

Dinsdag was het precies tien jaar geleden dat de broers Kouach gewapend met kalasjnikovs de kantoren van Charlie Hebdo binnenstormden. Vijf minuten later waren twaalf medewerkers van het blad dood. Hun misdaad was het publiceren van een spotprent van de profeet Mohammed. Het idee dat mensen kunnen gedood worden omdat ze een religie voor het hoofd stoten, was al eeuwen verdwenen in Europa. Toch zijn we er in geslaagd die waanzin weer te importeren. En nu moeten we er voortdurend mee leven.
2025 werd ingezet met de aanslag in New Orleans. Vijftien nieuwjaarsvierders werden doodgereden door een man met een vlag van IS op zijn wagen. De media waren er snel bij om ons te verzekeren dat hij alleen heeft gehandeld. Er blijkt nu dat hij net voordien een bezoek aan Egypte heeft gebracht, maar dat doet er uiteindelijk weinig toe. Wie in naam van Allah ongelovigen doodt, handelt nooit alleen. Hij handelt in opdracht van een ideologie die over de hele wereld is verspreid en onmiddellijk beschikbaar is voor elke boze moslim die er gebruik van wil maken.
Ook in het land van Charlie Hebdo waart de nachtmerrie nog rond. Twee dagen voor de ver-
jaardag van de aanslag arresteerde de Franse politie twee ‘influencers’ die vanuit hun basis, een halal slagerij in Brest, op TikTok oproepen hadden gedaan om op het Franse grondgebied zoveel mogelijk mensen “levend te verbranden, te vermoorden en te verkrachten”. Nog het meest opvallende is dat feiten als deze geen groot nieuws meer zijn. Niemand vindt het ook nog vreemd dat overlevende medewerkers van Charlie Hebdo, zoals Marika Bret en Philippe Val, nog steeds permanent politiebescherming nodig hebben.
De angst is nu groter dan tien jaar geleden. De politieke correctheid ook: ik heb in de vele artikels over de herdenking van de aanslag
met een vergrootglas moeten zoeken naar de woorden ‘islam’ of ‘Mohammed’. Wie alleen de artikels van deze week over de moordpartij doorneemt, zou denken dat de mensen van Charlie Hebdo het slachtoffer werden van een onbestemde vlaag van terrorisme, die voortkomt uit een generische onverdraagzaamheid voor andere meningen. De uniekheid van de islam blijft taboe.
Godslastering
“Je suis Charlie”, hoorde men toen overal. Waar zijn al die Charlies nu? Tien jaar geleden verdedigde Jean-Luc Mélenchon, leider van de
grootste linkse partij van Frankrijk, nog ‘het recht op islamofobie’. Nu loopt hij mee in marsen tegen islamofobie en pleit hij voor een plan om islamofobie te bestrijden. Laat er geen misverstand over bestaan: een verbod op islamofobie betekent in de praktijk ook een verbod op godslastering. Ook in het VK wordt de strijd tegen de ‘islamofobie’ opgevoerd. In een ironie van de geschiedenis valt de tiende verjaardag van de aanslag op Charlie Hebdo daar samen met een plan van de regering om een officiële definitie van ‘islamofobie’ in te voeren. Dat gebeurt dan ook nog eens net op een moment (lees verder in dit blad) dat de wereld ontdekt dat niet islamofobie, maar net het omgekeerde, de angst voor islamofobie, mee verantwoordelijk is voor het meest grootschalige misbruik van kinderen in een westers land sinds de Tweede Wereldoorlog. Waar zijn de Charlies van tien jaar geleden?
JURGEN CEDER
Op 3 januari overleed op 73-jarige leeftijd voormalig topvoetballer Gille Van Binst. Voor de buitenwereld was hij vooral een icoon van Anderlecht, maar de lezers van ’t Pallieterke weten dat Gille er ook een van ons was. Van 2015 tot 2021 schreef hij wekelijks zijn leukste herinneringen neer in ons blad. Het liet de lezers niet onberoerd.
We herinneren ons nog erg goed hoe we in 2015, toch met enige schroom, met Gille afspraken in het hotel aan het kanaal in Grimbergen, waar hij toen woonde. Of hij niet voor ons zou willen schrijven. We wisten uit goede bron dat hij minstens geen afkeer zou hebben voor datgene waar we voor stonden en staan. Nadat we het eens waren geworden over de prijs - Jan Mulder verdiende veel meer, zo zei hij lachend - verschenen zijn eerste stukjes.
Tien jaar geleden was Van Binst een van de eerste medewerkers die onder eigen naam schreef. Alle anderen deden het om uiteenlopende redenen onder pseudoniem. Een bekende Vlaming die onder eigen naam stukjes schreef in ’t Pallieterke, op een moment dat we niet overal even graag gezien waren… Het is een van de vele redenen waarvoor we Gille voor altijd in ons hart zullen dragen.
In een reactie voor de VRT heeft zijn compagnon de route Hugo Broos het over hoe Gille een levensgenieter was, uitbundig, recht door zee, maar toch ook onzeker. Hij haalde het voorbeeld aan van hoe hij voor een wedstrijd meermaals van toppen op zijn voetbalschoenen veranderde omdat verschillende mensen verschillend advies gaven. Ook zo kennen wij hem. Hoe vaak vroeg hij niet bezorgd of de lezers zijn stukjes nog wel goed vonden? En of de lezers hem graag lazen. Of zoals Marleen het op pal.be in een reactie verwoordde: “Zijn bijdragen aan ’t Pallieterke, dat was het eerste waaraan ik dacht, toen ik vanmorgen dit droeve nieuws hoorde op de radio. Voetbal interesseert me eerder matig, maar Gilles schrijfsels heb ik allemaal gelezen.”
Het laatste jaar dat hij voor ons schreef, ging het steeds moeilijker. Vooral de ziekte van Parkinson eiste zijn tol. Die keer dat we hem in zijn hotelkamer gingen helpen met zijn computer, gingen onze ogen pas echt open voor wat betreft de moeite die Gille in zijn stukken stak. Gille typte elk stukje elke week zelf. Met één vinger. Het maakte zijn werk er niet gemakkelijker op, maar wel des te authentieker. Geniet op bladzijde 12 nog een laatste keer van een stukje Gille Van Binst, in een column waarin hij terugblikt op een van de hoogtepunten uit zijn indrukwekkende carrière.
Redactie & beheer: Uitgeverij ’t Pallieterke
Lagesteenweg 5 bus 1, 1850 Grimbergen
Tel. : 03-232 14 17
Abonnementen/administratie: secretariaat@pal.be
Lezersbrieven: lezersbrieven@pal.be
Abonnementen binnenland
Abonnement buitenland: 3 maanden: 58,5 euro Tarieven afhankelijk van de 6 maanden: 117 euro bestemming. Alle inlichtingen 1 jaar: 234 euro op de kantoren. Steunabo 1 jaar: 350 euro
Het abonnementsgeld kan overgeschreven worden op volgend rekeningnummer met vermelding van uw naam en adres: BE82 4096 5194 9168 BIC KREDBEBB
Elke week op donderdag in uw krantenwinkel
Oud-hoofdredacteurs: Bruno De Winter (1945-1955, stichter), Jan Nuyts (1955-2000), Leo Custers (2000-2010), Karl Van Camp (2010-2020) Kernredactie: Wart Van Schel (hoofdredacteur), Jurgen Ceder, Simon Segers, Wannes Neukermans, Anton Schelfaut, Karl Van Camp Verantwoordelijke uitgever: Wart Van Schel Foto's: Belga, Photonews, Shutterstock
Politicologen en Wetstraatjournalisten ergeren er zich aan dat de federale regering in wording geen optimisme zal uitstralen, dat het geen enthousiasmerend project zal zijn. Vraag is of dat überhaupt nodig is, gezien de budgettaire uitdagingen, de profileringsdrang van een aantal politieke kopstukken en het communautaire spook dat snel weer zal opduiken.
Formateur Bart De Wever (N-VA) noemt de kansen op de vorming van een federale regering 50/50. Volgens de Franstalige krant La Libre Belgique is dat gezien het structureel pessimisme van de Antwerpse burgemeester al een hele prestatie. Zonder verder echt diep in te gaan op diens voorspelling of kansberekening. In Vlaanderen ligt dat blijkbaar anders. Ondanks de lange formatie die tergend traag verloopt, hoopt men daar op een of andere opstoot van optimisme. Kortom, de federale regering zou met een zogezegd optimistisch en ‘wervend project’ moeten komen. Van de Wetstraatjournalisten zou je kunnen verwachten dat dit een logische reactie is op een afstompende periode waarin er soms dagenlang amper of geen nieuws te melden viel.
ONDER GUY VERHOFSTADT MASKEERDE OPTIMISME STRUCTUREEL WANBELEID
Maar wat te denken van de politicologen die recent een duidelijke boodschap hadden? Meer bepaald Carl Devos (Universiteit Gent) in zijn recentste column in het Laatste Nieuws: “Zeker is wel dat ook deze formatie sporen zal nalaten. Vivaldi bewees hoe belastend dat kan zijn. De komende jaren worden sowieso lastig, voorlopig vindt Arizona geen enthousiasmerend narratief, de teneur is eerder neerslachtig en defensief. Nochtans hebben burgers en de meerderheid nood aan een bevrijdend verhaal. Een regering vormen is één zaak, deze tot 2029 draaiende houden, vergt een constante concentratie en concertatie.”
Optimisme maskeerde wanbeleid
Meer algemeen heerst een soort heimwee naar de jaren onder Guy Verhofstadt, Charles Michel en zelfs Alexander De Croo die met een optimistische boodschap de Wetstraat 16 binnenstapten. Dat is inderdaad leuk op het vlak van communicatie en bij sommigen zal dat optimisme ook zorgen voor een goed gevoel, maar blijkbaar is het geheugen zeer kort. Wie wil naar die tijd terug? Onder Guy Verhofstadt (1999-2007) maskeerde dat optimisme structureel wanbeleid. We moeten het niet herhalen, maar doen het toch: er werd 27 miljard euro die als buffer werd aangelegd om de vergrijzing te betalen door de gootsteen gejaagd aan vooral hogere uitkeringen en deels belastingverlagingen. Er was de ‘sale and lease back’-operatie met de verkoop van staatseigendom om die vervolgens terug te huren. We betalen er nog voor. Over het lege Zilverfonds zullen we maar zwijgen. Neen, het wervend project van rond de eeuwwisseling was een regelrecht drama.
HET LANCEREN VAN DE NODIGE HERVORMINGEN ZOU AL EEN SUCCES KUNNEN WORDEN GENOEMD
Het optimisme van de regering-Michel was minder ergerlijk, maar de politiek relatief homogene centrumrechtse Zweedse coalitie realiseerde een stuk minder dan men kon verwachten. Dat er überhaupt hier en daar verwezen wordt naar de Vivaldi-regering als ‘wervend project’ bij het aantreden, is echt onbegrijpelijk. Hoogstens kan men respect opbrengen voor de manier waarop de coronacrisis in het begin werd aangepakt. Daarna was de regering-De Croo een totale ramp met als gevolg dat de huidige ploeg meer dan 20 miljard
euro moet saneren. Op vier jaar tijd - één van de pistes van de Europese Commissie - is die opdracht loodzwaar. Op zeven jaar mét hervormingen iets minder, maar dat is het dan.
Hervormingen lanceren is al een succes
Hier komen we tot de kern van de zaak: de taak van de volgende federale regering is de overheidsfinanciën opnieuw op orde krijgen. En dat kan in eerste instantie gebeuren dankzij hervormingen op de arbeidsmarkt, die meer mensen aan het werk zetten. Daarnaast is er de pensioenuitdaging en het ligt voor de hand dat er maatregelen genomen moeten worden die leiden tot langere loopbanen en minder royale ambtenarenpensioenen, in de hoop dat het systeem niet kantelt. Misschien leven de Wetstraatjournalisten en politicologen in een parallel universum, maar daar is inderdaad nog nooit niemand vrolijk van geworden. Daarom mogen we ervan uitgaan dat het lanceren van de hervormingen al een succes kan worden genoemd. De geschiedenis leert dat die na een paar jaar al duidelijk het nodige effect ressorteren.
Wie doet de regering vallen?
Wat dat laatste betreft, is het dan wel begrijpelijk dat sommige politieke waarnemers verwachten dat een Arizona-regering de rit niet uitdoet tot in 2029. Ofwel laat de N-VA de regering vallen zoals onder Michel met het Marakkesh-pact door ergens in 2026 de stekker eruit te trekken en naar nieuwe verkiezingen te gaan, waardoor de verschillende verkiezingen niet meer samenvallen. Dat is een oude Vlaams-nationalistische eis.
ALS HET OP HET VORMEN VAN COALITIES AANKOMT, IS DE IDEOLOGISCHE REFLEX VAN BOUCHEZ VER WEG
Nu, het kan ook zijn dat andere politieke kopstukken de regering doen vallen door interne ruzies. Een Georges-Louis Bouchez (MR) zou er zijn hand niet voor omdraaien, goed wetende dat hij de electorale zege van zijn partij in 2024 nog eens kan overdoen. Bouchez profileert zich als een rechts-liberale hardliner, maar als het op het vormen van coalities aankomt, is de ideologische reflex ver weg. Niet te vergeten dat Bouchez er in 2020 geen problemen mee had om een as te vormen met de vermaledijde groene partijen en zo Vivaldi in de steigers te zetten.
Brussel als bindmiddel of splijtzwam?
Een thema dat momenteel volledig afwezig is, is het communautaire. En wie de Belgische politieke geschiedenis een beetje kent, weet dat dit slechts tijdelijk is. De Vlaams-Waalse tegenstellingen duiken vaak onverwachts op. Al zit er nu een dossier aan te komen dat voorspelbaar is en een effect kan hebben op de werking en de samenhang van de federale regering: Brussel. Men slaagt er daar maar niet om een regering te vormen, en dat voor een beleidsniveau dat quasi failliet is. De Arizona-regering zal er zich moeten over buigen. Alleen: betekent dit dat Brussel onder een soort van financieel-economische curatele wordt gesteld? Geen probleem voor de Vlaamse partijen, maar allesbehalve evident voor de MR en Les Engagés.
‘Grooming gangs’ is een eufemisme. ‘Grooming’ verwijst naar de wijze waarop de meisjes worden gelokt. Vlotte knapen verleiden minderjarige meisjes, geven hen drank en drugs, en trekken hen langzaam mee in een nachtmerrie van verkrachting en prostitutie. ‘Drug, rape, prostitution and torture gangs’ zou een volledigere omschrijving zijn.
Netflix wijdde vorig jaar een serie aan het misbruik van enkele tientallen kinderen, eind vorige eeuw, in het Franse plaatsje Outreau, wat toen werd beschreven als het ‘grootste geval van kindermisbruik in Frankrijk’. Het is nog wachten op een serie over het veelvoud aan slachtoffers in Rotherham en andere steden in het VK.
In 2004 maakte de BBC een reportage over de rechtse British National Party. Een journalist was in de partij geïnfiltreerd met de bedoeling zoveel mogelijk schadelijke uitspraken te kunnen optekenen. Op een besloten vergadering werd toen gesproken over de activiteiten van Pakistaanse ‘grooming gangs’. Dat werd toen afgedaan als ‘extreemrechtse onzin’, tekenend voor het ‘racistische’ karakter van de BNP. Het zou nog jaren duren voor zou blijken dat de waarheid een stuk erger was dan zelfs de BNP-leden vermoedden.
Toen socialisten nog met de arbeiders begaan waren
De eerste politici die openlijk de kat de bel aanbonden, kwamen van links. Socialistisch parlementslid Ann Cryer had geloofwaardige geruchten opgevangen over 12- en 13-jarige meisjes, allemaal uit blanke arbeidersgezinnen, die in Bradford werden verkracht en geprostitueerd door Pakistaanse bendes. Ze was eerst ongerust dat de BNP profijt zou kunnen trekken van dat verhaal, maar in 2008 werd ze toch de eerste publieke figuur die het probleem durfde aankaarten. Cryer behoort tot een oudere generatie van socialisten. Ze kende de arbeidersgezinnen. Ze gaf om hun problemen. Ze hing voor haar verkiesbaarheid niet af van islamitische kiezers.
Cryer werd niet bedankt voor haar moed. Ze moest ontdekken dat de Britse kranten niet bijzonder geïnteresseerd waren in het verhaal. Linkse commentatoren beschuldigden haar zelfs van racisme. Ze kwam op de zwarte lijst van de organisatie Islamophobia Watch terecht. De Londense burgemeester Ken Livingstone riep haar op het matje. Ze kreeg zelfs een tijd politiebewaking.
In 2011 was het Jack Straw die de politiek correcte meute over zich heen kreeg. De voormalige minister had verklaard dat Pakistaanse bendes blanke meisjes blijkbaar als ‘easy meat’ zien. Zijn eigen Labour-partij noemde het ‘fout’ dat hij een bepaalde gemeenschap viseerde.
Daarna was Sarah Champion, socialistisch parlementslid voor Rotherham, aan de beurt. In een vrije tribune die ze schreef voor The Sun zorgde één paragraaf voor opschudding: “Groot-Brittannië heeft een probleem met Britse Pakistaanse mannen die blanke meisjes verkrachten en uitbuiten. Zo. Ik heb het gezegd. Maakt me dat een racist? Of ben ik gewoon bereid om dat afschuwelijke probleem bij naam te noemen?” Champion werd door haar partij gedwongen die woorden weer in te trekken. Ze moest ook ontslag nemen uit het schaduwkabinet van Jeremy Corbyn.
Pakistanen
Lokale onderzoeken, meer bepaald in de stadjes Rotherham en Telford, brachten eindelijk enige systematiek in de zoektocht naar de waarheid. In Rotherham blijken minstens 1.400 meisjes te zijn verkracht en geprostitueerd, sommigen niet ouder dan 11 jaar. In Telford schat men het aantal slachtoffers rond de duizend. Hoeveel meisjes werden misbruikt in de andere steden, is nog niet berekend, omdat er geen enkel onderzoek naar wordt verricht
WELKE VAKJES OP JULLIE AGENDA VAN VERONTWAARDIGING ZIJN NOG NIET AANGEVINKT?
De dadergroepen bestaan voornamelijk uit Pakistanen (84 procent van de veroordelingen), met af en toe de betrokkenheid van enkele andere moslims (hoewel ontkenners dat cijfer proberen te verdrinken in de algemene statistieken over pe-
dofilie, waarin uiteraard ook vele Britse Sven Pichals zitten). De slachtoffers zijn meestal blank, maar af en toe worden ook hindoes en sikhs door de bendes misbruikt. Dat gegeven laat vermoeden dat racisme en religieus geïnspireerde minachting een belangrijke rol spelen bij de keuze van de slachtoffers. Een ongeïnteresseerde pers
Ook na die rapporten bleven de Britse pers en politiek hun uiterste best doen om dit eigenlijk reusachtige schandaal zo weinig mogelijk aandacht te schenken. De Vlaamse pers deed uiteraard hetzelfde. Met de zoektermen ‘Oldham’ of ‘grooming gangs’ vond ik niets in het persoverzicht van de laatste jaren, tenzij in artikels van ’t Pallieterke. De VRT bracht in 2022 wel een reportage over de armoede in Oldham, maar wist blijkbaar niets over het massale kindermisbruik. De enige keer dat een deel van Vlaamse pers even wakker schoot, was in 2022 bij de publicatie van het rapport over Telford, om dat daarna zo snel mogelijk te vergeten. Ik heb een vraag voor de Vlaamse journalisten. Dit is veel meer dan Gisèle Pelicot. Dit is zelfs van een hogere categorie, en zeker veel recenter, dan het misbruik van kinderen door dienaars van de kerk. Dit is het meest grootschalige kindermisbruik uit de naoorlogse geschiedenis van Europa. Alle slachtoffers zijn meisjes, alle daders mannen. De slachtoffers komen ook nog eens allemaal uit kwetsbare, arme gezinnen. Welke vakjes op jullie agenda van verontwaardiging zijn nog niet aangevinkt?
Labour weet zich geen weg met het probleem
In de Britse pers en politiek borrelde het thema van de grooming gangs af en toe op, om telkens weer weg te deemsteren. Het werd nooit een volwassen schandaal, zoals de zaak-Dutroux bij ons. Begin dit jaar is de etterbuil dan toch gebarsten. De aanleiding was de vraag van het getroffen stadje Oldham aan de Britse regering om een onderzoek in te stellen naar de activiteiten van de grooming gangs. Jess Phillips, de socialistische minister bevoegd voor geweld tegen vrouwen, heeft geweigerd op die vraag in te gaan. Oldham moet dat maar zelf onderzoeken, zegt ze
DE VRT BRACHT IN 2022 EEN REPORTAGE OVER DE ARMOEDE IN OLDHAM, MAAR WIST BLIJKBAAR NIETS OVER HET MASSALE KINDERMISBRUIK
De regering-Starmer heeft sedert haar aantreden reeds enkele tientallen onderzoeken naar mistoestanden bevolen, maar blijft het massale misbruik van duizenden minderjarigen meisjes in tientallen steden afdoen als een lokaal probleem. Vervelend voor de Britse regering is ook dat de premier verantwoordelijk was voor het vervolgingsbeleid van 2008 tot 2013. Hij is dus mee verantwoordelijk voor de lakse aanpak van de verkrachtingsbendes. Pelicot
Jess Phillips is nochtans een feministe. Ze sprak recentelijk haar bewondering uit voor de moed van Gisèle Pelicot, de Franse vrouw die door haar man werd gedrogeerd om haar te laten verkrachten door tientallen mannen. Dat verhaal levert al maanden nieuws. Ook de Franse president, de bondskanselier van Duitsland en de Spaanse premier hebben al publiekelijk hulde gebracht aan Gisèle.
Nog niemand van enig aanzien heeft al zijn steun uitgesproken voor de duizenden misbruikte meisjes in het VK. Niet voor Ruby, die sinds haar twaalfde 100 keer is verkracht. Niet voor Sarah, die al op haar veertiende klacht had ingediend wegens verkrachting, maar nadien nog gedwongen
werd tot een islamitisch huwelijk met haar verkrachter, in aanwezigheid van de straathoekwerker. Voor Lucy is het zelfs helemaal te laat. Ze was 14 toen ze een kind baarde van haar verkrachter. Wanneer ze ontsnapte, stak Azhar Ali Mahmoor het huis waar ze met haar moeder woonde in brand. Lucy, intussen 16 en weer zwanger, kwam samen met haar zuster en moeder om.
Moedige journalistiek
Veel van die gevallen kennen we door het uitstekende journalistieke werk van Charlie Peters. Hij woonde in november het proces bij van zeven mannen met oosterse namen. Ze werden berecht voor het jarenlange misbruik van minderjarige meisjes. Een van de slachtoffers getuigde. Ze werd op haar dertiende voor het eerst verkracht. Nog voor ze 16 was, hadden zich al 150 mannen aan haar vergrepen. Peters vroeg zich af waarom de rechtszaal, die normaal bomvol journalisten zit, deze keer leeg was
DE HELE WERELD ONTDEKT NU DE OMVANG VAN EEN GRUWEL DIE HET BRITSE BESTEL AL TWEE DECENNIA PROBEERT TE NEGEREN
Peters heeft zich het laatste jaar in de problematiek van de grooming gangs verdiept en er verschillende reportages aan gewijd op GB News. Het koninginnenstuk was een artikel in The Telegraph van 4 januari dat duizenden reacties kreeg. Daar haalde ik de namen van de hogergenoemde meisjes. Peters bracht ook uit dat de grooming gangs niet alleen actief zijn in Rotherham, Rochdale, Telford, Huddersfield, Bristol, Middlesbrought, Oxford en Oldham, maar ook in 50 andere Britse steden. Het aantal slachtoffers moet in de grootteorde van duizenden, mogelijk tienduizenden, liggen. Het werk van Peters en enkele andere onderzoekjournalisten begint vrucht af te werpen. Buiten het VK was er nauwelijks aandacht voor het massale, georganiseerde kindermisbruik. Eind vorig jaar veranderde dat toen de sociale media wakker werden, onder andere door het uitlekken van gruwelijke details van een aantal misbruikdossiers. De kwestie kwam in een stroomversnelling door de weigering van de Britse regering om een onderzoek in te stellen. Wanneer Elon Musk zich moeide en de teksten van Peters tweette, was het hek van de dam. De hele wereld ontdekt nu de omvang van een gruwel die het Britse bestel al twee decennia probeert te negeren.
Een samenleving die het niet wilde zien
Dit grootschalige, georganiseerde misbruik is enkel kunnen ontstaan en gedijen in een samenleving die weigerde om het te zien. Alle niveaus werden verlamd door de angst om racisme aan te wakkeren of om zelf van racisme beschuldigd te worden. In de rapporten van Rotterham en Telford staan citaten van hooggeplaatste politieagenten die zegden de zaak liever te negeren dan ‘spanningen tussen de gemeenschappen’ uit te lokken.
Ook ambtenaren, lokale politici - bijna alle besturen in deze gemeenten zijn Labour - en zelfs mensen die instonden voor het welzijn van kinderen, grepen niet in. Het rapport over Rotherham stelt: “Verschillende personeelsleden legden uit dat ze bang waren om de etnische afkomst van daders aan te geven uit angst voor racist uitgemaakt te worden; anderen herinnerden zich duidelijke instructies van hun managers om dat niet te doen.” Tot op heden is geen enkele politicus, ambtenaar of politieagent gesanctioneerd wegens medeplichtigheid.
Er zal nu weer veel kritiek komen op Musk, die in zijn tweets zegt dat Jess Phillips eigenlijk in de gevangenis thuishoort en het ontslag van Starmer eist, maar hopelijk zal zijn stok in het hoenderhok de Britten nu eindelijk verplichten om in het reine te komen met een verdrongen trauma, tevens het grootste nationale schandaal van de laatste 70 jaar.
JURGEN CEDER
©
Quasi alle media-aandacht gaat tegenwoordig naar ’s werelds rijkste burger Elon Musk, maar in de omgeving rond de Amerikaanse president-elect Donald Trump bewegen zich nog andere puissant rijke figuren. Zoals de superlibertair Peter Thiel. Een portret.
Is het luie journalistiek? Of een manier om veel kliks te genereren op de webstek en zo bepaalde ‘targets’ te halen? Feit is dat zowat elk bericht dat Tesla-topman Elon Musk op zijn sociaal medium X gooit door kranten en andere media hier te lande plat wordt geanalyseerd. Zijn commentaar op het wegkijken van de Britse regering en politici van het migrantengeweld kreeg recent de meeste aandacht.
THIEL ZETTE DRUK OM DE NEIGING RICHTING LINKS-LIBERAAL DENKEN VAN FACEBOOK BIJ TE STUREN
Voordien was er Musks oproep aan de Duitsers om voor het radicaal-rechtse Alternative für Deutschland (AfD) te stemmen. ‘Inmenging in de nationale politiek’ was de reactie. Veel diepgaander waren de analyses niet. Nochtans is die steun van een libertair als Musk, die voorstander is van een minimale staat, toch wel paradoxaal. AfD heeft eerder een conservatief imago en pleit voor een sterke staatstussenkomst. Wat voor die partij trouwens deels te verklaren is door de sterke inplanting in de voormalige DDR.
Musk is economisch gezien inderdaad meer dan wat de linkerzijde een ‘neoliberaal’ noemt, maar eerder een libertair die dus de overheidstussenkomst tot een absoluut minimum wil beperken. Getuige daarvan zijn plannen om de Amerikaanse overheidsdiensten fel af te bouwen.
Durfkapitalist en technologienerd
Menig journalist, als een konijn naar een lichtbak kijkend, beseft echter niet dat Musk niet de enige of eerste superrijke Amerikaan met libertaire ideeën is die zich achter Donald Trump schaart. Een ‘voorganger’ en geestesgenoot is de toch wel bijna even excentrieke Peter Thiel, een Amerikaan die in 1967 in Frankfurt, Duitsland, is geboren en zijn fortuin onder meer vergaarde met zijn digitale betaaldienst PayPal. Thiel bouwde via die weg een vermogen van 2,7 miljard dollar op, samen met Patri Friedman, een ondernemer en - jawel - de kleinzoon van Nobelprijswinnaar Milton Friedman. Ondertussen is Thiel 14,5 miljard dollar waard. Een aardig vermogen, al blijft hij in de schaduw van Musk met zijn 400 miljard dollar.
Thiel is al jaren durfkapitalist en investeert regelmatig in futuristische projecten die op het eerste gezicht absurd lijken. Een manier om zijn plannen een kans op slagen te geven, was aanschurken bij Donald Trump en dat nog voor zijn eerste verkiezing tot president in 2016. Thiel sprak trouwens op de Republikeinse Conventie voor die verkiezingen.
Dat kon toen nog vreemd klinken, aangezien Thiel een soort van nerd-ondernemer was uit Silicon Valley en geobsedeerd bleek door technologische vooruitgang. Een man die er ook van uitgaat dat de mens tot 120 jaar oud zal worden dankzij de biotechnologische vooruitgang. Niet direct de klassieke Trump-adept.
Wat bij de ‘alt right’-achterban van de Trumpisten vooral aansloeg, is Thiels kritiek op de multiculturele samenleving, positieve discriminatie, de slachtofferrol waarin de LGBT-lobby zich wentelt (ook al is hij zelf naar verluidt homoseksueel) en het postmoderne feminisme (‘feminazisme’, volgens hem en een aantal vrienden). Al stuurde hij in 2016 zijn discours wat bij. Belangrijker aan Thiels steun voor Trump was dat het een impact had op het sociaal medium Facebook. In mei 2016 bracht een Amerikaanse website een rapport uit waaruit bleek dat conservatieve standpunten op Facebook zouden worden gecensureerd. Daarna volgde een online campagne tegen Facebook-baas Mark Zuckerberg. Nu wil het toeval dat Thiel een van de Facebook-investeerders was die
daardoor een zitje kreeg aan de bestuurstafel. Hij regelde dan ook een ontmoeting tussen Zuckerberg en een aantal conservatieve en rechtse pro-Tump-mediafiguren als Tucker Carlson van Fox News. Waarna Zuckerberg verklaarde dat “iedereen op Facebook zich op zijn gemak moest voelen om te delen wat hij wou”. Kortom, Thiel zette druk om de neiging richting links-liberaal denken van Facebook bij te sturen. Dan ben je invloedrijk.
MUSK IS NIET DE EERSTE SUPERRIJKE AMERIKAAN MET LIBERTAIRE IDEEËN DIE ZICH ACHTER DONALD TRUMP SCHAART
Daarnaast steunde en financierde Thiel de campagne van VS-vicepresident in wording JD Vance en promoot hij in de rangen van Trump cybergeld en artificiële intelligentie. Als adept van de libertarische Ayn Rand (1905-1982) wil Thiel niet alleen een minimale staat. Hij droomt ook van gebieden in de wereld die aan elke overheidscontrole ontsnappen. Zo is hij sinds 2008 een van de drijvende krachten achter het Seasteading Institute, een onderzoekscentrum dat ernaar streeft om stadstaten op te richten op verlaten eilanden met eigen wetten en zonder staatscontrole. Men probeerde dat voor het eerst in 2010 voor de kust van San Francisco, maar dat mislukte. Toch heeft het plan om een opgespoten archipel met autonoom bestuur te stichten de afgelopen jaren weer aan populariteit gewonnen. In een interview met The New York Times in 2017 zei Thiel wel dat zo’n project “vanuit technisch oogpunt nog niet haalbaar is en nog ver in de toekomst ligt”.
ANGÉLIQUE VANDERSTRAETEN
Naar aanleiding van de tachtigste verjaardag van ’t Pallieterke op 17 mei 2025, wil de redactie het rijke verleden van dit weekblad in de kijker zetten. In deze rubriek blikken we terug op wat ’t Pallieterke in het verleden bracht.
11 januari 1968: In Kinshasa wordt honger geleden
In de eerste Diplomatieke Valies van 1968 schreef ’t Pallieterke over Congo, toen nog Kongo. Er heerste destijds een hongersnood. “Het koloniaal systeem had zeker gebreken en we verdedigen het niet”, schreef men toen. “Maar zolang België verantwoordelijk was voor de gang van zaken aan de Evenaar, waren hongersnoden onbekend.”
En verder: “Dat is des te ergerlijker omdat naast de hongersnood van de massa, een kleine minderheid fuift, eet en drinkt op een manier die alle standenverschil uit de koloniale tijd in de schaduw stelt.”
12 januari 1950: Gruwelijke bijzonderheden
Aan de koningskwestie kwam pas in 1951 een einde toen Leopold III besloot om af te treden ten gunste van zijn zoon Boudewijn, maar ’t Pallieterke dacht begin 1950 dat het op een machtsgreep zou uitdraaien. “Een machtsgreep zoals de geschiedenis er nog geen gekend heeft en die in een allergruwelijkste bloedbad zal ontaarden”, schreef men toen op de voorpagina.
13 januari 1993: Jean-Luc, superman, wonderdoener en meester-loodgieter, met een totaal fiasco!
In België van alle tijden: de stijgende staatsschuld. Zelfs Jean-Luc Dehaene kreeg ermee te maken. “Met viriele sprongen springt de werkloosheid naar recordhoogten. (…) Voeg daarbij de 5.000 geregistreerde faillissementen, de resem bedrijfssluitingen en het op hol geslagen deficit van de staat, en meteen is duidelijk waarom de dappere Belzen niet met dijengeklets naar de toekomst kijken”, schreef ’t Pallieterke. Jean-Luc Dehaene werd omschreven als een klungelende loodgieter, die in zijn “operatie van de laatste kans” een mirakel zou nodig hebben “om de terminale Belze patiënt weer op zijn benen te krijgen”.
14 januari 2009: Geen ethiek Begin 2009 slaagde advocaat Hans Rieder erin om zware criminelen vrij te krijgen wegens een procedurefout. Niemand twijfelde aan het feit dat de gangsters gedaan hadden waarvoor ze terechtstonden, maar procedurefouten in het vooronderzoek zorgden voor de vrijlating. ’t Pallieterke van 14 januari 2009 wijdde er een hele voorpagina aan. In “Geen last van ethiek” viel dit weekblad “advocaten van het genre Rieder, Mary en Van Steenbrugge” aan. “Dat op één dag tijd x stuks crapuul met een brede grijns op hun gezicht uit de gevangenis worden gezet, ervaren wij als een ongemeen grove inbreuk op ons recht op veiligheid en bescherming door de staat”, klonk het in het editoriaal.
16 januari 2013: Albert II pleit voor solidariteit De nieuwjaarsboodschap van koning Albert II - zijn laatste - veroorzaakte controverse bij Vlaams-nationalisten. Hij benadrukte immers “het belang van solidariteit binnen België”, wat gezien kon worden als een rechtstreekse aanval op het programma van de V-partijen die de transfers richting Franstalig België wilden herzien. “Jan Jambon en Barbara Pas gingen er fors tegenaan, in hun kritiek op de anti-Vlaams-nationalistische nieuwjaarsboodschap van de koning én op de rugdekking die hij onvoorwaardelijk van Di Rupo heeft gekregen”, schreef ’t Pallieterke in de rubriek Roddels uit de Wetstraat.
17 januari 1985: Met een ei naar Washington Met het NAVO-dubbelbesluit wordt in 1979 afgesproken dat 48 van de 572 Amerikaanse middellangeafstandsraketten op de vliegbasis in Florennes gestald moeten worden. Toen de plaatsing dichterbij kwam, zorgde dat voor politieke moeilijkheden in ons land. De ‘vredesoptocht’ van 1983 was de grootste betoging ooit in België en ook de partijen worstelden ermee. Enkel de liberalen hadden geen bezwaar tegen de komst van de raketten, maar partijen als de CVP waren “vierkant tegen”. Wilfried Martens en Leo Tindemans reisden als premier en minister van Buitenlandse Betrekkingen af naar Washington D.C. voor NAVO-overleg. “In Washington kunnen ze al langer hoe minder begrip opbrengen voor het getreuzel en de tweezakkerij van de staatslieden in Brussel”, klonk het in de Diplomatieke Valies. Ondanks de druk werden de raketten uiteindelijk voor een vijftal jaar op de vliegbasis Florennes geplaatst.
17 januari 1974: Mark Eyskens in de Antwerpse politiek De oudste nog levende eerste minister van dit land is Mark Eyskens (91). Zijn vader Gaston was voor hem een prominent figuur in de Vlaamse en Belgische politiek, terwijl Mark jarenlang een academisch parcours bewandelde. Al was dat misschien niet vrijwillig: “Het is een publiek geheim dat de zoon van burggraaf Gaston Eyskens, jonkheer Mark Eyskens, absoluut in de politiek wil. Jaren liep zijn vader hem daarbij voor de voeten”, schreef dit blad destijds. “En in Leuven was men bovendien van mening dat één Eyskens in de politiek al genoeg was.” Volgens ’t Pallieterke was de oplossing om Mark naar Antwerpen te doen verhuizen en hem een verkiesbare plaats te geven op de CVP-lijst. Uiteindelijk schopte Eyskens junior het op een andere manier voor enkele maanden alsnog tot eerste minister, van een regering die hij zelf cynisch omschreef als “een pedagogische demonstratie van hoe het niet moest”.
Oudejaarsavond vormde andermaal de hoogmis van het racaille in de Brusselse straten. De politie en de hulpdiensten werden aangevallen. Tientallen wagens werden in brand gestoken. De slachtoffers moeten niet alleen een andere wagen aanschaffen, maar moeten eveneens voor de takelkosten van de verkoolde wagens opdraaien. Kan het nog cynischer?
De politie werd bekogeld met molotovcocktails en de hulpdiensten werden in Anderlecht en Schaarbeek in hinderlagen gelokt. Onder aanhoudend geweld trokken de ordediensten zich verschillende keren terug. De hulpdiensten rukten honderden keren uit. Ook in een aantal Vlaamse steden was het woelig, maar Brussel spande de kroon. Onaantastbaar
De rol van de media helpt ook geen zier. In de meeste kranten en journaals bleef het bij een kort verslag van de feiten. Geen scherpe analyses, geen duiding, geen diepgravende interviews waarbij de beleidsverantwoordelijken het vuur aan de schenen wordt gelegd. Niets van dat alles. De meeste politici ventileerden hun ongenoegen en veroordeelden de feiten, maar man en paard werden niet genoemd
HET JANHAGEL HEEFT VRIJE BAAN OMDAT HET ZICH ONAANTASTBAAR WAANT
Theo Francken pleit voor het inzetten van de FN303, een niet-dodelijk vuurwapen dat gebruikt wordt door de oproerpolitie. Verder wil hij massaal huisarresten organiseren en moet de straat op het tuig worden heroverd. Dat klinkt als muziek in de oren, maar Francken draait al lang genoeg mee om te weten dat de kanker diep in het Belgische - en in het bijzonder in het Brusselse - bestel zit. Hij beseft ook wel dat zijn voorstellen niet eens een druppel op een hete plaat zijn.
Het janhagel heeft vrije baan omdat het zich onaantastbaar waant. Dat wordt helaas door de feiten bevestigd. Tijdens oudejaar werden 160 arrestaties verricht, maar het merendeel van de arrestanten zal daar gerechtelijk nooit enige hinder van ondervinden. Politie en justitie lopen al jaren de feiten achterna.
Eens te meer werd de massieve olifant in de kamer niet benoemd. Het gaat om allochtone jongerenbendes die van de algehele Brusselse chaos gebruikmaken om straatterreur te organiseren, hun positie te versterken en duidelijk te maken wie het voor het zeggen heeft in de straten.
De politie wordt gezien als een vijandelijke bezettingsmacht die niet alleen moet worden bestreden, maar ook uit bepaalde wijken moet worden teruggedrongen om de illegale economie
van plaatselijke criminele baronnen te vrijwaren. Jonge delinquenten worden permanent gerekruteerd in scholen, verloederde wijken, bij asielzoekers en de vele duizenden illegalen. Ziekmakend
Brussel telt steeds meer verpauperde wijken en criminele hotspots waar de politie de controle steeds meer verliest. Nu en dan brengt de politiek correcte media daarvan een glimp in beeld, maar buiten het beeld van de camera ondergaat de man in de straat dagelijks de straatterreur, de ziekmakende sfeer. Ouders moeten tussen de druggebruikers, de schietpartijen en de tonnen afval door hun kinderen opvoeden. Verbijsterend zijn de verhalen van Brusselaars die getuigen hoe drugsbendes met wagens straten afzetten en uitkijkposten organiseren, terwijl de dealers rustig hun slag kunnen slaan. Of hoe een drugsdealer op het Bethlehemplein een kraampje kan opzetten, terwijl een lange rij klanten wacht tot wanneer het hun beurt is om drugs te kopen.
De basisveiligheid kan niet enkel op oudejaar niet worden gegarandeerd, maar is een acuut probleem van elke dag. Heel wat buurtcomités trekken al jaren aan de alarmbel. Onlangs slaakten drie bankdirecteurs een wanhoopskreet: “Er lijkt toch
zo weinig te gebeuren!” Het beeld van Brussel als hoofdstad van Europa en als venster op de wereld druipt van de ongeloofwaardigheid.
In Het Laatste Nieuws wijst Jeroen Bossaert met een beschuldigende vinger naar de Franstalige socialisten. Ze leveren al twintig jaar lang de minister-president en in de grootste probleemwijken de burgemeesters. “De erfenis van al die rode baronnen is bedroevend, maar enige gêne is de PS vreemd”, schrijft Bossaert. De ‘racistisiche’ N-VA werd door Laaouej uitgeroepen tot grootste vijand van Brussel, maar over het crapuul dat hele wijken onleefbaar maakt, zwijgt hij in alle talen. Meer zelfs, het islamosocialisme en het opengrenzenbeleid vormen het handelsmerk van de PS en liggen aan de basis van de ontsporing van de Brusselse samenleving
DE ERFENIS VAN AL DIE RODE BARONNEN IS BEDROEVEND, MAAR ENIGE GÊNE IS DE PS VREEMD - JEROEN BOSSAERT-
Uiteraard kan de criminaliteit in Brussel niet los worden gezien van de versplintering van Brussel, de autosegregatie van heel wat gemeenschappen, de onwil om te integreren, de enorme afstand van heel wat allochtone gemeenschappen met onze cultuur, islamitisch integrisme dat het vijandsbeeld tegenover het Westen cultiveert, de schooluitval, de toenemende verpaupering, de illegale economie,… Het vormt een gevaarlijke cocktail waardoor de situatie in Brussel explosief wordt. Oplossing
Tegen die achtergrond voltrekt zich de budgettaire ineenstorting en de onbestuurbaarheid van het Gewest. Om het Brussels Hoofdstedelijk Gewest enigszins bestuurlijk te maken, is er nood aan een sterk doorgedreven institutionele vereenvoudiging en een afbouw van het aantal mandatarissen. De wil om te hervormen ontbreekt bij de Brusselse Franstaligen. Maar als de financiële nood het hoogst is, is de oplossing mogelijk nabij. Als Brussel via de federale kassa wil passeren, kunnen vergaande hervormingen worden geëist. Al blijft het uitkijken hoe het de komende weken met Arizona uitdraait, want bij een mislukking zijn er zowel op federaal als op Brussels niveau alternatieven mogelijk en dreigt alles bij het oude te blijven. Het zou links in Brussel goed uitkomen.
JULIEN BORREMANS
De onvoorspelbaarheid van de volgende president van de Verenigde Staten maakt dat 2025 zich voorlopig aankondigt als een hoogst onzeker jaar. Tel daar de aanslepende federale formatie in eigen land bij, de aanstaande verkiezingen in Duitsland en de politieke problemen in Frankrijk, en het resultaat is veel onrust. Voor een partij als de PVDA zouden dit gouden tijden moeten zijn, maar de communisten hebben hun eigen problemen.
2024 verliep niet zoals verwacht of gehoopt voor de communisten van de PVDA. In juni was er winst in Vlaanderen, maar de echte doorbraak bleef uit, terwijl de partij in Wallonië zelfs tegen een verlies aankeek. Met de winst in Brussel viel dan weer niets aan te vangen. Na oktober werd de PVDA in Vlaanderen zowel in Zelzate als in Borgerhout aan de deur gezet, maar daar stond tegenover dat ze wel mee in het bestuur mocht in Bergen, Vorst en Sint-Jans-Molenbeek. Dat laatste gebeurde wel in het volle besef dat men er beschouwd wordt als de minst ongewenste partij om een coalitie mee aan te gaan, en alle drie de gemeenten hebben ernstige financiële en andere problemen.
“Strijdbaar en hoopvol”
Op de webstek startte partijvoorzitter Raoul Hedebouw het jaar met een oproep tot verzet tegen een toekomstige regering-De Wever. Het alternatief van de partij is gekend: het geld halen waar het zit, dat wil zeggen bij de grootaandeelhouders, de speculanten en de bankiers, met een miljonairstaks die de 1 procent rijksten zou moeten belasten. “Ik reken op jullie steun, voor een strijdbaar en hoopvol 2025”, zo sluit Hedebouw zijn boodschap af, en wie nog wat verder surft op de webstek merkt snel dat strijdbaarheid voorlopig nog geen schaars goed is bij de communisten. Maar echt hoopvol lijkt de partij toch niet.
Zoals gezegd, bleef de partij bij de verkiezingen onder de verwachtingen en de opiniepeilingen beloven voorlopig geen beterschap. Maar in Wallonië zitten zowel de PS als Ecolo opnieuw
in de oppositie, en ook in Brussel zou het wel eens kunnen dat de PS in de oppositie blijft. Daarmee beschikt de PTB in Franstalig België niet meer over het monopolie op de linkse parlementaire oppositiestem
Maar ook internationaal zit het de partij niet mee. In Frankrijk is het linkse blok nog maar eens uiteen aan het vallen, terwijl in Duitsland Die Linke uit het parlement dreigt te verdwijnen en Sahra Wagenknecht waarschijnlijk niet voor de grote doorbraak zal kunnen zorgen.
Mertens in de VS
Begin december is ex-voorzitter Peter Mer tens in New York nog de Engelstalige versie van zijn laatste boek ‘Muiterij’ gaan voorstellen. Maar ook daar stelt men met grote frustratie vast dat vooral rechts de onrust bij de bevolking weet te capteren en om te zetten in verkiezings overwinningen. Uiterst links zit in de VS in het defensief, en woke, dat de PVDA probeerde aan te boren, is er meer dan ooit ‘broke’.
Na de verkiezing van Donald Trump is de grote vrees bij de communisten nu vooral dat de volgende Amerikaanse president een han delsoorlog met China op gang zal trekken. De
partij uit zich daarbij vooral bezorgd om het lot van zowel de Amerikaanse als de Europese arbeiders die moeten vrezen voor een stijgende levensduurte als gevolg van de hogere toltarieven. Tussen de lijnen lezen we echter veel frustratie over de algemeen toegenomen vijandigheid tegenover China. We kunnen ons daarbij niet van de indruk ontdoen dat men zelfs bij de PVDA er niet aan twijfelt dat bij een eventuele handelsoorlog uiteindelijk China aan het kortste eind zou trekken.
Blinde vlekken
Maar we zien ook veel blinde vlekken op de webstek van de PVDA. Over de fraude met leeflonen in Anderlecht vonden we slechts één
rige jaren bleef de partij daarover opvallend stil. Wat Iran betreft, maakt de partij zich vooral zorgen over de agressieve politiek die Trump van plan is te voeren tegen het land. Enige kritiek op het land is niet mogelijk zonder tegelijkertijd ook een oproep voor nog hardere maatregelen tegen Israël. Dat dat land meer en meer aan de winnende hand lijkt in Gaza, is ook al geen goed nieuws voor de PVDA. En dan zijn er natuurlijk nog Venezuela en Cuba, beide landen die stilaan aan het einde van hun Latijn zijn. Geen verkeerd woord over de falende regimes of de politieke onderdrukking in die twee landen, wel over de sancties die de VS blijft handhaven en die onder Trump misschien nog uitgebreid zullen worden. Maar Syrië leert dat het plots snel kan gaan met falen
Sociale huisvesting Private huisvesting
Tijdens de Vlaamse formatiegesprekken botsten N-VA, cd&v en Vooruit over een stukje software dat al tien of vijftien jaar bestaat. Het ging over de REMI-tool. REMI staat voor Referentiebudget Menswaardig Inkomen. Veel OCMW’s gebruiken de REMI-tool om de behoeftigheid van hun cliënten in te schatten. Iedereen doet geheimzinnig, maar eigenlijk ging de discussie over geld.
Het kan klinken als een vorm van micromanagement om bij het onderhandelen over een Vlaams regeerakkoord te bakkeleien over een hulpmiddel dat al jaren in gebruik is bij vele Vlaamse OCMW’s. Minister Jo Brouns van cd&v was verbaasd dat erover onderhandeld werd. Voor de N-VA-onderhandelaars was de REMI-tool veel te genereus en moest die op de schop of streng aangepast worden. Voor Vooruit was de tool onmisbaar voor de sociale assistenten en kon er geen sprake van zijn om zo indirect de extra voordelen of uitkeringen bovenop het leefloon te korten. Uiteindelijk gaf de N-VA toe. Wetenschappelijke benadering
Toch blijft het een raar verhaal. Waarvoor dient de REMI-tool? Het is een databanktoepassing die referentiebudgetten op maat van elk gezin kan berekenen. Een budgetcalculator met als doel een Referentiebudget Menswaardig Inkomen (REMI) dus. Het acroniem is ook een verwijzing naar het hoofdpersonage Remi uit de jeugdroman ‘Alleen op de wereld’ (Sans famille) van Hector Malot. Bij de berekening spelen allerhande factoren mee, zoals de aard van de gemeente (landelijk of stedelijk, bijvoorbeeld) of de soorten kosten waar die cliënten van het OCMW mee te maken krijgen. Zijn ze gezond, hebben ze kinderen, zijn ze ouderen, zijn er integratieproblemen,… De uitkomsten van de tool zijn referentiebudgetten. Zo’n referentiebudget is een geprijsde korf van goederen en diensten. Het geeft aan welk bedrag een persoon of huishouden ‘minimaal nodig heeft om alle uitgaven te bekostigen die nodig zijn om volwaardig aan de samenleving te kunnen deelnemen’. We praten dan over voeding, kleding, huisvesting of ontspanning.
IN DE PRAKTIJK BETAALT DE FEDERALE OVERHEID DUS DIKWIJLS 80 PROCENT VAN DE KOSTEN VAN DE LEEFLONEN
Theoretisch gezien zijn die referentiebudgetten een wetenschappelijke benadering van de armoedebestrijding. Door alle inkomsten van gezinnen te vergelijken met hun noodzakelijke uitgaven, kan een OCMW zijn dienstverlening afstemmen op de daadwerkelijke behoeften van zijn cliënten. Het doel is de financiële hulpverlening gelijkwaardiger en sociaal rechtvaardiger te organiseren. Tot zover de theorie.
Want de REMI-tool zou ook ingezet kunnen worden om buitensporig hoge leeflonen, uitkeringen enzovoort af te toppen. Iedereen kent de verhalen over gezinnen die met leeflonen, kindergeld, sociaal tarief en andere vergoedingen zeer hoge inkomens genieten. De berichten op X door Theo Francken (NVA) het afgelopen jaar met voorbeelden zorgden voor heel wat polarisering. Om exorbitante budgetten af te toppen, dient volgens alle betrokkenen de REMI-tool uiteraard niet.
Francken postte in mei in een reactie op de hoofdredacteur van De Standaard:
“Het gezin X bestaat uit 5 personen waaronder twee ouders en de drie kinderen van 20, 19 en 10. Het gezin kwam zich hier in maart 2022 aanmelden. Zij zijn gevlucht uit Oekraïne. Het gezin ontvangt een leefloon van ons OCMW. U kan hieronder een opsomming van de inkomsten terugvinden:
- Moeder: 1.600,03 euro/maand (leefloon gezinshoofd)
- Dochter 1: 789,29 euro/maand (leefloon student)
- Dochter 2: 789,29 euro/maand (leefloon student)
Het gezin opent ook het recht op een eenmalige installatiepremie ten bedrage van 1.600,03 euro bij vertrek uit de doorgangswoning van het OCMW. Zij openen eveneens het recht op een maandelijkse huursubsidie van enkele honderden euro bij verhuis naar een nieuwe huurwoning.
Die rechten worden opgevolgd door de woonbegeleider van onze dienst. Het gezin maakt ook aanspraak op de huurwaarborglening van het Vlaams Woningfonds. Het betalen van de huurwaarborg is dus geen enkel probleem.
Het groeipakket voor het gezin bedraagt maandelijks 520 euro.”
4.000 euro gratis geld
Kortom, het gezin X krijgt maandelijks 1.600,03 + 789,29 + 789,29 + 520 = 3.698,61 euro. Plus een maandelijkse huursubsidie van een paar honderd euro. Dus samen bijna 4.000 euro per maand voor dit gezin. Én de huurwaarborg én een eenmalige installatiepremie van 1.600,03 euro.’
De REMI-tool werd ontwikkeld door de Thomas More Hogeschool in Geel. Aanvankelijk op vraag van het OCMW van Geel. Het beantwoordt aan een nood vanuit de praktijk. OCMW’s kopen een licentie en de sociale assistenten berekenen per cliënt. Momenteel is de REMI-tool ruim 10 jaar in gebruik bij steeds meer gemeenten. De federale regering in lopende zaken wil de overige OCMW’s stimuleren om op basis van het REMI-systeem aanvullende financiële steun te voorzien voor huishoudens die over een ontoereikend inkomen beschikken. En hier zit natuurlijk het addertje onder het gras: dat ontoereikend inkomen gaat immers niet enkel over leeflonen, maar eveneens over een inkomen uit elke andere vorm van pensioen, bijstand, uitkering of arbeid.
GPMI
De federale overheid geeft de gemeenten geld om de REMI-tool te gebruiken. Ze doen dat niet zonder voorwaarden. Die aanvullende financiële federale steun veronderstelt het meewerken aan een activeringstraject op maat. Dat activeringstraject is daarbij niet noodzakelijk een bestaand GPMI, maar doorgaans wel. Het GPMI is het ‘geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie’. De POD Maatschappelijke Integratie betaalt extra aan de gemeente die het leefloon uitkeert voor de moeite die ze doen om de ontvanger te activeren. Het OCMW krijgt dan 10 procent van het leefloon extra gefinancierd door de federale overheid.
Hoe werkt dat? De leefloontrekker tekent een overeenkomst met het OCMW om te studeren, te solliciteren enzovoort om op termijn een normaal inkomen te kunnen verwerven en zo op eigen benen te staan. Per GPMI-contract ontvangt het OCMW 10 procent extra financiering van het leefloon vanop federaal niveau (de POD MI). In Antwerpen gaat dat over meer dan 40 procent van de uitgekeerde leeflonen, maar ook in Anderlecht gaat het om vergelijkbare cijfers. Niet elk OCMW volgt die GPMI-contracten daadwerkelijk op, want de POD MI controleert niet op grote schaal. In de praktijk sturen veel OCMW’s gewoon het contract door om meer financiering te krijgen. Dat verklaart waarom de cijfers van de GPMI bijna gelijklopen met het aantal leefloontrekkers tussen 18 en 65 dat niet naar school gaat of niet geschorst is door de VDAB of de RVA.
De totale uitgaven voor leeflonen van de federale overheid bedragen ongeveer 1,34 miljard euro per jaar. En wie wat krijgt onder de steden en gemeenten hangt af van verschillende parameters. Alles draait rond de omvang van de OCMW’s. In principe betaalt de federale overheid via de POD Maatschappelijke Integratie 55 procent van het leefloon aan het OCMW en moet de gemeente de rest zelf ophoesten. Maar een OCMW met minstens 500 leefloontrekkers krijgt 65 procent gefinancierd en één met 1.000 leefloners zelfs 70 procent. Elk jaar neemt dat percentage af met 1 procent, tenzij het aantal leefloontrekkers met 5 procent toeneemt of het aantal met minder dan 3 procent afneemt. In de praktijk betaalt de federale overheid dus dikwijls 80 procent van de kosten van de leeflonen van bepaalde OCMW’s. De federale minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie Karine Lalieux (PS) beloofde in 2024 om de aanvullende financiële steun op basis van het REMI-systeem te betalen. Bovendien wou ze de OCMW’s aanmoedigen om gezinsinkomens af te toetsen met het referentiebudget. Lalieux betaalde de REMI-licentie het eerste jaar en dankzij een reeks koninklijke en ministeriële besluiten in 2023 en 2024 deelde ze toelages uit, gekoppeld aan het gebruik van de REMI-tool. Toelages om aanvullende financiële steun te verlenen aan OCMW-begunstigden in 2024… Vlaamse regering?
Daar ligt het kalf gebonden. Wat na 2024? Gaat de federale regering bijpassen of zullen de gemeentes zelf die extra uitkeringen aan hun leefloontrekkers moeten betalen? Wat is de rol van de Vlaamse regering bij dat alles? En waarom lagen sommigen daarvan wakker tijdens de Vlaamse formatiegesprekken? Eén ding is duidelijk en dat gaven woordvoerders van de nieuwe ministers in de Vlaamse regering toe: de REMI-tool is geen bevoegdheid van het Vlaams Gewest, noch van de Vlaamse Gemeenschap. Wat maakte het dan tot een twistpunt in de formatie van de Vlaamse regering? Dat laatste is een vraag waarop niemand kan of wil antwoorden.
Is het omdat het misschien niet enkel over leeflonen gaat, maar tevens over bijkomende financiële steun door het OCMW? De lokale besturen ontvangen immers subsidies voor de algemene financiering van hun werking van de Vlaamse overheid. Aan die algemene werkingssubsidies zijn geen voorwaarden gekoppeld. De lokale besturen moeten geen verantwoording afleggen over de besteding ervan.
THEORETISCH GEZIEN ZIJN REFERENTIEBUDGETTEN EEN WETENSCHAPPELIJKE BENADERING VAN DE ARMOEDEBESTRIJDING
Het deel dat een OCMW zelf moet ophoesten van een leefloon, verkrijgt het uit de begroting van de gemeente. Bij Statistiek Vlaanderen valt te lezen dat de uitgaven van alle gemeentebesturen (inclusief districten) en OCMW’s van het Vlaams Gewest in 2023 in totaal uitkwamen op 18,3 miljard euro. ‘Dat kwam overeen met 2.700 euro per inwoner. De uitgaven van de gemeentebesturen en OCMW’s stegen tussen 2022 en 2023 met 7 procent.’
Die financiering van de gemeenten loopt via het Gemeentefonds. De Vlaamse overheid zorgt daar voor ‘herverdeling van middelen ten gunste van financieel minder draagkrachtige besturen en besturen met bijzondere uitdagingen’. Ging de discussie over de REMI-tool eigenlijk over de financiering van de OCMW’s - en dus de financiering van de steden en gemeenten?
In haar boek ‘Open Borders Inc.: Who’s Funding America’s Destruction?’ vermeldt Michelle Malkin het volgende citaat van George Soros: “Nationale soevereiniteit is een anachronistisch concept dat voortkomt uit vervlogen tijden (…) en de essentiële vraag is hoe we de hindernissen kunnen overwinnen die het idee van nationale soevereiniteit vormt voor het algemeen belang.”
Soros is de godfather en de financier van terreurgroepen als Antifa en Black Lives Matter, en van de anarcho-tirannie en de ‘lawfare’ in de Verenigde Staten. ‘Lawfare’ is een bekend en eenvoudig begrip. Het is partijdig recht, waarbij één groep mensen, in de praktijk altijd rechtsen en/of blanken, voor dezelfde of kleinere overtredingen zwaarder bestraft wordt dan kleurlingen en/of linksen. Dat leidt dan tot ‘anarcho-tirannie’, zoals dat door de conservatieve auteur en columnist Samuel Francis werd gedefinieerd. Niet een klassieke dictatuur naar het model van Stalin of big brother, maar een staat met “buitensporige belastingen, bureaucratische regelgeving, schendingen van de privacy, ‘social engineering’ van instellingen als het gezin en het onderwijs, het invoeren van gedachtecontrole (…), wetten tegen ‘haatmisdaden’, wetten op wapencontrole die alleen gezagsgetrouwe burgers straft of ontwapent, maar geen impact heeft op gewelddadige criminelen die illegaal aan wapens komen”. Die definitie is duidelijk Amerikaans gekleurd, maar is desondanks ook voor Europeanen heel herkenbaar.
SOROS, LINKS EN DE CRIMINELEN: ALTIJD DRIE HANDEN OP ÉÉN BUIK
In vele door Democraten bestuurde staten in de VS heerste tijdens de BLM-muiterijen inderdaad zo’n anarcho-tirannie, waarbij “…vandalen ongestraft standbeelden vernielen en in rivieren gooien, terwijl burgers als David Nelson en Nicole Anderson in Californië aangeklaagd worden voor haatmisdaden omdat zij graffiti van Black Lives Matters hebben overschilderd. Zij worden vervolgd door één van de vele extreemlinkse openbare aanklagers die hun benoeming te danken hebben aan de manipulaties en het geld van George Soros”, zoals Michelle Malkin het formuleerde in American Renaissance.
Nog één voorbeeld: in de toiletten van een middelbare school in Virginia werd een meisje verkracht door een vijftienjarige jongen die een rok droeg en zich als ‘genderfluïde’ identificeerde. De school probeerde de zaak in de doofpot te stoppen, hoewel de dader al eerder was gearresteerd voor twee identieke misdaden. Maar hij was niet gestraft. Men had hem gewoon naar een andere school doorgestuurd. De vader van het meisje protesteerde daartegen op een vergadering van de ‘school board’ en… werd door de politie gearresteerd. De openbare aanklager Buta Biberaj van de ‘Virginia Progressive Prosecutors for Justice’ eiste een gevangenisstraf. Zij was tot die functie benoemd dankzij de aanzienlijke financiële steun van Soros omdat zij tégen het gevangenissysteem was. Zij vond dat er te veel moordenaars, verkrachters en drugshandelaars in de Amerikaanse gevangenissen zitten. Maar die vader wilde zij wel laten opsluiten. Soros, links en de criminelen: altijd drie handen op één buik. Het zijn maar twee voorbeeld uit honderden.
Moordende magistraten
Overal waar die door Soros gesteunde openbare aanklagers de plak zwaaiden, stegen de misdaadcijfers explosief. Niet met een paar procent, maar met tientallen. Zij besloten hele categorieën misdaden zoals winkeldiefstal, het kraken van woningen en druggebruik niet langer te vervolgen, en schaften de borgtocht af. Vermits er in de VS geen voorarrest bestaat, ontstonden daardoor Belgische toestanden, waar-
door moordenaars, drugdealers en verkrachters na hun arrestatie gewoon werden vrijgelaten ‘in afwachting van een proces’ dat er meestal nooit kwam. In een YouTube-video zegde Musk heel terecht dat wie zoiets doet, een mensenhater moet zijn. Zoals zovelen die over ‘de mensheid’ orakelen, maar geen moer geven om het lijden van individuele mensen. Dat is de spijker op de kop. Soros’ opkomst
Ik wil geen oordeel vellen over de kwaliteiten van Soros’ Central European University met campussen in Boedapest en Wenen in de beginjaren kort na de stichting in 1991. Dat was in het kader van zijn ‘Open Society Foundation’. Na decennia van communistische indoctrinatie was er een schreeuwende behoefte aan behoorlijk, niet-ideologisch onderwijs. Als ‘Open Society’ betekent dat er vrije verkiezingen zijn, persvrijheid, vrijheid van meningsuiting, privébezit en een vrijemarkteconomie, dan is dat natuurlijk positief. Zelfs Viktor Orbán studeerde in die jaren nog in Oxford met een beurs van Soros. Was Soros toen al de boosaardige fanaticus die hij later zou worden? Ik kon het niet achterhalen.
Mensen veranderen soms. Kijk maar naar de Verhofstadt van de Burgermanifesten. Maar het staat wel vast dat Soros zich minstens vanaf de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2004 (Bush tegen John Kerry) steeds extreemlinkser opstelde, niet alleen in de VS, waar hij de Democraten steunde in hun afglijding naar links en extreemlinks, maar ook in Europa. In datzelfde jaar steunde hij ook Barack Husein Obama om een zetel in de Senaat te behalen, wat het begin was van zijn politieke carrière. Bij de presidentsverkiezingen van 2008 (Obama tegen McCain) en 2012 (Obama tegen Romney) investeerde hij miljoenen in de campagnekas van Obama. Dat legde de kiemen voor de Lumumba-achtige ra dicalisering van de Democratische partij, de anarcho-ti rannie onder Biden, de opkomst van woke, de trans genderwaanzin en de doorbraak van het marxisme in de VS. Geen wonder dat Viktor Orbán de Cen tral European University liet sluiten. Het was een draaischijf van antinationalistisch propa ganda geworden.
Overal in Europa
Op 21 februari 2018 schreef Breitbart over de nefaste rol van Soros op Lampe dusa en de manier waarop hij Giuseppi na Nicolini promootte, de pro-migratie burgemeester van het eiland: “Nicoloni’s gezicht prijkte op de omslagen van do zijnen magazines en ze was meermaals te gast in een Italiaanse talkshow als de redder van vluchtelingen. (Zij) kreeg zelfs de UNESCO-vredesprijs voor haar ‘mense lijkheid en haar voortdurende inspanningen voor het beheren van de vluchtelingencrisis’. Nu blijkt echter dat Lampedusa’s transforma tie tot een wereldwijd positief symbool voor open grenzen, met de capaciteit om een bij na onbeperkt aantal migranten op te vangen en te huisvesten alvorens hen naar het Italiaanse vaste land over brengen, er pas kwam nadat Nicolini een ‘memorandum of
understanding’ had ondertekend met George Soros’ Open Society Initiative for Europe (OSIFE).”
Toen begon de propagandamachine pas volop te draaien. Op 26 februari 2019 berichtte Deutsche Welle dat Soros zich via een ingewikkelde financiële constructie probeerde in te kopen in de onafhankelijke Poolse media. De uitgeverij Agora werkte samen met een door Soros gefinancierd fonds om het tweede grootste Poolse radiostation op te kopen. Op 22 juni 2019 meldde dezelfde zender dat Soros’ Open Society Foundation zich voorbereidde op “de strijd tegen haat en extreemrechts in oostelijk Duitsland”. Wie de codewoorden kende, wist dat dat een strijd tegen het AfD zou worden. Domme vraag
In Het Laatste Nieuws vroeg Isolde Van den Eynde zich af waarom de rechtse partijen zo tekeergingen tegen de inmenging van Soros in de binnenlandse politiek van Hongarije en Duitsland, terwijl ze nu allemaal staan te juichen voor Elon Musk. Tja, dat is een heel domme vraag. Musk en Soros zijn inderdaad allebei Amerikanen en allebei miljardairs. Maar daar houden de gelijkenissen ook op. Inhoudelijk zijn zij elkaars tegenpolen.
WAS SOROS TOEN AL DE BOOSAARDIGE FANATICUS DIE HIJ LATER ZOU WORDEN?
jecten heeft gerealiseerd waaraan een overheidsinstelling als rijker: hij doorbreekt de censuur. Hij is de stem van de vrijheid. Zoals het kind dat in het sprookje ‘De kleren van de keizer’ durft zeggen: “Maar hij heeft helemaal geen kleren aan!” en daarmee heel het kaartenhuis van leugens van de zogezegde kleermakers doet ineenstorten. Terwijl Soros nalistische bewegingen, de rannie en de vernietiger van de rechtsstaat. Zijn beleid heeft in de VS oeverloos lijden veroorzaakt, hele steden in chaos gestort en honderden mensenlevens
Natuurlijk wordt Soros door alle rechtse partijen in
“Hoe kunnen burgers hun vertrouwen geven aan leiders die zeggen dat het dik tegen hun goesting is?” Professor politicologie Carl Devos (UGent) stelt zich vragen bij de strategie van ‘Moppersmurf’ Bart De Wever (N-VA), die zegt tegen zin premier te worden. “Door die uitspraken blijft Bart De Wever de ongerustheid voeden dat N-VA niet te vertrouwen is als het gaat over federale beleidsdeelname.”
Ondanks die ongerustheid is het zeven maanden na de federale verkiezingen nog steeds de N-VA-voorzitter die aan zet is. Het laatste gesprek met koning Filip maakte wel duidelijk dat het paleis nu echte stappen verwacht. Eind januari gaat De Wever dus terug naar de koning; ofwel om zijn regering voor te stellen, ofwel om de handdoek definitief in de ring te gooien.
Het was dinsdag de zeventiende keer dat Bart De Wever langsging bij koning Filip. Ze hebben ogenschijnlijk een goede werkrelatie.
“Het is tot nog toe de op twee na langste formatie ooit, maar ik denk dat niemand eerder zo lang formateur was, al was er even die onderbreking met Les Engagés-voorzitter Maxime Prévot als bemiddelaar. Dat valt op, want de koning der Belgen geeft alle vertrouwen aan de voorzitter van N-VA, een notoir antiroyalist en Vlaams-nationalist die altijd zegt dat het land onbestuurbaar is en dat er geen enkele oplossing meer te vinden is op het Belgische niveau. En die altijd zei dat, als hij dan toch zou moeten toetreden tot die federale regering, hij dat uitsluitend zou doen als er tegelijkertijd voldoende stappen richting confederalisme gezet konden worden. Hij wijst er dan altijd op dat de hervormingen van de Zweedse regering nadien zijn teruggedraaid door een federale regering met de PS: confederalisme moet ervoor zorgen dat de PS dat enkel in Franstalig België kan corrigeren en er daar ook voor moet opdraaien. Die noodzakelijke stappen richting confederalisme liggen bij mijn weten niet op tafel tijdens de lopende formatie. En toch stapt Bart De Wever in dit project, omdat hij het land wil redden. De hoop van de koning is een Vlaams-nationalist en de Vlaams-nationalist vindt in zijn staatshoofd als het ware een politieke bondgenoot die hem als formateur na al die maanden niet wil lossen. Niet alleen de andere partijen, ook het paleis houdt vast aan De Wever, ondanks het uitblijven van resultaten en de hoogdringendheid van een nieuwe regering. De Wever spreekt positief over koning Filip.”
Hoe zou u die onderhandelingsstrategie van Bart De Wever omschrijven?
“Ik begrijp dat De Wever eerst een groot begrotingskader wil, want van Europa moet deze regering nu eenmaal vooral de begrotingsproblematiek aanpakken. Dat is haar hoofdopdracht, anders is ons sociaal model niet langer houdbaar. De hervormingen, die op zichzelf ook nodig zijn, moeten daartoe bijdragen. Je kan wel debatteren over allerlei maatregelen, maar als uiteindelijk blijkt dat ze bijkomend kosten of te weinig opbrengen, moet je ze aanpassen: de budgettaire score van een maatregel is dus een belangrijk criterium. De Wever heeft te lang gewacht om dat begrotingskader ook echt af te dwingen: dat buffet, waaruit partijen moeten kiezen en op die manier te nemen of te laten is, had eerder finaal moeten zijn.
De Wever aarzelt soms om door te bijten. Dat is een van gekende karaktereigenschappen van De Wever. En dat zie je ook in het - bijzonder bescheiden - parcours van de N-VA op federaal niveau. Daar zijn ze risicoschuw.”
HEDEBOUW MET ZIJN ‘IN THE POCKET’: IT’S NOT FUNNY ANYMORE
Holt Bart De Wever zijn eigen onderhandelingspositie ook niet uit door regelmatig te herhalen dat hij helemaal geen premier wil worden?
DE WEVER AARZELT TE VAAK OM DOOR TE BIJTEN
Bovendien had hij eerder een harde deadline moeten stellen, niet pas eind 2024. Dan had dat ‘gesprek in de diepte’ over de modaliteiten van de maatregelen ook sneller kunnen opstarten.”
“Eindelijk kunnen we in de diepte onderhandelen”, klonk het pas eind december.
“Inderdaad, en dat valt bijna niet uit te leggen, hé. Al klopt die perceptie ook niet helemaal. Over veel andere thema’s, zoals klimaat, veiligheid, justitie en migratie is er al wel diepgaand onderhandeld. Enkel als het gaat over arbeidsmarkt, pensioenen, fiscaliteit en bijgevolg de begroting kon dat nog niet. Al bepaal je uiteraard wel de contouren van het beleid als je dat budgettair kader vastlegt: je weet wat er daardoor wel of niet mogelijk wordt. Bart De Wever stelde die debatten uit, uit schrik dat links in de regering de maatregelen zou uithollen zonder deal over het budgettair kader.
“In de regering-Leterme zijn ze nooit toegetreden, maar ze trokken hun steun in omdat de staatshervorming uitbleef, uit de regering-Michel zijn ze vertrokken naar aanleiding van een flauw excuus, namelijk het Marrakeshpact. Op het moment dat ze aan het federale beleid deelnemen en het gaat niet meer zoals ze willen, doen ze niet meer mee. De Wever heeft veel talenten, maar een van zijn zwakheden is dat hij te vaak aarzelt om finaal door te duwen, dat risico is er zeker op een beleidsniveau waar ze eigenlijk niet meer in geloven.”
Is dat een zorgwekkende eigenschap voor iemand die wellicht premier wordt?
“Wel, lang proberen de boel samen te houden is positief, maar op een gegeven moment moet je ook een knoop kunnen doorhakken. Alexander De Croo (Open Vld) heeft zelf in een van zijn weinige afscheidsinterviews gezegd dat hij te weinig knopen heeft doorgehakt. Hij koos bewust voor het voorbeeld van de fiscale hervorming, waarvan hij zei dat hij veel sneller had moeten zeggen: ‘Die komt er niet.’ Hij had in die discussie over de kerncentrales ook veel sneller een beslissing moeten nemen en zo zijn er nog voorbeelden. Ook voor De Wever is dat niet zijn sterkste punt en daarom durf ik te vrezen dat deze Arizona-regering, als ze er komt, de rit niet zal uitdoen. Want als er veel incidenten of discussies komen en afspraken uitgehold raken, zal De Wever dan niet opstappen omdat het allemaal niet meer voldoende is naar zijn gedacht?”
“Ja, dat past natuurlijk in zijn imago. De Standaard noemt hem nu ‘Moppersmurf’ en dat vind ik een goede omschrijving. Maar dat eeuwige gezaag, van ‘ik ben hier niet graag’ en ‘ik doe dit niet graag’ en ‘het is tegen mijn goesting’… Op een bepaald moment begin je wel eens te denken: stop er dan gewoon mee, in plaats van te zagen en te klagen. Ik vind het ongeloofwaardig: als je geen premier wil worden, doe je niet waar je nu mee bezig bent. Dat is een zware job, die je enkel doet omdat je het zelf ook wil. Zeg dus niet dat je dat enkel doet voor het nationaal en algemeen belang. Ik geloof dat De Wever staatmanschap voelt en echt het land wil veranderen, maar als je de hele tijd een premier hoort die zegt dat hij dat eigenlijk met tegenzin doet, stel je je daar als burger toch vragen bij? Hoe kunnen burgers vertrouwen hebben in een regering geleid door iemand die blijft zeggen dat hij daar tegen zijn goesting zit. Een regeringsleider moet een zekere goesting, geloof in het eigen project en eigen kunnen uitstralen, als hij burgers wil meenemen op deze moeilijke tocht.
“Er is nog een tweede element. Door die uitspraken blijft Bart De Wever de ongerustheid voeden die in de Wetstraat bestaat dat N-VA niet te vertrouwen is als het gaat over federale beleidsdeelname. En dat als het N-VA tegensteekt, ze er geen probleem mee zal hebben om zelfs vanuit de Zestien te bewijzen dat België onbestuurbaar is, door uit de federale regering te stappen. ‘We laten de federale regering vallen omdat er geen akkoord gemaakt kan worden over de pensioenen. Zie je wel dat België niet werkt!’ Door de hele tijd zijn grote vrees en tegenzin te etaleren, zeggen ook zijn tegenstanders: ‘Zie je wel dat De Wever het niet wil.’”
Zijn er nog struikelblokken voor deze regering?
“Volgens mij zal dat hetzelfde probleem zijn als dat van Alexander De Croo. Ook Bart De
DE HOOP VAN DE KONING IS EEN VLAAMSNATIONALIST EN DE VLAAMSNATIONALIST VINDT IN ZIJN STAATSHOOFD EEN POLITIEKE BONDGENOOT
Wever zal er nooit in slagen om al zijn partijen en partijvoorzitters onder controle te houden. Georges-Louis Bouchez bijvoorbeeld, de grote overwinnaar in Franstalig België. Ik denk dat De Wever hem niet onder controle kan krijgen en dat De Wever dat niet eens zal proberen, daarvoor is hij te slim. Hij waarschuwde zelf al dat het lastig wordt in de regering om iedereen samen te houden.”
Kan het idee van Georges-Louis Bouchez zelf, om alle partijvoorzitters op te nemen in de regering, een oplossing bieden?
“Het is een zeer interessante piste en ik begrijp hem wel. De partijvoorzitters zijn de meest invloedrijke politieke figuren in dit land. Vivaldi had daar last van, want daar stonden de voorzitters als schoonmoeders en schoonvaders aan de kant commentaar te geven en het regeringswerk te bemoeilijken. De regering gaat door heel moeilijke jaren en zou dus beter klein en sterk zijn, dus met alle toppers aan boord. Het zijn de voorzitters die het regeerakkoord bediscussieerd hebben, zij weten dus ook wat er rond de tafel gezegd is. Dat ze het dan nadien zelf uitvoeren, lijkt niet onlogisch. Maar ik zie toch wat praktische nadelen. Ten eerste al: hoe doe je dat fysiek? Hoe kan een partijvoorzitter, wat dus een voltijdse job is, het ministerschap en waarschijnlijk ook het vicepremierschap, er nog bij nemen? Het ene of het andere zullen ze dan niet meer goed kunnen doen.”
Dit staat volgens Carl Devos de Vlaamse partijen te wachten in de komende jaren
“De N-VA moet de Vlaamse regering meer smoel geven, iets dat onvoldoende gelukt is onder Geert Bourgeois en onder Jan Jambon. Wat het federale niveau betreft, ben ik benieuwd naar de sociaaleconomische hervormingen. Daar moet het nu van komen, aangezien er communautair weinig zal gebeuren.”
“Ik vraag me af hoe Vlaams Belang de komende jaren zal evolueren. Je kan niet ontkennen dat ze goed gescoord hebben. Als Tom Van Grieken zegt dat hij twee keer de verkiezingen heeft gewonnen, is dat juist. Maar dat iedereen meer had verwacht is ook juist. Ik vraag me af hoe die partij zich de komende jaren gaat opstellen. Ze is voor een stukje een beleidspartij op lokaal niveau en wil zich op die manier ook manifesteren. Anderzijds zullen ze nu gedwongen worden om hard en extreem oppositie te voeren op de migratie- en veiligheidsthema’s.”
“Sammy Mahdi is er dan weer goed in geslaagd om een nederlaag van cd&v als overwinning voor te stellen, omdat hij voorzitter werd na een peiling, niet na een verkiezingsresultaat, die zijn partij op 8 procent zette. Ik hoor nu dat de naam cd&v opnieuw ter discussie wordt gesteld. Maar de vorming van de Arizona-coalitie biedt kansen voor de christendemocraten. Ik sluit niet uit dat de partij zal zeggen: wat Arizona doet zal cd&v-beleid zijn. En dat zal niet gelogen zijn: niet links, niet rechts, met strenge accenten op vlak van migratie en veiligheid. Zij moeten misschien het minst uitleggen waarom het regeringsbeleid afwijkt van het programma, omdat ze in dat centrum zitten.”
“Net als cd&v is Vooruit een relatief kleine partij die, als ze nog eens wat procentpunten verliezen, rond de acht procent zitten. Die zijn natuurlijk hypernerveus en niet bereid om zware risico’s te nemen. Voor Rousseau en de socialisten is het moeilijk om in deze regering te stappen. Het zal er voor hen op aankomen om te zeggen: ‘Het is lastig,
of een partijvoorzitter die voor zijn partijbelangen optreedt? Stel dat Matthias Diependaele een enorm politiek probleem moet oplossen en daarvoor de partijvoorzitters inschakelt: dan moet hij dus drie vicepremiers uit de federale regering bellen om te zien hoe zij het Vlaamse probleem opgelost zien. Dat is toch naar beeldvorming over het belang van de verschillende regio’s dodelijk? Ik zou het dus goed vinden als de sterke figuren die dit akkoord onderhandeld hebben, in de regering stappen. Maar dan moeten ze als partijvoorzitter een stap opzijzetten en een échte opvolger dulden, die zich dan op andere zaken moet concentreren dan het regeringswerk. Dat gaan die allicht niet zien zitten, want ze willen overal de baas zijn: in de regering en in de partij.”
Hoe definitief is die deadline van 31 januari nu eigenlijk?
“Als eind januari blijkt dat men echt niet opschiet en dat de cruciale punten rond fiscaliteit blijven liggen, zullen ze ermee ophouden. Als je eind januari het gevoel hebt dat er vooruitgang geboekt werd maar dat er nog een extra week nodig is, zal niemand de stekker uit Arizona trekken. Misschien gaan we dan richting een Valentijnsregering.”
Communautair komt er amper iets naar buiten over deze onderhandelingen. Verwacht u spectaculaire institutionele hervormingen?
“Neen. Ik ben zeer benieuwd naar de borrelnootjes van Sander Loones. Dat zal waarschijnlijk heel veel symboliek zijn, want zaken zoals de aanpassing van de Bijzondere Financieringswet of bevoegheidsverschuivingen zitten er niet in. En beschouw de afschaffing van de Senaat niet als een grote stap in de staatshervorming, dat is niet ernstig.”
“Het grootste probleem is de onduidelijkheid. Een partijvoorzitter-minister-vicepremier zal ook soms moeten spreken over regionale, bijvoorbeeld Vlaamse, thema’s. Dat zal dus bij veel mensen voor verwarring zorgen: spreekt hier een federale minister, die de belangen van het federale verdedigt,
“Ik vind het erg dubbel: enerzijds geloof ik zelf heel erg dat er een regering moet komen die het budget op orde stelt en sociaaleconomische hervormingen doorvoert. Ik ben dus blij dat N-VA haar verkiezingsbelofte laat vallen. Mensen zeggen altijd dat partijen zich aan hun beloftes moeten houden, maar als alle partijen dat zouden doen komt er geen regering.”
“Maar N-VA heeft ten aanzien van haar eigen kiezers wel al veel laten liggen. De tax cut lijkt weg, over het communautaire wordt niet veel gesproken en dus mag ik maar hopen dat er voor de partij op vlak van migratie, justitie, veiligheid en sociaaleconomi-
maar als wij er niet waren geweest, was het nog veel erger geweest.’ En misschien worden ze ook nog geholpen door hun coalitiepartners Georges-Louis Bouchez en Bart De Wever, die op hun eigen congressen gaan verkondigen dat ze nog veel verder wilden gaan, maar dat dat niet kon door de socialisten van Vooruit.”
“Open Vld wil zich heruitvinden als een rechts-liberale oppositiepartij om op die manier zout in de wonde van N-VA te strooien. De eerste jaren kan dat geen kwaad, want als Maurits Vande Reyde, Egbert Lachaert of Vincent Van Quickenborne dan iets zegt, zullen ze uitgelachen worden. ‘Kijk naar Sven Gatz in Brussel, kijk naar de federale begroting van Vivaldi.’ Maar uit ervaring weten we dat die Open Vld-kritiek op een slechte begroting, of op het uitblijven van een sociaaleconomische hervorming, op termijn wél kan aanslaan, als het verleden van Open Vld wat vergeten raakt.”
“Van Groen weet ik niet goed wat ik moet denken, ik kan de nieuwe voorzitter niet goed inschatten en de partij moet nog beginnen aan haar strategisch debat over welke partij ze in de toekomst wil zijn. Ook daar zal het eerder een kwestie van restauratie dan van vernieuwing zijn. Jaren geleden hebben ze hun groenen logo in de regenboogkleuren gezet, omdat ze niet enkel groen maar ook voor gelijkheid zijn. Dat moet nu blijkbaar herbevestigd worden: Ik denk dat die partij het moeilijk zal krijgen, maar net zoals Vlaams Belang de rechterkant van N-VA aan moet vallen, moet Groen de linkerflank van Vooruit aanvallen.”
“Wat het verschil dan nog is met PVDA? Een goede vraag, al blijven de groenen soms ook deels liberalen, denk aan Kristof Calvo. In Vivaldi hebben de socialisten vaak hun steun gemist, zeggen die. PVDA en Groen zullen samen roepen dat Arizona te rechts is, ondanks Vooruit. Ik vind wel dat er op PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw wat sleet zit. Zijn slogan ‘in the pocket’: It’s not funny anymore. Op de duur denk je toch: kan je niets anders verzinnen?” In Wallonië verloren ze de verkiezingen, in Vlaanderen groeide ze maar het werd geen massale golfslag.
sche hervormingen voldoende in zit. Ik hoor ook dat de partijen in die eerste drie zaken redelijk ver zijn willen gaan. En zelfs als dat niet het geval is, zal het nog altijd de figuur Bart De Wever zijn die met zijn enorme status het regeerakkoord laat goedkeuren op het partijcongres. Je kan het je niet voorstellen dat iemand van naam en faam op het N-VA-congres opstaat en zich negatief uitlaat over het door De Wever onderhandelde akkoord. Welk parlementslid of welke lokale voorzitter gaat zich daar tegen Bart De Wever durven keren? Niemand. Hij krijgt dat volgens mij wel verkocht.”
Toch ligt het wel erg ver af van wat het initiële doel van de N-VA was.
“Inderdaad, de hefbomen liggen vooral op vlak van het sociaaleconomische en het gezondheidsbeleid. Kijk naar de Vlaamse resoluties van destijds. Maar na de verkiezingen zei de regering-Diependaele: de jobbonus, zowat de enige toepassing van de eigen fiscale Vlaamse autonomie, gaan we eventueel schrappen, maar dat hangt af van de plannen van de federale regering. Met andere woorden: de enige toepassing van de Vlaamse autonomie op dat vlak laat men afhangen van wat er op Belgisch niveau gebeurt. Dat is geen offensieve invulling van Vlaamse autonomie.”
De regering-Diependaele kan wat u betreft zelf ook wat meer ambitie tonen?
“De regering-Diependaele heeft fiscale bevoegdheden die ze niet wenst toe te passen, ook met het oog op de begroting natuurlijk.”
De N-VA heeft zich - vrijwel als enige partij - in heel Vlaanderen aan de regel gehouden om niet met het Vlaams Belang te besturen. Dit was duidelijk een van bovenaf opgelegde instructie. Wordt de partij daar vandaag op een of andere manier voor beloond?
“Ik denk eerlijk gezegd niet dat de partij daarvoor beloond wordt aan de onderhandelingstafel. Er is wel een vorm van erkenning voor Bart De Wever die bij al zijn lokale afdelingen die Chinese muur tegen Vlaams Belang wist af te dwingen, terwijl er bij cd&v, Open Vld en Vooruit mensen zijn die dat niet gerespecteerd hebben. Zij zijn dan uit de partij gezet,
maar De Wever heeft niemand uit de partij moeten zetten.”
Is het voor De Wever nu ook zaak om deels de wil van de Vlaams Belang-kiezer mee te nemen, om zijn rechterflank af te schermen?
“Er is het Vlaams Belang, er is Open Vld dat in de loop der jaren aan een remonte zal beginnen, maar er is ook nog altijd de onzekerheid over de plannen van Georges-Louis Bouchez. Hij loopt nog altijd rond met het idee om in Vlaanderen afdelingen op te richten. Centrumrechts in Vlaanderen hoort die man graag bezig en dus denk ik dat hij er veel steun zal genieten. Zelfs als die partij slechts zeven, acht of negen procent haalt, zijn dat kiezers die vooral van N-VA en Open Vld zullen komen. Met andere woorden: De Wever heeft een rechterflank waarop het onduidelijk is of Bouchez hem komt bekampen, er is Open Vld en er is vooral Vlaams Belang.”
“Op sociaaleconomisch vlak heeft hij van Vlaams Belang niet te vrezen. Wel natuurlijk als het gaat over migratie, integratie, veiligheid enzovoort. We zullen het resultaat moeten afwachten, maar ik hoor toch dat de verschillende partijen bereid waren om daar vrij ver in te gaan. Het zou dus kunnen dat men op die thema’s De Wever wel wat gegund heeft.”
DENEMARKEN
In een mondiale context waarin de vrijheid van meningsuiting steeds vaker aan banden lijkt te worden gelegd, gaat Denemarken resoluut de andere kant op en wil het net dat fundamentele recht beschermen, ook voor ambtenaren.
Terwijl het Verenigd Koninkrijk en Duitsland repressieve maatregelen tegen kritiek op de overheid en zogenaamde hatespeech verscherpen, wil Denemarken net het recht op kritiek en afkeuring beschermen, ook in de openbare sector.
De Deense minister van Justitie, Peter Hummelgaard, stelde op 19 december nieuwe wetgeving voor om ambtenaren te beschermen. De wet wil hen het recht garanderen om hun meningen vrij te uiten, zonder voor negatieve gevolgen voor hun carrière te moeten vrezen. Een recente peiling bij 3.600 ambtenaren in de onderwijs- en sociale sector had immers uitgewezen dat 25 procent van de ambtenaren de gewoonte had om te zwijgen en zichzelf te censureren uit vrees voor represailles. Beperkingen strikt gelimiteerd
Het wetsontwerp heeft de bedoeling een sterk signaal uit te zenden: ambtenaren moeten het recht hebben aan het publieke debat deel te nemen, in alle onbevangenheid en zonder vrees voor sancties, juist omdat het publieke debat een essentieel basiselement is voor een gezonde democratie. Daarom voorziet de wettekst dat ook ambtenaren hun mening mogen uiten, voor zover ze enkele grenzen respecteren: zo mogen ze geen informatie verspreiden die deel uitmaakt van onderzoeken inzake criminele feiten of informatie die verbonden is met de fundamentele economische belangen van de staat. Dat zijn dan ook de enige beperkingen op de vrije meningsuiting van Deense ambte-
DUITSLAND
Wagenknecht ontmaskert zichzelf
naren. De vakbonden van het overheidspersoneel staan achter het wetsontwerp, maar hebben wel kritiek op het ontbreken van duidelijke compensatiemechanismen in geval overheden of werkgevers toch ambtenaren zouden sanctioneren bij het uiten van hun persoonlijke mening. Sommigen hadden een betere juridische bescherming willen ingeschreven zien in de wetgeving. Denemarken bewijst dat het mogelijk is om minstens te proberen de bescherming van de rechten van werknemers en ambtenaren te verzoenen met de bescherming van de integriteit van openbare diensten. En dat vrije meningsuiting als belangrijkste sokkel van de democratie heel ver kan en moet gaan. Misschien kan die ándere sociaaldemocratische regering, die van het Verenigd Koninkrijk, hier een voorbeeld aan nemen?
PIET VAN NIEUWVLIET
OOSTENRIJK
De vorige Oostenrijkse regering voerde strengere regels in voor asielzoekers. Sinds juli 2024 geldt dat wie als asielzoeker steun krijgt in de vorm van de basisverzorging en de opvang in een asielcentrum, voortaan klusjes in het algemeen belang moet uitvoeren. De Oostenrijkse krant Kronen Zeitung meldde dat tot hiertoe 2.650 migranten in totaal 183.000 uren arbeid hebben gepresteerd, wat neerkomt op 72 procent van de betrokken asielzoekers die hebben gewerkt. Wie weigert, wordt gesanctioneerd.
De omzetting van de Oostenrijkse maatregel is nog niet doorgezet in de ganse Alpenrepubliek. In Vorarlberg moet de regeling nog uitgevoerd worden, net als in Burgenland. Het oogmerk van de (ontslagnemende) Oostenrijkse minister van Binnenlandse Zaken Gerhard Karner (ÖVP) was om migranten maandelijks minstens 10 uur werken van algemeen nut te laten uitvoeren: pleinen, parken en straten proper houden, zorgen voor een aangename omgeving. Daarenboven moeten migranten verplicht deelnemen aan integratiecursussen. Van de 4.500 betrokkenen kwam ongeveer 90 procent niet opdagen voor de cursussen. De sancties zijn dan ook niet bijzonder intimiderend: het
FRANKRIJK
Flop van de gesubsidieerde pro-migratiefilm
maandelijkse zakgeld zou van 40 naar 20 euro zakken.
Bij de jongste parlementsverkiezingen kreeg de regerende ÖVP (christendemocraten) een opdoffer van jewelste: de partij eindigde op 26 procent van de stemmen. Ook de SPÖ deed het niet goed met 21 procent. Grote overwinnaar was de rechtse FPÖ die 12 procent won en op bijna 29 procent eindigde. Toch wilden de systeempartijen niet weten van een regering met de FPÖ en besloten de verliezers, de SPÖ en de ÖVP, met de links-liberalen van Neos een regering te vormen. Een coalitie tussen de SPÖ en de ÖVP was theoretisch ook mogelijk, maar die zou over een te krappe meerderheid beschikken… Vandaar.
We zijn 100 dagen verder en de liberalen van Neos hebben de coalitiegesprekken stopgezet. Ze weigeren mee te stappen in het linkse fiscale beleid van de SPÖ dat de Oostenrijkers wil opzadelen met nog meer belastingen. Als Neos het been stijf houdt en niet in een regering stapt, staan we ook in Oostenrijk voor een politieke chaos van jewelste. Zo rommelt het intussen in de deelstaat Burgenland: SPÖ-Landeshauptmann Peter Doskozil heeft er zich uitgesproken tégen een coalitie met de ÖVP, omdat er volgens hem, na de historische verkiezingsnederlaag voor de SPÖ, “echt geen plaats in een regering” meer is. Op maandag werd FPÖ-voorzitter Herbert Kickl dan toch belast met het vormen van een regering. Het leek onwaarschijnlijk, want Bondspresident Van der Bellen heeft dat voordien steeds geweigerd. De wonderen zijn de wereld dus niet uit, al heeft de jongste peiling allicht een duwtje in de juiste richting gegeven: 37 procent van de Oostenrijkers gaf hierin aan voor de FPÖ te zullen stemmen. Krijgt Oostenrijk straks een FPÖ-eerste minister?
Het BSW (Bündnis Sahra Wagenknecht), de partij van Sahra Wagenknecht, werd begin 2024 opgericht met Amira Mohamed Ali als voorzitster. Dat leidde van meet af aan tot scherpe discussies binnen het AfD.
Was de BSW een potentiële bondgenoot? Moest men ‘het sociale profiel van de partij aanscherpen’ en een beetje naar links opschuiven? Consequente rechtsen als Björn Höcke gruwden van die gedachte. De nuchterste AfD’ers zagen met lede ogen aan hoe Wagenknecht in tv-debatten en praatprogramma’s overal een forum kreeg, en zij vreesden dat haar partij alleen bedoeld was om de oppositie te verdelen, stemmen af te snoepen van het AfD en ten slotte coalities te vormen tégen het AfD. Wat toen een complottheorie leek, bleek gewoon de waarheid te zijn. Op 12 december 2024 was het in Thüringen al zover: Wagenknecht sloot een coalitie met de CDU en de SPD, waardoor het AfD, dat de deelstaatverkiezingen overtuigend had gewonnen en zelfs de grootste partij was geworden, toch nog buitenspel werd gezet. Die coalitie heeft overigens slechts 44 van de 88 zetels en is
in de praktijk aangewezen op de steun van de DDR-partij Die Linke. De CDU heeft altijd alle coalities met Die Linke afgewezen, met een voor christendemocraten zeldzame consequentie. Maar helaas, met een voor christendemocraten even consequente glibberigheid werkt de CDU nu de facto wel met die DDR-creaturen samen. Zoals in zovele zaken kwam ook hier een doorbraak dankzij Elon Musk: hij veroorzaakte bij Sahra Wagenknecht een uitbarsting van marxistische razernij. Zij beschuldigde Alice Weidel, partijleidster van AfD, ervan “adviseurs van Trump en grootkapitalisten als Musk” om de hals te vallen en de “arbeidende massa’s” te negeren. Het AfD moet zich geen illusies meer maken: de BSW gaat de regerende partijen depanneren om de opmars van het AfD te fnuiken. Desnoods met Die Linke.
PAUL BÄUMER
Films die zo nep zijn dat niemand ze bekijkt, scenario’s met een stekende banaliteit en totaal losgekoppeld van de realiteit, met dat pedagogisch-belerende vingertje dat niemand nog wenst. Toch blijft dat type film verschijnen.
En vooral: toch blijft de Franse overheid - de belastingbetaler met andere woorden - het CNC (Centre National du Cinéma et de l’Image Animée) de filmwereld jaarlijks 450 miljoen euro subsidies toestoppen. Het bedrag is dermate hoog dat er eindelijk een discussie over ontstaat in het Franse parlement, de Assemblée nationale.
Het geliefkoosde thema is natuurlijk dat van de multiculturele verrijking. De films volgen elkaar op, maar de bezoekersaantallen spreken voor zichzelf: La Tête froide (Marie wordt gered door Souleiman) telde 31.421 toeschouwers, Ma France à moi (de jonge Afghaan Reza redt een 60-jarige Franse vrouw) verkocht 28.585 toegangskaartjes, Tombés du camion (Stan, een norse oude zeeman, wordt gered door Bahman) 131.335 kijkers, Le Prix du Passage (Natasha en haar zoon Enzo gered door Walid) moest tevreden zijn met 10.217 kijkers, Les Survivants (Samuel en de Afghaan
Chehreh worden geconfronteerd met de wreedheid van Franse autochtonen) trok 81.678 kijkers.
Te weinig film en te veel politiek
Dat die pro-migratiefilms amper bezoekers trokken, zal zeker niet aan de promotie in de mainstreammedia hebben gelegen. Of het nu ging om France Culture, Libération, Inrocks, Télérama, La Croix en zovele andere gesubsidieerde media, steeds was er media-aandacht te over voor die floppende filmproducten.
De budgetten die de Franse staat voor deze producten voorzag? La Tête froide had een budget van 2,7 miljoen euro, Ma France à moi 2,4 miljoen euro, Tombés du camion 3,2 miljoen euro, Le Prix du Passage 1,98 miljoen euro, Les Survivants 2,70 miljoen euro.
PIET VAN NIEUWVLIET
Net voor het redactioneel afsluiten van onze teksten, vernamen we het overlijden van Jean-Marie Le Pen, oprichter van het Front National, de voorloper van het huidige Rassemblement National. Volgende week zullen we uitgebreid stilstaan bij zijn overlijden.
Zelf heb ik Jean-Marie Le Pen tweemaal bezig gezien in Parijs tijdens het jaarlijkse partijfeest ‘Bleu Blanc Rouge’ in de hallen van de oude luchthaven van Le Bourget. Dat was in 1991 en 1992. Le Pen sprak voor zo’n 30.000 wildenthousiaste aanhangers. De begeestering die de spreker uitstraalde, had ik nooit eerder meegemaakt tijdens Vlaamse (partij)bijeenkomsten. Indrukwekkend was het hoe hij de zaal betrad op muziek van Verdi en zo helemaal alleen over de middengang naar het podium stapte. Met in zijn kielzog enkel zijn persoonlijke lijfwacht; naar ik me heb laten wijsmaken was dat een Belg en ex-bokskampioen. De grote verdienste van Le Pen was hoe dan ook dat hij de verdeelde Franse rechterzijde kon verenigen in het Front National. Daarover volgende week meer.
Wat verscholen in de schaduw van de oorlog in Oekraïne, is er de Russische aanwezigheid in Afrika. Verpakt in een antiwesterse wrap, draait die in essentie rond een mix van eigenbelang en prestige. Maar de spoeling is dunner dan het beeld laat vermoeden; niet in het minst omdat de Russische toekomst in Syrië onzeker geworden is.
Niet alleen was hun redden van het regime van Assad een verkoopsargument naar Afrikaanse ‘klanten’ toe, de aanwezigheid in Syrië was ook een essentieel logistiek knooppunt om het Russische Afrika-beleid mogelijk te maken. Vandaag lijkt veel aan een zijden draadje te hangen. Verschillende redenen liggen aan de basis van het Russische ‘Afrika-beleid’. Onmiddellijke economische belangen, uiteraard. Maar, surfend op een antiwesters narratief, is het ook een manier om zich als een wereldspeler voor te doen, of op zijn minst toch een actor van regionaal belang. En gehoor vinden ze, zowel binnen als buiten de eigen landsgrenzen. We onderschatten in het Westen het heimwee naar de Koude Oorlog dat in Rusland leeft, toch wat de internationale positie van het land betreft. Het citaat van Poetin, waarin hij het verdwijnen van de Sovjet-Unie de grootste geopolitieke ramp van de 20ste eeuw noemt, is tot in den treure toe herhaald, maar het is de voorbije decennia haast deel gaan uitmaken van het DNA van menig Rus. Gevreesd en tegelijk ook gerespecteerd… Terug echter naar de realiteit van 2025.
Afrika Korps
Er zijn successen waarmee ze graag uitpakken. In Mali bijvoorbeeld, waar de Fransen de deur gewezen werden. Ook op andere plaatsen trouwens. Niger, Burkina Faso en Tsjaad, om er slechts drie te noemen; het is een discussie op zich. Rusland is ook geen moeilijke partner, volstrekt ongeïnteres-
WAARSCHUWING:
seerd in de prestaties van de bondgenoot inzake mensenrechten in de breedste zin van het woord. Wat ze echter in de schaal kunnen leggen, moet goed verpakt worden, aangezien het soortelijk gewicht een grotere indruk maakt in de perceptie dan op de weegschaal
DE RUSSISCHE
AFRIKA-POLITIEK
STAAT OF VALT MET DE AANWEZIGHEID IN SYRIË
Telkens weer wordt duidelijk dat Moskou zijn hand overspeelt. Er was de Wagner-groep, het meest bekende privéleger, maar niet het enige. Alleen is hun leider en bezieler Prigozhin inmiddels op instructie van het Kremlin naar de eeuwige jachtvelden gestuurd. Niet opgewassen tegen hun taak, want onderbemand en onderbewapend, vergrepen ze zich vaak aan stevige agressie, met escalatie op het terrein tot gevolg. Inmiddels zijn die duizenden ‘strijders’ onder Russische staatscontrole gebracht en dragen ze de naam ‘Afrika Korps’; nomen est omen.
En dan heet het dat Afrika belangrijk is voor Rusland. Zonder meer, zeker dankzij de natuurlijke rijkdommen die Moskou via haar partnerschappen weet te verwerven. In de aanloop naar de oorlog in Oekraïne werden er heel wat van die rijkdommen overgebracht. Zo is er sprake van zestien cargovliegtuigen boordevol goud. Ze vlo-
DIT PRODUCT IS LACTOSEVRIJ EN KOOLSTOFNEUTRAAL, MAAR BEVAT WEL SPOREN VAN SATIRE EN SARCASME.
ALS U DAAR ALLERGISCH VOOR BENT, CONSULTEER DAN EERST UW HUISARTS.
Nee, dit is geen personage uit de dolkomische stripreeks Hägar de Verschrikkelijke. Dit gaat over Olaf Scholz, tot voor kort kanselier van Duitsland. Sinds 1949 kozen de Duitsers in de Bondsrepubliek meestal voor grijze, ernstige, een beetje saaie politici die rustig hun teksten aflazen. Olaf Scholz paste helemaal in dat rijtje.
Zijn toespraken waren doorgaans even spannend en bezielend als een voorlezing uit de inventarislijst van de afdeling droge voeding in een warenhuis. Maar met de komst van Elon Musk is er door heel Duitsland een schokgolf van energie gegaan. Voor sommigen was dat vitaliserend en hoopgevend, maar bij anderen leidde het tot heel on-Duitse emotionele uitbarstingen van blinde razernij, xenofobie en massahysterie. Hoewel, on-Duits… Soms deed die massahysterie denken aan de tijd van de korporaal-kunstschilder-kanselier en zijn volgelingen.
DE MEEST RADICALE STAP ZOU ZIJN OM GEWOON UIT DE EU TE STAPPEN EN DUITSLAND WEER DOOR DUITSERS TE LATEN BESTUREN
De grijze muis Olaf ontsnapte daar niet aan. De muis ontpopte zich plots tot een vervaarlijke strijder voor de vrijheid en tegen de invloed van buitenlanders die zich bemoeien met binnenlandse Duitse aangelegenheden. Elon Musk is immers een buitenlander en hij had zich uitgesproken voor het AfD. Dat miljoenen Duitsers dat bij de vorige verkiezingen ook hadden gedaan vond Scholz al verschrikkelijk genoeg. Maar dat nu ook een buitenlander hen steunde, dat was voor hem een absolute gruwel. In een spontane opwelling heb ik een open brief gericht aan Olaf Scholz, om hem aan te sporen vooral dit pad verder te bewandelen. Op het eerste gezicht lijkt het misschien dat hij zich alleen een beetje heeft vergaloppeerd. Maar ik hoop dat hij eindelijk het licht heeft gezien.
gen richting Moskou, telkens met een tussenlanding op de Russische luchtmachtbasis in Syrië - en nu komen we tot de essentie! Vestiging Syrië
Wat Rusland in Syrië deed om het regime van Assad te redden, is altijd een ‘verkoopsargument’ naar Afrika toe geweest. Tegelijkertijd is hun aanwezigheid in het land - zowel met een luchtmachtbasis als met een marinebasis - een belangrijke logistieke hub geweest voor net dat Afrika-beleid. Er bestaat heel wat twijfel over hun verdere aanwezigheid in dat land. De Syrische furie richtte zich vooral tegen Iran (de geplunderde ambassade), niet tegen Rusland. Toch is de toekomst onduidelijk. Volgens de laatste berichten zijn zowat alle Russische militairen uit het land richting hun basissen verplaatst; alvast geen teken van zeker heid.
Punt is dat, zoals een recent onderzoek van Carnegie aantoont, de Russische Afrika-politiek staat of valt met aanwezigheid in Syrië.
Destabilisatie
Alternatieven worden onderzocht, maar die zijn lang niet zeker. Toen in 2016 Aleppo heroverd werd door de troepen van Assad, intensifieerde de samenwerking tussen Rusland en Libië. Maar ook daar was net Syrië de uitvalsbasis om middelen en materieel te sturen. Kan, gezien de stabiliteit van het land, Libië een alternatief vormen, is een retorische vraag. Idem voor Soedan, waar Rusland wel partij koos en zaken begon te doen, wat nog iets anders is dan een duurzame samenwerking. En dat brengt ons terug naar Syrië. Continuïteit is mogelijk, ook al koppelt het Westen steun aan het vertrek van de Russen. Gaan we voor dat scenario, dan zullen de werkzaamheden van het ‘Afrika Korps’ wellichtsatie, al dan niet cybergerelateerd, sabotage, obstructie, maar zeker niet met open vizier. GDD
Aan Olaf de Grote O, Grote Olaf! Ik heb uw woorden over de diabolische invloed van buitenlanders op de Duitse politiek met volle teugen gedronken. Ik hoop dat het niet bij één aanval op de Musk-draak blijft. Ik hoop dat u onvervaard komaf maakt met al die arrogante, betweterige, bemoeizuchtige buitenlanders die denken dat zij het in Duitsland voor het zeggen hebben, en dat zij mogen beslissen over het politieke beleid. Zoals Greta Thunberg, u weet wel, dat Zweedse pubermeisje met een autismespectrumstoornis, dat hier met haar apocalyptische visioenen paniek kwam zaaien en stemmen kwam ronselen voor de groenen. Maar toen was de strijder in u nog niet ontwaakt.
U heeft zelf een beetje het slechte voorbeeld gegeven door u te bemoeien met de verkiezingen in de VS en uw steun uit te spreken voor Joe Biden. U had nog maar juist met grote stelligheid beweerd dat Biden zo fit was als een hoentje en dat we hem niet mochten onderschatten. Wie u geloofde, had kunnen denken dat Biden nog op één been de schaakcomputer Deep Blue zou kunnen verslaan. Maar uw wijze woorden waren nog niet koud of dat fitte hoentje verwarde op een officiele receptie Poetin met Zelensky, terwijl die mannen toch echt niet meer op elkaar lijken dan een hyena op een leeuw. En nog een beetje later werd Biden zelfs door zijn eigen Democratische Partij gedumpt, omdat zijn warhoofdigheid na het debat tegen Trump echt niet meer voor het grote publiek verborgen gehouden kon worden. Het is ook vreemd dat u geen kik gaf toen Zuckerberg aan Angela Merkel beloofde dat hij het AfD op Facebook en elders zou censureren. Zuckerberg heeft dan wel een Duitse naam, maar hij is ook een Amerikaan en ook een miljardair, net als Musk. Toen kwam een beetje buitenlandse inmenging u wel goed uit, nietwaar? Maar ik denk dat het heilige vuur van de bekeerling nu in u brandt en dat u eindelijk komaf wil maken met al die buitenlanders.”
Inmengers
“U kunt de koe (m/v/x) bij de horens vatten met de ergste buitenlandse inmengers: de despoten van de Europese Commissie die zich zowat met álles kunnen bemoeien. Musk vráágt de Duitsers alleen maar om op het AfD te stemmen, maar hij kan hen natuurlijk niet dwingen. De Europese Commissie daarentegen is machtiger dan gelijk welk verkozen parlement in heel de EU en machtiger dan gelijk welke nationale regering, inclusief de uwe. De Commissarissen - wat een toepasselijk DDR-woord! - kunnen niet weggestemd worden. Wij moeten allemaal naar hun pijpen dansen. Maar van die 27 potentaten in de Commissie is er maar één Duitser. De 26 anderen zijn allemaal verdomde buitenlanders. Ik hoop dat u een einde gaat maken aan hun macht. De eenvoudigste en meest radicale stap zou zijn om gewoon uit de EU te stappen en Duitsland weer door Duitsers te laten besturen. En dan is er natuurlijk het Europees Hof voor de Rechten van Moslim… pardon, de Rechten van de Mens, dat al zo dikwijls de vonnissen van Duitse rechtbanken van tafel heeft geveegd. Van die 46 politiek benoemde rechters is er ook maar één Duitser. Is Duitsland dan geen rechtsstaat? Is het een bananenrepubliek die onder curatele moet staan van buitenlandse rechters, onder andere uit Azerbeidzjan, Turkije, Servië en Bosnië-Herzegovina? Mogen die zich bemoeien met de werking van onze rechtsstaat? O, Grote Olaf! Verlos ons van die buitenlandse bemoeiallen!”
Een plaats in de geschiedenis
“Maar de buitenlanders die de meeste stemmen hebben geronseld voor het AfD, zijn natuurlijk de honderdduizenden zogenaamde ‘asielzoekers’ en ‘vluchtelingen’ die hier zijn binnengehaald. Als er één groep buitenlanders een omwenteling in de Duitse politiek heeft veroorzaakt, dan is het die wel. Zij hebben het vertrouwen in het Duitse politieke bestel méér ondergraven dan tien Elon Musks samen, en op een veel brutere manier. Zonder hen zou het AfD nooit zijn opgericht en als dat toch was gebeurd, zou het een heel klein partijtje zijn gebleven. O, grote Olaf! U kunt ondanks uw erbarmelijke staat van dienst nog altijd een plaats in de Duitse geschiedenis verwerven, naast Karel de Grote of Bismarck, als u die buitenlanders terug naar huis stuurt. Niemand verwacht dat u die allemaal ineens kunt uitzetten. Niet overdrijven, zeker niet in het begin. Maar als u zou kunnen beginnen met kleine groepjes, bijvoorbeeld van 50.000 per maand. Als u dat een paar jaar volhoudt, dan zal het AfD nog sneller verschrompelen dan de CDU of dan uw eigen SPD. Musk of niet, dan zal er van het AfD slechts een klein protestpartijtje overblijven. En u zult de geschiedenis ingaan als Olaf de Grote, Olaf de Bevrijder. Mis die kans niet!
Hoogachtend en hoopvol, Paul Bäumer
Net zoals de meeste lezers van ’t Pallieterke ontving ik de voorbije weken heel wat digitale en papieren wenskaartjes. Enkele wensen waren bijzonder origineel en het product van grote persoonlijke creativiteit. De meeste familieleden en vrienden stuurden mij en mijn gezin gewoon ‘Prettige kerstdagen en een gelukkig Nieuwjaar’ of een variant op dat thema. Er waren evenwel ook heel wat kaartjes waarbij de afzender mij ‘A Merry Christmas and a Happy New Year’ toewenste. In oktober had ik al heel wat ‘Happy Birthday!’-wensen gekregen. Neen, de meesten van die afzenders waren geen buitenlandse vrienden.
Wat brengt Vlamingen ertoe om naar andere Vlamingen wensen in het Engels te sturen? Ik heb de Engelstalige wenskaartjes netjes tussen de andere op de kast gezet. Ik stel de vraag dus niet met de knorrigheid van een taalpurist, maar in een poging om inzicht te krijgen in de onderliggende mechanismen. Speelt hier hetzelfde fenomeen als enkele decennia geleden, toen de betere Vlaamse families elkaar geen ‘Beste wensen’ maar ‘Meilleurs vœux’ toestuurden? Of toch niet?
De vraag bracht mij naar de wondere wereld van de sociolinguïstiek. Dat is de wetenschap die het verband bestudeert tussen sociale groepen en de talen die ze gebruiken. Ik leerde
het onderscheid tussen ‘diglossie’ en ‘codewisseling’. Diglossie verwijst naar de situatie waarbij een groep in verschillende situaties verschillende talen gaat gebruiken. Een specifieke taal is dan gekoppeld aan een specifieke context. In Vlaanderen werd lange tijd thuis dialect gesproken. In de kerk werd Latijn gebruikt. Het Frans was de taal van de officiële documenten, de handel en de cultuur. Diglossie komt wereldwijd redelijk vaak voor, vooral bij etnische minderheden en migrantengroepen. ‘Codewisseling’ is een ander fenomeen. Hier gaan sprekers tussen zinnen door of zelfs binnen dezelfde zin op een andere taal of taalvariëteit overschakelen. Soms gebeurt dat bewust, bijvoorbeeld wanneer men een citaat in een andere taal ge-
WAT BRENGT VLAMINGEN ERTOE OM NAAR ANDERE VLAMINGEN WENSEN IN HET ENGELS TE STUREN?
bruikt. Vaak gebeurt de codewisseling zonder dat de spreker daarover nadenkt. Ik kan me niet voorstellen dat veel van mijn vrienden en kennissen mij zeer bewust nieuwjaarswensen in het Engels hebben toegestuurd. Mensen die een verjaardagsfeestje binnenstappen met de woorden: ‘Waar is de jarige? Happy Birthday! Ik heb een cadeautje meegebracht. Kisses!’ zijn er zich vermoedelijk ook niet van bewust dat ze daarmee aan codewisseling doen. Door het gebruik van het Engels meet de spreker zich een dynamisch, hip en modern imago aan. Men
De kans is groot dat er binnenkort weer gevoetbald zal worden in ons landje. En dan maar hopen dat we geen tweede golf van het coronavirus over ons heen krijgen, want dan mogen we voor een zeer lange tijd een kruis maken over onze favoriete sport. Een schietgebedje is hier dan ook op zijn plaats.
Ik erger mij dood aan sommige mensen die zelfs aan de versoepelde veiligheidsmaatregelen vierkant hun voeten vegen. Die pipo’s denken dat alles nu al in orde is. Hoe dom kan men zijn? Dat zullen natuurlijk de eersten zijn die komen klagen als het opnieuw fout gaat.
Geen Europees voetbal
Is het te wijten aan het virus dat het zo stil is met Anderlecht op de transfermarkt of is er dan toch geen geld? Waarschijnlijk niet, want anders hadden ze de spelers geen deel van hun salaris laten terugbetalen, daar zijn ze te fier voor. De terugkeer van Kompany naar het nest zal niet meer volstaan om de gemoederen te blijven sussen. De supporters zullen geen rampseizoen meer toestaan. Indien alles in orde komt en men weer gaat voetballen, dan zal mijn oude club het in alle geval zonder Europees voetbal moeten doen. Dat is het ergste. Het zal wennen worden.
Op 7 september 1955 speelde Anderlecht zijn eerste match in Europa. In de achtste
finale moest paars-wit het opnemen in Boedapest tegen Voros Lobogo. Het Hongaarse voetbal was toen top, dat zou later blijken. In het Nepstadion werd met 6-3 verloren. In het Astridpark met 1-4. Ongeveer een jaar later, op 26 september 1956 in de achtste finale van de Europabeker der Landskampioenen, verloor RSCA met 0-10 van Liverpool op Old Trafford. Felix Week, de latere trainer van RWDM, moest onder de lat. Rie Meert, de eerste doelman van Anderlecht en de Rode Duivels, was immers gekwetst. Felix kreeg zijn kans… en later een zenuwinzinking.
5 doelpunten op 42 wedstrijden
Ik speelde 42 Europese wedstrijden en scoorde 5 keer. Ook geen cijfers om over naar huis te schijven, maar het waren wel belangrijke doelpunten. Ik debuteerde op 2 september 1970 in Sarajevo tegen Zelejnicar. Ik was toen 19 jaar en moest tijdens rust de Zweed Ejderstedt vervangen. In de 89ste minuut scoorde ik ons vierde doelpunt.
GEZOCHT: Waar kan ik bij voorkeur kristallen (!) likeurglaasjes van max. 3 x 8 cm laten maken en graveren? GEZOCHT: Scouts-beloftekentekens: 1 (of 2) metalen kentekens van +/- 1 cm grootte die in het knoopsgat van een revers van een korte (of lange) jas kan gestoken worden? – TE KOOP (prijs o.t.k.): Ik bezit de éérste 12 BELEZEN jaargangen van het WEEKBLAD Kuifje. De eerste drie zijn VOLLEDIG; van de volgende ontbreken hier en daar enkele nummers. – GSM Jozef : 0492-64 15 14. Ook uw bericht in ’t Pallieterke? In 250 tekens kunt u zoekertjes plaatsen, dingen te koop aanbieden, geboortes en overlijdens melden enzoverder. Met de 50 euro die we ervoor vragen, steunen jullie bovendien ’t Pallieterke, want de kostenverhogingen van vooral de post hakken er momenteel stevig in. Berichten insturen kan via secretariaat@pal.be. De prijs van 50 euro per berichtje kan worden betaald via rekeningnummer BE07 7370 5149 9666 van ’t Pallieterke. Stuurt u liever een briefje met betaling ineens bij, dan kan dat naar Uitgeverij ’t Pallieterke, Lagesteenweg 5/1 te 1850 Grimbergen.
Vorige maandag werd de Wetstraat even opgeschrikt door een verwarde man die met een mes rondzwaaide. Het incident gebeurde ter hoogte van de ambtswoning van de eerste minister. Enkele tientallen meters verder stonden een tiental journalisten, cameramensen en fotografen te wachten voor de ingang van het federale parlement. Plots werden ze door de aanwezige militaire politie binnengeroepen en in veiligheid gebracht. “Ce n’est pas un exercice!”, hoorden we de politieagent tot tweemaal roepen. Ook in 2025 geldt nog steeds het devies: et pour les flamands la même chose!
wil tonen dat men mee is met wat er in de wereld gebeurt. Daar zit natuurlijk wel een zekere gelijkenis met de rol van het Frans in de 19de eeuw. Er is echter ook een verschil. Anders dan het Engels werd het Frans beschouwd als de taal van de elite. Het gebruik ervan diende om zich heel doelbewust te onderscheiden van het gewone volk. Er waren in Vlaanderen heel wat gezinnen waar ook in intieme kring Frans werd gesproken. Dat fenomeen doet zich bij mijn weten niet voor met het Engels. In de 19de eeuw werd het Frans bovendien door de overheid opgelegd als de taal van de administratie, de rechtspraak en het onderwijs. De scholen gebruikten het signum om leerlingen te straffen die geen Frans spraken.
Het overvloedige gebruik van het Engels dient om een trendy, hip of kosmopolitisch imago uit te dragen. Het is echter doorgaans - en anders dan het Frans vroeger - niet bedoeld als afwijzing van de eigen taal of cultuur. Waakzaamheid blijft evenwel geboden. Vooral jonge mensen doorspekken hun Nederlands vaak met heel veel Engels. Het probleem is dan niet zozeer dat ze daarmee willen pronken met hun kennis van het Engels, maar dat ze vaak het equivalente Nederlandse woord gewoon niet meer kennen.
Het is bijzonder moeilijk om op dat fenomeen in te gaan zonder als hooghartig, wereldvreemd of verzuurd over te komen. Wie een opmerking maakt, dreigt al helemaal geen wensen meer te krijgen in plaats van Nederlandstalige. Misschien kan een vriendelijke, maar licht ironische opmerking helpen. One never knows.
Mijn laatste optreden in Europa was op 2 oktober 1979, thuis tegen Dundee United. We werden eruit geknikkerd. Na een 0-0 in Schotland, speelden wij 1-1 thuis. Een missertje van Broos op tien minuten van het einde van de wedstrijd deed ons sneuvelen. Constant Vanden Stock was woedend. Om volledig te zijn moet ik toch nog zeggen dat ik ook scoorde tegen Wrexham uit Wales, Dynamo Boekarest, en twee doelpunten tegen Austria Wien, in de finale van de Beker der Bekerwinaars in Parijs. Daar ga ik niets meer van zeggen, daar is al genoeg over gezeverd…
VAN BINST
GILLE
OVER MIJN TWEE DOELPUNTEN IN DE FINALE VAN DE BEKER DER BEKERWINNAARS GA IK NIETS MEER ZEGGEN: DAAR IS AL GENOEG OVER GEZEVERD
Vorige week overleed voormalig profvoetballer Gilbert ‘Gille’ Van Binst op 73-jarige leeftijd. De voormalige verdediger van Anderlecht, Toulouse en Club Brugge leed al een tijdlang aan de ziekte van Parkinson. Na zijn sportieve successen schreef hij enkele jaren als columnist voor ’t Pallieterke, over zijn rijkgevulde carrière, kleedkamerverhalen, opvallende figuren in de voetbalwereld en belevenissen in de voetbalwereld naast het veld. Onderstaande column verscheen op 30 juni 2020.
Wie meer columns wil (her)lezen van Gille Van Binst, kan dat doen op www.pal.be/author/gille-van-binst/
Op 15 januari zal het precies 150 jaar geleden zijn dat in de pastorie van Wilsele, achter de Leuvense vaartkom, het Davidsfonds werd opgericht. Die uitgesproken Vlaamsgezinde en katholieke cultuurvereniging ontstond als een reactie op het in 1851 gestichte Willemsfonds. Dat cultuurfonds - dat was vernoemd naar de filoloog Jan Frans Willems, de ‘Vader van de Vlaamse Beweging’ - was in oorsprong een pluralistische en ideologisch neutrale strijdorganisatie geweest.
Klerikale en niet-klerikale flaminganten werkten hier samen aan het bevorderen van de culturele emancipatie van de Vlamingen in het door de Franse taal en cultuur gedomineerde België. Het Willemsfonds deed dat onder meer door het publiceren van Nederlandstalige boeken en volksalmanakken, het organiseren van lezingen en het stichten van volksbibliotheken. Na het aantreden van de rabiate papenvreter Julius Vuylsteke als algemeen secretaris van het Willemsfonds in 1862, begon die organisatie echter al vrij snel een liberaal-vrijzinnige ideologische en antiklerikale koers te varen, wat door de katholieken binnen het Willemsfonds maar matig kon worden geapprecieerd. Die ideologische polarisering was overigens geen fenomeen dat zich beperkte tot de toenmalige Vlaamse Beweging, maar voltrok zich in de jaren 1870 in korte tijd in heel het maatschappelijk leven in ons land. Het unionisme, het samengaan van katholieken en liberalen in hun gezamenlijke streven naar vrijheid in de prille Belgische staat, was definitief dood en begraven, en dat leidde onder meer tot een bitse schoolstrijd.
Oprichting en groei
Die verscherpte ideologische tegenstellingen leidden er uiteindelijk toe dat zes leden van het Leuvense Vlaamsgezinde ‘Taal en Letterlievend Studentengenootschap Met Tijd en Vlijt’ overgingen tot de stichting van het Davidsfonds onder het motto ‘Voor Godsdienst, Taal en Vaderland’ als tegenhanger van het Willemsfonds. Het was de Gentse journalist en autodidact-historicus Frans de Potter die de naam Davidsfonds voorstelde naar de in 1866 overleden Leuvense hoogleraar kanunnik Jan David die samen met zijn vriend Jan Frans Willems aan de wieg van de Vlaamse Beweging had gestaan. Professor Paul Alberdingk Thijm, een katholieke Amsterdammer, aanvaardde het voorzitterschap, terwijl de katholieke volksvertegenwoordiger Frans Schollaert het erevoorzitterschap waarnam.
HET DAVIDSFONDS ZOU ONDUBBELZINNIG KATHOLIEK ZIJN, MAAR ZICH NIET MET PARTIJPOLITIEK INLATEN
Reeds drie dagen na de oprichting vergaderde het bestuur voor de eerste keer in Leuven en bepaalde dat het Davidsfonds ondubbelzinnig katholiek zou zijn, maar zich niet met partijpolitiek zou inlaten. Het bestuur deed een oproep aan gelijkgezinden om in alle Vlaamse steden en gemeenten afdelingen van de nieuwe organisatie op te richten; een oproep die niet in dovemansoren viel. Wanneer op 3 mei 1875 de eerste statutaire algemene vergadering van het Davidsfonds in Leuven plaatsvond, was er al sprake van 27 afdelingen met samen 2.500 leden. In het voorjaar van 1876 waren er al 4.276 leden in 33 afdelingen… Een van de redenen voor dat succes was ongetwijfeld te zoeken in het feit dat men in ruil voor het - relatief hoge - lidgeld van minimaal 5 frank, een boekenaanbod kreeg dat een gelijkaardige handelswaarde vertegenwoordigde. Boeken die vaak een militant antivrijzinnig karakter hadden en die er duidelijk op gericht waren om weerwerk te bieden aan het Willemsfonds.
De Leuvense filoloog Pieter Willems, die in 1878 de - op z’n zachtst gezegd - financieel niet al te beslagen Alberdingk Thijm opvolgde als voorzitter van het Davidsfonds, slaagde er samen met zijn secretaris Frans de Potter in om de vereniging door de lang niet altijd even gemakkelijke beginjaren te loodsen en het Davidsfonds uit te bouwen tot een goed geoliede organisatie met tal van vrijwilligers en goed draaiende lokale afdelingen. Nadat Willems op 58-jarige leeftijd onverwacht was overleden, werd Joris Helleputte de nieuwe voorzitter. Die hoogleraar architectuur, parlementslid en latere minister was als stichter van de Boerenbond en de Katholieke Vlaamsche Landsbond omnipresent in de katholieke partij, maar iets minder in het Davidsfonds. Hij belichaamde de versmelting tussen de beginnende, maar sterk opkomende christendemocratie en de katholieke vleugel van de Vlaamse Beweging, maar investeerde weinig tijd in het fonds. Daar kwam verandering in onder zijn opvolger, de eminente jurist Emiel Vliebergh, die ondanks het feit dat hij jarenlang aan zijn ziekbed was gekluisterd, niet alleen het ledenaantal van het Davidsfonds in 1914 tot 12.000 wist op te drijven, maar van het fonds ook een ijkpunt maakte in de zich steeds sterker manifesterende Vlaamse Beweging.
Na de Wereldoorlogen
Na de Eerste Wereldoorlog volgde een periode van hoogbloei voor het Davidsfonds dat tijdens het interbellum de eis voor een Vlaams minimumprogramma van de gematigde Vlaamsgezinden inzake taalwetgeving kracht bijzette. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, waar het fonds probeerde zo goed en zo kwaad het ging zijn werking buiten de collaboratie verder te zetten, groeide het aantal leden zelfs tot een recordaantal van meer dan 90.000. Die bloeiperiode eindigde in de jaren 1960 toen het Davidsfonds zich diende te herbronnen wanneer duidelijk werd dat het ledenaantal daalde ten gevolge van maatschappelijke evoluties, zoals de ontkerkelijking en de komst van nieuwe organisaties voor volwassenenvorming. Maar ook het geflirt van Jong-Davidsfonds met links noopte tot ingrijpen en politieke heroriëntering.
DE BLOEIPERIODE EINDIGDE IN DE JAREN 1960 WANNEER HET LEDENAANTAL DAALDE TENGEVOLGE VAN VERSCHILLENDE MAATSCHAPPELIJKE EVOLUTIES
In die periode herbevestigde het Davidsfonds haar leidende rol als cultuur- en strijdvereniging in de Vlaamse Beweging. Tijdens de Marsen op Brussel, de strijd om Leuven Vlaams, bij de initiatiefnemers voor het Vlaams Aktiekomitee voor Brussel en de Taalgrens en de oprichting van Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) of in het kamp van de tegenstanders van het Egmontpact kon men steevast het Davidsfonds terugvinden. Dat was voor een groot deel aan de beginselvastheid van secretaris-generaal Eduard Amter en later aan de sterk Vlaamsgezinde nationale voorzitters Clem De Ridder en Lieven Van Gerven te danken. Ik heb al wat jaren op mijn teller staan binnen de Vlaamse Beweging en herinner mij bijvoorbeeld nog levendig hoe Clem de Ridder tijdens het Davidsfondscongres van april 1980 - het jaar dat 150 jaar België werd ‘gevierd’ - fel uithaalde naar de Vlaamsvijandige unitaire staat: “Voor het eerst in onze Vlaamse geschiedenis zien wij een vaderland in het verschiet dat wij zullen kunnen beminnen. Dat laten wij niet meer los, niet voor een partij, niet voor een koning, niet voor België..!” Ik ben alvast erg benieuwd of het Davidsfonds anno 2030 - wanneer Belgenland 200 kaarsjes mag uitblazen - even flink uit de hoek zal komen….
In de lijst van verkeerd geciteerde politici zal de eerste Vlaams minister-president Gaston Geens bijzonder hoog staan. Hij zei immers nooit: “Wat we zelf doen, doen we beter.” De CVP-politicus was nuchterder en tegelijk ambitieuzer. In werkelijkheid lanceerde hij volgende uitspraak: “Wij zullen moeten bewijzen dat wij wat we zelf doen, beter doen.” Als jonge, groeiende Vlaamse natie moet ons beleid continu laveren tussen verlammende bescheidenheid, onverschillige passiviteit en roekeloze zelfgenoegzaamheid. In het bijzonder geldt dat voor het buitenlands beleid dat Vlaanderen sinds drie decennia zelfstandig kan uittekenen.
Auteur Axel Buyse kan gerust worden beschouwd als een van de sleutelfiguren die ons buitenlands beleid hebben gevormd. Hij was de belangrijkste vertegenwoordiger van Vlaanderen in Den Haag en daarna afgevaardigde van de Vlaamse regering in de EU. Momenteel is hij raadgever voor het departement Buitenlandse Zaken van de Vlaamse Overheid. Ideaal geplaatst om de geschiedenis, de uitdagingen en de kansen van de Vlaamse diplomatie te schetsen.
Defederalisering in plaats van herfederalisering
De soms juridisch-technische beschouwingen verhinderen de schrijver allerminst om geregeld duidelijk stelling te nemen en die terdege te onderbouwen. Zo is hij zelfs kritisch ten aanzien van de voorstanders van het confederalisme, die opperen dat men de Belgische constructie nog dient te hangen aan defensie, het koningshuis en buitenlandse zaken.
Tegen het onoordeelkundige oordeel van bepaalde politici in, stelt Buyse zich serieuze vragen bij de herfederalisering van het buitenlands handelsbeleid. De federale departementen kunnen ondersteunend en coördinerend fungeren, maar Vlaanderen mag, nee móét ambitie tonen om zelf de bakens uit te zetten die het na de opeenvolgende staatshervormingen geniet. En vooral, dat voornemen sluit ook naadloos aan bij de realiteit. De topdiplomaat maakt zich sterk dat het Vlaamse bedrijfsleven de regionalisering van het buitenlandse handelsbeleid steunt.
Op eigen benen
Wanneer het boek een historische blik werpt op het buitenlandse beleid van België, worden snel een aantal zaken duidelijk. De Belgische stempel was altijd duidelijk francofoon beïnkt en vaak gericht op de belangen van Frankrijk. Automatisch was er minder oog voor de relatie met Nederland en het groeiende economische gewicht van Vlaanderen. Dat uitte zich in een vertroebelde relatie met onze noorderburen. Denk maar aan de uitdieping van de Westerschelde of de uitbouw van een volwaardige IJzeren Rijn. Dat doet... excuseer, dat moet Vlaanderen beter doen. De auteur herinnert aan het dappere beleid van Hendrik Fayat, die als staatssecretaris voor Buitenlandse Handel ook oog had voor de plaats van Vlaanderen op het internationale toneel. Maar het was met het Sint-Michielsakkoord (1993) en de erkenning van België als federale staat dat Vlaanderen ook officieel zijn plaats(je) onder de diplomatieke zon kreeg. Het kon daarbij verdragen afsluiten en diplomaten afvaardigen. Te vaak zag Buyse ambitie gefnuikt door onverschilligheid of zelfs regelrechte tegenwerking op het Belgische niveau.
Belgische ongeloofwaardigheid
Dit laatste toont zich niet bepaald een voorbeeld. De schrijver merkt fijntjes op: “Als iets de geloofwaardigheid van België op het internationale toneel ondergraaft, dan is het niet het Vlaamse streven naar een maximale autonomie, maar het onvermogen van het land om zijn internationale verplichtingen binnen de NAVO na te komen.” En quid EU? Vlaanderen heeft zich met de woorden van August Vermeylen altijd pro-Europees ingesteld, herinnert Buyse de lezer. Maar de verstikkende drang naar centralisatie en onbegrip voor de diversiteit op lager politiek niveau vertroebelen meer dan eens de relatie tussen Berlaymont en het Martelarenplein. Het moge duidelijk zijn dat de denkwijze in de Europese wijk veel verschillender is dan de fysieke afstand tot het politieke hart van Vlaanderen.
Blik naar de toekomst
JAN HUIJBRECHTS
Nu de federale onderhandelingen al maanden aanslepen, zoekt de Vlaamse Beweging koortsachtig naar het woord ‘communautair’ in de voorlopige teksten die circuleren. De auteur is nochtans optimistisch. Daarvoor verwijst hij naar het failliet van Wallo-Brux en de regionalistische animo bij de Duitstaligen. Met haar onverwachte status als grootste Vlaamse partij houdt N-VA de regie over de mate waarin een staatshervorming het regeerakkoord binnensluipt. In tegenstelling tot de stilstand onder de regering-Michel, waarschuwt Buyse dat N-VA niet opnieuw haar staatkundige ambities in de koelkast kan stoppen. “Zonder een nieuwe, grondige verschui ving van bevoegdheden dreigt de partij haar bestaansreden te verliezen.” Een krachtig besluit dat hopelijk niet in dovemanso ren valt.
Axel Buyse, ‘Klein Vlaanderen, groot buitenland’, 2024, Ertsberg. 160 p., 22,95 euro. ISBN 9789464750973
VOORBESCHOUWING OPERA GÖTTERDÄMMERUNG
Op 4 februari gaat in De Munt een nieuwe productie van Wagners Götterdämmerung in première. Het is het sluitstuk van een Ring-cyclus die in het najaar van 2023 begon met Rheingold. Maar die liep niet zoals gepland. Munt-intendant Peter de Caluwe had de Italiaanse sterregisseur Romeo Castellucci aangetrokken voor de vier opera’s. Na Die Walküre, in het voorjaar van 2024, bleek echter dat zijn plannen voor Siegfried en Götterdämmerung onbetaalbaar waren. Een mens zou denken dat hierover vooraf sluitende afspraken worden gemaakt. Niet dus.
De Caluwe moest Castellucci met het schaamrood op de wangen afvoeren en op de valreep vervangen door Pierre Audi. Die Frans-Libanese regisseur had twintig jaar geleden naam gemaakt met zijn spectaculaire Ring-enscenering in Amsterdam. Zijn Munt-productie van Siegfried, in de herfst van vorig jaar, moest haastig ineen geknutseld worden, met de knip op de portemonnee. Dat was er ook aan te zien. Er was een duidelijke stijlbreuk met de intrigerende grandeur waarin Castellucci zo uitblonk. Van een echte cyclus is eigenlijk geen sprake meer. Het is een afscheid in mineur voor de Caluwe, die bezig is aan zijn laatste seizoen in De Munt. Bingewatchen avant la lettre
Ik kan me niet voorstellen dat zoiets Gerard Mortier overkomen zou zijn. Ook voor hem was Wagners Ring het laatste grote project als Munt-intendant. Dat was in het najaar van 1991. Mortier leverde toen de heksentoer om de vier opera’s van de cyclus, samen ongeveer zestien uur, in één week te programmeren (en dat vier weken na elkaar).
Zo was het inderdaad ook bedoeld door Wagner: bingewatchen avant la lettre. Mortier spaarde kosten noch moeite voor zijn laatste extravaganza in Brussel. Er was zelfs geld om aan het fronton van het Muntgebouw een reusachtige lichtreclame aan te brengen in de vorm van een goudgele ring. De Duitser Herbert Wernicke was regisseur. Hij nam afstand van de meer abstracte en symbolische ensceneringen die toen in zwang waren en bracht het spektakel van Wagner opnieuw met alles erop en eraan. Er was een angstaanjagende draak die met veel lawaai door de toneelvloer brak in Siegfried en op het einde van Die Walküre ontvlamden de rotsen wondermooi rond Brünnhilde.
IN GÖTTERDÄMMERUNG WORDT ALLES WAT TIJDENS DE VORIGE DRIE OPERA’S IS OPGEBOUWD OP EEN EVEN MAGISTRALE ALS ARGELOZE WIJZE VERNIETIGD
Maar het spektakel zat ook vol dubbele bodems en allusies op de Duitse geschiedenis. Alles speelde zich af in een bouwvallige loods met zicht op een berglandschap, precies hetzelfde uitzicht dat Hitler had vanuit zijn werkkamer in Berchtesgaden. Tijdens de slotakkoorden van Götterdämmerung verscheen er een bulldozer op het toneel die de helft van dat decor in de prak reed. Het was nadien twee dagen werk om dat decor herop te bouwen voor de volgende cyclus. Die scène kan niet langer dan een halve minuut hebben geduurd. Dat moet de duurste halve minuut uit de geschiedenis van De
Munt geweest zijn. Weggegooid geld? Toch niet. Want die destructieve slotscene vatte perfect de essentie van de Ring-cyclus. In Götterdämmerung wordt alles wat tijdens de vorige drie opera’s is opgebouwd op een even magistrale als argeloze wijze vernietigd. De held Siegfried blijkt een naïeveling die domweg in de val loopt van slechterik Hagen. Zijn liefdesrelatie met Brünnhilde loopt op de klippen. Brünnhilde spant samen met Hagen om Siegfried te vermoorden, en pleegt daarna zelfmoord. Het Walhalla gaat in vlammen op, de goden gaan ten onder. De Rijn overstroomt en Hagen verdrinkt. Wat overblijft is een troosteloze puinhoop. Nooit waren we verder verwijderd van een happy end.
BELGIË IS ONTSTAAN IN DE MUNT, MET LA MUETTE DE PORTICI, EN ZAL EINDIGEN IN DE MUNT, MET GÖTTERDÄMMERUNG, HOORDE JE ZEGGEN
Dit apocalyptische einde zet Götterdämmerung wat apart van de andere drie opera’s in de cyclus. Maar er is nog een verschil. Het vierde deel is eigenlijk de enige ‘normale’ opera in de reeks, met gewone mensen als personages en met een koor. Oppervlakkig bekeken zou je Götterdämmerung zelfs als een klassieke ‘grand opéra’ kunnen zien, met een dubbel huwelijk, een jachtscene en een begrafenis. De opera bevat ook een aantal populaire orkestrale stukken, zoals Siegfrieds Rijnvaart en de Siegfrieds treurmars.
Wagners absolute meesterwerk
Toch is het om een heel andere reden dat deze opera als Wagners absolute meesterwerk moet worden beschouwd. In Götterdämmerung komt het best tot uiting wat Nietzsche zo treffend opmerkte: Wagner is een meester in het heel kleine. Op een subtiele en haast subliminale wijze, via nauwelijks hoorbare modulaties in het orkest, creëert de componist een sinistere, ijzingwekkende sfeer. De opera heeft iets hypnotiserends, hallucinants haast, en doet aan als een ijle koortsdroom. Van meet af aan heb je het gevoel van naderend onheil, van een immense catastrofe die in de lucht hangt. Dit is dus zeker niet de opera die je van een depressie af zal helpen, integendeel. Misschien is het ook daarom dat de programmering van Götterdämmerung in het najaar van 1991 tot een aantal schampere politieke commentaren leidde. Want België zat toen in een politieke depressie. De regering was nog maar pas gevallen over de kwestie van de wapenlicenties voor FN. Minister Philippe Moureaux (PS) dreigde ermee om een institutionele atoombom te gebruiken. Dit leidde tot vervroegde verkiezingen op 24 november. Het
Kinderarbeid
Pallieterke,
Over kinderarbeid gesproken: ik was 14 jaar, ging naar de Jongens Oefen School ofte J.O.S. aan de Pestalozzistraat te Antwerpen. Ik zat in 8A. De directeur vond dat ik klaar was voor hogere studies, maar mijn ouders beslisten toen anders en ik moest gaan werken. Kinderarbeid was toen de normaalste zaak van de wereld. De laatste twee jaren heetten toen ‘het volledig lager onderwijs’.
Complex land Pallieterke,
einde van het land leek nabij. België is ontstaan in De Munt, met La Muette de Portici, en zal eindigen in De Munt, met Götterdämmerung, hoorde je toen zeggen. Achteraf beschouwd was dit pessimisme over de toekomst van België zeer voorbarig. Sommigen zullen de doorbraak van het Vlaams Blok zien als de ‘ramp’ die al een tijd in de lucht hing. Maar de partij haalde toen ocharme tien procent. De twee Vlaams-nationale partijen samen kwamen slechts aan twintig procent. De traditionele partijen bleven dominant, met twee derden van de stemmen. Amper honderd dagen na de verkiezingen kon Jean-Luc Dehaene al een rooms-rode coalitie op de been brengen. Dat was het begin van een, naar Belgische normen, redelijk stabiel decennium.
Belgische Götterdämmerung
Objectief gezien is er vandaag veel meer reden om een Belgische Götterdämmerung te verwachten. De drie traditionele partijen samen halen nog maar een derde van de stemmen in Vlaanderen, de twee Vlaams-nationale bijna de helft. In heel België halen de antisysteempartijen samen veertig procent. Het systeem kraakt in al zijn voegen. Het wordt steeds moeilijker om nog een federale regering te vormen. Vreemd genoeg heerst er vandaag minder een fin de régime-sfeertje dan eind 1991. Dat heeft allicht vooral met gewenning te maken. We zijn het normaal gaan vinden dat België zich voortsleept van crisis naar crisis, maar altijd weer door het oog van de naald kruipt. Zieltogen en toch niet doodgaan, dat is België. De ondergang die zich maar niet wil voltrekken. En dat paradoxaal genoeg met de hulp van een van de partijen die ik in de vorige paragraaf, mogelijk bij wijze van wensdroom, nog tot de antisysteempartijen rekende.
IN WAGNERS SIEGFRIED HERKEN IK VOORAL
BART DE WEVER
Daarom is Götterdämmerung in De Munt misschien wel de opmaat tot een heel andere ondergang. In Wagners Siegfried herken ik vooral Bart De Wever. Aanvankelijk is dat de rebelse held die geen angst kent, als Übermensch tekeer gaat tegen het systeem en triomfantelijk de macht van de Belgische goden breekt. Maar als hij daarna in de echte wereld terecht komt, zien we de keerzijde van die onbevreesdheid. De held is hopeloos naïef en raakt verstrikt in een web van politieke intriges en bedrog. Uiteindelijk is hij nog slechts een schim van zijn heldhaftige zelf. Als hij zich dat finaal realiseert, is het te laat. Hij wordt verraden en krijgt een fatale dolksteek in de rug. Dus wat wordt het nu, de ondergang van België of van Bart De Wever? Allebei als het van Wagner afhangt. Want in Götterdämmerung gaan zowel Siegfried als de goden ten onder.
BART MADDENS
Ik ging dus werken, maar wou mijn hele leven geen arbeidsslaaf blijven en ging daarom avondschool volgen voor ingenieur, B1 dus. Na bijna vier jaar van 19 tot 22 uur, van maandag tot vrijdag, kwam de directie erachter dat ik het derde jaar lager middelbaar niet had gedaan. Natuurlijk niet, het bestond niet. Maar onze politieke tafelspringers hadden toen al niet verder gekeken dan hun neus lang is. En dus had ik geen recht op een diploma.
Toen ik met zestig op pensioen ging, had ik al 49/45ste gewerkt, maar ik kreeg maar 45/45ste pensioen uitbetaald. Ik heb nog eens elf jaar bijeengewerkt als bode op de rechtbank van koophandel, veel sociale lasten betaald en heel veel belastingen bijbetaald. Maar nul euro meer pensioen. Weet u, beste redactie, wat mij betreft kunnen de politieke clowns allemaal de pot op. Van de eerste tot de laatste. Ik heb ons leven maar te boek gesteld om het van mij af te schrijven. Ik kan het leven van mijn lieve echtgenote ook uit de doeken doen, maar dan worden uw medewerkers mottig van al haar miserie die ze als kind en jong meisje heeft meegemaakt. Dus we laten dat maar voor een volgende brief.
Rik Desmet, Wilrijk Abortus en Zuhal
Pallieterke,
Ik vermoed dat Zuhal Demir een goede minister kan zijn, recht door zee, met weinig zin voor toegevingen en compromissen. Maar zij vergeet dat zij minister is in de Vlaamse regering en dat, ondanks de massale instroom van vluchtelingen (vooral uit moslimlanden), de Vlamingen toch nog altijd christen en vooral katholiek zijn en meestal niet zo uitgesproken pro abortus. En dat de paus niet alleen categoriek, maar ook in zeer kwetsende bewoordingen abortus veroordeelt, omdat hij paus is. Abortus kan eveneens net zo goed als een oorlog of een kunstmatig opgewekte epidemie gebruikt worden om de aanwezige bevolking te onderwerpen en de eigen vredelievende (pas na eeuwen verworven) cultuur te vervangen door de oorlogszuchtige cultuur van de veroveraar. Wie dat steunt, is een collaborateur. En zo iemand werd na de Tweede Wereldoorlog zwaar gestraft en zijn burgerrechten werden hem ontnomen.
Demir betreurt terecht de 14.000 kinderslachtoffers in Gaza, maar bejubelt samen met nagenoeg de volledige linkse krantenploeg de meer dan 16.000 officiële abortussen op één jaar tijd in ons eigen zo beschaafd klein landje. En de rector van de Hasseltse universiteit is het hoogachtend bijna volledig eens met Zuhal. Ik vind het spijtig voor de N-VA en De Wever. Goddank heeft de overtuigde flamingant en christen nog andere keuzes.
Gabi Konings, Riemst
Inzet leger bij rellen
Pallieterke,
Sommige stemmen gaan op tot inzet van het leger bij (jaarlijkse) rellen. Wel, als er één para een relschopper een lap op zijn m… zou geven, dan schreeuwt de linksgroene meute en dito pers een maand lang moord en brand. Laat staan indien de relschopper ‘toevallig’ een allochtoon zou zijn, dan ligt het land plat voor 3 maand.
Dirk Cappelier, Brugge
De Vlaamse regering besliste tot volgende veranderingen, geldig vanaf 1 januari: studenten mogen slechts 475 uren ‘onbelast’ werken in de plaats van 600 zoals voordien. Wie een schenking doet aan nabestaanden, moet nog vijf jaar in de plaats van drie in leven blijven of de begunstigde moet wéér belasting betalen op geld dat reeds belast is geweest. Dienstencheques worden duurder en zijn niet langer fiscaal aftrekbaar. Dat wordt allemaal beslist door dames en heren die meerdere inkomens cumuleren, rondgereden worden in limousines mét chauffeur en in sterrenrestaurants eten op kosten van hun kiezers die zij beweren te vertegenwoordigen. Ons land heeft ZES regeringen en verhoudingsgewijs het hoogste aantal politici en ambtenaren van de hele wereld. Politiek en de ambtenarij zijn de énige sectoren die hier de laatste vier decennia NIET op achteruit gegaan zijn, tot grotere glorie van de ‘vedetten’ die dagelijks in spelletjes en duidingsprogramma’s op televisie te zien zijn. Wat NIET verandert, zijn de cumuls, de wedden, vergoedingen en pensioenen die politici zichzelf over de jaren gegund en gestemd hebben, op kosten van de privésector. Want wij zijn een zéér complex land dat moeilijk te besturen valt.
Gelukkig Nieuwjaar!
Marc Bertrand, Edegem
Waarover men niet mag spreken
Pallieterke,
Er is veel te doen over het dalend niveau van het onderwijs. Te weinig kennis van de taal, onder meer door het grote aantal vreemdelingen, enzovoort. Dat zouden enkele oorzaken zijn. Vroeger (1950-60) was er soms per school één geval van kinderen die uit een gezin in crisis kwamen en men hield dat stil. Nu lijken er in alle scholen per klas meerdere gevallen. Nieuw samengestelde gezinnen, alleenstaande moeders of vaders zijn de algemene trend. Wees maar aandachtig in de les als je moet verwerken dat je straks een andere mama of papa krijgt. Misschien zelfs twee vaders of twee moeders. Een van mijn kleinkinderen vroeg waarom hij maar één papa had. Het gewone gezin wordt niet meer gewaardeerd. Wie maakt zich daarover zorgen? Vrijheid blijheid is de boodschap.
Bert Lauwers, Tongeren
Geen lerarentekort
Pallieterke,
Eind december 2022 werd aan 204.607 personeelsleden een salaris uitbetaald. Vlaanderen heeft vorig jaar 12,9 miljard uitgegeven aan het onderwijs. Er zijn genoeg leerkrachten. Ik geef een voorbeeld. Ik ken een katholieke school waar in een bepaalde richting 13 leerlingen zitten. Vijfhonderd meter verder zitten er in dezelfde richting 11 leerlingen, maar nu in het Gemeenschapsonderwijs.
Voeg die samen en u hebt een klas van 24 leerlingen en u bespaart veel leerkrachten. Zo zijn er in Vlaanderen honderden scholen van de Katholieke- en Gemeenschapskoepel die dezelfde richting aanbieden en elkaar beconcurreren. Het wordt tijd dat men de schoolkoepels van het Katholiek Onderwijs en het Gemeenschapsonderwijs (GO!) afbreekt en verplicht om samen te werken. Zo kan men het lerarentekort oplossen.
Swa Cauwenbergh, Antwerpen Een lezersbrief insturen?
Stuur uw bericht naar lezersbrieven@pallieterke.net. Opgelet, brieven mogen maximaal 1.000 karakters tellen (inclusief spaties). Dat zijn een 30-tal lijnen in ’t Pallieterke of zo’n 160 woorden. We houden ons het recht voor om zonder verantwoording uw (te lange) brief niet te publiceren of in te korten. Uw naam en gemeente moeten worden doorgegeven voor publicatie bij uw brief.
De tegenstanders van onafhankelijkheid voor Vlaanderen argumenteren wel eens dat we nu al in een klein landje wonen. België in twee splitsen zou ‘ons’ nog kleiner maken in Europa en de wereld.
Maar wat maakt een land groot of klein? Je kan landen bijvoorbeeld opdelen naar bevolkingsaantal, naar oppervlakte of volgens het bnp (bruto nationaal product). Het argument van de tegenstanders houdt geen steek: er zijn in Europa alleen al zelfs minstens 22 landen met minder inwoners dan Vlaanderen, met als voorbeelden Noorwegen, Finland en Ierland. En inzake oppervlakte moeten we niet onderdoen voor het Groothertogdom Luxemburg, Monaco, Kosovo of Malta. Het grootste ‘land’ van Europa - als we spreken over oppervlakte - is Groenland. En nu heeft de premier van Groenland, Mute Egede, tijdens zijn jongste nieuwjaarstoespraak de wens uitgesproken om onafhankelijkheid na te streven van Denemarken. Groenland is dan wel groot in oppervlakte, het aantal inwoners overstijgt de 60.000 niet. En over het bnp zullen we maar zwijgen. De plaatselijke bevolking leeft er hoofdzakelijk van de visvangst en een heel klein beetje toerisme. Het barre klimaat maakt het leven er niet gemakkelijk op. Landbouw is zo goed als onmogelijk. Ondanks de rijkdom aan mineralen, olie en aardgas, blijft de economie van Groenland kwetsbaar en sterk afhankelijk van de jaarlijkse subsidies van Denemarken. Tijd
“Het wordt tijd dat we zelf een stap zetten en onze toekomst vormgeven, ook met betrekking tot met wie we nauw zullen samenwerken en wie onze handelspartners zullen zijn”, zei Mute Egede in zijn toespraak. Groenland was van 1721 tot 1953 een kolonie van Denemarken, maar vanaf dat laatste jaar veranderde het statuut in provincie. In het Deense parlement werden twee zitjes voorbehouden voor Groenlanders. Een volgende stap werd in 1979 gezet toen Groenland zeggenschap kreeg over zaken die voorheen door de Deense staat werden geregeld, zoals onderwijs, sociale zaken en huisvesting. In 2009 kwam er een nieuwe wet, waarmee de Groenlanders door Denemarken officieel erkend werden als een apart volk volgens internationaal recht. Tot op heden is Denemarken er nog steeds bevoegd voor het buitenlandbeleid en defensie. Verder is ook het Hooggerechtshof in Denemarken de hoogste rechterlijke macht in Groenland. Tot slot gebruikt men in Groenland dezelfde munteenheid als in Denemarken, met name de Deense kroon. Op weg naar autonomie presenteerde de regering van Groenland in 2023 haar eerste ontwerpgrondwet.
Van ons
De onafhankelijkheidsbeweging heeft de laatste jaren aan kracht gewonnen in Groenland, al zijn er ook tegenstanders. En, het zullen de Groenlanders zelf zijn die bij stemming eenzijdig zullen beslissen of ze alle banden zullen breken met Denemarken.
Trump verkondigde twee weken geleden nog dat hij het eiland wil kopen. Dat idee haalde bij ons de pers, maar nieuw is het idee van Trump niet. Hij zei dat ook al in 2019. Onlogisch is zijn voorstel niet. De hoofdstad van Groenland, Nuuk, ligt dichter bij New York dan bij de Deense hoofdstad Kopenhagen. Er is nu al een Amerikaanse militaire basis gevestigd. Trump ziet Groenland hoofdzakelijk als vooruitgeschoven post om vijandelijke (Russische) raketten te onderscheppen.
De regering van Groenland heeft tweemaal een aanbod van Trump om het eiland te kopen afgewezen. Premier Egede maakte in zijn toespraak duidelijk dat “Groenland van ons is”. Waar hebben we dat nog gehoord?
Komaan Matthias
En Europa dan? In maart 2024 ondertekende Ursula von der Leyen een samenwerkingsakkoord tussen Groenland en de EU. En dat terwijl alle deskundigen het erover eens zijn: volledige autonomie voor Groenland is slechts een kwestie van tijd. Na de recente uitspraken van de Groenlandse premier volgden geen Europese banbliksems. Wat belet onze Vlaamse minister-president om de Groenlandse premier Mute Egede een hart onder de riem te steken? Want wat Groenland kan, moet Vlaanderen ook kunnen.
PAL voor Vlaanderen is een project van PAL Academie vzw. Met die vzw zetten we onze kennis, kunde en netwerk in om het pad naar Vlaamse onafhankelijkheid te effenen. De vzw beschikt over ideeën en mensen, maar met uw financiële steun op rekening KBC BE39 7390 1640 4519 zouden we nog veel meer kunnen doen.
De toekomst van het jaarlijkse volkdansfestival Europeade ziet er somber uit. Tot op heden heeft geen enkele stad in Europa zich aangemeld om het festival in 2025 een plaats te geven.
De Europeade is een vijfdaagse bijeenkomst van volksdansers, muzikanten en zangers uit alle regio’s van Europa. Groepen dansen, zingen en spelen hun muziek in traditionele klederdracht tijdens optredens doorheen de hele stad. In de voorbije 50 jaar dat de Europeade werd georganiseerd, werden zowat alle Europese landen bezocht, van Litouwen en Portugal tot Oostenrijk en Denemarken. Telkens zijn enkele duizenden deelnemers aanwezig, verdeeld over 100 tot 200 volksgroepen. De Europeade kende zijn ontstaan in Vlaanderen in 1964 op initiatief van Mon De Clopper zaliger.
Peter De Vos is de secretaris-generaal van de vzw Europeade en hij luidt de noodklok. Als er niet snel een Europees stad(je) gevonden wordt dat de Europeade wil organiseren, is het voortbestaan van het festival in gevaar.
Peter De Vos: “Normaal beginnen we al zo’n twee jaar op voorhand met de voorbereidingen. Vroeger kwamen steden zelfs bij ons aankloppen en konden we kiezen, maar nu moeten we echt intensief op zoek naar een gaststad. Een van de problemen daarbij is dat tijdens het voorbije jaar er in heel veel Europese landen gemeenteraadsverkiezingen waren. Terwijl we met verschillende gemeentebesturen aan het praten waren, werden die na de gemeenteraadsverkiezingen vervangen door een nieuw bestuur. En dat betekende
dikwijls opnieuw beginnen onderhandelen, ofwel had het nieuwe bestuur helemaal geen interesse.”
De laatste Europeade kende nogal wat organisatorische pijnpunten.
Peter De Vos: “Dat klopt. In 2024 zou de Europeade plaatsvinden in de Poolse stad Kielce, maar een jaar eerder liet het stadsbestuur weten dat men het niet kon organiseren. We zijn dan onmiddellijk op zoek gegaan naar een nieuwe locatie en dat werd Nuoro op Sardinië. Helaas was daar ook een wissel van de macht gebeurd en het nieuwe stadsbestuur was niet voorbereid op het evenement. Bovendien kregen we dan nog te maken met een hittegolf. Niet echt leuk voor mensen die in typische klederdracht moeten optreden.”
U maakt zich ongerust over de toekomst?
Peter De Vos: “Misschien kan er een Europeade plaatsvinden in Schotland in 2026. Die prospectiegesprekken zijn lopende, maar voorlopig is die locatie helemaal nog niet zeker. Maar voor de editie van 2025 vinden we geen gaststad. Wetende dat de Europeade doorgaat in de grote vakantie, wordt het wel hoog tijd om van start te gaan met de praktische voorbereiding. Een jaar overslaan is een mogelijkheid, maar we kennen allemaal de nefaste gevolgen voor een evenement als het een jaartje
niet plaatsvindt. Denk maar aan de moeilijke coronajaren, toen de Europeade twee jaar na elkaar uitgesteld moest worden. Bovendien lopen onze vaste kosten verder, terwijl er dan geen inkomsten zijn. We hebben immers een permanent secretariaat met een stafmedewerkster. Voor die inkomsten zijn wij volledig afhankelijk van het inschrijvingsgeld dat onze groepen betalen om te mogen deelnemen. Wij ontvangen geen enkele subsidie van betekenis, noch van Europa, noch van enig ander bestuursniveau.”
Er nu mee stoppen zou spijtig zijn na 60 edities…
Peter De Vos: “We denken nog aan de mogelijkheid om een ‘kleine’ Europeade te organiseren met een beperkt aantal deelnemers. Zo kan alles nog georganiseerd worden en misschien vinden we dan toch nog een stad - wie weet in Vlaanderen - die ons wil verwelkomen.”
Voorbije maandag werd uw erevoorzitter ten grave gedragen.
Peter De Vos: “Mon De Clopper was in de jaren 1960 de initiatiefnemer en toen die er omwille van zijn leeftijd mee stopte in 1997, werd hij opgevolgd door Bruno Peeters. Bruno was gemeenteraadslid voor de CVP in Antwerpen en was een gekende en actieve persoon in het culturele leven. Toen de Europeade in 2002 in Antwerpen plaatsvond, heeft Bruno er alles aan gedaan om van die editie een groot succes te maken. Die editie was trouwens heel succesvol, met zo’n 6.000 deelnemers. Bruno was toen schepen in het Antwerpse stadsbestuur. De culturele erfenis van Mon De Clopper en Bruno Peeters mag niet verloren gaan, maar het zal niet gemakkelijk worden. Ik vrees dat als de Europeade in 2025 niet kan plaatsvinden, het doek wel eens definitief zou kunnen vallen.”
HORIZONTAAL
A. Vlaamse stripreeks / B. Deel van de dagDeclameer / C. Frequent - Zelfbeeld - Vlaamse muziekprijs / D. Verschoningen / E. LoofboomDuitse stad / F. Acrobatische oefening - Hoenderhok - Chroom / G. Muzieknoot - Levenspartner - Europese munteenheid / H. Opengespreid / I. Kom in actie - Muzieknoot / J. Internetlandcode voor Denemarken - Draad - Bebouwde kring / K. Zonder beschadiging / L. Eenheid van elektrische capaciteit - Praktische leertijd
VERTICAAL
1. Vlaamse culturele netwerkorganisatie / 2. Amper - Zoogdier - Klimaatcorrectiefactoren / 3. Kudde - Vogelproduct - Oppervlaktemaat / 4. Ongeregeldheden - Koeioneer / 5. Daterend van - Afrikaans land / 6. Bewerkt het landBemiddeld / 7. Vlaams postexpressionistisch kunstschilder (1921-2013) / 8. Bedekte spotUitgestorven voorouder van het tamme rund / 9. Lidwoord - Richting waarin iets zich ontwikkelt - Deel van het testament / 10. Vlaams minister - Bezitterlijk vnw. - Vlaamse jeugdbeweging / 11. Meer in Noord-Amerika - Motto / 12. Sterrenkunde
Met het oog op een meer vredevolle wereld is Vlaanderen in het jaar 2030 de grootste afnemer van Waals wapentuig. De situatie is het gevolg van een Waalse politiek die liefdeen vredevol wil zijn, maar tegelijk een succesvol overheidsbedrijf leidt dat aan massale wapenproductie doet. En het begon allemaal vorige week.
Toen riep Theo Francken op om Waalse niet-dodelijke wapens in te zetten bij rellen met oudejaar. Voor niet-Belgen heeft het misschien iets surrealistisch. Toen Theo Francken opriep om een Waals wapen in te zetten dat mensen kan uitschakelen zonder ze te doden, kwam hij terug van een kale reis. Het was een actie die hij als proportioneel geweld beoordeelde tegenover mensen die politie en hulpdiensten aanvallen met vuurwerkkanonnen. Het wapen wordt door de Waalse overheid geproduceerd en verkocht als het antwoord op uit de hand gelopen rellen waarbij mensen in gevaar komen.
Made in Belgium voor Belgium, dacht Francken. Maar dat was vreemd genoeg buiten de Franstalige politieke partijen gerekend in Brussel. Ja, dezelfden die de wapens pro-
duceren. Zij oordeelden dat het voorstel van Francken regelrecht fascisme is en het wapen absolute rommel is waar je wel degelijk hartstikke dood aan gaat. En meteen zagen ze er een reden in om vooral niet met de N-VA in zee te gaan in Brussel. Want mensen die in eer en geweten Waalse niet-dodelijke wapens willen gebruiken, die moeten wel heel erg gestoord zijn. Die dingen zijn voor prille democratieën als Saoedi-Arabië, die daar verantwoord mee omgaan. Niet voor Europese negorijen aan de Noordzee!
Vredesplan
Het concept van wapens produceren die absoluut niet mogen gebruikt worden, maakt in de loop der jaren steeds meer opgang in de Waalse politiek. Het correspondeert met hun fundamenteel vreedzaam wereldbeeld. Alleen zijn er op het internationale toneel geen afnemers voor het concept ‘Buy, don’t shoot’ en dreigt de Waalse oorlogsindustrie in het slop te raken. Tot één land plots zeer verrassend toehapt. ‘Land’ is misschien een groot woord. Noem het een deelstaat.
De nieuwe Vlaamse regering in 2029 wordt een samenraapsel van cd&v, de PVDA, Groen, een enkele Open Vld’er en Vooruit. Hun droom is van Vlaanderen een vredeskracht te maken die noodlijdende economieën een hartje onder de riem steekt. Minister-president De Croo - ja, hij weer - komt op de proppen met de meest pacifistische regering ooit. Om dat te bewijzen, koopt hij alle wapens die Wallonië kan produceren met de heilige belofte ze nooit te gebruiken. In 2034 wordt de regering-De Croo afgestraft om onduidelijke redenen.
“Eet uw kerstboom op voor het klimaat”
Hoe zou het nog zijn in de stad van liefde en licht, waar andersdenkenden liefdevol worden bespuwd en uitgescholden? Sinds de coalitievorming met drie lichtgevende, liefdevolle partijen die een hekel aan elkaar hebben, is het wat stil geworden in Gent. Maar nu staan ze er weer met een joekel van een initiatief dat de wereld op zijn grondvesten zal doen daveren: eet uw kerstboom op! zou hersenschade veroorzaken. Maar zie nu, ik ben toch maar burgemeester van de meest inclusieve stad tet wereld. Hersenschade? Ik? Je moet maar durven.”
Gent is niet alleen licht en liefde. Dat zou de stad ernstig onderschatten zijn. Nee, het is ook een klimaatstad. En vanuit die hoek komt de oproep om de kerstboom op te eten. Niet dat het klimaat daar per se beter van wordt. Dat kan enkel door meer belastingen te betalen. Maar naalden eten kan ook pijn doen, dus het is toch een beetje klimaatvriendelijk.
Burgemeester De Clercq en schepen El Bazioui. Wat een opvallend initiatief. Wiens idee was het?
Mathias: “Als college nemen wij al onze beslissingen samen. Wie nu precies als eerste deze trouvaille deed, is minder belangrijk. Wat telt is…”
Hafsa: “Het was mijn idee! Leuk, hé. Ik haalde het idee bij het enige, echte geloof: de islam. U weet dat onze imams er nogal aan gehecht zijn om tijdens het offerfeest een schaap de strot over te snijden. Onverdoofd, maar liefdevol. Wel, wij eten dat dier daarna op. En toen dacht ik: wat bezielt die christenen eigenlijk om hun symbolen niet op te eten? En daarna dacht ik: weet je wat, ik roep die idioten op om hun kerstboom op te eten. In Gent moet dat lukken.”
Mathias: “Hafsa, dit was een collegiale beslissing. We gingen een andere stijl hanteren. Ik wil er trouwens op wijzen dat ik als kind al een pionier was in het eten van kerstbomen. En daarna gingen we altijd samen met opa Willy naar de spoed omdat dat in die tijd niet zo slim was. Vandaag weten we dat we die naalden moeten koken, maar ik zie mezelf wel een beetje als de Christoffel Columbus van het kerstboom-eten.”
U claimt beiden het vader- en/of moederschap van het idee. Wat een beetje vreemd is. Het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid vindt het namelijk een onwaarschijnlijke stommiteit. Sommige naalden zijn giftig, er kunnen pesticiden opzitten… Hun advies is: “Niet doen. In Gent zijn ze mesjogge!”
Hafsa: “Ik protesteer tegen het woord mesjogge! Dat komt uit het Hebreeuws en is dus niet verbindend. Waarom haalt u nu een woord uit die hatelijke taal aan? U zou ook kunnen zeggen: ‘In Gent zijn ze compleet van het padje af!’ En dat is ook zo, we eten kerstbomen godbetert. Maar ik kan u verzekeren. Er is geen reden tot paniek. Moslims gaan dat niet eten.”
Mathias: “Ach, die wetenschappers met hun gezeur over pesticiden en giftige Kerstbomen. Ik zei toch al, ik doe het al jaren. En zie je hier iets anders voor je dan een gezonde, vitale burgemeester? Het doet me denken aan de waarschuwing dat ik geen wasco’s meer zo diep in mijn neus mag steken. Dat
U bent wel de burgemeester die Gent de diepste schuldenpunt zal nalaten. Misschien is er toch iets van waar?
Mathias: “Maar als iedereen nu gewoon zijn giftige kerstboom opeet, besparen we flink bij de ophalingsdienst. En zo werken we in verbinding die schuld weg. Als dat het probleem is, steek ik er nog een wasco bij hoor! Ik vind het redelijk briljant van mezelf!” Hafsa: “Goed gezegd Mathiasje! Kijk, voor mij is het heel simpel. Of die christenen vreten hun kerstboom op of we schaffen dat hele Kerstmis af. Ze moeten niet denken dat de stad gaat blijven opdraaien voor die gekke sekte. Ze eten het lichaam van Christus op, die kannibalen. Dan moet je echt niet moeilijk doen over een kerstboom. Doe eens iets voor je stad, zeg!”
Staan jullie er ook bij stil dat het kan leiden tot financiële schadevergoeding voor de bevolking? Aanzetten tot kerstboomvergiftiging is geen lachertje.
Mathias: “Euh..op die manier. Wel, in dat geval…” Hafsa: “...was het een idee van Vooruit!”