Antwerpen is de plaats waar zondag het grootste aantal journalisten en cameraploegen zal neerstrijken. Omdat het de grootste Vlaamse stad is (Brussel even buiten beschouwing gelaten). Omdat de verkiezingen er spannender zijn dan ooit. En omdat Antwerpen het politieke laboratorium is voor de rest van Vlaanderen.
AHIDAR MISKENT INTEGRATIEPROBLEEM
5
7
VERENIGDE STATEN ORKAAN
HELENE EN DE ( NON- ) RESPONS
Een van die tendensen is de opmars van de communistische PVDA, vooral dankzij de moslimstem. In de laatste peiling (GvA/ HNB) zou de partij van Jos D’Haese bijna een kwart van de Antwerpse stemmen halen, slechts een paar procenten minder dan de N-VA. We mogen vermoeden dat De Wever zal standhouden tegen D’Haese en het initiatiefrecht zal krijgen. Een bondgenootschap met Vooruit zal echter niet meer volstaan voor een meerderheid in de koekenstad.
Het centrum wordt intussen weggeveegd. Volgens de peiling zal Open Vld zelfs niet één zetel behalen. Cd&v zal al blij mogen zijn met één zitje. De Wever heeft dan nog twee mogelijkheden om burgemeester te blijven. De eerste is een zogenaamde ‘Paprika’-coalitie waarin hij niet alleen Vooruit aan boord neemt, maar ook tot een zeer moeilijke samenwerking met Groen wordt gedwongen. Groen heeft een afkeer voor N-VA en dat gevoel is wederzijds.
De tweede mogelijkheid is het doorbreken van het cordon sanitaire. Volgens de peiling zou een samenwerking met Vlaams Belang slechts één zetel op overschot hebben, wat een kritiek probleem is. Bovendien wordt de lijst van Vlaams Belang nog maar eens getrokken door Filip Dewinter, die de verpersoonlijking is van alles waaraan N-VA’ers zich het meest ergeren bij die partij. Wat Van Grieken bij die keuze bezielde, is onduidelijk: Dewinter is al ver zijn electorale hoogtepunt voorbij en in de peilingen al minder geliefd dan Kathleen Van Brempt, wat geen geringe prestatie is. En dan zijn er nog zijn Chinese avonturen die een sterk argument zijn voor iedereen die hem wil weghouden van het bestuur van de op een na belangrijkste haven van Europa. VB heeft gelijk om het cordon aan te klagen, maar geeft zelden de indruk dat het bereid is om zelf een inspanning te leveren om de obstakels weg te nemen.
Geen cordon tegen PVDA
Wie er uiteindelijk burgemeester wordt, is nog meer onzeker. De Wever is nog steeds kandidaat-premier en zal mogelijk na enkele maanden plaats ruimen voor Els van Doesburg. De Paprika-coalitie is wel, helaas, de meest waarschijnlijke uitkomst. De tegenstellingen tussen Groen en N-VA zijn echter zo groot dat dat een recept is voor zes jaar ruzie en verlamd beleid. Achter de hoek dreigt nog een kwalijker scenario. De drie linkse en extreemlinkse partijen komen volgens de peiling slechts 2 zetels tekort voor een eigen meerderheid. In het systeem ‘Imperiali’, dat wordt toegepast op de zetelverdeling bij de gemeenteraadsverkiezingen, verschuiven zetels heel gemakkelijk. Groen en Vooruit zeggen geen zin te hebben in een samenwerking met PVDA, maar sluiten het niet uit. Als ze zelfs vóór de verkiezingen geen principieel bezwaar laten optekenen, dan weet je dat er na de verkiezingen, wanneer de macht en een afrekening met rechts lonken, ook de laatste scrupules zullen verdwijnen. Waarom zou trouwens in Antwerpen niet kunnen wat in Zelzate nu al gebeurt?
JURGEN CEDER
“De
Israël betaalt de prijs voor het verleden
Israëlische troepen zijn Zuid-Libanon binnengevallen. Alweer. Ze deden dat een eerste keer in 1978. En opnieuw in 1982. En nog eens in 2006. En nu dus opnieuw. Het doel is telkens hetzelfde: verhinderen dat Israël vanuit Zuid-Libanon kan worden bestookt door vijandelijke milities. Anders dan in het verleden, kan Israël niet meer rekenen op lokale bondgenoten. De Libanezen zullen er zich wel voor hoeden om zich nog eens met de Israëli’s in te laten.
Libanon werd na de Eerste Wereldoorlog een mandaatgebied onder Frans bestuur. Het werd uit het voormalige Ottomaanse Rijk gekerfd als een Arabisch land met een christelijke meerderheid. ‘Arabisch’ en ‘moslim’ zijn immers geen synoniemen. Er zijn niet-Arabische moslims en er zijn niet-islamitische Arabieren. Bij de onafhankelijkheid van Libanon in 1943 werd een pact gesloten tussen de verschillende christelijke en islamitische geloofsgemeenschappen. Het kwam tot een machtsdeling waarbij de president altijd een maronitische christen zou zijn en de premier altijd een soennitische moslim. De sjiieten zouden de parlementsvoorzitter leveren. De kleine, maar invloedrijke Druzen kregen de stafchef van het leger en de Grieks-orthodoxen leverden de vicepremier. Libanon zou zich cultureel zowel op Europa als op de Arabische wereld oriënteren.
Die wankele constructie werd verstoord door de komst van grote aantallen Palestijnse vluchtelingen. Met de vluchtelingen kwamen ook Palestijnse milities die zich in Zuid-Libanon nestelden om van daaruit Israël aan te vallen. Die milities waren sterker dan het zwakke Libanese leger. De komst van de Palestijnen was één van de belangrijkste oorzaken van de dramatische Libanese burgeroorlog die in 1975 begon en pas in 1990 eindigde.
In 1978 viel Israël een eerste keer Libanon binnen. Er werd een bufferzone gecreëerd die onder controle kwam van het South Lebanon Army van majoor Haddad. Die militie bestond uit Libanezen die komaf wilde maken met de terreur van de gewapende Palestijnse groepen in hun land. In 1982 voerde Israël een grootschalige invasie uit die het Israëlische leger tot in Beiroet bracht. Het plan was nu om een prowesterse Libanese regering te installeren onder de christelijke leider Bachir Gemayel. Die zou dan vrede sluiten met Israël. Gemayel werd evenwel vermoord en Israël trok zich terug, waarbij het de christelijke milities aan hun lot overliet. Op het einde van de burgeroorlog moesten de christenen aan macht inboeten. De belangrijkste machtsfactor in Libanon was nu de sjiitische organisatie Hezbollah, die door Syrië en Iran werd gesteund. Hezbollah was de enige militie die op het einde van de burgeroorlog niet ontwapende.
In 2000 gaf Israël ook de bufferzone in Zuid-Libanon op. Het South Lebanon Army stortte in mekaar en veel militieleden vielen in handen van Hezbollah, die het machtsvacuüm opvulde. De voortdurende confrontaties tussen Israël en Hezbollah leidden tot de Libanon-oorlog van 2006, waarbij Isral voor de derde keer binnenviel. Het Israëlische leger ondervond echter bijzonder veel moeite om Hezbollah uit te schakelen, wat de reputatie en de aanhang van de sjiitische militie alleen maar versterkte.
Nu denkt Israël dus opnieuw aan het installeren van een bufferzone. De vraag is dan wel wie daar de terugkeer van Hezbollah gaat verhinderen. De Libanezen, ook de christenen, zullen er zich wel voor hoeden om zich opnieuw met Israël in te laten.
Redactie & beheer:
Uitgeverij ’t Pallieterke
Lagesteenweg 5 bus 1, 1850 Grimbergen
Tel. : 03-232 14 17
Abonnementen/administratie: secretariaat@pal.be
Lezersbrieven: lezersbrieven@pal.be
Abonnementen binnenland Abonnement buitenland: 3 maanden: 58,5 euro Tarieven afhankelijk van de 6 maanden: 117 euro bestemming. Alle inlichtingen 1 jaar: 234 euro op de kantoren. Steunabo 1 jaar: 350 euro
Het abonnementsgeld kan overgeschreven worden op volgend rekeningnummer met vermelding van uw naam en adres: BE82 4096 5194 9168 BIC KREDBEBB
Elke week op donderdag in uw krantenwinkel
Oud-hoofdredacteurs: Bruno De Winter (1945-1955, stichter), Jan Nuyts (1955-2000), Leo Custers (2000-2010), Karl Van Camp (2010-2020) Kernredactie: Stijn Derudder (hoofdredacteur), Jurgen Ceder, Simon Segers, Wannes Neukermans, Anton Schelfaut, Karl Van Camp Verantwoordelijke uitgever: Wart Van Schel Foto's: Belga, Photonews, Shutterstock
Versnelt de federale formatie na 13 oktober?
Na de lokale verkiezingen van zondag zou de aandacht tamelijk snel opnieuw naar de kabbelende federale formatie moeten gaan. Zoals bekend, is het nog altijd de bedoeling om ergens eind november te landen en op die manier tijdig een begroting en een hervormingspakket neer te leggen bij de Europese Commissie. Maar er dienen zich een aantal obstakels aan. En die staan niet los van de uitslag van de lokale stembusslag.
De zogenaamde ‘versnelling’ in de federale formatie zal niet voor maandag 14 oktober zijn. Om de simpele reden dat de verschillende partijvoorzitters zich nog enige tijd bezig zullen houden met de lokale verkiezingen en het vormen van de coalities. Niet alleen in hun eigen steden en gemeenten, maar ook in de zogenaamde Vlaamse centrumsteden. Vooruit-voorzitter Conner Rousseau heeft al duidelijk gemaakt dat hij in zoveel mogelijk van die centrumsteden in de coalitie wil stappen. En het is bekend dat de bevoorrechte partner vaak de N-VA van Bart De Wever zal zijn.
Een nederlaag van de PS zou voor de Arizonapartijen echt het signaal zijn dat er geen alternatief is
We hebben natuurlijk geen glazen bol, maar de kans is klein dat de coalitiegesprekken, of de basis daartoe, snel zullen beklonken worden in die grotere steden. De nieuwe wetgeving bepaalt overigens dat de partij die als grootste uit de verkiezingen komt, eerst twee weken tijd heeft om te proberen een coalitie te vormen. Dat betekent dat bijvoorbeeld Vlaams Belang en PVDA op sommige plaatsen even het laken van de lokale ‘formatie’ naar zich toe kunnen trekken, ook al weten ze in een pak gevallen dat dat niet tot een coalitie zal leiden waarvan ze deel zullen uitmaken. Eigenlijk kan de federale formatie pas tegen eind oktober of zelfs begin november, na de herfstvakantie, echt versnellen. En dan nog, want als in een aantal steden de gesprekken voor een coalitie aanslepen, kan het nog een aantal weken extra duren. Omdat de nationale partijvoorzitters erbij betrokken zijn.
Wat met woelwaters Rousseau en Bouchez?
Over nationale partijvoorzitters gesproken: het zullen ook zij en zij alleen zijn die bepalen of na 13 oktober de hand echt aan de ploeg wordt geslagen. En dan hebben we het in eerste instantie niet over N-VA-voorzitter Bart De Wever, die trouwens het formateurschap echt als een last beschouwt. Neen, de bepalende factoren worden Vooruit-voorzitter Conner Rousseau en MR-baas Georges-Louis Bouchez.
Dat de federale onderhandelingen eind augustus afsprongen en in een spaarmodus gingen, had niet alleen te maken met onenigheid tussen links en rechts, en vooral tussen die twee voorzitters wanneer de fiscaliteit ter sprake kwam. De redenering van veel politieke analisten was dat de spanningen na 13 oktober zouden verdwijnen of op zijn minst verminderen, omdat de partijen en hun voorzitters dan niet meer in campagnemodus zitten. Bovendien zijn we op dat moment bijna 5 jaar verwijderd van een volgende stembusslag, tenzij de federale regering onderweg struikelt. Kortom, Rousseau en Bouchez zouden kalmeren en niet meer als vervelende woelwaters fungeren. Maar is dat wel zo? We kunnen niet in het hoofd van de twee politici kijken, maar eigenlijk zijn er hier twee mogelijkheden. Ofwel haalt de ratio inderdaad de overhand en kan de federale formatie versnellen. Ofwel hebben beiden een dermate grote verkiezingsoverwinning behaald dat ze ‘zot van glorie’ zijn en hun politieke honger niet gestild is. Waardoor Rousseau en Bouchez van oordeel zijn dat hun politieke legitimiteit dermate vergroot is dat ze extra trofeeën moeten binnenhalen. Een clash is dan verzekerd, en wel een die veel groter is dan in augustus.
Een PS-nederlaag kan helpen Misschien is het daarom dat De Wever recent verklaarde dat zijn kansen om te slagen met de formatie 50/50 bedragen. Het klopt dat de huidige Arizona-coalitie zo goed als de enige is die haalbaar lijkt, maar eigenlijk is een klassieke tripartite evenmin uitgesloten. Die heeft 81 zetels in de federale Kamer. Indien de gesprekken onder leiding van Bart De Wever vastlopen, zijn er twee voorwaarden waarbij het alternatief van de tripartite realistisch wordt. De eerste is dat Open Vld bij de gemeenteraadsverkiezingen beter scoort dan gedacht. Akkoord, de partij komt amper onder eigen naam op, maar na cd&v telt Open Vld nog altijd de meeste burgemeesters die zichzelf als ‘blauw’ catalogeren. Kan men de schade beperken, dan is de kans niet onbestaande dat voorzitter Eva De Bleeker toch federaal meegaat ‘om het land te redden’. De tweede voorwaarde is de score van de PS. Houden de Franstalige socialisten stand in hun bastions die de grote Waalse steden en een aan-
tal Brusselse gemeenten zijn, dan kan dat bij voorzitter Paul Magnette voor een hernieuwd zelfvertrouwen zorgen. En waarom dan ook niet federaal instappen? Een nederlaag van de PS zou daarentegen voor de Arizona-partijen echt het signaal zijn dat er totaal geen alternatief is.
De bepalende factoren worden Rousseau en Bouchez
Daarbij aansluitend: men mag het psychologische effect van de uitslag van de provincieraadsverkiezingen niet onderschatten. Ze zijn een gedeeltelijke poll voor de pistes die de partijen regionaal en federaal willen bewandelen. Een soort van peiling ‘in het echt’, al is het resultaat altijd licht verstoord. Zo haalde cd&v bij de provincieraadsverkiezingen van 2018 een goed resultaat, omdat de partij ook lokaal sterk staat. De resultaten van die provinciale verkiezingen zullen niet zonder gevolgen zijn voor de houding van de partijen tijdens de federale formatiegesprekken na 13 oktober.
Het einde van het cordon en federale gevolgen
Ten slotte moeten we ook kijken naar de impact van het eventuele doorbreken van het cordon sanitaire rond Vlaams Belang. Niet dat te verwachten valt dat N-VA hier een einde maakt aan het uitsluiten van de partij van Tom Van Grieken. Het zou ook betekenen dat N-VA federaal geen Franstalige partners meer vindt.
Men mag het psychologische effect van de uitslag van de provincieraadsverkiezingen niet onderschatten
Neen, de bepalende invloed van het doorbreken van het cordon op de federale onderhandelingen ligt elders. Het zou De Wever en co zowaar de kans geven om een tijdlang diepgaand in de luwte te werken zonder veel aandacht van de media. Waarom? Omdat alle kranten en tv-zenders dagenlang zullen bezig zijn met te kijken wat er in Ninove gebeurt als de lijst Forza Ninove daar de absolute meerderheid van de zetels haalt. Of als het cordon elders sneuvelt, zal men er alle mogelijke journalisten en cameraploegen naartoe sturen. In de Wetstraat zal het even rustiger zijn. Toch voor wat de focus van de media betreft.
KARIM
Bart De Wever en Conner Rousseau
ISRAËL HEEFT OP EEN JAAR TIJD DE IRAANSE
TERREURCOALITIE IN DE TOUWEN GESLAGEN
Maandag was het precies een jaar geleden dat honderden leden van de Palestijnse terreurorganisatie Hamas de grens van Gaza met Israël overstaken en zich daar schuldig maakten aan een orgie van moord, verkrachting en vernieling. In de Vlaamse pers was er wel wat aandacht voor de verjaardag, maar niet zozeer voor wat er die dag zelf is gebeurd. Alleen in De Tijd werd nog uitgebreide aandacht besteed aan wat de Israëli’s in de grensstreek toen hebben meegemaakt. Andere kranten maakten van de gelegenheid gebruik om Israël nog maar eens op het beklaagdenbankje te zetten.
De Standaard - niet toevallig De Standaardspande de kroon. De grootste terreuractie sinds 9/11 werd er een ‘grootschalige Hamas-aanval’ genoemd, alsof het om een militaire operatie ging. Hamas wordt overigens nergens in het artikel een terreurorganisatie genoemd, maar is nu ‘een militante beweging’. Het Israëlische leger wordt er dan weer omschreven als de ‘Israëlische moordmachine’. Ik bespaar u de rest van het artikel.
De illusie van een propere oorlog
Na de aanslag schreeuwden de westerse landen hun afschuw en hun solidariteit met Israël uit, maar blijkbaar mocht die steunbetuiging niet begrepen worden als een toestemming aan Israël om ook effectief actie te ondernemen tegen de terroristen. Gebrek aan consequentie is al een jaar de rode draad doorheen de houding van de westerse pers en politiek. Al een week nadat het IDF (Israel Defense Forces - het Israëlisch defensieleger) de Gazastrook binnentrok, begon het gehuil over ‘disproportionele acties’, ‘schendingen van het oorlogsrecht’ en zelfs ‘genocide’. Bij alle militaire operaties vallen burgerslachtoffers, maar westerse regeringen bleken nu plots te verwachten dat Israël Hamas zou uitschakelen zonder dat dat zou gebeuren.
In werkelijkheid ging het Israëlische leger zeer omzichtig te werk. De VN zeggen zelf dat bij oorlogen gemiddeld 9 op de 10 slachtoffers burgers zijn. In Gaza is het niet eenvoudig die verhouding te bepalen, omdat het onderscheid tussen Hamas-strijders en ‘burgers’ niet altijd gemakkelijk te maken is en ook omdat westerse journalisten nogal lichtzinnig propagandacijfers van Hamas overnemen. Het lijkt er evenwel op dat het aandeel burgers bij de slachtoffers ongeveer 2 op 3 is, wat de Israelische operatie één van de meest humane uit de geschiedenis van moderne oorlogvoering maakt, zeker als men er rekening mee houdt dat de strijd wordt uitgevochten in een dichtbevolkte zone. In dat licht is ook de beschuldiging van genocide ronduit bespottelijk. Naarmate het aantal burgerdoden begon op te lopen, nam de kritiek toe. Er kwamen steeds meer oproepen om het offensief stop te zetten en zelfs om het Israëlische leger helemaal terug te trekken uit Gaza. Telkens ik een westerse politicus daarvoor hoorde pleiten, bleef ik vruchteloos wachten op de journalist die dan de logische vraag zou stellen: “Wilt u dan Hamas opnieuw aan de macht in Gaza?” Dat is immers nu de enige uitkomst, tenzij men Israël het werk laat afmaken.
De reden waarom meer Palestijnen sterven
Een van de meeste gehoorde kritieken op de Israëlische operatie in Gaza, en nu ook in Libanon, is dat die ‘disproportioneel’ zou zijn. Dan wordt steeds verwezen naar het aantal burgers dat zou zijn omgekomen, dat intussen inderdaad een veelvoud is van het aantal Israëli’s dat omkwam op 7 oktober. Ik begrijp het gebruik van een kruideniersweegschaal in dat verband niet. Was er dan ergens een contingent van burgerslachtoffers dat Israël mocht opgebruiken? Er zijn twee redenen waarom er een wanverhouding is in het aantal slachtoffers. De eerste is dat Israël wint, en dat zou je het land niet kwalijk mogen nemen, hoewel ik weet dat er ook in het Westen zijn die daar anders over denken.
Van welk land ze ook afkomstig zijn, moslims trekken in het Westen partij voor de Palestijnen
De tweede reden is belangrijker en zegt ook veel over de morele dimensie van het conflict: het ene kamp doet zijn uiterste best zijn eigen burgers veilig te houden, terwijl het andere zich net verstopt achter de rug van burgers, liefst in hospitalen, scholen en moskeeën. Net als andere islamitische terreurorganisaties houdt Hamas er een apocalyptische visie van heilige oorlog op na, waarbij zelf sterven bijna even lovenswaardig is als de vijand doden. Zoals de vorige leider van Hamas, Ismael Haniyeh, het uitdrukte: “We hebben het bloed van onze kinderen, vrouwen en ouderen nodig om de geest van revolutie in ons te ontsteken.” Hamas poogt geen burgerdoden te vermijden, maar is integendeel blij met elke martelaar, liefst kind of vrouw, die indruk maakt op de naïeve westerlingen.
De factor islam
Er is één factor die onmisbaar is om het conflict te begrijpen, maar die vrijwel altijd ontbreekt in de westerse commentaren: islam. Je kan het uit voorzichtigheid misschien ook over ‘islamisme’ hebben, maar het onderscheid lijkt mij academisch.
Ergens weet men bij de pers wel dat die factor speelt, maar vindt men het onfatsoenlijk ernaar te verwijzen. Men lijkt het vrij vanzelfsprekend te vinden dat Hezbollah zich mengt
in het conflict, maar wat heeft Hezbollah, een groepering van sjiitische Libanezen, te maken met soennitische Palestijnen? Zowel Hezbollah als Hamas behoren inderdaad tot ‘de as van verzet’, de alliantie van Iran tegen Israël, maar wat zijn de bestaansreden en het cement van die alliantie? Iran grenst niet aan Israël, is geen economische concurrent en al evenmin een rivaal voor dominantie in de Arabische wereld. Op dat vlak zijn Turkije en Saoedi-Arabië de enige uitdagers.
Westerse politici en pers lijden al verschillende jaren aan geheugenverlies over de aard van het Iraanse regime. Af en toe meent men zelfs een ‘hervormer’ aan de top te ontwaren. Iran blijft echter de fundamentalistische, theocratische staat die het altijd is geweest sinds de revolutie, geregeerd door ayatollahs die niet zozeer besturen voor het welzijn van het volk, maar met een goddelijke missie. De grote leider, Khamenei, spreekt niet over de ‘tweestatenoplossing’ of het schenden van de rechten van de Palestijnen, zoals westerlingen doen, maar zei in juni: “Israël is een kankerende tumor die moet weggenomen en uitgeroeid worden.”
Raketten van Jemen
De Houthi’s zijn ook onderdeel van ‘de as van verzet’. Dat is een stam van sectaire sjiieten die een belangrijke rol spelen bij de burgeroorlog in Jemen, die nu al meer dan 10 jaar woedt. Daarbij zijn al honderdduizenden burgers omgekomen, velen door bombardementen uitgevoerd door de soennitische coalitie onder leiding van Saoedi-Arabië. Waarom vuren de Houthi’s hun raketten dan niet over de grens af naar Riyad, maar naar Tel Aviv, duizend kilometer verder? Wat heeft Israël de Houthi’s dan misdaan?
Hamas poogt geen burgerdoden te vermijden, maar is integendeel blij met elke martelaar
Ook bij de Houthi’s merk je geen bijzondere interesse voor de Palestijnse staat. Op hun vlag staan vijf slogans ‘Allah is groot. Dood aan Amerika. Dood aan Israël. Een vloek op de Joden. Overwinning voor de islam’. Denk aan die jongens telkens u een journalist nog eens hoort uitleggen dat alles zal opgelost zijn als Israël zich maar terugtrekt uit Gaza en ook de Westelijke Jordaanoever afstaat aan de Palestijnen.
De keuze is simpel voor moslims
Je zou kunnen overwegen dat Hezbollah, Houthi’s en nu ook jihadisten in Irak en Syrië gewoon solidair zijn met geloofsgenoten en daarom bijzonder verontwaardigd zijn over wat gebeurt in Gaza. Dat wordt echter moeilijk vol te houden als je weet dat geen enkele van die clubjes veel aanstoot heeft genomen aan
de veel talrijkere moslimdoden in de burgeroorlogen in Jemen of Soedan. Meer zelfs, Hezbollah, dat nu zegt op te komen voor de soennieten van Gaza, was enkele jaren geleden nog druk bezig met het uitroeien van soennieten in Syrië, aan de zijde van Assad. Hetzelfde geldt trouwens voor de moslims die in het Westen regelmatig op straat komen om hun verontwaardiging uit te schreeuwen over de acties van het Israëlische leger in Gaza. We horen hen nooit over hun geloofsgenoten die in groten getale omkomen in andere conflicten.
Ja, Jos D’Haese gaat goed scoren in Antwerpen, omdat hij duidelijk kamp heeft gekozen tegen Israël. Van welke land ze ook afkomstig zijn, moslims trekken in het Westen partij voor de Palestijnen en tegen de Joden, en dat zou niet anders zijn als in Gaza geen burgers omkwamen. Dat houdt een les in voor de conflicten die onvermijdelijk nog zullen ontstaan tussen onze beschaving en de islamgemeenschap in Europa, maar het is net die pijnlijke conclusie die journalisten willen vermijden.
Oorlog lost soms iets op
7 oktober ging voor Israël over meer dan menselijk leed. Het imago van onoverwinnelijkheid van het land kreeg een flinke knauw. Een klein land in een zee van vijanden kan zich die schijn van zwakheid niet veroorloven. Israël heeft dat op één jaar meer dan goedgemaakt. Hamas is niet dood, maar heeft zijn slagkracht verloren en zijn leden leven nu als ratten in tunnels, tot Israël hen ook daar zal vinden. Hezbollah zou een veel taaiere brok zijn, verzekerden de Vlaamse kranten mij vooraf, met zijn getrainde en ervaren strijders en zijn arsenaal van 150.000 raketten. Hezbollah vuurde er daarvan 8.000 af op Israël, met als meest opvallende slachtoffers 12 voetballende druzische kinderen. Israël sloeg terug met operatie Grim Beepers, waarschijnlijk de meest succesvolle en meeste gerichte antiterrorismeactie van deze eeuw. De rest van de Hamas-leiding werd daarna uitgeschakeld met bombardementen, waaronder opperterrorist Nasrallah. Israëlische troepen zijn nu in Zuid-Libanon om Hezbollah uit de zone te schoppen waar ze eigenlijk niet mochten zijn volgens een VN-resolutie.
‘De as van het verzet’ ligt in de lappenmand. Hamas verliest aan populariteit in Gaza. In Libanon groeit de kritiek op wat Hezbollah heeft uitgelokt steeds luider. Oorlog lost nooit iets op, zo luidt het cliché. Israël is aan het bewijzen dat oorlog wel degelijk werkt. Dat betekent niet dat er op het einde van de rit geen diplomatie zal moeten aan te pas komen om de vrede te herstellen.
De oorlog zelf is ook nog niet afgelopen. Hoofdspeler Iran zit in het nauw, maar is niet uitgeschakeld. Op het moment dat ik dit artikel schrijf, is het nog niet duidelijk hoe Israël zal reageren op de Iraanse raketaanval, maar het staat vrijwel vast dat dat veel forser zal zijn dan bij de eerste aanval.
JURGEN CEDER
Internationale economische onzekerheid, rentebeleid als ventiel
Een aantal decennia geleden zou de Israëlische aanval op Libanon de olieprijs de hoogte hebben ingejaagd, met een recessie in grote delen van de wereld tot gevolg. Dat lijkt nu niet te gebeuren, omdat we minder afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen en omdat een zware economische krimp al een paar keer succesvol vermeden is dankzij het rentebeleid van de westerse centrale banken. Al snijdt dat laatste mes aan twee kanten. Een analyse.
Het varieert van dag tot dag, maar op het moment van schrijven, schommelt de prijs van een vat ruwe olie rond de 75 euro (82 dollar). Ondanks de Iraanse raketaanval op Israël vorige week, ondanks de reactie van Israël en de angst voor een regionale oorlog en moeilijkere handelsstromen in de Rode Zee en de Perzische Golf, is de olieprijs de voorbije dagen amper 2 tot 5 procent gestegen.
Zeeblokkade en inflatie?
Dat is dus relatief stabiel. De situatie kan nog veranderen uiteraard. Stel dat die regionale oorlog concreter wordt en Israël een zeeblokkade tegen Iran opwerpt. Het land heeft de middelen om dat te doen, waardoor de Perzische staat geen vaten olie meer zou kunnen uitvoeren. Iran kan tot 1,5 miljoen vaten per dag exporteren. Dan zou het kunnen dat de olieprijzen richting 80 dollar gaan.
Het is echter zeer twijfelachtig of dat tot een grote economische schok zou leiden met mogelijk een recessie in de westerse wereld, de Europese Unie voorop. De economieën zijn minder afhankelijk van olietoevoer. De inflatieschok zou dus beperkt blijven. Daar komt nog bij dat de stijgende olieprijzen eigenlijk een inhaalbeweging zijn. De olieprijzen daalden tijdens de zomermaanden en zakten begin september zelfs onder de 70 dollar per vat.
Dat betekent ook dat een nieuwe inflatieopstoot niet te verwachten valt. Ook hier in de eurozone zien we een stabilisatie. In augustus daalde de inflatie naar 2,2 procent. Daarmee komen we in de eurozone in de buurt van de doelstelling die de Europese Centrale Bank (ECB) zich stelt: 2 procent. In haar internationale voorspellingen gaat de bank KBC nu uit van een inflatie in de eurozone van 2,5 en 2,2 procent in respectievelijk 2024 en 2025.
De Verenigde Staten en de Federal Reserve
Ook in de VS bedraagt de inflatie 2,5 procent. En dat in een economie die meer dan de Europese op volle toeren draait. Even was er vorige zomer bezorgdheid toen het werkloosheidscijfer wat steeg. Maar dat had te maken met de toename van het arbeidsaanbod. De Amerikaanse economie zou dit en volgend jaar met respectievelijk 2,6 en 1,7 procent groeien.
Uiteraard moet men rekening houden met de uitslag van de presidentsverkiezingen, maar economen verwachten hier geen grote financiële schokken.
Dat heeft ook te maken met wat we het monetaire hydraulische systeem kunnen noemen. Namelijk de manier waarop de Fed of de Federale Reserve, de Amerikaanse centrale bank, het rentebeleid voert. Door op gepaste tijden de rentevoeten te verlagen, krijgt de economie meer ademruimte, omdat sparen minder aantrekkelijk wordt, waardoor men meer consumeert en bedrijven extra investeren omdat de leninglast afneemt. Een gericht rentebeleid met stijgingen en dalingen in de VS heeft ervoor gezorgd dat men de inflatie wist te doen dalen zonder een zware recessie te veroorzaken. Economisch gezien was dat een huzarenstuk.
Een nieuwe inflatieopstoot valt niet te verwachten
Vorige maand verlaagde de Fed haar beleidsrente met basispunten en economen verwachten nog een verdere verlaging voor het einde van het jaar. KBC daarover in haar recentste internationale rapport: “In de eerste helft van volgend jaar zal de Fed waarschijnlijk op dit pad doorgaan met verdere renteverlagingen, met telkens 25 basispunten op elke vergadering, tot het door ons voorspelde dieptepunt in de cyclus van 3,125 procent is bereikt.”
Het valt te verwachten dat de internationale geopolitieke onzekerheid de centrale bank er niet toe zal aanzetten dat beleid bij te sturen. De renteverlagingen dienen als ventiel om het teveel aan druk op de economie te lossen. Zeepbellen
De keerzijde is wel dat zo’n expansief beleid ervoor zorgt dat geld wordt weggesluisd van klassiek renderende beleggingen als langetermijnrekeningen en obligaties, want bij een lagere rente is de opbrengst hier ook lager. Het zijn vooral aandelen die van zo’n aanhoudend beleid van renteverlagingen profiteren en dan heb je natuurlijk een verhoogd risico op zeepbellen. Denken we maar aan de overgewaardeerde aandelen van bedrijven actief in de branche van artificiële intelligentie.
Dat risico op zeepbellen beperkt zich niet tot de VS. De ECB heeft de rente dit jaar al een paar keer verlaagd. “Zij heeft evenwel minder ruimte om de rente te verlagen dan de Fed. We verwachten dan ook dat de ECB dit jaar slechts één extra renteverlaging zal doorvoeren. Volgend jaar zien we nog twee renteverlagingen, wat het door ons verwachte dieptepunt in de cyclus op 2,5 procent brengt”, aldus het KBC-rapport. Het voorzichtigere beleid van de ECB betekent echter niet dat de aandelenmarkten in Europa ondergewaardeerd zouden zijn.
Het zijn vooral aandelen die van een aanhoudend beleid van renteverlagingen profiteren
Het is wel te begrijpen dat de ECB kiest voor een expansief beleid. We mogen in Europa dan wel minder afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, een Midden-Oosten dat in brand staat, zorgt sowieso voor onzekerheid en kan een rem zetten op investeringen. Dat weegt op de economische groei in de eurozone, een groei die sowieso al relatief zwak is. KBC verwacht een groei van 0,7 procent in 2024 en 1,2 procent in 2025, vooral een gevolg van de slabakkende Duitse economie.
ANGÉLIQUE VANDERSTRAETEN
Vrijheid na meningsuiting is verder weg dan ooit in België
De vrijheid van meningsuiting, ooit een trotse bouwsteen van het Westen, botst steeds meer met de toegenomen aandacht voor reële en ingebeelde kwalen van verondersteld kwetsbare groepen. Wat mogen we vandaag in feite nog zeggen? Hoofdredacteur Stijn Derudder had het erover met jurist Roan Asselman in een nieuw podcastgesprek.
Volgens artikel 19 van de Belgische Grondwet is de vrijheid van meningsuiting gewaarborgd. “Tenzij de Belgische overheid bepaalt dat dat niet zo is”, duidt Asselman. Behoudens bestraffing van de misdrijven die ter gelegenheid van het gebruikmaken van die vrijheden worden gepleegd, specifieert de wettekst immers. “Met andere woorden, het mag tenzij het niet mag.” Wij legden de jurist vier controversiële stellingen voor met de vraag of we ermee zouden wegkomen.
‘Ik betwijfel of de Holocaust heeft plaatsgevonden’
Dat het ontkennen van de Holocaust een schending is van de negationismewet, is algemeen bekend. Twijfels uiten is een iets complexere kwestie, hoewel Asselman gelooft dat ook hier het gerecht dat als negationisme zou bestempelen. “Het is wellicht voldoende om onder de negationismewet te vallen. Twijfelen aan iets dat zeker heeft plaatsgevonden, kan worden gepercipieerd als dat ontkennen. En zelfs indien niet, kan het nog steeds neigen naar ‘het schromelijk minimaliseren’, wat eveneens onder de negationismewet valt.”
‘Afrikanen zijn dommer dan Europeanen’
Ook dat blijkt een gevaarlijke uitspraak te zijn. “Het argument kan gemaakt worden dat indien men een bevolkingsgroep minder intelligent noemt, dat misschien ook discriminatie aanwakkert. Lagere intelligentie beperkt bijvoorbeeld de toegang tot kennisberoepen. Het is met andere woorden belangrijk dat Afrikaanse mensen een gelijke toegang hebben tot dergelijke beroepen en dergelijke
uitspraken kunnen nu eenmaal aanzetten tot discriminatie op de arbeidsmarkt.”
Een discussie over ras en intelligentie is enkel mogelijk wanneer men erg genuanceerd te werk gaat en ondersteunende feitelijke gegevens gebruikt, volgens Asselman. “Als je intelligentie bijvoorbeeld louter definieert als IQ. In Afrika ligt het gemiddelde IQ veel lager dan in Europa. Ook binnen Europa vinden we verschillen tussen oosten en westen.”
Hij benadrukt dat het belangrijkste is om geen uitspraken te doen die als kwaadwillig bevonden kunnen worden.
‘Petra De Sutter is een man’
De hedendaagse terminologie waarmee personen die de genderideologie niet volgen, en bijvoorbeeld het geïdentificeerde geslacht van transgender personen niet erkennen, is bijzonder zwaarwichtig. “Zoals ‘deadnaming’. Je spreekt iemand aan met iemands naam van voor de transitie plaatsvond. Je blijft bijvoorbeeld een transvrouw eraan herinneren dat zij ooit een mannelijke naam had.”
Twijfelen aan iets dat zeker heeft plaatsgevonden, kan worden gepercipieerd als dat ontkennen
Asselman denkt eveneens aan woorden als ‘microagressie’. “Als het agressie betreft, dan gaat het zeker ook om haat, dat is immers meestal de voorafgaande stap.” Volgens de logica van de antidiscriminatiewet en de transgenderideologie zou het dus een haatmisdrijf zijn om te zeggen dat Petra De Sut-
ter een man is. “Transfobie is op zichzelf geen misdrijf, maar zal wel gekaderd worden binnen de antidiscriminatiewet. Aanzetten tot haat, misschien discriminatie en zelfs geweld kunnen de concrete beschuldigingen zijn in dat geval.”
‘Mannen kunnen minder goed zorg dragen voor kinderen dan vrouwen’
De bekende tegenhanger van ‘vrouwen zijn beter geschikt om zorg te dragen voor kinderen’ is eveneens een gevaarlijke uitspraak volgens de jurist. “Het valt ten eerste al op dat in de antidiscriminatiebepaling van het nieuwe Strafwetboek geen verwijzing wordt gemaakt naar discriminatie op basis van vaderschap, enkel moederschap.”
Beweringen over een bepaald geslacht, die niet met de realiteit overeenstemmen voor elk individu, zijn risicovol. “Ik denk dat je er
misschien nog mee wegkomt, maar ik zou niks zeggen in de trant van bijvoorbeeld ‘in het koppel Wim en Tania is Wim niet geschikt om voor de kinderen te zorgen, want hij is een man’. Dat is seksisme. Van haat of discriminatie is hier nog geen sprake, tenzij Wim bijvoorbeeld werkzaam is als kinderoppas of opvoeder. In dat geval is er sprake van het promoten van discriminatie op de arbeidsmarkt.”
Vrijheid niet gegarandeerd
De hypothetische controverse en de gerechtelijke gevolgen omtrent voorgaande voorbeelden en gelijkaardige uitspraken lijken misschien bij de haren getrokken: “Ik zou het daarmee eens zijn, mochten de voornoemde wettelijke middelen niet bestaan. Het is niet langer de vraag of een ideologisch geïnspireerde procureur over de nodige instrumenten beschikt”, concludeert Asselman. De Belgische overheid staat met andere woorden dichtbij een berucht citaat van oud-dictator van Oeganda Idi Amin (19232003), bijgenaamd ‘de slachter van Afrika’: “Er is vrijheid van meningsuiting, maar ik kan geen vrijheid na de meningsuiting garanderen.”
SIMON SEGERS STIJN DERUDDER
Bekijk het volledige gesprek via deze QR-code
Lees met een gerust hart Pal.be met Cyberbeveiliging van FBW.be
Idi Amin in het VN-gebouw, New York, 1975
Voor Fouad Ahidar is integratie en inburgering een vals debat
Tijdens een debat met Nicole de Moor in Terzake liet Fouad Ahidar zijn ware gelaat doorschemeren. Voor hem is integratie van nieuwkomers niet belangrijk: “Er zijn enkel sociale problemen, geen integratieproblemen.” Het is werkelijk hallucinant dat Fouad Ahidar de dagelijkse realiteit totaal miskent.
Taal vormt uiteraard een belangrijk bindmiddel voor een gemeenschap, maar is ook een cruciale opstap naar werk. In Vlaanderen heeft 1 op de 5 inwoners een migratieachtergrond. Voor Brussel loopt dat op tot 4 op 5.
Superdivers
Wie naar superdiversiteit.be (Vlaams Belang-website) surft, ziet dat sinds 2003 de samenstelling van de Vlaamse bevolking wezenlijk aan het veranderen is en dat het steeds sneller gaat. In Antwerpen daalt het aantal mensen met een Belgische achtergrond van 73 naar 44 procent. In Gent gaat het van 83 naar 62 procent. In Brussel had 20 jaar geleden 40 procent van de mensen een Belgische
achtergrond, vandaag is dan nog amper 17 procent. Jaarlijks komen er vele tienduizenden nieuwkomers bij. 2022 eindigde met een migratiesaldo van 116.544.
OESO heeft al meermaals gewezen op de grote achterstand die nieuwkomers hebben
Niettegenstaande het inburgerings- en integratiebeleid strenger wordt en er een heuse Vlaamse nieuwkomersverklaring is, verloopt de integratie niet altijd vlot. Nieuwkomers zijn vaak laaggeschoold en hebben na het
behalen van een inburgeringstraject vaak nog geen werk. De algemene kennis van het Nederlands bij nieuwkomers is laag. Je moet maar eens aan een schoolpoort gaan staan op het einde van een schooldag en je zal verbaasd zijn hoe weinig nieuwkomers Nederlands (kunnen) spreken. Bovendien heeft de OESO al meermaals gewezen op de grote achterstand die nieuwkomers in het onderwijs en op de arbeidsmarkt hebben, zelfs bij de tweede en derde generatie. Reden daarvoor is dat heel wat nieuwkomers leven in “een cocon van parallelle gemeenschappen, waar de taal en cultuur van het land van herkomst dominant zijn” en er geen Nederlands wordt gesproken. Religie speelt daarbij ook een rol. De laatste jaren zien we een groei van de politieke islam, ook in Vlaanderen. Bovendien is er in Brussel nog een grote politieke minachting voor het Nederlands. Op 20 jaar tijd is het aantal Brusselaars dat goed tot zeer goed Nederlands spreekt, zowat gehalveerd.
Instrumenteel
Fouad Ahidar weet dat ook wel, maar niettegenstaande zijn vele contacten ontkent hij de integratieproblemen en wil het enkel hebben over sociale problemen. Voor Fouad Ahidar heeft de kennis van het Nederlands enkel een instrumentele betekenis. Hij pleit wel voor tweetalige scholen in Brussel om leerlingen meer kansen op de arbeidsmarkt te geven, maar hij aanvaardt de leidcultuur niet. Net zoals in Brussel wil Ahidar de Vlaamse gemeenschap opdelen in communautair aparte groepen met elk hun eigen cultuur en taal.
Het Brusselse postmoderne, multiculturele mozaïek wil hij doortrekken naar Vlaanderen. Iedere gemeenschap behoudt zijn eigen cultuur, waardoor de leidcultuur steeds meer naar de achtergrond verdwijnt en op lange termijn niet meer is dan een gemeenschap tussen alle andere gemeenschappen. “Iedereen is nieuwkomer”, zei Bart Somers ooit; dus
ook de Vlamingen. Fouad Ahidar sluit zich daarbij aan.
Bovendien spuit Fouad Ahidar mist over de inburgering van nieuwkomers: “Veertig jaar is er niks gedaan en plots moet alles veranderen.” Dat is pertinent onjuist. In 1996 gooide Paula D’Hondt een ‘strategisch plan voor etnisch-culturele minderheden’ op tafel, met toen al integratietrajecten. In 2003 keurde het Vlaams Parlement het decreet ‘betreffende het Vlaams inburgeringsbeleid’ goed. In 2013 werd integratie strenger onder Geert Bourgeois. Er werd ingezet op het inburgeringsattest en het niveau van het Nederlands als tweede taal werd opgetrokken. Recent werd het inburgeringsdecreet nog maar eens verstrengd. Inburgeraars zijn verplicht om zich binnen de twee maanden in te schrijven bij de VDAB en moeten 40 uren deelnemen aan een participatie- en netwerktraject.
Banaliseren
Fouad Ahidar wil zijn achterban wijsmaken dat integratie in Vlaanderen willekeurig is en geen grond heeft. Hij wil het inburgeringsbeleid banaliseren. Voor Ahidar is integratie een vals debat. Hij spuit mist. Hij is wel voor de verplichting van de inburgering, maar wil die niet afdwingen door de kennis van het Nederlands bijvoorbeeld te koppelen aan een sociale woning. Op het einde van het debat in Terzake ontkent hij zelfs dat er integratieproblemen in Brussel zijn.
Onder de waterlijn spelen politieke motieven. Fouad Ahidar kon binnen Vooruit niet langer leven met de ‘flinkse’ koers van voorzitter Conner Rousseau. Ahidar wil met zijn batterij aan sociale maatregelen en zijn communautaristische agenda zowel in Vlaanderen als in Brussel de strijd aangaan met links. Team Fouad Ahidar vormt een symptoom van de superdiverse, postmoderne ideologie; een bedreiging voor Vlaanderen.
JULIEN BORREMANS
Linkse middenveldorganisaties eisen voor zichzelf absoluut recht op protestacties op
Enkele linkse middenveldorganisaties stapten verleden week naar het Grondwettelijk Hof in de hoop een artikel uit het nieuwe Strafwetboek te kunnen laten schrappen. Dat nieuwe artikel maakt het strafbaar om het overheidsgezag ‘kwaadwillig’ aan te tasten. Ook het publiekelijk aanzetten tot het overtreden van de wet wordt in sommige gevallen strafbaar
Het bewuste artikel in het nieuwe Strafwetboek is ontegensprekelijk een reactie op een aantal klimaatacties van de laatste jaren. In het bijzonder hebben we het dan over de oproepen tot klimaatspijbelen en actievoerders die zichzelf vastplakken aan het asfalt van een autosnelweg. Als politie en overheid sta je dan vaak machteloos, net omdat de actievoerders de grijze zones in de wetgeving opzoeken.
Het volstaat niet dat een protestactie ‘vreedzaam’ verloopt om ze ook geoorloofd te maken
Media die het doel van de acties gunstig gezind zijn, hameren er in hun berichtgeving en commentaren steevast op dat de acties ‘vreedzaam’ zijn. Laat een rechtse organisatie echter exact dezelfde actie uitvoeren om te protesteren tegen een asielcentrum, en het heet plots dat de sfeer er ‘grimmig’ was. Maar de gevolgen zijn er ondertussen wel voor de spijbelende leerlingen of mensen die vast komen te zitten in een file en er soms uren tijd verliezen. ‘Vreedzaam’ als vrijgeleide voor illegale acties
Wordt een of andere actie in de media omschreven als ‘vreedzaam’, dan kan je er gif op innemen dat ze wel degelijk illegaal is. Jazeker, ook klimaatactivisten mogen van ons betogen of protesteren. Maar er bestaat ook nog zoiets als de openbare orde die een beetje gerespecteerd dient te worden. Daar hoort ook bij dat betogingen en protestacties op voorhand aangevraagd moeten worden en pas kunnen plaatsvinden als ze ook goedgekeurd worden. In tegenstelling tot wat sommige media al enkele jaren beweren, volstaat het echt niet dat een protestactie ‘vreedzaam’ verloopt om ze ook geoorloofd te maken. Wat betekent dat trouwens, wanneer media of linkse organisaties een actie ‘vreedzaam’ noemen? Eigenlijk niet meer dan dat de protestvoerders zelf geen rechtstreeks fysiek geweld gebrui-
ken. Maar het is niet omdat een klimaatklever een automobilist die vast komt te zitten in de file geen klap om de oren geeft, dat er geen sprake van agressie zou zijn.
Klimaatklevers zijn gijzelnemers
Om te beginnen zit er onmiskenbaar een element van morele chantage in het zichzelf vastkleven aan het asfalt van een autosnelweg. Maar in de praktijk beroven klimaatklevers automobilisten en hun passagiers van hun vrijheid wanneer ze hen op die manier vastzetten in een opzettelijk gecreëerde file. Kom je vast te zitten, kan je immers niet even achteruit bollen naar de laatste afrit of je auto zomaar voor een tijdje achterlaten. Het is niet omdat klimaatklevers niet in de cockpit van een vliegtuig met een pistool staan te zwaaien, dat ze in feite geen gijzelingsactie uit-
voeren. Die gijzeling is net het doel van hun opzet, want anders zouden ze evengoed met spandoeken en plakkaten aan de kant van de snelweg of op een brug kunnen protesteren terwijl het verkeer doorgaat.
Er is trouwens geen enkel land dat de toelating zou geven om een autosnelweg zomaar te blokkeren, al was het maar omwille van de veiligheid van zowel de automobilisten als de actievoerders zelf. Als een protestactie op een autosnelweg toch redelijk is (en dat kan voorkomen), zal de overheid zelf op voorhand het verkeer afsluiten. Organisaties en media die beweren dat het recht op betogen onder druk staat omdat klimaat- (of andere) activisten zich niet op eender welk ogenblik ergens ‘vreedzaam’ mogen vastkleven aan het asfalt, doen aan kwaadwillige desinformatie en stemmingmakerij. Hetzelfde geldt trouwens voor het binnendringen van industriële installaties of het bezetten van universitaire gebouwen.
Mag alleen links nog betogen?
Let wel: het betrokken artikel in het nieuwe Strafwetboek oogt opvallend vaag. En het is niet omdat het artikel in de eerste plaats een reactie is op een aantal protestacties van klimaat- en linkse organisaties, dat het straks niet met veel ijver toegepast zal worden op de protestacties van andere organisaties. Meer zelfs, dezelfde organisaties die vandaag moord en brand schreeuwen, zullen juist de eersten zijn om het te gebruiken tegen actievoerders van rechtse of identitaire bewegingen.
Dat dat laatste niet zomaar een loze bewering is, toonden ze in april van dit jaar zelf nog aan. Toen probeerden ze immers NatCon (met onder meer Nigel Farage, Viktor Orbán en Éric Zemmour) in Brussel het recht op vergaderen te ontzeggen. En het is een beproefde tactiek van links om rechtse betogingen te laten verbieden door te dreigen met gewelddadige tegenbetogingen. We moeten Kati Verstrepen, voorzitter van de Liga voor Mensenrechten, dan ook volmondig gelijk geven wanneer ze beweert dat het recht om te protesteren internationaal onder druk staat. Maar niet omdat eind verleden jaar een aantal activisten van Greenpeace veroordeeld werden, omdat ze ‘vreedzaam’ de gasterminal van Fluxys in Zeebrugge waren binnendrongen, of omdat in Nederland enkele klimaatactivisten veroordeeld werden na een oproep om de A12 te blokkeren. Wel omdat linkse organisaties vinden dat zulke illegale en vaak ook ronduit levensgevaarlijke acties zonder meer zouden moeten kunnen wanneer ze een linkse zaak dienen, terwijl ze rechtse organisaties zelfs nog maar het recht op vergaderen willen ontzeggen, ook al heeft niemand anders er last van. Dat laatste is pas echt vreedzaam.
Fouad Ahidar op campagne
FACEBOOK
Actie Greenpeace op het terrein van Fluxys in Zeebrugge
Van Belleghem (VB) ziet ruimte voor verstrenging gezinshereniging
In 2023 kwamen via het kanaal van de gezinshereniging 59.069 personen - van wie meer dan de helft uit een niet-EU-land afkomstig is - naar België. Vlaams Belang-Kamerlid Francesca Van Belleghem ziet nog heel wat ruimte om de voorwaarden te verstrengen.
Van de 59.069 personen die vorig jaar in het kader van gezinshereniging naar België kwamen, was 57 procent afkomstig uit een niet-EU-land. Marokko is met 3.791 onderdanen het best vertegenwoordigd, gevolgd door India (2.150), Syrië (1.926), Turkije (1.667), Afghanistan (1.258) en Palestina (1.075). In totaal kwamen sinds 2010 net geen 750.000 personen in het kader van gezinshereniging naar België. In de laatste vijf jaar ging het om 280.000 personen, wat overeenkomt met het inwonersaantal van de stad Gent. Ruimte voor verstrenging
Vlaams Belang-Kamerlid Francesca Van Belleghem vroeg de cijfers op bij staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (cd&v). Zij ziet nog heel wat ruimte om de regels rond gezinshereniging te verstrengen. Die wil ze dan ook ten volle benutten, iets wat de Vivaldi-regering volgens haar heeft nagelaten. “Met de maatregelen die begin vorig jaar naar aanleiding van de zogenaamde ‘asieldeal’ werden aangekondigd, werd in het beste geval een kattenluik afgesloten, terwijl de voordeur wagenwijd blijft openstaan”, aldus Van Belleghem.
Het nieuwbakken Kamerlid van Vlaams Belang pleit onder meer voor een verstrenging van de inkomensvoorwaarden en een striktere interpretatie van het begrip ‘gezin’. Ook de periode waarin erkende vluchtelingen hun gezinsleden vrijwel zonder voorwaarden kunnen laten overkomen, wil Van Belleghem ingeperkt zien. In België kan dat momenteel gedurende 12 maanden, terwijl het Europese minimum drie maanden is.
Dramatische tewerkstelling
In een interview met ’t Pallieterke merkte arbeidsmarktexpert Jan Denys deze week op dat via asielmigratie en gezinshereniging heel wat laagopgeleide migranten naar België komen. De werkzaamheidsgraad binnen die groep is volgens hem dramatisch: slechts 40 tot 50 procent zou na 10 jaar aan het werk zijn. Daarom lijkt het hem raadzaam om eerst hen aan het werk te krijgen in plaats van een beroep te doen op arbeidsmigratie.
Aast Demir naast het burgemeesterschap op een andere topjob?
Minder dan een week na haar aanstelling als Vlaams minister van Onderwijs, kondigde Zuhal Demir (N-VA) aan dat ze die job naast zich neerlegt als ze burgemeester in Genk kan worden. Ze hoopt op die manier bijkomende Genkenaren te overtuigen, maar verliest een pak geloofwaardigheid als minister. Of aast ze naast het burgemeesterschap op een andere topjob?
Naar eigen zeggen was het N-VA-voorzitter Bart De Wever die Zuhal Demir opnieuw richting het ministerschap duwde, ondanks “de twijfel die ze voelde rond Genk”. Demir legde twee weken voor de gemeenteraadsverkiezingen de eed af als Vlaams minister, maar door haar uitspraken trekt ze nu toch als volwaardig kandidaat-burgemeester richting de Genkenaar.
Burgemeester-partijvoorzitter
Hoe dan ook is Demir zeker van één van haar droomjobs. Lukt het haar niet om met N-VA de grootste partij te worden in Genk,
VB favoriete partij bij jonge jongens
Volgens de ‘Grote Jongerenenquête’ van Humo is 22 procent van de jongeren zondag van plan om op Vlaams Belang te stemmen. Vooral bij jongens zijn de partij en haar voorzitter Tom Van Grieken populair, terwijl vrouwelijke jongeren minder genegenheid voelen voor VB.
Vooruit is bij 13 procent van de jongeren de favoriete partij, N-VA vervolledigt met 12 procent de top drie. De communistische PVDA is met 11 procent even populair als het christendemocratische cd&v.
De Grote Jongerenenquête van Humo werd uitgevoerd door iVox tussen 28 augustus en 9 september bij 1.000 Vlaamse jongeren tussen 16 en 25 jaar.
WANNES NEUKERMANS
dan blijft ze minister. Als ze er wel in slaagt het burgemeesterschap binnen te halen, moet Matthias Diependaele na een kleine maand al op zoek naar een nieuwe minister.
Het ministerschap en het uitvoerend burgemeesterschap mogen in Vlaanderen niet gecombineerd worden, maar het partijvoorzitterschap en het burgemeesterschap wel. Als Bart De Wever zijn intrede maakt in ‘de Zestien’, moet N-VA op zoek naar een nieuwe voorzitter. Door (vroegtijdig) afscheid te nemen van het ministerschap, zou Demir zichzelf in de markt kunnen zetten als partijvoorzitter.
WANNES NEUKERMANS
Wat met de andere ministers?
Terwijl Zuhal Demir zegt richting Genk te verkassen als ze burgemeester kan worden, zijn de overige Vlaamse ministers wél van plan om op post te blijven. Een overzicht.
De N-VA-ministers
Annick De Ridder (N-VA) was tot voor kort havenschepen in Antwerpen, maar legde die functie naast zich neer om in de Vlaamse regering te stappen. Een omgekeerde beweging zit er niet snel in, al staat ze wel op de stadslijst van N-VA. Een uitvoerend lokaal mandaat opnemen zal De Ridder niet doen, maar ze zou wel kunnen zetelen in de gemeenteraad.
In het Limburgse Kinrooi hoopt Jo Brouns (cd&v) zijn absolute meerderheid verder te zetten
Vlaams minister van Begroting en Financiën Ben Weyts (N-VA) hoopt in Beersel wel burgemeester te worden. Weyts zou het dagelijks bestuur willen overlaten aan nummer twee Elsie De Greef en enkel dienstdoen als titelvoerend burgemeester.
Brusselminister Cieltje Van Achter komt als lijsttrekker voor N-VA op in haar thuisgemeente Schaar-
beek. De kans dat zij daar burgemeester kan worden, is nihil.
De cd&v-ministers
In het Limburgse Kinrooi hoopt Jo Brouns (cd&v) zijn absolute meerderheid verder te zetten. Voordat hij minister werd in de rege-
ring-Jambon, was hij sinds 2013 burgemeester. Hij keert niet voltijds terug naar het gemeentehuis en zal het ministerschap combineren met het titelvoerend burgemeesterschap.
De Torhoutse Hilde Crevits (cd&v) heeft geen grote lokale ambities. Zij duwt de lijst in haar gemeente, waar de christendemocraten sinds 1982 onafgebroken aan de macht zijn. Na de vorige verkiezingen werd Crevits aangesteld als voorzitter van de gemeenteraad en als ze verkozen wordt, hoopt ze die functie opnieuw uit te mogen voeren.
De Vooruit-ministers
In Mechelen ziet Vlaams minister van Welzijn en Armoedebestrijding, Cultuur en Gelijke Kansen Caroline Gennez (Vooruit) voor zichzelf geen grote rol weggelegd, al zou ze een zitje in de gemeenteraad wel kunnen opnemen. Voormalig voorzitter en huidig viceminister-president Melissa Depraetere (Vooruit) was tot voor kort wel nog van plan om burgemeester te worden in haar gemeente Harelbeke. Nu ze minister is geworden, steunt ze nu huidig burgemeester en lijsttrekker Alain Top op de gezamenlijke lijst van Vooruit en Groen. Een titelvoerend burgemeesterschap ziet ze niet zitten. WANNES NEUKERMANS Jo Brouns
ANTON SCHELFAUT
Francesca Van Belleghem
Zuhal Demir
Legaliseer pepperspray
Uit een bevraging van PAL Media bij Gentse studenten bleek eerder deze week dat een overgrote meerderheid van hen zich vaak onveilig voelt tijdens het uitgaan of als ze in het donker op straat wandelen. Er zijn verschillende manieren waarop ze zichzelf proberen te beschermen. Ook een legalisering van pepperspray lijkt hen een goede manier, al zijn er ook tegenstanders.
In de ‘nieuwe’ Belgische wapenwet, die sinds 2006 van kracht is en de verkoop van onder meer vuurwapens regelt, valt pepperspray onder de niet-vuurwapens. Toch is het voor privépersonen verboden om pepperspray te bezitten, te gebruiken of te verkopen. Dat is jammer. Pepperspray is immers een doeltreffend, niet-dodelijk middel waarmee kwetsbare groepen zoals vrouwen zich kunnen beschermen. De gezondheidsrisico’s voor wie een behandeling met pepperspray ondergaat, zijn beperkt, terwijl slachtoffers in het beste geval voldoende verwarring kunnen zaaien om te ontsnappen. Bovendien zal een potentiële dader wel twee keer nadenken als zijn doelwit mogelijk is uitgerust met pepperspray. In die zin heeft pepperspray ook een preventieve werking. Criminaliteit en pepperspray?
Het argument dat de Gentse studenten het vaakst aanhaalden tégen een legalisering van pepperspray, is dat ook criminelen een busje in handen zouden kunnen krijgen. Dat is een drogreden. Of het nu verboden is of niet, één telefoontje volstaat voor criminelen om pepperspray - als het al bij zoiets onschuldigs blijft - in handen te krijgen. In dat geval is het zoals steeds de gewone burger die weerloos achterblijft.
Pepperspray is een doeltreffend, niet-dodelijk middel waarmee kwetsbare groepen zich kunnen beschermen
Ook de vrees dat pepperspray voortdurend te pas en te onpas gebruikt zou worden, blijkt ongegrond. Dat bewijzen buurlanden Duitsland en Frankrijk, waar het bezit van pepperspray, al dan niet onder bepaalde voorwaarden, is toegelaten.
In een ideale wereld zijn de hulpdiensten in een noodsituatie al binnen enkele minuten ter plaatste. Maar meestal duurt het langer. Een busje pepperspray kan helpen om die periode te overbruggen. Zelfs áls de overheid erin slaagt om ons te beschermen, is het dus niet verstandig om onze eigen weerbaarheid - een individuele verantwoordelijkheid - te verwaarlozen.
Legale alternatieven
Hoewel pepperspray een verboden wapen is in België, bestaan er gelukkig enkele legale alternatieven. Zo biedt sitcon.nl, een aanbieder van spionage- en beveiligingsproducten, voor zo’n 25 euro een alternatief aan met een rode verfvloeistof. Zodra de vloeistof in het gezicht van een belager terechtkomt, verandert ze in een schuimlaag die de aanvaller tijdelijk verblindt. Bovendien wordt de aanvaller letterlijk gebrandmerkt: de opvallende, rode markering die het goedje achterlaat, blijft tot wel drie dagen zichtbaar, zelfs na intensief wassen. Dat kan helpen om de verdachte achteraf op te sporen. Als dat alternatief voor u te exotisch lijkt, kan u uw dochter of echtgenote ook altijd een busje haarlak of deodorant aanraden.
In Duitsland en Frankrijk kunnen volwassenen zonder problemen ‘echte’ pepperspray aanschaffen. Kleine busjes die gemakkelijk in een handtas passen, bijvoorbeeld van 15 tot 25 ml, kosten er 10 tot 15 euro. Voor grotere exemplaren van 50 tot 100 ml moet u 20 tot 30 euro neertellen. Maar, zoals u hierboven al kon lezen, is het bezit en gebruik ervan in België tot nader order - jammer genoeg - verboden.
ANTON SCHELFAUT
Tips voor rechtse bestuurders
Zes: blijf weerbaar
‘Het zou niets voor mij zijn’, hoor ik vaak als reactie wanneer ik vertel over mijn ervaringen als schepen. De lokale politiek kan inderdaad best wel een pittige omgeving zijn. Er is de bijna dagelijkse armworsteling met de stadsadministratie, waar velen schitterend werk leveren, maar er ook altijd wel tegenwringers zijn.
Er is de strijd binnen de meerderheid om de schaarse middelen aan geld en personeel. Er is de maandelijkse gemeenteraad, waarbij de oppositie haar rol speelt, maar vaak problemen uitvergroot of doelbewust het beleid verkeerd interpreteert. De media moeten hun lezersaantallen op peil houden en dus verschijnen er artikels die de waarheid soms wel eens geweld aandoen en in elk geval een straffe titel dragen. Elke dag ontmoet je mensen die vragen of je ‘een minuutje’ hebt, waarna ze snelle oplossingen vragen voor wat vaak complexe problemen zijn of waarbij ze verwachten dat de regelgeving in hun specifieke geval creatief wordt geïnterpreteerd.
Er is de strijd binnen de meerderheid om de schaarse middelen aan geld en personeel
Het politiek bedrijf vereist dat je je ook ’s avonds en in het weekend inzet. Dat weegt onvermijdelijk op je gezinsleven en op je vriendenkring. En dan zijn er nog de verkiezingen, waarbij de politieke vrienden en bondgenoten plots concurrenten worden. Het zijn niet altijd de mooiste menselijke eigenschappen die dan naar boven komen.
Ongefilterd ventileren
Daar bovenop komen de sociale media, waar ‘de burger’ ongefilterd zijn of haar mening kan ventileren over het beleid. Die reacties zijn vaak interessant. Helaas zijn ze dikwijls ook niet veel meer dan een ordinaire scheldpartij. ‘Jullie politiekers zijn allemaal dezelfden: veel beloven maar niets doen’, is zo’n veel voorkomende commentaar. Het leest als de conclusie van een doorwrochte politieke analyse, maar eigenlijk verbergt zo’n zinnetje de intellectuele luiheid van de auteur.
‘Postjespakkers en zakkenvullers’ is nog zo’n klassieker. Ik vind dat politici in dit land een correcte verloning krijgen voor het werk dat ze leveren, al zijn er - zoals in elke andere groep - zeker ook specimens die hun centen niet waard zijn. Afgaan-
de op de commentaren die je leest, zou een politiek mandaat een soort ‘win for life’ zijn. Je zou dan ook verwachten dat potentiële kandidaten bij verkiezingen staan te dringen om een plekje op de lijst te krijgen. De werkelijkheid leert dat zowat elke partij telkens weer moet trekken en sleuren om de lijst in te vullen met degelijke kandidaten.
Het zijn niet altijd de mooiste menselijke eigenschappen die naar boven komen
Ik zie sociale media als een nuttig instrument om te communiceren over het gevoerde beleid, maar het is niet de plek voor een ernstige gedachtewisseling. Facebook en andere fora hebben aan iedereen een megafoon gegeven: niet alleen aan ernstige burgers, maar ook aan ‘Zatte Jef’, die vroeger aan de toog van het volkscafé zou hebben zitten mompelen tussen de lege Duvelglazen. Medelijden is vanzelfsprekend niet nodig. ‘If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen’, zeggen de Engelsen. Niemand is verplicht om een politiek mandaat op te nemen. Wie wel de stap zet, moet
ervoor zorgen dat hij of zij weerbaar blijft. Dat betekent ook: leren relativeren en leren incasseren. Dat is niet altijd even gemakkelijk.
Extra tip
Ik eindig deze reeks met een zevende en laatste tip: vertrek tijdig. Kies zelf je moment om ermee op te houden. De Romeinse held Cincinnatus werd van achter zijn ploeg gehaald om Rome van een invasie te redden. Nadat de dreiging was afgewend, keerde hij onmiddellijk naar zijn boerderij terug.
Leer relativeren en incasseren
Er is ook een leven buiten de politiek. Ga van het podium op het ogenblik dat er nog een beetje applaus klinkt. Ga van het podium op het ogenblik dat men nog aan je mouw trekt en wacht dus niet tot wanneer ze in je rug duwen. Alvast dat laatste advies heb ik zelf ook ter harte genomen. Oprecht veel succes gewenst aan alle mannen en vrouwen die het hart Vlaams en rechts dragen en na 13 oktober burgemeester of schepen zullen worden.
KARIM VAN OVERMEIRE
Installatie gemeenteraad Aalst met Karim die de eed aflegt bij burgemeester Christoph D’Haese in 2013
Vooruitblik gemeenteraadsverkiezingen
Ninove
Als we de aandacht voor de lokale verkiezingen afzetten tegen het bevolkingsaantal, staat Ninove met voorsprong bovenaan. Dat er zoveel aandacht naartoe gaat, is niet omdat hier een belangrijke haven ligt of omdat nationale kopstukken hier om de sjerp strijden, maar door wat er zich in 2018 al afspeelde. Toen slaagde Guy D’haeseleer met Forza Ninove (Vlaams Belang) er net niet in om het cordon sanitaire te doorbreken.
Hoofdrolspelers
Zelf vreest hij dat ook nu geen enkele partij in Ninove met hem wil samenwerken, al geeft hij wel aan niet zeker te zijn dat een partij als N-VA iedere lokale afdeling kan tegenhouden om met VB samen te werken. De vraag is daarom: behaalt Guy D’haeseleer een absolute meerderheid in Ninove, kan hij andere verkozenen overtuigen om een coalitie te vormen of belandt hij opnieuw in de oppositie?
De grote uitdager is Tania De Jonge, de burgemeester van Ninove. Zij trekt naar de kiezer met Positief Ninove, een lijst met liberalen, christendemocraten en onafhankelijken. De Jonge stelt dat Guy D’haeseleer de problemen in de stad aan de Dender overdrijft en sluit iedere samenwerking met het Vlaams Belang-parlementslid uit. “Ik heb geen afspraken of een cordon nodig: ik zal nooit met hem in zee gaan”, klinkt het resoluut in De Tijd.
Ter linkerzijde komen Vooruit en Groen met een gezamenlijke lijst op, die getrokken wordt door huidig schepen Stijn Vermassen. De PVDA komt niet meer op en verleent volgens D’haeseleer steun aan de lijst Vooruit-Groen. Zelf ontkennen de communisten dat. N-VA is de enige partij die onder de nationale partijnaam opkomt in Ninove. De partij heeft mo
Genk
De Genkenaar die minister-president Matthias Diependaele een loer wil draaien, moet op Zuhal Demir stemmen. Als Demir burgemeester kan worden in de Limburgse stad, moet Diependaele immers op zoek naar een nieuwe minister van Onderwijs.
Hoofdrolspelers
De N-VA-politica heeft haar zinnen gezet op de sjerp in Genk, waar de christendemocraten van burgemeester Wim Dries samen met Pro Genk (Vooruit-Groen) besturen. Dries is sinds 2009 burgemeester van Genk, maar voelde in 2018 al de hete adem van N-VA in zijn nek, al bleef cd&v met bijna 39 procent duidelijk de grootste partij. De partij van Demir is sindsdien wel de grootste oppositiepartij in de gemeenteraad.
Uitdagingen
In de voormalige mijnstad spelen de klassieke centrumstedelijke problemen zoals armoede, verloedering en sociale woningbouw een rol. Armoedeorganisaties merken dat ze steeds meer voedselpakketten uitdelen, de cijfers tonen aan dat er, vergeleken met de rest van Limburg, veel werklozen in Genk wonen.
Daarnaast is er in enkele wijken vrees voor vervuiling van de bodem. In Zwartberg onderzocht PVDA-organisatie ‘Geneeskunde voor het Volk’ 50 omwonenden van een opleidingscentrum voor politie en brandweer. Alle testpersonen hadden een verhoogde PFAS-waarde in het bloed. Een industriezone in het zuiden van de stad zou ook vervuild zijn.
menteel twee zetels en lijsttrekker Karolien De Roose hoopt er minstens één extra binnen te halen.
Uitdagingen
Ninove ligt vlakbij Brussel en heel wat Franstaligen en mensen met een migratieachtergrond wijken uit richting de stad in de Denderstreek. Ninovieters klagen over die influx van anderstaligen en dat heeft volgens de Gemeente-Stadsmonitor invloed op het sociaal weefsel in de stad. Na de heisa in 2018 heeft nog amper 23 procent van de inwoners vertrouwen in het gemeentebestuur.
Naast Wim Dries en Zuhal Demir kunnen de Genkenaren kiezen tussen vier andere lijsttrekkers. Het progressief blok onder de naam Vooruit-Groen wordt getrokken door huidig schepen van Wonen, Wijken en Participatie Alessandro Cucchiara. PVDA trekt met parlementslid en voormalig Ford Genkarbeider Gaby Colebunders als lijsttrekker naar de kiezer. Jimmy Wenmeekers trekt de lokale lijst Genk Anders, die sinds 2012 opkomt, maar nog nooit een zetel binnenhaalde. Bekender is Chris Janssens, fractieleider in het Vlaams Parlement en ondervoorzitter van Vlaams Belang. Zijn partij behaalde in 2019 9,3 procent van de stemmen. Bij de verkiezingen van 9 juni werden de Vlaams-nationalisten in Limburg de grootste. Janssens hoopt dat die trend zich voortzet op 13 oktober.
Kortrijk
Achterklap, niet nagekomen afspraken of zelfs hoogverraad: twaalf jaar na “Zum Qotsen” sloten de liberalen en de christendemocraten in Kortrijk een (noodzakelijk) verstandshuwelijk. De stadslijst ‘Team Burgemeester’ van lijsttrekker Ruth Vandenberghe kwam er door de nieuwe verkiezingsregels, waardoor het burgemeesterschap automatisch naar de populairste kandidaat op de grootste lijst van de coalitie gaat.
Hoofdrolspelers
Bij de voorstelling van de stadslijst was de veronderstelling nog dat Vincent Van Quickenborne (Open Vld) die zou trekken. Verschillende peilingen hebben echter aangetoond dat Ruth Vandenberghe, die Van Quickenborne als plaatsvervanger verving toen hij minister van Justitie was, een pak populairder is in de Guldensporenstad. Het plasincident en het tegenvallende resultaat op 9 juni zorgden ervoor dat Q een stap terugzette.
Guy D’haeseleer en Chris Janssens zijn kandidaat-burgemeester in Ninove en Genk
Momenteel bestuurt Open Vld samen met Vooruit en N-VA in Kortrijk. De christendemocraten en Open Vld leefden jarenlang op voet van oorlog met elkaar na het ‘hoogverraad’ dat Van Quickenborne pleegde, door een gemaakte afspraak met cd&v niet na te komen. Felix De Clerck, zoon van toenmalig burgemeester Stefaan, sprak destijds van “Zum Qotsen”. Twaalf jaar later staat hij samen met Van Quickenborne op de stadslijst, al is vader De Clerck daar nog steeds niet blij mee. Huidig schepen van Cultuur en federaal volksvertegenwoordiger Axel Ronse (N-VA) is uitdrukkelijk kandidaat-burgemeester. Zijn partij was in Kortrijk voor Vlaams Belang de grootste partij bij de verkiezingen van 9 juni. Eerste schepen Philippe De Coene van Vooruit zal geen lijsttrekker zijn. In zijn plaats is Vlaams Parlementslid Maxim Veys de nieuwe kopman. Voor Vlaams Belang trekt Kamerlid Wouter Vermeersch de lijst.
Uitdagingen
Veiligheid is een belangrijk thema bij de Kortrijkse gemeen teraadsverkiezingen. Bij 14 procent van de Kortrijkzanen leeft een onveiligheidsgevoel, dubbel zoveel als gemiddeld in Vlaanderen.
Uitdagingen
Als PVDA de grootste partij zou worden, komt het initiatiefrecht om een nieuw stadsbestuur te vormen bij lijsttrekker Jos D’Haese te liggen. Hij kijkt voor een mogelijke samenwerking, net als N-VA, naar Vooruit en Groen. Hoewel de socialistische lijsttrekker, Kathleen Van Brempt, D’Haese liever geen burgemeester van Antwerpen ziet worden, sluit ze een samenwerking met de PVDA niet categorisch uit. Ook voor Groen is er slechts één partij waarmee niet gepraat kan worden: Vlaams Belang. Voor Conner Rousseau is een lokale samenwerking van N-VA en Vlaams Belang een reden om de Vlaamse regering op te blazen. Laat ons hopen dat De Wever van zijn coalitiepartner dezelfde ‘properheid’ verwacht.
Voor Vlaams Belang en zijn lijsttrekker Johan Deckmyn lijkt in de campagne slechts een bijrol te zijn weggelegd. Dat hoeft niet te verbazen, aangezien het linkse Gent op 9 juni de enige groene vlek op een verder knalgele Vlaamse kaart was. Een score van 10 procent zou voor de partij een mooi resultaat zijn.
Uitdagingen
In de campagne staat vooral het mobiliteitsthema centraal. Dat was ook in de afgelopen legislatuur al de grote twistappel in het Gentse stadsbestuur. Geen enkele partij lijkt gewonnen te zijn voor een verdere uitbreiding van de lage-emissiezone (LEZ). N-VA wil, net als Vlaams Belang, zelfs nog een stap verder gaan en de LEZ volledig afschaffen. In een interview met weekblad ’t Pallieterke vertelde de lijsttrekker van N-VA in Gent, Anneleen Van Bossuyt, dat de LEZ volgens haar geen enkel nut heeft.
Verder is Groen de enige partij die de eerste bewonerskaart, waarmee bewoners gratis op straat kunnen parkeren, betalend wil maken. De partij wil inwoners voortaan een ‘mobiliteitsbudget’ aanbieden dat ze onder meer kunnen gebruiken voor onder meer een parkeerkaart, het gebruik van een deelwagen of de aankoop van een fiets. Iets anders dat Groen wil zien verdwijnen, is de omheining rond de Blaarmeersen. Die liet burgemeester De Clercq optrekken nadat allochtone amokmakers uit Brussel herhaaldelijk keet hadden geschopt in het recreatiedomein.
In een debat met Watteeuw in de studio van VTM Nieuws deed De Clercq een opmerkelijke uitspraak. Hij zei dat Gent financieel gezond is en de stad helemaal geen budgettair probleem heeft. Dat is toch wel opmerkelijk te noemen, wetende dat Gent met een schuldenberg van 1 miljard euro zit. De Clercq maakte de vergelijking met een gezin dat schulden heeft, maar die perfect kan afbetalen. Dat zou ook voor de stad Gent gelden.
Sint-Niklaas
Als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen. Is de derde hond in het verhaal van Sint-Niklaas Vlaams Belang-lijsttrekker Filip Brusselmans?
Hoofdrolspelers
De criminaliteitsgraad is ook beduidend hoger dan in de rest van Vlaanderen, met 101,6 feiten per 1.000 inwoners in 2022. Er waren de afgelopen jaren ook heel wat vechtpartijen in de buurt rond het station.
Antwerpen
Op 9 juni werd PVDA uit het niets de op één na grootste partij van Antwerpen met 23 procent van de - hoofdzakelijk allochtone - stemmen. Als de laatste peilingen bewaarheid worden, zetten de PVDA en Jos D’Haese hun opmars op 13 oktober voort. Het is maar de vraag of Bart De Wever en zijn N-VA erin zullen slagen om een voldoende stevige gele dam op te werpen tegen het rode gevaar. De Antwerpenaar staat alleszins voor een duidelijke keuze: blijft Antwerpen het Rome aan de Schelde, of wordt het toch Moskou?
Hoofdrolspelers
Zal Filip Dewinter op 13 oktober in schoonheid afscheid kunnen nemen van de Antwerpse politiek? De grijze eminentie van Vlaams Belang kondigde al aan dat hij binnen zes jaar de lokale lijst niet opnieuw zal trekken. Op 9 juni heeft Dewinter wel wat van zijn pluimen verloren. In 2019 kreeg hij als lijsttrekker voor het Vlaams Parlement in Antwerpen nog 120.000 voorkeurstemmen achter zijn naam. Daar bleven er voor Dewinter - weliswaar als lijstduwer - op 9 juni nog slechts 12.000 van over.
Hoewel De Wever als lijsttrekker en dus kandidaat-burgemeester naar de Antwerpse kiezer trekt, is de kans klein dat hij dat mandaat lang zal vervullen. Formateur De Wever heeft immers beloofd om het Schoon Verdiep te verlaten en zijn intrek te nemen in de Wetstraat 16, de ambtswoning van de premier, als hij erin slaagt om een nieuwe federale regering op de been te brengen. In dat geval zou de nummer twee op de Antwerpse lijst, Els van Doesburg, de nieuwe burgemeester van de Koekenstad worden.
In een interview met ’t Palliekterke noemde De Wever Groen begin februari “een verschrikkelijke partij” waarmee hij liever niet wil besturen. Op basis van de laatste peilingen zal hij echter geen andere keuze hebben. Zowel Open Vld als cd&v zijn in Antwerpen op sterven na dood, waardoor een coalitie over links met zowel Vooruit als Groen voor N-VA de enige werkbare optie lijkt te zullen worden.
Gent
In de Arteveldestad strijden zittend burgemeester Mathias De Clercq (Open Vld) en huidig schepen van Mobiliteit Filip Watteeuw (Groen) om de burgemeesterssjerp. Die laatste wordt wel eens de échte burgemeester van de afgelopen zes jaar genoemd.
Hoofdrolspelers
De Clercq, een Open Vld’er, trekt samen met Vooruit naar de kiezer onder de naam ‘Voor Gent’. De vraag is welke derde partij de kartellijst van socialisten en liberalen aan een meerderheid zal helpen. Kijken Vooruit en Open Vld daarvoor naar N-VA, dat in Gent niet langer de baarlijke duivel is? Of wordt het toch opnieuw Groen? Als het van de kopvrouw van Vooruit in Gent, Freya Van den Bossche, afhangt, wordt het alleszins die laatste optie.
Terwijl huidig burgemeester Lieven Dehandschutter (N-VA) en Conner Rousseau een oude familievete uitvechten, zou Brusselmans wel eens de lachende derde kunnen worden. In 2012 pakte Dehandschutter de burgemeesterssjerp af van Rousseaus moeder, Christel Geerts. De voorzitter van Vooruit zal dus extra gemotiveerd zijn om de sjerp weer in het bezit van de familie-Rousseau te brengen. In een interview met dit weekblad ontkende Dehandschutter dat er een voorakkoord zou zijn tussen N-VA en Vooruit. Ook over een mogelijke samenwerking met Vlaams Belang of PVDA was de zittende burgemeester duidelijk: hij ziet geen mogelijkheid om tot een werkbare meerderheid te komen. Een functie waarin we de 66-jarige Dehandschutter na 13 oktober alleszins niet zullen terugzien, is als schepen onder burgemeester Rousseau. Als hij niet opnieuw burgemeester wordt, zegt de N-VA’er de lokale politiek vaarwel.
Uitdagingen
In aanloop naar de verkiezingen van 9 juni was er heel wat te doen over de vrouwonvriendelijke en racistische uitspraken van Rousseau. De kiezer mag hem dan wel hebben vrijgesproken door hem als lijstduwer naar het Vlaams Parlement te sturen, de uitspraken blijven hem ook in deze campagne achtervolgen. Dat doet de vraag rijzen of iemand die agenten aanmoedigt om met matrakken op Roma te slaan, op een geloofwaardige manier aan het hoofd van het Sint-Niklase politiekorps kan staan.
WANNES NEUKERMANS ANTON SCHELFAUT
Mathias De Clercq en Filip Watteeuw
Zoon Bart De Wever
Jos D’Haese, kandidaat in Antwerpen
Orkaan Helene: de echte ramp is de (non-)respons
Wat op 22 september begon als een gebied met lage atmosferische druk in de westelijke Caribische Zee, werd al snel een tropische storm en kreeg de naam Helene. Op 25 september werd het een orkaan, categorie 1. De volgende dag groeide de orkaan razendsnel tot categorie 4, met maximale aangehouden windsnelheden van 220 km per uur. Op 27 september bereikte de orkaan de kust van noordelijk Florida, en dan de staat Georgia als een orkaan categorie 2. De orkaan richtte een ware ravage aan, maar de (non-)respons van de (federale) overheid is het werkelijk grote verhaal.
Op 28 september bereikte Helene als een tropische storm de westelijke tip van de staat North Carolina. De windsnelheden waren op dat moment veel lager, met windvlagen van doorgaans tussen 75 en 90 km per uur. Dat is niet wat zo rampzalig was voor North Carolina: als tropische storm vertraagde Helene over de staat en bracht ongeziene hoeveelheden regen. In berggebieden is en was dat catastrofaal. Vrij zware regenval in de voorgaande weken had de grond al doorweekt en alle rivieren en reservoirs tot hun capaciteit gevuld.
“Culturele
Flash floods
Het water zoekt onmiddellijk de laagste gebieden op, waar het zeer snel accumuleert in ‘flash floods’. Rustig kabbelende beekjes waar je je kinderen dammen in zou laten bouwen, enkeldiep, werden in enkele uren tijd woest kolkende watermassa’s. Ooggetuigen spreken plaatselijk over een stijging van meer dan 12 meter in 4 uur tijd. De grote hoogteverschillen zorgden ervoor dat de watermassa’s constant in beweging bleven en zeer snel stroomden.
kloof” als excuus voor seksueel geweld in Frankrijk
Op 9 september kwam een zaak voor de rechtbank van Créteil, een zaak ‘met onmiddellijke verschijning’, zoals er steeds meer in Frankrijk zijn. Het betrof een geval van zware seksuele agressie enkele dagen ervoor in het park van Choisy. Voor de rechter verscheen een illegale Pakistaan die enkele weken daarvoor al voor de rechter was moeten verschijnen in een zaak van drugshandel. Hij kreeg toen een boete van 300 euro.
Op de dag van de agressie verlaat het slachtoffer, een jonge vrouw, met haar vrienden het park van Choisy en gaat huiswaarts. Ze voelt dat ze gevolgd wordt en draait zich om. Een man “grijpt met beide handen naar haar geslachtsorganen, betast haar dijen en billen, er volgt weliswaar geen penetratie”, aldus het bericht op de juridische website Actu juridique. De vrouw kan haar vriend, die in het park was achtergebleven, met haar hulpkreten waarschuwen.. Die vriend krijgt op zijn beurt enkele rake klappen. Uiteindelijk kwam de politie tussenbeide. De vrouw wordt zes dagen werkongeschikt verklaard, de man één dag. Geen schuldinzicht
De verdachte erkent dat hij “misschien de vrouw heeft aangeraakt”. Ze was volgens hem “zéér kort gerokt en bijzonder mooi”, maar voor de rest verklaarde hij alleen dat een “man naar hem toestapte om te vragen of hij de vrouw had aangeraakt, en onmiddellijk op hem sloeg”. Helaas voor de verdachte, maar de politie doorzocht zijn mobiele telefoon en vond er veel beeldgegevens van naakte vrouwen - porno dus. Uiteindelijk, na veel aandringen van de rechter, gaf de verdachte illegaal de feiten toe. Het parket vroeg 10 maanden gevangenis, net zoals de procureur. De advocaat was vragende partij voor vrijspraak. “In de
De erosiekracht was dan ook apocalyptisch. Straten en huizen, knus tot wel 10 meter boven de rustige riviertjes aangelegd, werden in een oogwenk ondergraven en weggewassen. Hele valleien vertonen nu kaalgeschuurde rotsbodems, waar een tiental dagen geleden nog huizen, straten, gazons, weiden en bomen stonden. Aardverschuivingen verslonden wegen, huizen, auto’s en nietsvermoedende mensen.
Een vrouw vertelt met rode ogen over babylijkjes en kinderen die langsdreven
De getuigenverslagen zijn hartverscheurend. Een vrouw die haar tranen niet kon bedwingen, vertelde over vrienden die aan de rivier naar het water en de vernieling aan het kijken waren. Op een bepaald moment zagen ze kostuums in het water drijven, tot ze nader toekeken en gezichten zagen: lijken van mensen die verdronken waren. Een andere vrouw vertelt met rode ogen over kleine babylijkjes en kinderen die langsdreven. Noodwerkers vertellen hoe ze regelmatig armen en hoofden vinden onder rotsblokken, stammen of auto’s. Officiële cijfers spreken over 200 tot 250 doden, maar de werkelijke tol ligt eerder in de duizenden.
Beperkte federale hulpverlening
De respons van de overheid was absoluut ondermaats, zeker in vergelijking met de nasleep van orkaan Katrina in 2005. Meer dan 75.000 troepen van de National Guard, 300 helikopters, een hospitaalschip en talloos ander zwaar materieel werden toen ingezet in het door Katrina getroffen gebied. Op 3 oktober waren er slechts 6.700 National Guard-troepen ingezet voor de reddings- en hersteloperaties in de nasleep van Helene. Wanneer dit artikel gepubliceerd wordt, zijn dat er hopelijk veel meer, maar de inzet van troepen gaat tergend langzaam.
Ook de media-aandacht is veel geringer. Terwijl na Katrina de media volop vermeldden hoe erg het was en hoezeer president Bush
niet genoeg deed (het waren de plaatselijke overheden die dwarslagen), zijn de media nu veel stiller, terwijl de plaatselijke overheden hard werken en de federale overheid, president Biden en Harris voorop, verzuim pleegt en veel meer zou kunnen doen. FEMA, het Amerikaanse agentschap dat instaat voor noodrespons, is ter plaatse, maar kampt met een gebrek aan fondsen. Dat FEMA de voorbij twee jaar miljarden heeft uitgegeven aan opvang voor illegalen, terwijl dat geen kerntaak is van de organisatie, heeft daar uiteraard niets mee te maken, zo vertelt men de Amerikaanse burgers. Talloze getuigenissen spreken erover hoe federale agenten FEMA-transporten met noodhulp terugsturen of confisqueren, hoe vrijwilligers worden teruggezonden en bedreigd met arrestatie als ze toch komen, enzovoort.
Opgezet spel?
Is dat ‘opgezet spel’ om de noodtoestand in vooral Trump-gebied te verlengen en zo de verkiezingen te beïnvloeden? Of om bewoners weg te jagen en toegang te krijgen tot hun land dat zich bovenop onschatbare lithium- en kwartsiet-afzettingen bevindt, cruciaal voor de productie van batterijen en chips? Geruchten daarover duiken overal op. Misschien - dergelijke corruptie is niet ondenkbaar -, maar daar is momenteel geen enkel bewijs voor. Er zijn echter getuigenissen van private hulpverleners dat FEMA werkt met voorkeursleveranciers en weigert om producten te verdelen die niet via dergelijke leveranciers verkregen zijn, of dat men de slachtoffers van deze ramp reeds benadert om hun grond te verkopen. Incompetentie blijft de meest waarschijnlijke verklaring. En het gevolg van diversiteitsprogramma’s binnen die overheidsagentschappen, die zich meer interesseren in gelijkheid, diversiteit en de bescherming van illegalen dan met hun eigenlijke kerntaken. Dan krijg je wantoestanden zoals nu te zien zijn in North Carolina. Gewone Amerikanen steken echter de handen uit de mouwen en helpen hun buren. Ongeacht politiek, religie of wat dan ook.
WIM VANRAES
Corsicanen hebben weinig zin in tweede Lampedusa
De niet-gouvernementele organisatie SOS Mediterranee, die stelt zich in te zetten voor de redding van vluchtelingen op zee, maar al enkele keren openlijk werd beschuldigd gemene zaak te maken met mensensmokkelaars, liet op 17 september weten dat ze een contactpunt van de vereniging op het mooie vakantie-eiland Corsica opricht. Kwestie van haar ‘taken’ nog beter te kunnen opvolgen. Het bericht interesseerde de brede Franse media niet, met uitzondering van de informatiesite Corse Net Infos, die berichtte: “SOS Mediterranee zet voet op Corsica om lokale antenne van vrijwilligers op te zetten.”
opvoeding van deze mensen, zeker als ze afkomstig zijn uit Pakistan, moet nog veel gebeuren. Deze mensen zijn het resultaat van een patriarchaal systeem, een systeem waarin gedwongen huwelijken nog bestaan.” We moeten de “culturele kloof” leren zien als een verklaring voor het gedrag van zijn cliënt, aldus de advocaat.
“We moeten de culturele kloof leren zien als een verklaring van het gedrag”, volgens de advocaat
Het voorval doet denken aan een zaak uit 2018, een verkrachting van een studente en een poging tot verkrachting van een andere studente. De rechtbank sprak de verdachte uit Bangladesh vrij van schuld op basis van de ‘culturele kloof’. Valérie Boyer (Les Républicains) sprak toen de historische woorden: “Gaan wij nu aanvaarden dat er in Frankrijk een cultuur bestaat die mannen de toestemming geeft om vrouwen te verkrachten?” Voor de volledigheid: deze Pakistaanse illegaal werd veroordeeld. Il y a encore des juges.
Met dat doel voor ogen organiseerde SOS Mediterranee in Bastia een voorstelling van haar documentaire ‘Mothership’ (aan boord van de Ocean Viking), gevolgd door een debat met de medeoprichter van de vereniging, Sophie Beau. Zo wou men de eerste vestiging van SOS Mediterranee op het eiland vieren. Op 22 september volgde dan een voordracht over “vergeten volkeren met diepe wortels, bewakers van millennia-oude kennis” - een voordracht over de Peul, Maori, Masai, Papoea, Kogi en Mapuche. Maar dat was even buiten de Corsicanen zelf gerekend. Vergeten volkeren? En Corsica dan?
Op 20 september meldde het dagblad Corse Matin, normaal zeer terughoudend inzake migratiekwesties, dat “de partij Reconquête (Eric Zemmour) een petitie heeft verspreid tegen de komst van SOS Mediterranee”. En de Franse krant Le Figaro titelde de dag daarna: “Corsicanen zijn tegen massamigratie”. Intussen hadden ook de nationalisten van Palatina hun stem laten horen: “Een internationale ngo, gekend voor haar actieve rol in de mensensmokkel, wil zich op Corsica vestigen. We zullen alle democratische middelen aanwenden om dat te verhinderen. Corsica mag nooit Lampedusa worden.”
De voorstelling van SOS Mediterranee in een zaal in het park van Bastia verliep dan ook eerder tumultueus. De site Corse Net Infos rapporteerde: “De situatie dreigde al
heel snel uit de hand te lopen, en de politie moest tussenbeide komen om te vermijden dat de discussies zouden ontaarden. Tijdens de voorstelling was het geroep van buiten de zaal duidelijk te horen.” De petitie van Reconquête werd op enkele dagen tijd getekend door meer dan 18.000 mensen.
Gilles Simeoni, voorzitter van de Uitvoerende Raad van Corsica (Conseil exécutif de Corse) en een bekende woordvoerder van de autonomisten, schaarde zich achter SOS Mediterranee: “Hulp bieden aan mensen in nood is een elementaire menselijke handeling. Onze solidariteit gaat uit naar diegenen die hulp bieden.” Hij omschreef de tegenstanders van de komst van SOS Mediterranee naar Corsica als mensen die “haat en angst zaaien”. PIET VAN NIEUWVLIET
Aardverschuivingen in North Carolina
Het strategische falen van Hamas
De Hamas-actie op Israëlisch grondgebied van precies één jaar geleden had als doel effecten teweeg te brengen. En dat gebeurde, zij het dat het resultaat er toch anders bleek uit te zien dan verwacht. De Joodse reactie kwam er, virulenter, steviger en langer dan verwacht. Maar de respons van de Arabische landen was dan weer anders dan verwacht. Beduidend terughoudender. De explosie bleef uit, wat Israël dan weer ruimte bood.
En daar begon de operatie, op enkele dagen na precies één jaar geleden. De gruwel die Hamas orkestreerde binnen Israël, was zonder weerga: op zich de grootste slachtpartij op de Joodse bevolking sinds de Tweede Wereldoorlog. De gevolgen waren aanzienlijk, maar niet van dien aard die de dader verwacht had. Een forse Israelische reactie zou volgen, tot daar klopt het plaatje. Andere reacties volgden ook, maar die liepen dan weer niet volgens het boekje…
Plan Hamas
We gaan terug naar het basisplan van Hamas. Moord en verderf veroorzaken, wat op zich past in de antisemitische logica. Maar er speelde meer. De ruimere geopolitieke realiteit van de regio was in hun ogen een probleem. Geleidelijk aan evolueerde Israël van dé pariastaat naar toch wel een serieuze partner, zeker op economisch vlak. De ontwikkeling vertaalde zich in de Abraham-akkoorden, gesloten met de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein. Ook met Saoedi-Arabië waren ernstige gesprekken aan de gang. Een stevig conflict uitlokken met de Joodse staat, was voor Hamas dé manier om dat hele plaatje op te blazen. Quod non.
De situatie leidde tot twee belangrijke evoluties. Enerzijds volgde niet het grote engagement van de Arabische landen. Heel wat andere belangen spelen en die
primeren op de ‘Palestijnse zaak’. Er was de officiële communicatie, maar daden primeren - en die bleven grotendeels uit. Eerder dan de vlam in de pan te jagen, zorgden de gebeurtenissen van 7 oktober voor terughoudendheid. Anderzijds was er de virulente Israëlische reactie, behoorlijk verstevigd door de binnenlandse politieke realiteit.
‘Biepers’ ontploffen
Eigenlijk waren we het laatste jaar getuige van het conflict van de terughoudende reacties. Er was Gaza en de Israëlische respons - vrij hevig, dat klopt. Maar vanuit Libanon bleef het relatief rustig. Hezbollah bleef raketten afvuren, Israëli’s moesten hierdoor verhuizen, maar dat is nog iets anders dan een escalatie. Tot die ‘biepers’ ontploften, de revanche van de Mossad, die de aanval van 7 oktober niet had zien aankomen.
De Israëlische reactie op de aanval van 7 oktober was een certitude, maar het domino-effect niet
Voor de Israëlische veiligheid is de steun van de VS cruciaal, wat deze periode erg interessant maakt. Zelfs in zijn bedenkelijke geestelijke toestand zei Joe Biden dat hij
Elon Musk vervoegt Trump-campagne in Butler
12 weken na de mislukte moordaanslag op zijn leven, staat Donald Trump opnieuw op het podium in Butler, Pennsylvania. Daar sprak de Republikeinse presidentskandidaat op één maand voor de verkiezingen een dolenthousiaste menigte toe. Voor dat iconische moment kon ook een ‘special guest’ natuurlijk niet ontbreken: X-baas en techmiljardair Elon Musk.
Tijdens de rally riep Trump kiesgerechtigde Amerikanen op om te gaan stemmen, dankte hij God voor het redden van zijn leven en herdacht hij het leven van Corey Comperatore, de 50-jarige brandweerman die gedood werd tijdens de aanslag. Ook aanwezig was Trumps running mate J.D. Vance, die opnieuw in populariteit is gestegen dankzij zijn ijzersterke optreden in het debat met Tim Walz. Ook hij benadrukte dat het alleen dankzij een goddelijke interventie is dat Trump vandaag nog op het podium staat. Kortom: God wil dat Trump de Verenigde Staten van de ondergang redt. Elon Musk
Het meest opvallende moment van de verkiezingsbijeenkomst was echter toen Elon Musk op het podium werd geroepen. Terwijl Musk aanvankelijk terughoudend was om openlijk zijn steun voor Donald Trump te betuigen, heeft de Tesla-oprichter er de afgelopen weken praktisch zijn voltijdse baan van gemaakt om pro-Trump berichten te delen op zijn X-account. En met datzelfde enthousiasme richtte Musk zich nu tot de miljoenen Trump-aanhangers. De sfeer in Butler zat er duidelijk goed in en het zelfvertrouwen binnen de Trump-campagne lijkt te zijn hersteld. Op nog maar een maand van de verkiezingen lijkt dat vertrouwen bij de
Israël steunt. Hetzelfde geldt voor Trump, al was het maar omdat hij geen teken van zwakte wil tonen. Wellicht is er geen beter moment voor Tel Aviv om de zaken te forceren, los nog van het feit dat het voor Netanyahu de manier is om buiten vervolging en (mogelijk) de cel te blijven. En terwijl de kiescampagne loopt, evolueert de situatie op het terrein.
Een stevig conflict uitlokken met de Joodse staat, was voor Hamas dé manier om het hele plaatje op te blazen
Olifant
Omschrijf het als de olifant in de kamer, of simpelweg de context, maar daar is Iran. Onmiddellijk ook de misrekening van Hamas en co. In de ruimere regio is Teheran dé factor die erom doet, waar de ‘Palestijnen’ dan weer de prijs voor betalen. De Israëlische reactie op de aanval van 7 oktober was een certitude, maar het domino-effect dat zou volgen, was dat duidelijk niet. In de regio zit de vlam wel in de pijp, maar niet op de manier en volgens het verloop dat Hamas had beoogd. Het conflict verplaatste zich naar het noorden. Libanon en Hezbollah worden het epicentrum. Ondertussen ligt Gaza in puin. Hallo, Hamas?
Frankrijk is op drie na minst veilige land in Europa
De website HelloSafe, gespecialiseerd in reisverzekeringen, publiceerde net haar interactieve kaart 2024, die landen rangschikt volgens reisveiligheid. De index baseert zich op 35 criteria, onder andere het aantal geweldincidenten, betrokkenheid bij gewapende conflicten, kwaliteit van gezondheidszorg, militariseringsgraad van het land en heel wat criteria waarvan de gegevens uit officiële referentiestatistieken worden gehaald (UNO, Wereldbank, officiële staatsstatistieken). Zo komt men tot een ‘globale veiligheidsindex’.
Republikeinen niet helemaal misplaatst, hoewel de race tot de laatste dag spannend zal blijven. En daarin speelt de staat Pennsylvania een cruciale rol.
J.D. Vance benadrukte dat het alleen dankzij een goddelijke interventie is dat Trump vandaag nog op het podium staat
Pennsylvania is, samen met onder meer North Carolina, Georgia en Arizona, één van de absolute ‘swing states’ die de uitkomst van de verkiezingen zullen bepalen. Élke stem telt, en dat liet ook Musk nogmaals duidelijk verstaan. “Het kan van 1.000, of zelfs 500 stemmen, afhangen”, aldus de miljardair. De kandidaat die Pennsylvania wint, neemt dus meteen een optie op het presidentschap. Of de iconische verkiezingsrally van zaterdagavond genoeg was om de laatste twijfelende kiezers te overhalen, zal over een kleine vier weken moeten blijken.
De minst veilige reisbestemmingen in 2024 zijn de Filippijnen, Colombia, Mexico, India en Rusland, gevolgd door Jemen, Indonesië en Somalië. De veiligste landen? Niet geheel verwonderlijk zijn dat IJsland, Singapore en Denemarken. Als we alleen naar Europa kijken, zijn Rusland en Oekraïne de minst veilige. Vrij evident, want er is een oorlog aan de gang. Maar net na Griekenland blijkt Frankrijk het vierde minst veilige land om naar te reizen in Europa.
Terrorismedreiging en stakingen
Dat is toch wel merkwaardig te noemen, omdat de meeste Vlamingen Frankrijk als een aangename en veilige reisbestemming beschouwen. Nochtans gaf de Britse regering al eerder volgende raad aan Britse toeristen mee: “Het blijft waarschijnlijk dat terroristen aanslagen plegen in Frankrijk.” Het gaat dan om steekincidenten met messen, schietpartijen, bomaanslagen, en dergelijke. Met als besluit: “Wees bijzonder waakzaam op publieke plaatsen.”
De veiligste Europese landen zijn IJsland en Denemarken
Maar ook de Franse Conseillers du commerce extérieur (CCE, of Raad voor buitenlandse handel) stelde: “Voor het tweede jaar op rij is de aantrekkelijkheidsindex van Frankrijk in dalende lijn, met een da -
ling die op ongeveer alle criteria betrekking heeft, in het bijzonder op de veiligheid van de personen.”
In de top 15 van gevaarlijkste steden van de EU telt men 6 Franse
In de top 15 van gevaarlijkste steden van de EU telt men 6 Franse: Marseille is het minst veilig, gevolgd door Montpellier, Grenoble, Parijs, Nice en Lyon. PIET VAN NIEUWVLIET
‘Waar tafelen een hoffelijke bezigheid wordt’ Huwelijken - Recepties Banketten
Donald Trump en Elon Musk in Butler
“We
hebben nood aan een communautarisering van het arbeidsmarktbeleid”
Sinds kort heeft het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid (AK-VSZ) met Karel Vermeyen een nieuwe voorzitter. Hij volgde eind september met de steun van het voltallige bestuur Jürgen Constandt op.
“Vermeyen (73) was in het verleden onder meer aan de slag als kabinetsmedewerker van voormalig ministers Patrick Dewael (Open Vld) en Rudy Demotte (PS). Hoe dat te rijmen viel met zijn Vlaamsgezinde overtuiging? “Ik werkte daar als expert. Dat was geen politiek engagement. Je moet een onderscheid tussen de twee maken”, legt hij uit. “Ik heb geen zin om lidkaarten van partijen te kopen, want dan bind je je aan iets. In België bestaat zoiets als de vrijheid van vereniging, maar geen verplichting van vereniging. Ik heb steeds een technische invulling aan mijn job gegeven. Ik vond mijn periode als kabinetsmedewerker bijzonder boeiend, omdat ik er de politiek van binnenuit heb leren kennen.”
Hoe bent u op die kabinetten terechtgekomen?
“Ik heb het grootste deel van mijn carrière als anesthesist in het UZA gewerkt. In 2003 kreeg Guy Verhofstadt het probleem van de contingentering niet opgelost. Aan mij werd gevraagd of ik het dossier wilde deblokkeren. Ik moest bemiddelen tussen de kanselarij, de eerste minister en de minister van Volksgezondheid. Na drie maanden ben ik daarmee gestopt, omdat we er niet uitraakten.”
In Brussel groeit 17 procent van de kinderen op in een huishouden waarin niemand betaald werk verricht
“Enkele maanden later kreeg ik telefoon van het kabinet van vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewaeldie ik tijdens de onderhandelingen over de contingentering had leren kennen - met de vraag of ik daar wilde komen werken. Ik werd bevoegd voor Sociale Zaken en moest onder meer de interkabinettenwerkgroepen (IKW’s, red.) volgen en de ministerraden voorbereiden. Die gingen vooral over het geneesmiddelenbeleid en de budgetten van het RIZIV.”
Hoe is de overstap naar het kabinet van Rudy Demotte tot stand gekomen?
“Na anderhalf jaar op het kabinet van Patrick Dewael kreeg ik de vraag om over te stappen naar het kabinet van Rudy Demotte. Die laatste had enkele medewerkers zien vertrekken en had dus nood aan versterking. Voor Patrick Dewael was mijn overstap geen enkel probleem. Op het kabinet-Demotte was ik gedurende 3,5 jaar verantwoordelijk voor het ziekenhuis- en geneesmiddelenbeleid, tot het einde van de regering-Verhofstadt II. Maar ik heb nooit een lidkaart gehad, van geen enkele partij. Ik heb altijd voor de politieke anonimiteit gekozen. Dat doe ik tot op vandaag.
Ik ben wel lid van het Vlaams Artsenverbond (VAV) en nu ook voorzitter van het AK-VSZ. Maar dat is eerder een maatschappelijk dan een politiek engagement.”
Is het door uw passage op de kabinetten van Dewael en Demotte dat u Vlaamsgezind bent geworden?
Of was u dat voordien al?
“Nee, mijn Vlaamse overtuiging heb ik van thuis uit meegekregen. Mijn vader was Vlaamsgezind en mijn moeder misschien zelfs nog meer. In de jaren 1960 en 1970 gingen wij steeds naar het Zangfeest en de IJzerbedevaart. Maar ik heb in de politiek een vergaande openheid ervaren. Ik kon zonder problemen overstappen van het kabinet van een Vlaamse liberaal naar dat van een Waalse socialist. Maar je mag dat natuurlijk niet achter hun rug doen. Dan is het vertrouwen weg.” Laat ons dan overgaan naar de kern van de zaak: is er een overconsumptie in de gezondheidszorg?
“Ja, er is een overconsumptie in de gezondheidszorg. Er is geen enkel land ter wereld waar zoveel pacemakers worden geplaatst of knie-artroscopieën worden uitgevoerd als in België. Ook op het vlak van radiologie en labo-onderzoeken, de grote kostenposten in de gezondheidszorg, is België wereldtop. Uit een studie van John Crombez (oud-voorzitter van Vooruit, red.) aan de UGent blijkt dat op de overconsumptie van radiologie meteen 3 miljard euro bespaard kan worden.”
Er is geen enkel land ter wereld waar zoveel pacemakers worden geplaatst of knie-artroscopieën worden uitgevoerd als in België
“Er is ook een verschil tussen Vlaanderen en Wallonië. In Franstalig België is de geneeskunde specialistischer en ziekenhuisgerichter, terwijl Vlamingen meer naar de huisarts gaan en vaker uit het ziekenhuis wegblijven. Dat is een volledig andere benadering. Er zijn weliswaar meer ziekenhuisbedden in Wallonië en Brussel dan in Vlaanderen, maar ze worden minder efficiënt gebruikt. Ook het aantal CT-scans per 100.000 inwoners ligt in Wallonië 50 procent hoger dan in Vlaanderen en in Brussel zelfs dubbel zo hoog. Het aantal MRI-onderzoeken ligt 10 procent hoger in Wallonië en 60 procent hoger in Brussel.”
Ligt de kostprijs in Franstalig België daardoor hoger dan in Vlaanderen?
“De kostprijs ligt niet per se hoger, maar het uitgavenpatroon is wel anders. Vlaanderen geeft bijvoorbeeld veel meer uit aan gees-
telijke gezondheidszorg. Maar als we de geestelijke gezondheidszorg buiten beschouwing laten, is er wel degelijk een meerverbruik in Franstalig België. Het grootste verschil zit in de bijdrage aan de sociale zekerheid. Dat zijn de zogenaamde transfers.”
“Het is één ding om bevoegdheden te decentraliseren, maar de budgetten moeten ook volgen. Op dit moment volgen de budgetten de bevoegdheden niet of slechts in beperkte mate. Daarom pleiten wij ervoor om de budgetten te verdelen op basis van de bijdrage die elk landsdeel levert aan de sociale zekerheid. In dat geval zouden de transfers stoppen en zal blijken dat de rekening aan Franstalige zijde niet klopt. Maar het zou mogelijk moeten zijn om naar onderhandelde of op z’n minst transparante transfers te streven. We gaan immers niet uit van een splitsing van België. Maar een decentralisatie van de budgetten is de enige manier waarop de solidariteit kan blijven voortbestaan. Anders zal de boel ooit ontploffen. De Vlaamse solidariteit wordt momenteel te ver uitgerekt.”
U bent dus geen voorstander van een volledige regionalisering van de gezondheidszorg?
“Het is niet de bedoeling om alles in tweeen te snijden of te splitsen. Er zijn mensen die daar rechtlijniger in zijn, ook binnen het AK-VSZ. Maar ik probeer na te denken over hoe we resultaten kunnen boeken. Je kan de administraties en de bijhorende budgetten splitsen. Maar het kan niet de bedoeling zijn dat de regels rond de terugbetaling van pakweg een appendixoperatie in Vlaanderen anders zijn dan in Wallonië. Volgens mij zou het best zijn om de regelgeving gezamenlijk te ontwikkelen. Daar gaat immers een hele onderhandeling tussen de betrokken partners aan vooraf. Als we dat onderhandelingscircuit in een Nederlandstalig en een Franstalig circuit splitsen, is het einde zoek. Dat zou ook extra geld kosten. De budgetten moeten worden toegewezen aan de regio’s op basis van het aantal ingeschrevenen bij de ziekenfondsen, terwijl de regelgeving best op federaal niveau wordt ontwikkeld.”
Hoe groot is het aandeel van de sociale zekerheid in het totale begrotingstekort?
“De Belgische staatsschuld bedraagt momenteel 530 miljard euro of 105 procent van het bbp. Het begrotingstekort bedraagt 4,5 procent. Dat tekort wordt voor een groot deel veroorzaakt door het tekort in de sociale zekerheid. Het budget daarvoor bedroeg in 2023 105 miljard euro. Maar daar staat slechts 76 miljard euro aan inkomsten tegenover. Er is dus een compensatie van zo’n 30 miljard euro per jaar nodig om het budget van de sociale zekerheid in evenwicht te houden. We moeten de sociale zekerheid niet afbouwen, maar ervoor zorgen dat ze kan blijven bestaan. Dan moet ze efficiënter.”
Hoe kunnen we de sociale zekerheid weer betaalbaar maken?
“We moeten onze inkomsten verhogen door de tewerkstellingsgraad op te krikken. Het aantal werklozen en inactieven moet naar beneden. Die laatste groep wordt momenteel vergeten. Het gaat om mensen die heel lang blijven studeren, gewoon niet werken of buiten het klassieke arbeidscircuit vallen.”
De Vlaamse solidariteit wordt momenteel te ver uitgerekt
“In Brussel groeit 17 procent van de kinderen op in een huishouden waarin niemand betaald werk verricht. Dat zijn mensen die doppen of een invaliditeitsuitkering krijgen. In Wallonië en Vlaanderen is dat respectievelijk 16 en 6 procent. Dat is een aanzienlijk verschil. Bovendien ligt de kans dat iemand in de invaliditeit terechtkomt in Wallonië 10 procentpunten hoger dan in Vlaanderen. Waarom? Omdat de artsen van de ziekenfondsen soepeler zijn. Dat kan niet anders. Het zijn zij die een advies moeten geven aan het RIZIV.”
“In mijn ogen rechtvaardigen die regionale verschillen een gedifferentieerde aanpak. Men moet de gemeenschappen de kans geven om een eigen beleid te ontwikkelen. Wallonië heeft andere maatregelen nodig dan Vlaanderen. We hebben nood aan een communautarisering van het arbeidsmarktbeleid. De regio’s moeten gerichte maatregelen kunnen nemen.”
Is de kwaliteit van de medische dienstverlening in Waalse ziekenhuizen even hoog als in Vlaamse?
“Nee, het verschil in kwaliteit is bijzonder groot. Ik zou veel liever worden opgenomen in een Vlaams dan in een Waals of Brussels ziekenhuis. De sterfte binnen de 30 dagen na een hartinfarct, na een opname in het ziekenhuis, ligt in Wallonië en Brussel 30 procent hoger dan in Vlaanderen. De sterfte binnen de 30 dagen na een hersenprobleem ligt 10 en 20 procent hoger in Wallonië en Brussel dan in Vlaanderen. Wat de sterfte binnen de 30 dagen na een dikkedarmoperatie betreft, stellen we hetzelfde vast: respectievelijk 70 en 80 procent hoger in Wallonië en Brussel dan in Vlaanderen.”
Er is een overconsumptie in de gezondheidszorg
“Ook het aantal besmettingen met een ziekenhuisbacterie ligt in Wallonië 6 keer en in Brussel 4 keer hoger dan in Vlaanderen. Bloedklonters in de longen komen in Franstalig België dubbel zo vaak voor als in Vlaanderen. Idem voor het aantal doorligwonden. Die cijfers zijn bekend, maar niemand communiceert erover. Ik heb ze nochtans persoonlijk overhandigd aan parlementsleden van alle partijen. Ik hoop dat ze die niet vergeten zijn.”
VASTGOED EN HET VLAAMS REGEERAKKOORD: EEN MAAT VOOR NIKS?
De kersverse Vlaamse regeringspartijen N-VA, cd&v en Vooruit holden vorige week op de valreep over de meet met hun Septemberverklaring en bijhorend regeerakkoord. Na enkele weken heenen-weergetrek en marathonvergaderingen tot in de vroege uurtjes, publiceerden nieuwbakken minister-president Matthias Diependaele en zijn regeringspartners een 200 pagina’s tellend akkoord dat als leidraad zal dienen voor de komende bestuursjaren. Vandaag lichten we toe welke gevolgen het beleid van de nieuwe coalitie op uw vastgoed en de woningmarkt kan hebben.
De maatregel die het meest in het oog springt, is ongetwijfeld de verlaging van de verkooprechten bij de aankoop van een eerste en enige gezinswoning, van 3 naar 2 procent. Weinig verbazingwekkend vallen belastingverlagingen doorgaans goed bij de burger. Wie bijvoorbeeld een woning van 350.000 euro wenst aan te kopen, zal in plaats van 10.500 euro, ‘slechts’ 7.000 euro aan belastingen moe ten betalen. Dat klinkt in elk geval beter. Specialisten zijn het er echter over eens dat een dergelijke, minimale verlaging een louter inflatoire werking heeft ten over staan van de markt. Verwacht wordt dat de vastgoedprijzen aldus het komende jaar net iets sneller zullen stijgen, waardoor de belastingverlaging organisch door de markt gecorrigeerd zal worden. De leen capaciteit van een significante doelgroep stijgt, dus de prijs van het aanbod voor de specifieke doelgroep stijgt mee.
Verkooprechten worden eerder als pasmunt voor de staatskas benut dan als betrouwbaar speelveld voor vastgoedtransacties
Een zoveelste aanpassing van de verkoop rechten mag dan wel in eerste instantie warm onthaald worden, in werkelijkheid is het een populistische maatregel zonder veel concreet resultaat. Bovendien kan er gewezen worden op het feit dat de Vlaamse verkooprechten de laatste jaren te pas en te onpas gewijzigd werden. Voor 2018 bestond er nog een onderscheid tussen groot (10 procent) en klein (5 procent) beschrijf. Nadien kwam er een uniform tarief (7 procent) met korting voor kleinere woningen, vervolgens een onderscheid tussen eerste aankopers versus investeerders (6 en 10 procent), om nadien dat verschil verder uiteen te trekken naar 3 en 12 procent. Het hoeft geen betoog dat de rechtszekerheid hier sterk onder lijdt. Dan hebben we het bovendien nog niet over de totaal verschillende regimes die in Wallonië en Brussel gelden. Het lijkt de overheid aan elke langetermijnvisie te ontbreken, waardoor verkooprechten eerder als pasmunt voor de staatskas benut worden dan als betrouwbaar speelveld voor vastgoedtransacties. Bovendien staat tegenover de verlaging voor particulieren een verhoging voor de categorie van de beroepsaankopers en -verkopers. Voor hen gaat het verkooprecht van 4 naar 6 procent. Professionele aannemingsbedrijven zien aldus de aankoopkost voor hun (renovatie)projecten gevoelig verhoogd worden. Gezien de krappe marges en gestegen materiaalprijzen die ondernemingen al geruime tijd ondervinden, belooft dat wel degelijk de marktprijzen van renovatie- en nieuwbouwwoningen gevoelig te verhogen. Een extra reden waarom de verlaagde verkooprechten voor eerste aankopers weinig merkbaar zullen zijn.
Renovatieplicht
het meer bescheiden segment een extra financiële stress oplevert. Het huidige regeerakkoord lijkt dan wel te pronken met een afzwakking van de renovatieplicht, feitelijk verandert er voorlopig weinig. De renovatieplicht naar EPC-label D voor wie een nieuwe woning aankoopt, blijft immers in voege, zij het dat de termijn om hieraan te voldoen van 5 naar
Investeerdersklimaat
Om de balans tussen koop- en huurmarkt te waarborgen en kansen voor elke inkomensklasse te voorzien, moet het voldoende interessant blijven voor investeerders om huurwoningen aan te kopen en die ter beschikking te stellen. Het regeerakkoord lijkt dat idee te delen door erover te willen
huur- en koopwoningen uit te breiden en anderzijds strikter toe te zien op wie in aanmerking komt voor sociale huisvesting. De transparantie van de financiering van sociale verhuurinstanties gaat omhoog, leegstand van sociale woningen wordt verder geëlimineerd en budget wordt vrijgemaakt voor de nieuwbouw en de renovatie van bijkomende sociale huisvestingen.
Het regeerakkoord laat het EPC onaangetast als spilinstrument om al dan niet tot renovatieplicht te besluiten
In een eerdere bijdrage in ’t Pallieterke gaven wij hier reeds aan dat de renovatieverplichting een ondermijning van het eigendomsrecht uitmaakt, die hoofdzakelijk kandidaat-kopers van een woning in
6 jaar wordt opgetrokken. Het verdere verstrengingspad (dat gepland was vanaf 2028) wordt wel afgeschaft. Voorlopig. De maximale EPC-labels, ook voor woningen die niet verhandeld worden, die beschreven worden in de Nieuwe Energienorm 2030, blijven daarentegen onaangeroerd. De meest impactvolle verstrenging blijft dus wel degelijk bestaan.
Het hoofdstuk over sociale huisvesting draagt duidelijk eerder een N-VA- dan een Vooruit-signatuur
Nog crucialer, en dat wordt slechts beknopt aangehaald, is dat het regeerakkoord het EPC onaangetast laat als spilinstrument om al dan niet tot renovatieplicht te besluiten. Het voornemen wordt evenwel gemaakt om “de EPC-beleidskaders te vereenvoudigen om de kwaliteit van de energieprestatiecertificaten maximaal te garanderen en die gebruiksvriendelijker te maken”. Er zal echter heel wat werk zijn om alle wanpraktijken en onregelmatigheden die vandaag plaatsvinden met de energieprestatiecertificaten uit de wereld te helpen.
waken dat “er wordt ingezet op de creatie van betaalbare huurwoningen, in functie van een vitale en sterke private huurmarkt” en “om een gezond evenwicht tussen verhuurders en huurders na te streven”, maar vervolgt dan met een resem voorstellen die het alleen nog maar lastiger zullen maken voor verhuurders om een rendabele investering op de vastgoedmarkt aan te gaan. Zo wil men “in overleg gaan met verhuurdersorganisaties” (een hollere belofte kan men moeilijk maken), dwingende conformiteitsattesten voor verhuring verder uitrollen, vanaf 2028 een indexatieverbod voorzien voor woningen die vooropgestelde normen niet halen en een totaal overbodig Vlaams systeem voor de registratie van huurcontracten op poten zetten. Een dergelijk systeem bestaat al op federaal niveau. Verder willen de regeringspartners een verregaander beleid voeren tegen de praktijk van uithuiszettingen. In België en Vlaanderen, waar het als verhuurder zo goed als onmogelijk is om een huurder uit huis te zetten, behalve via een omslachtige en lange procedure voor de vrederechter, hebben we er het gissen naar waarom dat een beleidslijn behoort te zijn. Sociale woningen
Een positief element dat kan worden meegenomen uit het regeerakkoord, is de intentie om enerzijds het aanbod aan sociale
Wie voortaan sociaal wil wonen, zal bovendien blijk moeten geven van een hoger niveau Nederlands (B1 in plaats van A2). Daarnaast wordt er van niet-beroepsactieve kandidaat-sociale huurders verwacht dat ze zich inschrijven bij de VDAB. Sociale huurders met arbeidspotentieel, die weigeren te werken, zien hun huurprijs na twee jaar verhoogd worden tot de prijs die iemand met een minimuminkomen uit arbeid in dezelfde situatie betaalt. Ook belooft de regering harder te gaan werken aan kwesties als domiciliefraude en controles op buitenlandse eigendommen, en een voorrangsregeling te voorzien voor werkenden tegenover werklozen. Dergelijke initiatieven komen ongetwijfeld de activering en sociale mobiliteit ten goede. Het hoofdstuk over sociale huisvesting draagt duidelijk eerder een N-VA- dan een Vooruit-signatuur.
Gemiste kansen
Hoewel het luik over sociale huisvesting hoopgevend lijkt om bepaalde maatschappelijke doornen uit het oog te halen, laat het regeerakkoord op een aantal cruciale vlakken te wensen over. Nu eens wordt er weinig logische regelgeving ingevoerd, dan weer laat de gloednieuwe regering een aantal kansen liggen. De zoveelste aanpassing van de verkooprechten zal weinig zoden aan de dijk brengen. De renovatieplicht blijft overwegend overeind. Een ambitie om de renovatieverplichting niet langer van EPC’s te doen afhangen, wordt niet uitgesproken. Dure asbestinventarissen blijven bestaan. Verhuurders zullen het almaar lastiger krijgen en projectontwikkelaars zien hun kosten opgevoerd worden.
De regeringspartners willen een verregaander beleid voeren tegen de praktijk van uithuiszettingen
Hoewel het een aantal blijken van goede wil bevat, lijkt het dit regeerakkoord te ontbreken aan echt robuuste maatregelen om oplossingen te bieden voor de immanente woningnood. Over het drastisch vergroten van het woningaanbod, wordt gezwegen, drastisch verlagen van de vraag lijkt onbespreekbaar. Uiteraard zijn de oplossingen voor de maatschappelijke vastgoedproblemen in ons land niet bepaald voor de hand liggend, maar vooralsnog lijkt dit regeerakkoord (nog) niet te beschikken over het lef om echte verandering teweeg te brengen. Of dat überhaupt zal lukken, met een bestuurlijke mix van N-VA, cd&v en Vooruit aan de knoppen, zal de komende legislatuur uitwijzen.
SANDER
DE WULF
Matthias Diependaele, Vlaams minister-president en ook ‘bevoegd voor het vastgoed’
125 jaar geleden: de (Tweede) Boerenoorlog
De Boerenoorlog (1899-1902) behoort tot de meest intrigerende conflicten in de moderne geschiedenis. De strijd tussen de supermacht die het Britse imperium was en de twee nietige Boerenrepublieken Transvaal en Oranje Vrijstaat, sprak wereldwijd tot de verbeelding. Zeker toen de Britten heel ver moesten gaan, tot en met systematische terreur tegen de burgerbevolking, om deze oorlog te kunnen winnen.
De Boeren is de naam die de Britten hadden gegeven aan de afstammelingen van Nederlanders, Duitsers en Franse hugenoten die zich vanaf de 16de eeuw in Zuid-Afrika hadden gevestigd als kolonisten en die, na de Britse annexatie van de Kaapkolonie, vanaf 1835 naar het noorden waren getrokken en er autonome republieken hadden gesticht. De annexatie door de Britten van de Transvaalse Republiek had tot de Eerste Boerenoorlog (1880-1881) geleid, waarbij de Boeren met succes hun onafhankelijkheid hadden weten te herstellen. Dat leidde tot een voor de Britten vernederende aftocht en een wereldwijde erkenning van de Transvaalse soevereiniteit. De spanningen bleven echter aanwezig, zeker na de ontdekking van goudvoorraden nabij de Witwatersrand en het werd allengs duidelijk dat de Britten de onafhankelijke Zuid-Afrikaanse republieken Transvaal en Oranje Vrijstaat wilden inlijven bij de Kaapkolonie als een onderdeel van het Britse Rijk.
HET CONFLICT BEGINT
Op 12 oktober 1899 - deze week precies 125 jaar geleden - brak, na een reeks van Britse provocaties en incidenten, de Tweede Boerenoorlog uit toen de Boeren de onder Brits gezag staande Kaapkolonie en Natal binnenvielen. Binnen minder dan een week belegerden ze de strategisch belangrijke steden Kimberley, Mafeking en Ladysmith en ze versloegen in december 1899 de Britse troepen die poogden die plaatsen te ontzetten in de veldslagen van Stormberg, Magersfontein en Colenso.
DE BRITTEN ONTDEKTEN
TOT HUN GROTE FRUSTRATIE
DAT ZE ALLEEN DE GROND
BEHEERSTEN DIE HUN TROEPEN
FYSIEK BEZETTEN
Die Britse nederlagen waren een grote schok voor het Britse publiek, dat gewend was te horen over overwinningen in het hele Britse Rijk. De Britse aanvalstactieken, die over het algemeen succesvol waren gebleken tegen slecht bewapende tegenstanders, bleken ontoereikend in de strijd tegen de Boeren. Met behulp van moderne geweren, snelvurende veldkanonnen en rookloos kruit konden de Boeren vanop grote afstanden de Britse infanterie beschieten voordat ze zich terugtrokken om elke grootschalige confrontatie te vermijden. De Boeren waren bovendien zeer mobiel, bedreven in guerrillatechnieken en gewend aan het leven in de wildernis. Hoewel het Boerenleger slechts 88.000 soldaten en relatief weinig artilleriestukken telde, werd het geleid door erg vakbekwame generaals.
400.000 SOLDATEN
Na verschillende militaire tegenslagen mobiliseerden de Britten massaal hun superieure middelen en stuurden meer mannen naar Zuid-Afrika. Uiteindelijk geraakten er ruim 400.000 soldaten uit het Britse Gemenebest bij de oorlog betrokken. Nadat de Britten, dankzij hun militaire overmacht, een einde aan de belegeringen hadden ge-
maakt, keerden de oorlogskansen geleidelijk in hun voordeel. Eind mei 1900 hadden de Britten Oranje Vrijstaat onder de voet gelopen. En in oktober was Transvaal geannexeerd. Toch ontdekten de Britten tot hun grote frustratie dat ze alleen de grond beheersten die hun troepen fysiek bezetten. Zodra de troepen een stad of regio verlieten, vervaagde hun controle over dat gebied. Veel Boeren vochten door en er zouden nog achttien maanden van wrede guerrillaoorlog volgen.
DE BRITTEN SLOTEN MASSAAL
BOERENFAMILIES EN ZWARTE
AFRIKANEN OP IN EEN NETWERK VAN CONCENTRATIEKAMPEN
Om het platteland onder controle te houden, bouwden de Britten stenen blokhutten, bijna kleine forten, die bemand werden door permanente garnizoenen die met elkaar verbonden waren via telefoon. Honderden kilometers aan prikkeldraadversperringen tussen die blokhutten moesten de infiltratie van de Boerencommando’s verhinderen. Om te voorkomen dat de guerrillastrijders voorraden, informatie en hulp zouden verkrijgen, brandden de Britten duizenden boerderijen plat en werden de gewassen vernietigd. Die drastische tactiek werd ook uitgevoerd om de lokale bevolking te straffen voor het steunen van de guerrillastrijders. Alsof dat niet volstond, sloten de Britten ook massaal Boerenfamilies en zwarte Afrikanen op in een netwerk van concentratiekampen. Men geloofde niet alleen dat zo de bestaansmiddelen voor de guerrillastrijders werden weggenomen, maar ook dat de aanwezigheid van Boerenfamilies in de kampen ertoe zou leiden dat de troepen in het veld zich zouden overgeven.
HET VERDRAG VAN VEREENIGING
De accommodatie in de kampen was barslecht. Water en voedsel waren erg schaars en medische en sanitaire voorzieningen waren vrijwel onbestaande. Ziekte was wijdverspreid en in totaal bezweken 28.000 Boeren, voornamelijk vrouwen en kinderen, aan de ontberingen in de concentratiekampen. Terwijl reguliere Britse troepen het platteland bestormden en een ‘verschroeide aarde’-politiek uitvoerden, spoorden bereden infanterie-eenheden de overgebleven mobiele Boerenguerrilla’s op, waarbij ze in een reeks van kleine schermutselingen en hinderlagen de slagkracht van de guerrillastrijders gevoelig wisten aan te tasten.
Uiteindelijk dwong dat beleid de Boeren tot vredesonderhandelingen. Op 31 mei 1902 werd het Verdrag van Vereeniging ondertekend en accepteerden de Boeren de Britse soevereiniteit, maar met behoud van - beperkt - zelfbestuur. De Boerenrepublieken werden in 1910 volledig geïntegreerd in de Unie van Zuid-Afrika.
VERWANTSCHAP
MET DE LAGE LANDEN
De Tweede Boerenoorlog sprak enorm tot de verbeelding bij brede lagen van de Vlaamse en de Nederlandse bevolking. De solidariteits- en propagandacampagnes slaagden erin om populaire steun en empathie te creëren voor het lot van de Boeren. Vóór 1880 werden de Boeren als groep niet interessant bevonden, maar toen ze zich tijdens de eerste opstand met succes tegen de Britten verdedigden, voelden velen in de Lage Landen opeens verwantschap: men zag hen ‘als verre neven’ en veel Nederlanders en Vlamingen identificeerden zich met hun oude ‘stamverwanten’. In Vlaanderen werd de toestand in Zuid-Afrika vooral gekoppeld aan de Vlaamse ontvoogdingsstrijd: de Boeren verzetten zich tegen het Britse imperialisme, de Vlamingen tegen het Franse. De Boerenoorlog vergrootte ontegensprekelijk het gevoel van stamverwantschap tussen Vlaanderen, Nederland en de Afrikaners, en dat sentiment zou iets later resulteren in de ‘Groot-Nederlandse gedachte’.
LEZERSBRIEVEN
Aanmodderende N-VA
Pallieterke, Ik hoop dat de analyse van Jurgen Ceder van vorige week eindelijk de oogkleppen heeft doen afvallen: met de N-VA is Vlaanderen al even goed af als met cd&v, Vooruit of Open Vld. Hopelijk zal dit inzicht leiden tot een veel kritischere houding t.o.v. die pseudo-Vlaamse partij, niet alleen in ons aller weekblad, maar in de Vlaamse Beweging in het algemeen. Een stem op de N-VA is een verloren stem, dat is ondertussen al ten overvloede bewezen. Houzee! Erik De Boeck, Pulle
Cordon sanitaire
Pallieterke, In een artikel met bovenstaande titel dat vrij denigrerend overkomt voor een VB-aanhanger, probeert N-VA’er Karim Van Overmeire de dubieuze rol van zijn partij aangaande het cordon te verdoezelen. N-VA heeft steeds gezegd dat ze tegen was, maar in de praktijk hebben De Wever en zijn kornuiten er alles aan gedaan om niet te moeten samenwerken met Vlaams Belang. Een hypocriete houding dus. En dat spelletje is dus al vele jaren bezig en niet enkele maanden, zoals uw schrijver beweert. N-VA is dus mee verantwoordelijk voor het isolement van VB. Verder vind ik de termen die Van Overmeire gebruikt vrij beledigend voor de VB-aanhang. Hij spreekt niet over paljassen, maar wel over extremisten, rauwe kreten uit een volkscafé, kandidaten die geen vaardigheden bezitten om te besturen en een programma dat in de echte wereld niet kan dienen. Hij zou toch moeten weten dat veel van die voorstellen al in de praktijk zijn gebracht in andere landen… Mijn besluit is dat de hetze van De Wever tegen VB volledig doorklinkt in dit anti-VB-artikel.
Robert Bové, Wichelen
Abortus
Pallieterke, Ik stel het volgende voor: als abortus niet mag, laat dan alle verkrachte vrouwen hun zwangerschap volledig uitzitten en daarna al hun ongewenste baby’s naar het Vaticaan overbrengen. Zo kan de paus zich bezighouden met ze de fles te geven (de borst is nogal moeilijk), op tijd de pampers te vervangen en dag en nacht wakker blijven om de wenende kindjes te troosten. Misschien zal hij dan zijn dictatoriale trekjes herzien. Paul Roelants, Boutersem
Bart De Wever
Pallieterke, N-VA wil niet besturen met Vlaams Belang omdat het onfatsoenlijk en extremistisch zou zijn. Zo begrijp ik het tenminste. Maar Bart De Wever werkt wel samen met Conner Rousseau, een zatlap die altijd in zijn ‘onderlijfke’ loopt en vrouwen graag kleineert. Tom Van Grieken is een beschaafd man, altijd netjes gekleed. Ik zou hem wel willen als schoonzoon. Wie zou mevrouw De Wever - of elke vrouw - kiezen als naaste buur? Tom of Conner? Als echtgenote zou ik toch bang zijn dat mijn man - in de late uurtjes - de goede diensten van zijn vriendin aangeboden krijgt. Je weet wel, degene die zo goed kan... Volgens mij klopt er iets niet in de redenering van Bart De Wever. Ten koste van Vlaanderen.
André Lannoo, Heverlee
Brussel Vlaams
Pallieterke, De heer Van Camp maakt in ’t Pallieterke van vorige week een mooie samenvatting van de Vlaamse toestand in Brussel. Ik kan hem hierin volledig bijtreden, aangezien ik zelf 30 jaar in en rond Brussel heb gewerkt. Ieder dag opnieuw worden Vlamingen onderdrukt en bespot in Brussel, dat dan nog in Vlaanderen ligt. Als er nu eens een kordate Vlaamse minister zou opstaan die zegt: “Wij, Vlamingen, betalen enkel nog het deel dat overeenstemt met de inspraak die we hebben.” Dat zou dan nog maar ongeveer 20 procent zijn, denk ik. Zouden de Walen, migranten en dies meer ons dan nog kleineren en vernederen, denk je?
Didier Van Haver, Geraardsbergen
Vijgen voor Pasen
Pallieterke,
De nieuwe Vlaamse regering is nog maar net gevormd. Het is dus niet meer dan normaal dat zij probeert de publieke opinie te enthousiasmeren met een positieve boodschap. Het is dan ook stuitend dat sommige pennenlikkers van de pers (zoals Bart Eeckhout in De Morgen) zich geroepen voelen om in hun blaadjes hun gif te spuiten en de publieke opinie (en de syndicaten) op te zetten tegen sommige (niet de socialistische) ministers uit de regering, nog voor zij ook maar begonnen zijn. Negativisme noemt men dat. Volgende commentaren spreken voor zich. “De vrees leeft dat Zuhal Demir zich als een olifant door een porseleinwinkel zal bewegen.” Of: “De vrees rijst dat Jo Brouns vooral een minister van de Boerenbond zal zijn.” De andere ministers zijn naar mijn weten nog niet aan de beurt geweest. Degoutant! Marcel Melkebeke, Zonnegem
E-wagens
Pallieterke, Angélique Vanderstraeten schrijft in haar artikel dat ze het niet te technisch wil maken. Wel, dit onderwerp moet net wél technisch benaderd worden! De Europese richtlijnen zijn geschreven door mensen die niet gehinderd zijn door enige kennis van zaken. Hierbij enkele cijfers. Een grote vrachtwagen verbruikt 0,8 liter brandstof per 100 km en per ton. Vertaald naar een middenklassenauto zou dat 1,6 liter per 100 km zijn, als we geen rekening houden met de files. Voor een vrachtwagen is minimaal 7 ton aan batterijen nodig. Een vrachtwagen mag in België maximaal 44 ton wegen. Het rendement van een verbrandingsmotor is 32 procent. Dat kan nog fel verbeterd worden, onder andere door hogere verbrandingstemperaturen. In Autonieuws verscheen een artikel waarin werd geschreven dat de VW-groep 60 miljard euro zal investeren in de ontwikkeling van nieuwe verbrandingsmotoren. Angélique poneert dat het wachten zal zijn tot de e-wagens op tweedehandsmarkt komen. Wel, ik kan iedereen afraden om ze te kopen: het eerste wat vervangen zal moeten worden, zijn de batterijen en die zijn peperduur. De lezer die wat kan rekenen, ziet dat we nog niet aan de nieuwe patatjes zijn met die e-wagens. Dank u wel, Frans Timmermans!
Erwin Strobbe, Zellik
Een lezersbrief insturen? Stuur uw bericht naar lezersbrieven@pallieterke.net. Opgelet, brieven mogen maximaal 1.000 karakters tellen (inclusief spaties). Dat zijn een 30tal lijnen in ’t Pallieterke of zo’n 160 woorden. We houden ons het recht voor om zonder verantwoording uw (te lange) brief niet te publiceren of in te korten. Uw naam en gemeente moeten worden doorgegeven voor publicatie bij uw brief.
JAN HUIJBRECHTS
n Boerenguerrilla’s tijdens de Tweede Boerenoorlog
PAL voor Vlaanderen is een project van PAL Academie vzw. Met die vzw zetten we onze kennis, kunde en netwerk in om het pad naar Vlaamse onafhankelijkheid te effenen. De vzw beschikt over ideeën en mensen, maar met uw financiële steun op rekening KBC BE39 7390 1640 4519 zouden we nog veel meer kunnen doen.
Standhouden in de Rand
Een bezorgde lezer stuurde me verkiezingspropaganda door van Sander Vandecapelle, lijsttrekker van PVDA in Vilvoorde. De man en de plaatselijke afdeling van zijn partij voeren een volledig tweetalige campagne voor de komende gemeenteraadsverkiezingen.
Vilvoorde mag dan wel een voorstad van Brussel zijn, het is en blijft een Vlaamse stad zonder faciliteiten. En neen, het is geen overtreding van de taalwetgeving. PVDA mikt natuurlijk op een achterban van anderstaligen, met name de Franstalige kiezers met een migratieachtergrond. Maar het is wel een opgestoken middenvinger naar iedereen die het Vlaamse karakter van de Rand rond Brussel wil behouden of versterken. En het voeren van een tweetalige campagne gaat lijnrecht in tegen de ambitie van de Vlaamse regering om nieuwkomers te stimuleren om Nederlands te leren.
Grimbergen
Vilvoorde is niet de enige stad of gemeente in de Vlaamse Rand die met deze problematiek te maken krijgt. In buurgemeente Grimbergen moest de Vlaamsgezinde burgemeester Bart Laeremans scherp protesteren tegen de Franstalige propaganda van de kartellijst Groen+Vooruit en de nieuwe partij Samen Groot-Grimbergen. “Beide partijen”, aldus de burgemeester, “voeren een meertalige campagne, waarbij hun anderstalige teksten te lezen zijn langs digitale weg. Via QR-codes kunnen anderstaligen in het Frans en Engels kennisnemen van hun propaganda en hun programma. Individuele kandidaten van Samen Groot-Grimbergen verspreiden zelfs tweetalige huis-aan-huispamfletten.”
Groen+Vooruit wil zelfs de taalwetgeving aanpassen om nieuwkomers in de toekomst ook in een andere taal te verwelkomen. Nu is de wettelijk verplichte taal het Nederlands. Dat is een gedurfd voorstel in een gemeente die nu al onder druk staat van een oprukkende verfransing. Overigens heeft de partij UF, Union des Francophones, een zetel in de gemeenteraad van Grimbergen en ook aanstaande zondag kan er op deze partij gestemd worden.
KARL VAN CAMP
Union des Francophones is een kartellijst met vertegenwoordigers van PS, MR, DéFI en Les Engagés. Net als zes jaar geleden heeft UF een lijst ingediend voor de provincieraad van Vlaams-Brabant. Tijdens de vorige legislatuur zetelden er twee verkozenen van UF in de provincieraad. De partij maakt niet alleen eentalig (Franstalige) propaganda in het arrondissement Halle-Vilvoorde (Hal-Vilvorde), maar ook in het arrondissement Leuven (Louvain). Ik citeer even uit de verkiezingsfolder van UF: “Assurer le respect absolu des droits des francophones” en “Garantir l’accès des francophones, sans contrainte ni discrimination linguistique”.
Groen+Vooruit wil de taalwetgeving aanpassen om nieuwkomers in de toekomst ook in een andere taal te verwelkomen
Vrij vertaald en samengevat: de huidige taalwetgeving moet op de schop. Of nog anders gezegd: voor UF moeten de faciliteiten voor Franstaligen flink uitgebreid worden. We weten hoe de verfransing van Brussel stap voor stap is geëvolueerd. We weten ook hoe de zes Vlaamse facilitei -
tengemeenten op 40 jaar tijd zo goed als volledig verfranst zijn.
Beersel
Niet dat UF nog even krachtig is als bijvoorbeeld 12 jaar geleden. In Beersel zal de partij niet opkomen na interne strubbelingen. Wel is er een lijst van MR en die partij profileert zich als multicultureel en tweetalig. Bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen haalde het UF nog 16 procent. Beersel is een interessante gemeente om zondag op te volgen: Ben Weyts is er lijsttrekker bij N-VA (in kartel met de liberalen) en Klaas Slootmans is lijsttrekker bij Vlaams Belang. Grote vraag is of de lijst van de huidige burgemeester (van cd&v-signatuur) de grootste kan blijven. En wat als N-VA de grootste partij wordt? Gaat Ben Weyts dan burgemeester worden of blijft hij Vlaams minister?
Dilbeek
Ook Dilbeek, nog een Vlaamse gemeente in de Rand en bekend van de slogan ‘Waar Vlamingen thuis zijn’, kent een grote verfransingsdruk. De gemeente grenst aan de Brusselse gemeenten Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek, en dat zegt al genoeg. In Dilbeek haalde UF in 2018 nog zo’n 10,4 procent van de stemmen en dat vertaalde zich in drie zetels in de gemeenteraad. Mocht UF beter scoren, dan is dat alvast een somber teken aan de wand.
Overijse
In 2018 behaalde de Franstalige partij in Overijse, Overijse Plus, zowat 21 procent van de stemmen en zes gemeenteraadszetels. Komende zondag komt die partij niet meer op en dat zou in feite goed nieuws moeten betekenen. Er is echter een maar. Een aantal gemeenteraadsleden van die partij staan nu op de lijst Team3090, een kartellijst van Open Vld, Groen en Verenigd Overijse.
Vlaamse Rand
Overijse, Dilbeek, Beersel, Grimbergen en Vilvoorde zijn maar enkele gemeenten in de Vlaamse Rand rond Brussel. Er zijn
HORIZONTAAL
A. Kermislekkernij
B. Loofboom - Onbekende
C. En dergelijke meer - Landbouwwerktuig
bijvoorbeeld ook nog Asse, Merchtem, Tervuren, Zaventem, enzovoort. Elke gemeente heeft zo haar eigen problemen, maar de verfransingsdruk is een constante. Ik citeer opnieuw Bart Laeremans, de burgemeester van Grimbergen, in zijn reactie op Vlaamse partijen die in Vlaamse gemeenten ook Franstalige promotie maken voor de gemeenteraadsverkiezingen. “Op die manier,” aldus Laeremans, “ondermijnen zij het hele integratiebeleid dat al jaren door zowel onze gemeente als door de Vlaamse overheid en tal van organisaties en vrijwilligers wordt gevoerd. Sterker nog, ze zetten de poort open voor de totale verbrusseling van onze gemeente.”
Voeren
Laat me ten slotte nog even de verplaatsing maken naar Voeren in het verre Limburg. In januari 2023 schreef ik nog in deze kolommen dat er in Voeren een nieuwe partij was opgericht: ‘Het Voerens alternatief - L’Alternative Fouronnaise’. Vandaag heeft de Nederlandstalige partij Voerbelangen een meerderheid van negen zetels tegenover 5 zetels voor de Franstalige partij RAL, wat staat voor ‘Respect Avenir Libertés’, en dat in feite de opvolger is van ‘Retour à Liège’. Er zetelde ook nog een onafhankelijke, ex-Voerbelangen en mede-oprichter van de nieuwe tweetalige partij.
Al heeft de Nederlandstalige partij Voerbelangen een mooie voorsprong ten opzichte van RAL, dan bestond enige tijd toch wel de vrees dat de nieuwe tweetalige partij roet in het eten zou gooien. Maar aan die vrees is nu een einde gekomen: de nieuwe partij is ermee gestopt en zal niet deelnemen aan de komende gemeenteraadsverkiezingen. Als alles goed gaat, blijft Voerbelangen de meerderheid uitmaken.
D. Vlaams artiest die veel assemblages maakte die met vliegen te maken hebben
E. Iemand met blauw bloed - Nederlandse luchtvaartmaatschappij - Neon
F. Deel van het testament - Pausennaam - Vervoermiddel
G. Voorzetsel - Nazoek - IJzer
H. Ammoniakverbinding - Klaar
I. Streek aan de kust van Frankrijk en Italië - Anijsdrank
J. Ingenieur - Dressings
K. Americium - Britse zangeres van o.m. ‘Hello’
L. Vorm van afbeelden met een potlood
VERTICAAL
1. Reptielenkast
2. Motorschip - Ten bedrage van - Oosterse titel
3. Beginnen - Romeinse getal vierInternetlandcode voor Andorra
4. Kleurenblindheid
5. Gewillige - Landstreek in Noord-Brabant
6. Plus - Lagere school - Bijenbouwsel
7. Gedicht van Guido Gezelle
8. Wantrouwen - Vaartuig
9. Chinese lengtemaat - Nanometer - Gedateerde
10. Oningewijde - Godinnen van de schone kunsten 11. Emeritus - Halfslachtig - Oost-Vlaamse gemeente
Schoon - Vergoedingen die zorgverleners aanrekenen
Provincie
X van de week!
Het was een stunt van formaat die Zuhal Demir vorige week uithaalde. De kersverse minister van Onderwijs, Werk en Justitie besloot dat ze over een paar dagen zomaar eens zou kunnen overstappen naar het gemeentehuis van Genk. Twitter/X raakte er de eerste dagen niet over uitgepraat en op 13 oktober zal het opnieuw een gespreksonderwerp zijn. Wat gaat er om in de hoofden van politici, vraagt een mens zich dan af.
Nauwelijks een tiental weken geleden stapte Gwendolyn Rutten uit de regering om zich toe te leggen op de toekomst van haar geliefde Aarschot. Ongetwijfeld vond ze die nog te rooskleurig en wou ze daar iets aan doen. Ze kreeg meteen alle zonden van Israel over zich heen: opportunist, jobhopper, politieke hooligan. Meer kletsen kon je eigenlijk niet verzamelen dan Rutten, die dag. Dan verwacht je toch dat politici daaruit gaan leren. Niet dus. Gwendolyn had dan tenminste nog het excuus dat ze opstapte uit een ontslagnemende regering waarin ze nooit meer zou terugkeren.
Oprecht of strategie, vroeg een commentator zich af
Demir staat daarentegen in de fleur van haar politieke kracht, met een portefeuille waar collega’s politieke moorden voor zouden plegen.
Gwendolyn had dan tenminste nog het excuus dat ze opstapte uit een ontslagnemende regering
En toch zit ze te lonken naar de sjerp van het voormalige mijnstadje van haar geboorte en wil ze de ministerpost achterlaten. Oprecht of strategie, vroeg een commentator zich af. Wat het ook is, het is een regelrechte aanslag op de politiek. Tenminste, de politiek hoe we die op zijn best kunnen zien: wanneer mensen zich willen inzetten voor de samenleving en vol zelfopoffering de taak aanvatten. Maar laat ons eerlijk zijn: kijkt u zo naar uw werk? Als u elders meer voldoening, geld of levensvreugde van krijgt?
Beu
We zien politici graag als onbaatzuchtige leidersfiguren als ze ons aanstaan en als schandalige zakkenvullers en idioten als ze dat niet doen. Misschien wordt het eens tijd om ze simpelweg ook maar als sukkels te zien die niet goed weten waarheen in het leven. Je kan van Demirs demarche veel lelijks zeggen - terecht -, maar voor de poen moet je geen burgemeester van Genk worden. Een minister verdient beduidend meer. Is het zo ondenkbaar dat ze het gewoon ‘beu’ is om tegen de molens te vechten of zelfs maar in de file te staan met chauffeur? En wat als het strategisch is en ze zo haar partij in Genk incontournabel wil maken? Is dat dan iets waarvan we achteraf ‘chapeau’ zeggen? Het zijn geen manieren om dat op deze manier te brengen, het is een devaluatie van wat politiek hoort te zijn. Maar het is ook des mensen.
“Eigenlijk zijn wij erfgoed, hé”
Bart Tommelein noemt zichzelf graag “de Kennedy van Oostende”. Mathias De Clercq ziet zichzelf als de verpersoonlijking van de stad Gent. Beiden zijn ze de laatste overblijfsels van het Open Vld-tijdperk. Een naam die binnenkort verdwijnt, samen met de burgemeesters. Het ergste valt te vrezen. Wij spraken met de heren burgemeesters.
Ze bestaan nog hoor, Open Vld-burgemeesters. Maar de meesten komen op onder een andere naam om hun kansen gaaf te houden. Of ze verbergen zich achter kartels met andere partijen. Al levert ook dat niet meer het gewenste resultaat. Van Quickenborne bouwde een ‘Team Burgemeester’ rond zijn persoontje om de sjerp veilig te stellen. Ondertussen heeft hij met het schaamrood op de wangen het lijsttrekkerschap moeten afstaan. Zijn aanwezigheid in de partij lijkt de enige bedreiging voor de winst.
Die Watteeuw kan zo lelijk kijken. Die zie ik alleen graag met mijn ogen dicht
In Oostende haalde Open Vld-burgemeester Tommelein cd&v en Groen binnen op zijn lijst ‘Trots op Oostende’. Peilingresultaat: 11 procent. De enige echte hoop voor een gewichtige Open Vld-burgemeester zit in Gent. De Clercq haalt in kartel met Vooruit, ‘Voor Gent’, nog nipt het meeste stemmen. Alleen dreigt Vooruit de lijst, inclusief de lijsttrekker-burgemeester, volledig op te vreten.
Zware tijden, heren.
MATHIAS: “Nee hoor, ik ga dat winnen. Mensen zien mij graag, omdat ik de mensen graag zie. Ofzo. Het enige wat ik nog moet doen, is dat laatste beetje liberalisme uit mijn partij jagen en voor je het weet, zit ik er weer met die sjerp.”
Als Freya er niet zit? Degene met de meeste stemmen wordt burgemeester.
MATHIAS: “Ik zie Freya graag. Ik zie iedereen graag. Ik zou haar die sjerp van harte gunnen. Zij zal die wel aan mij geven. Ik zie u ook graag, hoor.”
BART: “Ik moet toegeven dat het een beetje moeilijk ligt voor mij. Maar er is hoop. Vooruit is bijna drie keer groter, maar ik heb wel drie keer meer partijen. Toegegeven, niet de slimste. Anders waren ze wel met iemand anders in kartel gegaan. Maar toch, ik zie mogelijkheden. ‘Optimism is a moral duty’, zeg ik altijd. Ze zullen met iemand in coalitie moeten gaan.”
U bent beiden vergane glorie, klinkt het in de wandelgangen. Overblijfselen uit het tijdperk-Verhofstadt.
MATHIAS: “Dat is eigenlijk wel waar. Wij zijn erfgoed, hé. Mensen zien graag erfgoed. Nog een reden om op mij te stemmen! Voor mijn lieve peter Verhofstadt. Wat me doet denken… Ik moet voor de 13de nog een kleine renovatiesubsidie voor zijn huisje goedkeuren. Dan ziet hij mij graag. Ik hem ook, hoor. Altijd.”
BART: “Ik zou graag van de gelegenheid gebruikmaken om te zeggen dat ik Verhofstadt altijd een dom ventje heb gevonden. Als ik alles zou mogen overdoen, zou ik het allemaal
anders doen. Denkt u dat de mensen mij nog een kans gaan geven? Zou het te laat zijn om nog één kartelletje aan te gaan met Vooruit? Dat zou toch een goed idee zijn om niet meer te polariseren?”
MATHIAS: “Ik haat polariseren. Dat zien de mensen niet graag. Maar ik zie de mensen graag. Onlangs zei iemand tegen mij: ‘Jasje, je bent de grootste idioot die ik ooit ben tegengekomen.’ Wel, ik zag die mens graag.” Een veel gehoorde kritiek is dat jullie eigenlijk geen inhoud hebben. Jullie blaten en blaken maar van optimisme, maar dat is nergens op gebouwd.
BART: (huilt) “Dat is allemaal waar. Ik geef het toe. Maar ik kan u verzekeren dat mijn pessimisme wel heel erg goed onderbouwd is. Bekijk die peilingen eens. Het lijkt wel dat ik verder zak in de peilingen, iedere keer dat ik mijn mond opendoe.”
MATHIAS: “Wat een onzin! Geen inhoud? Ik ben een echte Gentse liberaal van de Open Vld. Ik draag de sjerp en zie de mensen graag. Dat is werk genoeg. Ik ga daarbij niet ook nog eens voor inhoud zorgen, hé. Daarvoor moet Vooruit zorgen. Voor Gent! Voor Mathiasje! En ik ga geen schepen worden onder een groene burgemeester. Die Watteeuw kan zo lelijk kijken. Die zie ik alleen graag met mijn ogen dicht.”
Heren, wat na de politiek?
BART: “Het roemrijke einde van de Kennedy van Oostende? Ik mag er niet aan denken (huilt steeds harder).”
MATHIAS: “Ik mag niet denken van Freya. Want dan doe ik alleen maar mezelf pijn, zegt ze.”