkele Belgische investeerders te noemen, wezen vriendelijk maar kordaat het aanbod af. De internationale aandeelhouders bij Elia Group, zoals BlackRock en ATLAS Infrastructure Partners, woonden zelfs geen presentatie bij. Het gerucht gaat dat een Antwerpse ondernemer met goede banden met de N-VA zou gevraagd hebben of ze dachten dat hij op zijn hoofd gevallen was om in zo’n bizarre en amateuristische constructie als Fluvius te stappen.

Bizarre structuur

Daarmee is een veel fundamenteler probleem aangekaart. Fluvius is geen holding of geen bedrijf. Het is een samenwerkingsverband van intercommunales. Met daaraan gekoppeld zitjes in de raad van bestuur en allerhande comités. De investeerder moet ook een exit krijgen om zijn aandelen te verkopen, al dan niet bij een beursgang. Dat de Vlaamse overheid via de Participatiemaatschappij Vlaanderen (PVM) 1,5 miljard euro steekt in Fluvius, is zowel een noodoplossing als een gevolg van het Vlaams energiebeleid dat Fluvius ziet als een bijhuis van de eigen administratie.

Op de vraag wat het verband is tussen het intreden in het kapitaal door de Vlaamse overheid en de tarieven, kan je dus antwoorden: omdat de Vlaamse overheid de nettarieven steeds duurder maakt, is ze nu gedwongen om de steden en gemeenten te hulp te komen om Fluvius te redden van de ondergang die het gevolg is van haar eigen energiebeleid. Dan zwijgt men nog over het jarenlange parasiteren op Fluvius door de stedelijke en gemeentelijke aandeelhouders. LODE GOUKENS

DE ‘BELGISCHE’ ATOOMBOM

“In het interbellum waren niet chocolade of bier, maar wel radium hét exportproduct van België”

Op6augustusishetprecies80jaargeleden dat de Amerikaanse B-29 bommenwerper‘EnolaGay’eenatoombomdroptebovendeJapansestadHiroshima. Naarschatting78.000mensenkwamen omalsdirectresultaatvandezeexplosie.Tegenheteindevan1945washet dodenaantalopgelopentot145.000, alsgevolgvanopgelopenverwon dingenenstralingsziekte.

Drie dagen later volgde een tweede atoombom op de havenstad Nagasaki met even desastreuze gevolgen. Deze aanvallen resulteerden in de overgave van Japan en het einde van de Tweede Wereld oorlog.

Brandbommen

Op 7 december 1941 had Japan – een bondgenoot van Duitsland en Italië – Pearl Harbor, de Amerikaanse marinebasis in Hawaii, aangevallen. Het Japanse Keizerrijk had de VS een paar uur daarvoor de oorlog verklaard en nam met deze verrassingsaanval volledig deel aan WOII. In eerste instantie veroverde Japan een groot deel van de Stille Oceaan. Al snel begonnen de Amerikanen echter terrein terug te winnen. Met de verovering van het Japanse eiland Okinawa in juni 1945 maakte Amerika zich klaar om Japan voorgoed te verslaan via een gigantische amfibische invasie van het hoofdeiland. Gedurende deze periode vielen de geallieerden – net zoals ze dat boven Duitsland hadden gedaan – al veel Japanse steden aan met terreurbombardementen waarbij vooral de burgerbevolking werd geviseerd. Tijdens deze aanvallen werd massaal gebruik gemaakt van brandbommen die gigantisch veel schade aanrichtten

UM BESCHOUWDE URANIUM

ALS EEN EERDER WAARDELOOS

PRODUCT

De geplande amfibische invasie zou naar schatting erg veel geallieerde levens gaan kosten. De Amerikanen waren daarom niet meteen bereid om Japan binnen te vallen. Na lang evalueren werd er door het Amerikaanse opperbevel besloten om Japan aan te vallen met de atoombom. Omdat ze nog niet precies wisten hoeveel schade de bom zou aanrichten, hoopten ze zo Japan op de knieën te dwingen. België, wereldleider in radium

Het inzetten van een atoombom was niet nieuw. In het begin van de Tweede Wereldoorlog beseften de geallieerden dat het gevaar van een Duitse nucleaire bom niet denkbeeldig was. Aangezien de Duitse chemicus Otto Hahn de uraniumsplitsing in december 1938 had ontdekt, gingen de geallieerden ervan uit dat Duitse fysici de atoomenergie voor militaire doeleinden zouden proberen in te zetten. De eerste kernsplijtingsbommen werden evenwel in de Verenigde Staten geproduceerd. In 1942 werd daar onder de allergrootste geheimhouding het Manhattanproject opgestart. Het doel was voldoende splijtbaar materiaal te ontwikkelen en hiermee een eerste atoombom te bouwen. Cruciaal was voldoende radium te vinden om de bom te

kunnen bouwen. En hier komt België om het hoekje kijken. In het interbellum waren niet wafels, chocolade of bier, maar wel radium het bekendste exportproduct van België. Radium, dat in feite ontstaat door het radioactieve verval van uranium, was een wondermiddel dat tumoren deed verschrompelen en uurwerkwijzers deed gloeien. Het magische poeder kwam uit een experimentele fabriek in Olen, gevoed met het door de Union Minière du Haut-Katanga (UM) gedolven uraniumerts uit onze kolonie Congo. ‘Le radium Belge’ was een industrieel en wetenschappelijk hoogstandje. De herinnering daarvan ligt vandaag onder een dikke laag klei, beton en lood in de Kempische ondergrond bedolven.

Union Minière

Het verhaal van de Belgische inbreng begint in feite in 1939. De hoog oplopende politieke spanningen hadden na de Duitse invasie van Polen tot een reële oorlogsdreiging geleid. Terwijl België mobiliseerde, nam de Société Generale, die hoofdaandeelhouder was van UM, de nodige voorzorgsmaatregelen om ervoor te zorgen dat ze ook in oorlogstijd zou kunnen blijven functioneren. Zo kwam het dat enkele directeurs van UM ver van België werden gestationeerd. Een van hen was de Kortrijkse mijningenieur Edgar Sengier die al een paar maanden voor de Duitse inval in mei 1940 naar New York was verkast. Daar leidde hij de African Metal Corporation, een Amerikaanse dochteronderneming van Union Minière. Hij was een van de belangrijkste figuren binnen het bedrijf en had tijdens het interbellum van UM de mondiale marktleider in koperproductie gemaakt.

De VS waren nog neutraal toen Sengier in juni 1940 werd benaderd door Harold Urey en Alexander Sachs, twee adviseurs van de Amerikaanse president Roosevelt, met de vraag of hij uranium aan de VS kon leveren. Sengier gaf daarop op eigen houtje de opdracht om vanuit Congo 1.139 ton uraniumerts naar de VS te verschepen. Erts, dat in 2.000 vaten werd gestockeerd in een loods op Staten Island van een bedrijf dat in plantaardige olie deed. UM, dat sinds 1912 in Olen uit uranium radium haalde, beschouwde uranium als een eerder waardeloos product. Het was hen om het radium te doen dat indertijd voor 75.000 dollar per gram aan de medische industrie werd verkocht. Daar kwam evenwel verandering in toen Otto Hahn in 1938 ontdekte dat U 235, een zeldzame uraniumvariant, kon gebruikt worden om een nucleaire kettingreactie uit te lokken. Een kettingreactie, die niet alleen als nieuwe energiebron, maar eventueel ook als wapen kon worden gebruikt. Dubbel spel

Sengier was zich als weinigen bewust van de militair-strategische waarde van het uranium. In 1938-39 was hij betrokken geweest bij de eerste Franse plannen om met het Congolese uranium atoomwapens te produceren.

Nadat de eerste lading erts op Staten Island was aangekomen, hadden de Amerikanen hun interesse in uranium verloren. Maar toen het Manhattanproject in 1942 van start ging, bleek al gauw dat de VS zonder het hoogwaardige Congolese uranium geen atoombom zouden kunnen produceren. Dus klopten ze opnieuw bij Sengier aan, alhoewel ze die in het begin niet helemaal vertrouwden omdat ze vermoedden dat UM dubbel spel speelde. Dit wantrouwen was overigens terecht, want UM had intussen de uraniumvoorraad die nog in Olen lag, verpatst aan de Duitsers. Gelukkig bleken de Duitsers meer gefocust op het ontwikkelen van hun V-wapens dan op een atoombom. 5.000 ton voor twee bommen

In totaal zou via Sengier ongeveer 5.000 ton uraniumerts zijn geleverd aan de VS. Daarnaast belandden enkele honderden ton op de zeebodem door toedoen van Duitse U-boten. Het was meer dan genoeg om de twee atoombommen te produceren die WOII beëindigden. Al die tijd handelde Sengier op eigen houtje en zonder zijn raad van bestuur in te lichten, noch de in het begin van de oorlog naar Engeland gevluchte Belgische regering. Die werd pas in 1944 bij de zaak betrokken toen de Amerikanen probeerden een monopolie op het Congolese uranium te verwerven. In april 1946 kreeg Sengier uit handen van de Amerikaanse president Truman als eerste niet-Amerikaan de ‘Medal of Merit’, de hoogste burgerlijke onderscheiding. Hij werd in het Witte Huis voorgesteld als “de man zonder wiens hulp we dit project nooit hadden kunnen voltooien”.

JAN HUIJBRECHTS

BOEKEN

Bloedsporen van het communisme

1 mei 1985, een zoveelste aanslag schrikt Brussel wakker. Een bomauto voor de gebouwen van de werkgeversorganisatie VBO richt enorme schade aan, maar kost ook aan twee brandweermannen het leven. Het is kristalhelder in welke hoek men de daders dient te zoeken. Tussen het puin vindt men resten van een pamflet van de hand van de CCC, Cellules Communistes Combattantes. Deze extreemlinkse terreurorganisatie zaaide toen haat en vernieling, net iets meer dan 40 jaar geleden. Tijd om terug te bladeren naar deze zwarte bladzijde.

Auteur Paul Ponsaers had al de nodige voorsprong qua opzoekingswerk toen hij zich achter het schrijven van dit boek zette. Als journalist (De Morgen) en professor criminologie (UGent) zag hij het dossier voorbijkomen en groeide zijn interesse om de diverse studies en onderzoeken te structureren en van commentaar te voorzien. De titel ‘Bloedrood’ laat aan duidelijkheid niets te wensen over.

De gewapende vijfde colonne

We schrijven de laatste jaren van de Koude Oorlog. Vergis u echter niet, het communisme was toen nog niet palliatief. De Amerikaanse president Ronald Reagan perste via de wapenwedloop de Sovjeteconomie uit, terwijl het Rode Leger leegbloedde in het Afghaanse gebergte. Maar in West-Europa huisde een vijfde colonne, die probeerde het militaire overwicht van de NAVO te verlammen. Enerzijds was er de vredesbeweging die via betogingen de plaatsing van Amerikaanse kruisraketten wilde verhinderen. Maar er bestond ook een gewapende arm, die via aanslagen koos voor geweld. De oprichting van de CCC onder leiding van Pierre Carrette past in een traditie van allerhande stalinistische tot anarchistische terreurorganisaties zoals Action Directe en Rote Armee Fraktion. Gedijen in Belgisch wanbeleid

De communistische organisatie kon gedijen in een land dat in diezelfde periode met de Bende van Nijvel en het Heizeldrama te maken had. Symptomen van een vierkant draaiend land met politiediensten die zonder de nodige coördinatie elkaar negeren en zelfs beconcurreren. Tekenend is hoe vlot de terroristen aan explosieven en valse identiteitskaarten konden geraken.

Ook in het CCC-dossier beschrijft Ponsaers hoe de beide communistische partijen in België verwoede pogingen ondernamen om de andere kant op te kijken. KPB-voorzitter Louis Van Geyt vond dat minister van Justitie Jean Gol moest rekening houden met ‘provocatie’ en dus ‘banden met extreemrechts’ niet mag uitsluiten. Voor het PvdA-blad Solidair was de militaire kennis van de CCC het bewijs dat ze ‘tot het leger behoren’. Het leven in complottheorieën kan toch eenvoudig zijn.

Het boek doorprikt ook de mythe dat de CCC nooit de bedoeling had om te doden. Nogal bizar als men als werkwijze aanslagen en schietpartijen hanteert. Verscheidene publicaties scheppen echter de nodige duidelijkheid: “Het menselijke leven heeft op zichzelf geen absolute, mystieke waarde.” Of nog: “De klasse die een nieuwe wereld wil bouwen (...), moet in de strijd doden om niet gedood te worden.”

Schuld zonder boete

Naar aanleiding van de herdenking van de aanslag tegen het VBO, liet haar topman Pieter Timmermans vallen dat geweld contraproductief werkt en nooit goed te praten valt. Ondanks de vele bruggen tussen de communistische partijen, hun media en diverse terroristische organisaties, deel ik de overtuiging van de auteur dat een ‘Berufsverbot’ het zelfreinigend vermogen van het communisme in de Duitse politiek onmogelijk heeft gemaakt. Het publieke debat over wat hun achterban beroert, wordt daarmee in de kiem gesmoord en is een taboe. De parallellen met de huidige aanpak van het rechtse AfD denkt u er vanzelf bij. Het is onbeschrijfelijk hoezeer justitie en de overheid er amper in slagen gerechtigheid te doen zegevieren. De eerste wet van de socialistisch-communistische regering Mitterrand was amnestie verlenen, onder andere aan de stichter van Action Directe, Frédéric Oriach. Later zou die de CCC ideologisch inspireren. En ook de CCC-kopmannen Carette en Sassoye konden meermaals de voorwaarden van hun vervroegde vrijlating schenden zonder gevolgen. Ponsaers wijst de lezer op het pijnlijke feit dat geen van hen ooit hun spijt heeft uitgedrukt over hun misdaden. Laksheid of schuldig verzuim vanwege de rechtsstaat, u mag kiezen. Dit boek zorgt ervoor dat de rode terreur in België niet dreigt –al dan niet moedwillig – vergeten te worden.

PIETER VANDERMOERE

Paul Ponsaers, ‘Bloedrood – hoe de CCC’ers in de jaren 80 terreur zaaiden en nog steeds actief zijn’, 2025, Actua. 380 p., 29,99 euro. ISBN 9789464946727

Constructie van de atoombom Little Boy
Edgar Sengier

Victimisme als ideologisch wapen

Collega-columnist Marnix Peeters (HLN) gooide vorige week in een column een knuppel in het hoenderhok der deugpronkers. Dat zal hij geweten hebben, want op sociale media kwam er meteen een roedel trollen opdagen die hem - hoe voorspelbaar - verweten een racist en extreemrechtse nazi te zijn.

Wat had hij durven schrijven dat die storm van woede ontketende? Peeters - die in zijn columns altijd de logica prefereert boven goedkope emoties - had aangekaart dat Dalilla Hermans voor België naar de Wereldtentoonstelling in Osaka werd afgevaardigd. Dalilla Hermans heeft een column in De Standaard en was tot voor kort een vaak geziene gast in de praatprogramma’s van de VRT. Tot op het moment dat ze vond dat ze haar niet genoeg aan het woord lieten. Ze kondigde met groot gedruis aan om niet meer op die uitnodigingen in te gaan.

DE ROL VAN HET SLACHTOFFER IS BELANGRIJK GEWORDEN IN ONZE MAATSCHAPPIJ

Die Dalilla heeft in het Belgisch Paviljoen op de Wereldtentoonstelling een lezing gegeven met de titel “Seen and silenced. Being a woman of colour in Belgium”. “Gezien en monddood gemaakt worden. Hoe het is voor een vrouw van kleur in België.” Wel, blijkbaar wordt ze door de Belgische staat op een vliegtuig naar Japan gezet. Ze wordt op het Belgische schild gehesen en op het wereldtoneel geplaatst. Het maakt meteen aanschouwelijk hoe monddood een vrouw van kleur in België wordt gemaakt. Laten we ook niet vergeten dat mevrouw Hermans voordien ook al werd tewerkgesteld als trajectcoördinator om Brugge te verdedigen als kandidaat Europese culturele hoofdstad voor 2030. Een traject dat ontspoorde en uiteindelijk crashte door de incompetentie van het weinig gei nspireerde dossier. Dat dossier stelde niet het prachtige Brugge met haar rijke geschiedenis van kunst en cultuur centraal. Het koos eerder voor het abstracte “The art of Conversation” als centraal thema. Daarin wilde mevrouw Hermans haar persoonlijke stokpaardje “verscheidenheid aan culturen” naar vo -

ren schuiven, onder andere door middel van hiphopoptredens. De internationale jury was niet onder de indruk en flikkerde Brugge uit de competitie. Gelukkig voor haar werd mevrouw Hermans nu opgevist om in Osaka op de wereldtentoonstelling de loftrompet te steken over het inclusieve Belgische beleid. Dat beleid zorgde ervoor dat ze als vrouw van kleur bedolven werd onder subsidies. Of niet? Want ondanks de haar geboden kansen en podia, blijft mevrouw Hermans zich een slachtoffer vinden van het systeem. Dat deed me mijmeren over hoe belangrijk de rol van het slachtoffer is geworden in onze maatschappij. Victimisme heet dat met een duurder woord.

Het verheerlijken van het slachtofferschap

Nu is dat verheerlijken van het slachtofferschap geen nieuw gegeven. En laten we wel wezen: er zijn talloze voorbeelden van mensen, rassen, sociologische groepen, seksuele voorkeuren en ideologische stromingen die het slachtoffer werden van machtsmisbruik, geweld en politieke willekeur. Wie zijn geschiedenis kent, hoeft daarvoor niet diep te graven, ook niet in Vlaanderen. Objectieve slachtoffers, dus. Ook in verschillende religies klommen de slachtoffers die vervolgd, gemarteld en gedood werden omwille van hun geloof al snel postuum op de sociale ladder. Ze dienden vervolgens als een manier om propaganda te voeren. In het christendom werden martelaars heilig verklaard en tot op vandaag aanbeden. In de islam lijkt er maar geen einde te komen aan het verheerlijken van het slachtoffer. Daar geloven ze nog steeds dat het de snelste weg naar de hemel is.

Als gevolg van de industriële revolutie in de 19 de eeuw ontstond er een nieuwe groep slachtoffers: de arbeiders. Dat had het marxisme en het collectivisme tot gevolg dat een betere wereld beloofde en uiteindelijk eindigde in het tegendeel. Het communisme van Stalin kostte minstens 7 miljoen slachtoffers. De culturele revolutie van Mao klokte af op min of meer 3 miljoen echte slachtoffers. Allemaal gestorven voor de “juiste idealen van de Grote Leider”.

Filosofische kritiek op slachtofferschap

Filosofen zoals Nietzsche, Sartre en Girard, en sociologen zoals Durkheim, Bourdieu, McWhorter en Campbell/Manning, hebben zich direct of indirect met slachtofferschap beziggehouden. Hun werk onderzoekt hoe slachtofferschap functioneert als een psychologische, sociale of politieke strategie, vaak verbonden met culturele en religieuze identiteiten.

HET BELGISCH

BELEID ZORGDE

ERVOOR DAT ZE ALS

VROUW VAN KLEUR

BEDOLVEN WERD ONDER SUBSIDIES

Nietzsches ressentiment en Campbell/Mannings “slachtoffercultuur” zijn met name directe kaders voor het begrijpen van slachtofferschap in historische en moderne contexten. Met name wanneer groepen lijden gebruiken om invloed of cohesie uit te oefenen.

Recenter bekritiseerde Slavoj Žižek, filosoof en cultuurcriticus, het slachtofferschap in het moderne politieke en culturele discours in zijn werk “The Sublime Object of Ideology” (1989). Hij betoogt daarin dat slachtofferschap vaak wordt ingezet in ideologische strijd, met name in multiculturele contexten, om debat te smoren of morele superioriteit te claimen.

Werken die in het licht van de strijd om uw perceptie in oorlogen als die in Oekraïne en Gaza interessant zijn om te (her)lezen. Het bespaart u in elk geval al een reisje naar Osaka om daar naar het gesubsidieerde gejeremieer van Dalilla Hermans te gaan luisteren. Dat moet eerder als een dekmantel dienen voor het eigen

LEZERSBRIEVEN

Gaza

Pallieterke, Het gaat voortdurend over Gaza: in de pers, bij onze ‘experten’, onze moraalridders en politieke opportunisten.Bijnanergensgaat het nog over de seriemoordenaar Poetin die ook kinderen laat ombrengen,maarnogsteedsmetalle égards en een handdruk begroet wordt in het Westen. Over Oekraine, Congo, Jemen, of Christenen die systematisch vermoord worden, rept men met geen woord. Daar leven ook kinderen die verhongeren en gedood worden. Zijn die niet belangrijk? Hoe komt dat toch, al die aandacht alleen voor Gaza?

Bauwens Dany, Erps Kwerps

Verengelsing

Pallieterke, Er is niet alleen de verfransing. Die was, is en zal er altijd zijn zolang dit land niet gesplitst is. De verengelsing echter - woorden als shinen en idiomen als ‘what the fuck’ en ‘oh my god’ die bv’s in pers en media gebruiken - is een feit. Ergerlijk is dat de Vlaamse regering hier geen aandacht aan besteedt. Taallessen voor allochtonen zijn een must. Taalbewustzijn promoten aan autochtonen is primordiaal. Pers en media alsook influencers bepalen mee het taalgebruik van de jeugd. Aan de overheidomditingoedebanente leiden.

Hubert Hauman, Knokke

JeanRaspail

Pallieterke, Ik heb met belangstelling het artikel over Jean Raspail van Jan Huijbrechtsgelezeninonslijfblad van 7 augustus. Hetgeen ik wel gemist heb in dit artikel, is dat er niet gesproken wordt over de Nederlandse vertaling van dit boek door dhr. Jef Elbers. De titel van deze nederlandse vertaling luidt: ‘Het legerkamp der heiligen.’ Het boek werd uitgegeven door Egmont. Het zou ook nog kunnen besteld worden via de Standaard Boekhandel. De wekelijkse artikelsvandhr.Huijbrechtsin‘tPallieterke zijn trouwens altijd heerlijkomlezen.

Guido Dhollander, De Panne

De beer

Pallieterke, Als groot dierenliefhebber zie ik mij verplicht dit te melden. Uit goed ingelichte bron, die ik niet verplicht ben te melden, heb ik vernomen dat de bruine beer zijn opmars maakt. Nog niet officieel, maar aan het woudrijke gebied rond het drielandenpunt zouden al waarnemingen gebeurd zijn. Groener dan groene milieuactivistenreppenzichomduidelijkte makendaterabsoluutgeengevaar voor de mens bestaat. Door de evolutie zouden de beren eerder knuffelberen geworden zijn. Echter lusten ze de wolven nog steeds rauw. Dat is een groot probleem. De vraag om voldoende fondsen vrijtemakenvoorexternestudies omditprobleemoptelossenstaat hoogopdeagenda.

Roger Gielens, Bredene

Dalilla Hermans

Pallieterke, Velen die zich eerder hard hebben ingezet om het positieve van de diversiteit in onze samenleving te belichten, hebben hun acties op een lager pitje gezet door de regelmatige hatelijke kritiek van

Dalilla Hermans. Deze persoon is een vlek op onze inspanningen en dus zeker niet geschikt om het land dat zij onophoudend bekritiseert te vertegenwoordigen. Welkeverborgenagendazitachterdie aanduiding ? Het doet me sterk denken aan de Franstalige persoon die kritiek gaf op de Franstalige mededeling op de trein in Nederlandstalig gebied en zo de Vlaamse strijd voor zelfstandigheid besmeurt - of beter: hoopt te bekladden.

Daniël Goes, Oostende

Onze-Lieve-VrouwHemelvaart

Pallieterke, HetfeestvanMariaiseenode,een eerbetoon aan de vrouw. ‘A rose is a rose is a rose’ is een dichtregel van Gertrude Stein. Vandaar, een vrouw is een vrouw is een vrouw, zij is niet te doorgronden. Een vrouw hoeft geen onbesproken blad te zijn, geen onschuldig wilgenroosje. Misschien beging ze zondige wegen, want zij is niet heiliger dan Beatrijs of Marieken (Emmeken) van Nieumeghen. Zij is een mens van vlees en bloed, lankmoedig en vol goede moed wanneer ze wordt geliefd, maar zijwilnietwordengekwetstengegriefd.Jawel,het‘eeuwigvrouwelijke’zalaltijdzegevieren! Johan Corveleijn, Oostende Johan Vande Lanotte

Pallieterke, Voor Johan Vande Lanotte is het nooit genoeg. Op zijn 70ste is hij nog actief als advocaat en ontvangt hij een royaal pensioen als oud-minister, -parlementslid en -burgemeester van Oostende. Hij heeftheelzijnloopbaangefoefeld, maar dat heeft hem er niet van weerhouden om nog een job bij het Vlaams Energiebedrijf aan te nemen. Waarom dat bedrijf zo’n figuur in haar raad van bestuur wil, is mij een raadsel. Maar het ergstevanvanalisdathetdeN-VA is die hem heeft voorgedragen. Onbegrijpelijk!

Leo Haest, Herentals BjörnSoenens

Pallieterke, “De Columbia University en andere universiteiten zoals Harvard leggen de academische vrijheid op het kapblok en laten zich dicteren door de regering-Trump welke meningen zijn toegestaan. Er heerst nu een angstcultuur…” Deze en andere onzin komt uit de penvandegrotefanvandeDemocraten in de VS, namelijk Björn Soenens, oud-verslaggever voor de VRT, die nu op de website van deze zender analyses schrijft over de ‘ondergang’ van de States. Hoe is het mogelijk dat iemand de feiten zo kan en mag verdraaien? Net zoals aan de Vlaamse universiteiten was links heer en meester in de Amerikaanse scholen, vierde woke hoogtij en werden rechtse meningen bestraft met ontslag of uitzetting. Rechtse sprekers werden niet toegelaten. Nu de regering-Trump de toestand aan het normaliseren is, schreeuwt volksverlakker Soenens moord en brand omdat zijn lievelingen hetnietmeer100procentvoorhet zeggen hebben. Voor wie het nog niet had vermoed: hier vallen de maskersvandezogezegdneutrale VRT medewerkers definitief af... Robert Bové, Wichelen

Een lezersbrief insturen?

Stuur uw bericht naar lezersbrieven@pal.be. Opgelet, brieven mogen maximaal 1.000 karakters tellen (inclusief spaties). Dat zijn een 30•tal lijnen in ’t Pallieterke of zo’n 160 woorden. We houden ons het recht voor om zonder verantwoording uw (te lange) brief niet te publiceren of in te korten. Uw naam en gemeente moeten worden doorgegeven voor publicatie bij uw brief.

Bij de beesten af…

Het is augustus en dus komkommertijd. Onze politieke vrienden liggen languit in de zon op een strandstoel of doen aan bungeejumpen. Er valt dus bitter weinig te vertellen over de fratsen van onze Vlaamse en Belgische politiekers.

Kom ik daar toch een persmededeling tegen in mijn mailbox die me wijst op een verschil tussen Vlaanderen en Wallonië. Onder de titel “Vlaanderen pakt dierenleed hard aan, Wallonië en Brussel blijven achter”, sturen N-VA-kamerleden Kristien Van Vaerenbergh en Sophie De Wit mij enige informatie over dierenmishandeling in België. Hier komen enkele cijfers: jaarlijks worden in België meer dan 2.700 feiten van dierenmishandeling geregistreerd, maar de inspanningen en de handhaving verschillen sterk per regio. Vlaanderen neemt duidelijk het voortouw, terwijl Wallonië en vooral Brussel achterophinken. Ook illegaal slachten wordt harder aangepakt in Vlaanderen dan in de andere regio’s.

Vlaanderen was in 2023 goed voor ongeveer 65 procent van alle vastgestelde inbreuken. In concrete cijfers gaat het om 1.817 inbreuken in 2023. In Wallonië werden hetzelfde jaar 833 inbreuken vastgesteld, ongeveer 30 procent van het totaal. Brussel blijft het zwakst scoren met amper 122 vaststellingen.

Weyts versus Verlinden

Maar nu komt het: in de persmededeling van Kristien Van Vaerenbergh en Sophie De Wit is er sprake van meer dan 2.700 feiten van dierenmishandeling in België. Ze kregen dat cijfer van de federale minister van Justitie, Annelies Verlinden, in antwoord op een parlementaire vraag. Maar in een persmededeling van Ben Weyts, enkele maanden geleden, wordt er gesproken over een recordaantal meldingen van dierenmishandeling en -verwaarlozing in het jaar 2024: er waren toen 7.500 klachten geregistreerd, in Vlaanderen alleen.

Het toont aan hoe ingewikkeld de materie is in België: twee verschillende cijfers, enerzijds komende van de federale minister van Justitie en anderzijds cijfers van de Vlaamse minister van Dierenwelzijn. De opdeling van bevoegdheden op Belgisch niveau en op Vlaams niveau maakt de structuren nodeloos ingewikkeld. Ter ver-

duidelijking Vlaanderen is bevoegd voor dierenwelzijn, de federale overheid is bevoegd door dierengezondheid. Welzijn of gezondheid, neen, dat is niet hetzelfde. De bevoegdheden zijn wel degelijk verschillend. De cijfers van Weyts gaan over dierenwelzijn, de cijfers van Verlinden gaan over dierengezondheid. Beide cijfers zijn juist… en voor de man in de straat is het allesbehalve duidelijk.

Regionalisering

De regionalisering van dierenwelzijn heeft zeker in Vlaanderen voor een kentering gezorgd. Zo kwam er een nieuwe Codex Dierenwelzijn en een versterking van de inspectiediensten. Het actieve beleid in Vlaanderen - en het gebrek aan beleid in Wallonië en Brussel - wordt ook vertaald in de cijfers. Vlaanderen is ondertussen 10 jaar bevoegd voor dierenwelzijn, het is de verdienste van minister van Dierenwelzijn Ben Weyts dat deze thematiek tot een volwassen beleidsthema uitgebouwd is: het budget vertienvoudigde en het aantal personeelsleden verdrievoudigde. Er werden doortastende beslissingen genomen voor meer dierenwelzijn. Vlaanderen nam afscheid van achterhaalde praktijken en er kwamen strenge straffen voor dierenbeulen. Het dierenbeleid kreeg kortom veel meer geloofwaardigheid en dat betekent dat Vlamingen ook sneller melding maken van dierenleed: ze hebben nu meer dan vroeger het vertrouwen dat er iets zal gebeuren met een melding. Daarnaast zijn de meldingspunten duidelijker geworden en is de bewustwording bij de politiediensten sterk toegenomen, wat bijdraagt aan een doeltreffendere aanpak.

Twee ministers

Ook Wallonië heeft een minister van Dierenwelzijn, Adrien Dolimont (MR). Maar in Wallonië zijn er geen specifieke cijfers beschikbaar… En ja, om het helemaal ingewikkeld te maken: op federaal niveau zijn de bevoegdheden op het gebied van dierengezondheid verdeeld over twee ministers…

Laten we echter het voornaamste onthouden: Vlaanderen doet het een pak beter inzake dierenwelzijn in vergelijking met Wallonië en Brussel. Ongeacht of het nu de cijfers zijn van Verlinden of Weyts…

PAL voor Vlaanderen is een project van PAL Academie vzw. Met die vzw zetten we onze kennis, kunde en netwerk in om het pad naar Vlaamse onafhankelijkheid te effenen. De vzw beschikt over ideeën en mensen, maar met uw financiële steun op rekening KBC BE39 7390 1640 4519 zouden we nog veel meer kunnen doen.

INTERVIEW Remko Quidousse,

nieuwe verbondsleider VNJ

Op zaterdag 26 juli werd in Ieper, op de laatste dag en tijdens de slotformatie van het verbondskamp van het Vlaams Nationaal Jeugdverbond (VNJ), een nieuwe verbondsleider aangesteld: Remko Quidousse (26). Het is de eerste keer sinds 2012 dat het VNJ een nieuwe verbondsleider krijgt.

De appel is ten huize Quidousse niet ver van de boom gevallen: zowel zijn beide ouders als zijn drie oudere broers waren of zijn allemaal lid van het VNJ. De nieuwe verbondsleider zette op vijfjarige leeftijd zijn eerste stappen bij de intussen ter ziele gegane Kortrijkse afdeling van het VNJ. Die zou later verhuizen naar Izegem, waar Quidousse op 17-jarige leeftijd de leider werd. Niet veel later zou hij de succesvolle Roeselaarse afdeling VNJ Mandel boven de doopvont houden.

Op 20-jarige leeftijd zette Quidousse zijn eerste stappen in het nationaal bestuur van het VNJ, toen als provinciaal hoofdleider – de zogenaamde gouwleider – voor West-Vlaanderen. Sindsdien zetelt hij ook in de nationale verbondsraad.

Het is voor het eerst sinds 2012 dat het VNJ een nieuwe verbondsleider krijgt, de zesde nog maar in zijn 64-jarige geschiedenis. Het VNJ kende immers lange periodes zonder verbondsleid(st)er waarin enkel de verbondsraad het voor het zeggen had. De afgelopen jaren was de leiding van de vereniging in handen van het triumviraat Linde Geraedts, Femke Pieters en Quidousse zelf. Die laatste treedt nu in de voetsporen van stichter Jaak van Haerenborgh, Ledy Broeckx, Mark van der Borgt, Hugo Pieters en Elke Serpieters.

Uitdagende toekomst

Quidousse steekt niet onder stoelen of banken dat het VNJ – en bij uitbreiding alle jeugdbewegingen – voor een uitdagende toekomst staan. “Alle jeugdbewegingen

hebben het moeilijk, omdat veel jongeren geen engagement meer willen aangaan. Maar door zijn kleinere ledenaantallen heeft het VNJ nog net iets minder marge dan pakweg de Scouts of de Chiro”, schetst de nieuwe verbondsleider.

Quidousse beschouwt het als zijn taak om “het mooie verhaal van het VNJ, dat vandaag nog even actueel is als in 1961, verder uit te dragen”. “Ik wil dat iedereen het VNJ leert kennen als de kwalitatieve vereniging die het is. Want het VNJ heeft net iets meer te bieden dan pakweg de Chiro of de Scouts. Bij ons zijn de spelen geen doel op zich, maar een middel om een volksnationaal gevoel over te dragen. We willen onze jonge leden de Vlaamse cultuur, traditie, geschiedenis, liedjes en volksdans meegeven.” Het VNJ heeft al een erkenning voor de komende vijf jaar op zak. Quidousse hield voor het beleidsplan de pen mee vast. Hij krijgt nu de kans om het beleid dat hij zelf mee op papier zette in de praktijk te brengen. ̛t Pallieterke wenst hem daarbij alle succes.

ANTON SCHELFAUT

DIENSTMEDEDELING: TIJDENS DE MAAND AUGUSTUS ZIJN DE KANTOREN OP DONDERDAG EN VRIJDAG GESLOTEN. WE ZIJN ER ONS VAN BEWUST DAT DE POST ‘T PALLIETERKE AL TE VAAK PAS OP MAANDAG AFLEVERT. HET HEEFT DAN OOK GEEN ZIN OM VOOR HET WEEKEND EEN VERVANGEXEMPLAAR AAN TE VRAGEN. ONZE EXCUSES VOOR HET ONGEMAK.

HORIZONTAAL

A. Waarnemers / B. Grondbeginsel - Oude lengtemaat - Europese hoofdstad / C. Idem - Reputatie - Hoevedier - Algemene onderneming / D. Pastagerecht - Deel van een kamwiel / E. Lucht in samenstellingen - Treed handelend op / F. Ruth - Fragment - Familielid / G. Geloofden onvoorwaardelijk / H. Op welke manier - Helium - Carbolineert / I. Voorzetsel - Aanhangers van een wereldgodsdienst / J. Miskleun - English Premier League - Aldus / K. Spaanse 'hij' - Ontbijtproduct - Weigering / L. Rampzalig - Aalstenaar

VERTICAAL

1. Familieregeringen / 2. Organisatie voor synchroon internetonderwijs voor zieke leerlingen - Franse oom / 3. Seleen - Ondernemingsraad - Beryllium / 4. Geheel van ongeschreven regels - Nederlandse keten van warenhuizen / 5. Europese Commissie - Moraalfilosoof / 6. Franstalige dichter uit Sint-Amands (18551916), vertegenwoordiger van het symbolisme - Sint / 7. Reeds - Polaire hut - Ordinaire vrouw / 8. Denkbeeldig, gelukkig land / 9. Verdwenen Antwerps polderdorp wiens naam wordt gebruikt voor een sluiting van de Antwerpse Ring / 10. Valutateken voor roepie - Vervoermiddel - Verbogen vorm van het lidwoord 'de'Heden / 11. Aandrift - Op grote afstand - Formuleerde / 12. Reservevoedsel

tafelen een hoffelijke bezigheid wordt’ Huwelijken - Recepties - Banketten

KARL VAN CAMP

NOSTRADAMUS VAN DE WEEK

De gehandicaptenkaart van Bouchez

Het sijpelt een beetje door in de Vlaamse media, maar aan de ander kant van de taalgrens is het verhaal net zo groot als de hongersnood in Gaza. Heeft Georges-Louis Bouchez gebruik gemaakt van de gehandicaptenkaart van een overleden man? En heeft hij de journalist die hierover berichtte bedreigd met een pak slaag? En wat betekent dit voor de toekomst van de MR? Nostradamus kijkt vooruit in het blik komkommersoep.

Het verhaal in een notendop. De wagen van de chauffeur van Bouchez verzamelt boetes wanneer die voor de deur van Bouchez’ woning blijft staan. Blijkbaar gebruikt de MR-voorzitter de wagen ook zelf. De boetes stoppen wanneer er plots in diezelfde wagen een gehandicaptenkaart ligt. Daarmee mag je overal parkeren. Tot blijkt dat die bewuste kaart van een overleden man blijkt te zijn. Bouchez weet van niks, ontkent bij hoog en bij laag niets te weten van die kaart en bedreigt zelfs een journalist als hij het nieuws uitbrengt. “Hij mag het mij gerust eens komen uitleggen. Maar ik zweer je dat hij daarna zelf een kaart zal nodig hebben”, buldert George-Louis tegen de RTBf-collega van de man. Bij de RTBf zijn ze niet zo heel erg onder de indruk van de intimidatie.

Niet veel later belandt een opname van dat gesprek op de krantenwebsites. Overal weerklinkt het nieuws dat Bouchez de bullenbak nu ook journalisten met geweld bedreigt. Bij de MR zitten ze verveeld met de zaak, maar Bouchez heeft een nieuwe verklaring voor zijn uitspraak. “Het gaat om een perskaart natuurlijk! Voor wanneer ik hem een proces aan doe.” Je bent een strategisch genie of je bent het niet!

MR naar de knoppen

Je hoeft Nostradamus niet te zijn om het waarheidsgehalte van Bouchez’ verklaring te achterhalen. Uiteraard heeft hij de gehandicaptenkaart van een overledene misbruikt. Uiteraard heeft hij daarbij een vrouwelijke journaliste willen imponeren. Maar nee, hij heeft niemand niemand ernstig bedreigd. We kennen allemaal de Bouchez die zich bij een relletje achter zijn vrouw verbergt, de Bouchez die bij deelname aan ‘Special forces’ op VTM vooral uitblonk in algehele zwakte én sinds kort de Bouchez die braafjes een meerwaardebelasting slikt. Bouchez kan hoogstens overvoede borelingen bedreigen in hun slaap. De effecten zullen niet lang op zich laten wachten. En dan hebben we het heus niet over gewelddadige confrontaties. Nee, we hebben het over een onvermijdelijk onderzoek naar de geestelijke vermogens van de man. Waarna hij volledig wettelijk over een gehandicaptenkaart zal beschikken. En een week later vraagt Conner er ook één aan.

Mijn ultieme droom: een Vlaamse sociale zekerheid!

Ik ben 92, Vlaams-nationalist in hart en nieren en meer dan tevreden lid en ambassadeur van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds.

Elke Vlaming zou lid moeten zijn of worden van dit ziekenfonds dat een persoonlijke dienstverlening koppelt aan talrijke troeven en met een Vlaamse reflex.

Alleen met een eigen sociale zekerheid kan Vlaanderen bloeien. Dus volg mijn voorbeeld: word nu lid en wees een consequente Vlaming!

Mark Gabriëls, Dilbeek

ZOMERREEKS: TOPPOLITICI

Mahdi: “Ik ga de regering doen vallen na mijn vakantie”

Of we alstublieft eens willen komen naar zijn vakantieadresje? Sammy Mahdi zit in Turkije wat te bekomen van de eerste maanden Arizona. Hij is vergezeld van zijn ravissante bruid en fractieleidster in de Kamer, Nawal Farih. “Maar ik sta altijd open voor een goed gesprek”, laat hij ons lachend weten, “ik heb groot nieuws. Jullie gaan er van schrikken.” En wij naar Turkije! bruin, mij vrouw is bruin. Er is niks kleurloos aan mij. Dat kan ik u verzekeren.”

Nawal blijkt een uitstekende gastvrouw die ons thee en koekjes brengt en af en toe eens komt kijken hoe het met haar man gaat. “Dat hij zich niet te moe mag maken,” geeft ze ons nog mee als waarschuwing. “Ja mannen”, grinnikt Sammy, “pas getrouwd, hé. En ik kan u verzekeren. Zij is de leidster van mijn fractie in de Kamer. Altijd klaar en uitgerust! Ik heb mijn Playstation al in geen maanden kunnen aanraken.”

Fascinerend, meneer Mahdi. Maar u had groot nieuws?

SAMMY: “Awel ja. Het zal u wat schokken. Maar ik heb hier een studie laten uitvoeren. Een wat blijkt: de Vlaamse media zijn een bende racisten. Smeerlappen zijn het. Radicale vreemdelingenhaters. Als de Vlaamse pers moet kiezen tussen twee incompetente narcisten, zal ze steeds kiezen voor de blanke narcist. Wat zeg je daarop?”

Sorry, maar we zijn hier niet gekomen om ons te laten beledigen…

SAMMY: “Ik heb het niet over jullie hoor! Ik heb het over de VRT, de VTM, kranten,… De mainstreamers! Dat zijn de nazi’s. En ik kan het bewijzen ook. Stiekem weliswaar. Maar overtuigd. Kijk, alles wat ik zeg, krijgt pas enige waarde wanneer iemand anders het nazegt. Neem nu dat gedoe in Gaza. Ik krijg dat niet over mijn hartje om daar geen sancties in te nemen. ‘En anders zie ik niet in hoe we nog beslissingen kunnen nemen in deze regering’, zei ik dan. En dan zegt de pers: Sammy doet moeilijk. Maar als Conner zegt dat hij desnoods een wisselmeerderheid wilt gebruiken, klinkt het als: de regering gaat vallen. Hoe rijm je dat? Ik zal het u zeggen: de pers is racistischer dan Conner Rousseau en Pieter De Crem samen opgeteld.”

Misschien moet u iets duidelijker zijn in het vervolg? Conner gaat voor een wisselmeerderheid. U ‘ziet het niet in’. Dat is wat vaag.

SAMMY: “Maar nee, het is altijd zo. Over de NAVO-norm, de pensioenhervorming, de afschaffing van de werkloosheid. Het maakt niet uit wat ik zeg, het wordt pas ernstig genomen als Conner het ook zegt. Dat was al in Vivaldi zo. Als ik zeg dat die boom daar groene blaadjes heeft, bellen ze direct naar Conner om te vragen of dat wel waar is. Ik ben het beu! Ik wiI ook wel eens een regeringscrisis veroorzaken. Het is altijd Conner of Bouchez. De lokale narcisten winnen altijd! Ik heb dat eens besproken met de hoofdredacteur van De Standaard en hij zweerde dat het geen racisme was. Integendeel! Hij zei zelfs dat ik een…” ..kleurloos figuur ben?

SAMMY: “Hoe weet u dat? Zit u ook in het complot? Is het een algemene afspraak binnen alle media? Heeft u mij al eens goed bekeken? Ik kleurloos? Ik ben bruin meneer, mijn hondje is

Misschien ligt het wel aan uw partij. Die is kleurloos. Mensen geloven het niet als cd&v’ers stoere praat verkopen. Als puntje bij paaltje komt, loopt u altijd braaf in de rij.

SAMMY: “Awel, die tijd is voorbij. Nu heb ik vakantie en mag het niet van mijn vrouw, maar zodra ik terug ben in België, ga ik de regering doen vallen. Dat zal ze leren. Niemand zal nog naar Conner bellen om te vragen of het wel waar is wat ik zeg. Ik ga de 16 binnenstappen en Arizona met één voetveeg tegen de grond leggen. No more mister nice guy.”

U zit niet in de regering?

SAMMY: “Annelies Verlinden gaat mijn boodschap duidelijk brengen. Ze gaat daar een boodschap brengen die kort en snoeihard is. Of we zeggen alle relaties met Israël op of Arizona mag zijn schup afkuisen! Verkiezingen!”

Kan niet, Verlinden heeft 18 volzinnen nodig om een broodje kaas te bestellen.

SAMMY: “Niet waar! Na de vakantie valt de regering door mijn hand of ik heet niet Sammy!”

Dat staat genoteerd! Heeft u een voorkeur?

SAMMY: “Waarvoor?”

Zelf dachten we aan Dennis, of Mark. Dat vinden we prima bij u passen.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.