3 OEKRAÏNE VERDIENT DUIDELIJKHEID DE ONBEKWAAMSTE WINT
De regering in lopende zaken gaat Hadja Lahbib voordragen als Eurocommissaris. Aangezien dat niet kan losgekoppeld worden van de regeringsvorming, betekent dat ook dat de partijen van ‘Arizona’ hun instemming verlenen. De benoeming kan merkwaardig lijken, want Lahbib werd gewogen en te licht bevonden als buitenlandminister. Dat de minst bekwame de benoeming krijgt, is helaas geen toeval. Het is zelfs inherent aan het systeem.
lige politicus gaat, nadat Charles Michel al voorzitter van de Raad mocht worden. En hij vergeleek de uitredende regering met een “uitzendkantoor voor ministers in lopende zaken”. Het jaar was 2019 en het parlementslid was Peter De Roover van N-VA, die toen protesteerde tegen de aanstelling van Didier Reynders.
TIPS
AFD IS DE GROOTSTE
Niemand ontkent dat Lahbib een brokkenparcours heeft gereden. Net na haar aanstelling bleek dat ze als journaliste naar de Krim was geweest om daar op kosten van het regime van Poetin verslag uit te brengen van een propaganda-evenement dat was ingekleed als een kunstenfestival. Als minister verleende ze een visum aan de burgemeester van Teheran, een islamitische extremist, tegen het advies van haar eigen administratie in. Ook haar zwakke optredens in het parlement lieten er geen twijfel over bestaan dat ze te licht is voor toppolitiek. Net die persoon wordt nu voorgedragen om een zware verantwoordelijkheid bij de EU op te nemen. Wegpromoveren, heet dat. Lahbib is niet bekwaam genoeg voor een nationale post en dus moet ze naar Europa. De EU fungeert wel vaker als vuilbak van de nationale politiek. Ook Ursula von der Leyen moest er eerst een puinhoop van maken als minister van Defensie voor haar persoonlijke vriendin Angela Merkel het nodig vond haar
naar Europa te verbannen. Die operaties gebeuren niet omdat de Europese Commissie geen macht heeft - integendeel - maar omdat men daar geen verkiezingen wint of verliest.
De post gaat nu naar Lahbib om drie redenen die niets te maken hebben met haar geschiktheid. Ze is liberaal, Franstalig en vrouw. Von der Leyen drong bij België aan op een vrouw en dus moest de arrogante maar bekwame Didier Reynders plaats ruimen voor iemand die alleen haar ongeschiktheid heeft bewezen. Ze weet zelfs nog niet welke bevoegdheid ze zal krijgen.
Pariteit in het nadeel van Vlaanderen
Een vooraanstaand parlementslid protesteerde tegen de benoeming van een Franstalige liberaal. Hij vond het niet kunnen dat een regering in lopende zaken een Eurocommissaris aanduidt zonder raadpleging van het parlement. Hij was ook boos dat een topfunctie opnieuw naar een Fransta-
Toegegeven, het mandaat van Michel loopt binnenkort af, maar ook professor Herman Matthijs toonde zich in Knack verbaasd over het gebrek aan interesse van de Vlaamse partijen voor het mandaat van Europees commissaris: “In een ongekende snelheid werd die functie aan de Franstaligen gegeven. (…) De macht ligt meer en meer op Europees niveau, waar quasi 80 procent van de wetgeving start. Dit is de Vlaamse partijvoorzitters blijkbaar helemaal ontgaan.” De reden waarom de Franstaligen opnieuw de job krijgen, is de verwachting dat De Wever premier wordt, waardoor via een ‘puntensysteem’ een belangrijke compensatie gegeven moet worden aan de andere taalgroep. Wie premier wordt, is echter nog verre van zeker. Bovendien is de grondwettelijk vastgelegde pariteit in de regering een systeem dat de Vlaamse meerderheid benadeelt. Vlaamse partijen aanvaarden veel te gemakkelijk dat die oneerlijke verdeling wordt doorgetrokken naar terreinen waar de pariteit helemaal niet verplicht is.
PEDRO DE BRUYCKERE
ONDERZOEKER EN PEDAGOOG
“De impact van een schooldirecteur is enorm”
JURGEN CEDER
Politieke Schizofrenie
“Met zulke liberalen hebben we geen socialisten meer nodig.” U heeft die uitspraak ongetwijfeld wel eens gehoord. De Vlaamse liberalen zijn dikwijls in theorie liberaal, maar in de praktijk zijn ze het helemaal niet. Vandaar de uitspraak. Maar het zijn niet alleen de Vlaamse liberalen die op socialisten lijken, bijna al onze politici blijken in de praktijk te regeren als socialisten. Een keizer-kostermentaliteit en de drang om te herverdelen zijn de twee grootste boosdoeners.
Laten we eerlijk zijn: het maakt tegenwoordig niet meer uit welke kleur de das van een politicus heeft of welk mooi woord hij gebruikt om zijn beleid te beschrijven. Links, rechts, socialist of liberaal, zodra politici eenmaal de macht in handen hebben, lijken ze allemaal besmet te raken met hetzelfde virus: de onstilbare drang om zich te bemoeien met elk aspect van ons leven. En hoe financieren ze die bemoeienis? Door u zwaar te belasten, natuurlijk.
Die mentaliteit, die alle politici lijkt te doordringen, is een ware plaag. De overheid, die ooit als enige kerntaken had om de vrijheid en veiligheid van haar burgers te garanderen, is verworden tot een monster dat zijn tentakels uitstrekt in alle aspecten van het dagelijkse leven. Of het nu gaat om nieuwe belastingen, zoals de meerwaardebelasting, of de eindeloze regels van de renovatieplicht, de drang om alles te controleren en te herverdelen lijkt onuitputtelijk.
Filosoof Frédéric Bastiat merkte ooit op: “De staat is die grote fictie waarbij iedereen probeert te leven ten koste van iedereen.” En precies dat is wat er gebeurt. Politici zijn meesters geworden in het herverdelen van andermans geld. Zelfbehoud is hun enige ‘skin in the game’, niet wat het beste is voor het volk. Ze nemen het geld van de hardwerkende Vlaming, herverdelen het naar allerlei obscure vzw’tjes en proberen ons ervan te overtuigen dat dat noodzakelijk en zelfs rechtvaardig is. Maar wat ze eigenlijk doen, is de samenleving in een wurggreep houden waarin iedereen afhankelijk wordt van de overheid.
Van welk pluimage onze politici ook zijn, telkens voeren ze dezelfde recepten door: hoge belastingen, overregulering en herverdeling. En laten we niet vergeten dat die methoden niet tot welvaart leiden, maar eerder tot een samenleving waarin de burger steeds minder zelf kan beslissen. Diezelfde burger is bovendien ook steeds minder veilig. Massa-immigratie is daar een van de oorzaken van, maar ook daar zijn de recepten van onze politici ofwel dezelfde ofwel hebben ze op zijn minst allemaal dezelfde nefaste impact.
Zoals econoom Thomas Sowell ooit zei: “De eerste les van de economie is schaarste: er is nooit genoeg van iets om alle wensen die men heeft te bevredigen. De eerste les van de politiek is om die les te negeren.” Politici blijven geld uitgeven alsof de bron onuitputtelijk is, met als gevolg dat de belastingdruk en inflatie - wat een verdoken belasting is - alleen maar toenemen. Wat je ook doet, de overheid staat klaar om een stuk van jouw taart af te snijden. Of je nu verdient, spendeert, spaart, investeert, bouwt, verkoopt, woont, rijdt, eet, schenkt of zelfs sterft, er is altijd een belasting die op de loer ligt. En mocht er toch nog iets niet belast worden, dan vindt de overheid nog wel iets uit. De keizer-kostermentaliteit en de voortdurende drang om te belasten en te herverdelen zijn de kern van dat probleem. Daarom moeten we politici ter verantwoording roepen en hen herinneren aan hun twee kerntaken, waarin ze nu voortdurend falen: de vrijheid en de veiligheid van de burger garanderen. We hebben geen tienduizenden wettelijke regels nodig om onze levens te leiden. Schaf de honderden miljoenen euro aan absurde subsidies af en deporteer illegale criminelen. Hou op met voortdurend te regeren zoals socialisten, want onze samenleving gaat eraan kapot.
STIJN DERUDDER
EDITORIAAL
Redactie & beheer:
Uitgeverij ’t Pallieterke
Lagesteenweg 5 bus 1, 1850 Grimbergen
Naar lokale afspiegelingscoalities?
Over goed vijf weken vinden de lokale verkiezingen plaats. De focus in de Wetstraat is duidelijk richting die stembusslag verschoven, want de federale formatie ligt daardoor quasi stil. Ondertussen is het gokken over de coalities in de centrumsteden begonnen. De verwachting is dat men richting zo veel mogelijk afspiegelingscoalities gaat. N-VA en Vooruit klikken zich Vlaams vast en nemen er waar nodig cd&v bij. Aan Franstalige kant zijn er al verschillende gezamenlijke lijsten van MR en Les Engagés, de twee Waalse regeringspartijen. Al zal het in de grote steden - Namen uitgezonderd - moeilijk zijn om de macht van de Parti Socialiste te breken.
Tijdens de recente federale formatiegesprekken was één van de frustraties van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez dat Bart De Wever (N-VA) en Conner Rousseau (Vooruit) te vaak op één lijn zaten. Kortom, de as van het Schoon Verdiep (genoemd naar de Antwerpse coalitie) zou ook de federale regeringsas worden en tegelijk was dat het doortrekken van de nieuwe Vlaamse regering (met cd&v erbij uiteraard). Plus: De Wever en Rousseau zouden een voorakkoord hebben om samen te regeren in zo veel mogelijk centrumsteden.
Een voorakkoord met het oog op de lokale verkiezingen van 13 oktober is misschien een te sterke uitdrukking, maar het is een feit dat Vlaams-nationalisten en Vlaamse socialisten het wel zien zitten om samen in zoveel mogelijke grote steden samen te werken. Als het kan met twee, als het moet met een derde partner en dat zou dan in de meeste gevallen cd&v zijn. Om dus op die manier lokale afspiegelingscoalities te hebben van de Vlaamse regering en van de Vlaamse vleugel van de federale regering.
Een derde partner in Antwerpen
wen en hetzelfde geldt voor cd&v. Wordt De Wever dan toch richting de vermaledijde groenen geduwd? In Limburg is er ook sprake van een N-VA-Vooruit-as. Minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) was voor een aantal steden als Hasselt en Genk al aan het kijken naar voorakkoorden, maar kreeg vanuit Antwerpen de boodschap mee daar enkel mee verder te gaan indien de Vlaamse socialisten mee aan boord worden genomen.
Brugge ligt voor het grijpen
perken. Een voorspelling: in heel wat steden zal een Vlaamse afspiegelingscoalitie de voorkeur krijgen. Of het zo wordt in Rousseaus stad Sint-Niklaas? Best mogelijk, maar niet met de Vooruit-voorzitter, want hij zal er niet sterk genoeg scoren.
Akkoorden MR-Les Engagés in Wallonië
Kijken we even over de taalgrens, dan blijkt dat MR en de centristen van Les Engagés in een aantal gemeenten niet alleen een voorakkoord hebben, maar ook gewoon op één lijst opkomen. In Genappe, in Waals-Brabant, is dat laatste het geval. In de provincie Luik hebben de Waalse coalitiepartners besloten om zich in Flémalle, Verviers en Seraing op één lijst aan te bieden bij de kiezer. In Namen ligt een verderzetting van de MR-Les Engagés-Ecolo-coalitie onder leiding van de centristische partijvoorzitter Maxime Prévot als burgemeester voor de hand. Ook de allianties in Couvin en Beauraing worden verdergezet. Afspiegelingscoalities lijken ook bezuiden de taalgrens de logica zelve.
In de Henegouwse stedelijke bastions zal de PS de grootste partij blijven
Tel. : 03-232 14 17
Abonnementen/administratie: secretariaat@pal.be
Lezersbrieven: lezersbrieven@pal.be
Abonnementen binnenland
Abonnement buitenland: 3 maanden: 58,5 euro Tarieven afhankelijk van de 6 maanden: 117 euro bestemming. Alle inlichtingen 1 jaar: 234 euro op de kantoren. Steunabo 1 jaar: 350 euro
Het abonnementsgeld kan overgeschreven worden op volgend rekeningnummer met vermelding van uw naam en adres: BE82 4096 5194 9168 BIC KREDBEBB
Elke week op donderdag in uw krantenwinkel
Oud-hoofdredacteurs: Bruno De Winter (1945-1955, stichter), Jan Nuyts (1955-2000), Leo Custers (2000-2010), Karl Van Camp (2010-2020) Kernredactie: Stijn Derudder (hoofdredacteur), Jurgen Ceder, Simon Segers, Wannes Neukermans, Anton Schelfaut, Karl Van Camp Verantwoordelijke uitgever: Wart Van Schel Foto's: Belga, Photonews, Shutterstock www.pal.be
Antwerpen dient uiteraard als referentie of vertrekpunt. Maar om het met een torenhoog cliché te zeggen: er moet eerst nog gestemd worden. Laten we er echter vanuit gaan dat de huidige tendensen in peilingen en aanverwanten bevestigd worden en er ergens een lokale correctie wordt doorgevoerd. Wat dus betekent dat PVDA in Antwerpen wat minder sterk zal scoren dan bij de federale verkiezingen van 9 juni bijvoorbeeld.
Het is een feit dat N-VA en Vooruit het wel zien zitten in zoveel mogelijke grote steden samen te werken
Op basis hiervan lijkt men in de Koekenstad af te stevenen op een coalitie van N-VA en Vooruit, waarbij grotendeels het huidige bestuur wordt verdergezet. Maar zo goed als zeker zal een derde partner nodig zijn om een meerderheid te halen. Alleen ligt Open Vld, de coalitiepartner, tot nu toe in de tou-
Gaan we meer richting westen, dan blijkt Leuven een hele uitdaging te worden. Hoe daar de coalitie van socialisten, groenen en cd&v te breken? Tenzij de linkse as plaatsmaakt voor de N-VA-connectie. Tenslotte eindigde de partij van Bart De Wever er in 2018 op de tweede plaats met 22 procent, Vooruit haalde 29 procent. Gent wordt wellicht de moeilijkste opdracht. Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen kwam N-VA niet verder dan 12 procent. Misschien ligt de redding in het feit dat de lijst ‘Voor Gent’ van burgemeester Mathias De Clercq geen absolute meerderheid haalt. Dan wordt een combo van liberalen en socialisten inderdaad moeilijk.
Gent wordt wellicht de moeilijkste opdracht
Een centrumstad waar de afspiegelingscoalitie wel voor het grijpen ligt, is Brugge. Daar zou het de bedoeling zijn de traditionele tripartite van de macht te verstoten. N-VA scoorde er met minder dan 12 procent niet zo sterk in 2018, maar met cd&v en de uitgebreide lijst van socialisten zou men gemakkelijk aan 60 procent komen. En om in West-Vlaanderen te blijven: in Oostende zullen de socialisten de grootste partij blijven (tenzij Vlaams Belang hen inhaalt) en is een coalitie met N-VA de voorkeursoptie. De lijst ‘Trots op Oostende’ van burgemeester Bart Tommelein met liberalen, cd&v en groenen, heeft het na de vaudeville rond de restauratie van het Thermae Palace zeer moeilijk.
Bovendien lijkt de lijst vooral samengesteld om de schade te be-
Dat is op het eerste gezicht geen goed nieuws voor de partij van Paul Magnette (PS), die daardoor uit een pak gemeentebesturen zou verdwijnen. Vraag is echter of hij zich hier grote zorgen over maakt. Wat voor de Franstalige socialisten cruciaal is, is dat ze in de grote steden aan zet blijven. En dan hebben we het over de oude bastions als Doornik, maar ook en vooral Luik, Charleroi en Bergen. Het marktleiderschap van de PS lijkt daar niet in gevaar te komen. In de Henegouwse stedelijke bastions haalde de partij in 2018 vlot meer dan 40 procent en vaak een absolute meerderheid. Daar zal de PS de grootste partij blijven. Zelfs als bijvoorbeeld MR in het Bergen van Georges-Louis Bouchez in de buurt van de PS komt, dan is de partij van Magnette nog niet van de macht verdreven. Samen een MR-PS-alliantie in de grote steden? Daar is men niet echt voorstander van, om een eufemisme te gebruiken. Waar het kan, zal de PS met de traditionele lokale partner samenwerken, namelijk Ecolo. Enkel in Luik, waar MR richting 20 procent gaat en de PS kan zakken van 30 naar 25 procent, wordt verwacht dat de huidige coalitie van socialisten en liberalen gewoon wordt verdergezet.
Bart De Wever op ’t Schoon Verdiep
OEKRAÏNE VERDIENT DUIDELIJKHEID VAN HET WESTEN
In februari zal de oorlog in Oekraïne zijn vierde jaar ingaan. Een einde is nog niet in zicht. De kans is groot dat dit gewapend conflict langer zal duren dan de Eerste Wereldoorlog, misschien zelfs de Tweede.
Geen Verdun
Je moet altijd voorzichtig zijn met vergelijkingen. De weinig beweeglijke frontlijnen en het belang van artillerie doen inderdaad wat denken aan de Eerste Wereldoorlog, maar daar houden de gelijkenissen op. Hoewel Rusland en Oekraïne steeds meer mensen onder de wapens roepen, hebben ze nog geen volledige mobilisatie afgekondigd, zoals de strijdende partijen toen wel deden. Minstens aan de Oekraïense kant doet men ook zijn best om de slachtoffergraad laag te houden. Al bij verschillende gelegenheden heeft het opperbevel grond geruild voor levens wanneer de Russische druk te hoog werd. Het gebeurde in Avdiivka, dat in februari door de Russen werd ingenomen. Wellicht staat Pokrovsk binnen afzienbare tijd hetzelfde te wachten. Oekraïne wil geen Verdun, waar op 8 maanden tijd 700.000 Duitsers en Fransen het leven lieten. Dat wil niet zeggen dat het aantal slachtoffers niet aantikt. Precieze cijfers zijn er niet, want beide partijen minimaliseren de eigen verliezen en overdrijven die van de andere kant, maar het is waarschijnlijk dat al meer dan 300.000 mensen het leven verloren en er dubbel zoveel gewond geraakten. Volgens het project ‘Correlates of War’ is dit conflict nu al bloediger dan 90 procent van alle oorlogen tussen staten van de laatste 200 jaar. Nog een statistiek: eens een uitputtingsoorlog dat niveau van slachtoffers bereikt, duurt zo’n oorlog gemiddeld nog 3 jaar. Neem dat soort cijfers voor wat ze waard zijn. Je hebt ze niet nodig om te zien dat er nog heel wat bloed zal vloeien alvorens er beslissende onderhandelingen zullen plaatsvinden.
Te weinig, te laat
Wanneer Rusland aanviel, kon het Westen zich niet veroorloven niets te doen tegen een daad van naakte militaire agressie tegen een Europees land, ook al was het geen lid van de NAVO. Aan de andere kant waren het Russische nucleaire arsenaal en de geloofwaardige dreiging dat dat gebruikt zou worden, zeer goede redenen om de NAVO niet rechtstreeks in oorlog te brengen. Het Westen koos voor een koers tussen die twee polen, via militaire hulp waaraan allerlei voorwaarden, ‘rode lijnen’, werden gekoppeld die moesten vermijden dat de betrokkenheid van de NAVO gezien zou worden als een feitelijke oorlogsverklaring aan Rusland.
Het Westen wil niet dat Poetin wint, maar tegelijk ook niet dat hij zo zwaar verliest dat hij de inzet van nucleaire wapens zou overwegen
Zo wilde men eerst geen tanks of gevechtsvliegtuigen leveren, mochten westerse wapens alleen gebruikt worden op Oekraïens grondgebied en kreeg het Oekraïense leger raketsystemen die alleen op korte afstand ingezet mochten worden. Al die beperkingen zijn geleidelijk verdwenen. Eerst kwamen de tanks. Daarna, eerst in kleine aantallen, de vliegtuigen. Ten slotte kwamen de raketsystemen. De HIMARS mocht ook al snel doelen op langere afstand raken. De ATACMS mochten dan weer niet op Russisch grondgebied vuren, maar ook die beperking is al afgezwakt. Een goed voorbeeld van het gebrek aan duidelijke lijn in de beperkingen die escalatie moeten verhinderen, is de communicatie over het gebruik van de F-16’s. Amerikaans buitenlandminister Blinken kondigde aan dat vanaf deze zomer Amerikaanse F-16’s “door de Oekraïense lucht zullen vliegen”. Alexander De Croo was nog duidelijker. Hij zei dat de F-16’s die ons land al dit jaar zal
leveren, enkel boven Oekraïens territorium gebruikt mogen worden. Vorige week verklaarde de Nederlandse opperbevelhebber, Onno Eichelsheim, dat de Nederlandse toestellen best ook in Rusland ingezet mogen worden. We mogen vermoeden dat een Oekraïense piloot die opstijgt om Russische tanks nabij Koersk te bombarderen, zich niet zal afvragen of hij in een Nederlandse, dan wel in een Belgische F-16 zit.
Westen wil niet dat Poetin wint, maar tegelijk ook niet dat hij zo zwaar verliest dat hij de inzet van nucleaire wapens zou overwegen. Ook het kostenplaatje van een dergelijke overwinning is een overweging, zeker met kiezers - zie Duitsland vorig weekenddie de factuur niet meer willen betalen.
Bevroren conflict
Als die twee eindresultaten uitgesloten worden, is het conflict gedoemd verder aan te slepen. Een ‘bevroren conflict’ is dan het beste waarop we kunnen hopen, waarbij de veroveringen de facto verworven blijven,
Alles wat werd beloofd, kwam ook veel te traag. Op een bepaald moment had Oekraine geen enkele artilleriegranaat meer die zich niet reeds aan het front bevond. Dat alles stukje bij beetje werd aangevoerd en de gebruiksbeperkingen steeds verder werden afgezwakt, heeft te maken met het gebrek aan strategisch doel.
Geen concreet oorlogsdoel
Wat de Oekraïners willen, is duidelijk: een militaire overwinning die hen toelaat alle gebieden te herwinnen die hen door Poetin in 2014 of in de laatste jaren zijn ontstolen. Voor hun westerse bondgenoten is de oorlog eerder een abstracte strijd tussen goed en kwaad, een fundamentele botsing der waarden, waarin het kwaad vooral niet mag winnen. Gabrielius Landsbergis, de Litouwse buitenlandminister, ergert zich aan de afwezigheid van een concreet oorlogsdoel. Er wordt zelfs niet over gepraat, klaagt hij. In het Westen putten politici zich uit in blijken van solidariteit met Oekraïne, die dan worden omgezet in het leveren van wat goederen, medicijnen en wapens die toelaten het eigen geweten te sussen, de achterban tevreden te stellen en de pers iets om over te schrijven te geven, maar niet gericht zijn op het bereiken van een concreet einddoel. Het is in essentie crisisbeheer, het gooien van water wanneer de brand dreigt uit te slaan, zonder ooit de brand te willen blussen.
Het gebrek aan doel is het gevolg van een moeilijk weg te werken contradictie. Het
op het terrein. In tegenstelling tot de meeste vrienden van Oekraïne, waar ik mezelf nochtans toe reken, denk ik dat Trump een betere keuze voor vrede in Oekraïne is dan Harris. Biden was een zwakke leider, wiens stuurloosheid en gebrek aan geloofwaardigheid deze oorlog eerst hebben mogelijk gemaakt en daarna hebben beheerd volgens het eerder beschreven stramien van doelloosheid. Harris is uit hetzelfde hout gesneden.
Trump is onbehouwen, maar zijn meningen over buitenlandpolitiek hebben het voordeel van de duidelijkheid
Er was geen leiderschap in het Westen toen de troepen van Poetin zich begonnen samen te pakken aan de grenzen van Oekraïne. Niemand om met hem te onderhandelen, maar ook niemand om af te dreigen. Ook in een volgende fase toonde Biden zich een zwakke president. Hij schreeuwde zijn oneindige solidariteit met Oekraïne van de daken, maar gaf het land niet de wapens die het nodig had of deed dat veel te traag. Biden legde allerlei beperkingen op aan de manier om ze te gebruiken, om die achteraf weer in te trekken. In een opwelling noemde hij Poetin ook een ‘oorlogsmisdadiger’, wat correct is, maar niet van dien aard is om hem aan de onderhandelingstafel te krijgen.
De hele tijd moesten de eigen achterban en de pers behaagd worden, maar een herkenbaar doel voor de oorlog ontbrak. De situatie in Gaza vertoont trouwens dezelfde tekenen van wanbeheer. Biden begon, na de aanslag, met onvoorwaardelijke steun voor Israël, maar eindigde in veroordelingen van alles wat Israël deed om Hamas uit te schakelen. Een Amerikaanse journalist vergeleek hem met een defect verkeerslicht, dat elke seconde schakelt tussen groen, oranje en rood. Niemand neemt hem nog ernstig.
Onbehouwen, maar duidelijk
maar we dat niet officieel hoeven te erkennen. Het is een mogelijkheid, misschien wel de meest realistische. Er zijn precedenten. Griekenland en het grootste deel van de internationale gemeenschap hebben nooit de bezetting van een deel van Cyprus door Turkije erkend, maar er wordt niet om gevochten. Zuid- en Noord-Korea zijn officieel ook nog altijd in oorlog, maar er vallen geen doden meer.
Voor het Westen is de oorlog eerder een abstracte strijd tussen goed en kwaad, een fundamentele botsing der waarden
De recente inval van Oekraïne in de Russische provincie Koersk maakt die uitkomst moeilijker. Strategisch is het geen slechte zet, omdat ze pasmunt kan leveren bij onderhandelingen en het politiek ook erg vervelend is voor Poetin. Er is echter geen schijn van kans dat die bezetting ooit permanent zou worden. Poetin lijkt trouwens zelf ook niet tevreden met het status quo, zoals blijkt uit de ontzettend hoge verliezen die hij bereid is te lijden bij de stapsgewijze opmars in de regio Donetsk. Ontbrekend leiderschap
Misschien kunnen de Amerikaanse presidentsverkiezingen meer een kantelmoment betekenen dan de militaire ontwikkelingen
J.D. Vance, Trumps kandidaat voor het vicepresidentschap, wordt bekritiseerd door de linkse pers omdat hij vindt dat er meer aandacht moet gaan naar het gevaar dat uitgaat van China dan naar de situatie in Oekraïne. Strikt genomen heeft hij geen ongelijk. Taiwan alleen al is van groter strategisch belang voor de VS dan Oekraïne. Dat lijkt ook het standpunt van Trump te zijn. Hij wil dat de oorlog zo snel mogelijk wordt beëindigd. Hij blufte ook al dat hij dat als president binnen de 24 uur gedaan zou krijgen. Snoeverij wat de termijn betreft, uiteraard, maar het idee dat hij meer kans heeft om een einde te maken aan het conflict, is wel geloofwaardig. Trump legt niet uit hoe hij dat gedaan zou krijgen, maar een van zijn veiligheidsadviseurs, luitenant-generaal Keith Kellogg, geeft toch de grote lijnen mee: “We vertellen de Oekraïners: ‘Je moet aan tafel komen, en als je niet aan tafel komt, zal de steun van de Verenigde Staten opdrogen.’ En je zegt tegen Poetin: ‘Je moet aan tafel komen en als je niet aan tafel komt, dan geven we de Oekraïners alles wat ze nodig hebben om je op het terrein kapot te maken.’” Trump is onbehouwen, maar zijn meningen over buitenlandpolitiek hebben het voordeel van de duidelijkheid, iets wat momenteel in het westerse kamp met een vergrootglas te zoeken is.
Mijn voorkeur gaat naar een verregaande militaire steun die toelaat dat Oekraïne de oorlog wint. Indien het Westen daar echter niet toe bereid is, omdat het enerzijds de kost niet wil dragen voor de vereiste wapens en anderzijds bang is dat een Oekraïense overwinning ertoe kan leiden dat Poetin aan de nucleaire noodrem trekt, dan is het best dat die boodschap nu aan Kiev wordt overgemaakt. Harris is daar niet toe in staat. JURGEN CEDER
Oekraïense president Volodymyr Zelensky met F-16 op de achtergrond
Silicon Valley-ondernemers breken met de Democraten
Misschien kan presidentskandidate Kamala Harris het tij keren, maar in het mekka van de Amerikaanse hightechstart-ups, Silicon Valley in Californië, hebben een pak ondernemers zich afgekeerd van de Democraten. De veronderstelling dat Elon Musk de enige techmiljardair is die zich aansluit bij Donald Trump, is dus een vergissing.
Progressief, liberaal - in de betekenis van links-liberaal, positief ten opzichte van de ‘multicultuur’ en ‘diversiteit’ -, globalistisch en daarom sterk aanleunend bij de Democraten. Dat is het overheersende beeld dat bestaat over de politieke voorkeur van de techondernemers in Silicon Valley. Dat is al decennia een wereldwijd centrum van technologische innovatie in de South San Francisco Bay Area van Californië. Het gebied is vernoemd naar het primaire materiaal dat in microprocessoren wordt aangetroffen. Silicon Valley is de thuisbasis van tientallen grote technologie-, software- en internetbedrijven. En Californië staat bekend als een progressieve kuststaat die nationaal zwaar doorweegt bij de belangrijkste stembusslag. Californië levert 54 kiesmannen bij de presidentsverkiezingen, het hoogste aantal van alle VS-staten. Die zijn verworven voor de Democraten en straks dus voor Kamala Harris.
Elon Musk
En toch is er iets aan het veranderen. Terwijl Hollywood in de ‘Golden State’, en dus de wereld van acteurs, trouw blijft aan de Democraten, hebben veel Silicon Valley-tycoons het gehad met
Het onbeschaamd narcisme van de
die partij. En dan denkt men natuurlijk direct aan Elon Musk van Tesla, X, SpaceX en co die recent een interview met Donald Trump opnam en zijn sympathie voor de presidentskandidaat niet onder stoelen of banken steekt.
Elon Musk besloot in juli om het hoofdkwartier van een paar van zijn bedrijven, zoals SpaceX en X, te verplaatsen naar Texas. Reden: een nieuwe wet die in Californië is aangenomen, waar beide bedrijven gevestigd waren. Daar mogen leraren niet langer worden verplicht om ouders te informeren over veranderingen in de seksuele geaardheid of genderidentiteit van hun kinderen. Musk ziet die wetgeving als een “aanval op families en bedrijven”. En anderen
Musk is geen alleenstaand geval. Andere techondernemers hebben het ook gehad met de woke-cultuur in Californië. Op nationaal vlak zijn ze dan weer van oordeel dat de Democraten een weinig ondernemingsvriendelijk beleid hebben gevoerd en te strenge regels oplegden, toch voor hun sector.
Peter Thiel, oprichter van de betaaldienst PayPal en overtuigd libertair, vindt dat de Democraten naar Amerikaanse normen
VRT
Galileo Galilei had zich vergist. De aarde draait niet rond de zon, maar rond de VRT. Of dat denken de werknemers van onze openbare omroep toch. Met een vlammende open brief werd eerder deze week het ontslag van twee werknemers aangeklaagd. Lotte Vermeir en Ricus Jansegers werden zonder pardon op straat gezet en door het HR-team naar hun auto geëscorteerd. En ja hoor, dat moest en zou heel Vlaanderen geweten hebben. Maar wie interesseert dat eigenlijk?
Het antwoord laat zich raden: niemand. De open brief is dan ook veel meer dan zomaar een open brief. Het is een symptoom van een arrogant mediabedrijf dat denkt dat de wereld errond draait. En ja, dat gaat ten koste van de journalistieke objectiviteit en ernst van onze publieke omroep.
Het ministerie van de Waarheid
VRT-journalisten zijn niet zomaar gewone stervelingen als u en ik. Het zijn de mensen die ons onderwijzen in de waarheid. Het is de moedige frontlinie tegen ‘fake news’ en ‘extremisme’. Kortom: het ministerie van de Waarheid. Eén van de figuren die zichzelf een voortrekkersrol in die heilige missie aanmeet, is bijvoorbeeld Amerika-correspondent Björn Soenens.
De heer Soenens heeft er een olympische discipline van gemaakt om zoveel mogelijk Kamala Harris-propaganda te verkondigen in een zo kort mogelijke tijdsspanne. Bent u eerder de tandem Trump-Vance genegen? Dan krijgt u door Björn piekfijn uitgelegd waarom u verkeerd, kleinburgerlijk en achterlijk bent. Hoogst ongepast voor een openbare omroep die onpartijdig en objectief verslag zou moeten uitbrengen. Des te meer omdat de VRT halsstarrig blijft beweren dat men wel degelijk een onpartijdig mediaplatform is.
Narcistische omroep
Ook Riadh Bahri, onze flamboyante nieuwslezer, spendeert elk vrij moment van zijn dag voor de spiegel. Dat is zijn goed recht, maar kwalijker wordt het wanneer Riadh u op het socialemediaplatform X meent te moeten onderwijzen over de politieke voorkeuren van Elon Musk. Musk is een extreemrechtse complotdenker, aldus onze nieuwslezer. Als werknemers van de openbare omroep dat soort meningen verkondigen op sociale media, hoe kan dan nog van u en mij verwacht worden dat wij daadwerkelijk geloven dat het VRT-personeel zijn job op een onpartijdige manier uitvoert? Dat zowel links als rechts een faire stem in het debat krijgen? Een narcistische openbare omroep is dan ook niet zomaar een fait divers. Laat mijn ironie u daarom niet misleiden over de ernst van het probleem. Wanneer er ideologisch geïn spireerde journalisten en ‘factcheckers’ zich zonder weerwoord de waarheid kunnen toe-eigenen, is het open poli tiek debat dood en begraven. Een gepast keerpunt zou kunnen zijn om werkne mers aan te nemen die niet denken dat de wereld rond hen draait. Of die niet voor andere zaken in de cel belanden.
PEPIJN DEMORTIER
te etatistisch zijn. Hij verklaarde voor Donald Trump te stemmen “zelfs als men mij een pistool tegen het hoofd houdt”. David Sacks, een van de eerste investeerders in Uber, Airbnb, Facebook en andere miljardenbedrijven, steunt openlijke de Republikeinse Partij. Hij was geen fan van Trump, probeerde tijdens de voorverkiezingen andere kandidaten naar voren te schuiven, maar besloot zich ten slotte toch aan de sluiten bij de ex-president. Ook de durfkapitaalfondsen in Silicon Valley spreken zich uit. Marc Andreessen en Ben Horowitz, oprichters van een naar hen vernoemde investeringsmaatschappij, hebben verklaard de campagne van Trump financieel te steunen. Dan zijn er andere miljardairs zoals Marc Zuckerberg van Facebook die stil blijven en geen enkele kandidaat steunen, terwijl hij in 2020 duidelijk achter Joe Biden ging staan.
VC for Kamala
Dat is dus opvallend, want de voorbije decennia was er sprake van één grote geldstroom van Silicon Valley naar de Democratische presidentskandidaat. De grote techfortuinen van Californië hadden in 2008 vijf keer meer geld gepompt in de campagne van Barack Obama dan in die van zijn Republikeinse rivaal John McCain. Al moet wel gezegd worden dat die laatste wantrouwig stond tegenover de internettechnologie en zelfs weigerde e-mails te gebruiken.
Californië staat bekend als een progressieve kuststaat die nationaal zwaar doorweegt bij de belangrijkste stembusslag
De breuk tussen de Silicon Valley-ondernemers en de Democraten heeft dus te maken met een weinig bedrijfsvriendelijk beleid en de vrees dat de partij van Harris te veel nieuwe regels zal opleggen wanneer er nieuwe technologieën worden uitgerold, zoals artificiële intelligentie. Dat is niet nieuw. Wijlen Steve Jobs van Apple was van oordeel dat door Barack Obama de sector te veel regels moest slikken.
Dat wil echter niet zeggen dat de trend definitief gekeerd is en dat de techwereld verloren is voor Kamala Harris. In augustus organiseerde haar campagneteam een fondsenwerving bij kapitaalkrachtige techondernemers in San Francisco en er werd 13 miljoen dollar opgehaald. Bij 700 genodigden weliswaar, terwijl Trump toch ook 12 miljoen dollar wist te vergaren bij een vergelijkbare groep van amper 100 ondernemers… De ‘linkerzijde’ lijkt hier nu ook in actie te schieten. VC for Kamala (VC staat voor ‘venture capital’ of risicokapitaal) is een vereniging van zelfverklaarde progressieve investeerders die fondsen willen werven voor Harris. Daarnaast is er een andere groep die van zich laat horen, Tech for Kamala. Er is dus een politieke oorlog om de techdollars aan de gang. ANGÉLIQUE VANDERSTRAETEN
Leuvense school verplicht Arabisch? Afuera!
Het is moeilijk te zeggen wie het water heeft ontdekt, maar het was zeker geen vis. Het was ook zeker het Heilige-Drievuldigheidscollege in Leuven niet, dat zich in een zee van ideologische waanzin bevindt. Het college, waar ik nota bene naast woon, vond er niet beter op van Arabisch een verplicht vak te maken in het laatste jaar moderne talen. En dat terwijl de meeste jongeren nog amper een grammaticaal correcte zin kunnen formuleren in hun moedertaal.
Misschien wordt uw columnist binnenkort dus wel gewekt op de tonen van enkele Arabische verzen. Een genot, van de meest bedenkelijke soort, dat steeds meer Vlamingen dagelijks te beurt valt. Kerken ruimen plaats voor moskeeën, het Nederlands ruimt plaats voor het Arabisch en het Heilige-Drievuldigheidscollege ziet hierin blijkbaar een voortrekkersrol voor zichzelf weggelegd. Maar ach, ook zij passen zich maar aan de zeitgeist aan. We moeten dus niet het directiecomité aanvallen, dat het gezond verstand blijkbaar nog moet ontdekken, maar het onderliggende probleem.
Het onderliggende probleem
Dat onderliggende probleem vinden we door ‘de socratische vraag’ te stellen. De socratische vraag peilt naar het waarom en naar het waarom van het waarom. Ze vormt, samen met de verwondering, de oorsprong van het filosofische denken. Daarnaast helpt ze ons om trouw te blijven aan de logische gevolgtrekking van een geponeerde stelling en dus aan dat wat waarheid genoemd kan worden. Waarom wordt het Arabisch verplicht ingevoerd in een Vlaamse school? Waarom wordt het
Arabisch eigenlijk gedoceerd in een Vlaamse school? En waarom wordt er überhaupt buitensporig veel Arabisch gesproken in Vlaanderen? De ruimte die deze column mij biedt, is te kort om deze vragen volledig uit te diepen. Maar de antwoorden laten zich raden. De Leuvense jongeren moeten worden voorbereid op de toekomst van morgen. Een toekomst waarin het Arabisch zomaar eens de voertaal zou kunnen worden in kleuterklassen, lagere scholen en overheidsdiensten. Misschien moet ik ook maar eens in mijn boeken duiken. Maar how! Misschien loop ik wel te hard van stapel. Volgens de directeur gaat het slechts om een “taalfilosofische oefening”, om het openbreken van de leerlingen hun horizon. Dat kan natuurlijk niet met lessen over de taalfilosofie van Wittgenstein of Austin, of door Chinees te doceren. Neen, het Arabisch is daar veel geschikter voor. Ieder weldenkend persoon ziet dan ook onmiddellijk dat het hier om veel meer gaat dan een taalfilosofische verbreding. De directie mag het water dan wel vertroebelen om het diep te doen lijken, maar gooit daarmee de deugd van de eerlijkheid overboord. Als je het mij vraagt, is er dan ook maar één correcte reactie op dit soort ideeën: Afuera!
PEPIJN DEMORTIER
Marc Andreessen (links) en Ben Horowitz (rechts) vertellen in hun videopodcast waarom ze voor Trump kiezen
Veel meer nodig dan een pedagogische tik op de vingers van sommige ouders
Het schooljaar begint andermaal onder een heel moeilijk gesternte. Aan de onderhandelingstafel wordt een stevig ideologisch debat uitgevochten over de onderwijskoepels, maar ook over de rol van het Nederlands. Ouders die weigeren om hun verantwoordelijkheid op te nemen, moeten desnoods een financiële sanctie krijgen. Maar ook de overheid heeft boter op het hoofd en moet dringend orde op zaken stellen.
Met het onderwijs gaat het van kwaad naar erger. Het lerarentekort dreigt naar een hoogtepunt te escaleren. Opnieuw zullen duizenden leerlingen geen Nederlands, Frans, wiskunde of economie krijgen. Bovendien haakt een derde van de beginnende leerkrachten af omdat de opdracht bijzonder zwaar is.
‘Overbeschermd’
Een tijd geleden trokken verschillende leerkrachten reeds aan de alarmbel. De laatste jaren heeft het onderwijs de leerling centraal gesteld. De leerlingen worden met warmte en welwillendheid benaderd, wat ten koste gaat
van de discipline om een vak te leren. “De slinger is intussen doorgeslagen”, liet onderzoeker Serge Dupont al verstaan. “Kinderen worden overbeschermd en ouders gaan steeds driester te keer om de rechten van hun kind op te eisen.”
“Ik heb al verschillende deliberatieklassenraden meegemaakt waarbij een pro-Deoadvocaat op de gang stond te wachten”, getuigde een leerkracht onlangs. Bovendien zijn leerkrachten via Smartschool zowat steeds bereikbaar en worden ze overstelpt met berichten van ontevreden ouders en leerlingen, die er dan ook nog de directie bij betrekken. Om hommeles te vermijden, passen heel wat
leerkrachten hun toetsen, taken en zelfs de punten aan. Welke leerkracht heeft zin om zich op het einde van het schooljaar voor een commissie te gaan verantwoorden over een tekort van een leerling? Bovendien wordt de leerkracht bij de minste fout of bij de kleinste afwijking van het leerplan in het ongelijk gesteld.
Welke leerkracht heeft zin om zich voor een commissie te gaan verantwoorden over een tekort van een leerling?
Daarom vormen de cijfers over het aantal zittenblijvers een serieuze onderschatting. Leerlingen dubbelen doorgaans hun jaar als de resultaten echt slecht zijn. Het overgrote deel van de twijfelgevallen wordt gewoon gedelibereerd om procedures en moeilijke ouders te vermijden. Dit jaar moeten ruim 27.000 leerlingen hun jaar overdoen. Daarmee doen we het een stuk slechter dan de rest van Europa. De cijfers in het Gemeenschapsonderwijs liggen een stuk hoger dan in het vrij onderwijs. Bovendien zijn er daarnaast nog ruim 30.000 leerlingen die frequent onwettig afwezig of langdurig ziek zijn.
Babylonisering
“We weten niet meteen waarom er bij ons zo veel leerlingen blijven zitten”, laat GO!-woordvoerder Nathalie Jennes optekenen. Hetzelfde geluid is ook bij het Katholiek Onderwijs Vlaanderen te horen. Onzin. Iedere leerkracht kan bevestigen dat de doorgeslagen diversiteit, de enorme instroom van nieuwkomers en de schrale kennis van het Nederlands voor een grote leerachterstand zorgen. “Met zowat de helft van de kleuters kan ik niet communiceren omdat ze geen woord Nederlands kennen”, liet een leerkracht me onlangs weten. De babylonisering van het onderwijs gaat in Vlaanderen in een rotvaart.
In steden zoals Antwerpen en Mechelen spreekt minder dan de helft van de leerlingen thuis Nederlands. Dat is een bijzonder zorgwekkende evolutie. Ouders zijn niet in staat om kinderen met hun huiswerk te helpen. Bovendien kunnen ze niet of onvoldoende communiceren met de scholen. Slechte schoolresultaten zijn het gevolg en werken doorgaans andere problemen in de hand, zoals bijvoorbeeld gedragsproblemen. Heel wat leerlingen in het basisonderwijs gaan over naar het secundair onderwijs op basis van leeftijd. Daardoor slaan leerlingen soms het vijfde en zesde leerjaar over zonder dat ze naar behoren kunnen lezen, laat staan schrijven. De gevolgen laten zich raden. Zowat 10 procent van de leerlingen kan na de eerste graad onvoldoende lezen en schrijven.
Racistisch
“Bovendien zijn veel leerkrachten bang om racistisch over te komen, waardoor ze de lat onbewust te laag leggen voor kwetsbare leerlingen van vreemde origine”, liet onderwijsspecialist Simon Mensaert een tijd geleden optekenen. Zo zag een school het te laat komen van de leerlingen door de vingers omdat dat “nu eenmaal tot de Afrikaanse cultuur behoort”. Om dezelfde redenen worden andere gedragsproblemen onder de mat geveegd en genegeerd.
Niet alle problemen kunnen aan de Vlaamse onderhandelingstafel worden opgelost. De impact van het opengrenzenbeleid van de afgelopen jaren is enorm op het onderwijs. De problemen en de uitdagingen in het onderwijs zijn synchroon toegenomen. Sommige ouders hebben inderdaad wel nood aan een pedagogische tik, maar het onderwijsdebat daartoe verengen - zoals bepaalde media dat doen - is de waarheid meer dan geweld aandoen. Er is inderdaad veel meer nodig dan wat gerommel in de marge. Wil Vlaanderen als regio aansluiten bij de Europese top, dan is het nu alle hens aan dek, ook op het federale niveau.
JULIEN BORREMANS
Linkse druk weegt voor de pers altijd zwaarder
Na het afspringen van de federale regeringsonderhandelingen over een zogenaamde Arizona-regering, concludeerden de media dat vooral Vooruit onder druk kwam te staan. PVDA, Groen en de vakbonden waren inderdaad niet mals voor wat ze lazen in de teksten van de uitgelekte ‘supernota’. Maar dat ook Vlaams Belang kritisch was voor de supernota, legt volgens de pers blijkbaar geen enkele druk op N-VA.
De vertegenwoordigers van de werkgevers stonden in hun eerste reactie eerder positief tegenover de supernota van Bart De Wever. De reactie van de vakbonden liet wat op zich wachten, maar was uiteindelijk zeer negatief. Vooral de socialistische vakbond reageerde als door een wesp gestoken. Dat hoeft ook niet te verwonderen als je weet dat de supernota voorstelt om één van de kernactiviteiten van de socialistische vakbond, de werkloosheid, te beperken in de tijd.
Alleen maar asociale besparingen?
Dat de nota ook voorstelt om de vakbonden rechtspersoonlijkheid te geven, en bovendien de vergoedingen voor het uitbetalen van de werkloosheidsuitkeringen wil beperken, zal ongetwijfeld een nog grotere rol gespeeld hebben in de negatieve reactie. Dat zijn immers twee potjes die de vakbonden liever onaangeroerd en gedekt willen houden omdat het merkwaardigheden zijn die vandaag amper nog in het openbaar te verdedigen vallen. Maar ze bezorgen de vakbonden wel een interessant juridisch privilege en een bijzonder lucratieve inkomstenbron.
De pers hielp de afgelopen week vooral mee om de linkse druk op Vooruit nog wat te op te voeren
Dat PVDA en Groen de supernota niet links genoeg vonden en vooral asociale besparingen zagen, hoeft natuurlijk niet te verbazen. Hetzelfde kan gezegd worden van de vakbonden, en dan zeker de socialistische. Maar de bijzonder hevige reactie van de vakbonden heeft dus
toch een wat diepere verklaring dan dat er in de supernota te veel besparingen zouden staan die af en toe als eens een asociaal neveneffect kunnen hebben.
Linkse druk weegt altijd zwaarder
Dat onze vaderlandse pers in de eerste plaats oor had naar de linkse kritiek, zal geen enkele lezer van dit blad verrassen. Het zal de lezer al evenmin verbazen dat de pers ook niet van plan was om bij die linkse kritiek enige andere analyse of commentaar te brengen dan dat er in die supernota inderdaad veel sprake is van allerlei besparingen.
Ten gronde klopt het natuurlijk dat PVDA, Groen en de vakbonden Vooruit onder druk zetten met hun kritiek op de inhoud van de supernota. Het is echter duidelijk dat de pers de afgelopen week vooral meehielp om de linkse druk op Vooruit nog wat op te voeren, in plaats van die linkse kritiek op haar beurt eens kritisch tegen het daglicht te houden of van wat context te voorzien.
Het is bovendien niet zo dat Vlaams Belang geen commentaar had op het afspringen van de federale regeringsonderhandelingen. Maar hoewel Vlaams Belang bij de laatste verkiezingen een kop groter werd dan PVDA en Groen samen, weerklonk die kritiek amper in de pers. De kritiek van twee partijtjes die ieder nog geen tien procent van de stemmen halen, werd voorgesteld als massief en algemeen, terwijl er van kritiek uit rechtse hoek amper sprake leek. Dat ‘onze’ media het altijd liever nog wat linkser zien, is natuurlijk geen nieuws. Boekt links vooruitgang in een of andere verkiezing, of het nu in eigen land is of in het buitenland, dan klinkt het meteen dat gehoor moet gegeven worden aan het signaal van de kiezer, die
een stevig links beleid gevraagd heeft. Maar gaat rechts erop vooruit, dan klinkt het plots dat het belangrijk is dat de winnaars rekening houden met de verliezers, en zou het nefast zijn voor de eenheid van het land en de democratie als er toch een stevig rechts beleid zou gevoerd worden.
Staatsmanschap
Het is dus niet omdat Vooruit amper half zo groot is als N-VA, en de linkse oppositie een pak kleiner dan de rechtse oppositie, dat de pers vindt dat het federale regeerakkoord ook wat rechtse elementen mag bevatten. Dat een commentator bij het uitlekken van de teksten zou concluderen dat de onderhandelaars toch beter wat meer naar rechts zouden opschuiven om beter tegemoet te komen aan de uitslag van de verkiezingen, is minder waarschijnlijk dan dat Poetin morgen zijn troepen volledig uit Oekraine terugtrekt en bovendien de oblast Koersk
vrijwillig afstaat als compensatie voor de geleden schade. Er vielen dan ook geen oproepen aan het adres van Conner Rousseau te bespeuren om wat staatsmanschap te tonen en te weerstaan aan de druk van de linkse oppositie en de vakbonden. Integendeel zelfs. Die oproepen tot staatsmanschap zullen er later wel komen, maar dan in de omgekeerde richting aan het adres van Bart De Wever. Die zullen er ook komen aan topfiguren binnen MR, om in die partij de federale onderhandelingen over te nemen uit de handen van Georges-Louis Bouchez. Staatsmanschap, dat is immers wanneer linkse politici vasthouden aan hun linkse standpunten en rechtse politici hun rechtse standpunten loslaten, om samen een links beleid te gaan voeren, tegen de wil van de kiezer in. De supernota en de begrotingstabellen die verleden week gelekt werden, zijn nog veel te rechts om nu al op te roepen tot staatsmanschap. FILIP VAN LAENEN
Leerkracht lager onderwijs in Heverlee
Conner Rousseau op 23 augustus toen De Wever z’n ontslag als formateur aanvaard werd
Cd&v wil beslissing van Gilkinet over Boeing 777 juridisch onderzoeken
De commotie die ontslagnemend minister van Mobiliteit Georges Gil kinet (Ecolo) rond de Boeing 777-toestellen op de luchthaven van Za ventem veroorzaakte, kan even gaan liggen. Gilkinet schreef een mi nisteriële instructie uit om het gebruik van die toestellen ’s nachts te verhinderen, maar schort de toepassing ervan op. De Vlaamse partijen eisen dat de Ecolo-minister de volledige instructie intrekt.
Pakjesbedrijf DHL kreeg de afgelopen tien jaar een uitzondering op de regel dat er geen nachtvluchten mogen worden uitgevoerd met Boeing 777-toestellen op de luchthaven van Zaventem. Omdat de vliegtuigen voor de route van Brussel naar Leipzig niet volgetankt moeten worden, valt de geluidsoverlast mee. Minister van Mobiliteit Georges Gilkinet besloot echter om die regeling te schrappen. Die beslissing viel al een tijd geleden, maar de toepassing ervan is recent.
Belangenconflict
Dat leidde tot consternatie binnen de Vlaamse regering. Ben Weyts (N-VA), die bevoegd is voor de Vlaamse Rand, had het over een “ezelsstamp” van een minister op weg naar de uitgang. “Op weg naar de uitgang trapt Gilkinet nog na naar een florissant in Vlaanderen
gevestigd bedrijf”, klonk het begin augustus bij Weyts. Hij riep toen zijn collega-ministers op om een belangenconflict in te roepen tegen het besluit van Gilkinet.
De meerderheidspartijen gingen daarmee akkoord. Op 9 augustus werd Gilkinet verwit tigd dat de Vlaamse regering de procedure zou opstarten. Door de toepassing van zijn ministe riële instructie nu op te schorten, neemt hij het zekere voor het onzekere en kiest hij voor ge sprekken met de Vlaamse regering. Draaien die gesprekken op niets uit, is het aan de volgende federale regering om een oplossing te zoeken.
Aanval in de Kamer
Dinsdag kwam de Kamercommissie Mobili teit bijeen om het over de kwestie te hebben. Cd&v-parlementslid Tine Gielis stelde zich daar vragen bij de methodiek van de Ecolo-minister.
De Wever pleit voor luchtverdediging
rond Antwerpse haven
Antwerps burgemeester en federaal formateur Bart De Wever wil luchtafweergeschut voor de Antwerpse haven. Dat zegt hij in een interview met Gazet Van Antwerpen. Hoewel hij hoopt dat de oorlog in Oekraïne snel tot een einde komt, is hij van mening dat de haven bijkomend beschermd moet worden.
De afgelopen jaren is er door België (te) weinig geïnvesteerd in defensie. De partijen met wie formateur Bart De Wever (N-VA) een federale coalitie probeert te vormen, zijn het er quasi allemaal over eens dat dat de komende legislatuur moet veranderen. De Wever zegt nu ook in een interview met GVA dat hij meer wil investeren in defensie. Concreet wil hij ook luchtafweergeschut rond de Antwerpse haven.
De oproep van De Wever past in een grotere vraag naar meer bescherming voor de strategische punten in ons land
“Ik stelde dat een paar jaar geleden al voor, maar werd toen al zot verklaard”, aldus De Wever. “Wie lacht er nu nog?” Volgens hem zouden bedrijven niet langer willen investeren in de Antwerpse haven als hun fabrieken niet veilig zijn.
“Gevaarlijk precedent” in Brussel
De drie Franstalige partijen die proberen een Brusselse regering te vormen, hebben besloten om de verstrenging van de emissienorm voor de lage-emissiezone (LEZ) in Brussel uit te stellen. Dat deden ze zonder meerderheid aan Vlaamse zijde. Nederlandstalig formateur Elke Van den Brandt spreekt van een “duidelijke vertrouwensbreuk”. Ook Cieltje Van Achter (N-VA) heeft het over “een gevaarlijk precedent”, hoewel ze het een goede zaak vindt dat de verstrenging uitgesteld wordt. Volgens Van Achter bewijst dat de nood aan een Vlaamse meerderheid.
Nadat de Franstaligen vorige week al begrotingsgesprekken startten zonder Vlaamse meerderheid, besloten MR, PS en Les Engagés nu ook om de verstrenging van de emissienorm uit te stellen. “Een duidelijke vertrouwensbreuk en een gebrek aan respect voor de Nederlandstalige partijen in aanloop naar de vorming van een nieuwe Brusselse regering”, vindt Elke Van den Brandt, die aan Nederlandstalige zijde een meerderheid probeert te vormen.
Dit zijn gevaarlijke precedenten voor de Vlaamse gemeenschap in Brussel
– Cieltje Van Achter –
Brussels fractieleider Cieltje Van Achter (N-VA) vindt dat een signaal om dringend volwaardige formatiegesprekken met een Vlaamse meerderheid op te starten. “Dit zijn gevaarlijke precedenten voor de Vlaamse gemeenschap in Brussel”, aldus Van Achter op X. Momenteel spreekt Van den Brandt (Groen) enkel met Open Vld en Vooruit. De christendemocraten willen niet instappen, N-VA en Groen is een moeilijke combinatie en met Team Fouad Ahidar wil meer dan één partij niet samenwerken.
Theo Francken herverkozen tot delegatieleider NAVO-parlement
Kamerlid Theo Francken (N-VA) is door de Kamer van volksvertegenwoordigers opnieuw aangeduid als delegatieleider voor de Parlementaire Assemblee van de NAVO voor ons land. Hij bekleedt die functie sinds 2019 en sindsdien is er op geopolitiek vlak heel wat veranderd. “Poetin heeft er met zijn uiterst gewelddadig en imperialistisch avontuur voor gezorgd dat het vuur in de NAVO weer werd aangewakkerd”, klinkt het bij Francken.
De Parlementaire Assemblee van de NAVO, of kortweg het ‘NAVO-parlement’ bestaat uit parlementsleden uit alle lidstaten van de NAVO. De Assemblee consulteert over en binnen de NAVO, doet aan parlementaire diplomatie en brengt rapporten uit over veiligheidsaangelegenheden. Volgens Francken bewijst de Assemblee dat de NAVO “een gemeenschap van democratieën” is “die zelfbewust en solidair instaat voor elkaars veiligheid”. De Belgische delegatie is samengesteld uit zeven effectieve en zeven plaatsvervangende leden, die bestaan uit leden van de Senaat en de Kamer. Investeren in Defensie
Theo Francken leidt de delegatie dus opnieuw. “Een grote eer”, reageert hij. Tegelijk zegt hij bekommerd te zijn over de reputatie van België binnen de militaire organisatie. “Ik ben bezorgd dat onze NAVO-partners dit land meer en meer als een ‘free rider’ aanzien. De jarenlange desinvesteringen in Defensie brengen niet alleen de veiligheid van onze burgers in het gedrang, maar zullen ook jobs kosten, door het wegtrekken van NAVO-instellingen.”
Het N-VA-Kamerlid benadrukt dat de situatie grondig veranderd is sinds hij in 2019 de Belgische delegatie is beginnen te leiden. “In 2019 twijfelde Frans president Macron nog aan de vitaliteit van de NAVO. Kort daarna zorgde Poetin met zijn uiterst gewelddadige en imperialistische avontuur ervoor dat het vuur in de NAVO weer werd aangewakkerd”, aldus Francken. “Het bondgenootschap, dat op zoek was naar zijn plek in een wereld in verandering, staat nu steviger en eensgezinder dan ooit.”
Het besef dat een sterke defensie nodig is, lijkt in heel West-Europa doorgedrongen. Met de regeringsvorming op de agenda, benadrukt Francken dat landsverdediging voor zijn partij belangrijk is. “We zijn het aan onszelf verplicht om ons deel te doen binnen dit bondgenootschap en meer te investeren in Defensie. Onze samenleving en industrie kunnen er alleen maar wel bij varen”, besluit hij.
Georges Gilkinet
Theo Francken tijdens de vergadering waarop hij verkozen werd
Bart De Wever in de haven
Een samenleving verandert niet enkel door criminelen en werklozen
Het succes van een immigratiestroom wordt doorgaans beoordeeld aan de hand van twee variabelen: werkloosheid en criminaliteit. We gaan ervan uit dat de toevoeging van mensen die werken en geen inbreuk maken op de strafwet, geen aandacht van het beleid behoeft. Een overdreven eenvoudige visie op mens en maatschappij.
Wie wel eens de bus van Leuven naar Brussel (of vice versa) neemt, begrijpt dat. In België is de taal grondwettelijk vrij, wat onder meer betekent dat zo’n busrit - althans vanaf/tot Zaventem - in het Frans, Arabisch of Turks plaatsvindt. De meesten van die passagiers zijn gewoon onderweg naar hun werk. Zij overvallen geen oude vrouwtjes en dealen geen drugs. En toch. Toch erkent iedere pendelaar het verschil tussen een reisomgeving waarin men elkaar begrijpt en één waarin dat niet het geval is. En dat verschil, dat is niet klein. Linguïstische hekken
Dat de nieuwkomer Nederlands moeten leren, wordt door links en rechts gerechtvaardigd vanuit het perspectief van de nieuwkomer. Niet verwonderlijk: zijn kansen op de arbeidsmarkt nemen drastisch toe van zodra hij de taal machtig is. Dat is een goede reden om taalbeheersing dwingender te maken, maar niet de enige.
Een gemeenschap heeft het recht om zichzelf te begrijpen. Wanneer in het (quasi-)openbaar domein - markten, sportcentra, universiteiten, treinen en bussen - een dozijn talen wordt gesproken, worden linguïstische hekken opgetrokken. En die hekken zijn niet enkel een obstakel voor anderstaligen die met elkaar willen praten. Wie op de bus zit, heeft door de band genomen immers weinig zin om een conversatie aan te knopen met een wildvreemde, of die nu Nederlands spreekt of niet. Toch is het voedend voor een gemeenschap om elkaar te verstaan; om zich te ergeren wanneer de buurman iets onnozel zegt of dieper na te denken wanneer hij een goed punt maakt. Ook dat is samenleven, ook dat is gemeenschap.
Eigen risico
Anderstaligheid is een maatstaf voor de maatschappelijke stand van zaken die niet gevat wordt door werkloosheidscijfers en misdaadstatistieken. En zo zijn er nog wel wat.
Wie na zijn busrit van Leuven naar Brussel - lijn 358, herdoopt naar ‘R90’ - arriveert in het Noordstation, wordt geconfronteerd met een ander straatbeeld. Niet met criminelen of werklozen (al zijn die er ook), maar met leden van een geloofsgemeenschap die vijandiger staan tegenover, bijvoorbeeld, vrouwelijke - en nu gebruiken we vette aanhalingstekens - ‘vrijpostigheid’.
‘Vijandig staan tegenover’ is evenwel geen misdrijf, toch zolang het niet uitmondt in (seksueel) geweld; de overheid bestraft vooralsnog niet wat er zich onder de hersenpannen van haar burgers bevindt. Een attitude volstaat evenwel om een gemeenschap te veranderen. Sommige dames zullen zich anders kleden, anders gedragen wanneer ze in bepaalde buurten rondlopen, andere zullen die gewoonweg mijden. Attitudes creëren een gevoel, en een gevoel creëert een realiteit.
Wie inclusief burgerschap een warm hart toedraagt, promoot een totaalvisie op integratie en reduceert het succes ervan niet tot strafrecht en sociale bijdragen. Niet ieder aspect wordt gevat door de wet of een Excelsheet. Dat negeren doen we op eigen risico.
ROAN ASSELMAN, VOORZITTER CUSTODES INSTITUUT
Tips voor rechtse bestuurders
werk hard
Na de lokale verkiezingen van 13 oktober zal ik geen politiek mandaat meer hebben. Na 28 jaar in diverse parlementen en na 30 jaar gemeenteraad, is het tijd om het estafettestokje door te geven. De voorbije 12 jaar was ik ook schepen van onder meer Onderwijs, Vreemdelingenzaken en Inburgering, Erfgoed en Vlaams karakter in Aalst, een stad met meer dan 90.000 inwoners. Op vraag van de redactie van dit eerbiedwaardige blad heb ik mijn ervaringen neergeschreven in de vorm van zes bijdragen met ‘tips voor rechtse bestuurders’. Ik doe dat met veel schroom, want ik heb de voorbije jaren zelf ook wel eens gezondigd tegen wat ik nu allemaal neerpen. Een mens leert altijd bij... Hopelijk zijn mijn tips waardevol voor alle kandidaten die het hart Vlaams en rechts dragen, en straks ergens mee kunnen besturen. Aan de andere lezers bieden ze hopelijk een interessante inkijk in de wondere wereld van de lokale politiek.
Toen ik twaalf jaar geleden tot schepen van de stad Aalst werd aangesteld, kreeg ik op mijn eerste werkdag de sleutels van mijn kabinet. Ik kwam binnen in een ruimte met tafels, bureaustoelen en vooral veel lege kasten. In één van de kasten had mijn socialistische voorganger wel een paar flessen sterke drank achtergelaten. Ik ga ervan uit dat dat een vergetelheid was en geen vriendelijk gebaar. Er was geen verwelkoming, geen overdracht van dossiers en geen opleiding. Als u straks als rechtse bestuurder in een schepencollege terechtkomt, zal u hopelijk een betere start kunnen nemen, maar vaak zal de wisseling van de wacht in even bitsige omstandigheden verlopen.
Het zijn vogels van diverse pluimage die tot het schepenambt worden geroepen en die dan zes jaar lang tot elkaar veroordeeld zijn. De aanduiding gebeurt meestal op basis van behaalde voorkeurstemmen. Dat klinkt eerlijk, maar ik wil hier toch een kanttekening bij maken: populariteit is geen garantie voor inzet of bekwaamheid.
Op de moeilijke weg van het harde werk is er een valstrik gespannen: micromanagement
Een schepen kan twee verschillende wegen bewandelen. Er is de relatief gemakkelijke weg, waarbij het werk grotendeels gebeurt door de gemeentelijke diensten. De schepen kan zich dan beperken tot de formele goedkeuring van de door de diensten voorgestelde beslissingen en het op tijd en stond voorlezen van een door de diensten voorbereide speech. De schepen is dan wel niet veel meer dan een politieke façade van wat de administratie beslist. Op sommige beleidsdomeinen vind ik dat overigens verdedigbaar. Wanneer het
gaat over de restauratie van een kerk of de bouw van een school, hoefde ik als schepen geen mening te hebben over de kleur van de bakstenen of de dikte van het vensterglas. Bij ideologisch meer gevoelige thema’s mag van een Vlaams-nationale burgemeester of schepen natuurlijk een actievere houding verwacht worden. Dan is er enkel de moeilijke weg: die van hard werken om richting te geven aan het beleid. Overleg plegen, dossiers instuderen, regelgeving doornemen, draagvlak zoeken en vaak een stevig potje discussiëren, zijn essentiële voorwaarden om impact te kunnen hebben op de besluitvorming. Kan een schepenmandaat dan nog wel gecombineerd worden met andere activiteiten? Die vraag is niet eenduidig te beantwoorden. Zelf ben ik na een legis latuur gestopt met de cumulatie met het mandaat van Vlaams Parlementslid. Toch kan de aanwezigheid van een burgemeester of schepen in ‘Brus sel’ politiek relevant zijn. Veel hangt af van de grootte van de ge meente, de bevoegd heden van de schepen en vooral van de per soon. Mensen verschillen. Er zijn sujetten die niet eens geschikt zijn om in een adviesraad te zete len, anderen kunnen perfect een aantal be langrijke mandaten combineren.
Populariteit is geen garantie voor inzet of bekwaamheid
Op de moeilijke weg van het harde werk is er een valstrik gespannen: die van het micromanagement. Een lokale bestuurder kan zich, gedreven door verantwoordelijkheidsbesef en perfectionisme, gemakkelijk verliezen in bergen werk. Dat duurt dan, zo heb ik zelf moeten ondervinden, tot je op je fysieke en mentale grenzen botst. Daarom nuanceer ik de titel boven dit stukje, want hard werken is zeer verdienstelijk, maar veel belangrijker is het om doelgericht teken en focus op wat echt belangrijk en
Installatie gemeenteraad Aalst met Karim die de eed aflegt bij burgemeester Christoph D’Haese in 2013
Karim
“Leren om de uitdaging durven aan te gaan, is erg belangrijk”
Het nieuwe schooljaar startte deze week op maandag 2 september. Met tegelijkertijd de Vlaamse regeringsonderhandelingen, gaat er extra aandacht naar de opstart. Tijd voor een gesprek met Koen Daniëls (N-VA). Hij maakt deel uit van het onderhandelingsteam van N-VA. In dit interview gaan we dieper in op een aantal onderwijsthema’s. Daniëls wil de vrijheid van onderwijs - in termen van autonomie voor scholen en leerkrachten - niet op de schop. “Maar we moeten wél de vinger aan de pols kunnen houden inzake onderwijskwaliteit.”
Over de onderwijsnota’s lekte al heel wat in de media, waardoor onderwijsvakbonden en koepels ongerust zijn over de veranderingen die een - vooralsnog voorwaardelijke - regering van N-VA, Vooruit en cd&v zou doorvoeren. “Ik betreur dat”, zegt Daniëls. “Die lekken die in de kranten verschenen, zijn halve flarden van zaken die soms door de ene of de andere geopperd werden, maar niet de finale tekst zijn. Daar werken we nog volop aan. Maar blijkbaar willen sommige partijen, of organisaties met banden met bepaalde partijen, op die manier de druk wat verhogen. Ik denk dat dat meer kwaad dan goed doet, zowel voor de onderhandelingen als voor de leerkrachten en ons onderwijs.”
Wat is uw boodschap dan voor die ongeruste leerkrachten en vakbonden?
“Dat we ons echt wel willen richten op de kernpunten: onderwijskwaliteit naar boven en lerarentekort oplossen. Op het einde van vorig schooljaar hebben een aantal onderwijsvakbonden betoogd tegen een adviesrapport van een onafhankelijke commissie, waar geen beleidsdaden aan vasthingen. Eén vakbond, COV, heeft daar niet aan meegedaan. Dat vond ik toen van die vakbond een volwassen reactie, want er was niets. Ik hoop dat in deze de vakbonden ook zullen kijken naar alles wat in het uiteindelijke akkoord zal zitten. En vooral: we hebben een lerarentekort. Dus we moeten inspanningen doen, niet alleen om leerkrachten aan te trekken, maar ook om ze te houden. En dan gaat het ook over het comfort van leerkrachten en lokaal HR-beleid van de scholen. Ook planlast is er een grote brok van. Maar we moeten het ook hebben over ouderlijke verantwoordelijkheid, want daar bijten leerkrachten en directies hun tanden vandaag op stuk.”
U zegt specifiek ‘leerkrachten houden’.
“We moeten zorgen dat er meer bijkomen. Maar ik zeg ook specifiek ‘houden’, omdat dat de eerste stap is om dat tekort in te dij-
ken en ervoor te zorgen dat diegenen die al in het onderwijs werken, daar ook blijven. Net zoals wie kiest voor de lerarenopleiding, ook effectief een kwalitatieve leraar wordt en blijft. Dat vind ik belangrijk. Ik ben zelf leerkracht geweest en heb met enorm veel leerkrachten gesproken: voor hen gaat het vaak over respect. De leerling en zijn ouders moeten respect hebben voor de leraar en daarom hameren we op die ouderlijke verantwoordelijkheid. Maar ook het beleid moet de leerkracht respecteren.”
En het beleid, dat zijn jullie?
“Je hebt het overheidsbeleid: minister, parlement en regering. Maar je hebt ook het beleid van de koepel, met de leerplannen en de pedagogische wenken. En dan heb je nog eens het HR-beleid van de school waar de leerkracht werkt. En al te vaak wordt alles op één hoop gegooid en doet men alsof de overheid alles kan oplossen.”
Al te vaak wordt alles op één hoop gegooid en doet men alsof de overheid alles kan oplossen
“Ik geef een concreet voorbeeld: je moet van elke leerling een volledig in volzinnen uitgeschreven document bijhouden. Maar wij vragen dat helemaal niet, noch minister Weyts, noch het parlement, noch de Vlaamse regering, noch de onderwijsinspectie. Het kan dat je dat moet doen, maar dan is dat een keuze van de lokale inrichtende macht: de directeur. Ik vind dan ook dat die het lef moet hebben om daar voor uit te komen dat zij dat vragen. En als leerkrachten dat een meerwaarde vinden voor hun lespraktijk en hun leerlingen, dan kan dat. Maar doe dat in overleg en erken de professionaliteit van leerkrachten.”
Vindt u dat de overheid paal en perk moet kunnen stellen aan dergelijke eisen van directeurs en koepels?
“Dat is voor mij zeer belangrijk. Maar de vrijheid van onderwijs is voor mij de vrijheid in hoofde van de leerkracht en in hoofde van de individuele school. Maar het doel moet altijd zijn: een goede onderwijskwaliteit en een professionele omgeving voor leerkrachten. Die vrijheid van onderwijs wordt vandaag nog te vaak gebruikt om andere doelen te dienen dan de kwaliteit en de tevredenheid van de leerkrachten.”
“Om nieuwe leerkrachten aan te trekken, moeten we er in de eerste plaats voor zorgen dat de bestaande leerkrachten willen blijven. Daarom heb ik er altijd voor gepleit dat directies exitgesprekken moeten doen als leerkrachten stoppen, om te weten te komen waarom ze ermee ophouden, zowel als ze stoppen met de job of stoppen in die specifieke school en naar een andere gaan. Dat is toch cruciale informatie om als school mee aan de slag te gaan. Dat is HR-beleid. Daar kunnen wij vanuit Brussel helaas niets aan doen, want als we dat opperen, zijn er onmiddellijk een aantal groepen die ons van staatspedagogiek betichten. Maar je moet toch willen weten waarom een leerkracht stopt?”
“Ik wil toch nog een kleine nuance aanbrengen rond dat lerarentekort. Vorige week ben ik de boeken van mijn kinderen gaan halen en toen vroeg ik of er op hun school een tekort was. Ja: een halftijdse muziekdocent en een halftijdse godsdienstleerkracht. Op een school van 2.000 leerlingen valt dat goed mee. Er zijn andere scholen, soms met nog meer leerlingen, die veel grotere tekorten hebben. En dan moet je je de vraag durven stellen waaraan dat ligt. Waarom kampt de ene school niet of minder en de andere school meer met een tekort? Als ik nu hoor dat er een school in Leuven Arabisch gaat aanbieden en dat leerkrachten dat niet op voorhand wisten, dan zou het geen wonder zijn als zij plots met wat vertrekkers zitten.”
Vindt u dat een goed idee van die school?
“Het is niet de minister, niet het parlement, niet de regering, maar de school die deze keuze maakt. Kan de school die keuze maken? Ja. Is dat een wijze keuze? Als die volledig gedragen is bij uw leerlingen, leerkrachten en personeel, zou dat een wijze keuze kunnen zijn. Maar als ik nu al die reacties lees, vrees ik dat dat een ‘top-down’-beslissing is geweest.”
Is er wel echte vrijheid van onderwijs in Vlaanderen? N-VA verzet zich bijvoorbeeld erg vaak tegen de erkenning van islamitische scholen en uit die hoek hoor je geregeld: ‘Er is geen vrijheid van onderwijs, wij kunnen nooit opstarten.’
“Waar wij ons vooral zorgen over maken, is vanuit welke intentie een school opgericht wordt. En dan zijn er toch een aantal keren geweest dat wij zowel bij bestuurders van de school, maar ook in geldstromen, sterke politieke en andere banden ontdekten. Zo werd duidelijk dat niet zozeer de idee om kinderen maximaal in een Vlaamse context op te leiden, om in Vlaanderen te wonen en te werken, de prioriteit was. Vanaf het moment dat die zaken of de gelijkheid tussen man en vrouw, de scheiding tussen kerk en staat en de mensenrechten op de helling komen te staan, zeggen wij ‘neen’. Daar gaan wij de kinderen en de Vlaamse maatschappij geen goed mee doen.”
Is het überhaupt nog van deze tijd om onderwijs vanuit een godsdienst te organiseren?
“De tijd evolueert, maar Vlaanderen is wel geworteld in de katholieke traditie. Hoe je het ook draait of keert, onze normen en waarden hebben een bepaalde context. Op zich is er niets mis met onderwijs gestoeld op levensbeschouwing. Maar je kan je levensbeschouwing niet gebruiken als argument om bepaalde zaken die belangrijk zijn voor de onderwijskwaliteit niet te doceren. Per slot van rekening is het de Vlaamse belastingbetaler die het betaalt.”
zwemmen? Gezonde maaltijden uitdelen, zelfs rijlessen geven,… Dat gaat toch niet? Op die manier verliezen we de kern van het onderwijs, want de tijd is nu eenmaal beperkt.”
WE MOETEN
INSPANNINGEN DOEN,
NIET ALLEEN OM
LEERKRACHTEN AAN TE TREKKEN, MAAR OOK
OM ZE TE HOUDEN
Wat is wat u betreft dan de kerntaak?
“Hoofd, handen en hart, zeg ik altijd. Dat betekent niet dat alles wat we erbij nemen niet zinvol is. Maar de vraag moet altijd zijn: wat schrap je of wat doe je op minder tijd? En als we vaststellen dat er te weinig tijd is voor begrijpend lezen en rekenen, dan is er een probleem en moet daar opnieuw meer tijd aan besteed kunnen worden. En dat gaat niet door er allerhande zaken aan toe te voegen.”
Er is altijd veel te doen geweest over het gebruik van de thuistaal op school en N-VA heeft zich altijd uitgesproken als tegenstander.
“Om te communiceren en elkaar te verstaan heb je, tot spijt van wie het benijdt, in Vlaanderen de Nederlandse taal nodig. We hebben een grote democratiseringsgolf meegemaakt in ons Vlaams onderwijs. Ook toen waren er nieuwkomers, met name gastarbeiders. Kijk naar Zuhal Demir, maar ook Meyrem Almaci, hier uit mijn eigen gemeente Sint-Gillis-Waas, die de beste voorbeelden zijn wat die democratisering heeft betekend. Wat deden de leerkrachten tijdens de middagpauze? Die gaven toen veelal een verplicht taalbad Nederlands. Dat is erg emancipatorisch geweest voor heel wat kinderen van de eerste generatie, die wel onmiddellijk zijn kunnen gaan studeren. Dat is toch waarover het gaat? En dan begrijp ik niet dat een aantal van die mensen nu voor het gebruik van de thuistaal blijven pleiten. Dat is het omgekeerde van wat ze zelf hebben ervaren.”
ren zitten er. Ik ben dus de laatste die zegt: doe de tent dicht. Met N-VA hebben wij altijd die vrijheid van onderwijs verdedigd en ik zal dat ook altijd blijven doen. Dat is namelijk net de motor van de kwaliteit van ons onderwijs: beter willen doen, sterker willen doen. Maar waar de verdedigers van de vrijheid van onderwijs mij een beetje kwijtraken, is het gegeven dat zij in plaats van de lat hoog te leggen, de lat naar beneden willen halen. We zagen in pedagogische wenken - die niet van de overheid komen - dat technisch lezen minder belangrijk was en er gefocust moest worden op leesplezier. Of dat bij Frans werkwoordvervoegingen niet meer gekend moesten zijn. Dan raak je mij kwijt. En dan hoef je er niet van te schrikken dat sommige krachten, onder meer bij Vooruit, zeggen dat ze meer grip op het onderwijs willen.”
“Voor mij is het vrij eenvoudig: ik wil een sterkere outputcontrole, maar minder controle op wat er voordien gebeurt. Maar als blijkt dat die manier waarop niet leidt tot de gewenste output, dan moeten we wel ingrijpen. En de hele teneur die er geweest is dat ambitieus zijn tegenover leerlingen slecht zou zijn, daar ben ik het niet mee eens. Wat panache, wat grinta, dat is niet slecht voor het welbevinden van leerlingen. Je ergens voor inspannen, kleine succesjes boeken, maar evengoed eens met je hoofd tegen de muur lopen, is ook mensvorming.
Leren om de uitdaging durven aan te gaan, is erg belangrijk.”
Een goede onderwijskwaliteit en een professionele omgeving voor leerkrachten moeten altijd het doel zijn
veren-Waas en in West-Vlaanderen ook Beveren-Leie. Ja, als we afspreken in Beveren en je hebt geen idee, en je vertrekt in Brussel en de gps stuurt je langs de E40 richting West-Vlaanderen… Als er dan nergens een belletje gaat rinkelen, hebben we een probleem. Daarom is een basiskennis voor alle leerlingen, of ze nu in TSO, KSO, BSO of ASO zitten, belangrijk. Want dat is de reden waarom ze u in uw leven niet gaan bedotten.”
Hoofd, handen en hart, zeg ik altijd
“Zelf gaf ik wetgeving in TSO en BSO. Ik gaf hen altijd de opdracht om hun abonnementscontract van hun gsm mee te nemen. Drie vierde van hen wist niet eens meer waar dat contract was. Maar ze kochten wel allemaal een gsm van 1 euro, waardoor ze vasthingen aan een contract. Dat is wiskunde, begrijpend lezen en snel kunnen rekenen. Dat is gewoon basis. En ik merk bij leerkrachten dat ze dat heel graag terug zouden willen geven, en terecht.”
Waarom gebeurt dat niet?
De drempels om zelf een school op te richten buiten de koepels, zijn ook relatief groot.
“Ja, maar bijvoorbeeld bij de LAB-scholen zien we dat het wel lukt. Ik denk ook dat het belangrijk is dat er drempels zijn. We betalen alle leerkrachten en directies, dus dat is al niet min. We gaan ook subsidiëren. En het laatste is volgens mij een belangrijk punt: als je als overheid zegt dat het oké is, moet je ook aan de ouders kunnen garanderen dat het effectief oké is en hun kinderen daar een rechtsgeldig en kwalitatief diploma krijgen. En vandaag in onze complexe maatschappij, met de vele uitdagingen die er zijn, vind ik wel dat er bepaalde voorwaarden mogen zijn vooraleer iemand een school mag oprichten.”
Bent u in principe voor leerplicht of schoolplicht?
“In de feiten is leerplicht in Vlaanderen naar school gaan. Een minieme minderheid van de leerlingen doet dat niet. Het doel is die kinderen onderwijs te laten genieten en dat is zowel voor zichzelf als voor de leerkrachten in de volgende jaren belangrijk. Vraag is of die ouders anders gaan reageren op leerplicht of schoolplicht. We moeten ouders wel prikkels geven om hun kind al vroeger naar de kleuterschool te sturen. In ons verkiezingsprogramma werd de leerplichtleeftijd ook verlaagd tot drie jaar. Als je gaat naar een systeem van schoolplicht, krijg je ook een heel andere constellatie en debatten, met uitzonderingen die ingevoerd moeten worden, bijvoorbeeld voor zieke kinderen.”
Er is geregeld discussie over wat er precies tot het takenpakket van het onderwijs behoort.
“Eender welk probleem dat zich voordoet in de maatschappij, telkens horen we dat het onderwijs het moet het oplossen. Er gebeuren tragische ongevallen aan de Vlaamse kust en het onderwijs moet iedereen leren zwemmen in open water. Gaan we iedereen uit Limburg iedere week naar
Als overheid is uw macht in het onderwijs beperkt. Zou die uitgebreid moeten worden?
“Als we ergens vaststellen dat het echt niet goed loopt, vind ik wel dat we op een bepaald moment sneller en sterker moeten kunnen ingrijpen. We geven 18 miljard euro uit aan onderwijs. De enige grondstof die we hebben, bevindt zich tussen anderhalve en twee meter boven de grond. Dan moeten we als overheid toch tegen de maatschappij kunnen zeggen dat als we echt vaststellen dat het niet goed gaat, we snel en gericht kunnen ingrijpen.”
Dat proberen jullie onder andere te doen met de Vlaamse toetsen?
“Exact. Dat is de kanarie in de koolmijn. Vandaag de dag moeten de minister en het parlement afgaan op de onderwijsinspectie. Ten eerste zijn die gegevens zo meta dat we iets op kleinere schaal moesten hebben, ook voor de school zelf. Anderzijds is het ook opvallend dat de inspectie nooit de alarmbel heeft geluid voor wat we wél zagen in internationale vergelijkingen.”
Hoe komt dat dan?
“Wel, blijkbaar lag de focus van de onderwijsinspectie in het verleden elders. Het ging daar meer over het leerproces dan over het resultaat en dat is opvallend. Want over het proces, de pedagogische aanpak, kunnen wij als overheid eigenlijk niets zeggen. Dan is het toch raar dat je vraagt aan de onderwijsinspectie om niet op resultaat, maar op proces te evalueren? Daarom is het goed dat we nu de Vlaamse toetsen hebben ingevoerd: voor waar het goed gaat, is dat een opsteker, maar waar het misgaat, kan de school zelf sneller ingrijpen en kunnen wij getrapt tussenkomen.”
Er was die Instagrampost van Conner Rousseau, die de vrijheid van onderwijs sterk in vraag stelde en als overheid het onderwijs in handen wilde nemen.
“Ik ben zelf een product van dat vrij onderwijs, ik heb zelf lesgegeven en onze kinde-
“Ik geef nog een voorbeeld. Van leerlingen die voor Latijn kiezen, wordt gezegd dat het sterke leerlingen zijn. Dat is ook zo. Maar wat stellen we vast? Zij leren Nederlandse grammatica en syntaxis in het Latijn, omdat ze het niet meer in het Nederlands leren in de lagere school. De leerkrachten Latijn en Frans in de eerste graad secundair onderwijs moeten uitleggen wat het verschil is tussen een meewerkend voorwerp en een lijdend voorwerp. Dat kan toch niet? Grammatica, is dat het leukste wat er is? Neen. Is dat moeilijk?
Ja. Maar het maakt wel dat je achteraf een zin kan maken en een zin kan lezen en begrijpen. Ergens in het onderwijs is het idee binnengeslopen dat als het saai is, het niet gegeven moet worden. En bijgevolg rijden die leerlingen, ook in BSO en in TSO, in de miserie bij Frans. Maar zij zullen ook in de miserie rijden als ze een moeilijke tekst van een gsm-contract krijgen, omdat ze de zinnen niet begrijpen. En het is niet de overheid die zinsontleding schrapte. Dat gebeurde in de leerplannen van de koepels.”
Die kentering is nu wel ingezet.
“Ja, maar we hebben er wel twintig jaar over gedaan, hé. Bij de vorige regeringsonderhandelingen werd nog betwist of de kwaliteit van het onderwijs wel achteruitging. De koepelhoofden zijn de vorige legislatuur, toen we zo slecht scoorden op Nederlands, met het busje naar Nederland gereden om te kijken hoe zij het deden. Maar de onderwijskwaliteit was er even erg achteruitgegaan.”
Welke landen moeten we dan wel als voorbeeld nemen?
“Estland en Ierland. Want wat hebben ze daar gedaan? Een strikt, kennisrijk curriculum. Opnieuw syntaxis. Sommige zaken moet je gewoon via directe instructie aanleren. ‘Nog’ en ‘noch’ zijn iets anders. Dat moet je aanleren.”
“Je kunt de maaltafels samen ‘ontdekken’, maar op een bepaald moment moet je ze vanbuiten leren. Je kunt bij aardrijkskunde dingen ontdekken, maar je hebt hier Be-
“We hadden het net over die grammatica. De eindtermen zijn sinds 1997 niet meer veranderd. Toen ik op school zat, kregen we dat nog. Nu niet meer. Dat ligt dus puur aan de leerplannen en de boeken. Die worden gemaakt door de koepels of uitgeverijen op vraag van de koepels, niet van de overheid. Wij leggen enkel minimumdoelen op, geen maximumdoelen. Er zijn leerkrachten die inderdaad zeggen dat ze bepaalde zaken vroeger wel gaven en nu niet meer. Mijn boodschap aan hen is zeer duidelijk: u mag dat wél nog geven, doe het alstublieft. Wees ambitieus. Als er iemand komt zeggen dat leerlingen geen woordsoorten meer moeten kennen, wil dat niet zeggen dat je dat niet meer mag geven. En als iemand zegt dat iets moet, of iets niet mag van Brussel, vraag naar het decreet waarin dat staat. Ik kan u verzekeren dat dat decreet niet bestaat.”
Hebben die onderwijskoepels te veel macht?
“Ik heb wel een evolutie gezien. Vroeger zat de slagkracht meer in de scholen en die gingen daar effectief mee aan te slag, terwijl die macht nu wat meer geconsolideerd wordt. Ik betreur dat, want die diversiteit aan scholen en de verschillende manieren van aanpak, waren de sterktes. Ik stel vandaag al vast dat in één van de grote koepels quasi iedere school richting dezelfde eenheidsworst aan het werken is. En men wil dan al die scholen samenvoegen tot grotere scholen, waarbij alles geïntegreerd is en dergelijke. Dat zorgt er ook voor dat leerkrachten minder eigenaarschap over ‘hun’ school ervaren.”
WANNES NEUKERMANS
Betaalt jouw ziekenfonds brillen tot 100 euro terug?
Politiek is theater. Voor een deel als nodige interactie tussen hoofdspelers en publiek, om de burger op de hoogte te houden van wat zich in die politieke wereld afspeelt, wat broodnodig is. Het is echter ook theater als poging om datzelfde publiek, diezelfde burgers, op het verkeerde been te zetten. Ditmaal niet als ludieke plotwending, maar om invloed en/of vermogen te verkrijgen en te behouden.
Het is verleidelijk om het hier kritisch over Trump te hebben, zoals de media in de VS en in Europa grotendeels doen. We vergeten dan echter al te gemakkelijk dat de taak van de media erin bestaat de machthebbers ter verantwoording te roepen. Kamala Harris mag dan proberen campagne te voeren tegen Trump alsof hij de huidige president is, beladen met de schuld voor alles wat momenteel scheefloopt in de VS en de wereld, het blijft een feit dat zij nu vicepresident is, al 3,5 jaar lang, en niet van Biden gescheiden kan worden. Theater, ongetwijfeld.
Op Harris’ campagnewebsite is er geen spoor te vinden van een verkiezingsprogramma
Biden staat bekend voor zijn ‘opgesmukte verhalen’, met straffe anekdotes die hem in een helder daglicht stellen. Zo zou hij Slobodan Milosevic in zijn gezicht een ‘verdraaide oorlogsmisdadiger’ genoemd hebben. Ook zou hij tijdens de Civil Rights-periode aan verschillende sit-ins hebben deelgenomen. Harris kan er
ook wat van, overigens. Haar verhaal over hoe ze als studente wiet rookte terwijl ze luisterde naar Tupac en Snoop Dogg, is evenmin waar. Snoop Dogg noch Tupac hadden toen al platen gepubliceerd.
‘Kamaliar’
Wat maakt dat allemaal uit, kan men zich afvragen. Vances kritiek op Harris sneed diep. Hij had kritiek op hoe Harris plots met een ‘zwart’ accent praatte tijdens een rally, plots allerlei ‘zwarte’ dingen deed en at, en niet langer sprak over haar Indische wortels. Hij vergeleek Harris met een opportunistische kameleon: “Ze is alles voor iedereen, en doet zich anders voor al naar gelang het publiek in de zaal.” Het toont dat dergelijk gedrag niet onschuldig is, maar een bewuste tactiek.
Nu ze de staat Pennsylvania broodnodig heeft, is ze voorstander van fracking (dat is de methode om onder andere schaliegas en schalieolie uit de diepe ondergrond vrij te maken, red.), waar ze in 2019 nog tegen was. Om haar gebrek aan eigen standpunten te verdoezelen, valt ze gemakshalve Trump aan: “Trump gaat een nationale ban tegen abortus invoe-
ren”, waarschuwde ze tijdens haar conventietoespraak. Wat voorbijgaat aan wat Trump al vanaf het begin zei: dit onderwerp hoort op het niveau van de staten besproken te worden, niet op federaal niveau. Het klinkt echter goed bij haar eigen achterban om een oud strijdpunt en de bijhorende emoties terug aan te wakkeren. Haar grootste leugen tot nu toe was deze, volgens de Washington Examiner: “Ik weet dat er vanavond mensen met verschillende politieke overtuiging aan het meekijken zijn en ik wil jullie laten weten dat ik beloof een president te zijn voor alle Amerikanen. Je kan er altijd op vertrouwen dat ik het land boven de partij en mezelf zal zetten.” Wat er niet bij gezegd wordt, legt de krant uit, is hoe Harris de meest partijdige en meest linkse politicus is geweest tijdens haar termijn in de Senaat. Godsgeschenk
Dergelijk theater op nationale schaal heeft meer nodig dan Harris zelf. De media spelen mee. Terwijl enkele maanden geleden de belangrijkste mediakanalen het eens waren dat Harris een probleem was voor de herverkiezing van Biden wegens haar gebrek aan wezenlijke
prestaties en zeer slechte populariteitscijfers, werd ze plots een godsgeschenk aan de wereld. Het gebrek aan prestaties blijft echter, dus schakelde men over naar ‘vreugde’: onder Harris vieren we de terugkeer van de vreugde! Holle slogans die inspelen op de emoties, maar geen echte standpunten vertolken.
Verkiezingsprogramma?
Over standpunten gesproken, een kijkje op de campagnewebsite van Harris is verbijsterend. Naast heel wat weblinks om te doneren, is er geen spoor te vinden van een verkiezingsprogramma. De FAQ, veelgestelde vragen, gaat voornamelijk over het oplossen van problemen bij het doneren van geld aan Harris, en opnieuw geen spoor van een programma. Juist, tijdens de conventie van de Democraten werd er gestemd op een verkiezingsplatform. Een nadere kijk laat echter zien dat dat een kopie is van het programma van Biden. Het team van Harris had niet eens gezorgd voor een grondige herwerking of controle van de platformtekst: verschillende keren sprak het over “tijdens Bidens tweede ambtstermijn als president”. Partijfunctionarissen winden er geen doekjes om. Nieuwswebsite Politico bericht over waarom Democratische wetgevers Harris vrij spel geven inzake beleidsvoorstellen. Politico wijst erop hoe een kandidaat normaal gezien tijdens de voorverkiezingen zwaar uitpakt met beleidsvoorstellen en inhoudelijke standpunten, om zich zo aan de kiezers voor te stellen en hun stem te winnen. Harris sloeg dat over, en kan zich nu veroorloven om enkel uit te pakken met “een algemeen positief bericht dat een bredere aantrekkingskracht heeft, in het bijzonder omdat het zo weinig details bevat”. Ze nemen dat risico omdat de peilingen tonen dat Harris een voorsprong heeft, hoewel kiezers niet weten waar ze voor staat, wie ze is, wat haar rol tot nu toe is geweest. In welke mate zijn die peilingen te vertrouwen? Nog maar onlangs pakte de voorzitster van Harris’ campagne uit met deze uitspraak: “Maak u geen illusies. We beginnen de laatste fase van deze race als de duidelijke underdogs.” Conservatieve commentatoren wijzen erop dat dat niet klinkt als een voorsprong.
CNBC schreef: “Met steun van Democraten zoals Tulsi Gabbard en Robert Kennedy kunnen Republikeinen de campagne van Trump afschilderen als een toevluchtsoord voor onafhankelijken en ontevreden Democraten.” Gezien de impact van het debat met Biden, is het afwachten wat het debat met Harris zal teweegbrengen: een bevestiging van de voorsprong van Harris, of een ontnuchterend ontwaken?
WIM VANRAES
Spectaculair resultaat voor AfD in Thüringen en Sachsen
Zelden werd met meer spanning uitgekeken naar de resultaten van deelstaatverkiezingen in Duitsland, niet alleen omwille van de door de systeempartijen gevreesde doorbraak van het Alternative für Deutschland (AfD). Er werd ook uitgekeken naar de afstraffing van de links-liberale ‘verkeerslichtcoalitie’ van SPD, Grünen en FDP. En zou de uiterst linkse, maar migratiekritische Bündnis Sahra Wagenknecht (BSW) doorbreken? En met welke cijfers? De zenuwen stonden strak gespannen. De peilingen voorspelden zwaar weer boven Thüringen en Sachsen.
De conservatieve CDU komt in een Brandmauer-dilemma terecht: in Thüringen zal de partij, omdat ze niet wil regeren met AfD, scheep moeten gaan met twee uiterst linkse partijen (Die Linke en BSW). En dat terwijl de helft van de CDU-kiezers eerder aangaf tegen de Brandmauer te zijn.
Diepgeworteld ongenoegen
tranen uit. Iedereen had het over zichzelf. Niemand had het over de kiezers en over de redenen waarom ze voor AfD hadden gestemd.
Gericht op jongeren
De resultaten waren voor de verkeerslichtcoalitie nog vernietigender dan gevreesd. En AfD deed het nog beter dan verwacht. In Sachsen blijft de christendemocratische CDU nipt de grootste partij met 31,9 procent van de stemmen (een verlies van 0,2 procentpunt). AfD haalt 30,6 procent, BSW 11,8. De sociaaldemocratische SPD moet tevreden zijn met 7,3 procent. De groenen halen net de kiesdrempel met een magere 5,1 procent. De uiterst linkse Die Linke en de liberale FDP verdwijnen uit het deelstaatparlement. In de deelstaat Thüringen wordt AfD afgetekend de grootste partij met 32,8 procent (een stijging van 9,4 procentpunten). CDU volgt met 23,6 procent, BSW met 15,8 procent. Die Linke (met minister-president Ramelow) verliest 18 procentpunten en komt
op 13,1 procent. SPD moet tevreden zijn met 6,1 procent. De groenen en liberalen verdwijnen uit het deelstaatparlement van Thüringen.
Gevolgen
Die Linke verschrompelt in haar kerngebied. Nog nooit werd een federale regeringscoalitie tijdens deelstaatverkiezingen zo zwaar afgestraft als afgelopen weekend: de verkeerslichtcoalitie haalt in Sachsen amper 13 procent, in Thüringen zelfs niet eens 10 procent.
In de deelstaat Thüringen wordt AfD afgetekend de grootste partij
AfD haalde in deelstaatverkiezingen nooit eerder zoveel stemmen en is dus, samen met BSW, dé grote overwinnaar van de verkiezingen. Alleen zou het wel eens een pyrrusoverwinning kunnen zijn, want geen enkele andere partij wil met AfD een coalitie vormen. Ook in Duitsland bestaat een cordon sanitaire, in het Duits de ‘Brandmauer’ genoemd. Maar AfD beschikt misschien over een blokkeringsminderheid en zal haar macht zeker verder ontwikkelen.
De Duitse systeempartijen zitten terecht in zak en as. Aan de vooravond van de deelstaatverkiezingen worden steeds ook ‘vrijblijvende’ verkiezingen georganiseerd bij minderjarigen, vooral om te “meten wat er leeft bij de kiezers van morgen”. In totaal namen 9.000 kinderen aan die verkiezingen tussen 19 en 23 augustus deel. In Sachsen haalde AfD bij de minderjarige Duitsers 34,5 procent, gevolgd door CDU met 16,2. Die Linke kwam op 11,8 procent, SPD op 8,5, de groenen op 5,7 en BSW op 4,8. In Thüringen haalde AfD bij de jonge Duitsers 37,4 procent, CDU amper 17,8, de SPD 10,6 en Die Linke 8,8. De groenen zouden in Thüringen tevreden moeten zijn met 3,7 procent.
De Duitse systeempartijen zitten in zak en as
De stemuitslagen in Thüringen en Sachsen zijn met andere woorden geen ‘accidents de parcours’, maar veeleer indicaties van een diepgeworteld ongenoegen bij de Duitsers. Nochtans vervielen alle gevestigde partijen op verkiezingsavond opnieuw in de oude spelletjes: Die Linke verweet BSW dat ze het bedje spreidde voor AfD, SPD wees de groenen met de vinger en groene kandidates barstten in
Volgens Irmhild Bossdorf, die geboren werd in Mechelen en sinds kort in het Europees Parlement zetelt voor AfD, is de verkiezingsoverwinning van haar partij in Thüringen het resultaat van een “fantastische campagne, vooral gericht op jongeren” van lijsttrekker Björn Höcke. Daarin werd vooral de eigenheid van Oost-Duitsland benadrukt. Zo voerde Höcke in Thüringen campagne met een bromfiets van het Oost-Duitse merk Simson. Op die manier wilde hij meteen ook het onderscheid maken met de bakfiets, hét linkse symbool bij uitstek. Op zijn motorhelm waren ‘remigratievliegtuigen’ afgebeeld. Bossdorf zelf trok twee dagen naar Thüringen om er de lokale campagne te ondersteunen. “Dat was nodig, want de postdiensten weigerden om flyers van AfD te verdelen”, schetst ze. “Ook supermarktketen Edeka voerde actief campagne tegen AfD door op te roepen om geen blauwe vruchten (in de kleur van AfD, red.) te eten.”
Repressie
De actieve tegenwerking door postdiensten en supermarktketens is volgens Bossdorf een van de redenen waarom AfD zo sterk staat in Oost-Duitsland. “Men heeft alles geprobeerd om AfD klein te krijgen, maar het tegenovergestelde bereikt. De Oost-Duitsers zien vandaag hetzelfde gebeuren als in de DDR, met repressie en spreekverboden.”
Kamala Harris op de afgelopen Democratische conventie
Björn Höcke, lijsttrekker AfD
Een (toch niet zo) stabiel Cyprus
Een halve eeuw al sleept de opdeling van Cyprus aan. Velen vragen zich af of een oplossing wel haalbaar is. En hoe wenselijk is die trouwens? Al bij al lijkt de patstelling best werkbaar. Toch zijn er enkele factoren die roet in het eten kunnen gooien. De groeiende religieuze spanning tussen Ankara en Noord- Cyprus bijvoorbeeld.
Het is hét symbool bij uitstek van de Cypriotische opdeling: een vlag, prijkend op de zuidelijke helling van de berg Besparmaklar, 425m breed, 250m hoog. Ze lijkt sprekend op de Turkse (rood werd wit en vice versa), wat natuurlijk geen toeval is. Welkom in de Turkse Republiek Noord-Cyprus, opgericht in 1983, een kleine tien jaar nadat Turkije het noordelijke deel van het eiland binnenviel. Vanop vele plaatsen in het zuidelijke deel van het eiland is ze zichtbaar, zeker wanneer ze ’s nachts met duizenden lampen wordt opgelicht. Ze is trouwens, pour la petite histoire, naast dat belangrij-
ke symbool, volgens het Guinness Book of Records, de grootste vlag ter wereld. En er staat in koeien van letters ook een tekst bij: ‘Hoe gelukkig is degene die kan zeggen: ik ben Turk’, een citaat van de vader des vaderlands, Atatürk, ooit door huidig president Erdogan als “een dronkaard” omschreven; maar dat terzijde… Voorspeld conflict
Na al die jaren is er nog maar één land dat het noordelijke gebied als staat erkent. Inderdaad: Turkije. En na een halve eeuw
De staat van IS
Hoewel de jihadistische aanslagen in Parijs en Brussel ondertussen al wat verder in het collectieve geheugen liggen, wordt West-Europa sinds kort opnieuw opgeschrikt door enkele ‘kleinschalige’ aanvallen zoals die in Solingen. Staan we aan de vooravond van een nieuwe terreurgolf? En welke rol speelt de ogenschijnlijk onbeduidende terreurgroep Islamitische Staat nog in het wereldwijde jihadisme? Hoofdredacteur Stijn Derudder ging hierover in gesprek met journaliste en theologe Sonja Dahlmans.
Op 23 augustus jongstleden viel een uitgeprocedeerde Syrische migrant feestvierders aan met een mes in de Duitse stad Solingen (Noordrijn-Westfalen) tijdens een festival ter ere van de 650ste verjaardag van de stad. Hierbij kwamen drie omstaanders om het leven en liepen acht anderen steekwonden op. Terreurorganisatie Islamitische Staat eiste de aanval op, naar eigen zeggen ging het om represailles voor de militaire acties van Israël in Gaza. “Zij hebben begin dit jaar een oproep verspreid aan wat wij in het Westen ‘lone wolves’ noemen om aanslagen te plegen”, zegt Dahlmans over IS. “Of de dader daadwerkelijk banden onderhield met IS, is onzeker, maar de organisatie geniet ervan om dergelijke aanslagen op te eisen. Het doel is uiteindelijk om angst te zaaien.”
Dahlmans gelooft dat er zeker nog nieuwe jihadistische aanvallen zullen volgen in Europa
Volgens de theologe leeft in het Westen al enkele jaren onterecht de opvatting dat Islamitische Staat nog maar weinig voorstelt als organisatie en de facto verslagen is. “Dat is helemaal niet zo. Pieter Cobelens, een Nederlandse veiligheids- en terrorisme-expert, beweerde dit jaar nog op televisie dat we van jihadisme niks meer te vrezen hebben. Ik vroeg me toen af hoe hij het in zijn hoofd haalde om zoiets te zeggen, om zulke klinkklare nonsens te verkopen. Ik word daar echt heel boos van.”
De pers heeft volgens Dahlmans algemeen de ontwikkelingen omtrent islamisme in landen als Syrië, Irak en Afghanistan genegeerd. “En nu komen ze aanzetten met krantenartikelen over wat er in Solingen gebeurd is.”
De mensen van het kruis
Dahlmans gelooft dat er zeker nog nieuwe jihadistische aanvallen zullen volgen in Europa. “IS beweert dat het conflict tussen Israël en Gaza de aanleiding vormt. Ik heb er in het verleden al vaak op gewezen dat nog een ander onderliggend aspect van belang is. Dergelijke terreurorganisaties beschouwen joden en christenen als één groep. De inwoners van westerse landen zien zij als christenen. Denk maar aan de executievideo van 21 koptische mannen op een strand in Libië. Een van de terroristen houdt daarin een mes omhoog en zegt: ‘Dit is een boodschap voor de mensen van het kruis.’ We zouden kunnen denken dat
wijst niets erop dat de VN-bufferzone tussen noord en zuid over afzienbare tijd zal verdwijnen. Het levert anno 2024 trouwens zowat de enige overgebleven verdeelde hoofdstad op, zoveel jaren na de val van de Berlijnse muur.
Toen het eiland in 1960 onafhankelijk werd van het Britse Rijk, hing er onheil in de lucht. Een voornamelijk Turks noorden raakte meermaals slaags met een voornamelijk Grieks zuiden. Toen de Griekse junta aanstalten maakte het hele eiland in te lijven, greep Ankara in. De rest is geschiedenis. Dat ‘voornamelijk’ kan inmiddels geschrapt worden, want de zuivering deed haar werk. Pragmatische status quo
Verschillende pogingen werden in het verleden ondernomen om het eiland terug te verenigingen, maar telkens liepen ze op een sisser af. Op dit moment beleven we overigens de langste periode ooit zonder dat serieuze onderhandelingen aangeknoopt werden. Eerder dit jaar heeft VN-secretaris-generaal Guterres nog eens een diplomaat aangesteld om aan een oplossing te werken, maar voorlopig is het nog wachten op zijn conclusies. “Het probleem-Cyprus is moeilijk op te lossen, maar makkelijk te beheren”, liet een diplomaat zich ooit ontvallen.
Na al die jaren is er nog maar één land dat het noordelijke gebied als staat erkent
Dat beheren is ook vrij letterlijk te nemen: sinds 2003 is het mogelijk de grens over te steken. Op het moment dat het zuiden lid ging worden van de EU, werd een referendum uitgeschreven waarbij enkel het noorden zich voor eenmaking uitsprak. De economische dynamiek en het bbp zijn groter
hij zich richtte tot het handvol Europeanen dat nog elke zondag naar de kerk gaat, maar dat is niet zo. Zij zien het Westen als christelijke landen.”
Wat Israël aan het doen is in Gaza, rechtvaardigt in de ogen van de jihadisten aanvallen op christenen. “Ook omdat verschillende westerse overheden Israël steunen. De terreur zal daarom blijven doorgaan en ik denk dat daar helaas niet veel aan zal veranderen op korte termijn”, aldus de theologe. Ambiguïteit als politiek wapen
In de media speelt ook nog de kwestie van de polarisatie in onze samenleving. “Momenteel wordt ambiguïteit ingezet als een politiek wapen. Toegepast op de islam vinden we die ambiguïteit zeer sterk terug in de Koran. Enerzijds staat daar dat christenen het meest na aan het hart liggen van moslims, anderzijds worden ze tot alle andere groepen van mensen die niet deugen gerekend.” Dat geldt volgens Dahlmans ook voor de westerse retoriek omtrent de islam zelf. “Als er een aanslag gebeurt en een dader ‘Allahoe akbar’ roept, den-
in het zuiden dan het noorden, wat bij een eenmaking danig verstoord zou kunnen worden. Bovendien bestaat de vrees dat de eenmaking tot een heuse libanisering van het land zou kunnen leiden. En dus, zo denkt men, valt het misschien te verkiezen pragmatisch de status quo te behouden.
Erfenis van Atatürk
Anders dan de staatkundige ‘patstelling’, beweegt er wel wat op een ander vlak. En daar is de gigantische Günsel Moskee hét symbool van. Gebouwd in Ottomaanse stijldat spreekt -, beslaat het gebouw 30.000 m2, duurde het tien jaar om gebouwd te worden en biedt het plaats aan 10.000 gelovigen. Het ding staat voor de Turkse aanwezigheid op het eiland, maar ook voor de manier waarop de islam een steeds belangrijkere rol is gaan spelen in het Cypriotische verhaal. De vluchtelingencrisis legt een steeds grotere druk op het zuiden. Tegelijkertijd misbruikt Ankara de situatie om heel wat moslims in te vliegen, waarna ze de grens over gestuurd worden.
Het probleem-Cyprus is moeilijk op te lossen, maar makkelijk te beheren
De religieuze spanningen tussen Turkije en de Noord-Cypriotische bevolking worden ook steeds bitsiger. Officieel zijn dat moslims, maar in de praktijk beleven ze hun religiositeit met heel wat korrels zout. Ze zijn het bij de geboorte, bij het overlijden, maar niet daartussen, wordt wel eens lachend gezegd. En dat vloekt met een Turkse realiteit die de voorbije jaren steeds duidelijker afgegleden is van het strakke secularisme dat Atatürk, jawel, die van de vlag, voor ogen had. Een op te volgen spanning… GDD
ken sommigen dat het in naam van de islam gebeurde, terwijl anderen beweren dat het om een doodnormaal gebedszinnetje gaat.”
In het Westen leeft al enkele jaren onterecht de opvatting dat Islamitische Staat nog maar weinig voorstelt
- Sonja Dahlmans -
In het Westen onderscheiden experts de politieke islam van de godsdienst, “een westers label” volgens de theologe, of discussiëren ze over wat deel uitmaakt van de ‘echte islam’. “Al die ambiguïteit creëert onzekerheid en instabiliteit. Dat is precies de bedoeling, want dergelijke discussies leiden af van de kernproblematiek. Het gaat volgens de experts niet over het bestrijden van de ideologie, maar van terreurgroepen”, besluit Dahlmans.
Vlag van Noord-Cyprus langs de weg van Kyrenia naar hoofdstad Nicosia
SIMON SEGERS STIJN DERUDDER
Een propagandafoto van Islamitische Staat
“Het lerarentekort vormt volgens mij dé grootste uitdaging”
PEDRO DE BRUYCKERE PEDAGOOG
Met Stichting Leerpunt hebben we sinds anderhalf jaar een onafhankelijke organisatie die de onderwijskwaliteit en de klaspraktijken moet verbeteren. Aan het hoofd staat onderzoeker, onderwijsdeskundige en pedagoog Pedro De Bruyckere. Aan het begin van het nieuwe schooljaar spreekt hij over de uitdagingen waarmee de scholen te maken krijgen.
“Ik denk dat dit een open deur is, maar het lerarentekort vormt volgens mij dé grootste uitdaging. Een probleem dat ik eraan zou willen toevoegen is het directietekort”, aldus De Bruyckere. “De job van directeur is er niet gemakkelijker op geworden, dat is een understatement. En je ziet nu dat je voor die job nog weinig mensen vindt. Ikzelf word nog geconfronteerd met een derde tekort waar je bijna niets over hoort: er dreigt ook een onderzoekerstekort.”
Eerst over die leraren. Is dat voor elk vak hetzelfde?
“Niet helemaal. We hebben het vaak over de docenten Frans, wiskunde of godsdienst, omdat bijna iedereen met die vakken in contact komt. Wat we vaak vergeten, is dat de impact van het lerarentekort voor de praktijkvakken ook erg groot is. Dat gaat over kleinere aantallen, maar de impact daarvan kan veel groter zijn. Ook die leerlingen krijgen dan vaak urenlang geen les, waardoor je op termijn nog extra problemen creëert voor sectoren die ook al een knelpuntberoep zijn.”
Waarom is de job van schooldirecteur moeilijker geworden?
“De impact van een schooldirecteur is enorm. Zeker in het basisonderwijs, maar ook in het secundair, komen er heel wat taken op het bord van een schoolleider terecht. Op dit moment is de directeur vaak bijna voltijds bezig met mensen zoeken, naast vele andere praktische zaken. Terwijl directies eigenlijk ook bezig moeten zijn met het onderwijskundige. We weten dat een van de meest effectieve zaken voor het leren van leerlingen is in welke mate de neuzen van een team in dezelfde richting staan. De mate waarin er gemeenschappelijkheid van aanpak is. Maar daarvoor heb je een directie nodig. Ik denk dat de job van schooldirecteur wat onderschat wordt. Je ziet dat er wel wat verloop is.”
Wat bedoelt u met dat onderzoekerstekort?
“Bij Leerpunt willen wij heel veel onderzoek doen op vraag van de werkvloer. Wij merken helaas dat het aantal onderzoekers ook beperkt kan zijn: onze collega’s in het buitenland worden met hetzelfde probleem geconfronteerd. Daardoor moeten zij de timing van hun onderzoek dan uitstellen, omdat ze de profielen om het onderzoek te doen gewoonweg niet vinden. Als je maar drie mensen in ons taalgebied hebt die expertise hebben op
een bepaald vlak, en de agenda van die mensen zit de komende twee jaar vol… Dan heb je een probleem. Maar dit alles is niet enkel een probleem in of van het onderwijs.”
Wat bedoelt u daarmee?
“Vandaag in onze samenleving hebben we bijna in elke sector tekorten. Eén van de meer ontnuchterende inzichten die we hebben, is dat er in Vlaanderen een hoge werkzaamheidsgraad is. Als je kijkt hoeveel vacatures in Oost en West-Vlaanderen openstaan en je kijkt met hoeveel werklozen we zitten, dan zit je met een probleem.”
Het zoeken naar personeel is dus geen probleem van enkel het onderwijs.
“Het is wellicht ook het gevolg van een vergrijzende samenleving. Het is ook geen typisch Vlaams fenomeen: het lerarentekort komt op veel plekken voor in de wereld. Er is ook geen magische oplossing voor, anders zou die ook massaal toegepast zijn. Volgens mij is het daarom niet meer de uitdaging om te overtuigen om voor het onderwijs te kiezen maar wel om te overtuigen om voor het onderwijs, en niet voor een ander knelpuntberoep te kiezen.”
De impact van een schooldirecteur is enorm
“Ik wil niet zeggen ‘onderwijs eerst’, maar we moeten ons wel afvragen hoe we in onze volledige samenleving met een krappe arbeidsmarkt omgaan. Maar, als te weinig mensen kiezen voor het onderwijs, zullen er alleen maar meer knelpuntberoepen bijkomen. Onder mensen die studieadvies gaven, was een grap die soms opdook dat als je later geen job wilde vinden, je voor archeoloog moest gaan. Wel: vandaag is er ook daar al een tekort aan archeologen.”
Wat misschien voor een stuk met het lerarentekort te maken heeft, is de onderwijskwaliteit. Daar bent u met Leerpunt actief mee bezig.
“Ik zou het lerarentekort niet één-op-één koppelen aan de dalende onderwijskwaliteit. Als we kijken naar de evolutie waarbij de prestaties dalen, dateren die wellicht van voor het lerarentekort. Dat tekort maakt het uiteraard niet makkelijker en er is onderzoek van KU Leuven dat ook aantoont dat het lerarentekort
wel degelijk een invloed heeft op de leerprestaties.”
“Tegelijkertijd ben ik wel beredeneerd voorzichtig optimistisch. De kans is niet denkbeeldig dat, tenzij het lerarentekort nog toeneemt of dat er een nieuwe pandemie op ons afkomt, we het dieptepunt achter ons zouden kunnen hebben.”
Zoals de politiek dan zegt: de tanker is gekeerd.
“Die beeldspraak wordt vaak gebruikt, maar mensen begrijpen dat soms verkeerd. De voorbije zeven jaar zijn er heel wat maatregelen genomen om meer aandacht te schenken aan leesonderwijs. De voorbije jaren zijn er al wel wat aanwijzingen geweest dat die tot veranderingen in de praktijk hebben geleid. Vooraleer je dat terugziet in de PIRLS-resultaten bij de tienjarigen, moet je al zien dat die op het juiste moment georganiseerd worden. Vooraleer je dat effect ziet voor de 15-jarigen in de PISA-resultaten, kan je tien jaar verder zijn.”
Die Vlaamse toetsen kunnen het resultaat van aanpassingen misschien ook beter in kaart brengen.
“Ik ben altijd een koele minnaar geweest van die centrale Vlaamse toetsen, maar het feit dat we op deze manier een extra thermometer hebben, is wel degelijk een voordeel. Ik kan ook wel snappen dat dat een meerwaarde heeft en dat we die beweging eerder gaan zien dan in de grotere, ook dure internationale onderzoeken. Want de volgende PISA-ronde kan nog te vroeg komen.”
“Onderwijs verandert inderdaad soms traag, maar dat heeft ook een reden. Je verandert zaken op het ritme van de schooljaren. Ik vergelijk het altijd met een wiel vervangen aan een rijdende auto: dat is moeilijk. Tegelijkertijd weet ik wel dat er op de werkvloer heel wat gebeurt. Leerkrachten en onderwijsmensen hebben een ongelofelijk verantwoordelijkheidsgevoel en zijn echt wel aan de slag gegaan. Het is echter frustrerend dat de effecten op zich laten wachten.”
Leerpunt werd opgericht door minister van Onderwijs Ben Weyts, maar is wel een onafhankelijke organisatie. Hoe onafhankelijk is dat in de praktijk?
“Ik moet na anderhalf jaar toegeven blij verrast te zijn hoe ernstig men die onafhankelijkheid neemt. Wij hebben een regeringscommissaris
die kijkt of wij ons werk goed doen. Dat is ook logisch: we zijn tenslotte met overheidsgeld bezig. Maar hoe we ons werk doen, daar moeit men zich niet mee. In september zullen wij een kennisagenda bekendmaken, die gebaseerd is op bevragingen van op de werkvloer. Ik heb geen enkele keer een telefoontje gekregen van de politiek of van de administratie over wat er zeker wel of niet in zo’n kennisagenda mag komen.”
De doelstelling van Leerpunt Vlaanderen is om de onderwijskwaliteit en de leerprestaties op te krikken.
“Inderdaad, om ervoor te zorgen dat er beter geleerd wordt, dat we zaken waar leerkrachten op vastlopen oplossen op basis van wetenschappelijk onderzoek. Wij laten ook onderzoek uitvoeren op vraag van de werkvloer, niet op vraag van de politiek.”
“Mijn job is dus meer die onafhankelijkheid te garanderen en er met mijn team voor te zorgen dat alles transparant en vlot verloopt. Ik vind dat ook enorm belangrijk. Ik vind het fantastisch dat sommige wetenschappers met de voeten vooruit standpunten innemen over maatschappelijke thema’s. Maar ik heb voor mezelf besloten om mij publiekelijk politiek kleurloos, geurloos en smaakloos te houden.”
Leerpunt draagt wel de ‘Ben Weytsstempel’. Als er ooit een andere Vlaamse regering zonder N-VA komt, zou de nieuwe minister van Onderwijs kunnen beslissen om daarop te besparen.
“Ik kan me inbeelden dat dat kan gebeuren. Onze financiering ligt nu wel voor een lange periode gebetonneerd en bovendien zijn er wereldwijd dergelijke organisaties van start gegaan. Leerpunt is geen typisch Vlaams fenomeen en we werken ook internationaal samen met deze gelijkaardige organisaties. Ik denk dus niet dat Leerpunt snel zal verdwijnen.” “Bovendien, en daar ben ik wel trots op, proberen wij onze organisatie bewust zeer klein te houden. We huren een kleine kantoorruimte, we hebben minder dan zeven FTE’s in dienst: dat is een tiende van onze Nederlandse en Engelse collega’s. Wij hebben zes miljoen euro extra gekregen voor drie jaar om te werken aan brede basiszorg en verhoogde zorg. Van die zes miljoen is er slechts 5 procent die bij Leerpunt blijft hangen: al de rest gaat naar onderzoek en vooral naar projecten in de klaslokalen.”
WANNES NEUKERMANS
Ben Weyts en Pedro De Bruyckere
De krant De Tijd analyseerde gegevens van arbeidsbemiddelaar VDAB en kwam tot de conclusie dat het lerarentekort bij de start van dit schooljaar groter dan ooit is. Sinds het artikel verscheen, zijn er zelfs nog vacatures bijgekomen. Inmiddels gaat het om 3.420 openstaande betrekkingen, een stijging van 7 procent tegenover vorig jaar. Twee derde van de scholen is nu nog op zoek naar een leerkracht voor hun secundaire afdelingen. Waar die vijf jaar geleden nog op zoek waren naar 632 leerkrachten, zijn dat er bij de start van dit schooljaar ruim drie keer meer.
Een Europees en stedelijk fenomeen
Het lerarentekort speelt ook onze buurlanden parten. In Frankrijk is het lerarentekort acuut in stedelijke gebieden zoals Île-de-France. In de streek rond Parijs blijven jaarlijks honderden vacatures niet ingevuld. In Duitsland stelt het probleem zich vooral in Oost-Duitse deelstaten en stedelijke gebieden. In Nederland speelt het lerarentekort met name in de Randstad. Het afgelopen schooljaar startten de vijf grootste steden met een tekort van 18 procent, terwijl dat in de rest van Nederland slechts 8 procent was.
Ook in Franstalig België is het wegwerken van het lerarentekort de topprioriteit van de nieuwe minister van Onderwijs, Valérie Glatigny (MR). In Brussel, Charleroi en Luik is de nood het hoogst. Telkens opnieuw blijken het stedelijke gebieden te zijn die de grootste moeite hebben met het vinden van leraren. Dat is in Vlaanderen niet anders. De vraag is er groter, de leerlingen zijn diverser en de grotere concurrentie tussen scholen maakt het moeilijker om gekwalificeerde leerkrachten aan te trekken en te behouden.
Waarom leraren de school verlaten
De oorzaken van het lerarentekort zijn gelijkaardig: er is de vergrijzing van het lerarenkorps, relatief lage salarissen, beperkte doorgroeimogelijkheden, administratieve werkdruk en werkonzekerheid. Tel daar nog sommige dolgedraaide leerlingen bij die hun leerkrachten beroven van alle naïeve illusies die ze tijdens hun opleiding nog koesterden en het plaatje wordt duidelijk. Volgens een OESO-studie worden er nergens meer leerkrachten slachtoffer van verbale intimidatie door leerlingen dan in Vlaanderen.
Een vastbenoemde kan op elk moment zijn plaats opnieuw opeisen, ook na jarenlange afwezigheid
Ook demografische factoren spelen mee, vooral in de steden, met een grote toestroom van allochtonen die ‘extra onderwijsnoden’ met zich meebrengen. Sommige ouders doen ook hun duit in het zakje doordat ze zich niet de moeite getroosten hun eigen kroost mores te leren, C-attesten aanvechten of kwade e-mails sturen wanneer hun kind strafstudie krijgt. Daardoor voelen onderwijzers zich niet gewaardeerd en zoeken ze andere oorden op.
Veel leerkrachten zijn al uitgeblust nog voor ze goed en wel begonnen zijn. Een derde van de startende leerkrachten haakt binnen de vijf jaar af. Die uitstroom is in het middelbaar onderwijs en in scholen met veel diversiteit veruit het grootst. Er zijn meer dan genoeg Vlamingen met een lerarendiploma om alle vacatures in te vullen, maar veel van hen krijg je met geen stokken meer voor een klas.
Veel vacatures, geen werkzekerheid
Wie zelf eens naar de website van VDAB surft, ziet meteen dat de aangeboden jobs niet bepaald duurzaam zijn en daardoor weinig aantrekkelijk voor kandidaten die op zoek zijn naar werkzekerheid en stabiliteit. De meerderheid van de va-
Maandag rinkelde de schoolbel weer, maar niet iedereen verscheen op het appel. Er zijn opnieuw tal van leerkrachten te weinig om alle vacatures in te vullen. Vooral in het middelbaar onderwijs is de situatie zorgwekkend. De oorzaken zijn velerlei en, de maatregelen van de Vlaamse regering ten spijt, het probleem wordt alleen maar erger.
catures betreft tijdelijke opdrachten, die in het beste geval tot het einde van het schooljaar lopen, maar vaak nog korter zijn. Het gaat dan om vervangingen van zwangere of opgebrande onderwijzers. Slechts 10 procent van de vacatures gaat over een vaste job. Dat heeft alles te maken met het systeem van de vaste benoemingen, een onverdedigbare praktijk die ervoor zorgt dat scholen meestal geen vaste aanstellingen kunnen aanbieden. Een vastbenoemde kan op elk moment zijn plaats terug opeisen, ook na jarenlange afwezigheid. Daar komt bij dat de helft van de vacatures over deeltijds werk gaat. Het gebrek aan voltijdse aanstellingen treft vooral het secundair onderwijs. Wie daar een vaste, voltijdse betrekking zoekt, ziet op de website van VDAB niet meer dan 37 openstaande vacatures staan, verspreid over heel Vlaanderen. Waar men eigenlijk naar op zoek is, zijn barmhartige samaritanen die Vlaanderen willen doorkruisen om in verschillende scholen telkens kortstondig les te geven. In het onderwijs bestaat bovendien geen kilometervergoeding voor woon-werkverkeer, dus die arme stakkers moeten ook nog betalen om voor de klas te kunnen staan. Binnenkort krijgen ze er misschien nog een slimme kilometerheffing bij.
Specifieke vakken
Van een langetermijnperspectief is voor de meeste sollicitanten dus geen sprake. Vanzelfsprekend trekken die vacatures dan ook amper gegadigden aan. Zeker wanneer er tezelfdertijd een algemene krapte op de arbeidsmarkt heerst. Zo kwamen er vijf jaar geleden gemiddeld drie kandidaten af op een vacature en zijn scholen dit jaar al blij wanneer er één belangstellende bij hen op de stoep staat. Die begeerlijke profielen kunnen vaak niet de juiste geloofsbrieven voorleggen, maar scholen hebben niet langer te kiezen. Een blanco strafregister is in veel gevallen al voldoende om in september aan de slag te kunnen gaan.
Wat ook meespeelt, is dat het vooral om een aantal specifieke vakken gaat, namelijk wiskunde, natuurwetenschappen, talen en techniek. Wie de vacatures van nabij bekijkt, ziet dat er voor zogenaamde B-vakken, zoals aardrijkskunde of geschiedenis, nauwelijks vacante plaatsen zijn. De specifieke profielen waarnaar scholen op zoek zijn, zijn op de private arbeidsmarkt goud waard. Ze kunnen daar meer verdienen en worden er niet gefilmd, uitgescholden of erger door balorige leerlingen.
Nood aan ambitieuze leerkrachten
Het lerarentekort is niet de enige crisis die bezworen moet worden. Daarmee samenhangend zet zich ook al jaren een daling van de onderwijskwaliteit door. Studies focussen vooral op taal en wiskunde, maar een gebrekkige kennis van het Ne-
derlands ondergraaft de kwaliteit van alle lessen die in die onderwijstaal gegeven worden. Die uitdaging het hoofd bieden, kan alleen slagen met ambitieuze vakexperten voor de klas. Net die lieden voelen zich niet aangesproken door de beperkte doorgroeimogelijkheden in het onderwijs. Ambitie wordt er in het beste geval beloond met een schouderklopje, niet met een promotie of loonsverhoging.
Stedelijke gebieden hebben de grootste moeite met het vinden van leraren
Een evidente oplossing werd aangedragen door Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). De Vlaamse regering lanceerde vorig schooljaar de mogelijkheid om leraar-specialisten aan te stellen. Die kunnen jaarlijks tot 5.700 euro bruto extra verdienen. Vrijwel meteen weerklonken jaloerse en afgunstige kreten uit de leraarskamers. Vakbonden en directies vreesden voor spanningen in het lerarenkorps en wezen die nieuwe mogelijkheid daarom van de hand. Veel onderwijsinstellingen verkiezen blijkbaar een lerarentekort boven loondifferentiatie. Soms is het louter filosoferen over maatregelen al voldoende om protest uit te lokken. Zo kreeg een ‘Commissie van Wijzen’ de opdracht om oplossingen te bedenken die door de volgende Vlaamse regering in overweging konden genomen worden. Nog voor de inkt van haar rapport droog was, trokken duizenden leerkrachten in verschillende steden de straat op om hun ongenoegen kenbaar te maken.
Weyts kan tij niet genoeg keren
De afgelopen jaren werden er tal van maatregelen uitgerold om het gat dicht te rijden, waarbij vooral ingezet werd op zij-instromers. Met meer anciënniteit en extra verloning werden geïnteresseerden aangemoedigd om de overstap naar het onderwijs te maken. Daarnaast versoepelde de regering de regels voor het inzetten van gastdocenten uit het bedrijfsleven in de klas. Om te vermijden dat starters al na enkele jaren op de vlucht slaan, kregen alle scholen extra middelen om beginnende leerkrachten beter te begeleiden. Dat leidde tot een stijging van het aantal inschrijvingen in de lerarenopleidingen en een recordaantal zij-instromers. Zelfs gepensioneerde leerkrachten werden aangesproken door flexi-jobben in het onderwijs toe te staan. Hoewel het onderwijspersoneelsbestand de voorbije jaren een recordhoogte bereikte, geldt dat evenzeer voor het lerarentekort. Daar zitten de verschillende onderwijsnetten voor iets tussen, die vaak op een steenworp van elkaar dezelfde opleidingen aanbieden in plaats van hun aanbod op elkaar af te stemmen. Om het onderwijsaanbod te rationaliseren, verstrengde minister Weyts vorig jaar de programmatienorm voor nieuwe richtingen. Sindsdien moeten scholen die een nieuwe richting aanbieden minstens vijf leerlingen hebben in plaats van één.
In de gelekte onderhandelingsnota over onderwijs zouden nieuwe extralegale voordelen, zoals maaltijdcheques, voorzien zijn en vastbenoemde leerkrachten zouden hun anciënniteit kunnen behouden wanneer ze overstappen naar een ander onderwijsnet. Dat lijkt op morrelen in de marge. In Frankrijk, Duitsland en Nederland heeft men het ook met loonsverhogingen geprobeerd, maar de resultaten blijven uit. Aan de overkant van de taalgrens legde de nieuwe regering meer daadkracht aan de dag. In het Franstalig onderwijs worden de vaste benoemingen voor nieuwe leerkrachten afgeschaft. Aan de privileges van de oude garde durfde men niet te raken, maar er is tenminste het perspectief dat die belangrijke oorzaak van het lerarentekort op termijn verdwijnt. Sinds juni 2024 werd de vaste benoeming voor nieuwe personeelsleden van de Vlaamse overheid ook afgeschaft, maar het onderwijs bleef hiervan gevrijwaard. Sterker nog, de mogelijkheid tot een vaste benoeming werd voor startende leraren zelfs versneld.
Antwerpen bevrijdde stunt van Robert Vekemans
Nadat de geallieerden op 6 juni 1944 in Normandië waren geland, stootten ze in de zomermaanden in sneltempo door tot Parijs en Noord-Frankrijk. Die snelle opmars zorgde voor problemen met de brandstoftoevoer. Alle grote Franse havens waren nog in handen van fanatiek van zich afbijtende Duitsers, waardoor de geallieerden qua bevoorrading compleet afhankelijk waren van de kunstmatig aangelegde havens bij de stranden van Normandië. De aanvoerlijnen waren intussen zo ver uitgestrekt dat het vaak dagen duurde alvorens de brandstofvoorraden de eerste lijn bereikten. Een logistieke nachtmerrie die dringend moest worden opgelost... Antwerpen was potentieel de eerste grote haven die bevrijd kon worden en kreeg daarom de volle aandacht.
Het onwaarschijnlijke verhaal van de bevrijding van de Scheldestad begon in feite op 3 september om 9 uur. Op dat ogenblik hoorde Robert Vekemans - een reserveofficier van de genie en ingenieur in de haven - op BBC dat de Britten al de grens waren overgestoken en Doornik hadden bevrijd. Vekemans besefte dat het cruciaal was om de Britten zo snel als maar enigszins mogelijk was naar Antwerpen te loodsen. Mochten de Duitsers erin slagen om hen af te remmen of zelfs te stoppen, dan werd de kans erg groot dat de installaties in de haven van Antwerpen zouden vernietigd worden.
IN EEN MUM VAN TIJD ONTWAPENDE
VEKEMANS DE VERRASTE DUITSERS EN MAAKTE DE LONTEN ONKLAAR
In de zomermaanden hadden de Duitsers al voorbereidingen getroffen om alles te saboteren. Er waren honderden mijnen aangevoerd en bruggen, sluizen en kranen waren klaargemaakt om opgeblazen te worden. In de dokken lagen met cementzakken en stenen gevulde binnenschepen, klaar om afgezonken te worden bij de sluizen, waardoor die onbruikbaar zouden worden.
VEKEMANS’ VERKENNINGSTOCHT
Vekemans reed met zijn fiets naar de haven en kon er tot zijn opluchting vaststellen dat er nog geen springstof in de klaargemaakte springkamers in de kaaimuren was aangebracht. Hij onderhield contacten met de verzetsgroeperingen die vanuit Londen instructies hadden gekregen om koste wat het kost de haven veilig te stellen. Hij slaagde er, ondanks verschillende pogingen, niet in om de kopstukken te contacteren en besloot daarop zelf naar het zuiden te trekken om een manier te zoeken die de Britten in staat moest stellen om op de meest veilige manier Antwerpen te bereiken. Kort na 16 uur nam hij de tram naar Boom, waar hij een uur later aankwam. Tijdens een korte verkenning kon hij met eigen ogen vaststellen dat de Duitse gevechtstroepen zich opmaakten om de Rupelovergangen te verdedigen. Er waren ter hoogte van de twee grote verkeersbruggen loopgrachten gegraven en prikkeldraadversperringen aangebracht. Boven op het dak van het bruggenhuis merkte hij een observatiepost op. De Duitsers joegen hem weg, maar een loslippige Vlaamse Wachter die daar rondliep, bevestigde waar hij voor vreesde: beide bruggen waren van springladingen voorzien. Nog geen kilometer verder, bij de smalle Van Enschodtbrug, had hij ook Duitse infanteristen opgemerkt, maar ze waren met veel minder dan bij de grote bruggen. Vekemans had hier in één oog-
opslag gezien dat ook die brug ondermijnd was, maar als gewezen genieofficier meende hij dat de lonten die hij door de leuningen kon zien, slechts voldoende waren om één overspanning op te blazen.
DE GOK WAGEN
De volgende ochtend was Vekemans al vroeg op post in Willebroek. Je hoefde geen strategisch genie te zijn om uit te dokteren dat de Britten wellicht de snelste opmarsroute zouden benutten, en dat was de autoweg Brussel-Antwerpen. Op het kruispunt met de Dendermondse Steenweg, niet ver van het Fort van Breendonk, stond hij hen op te wachten. Al vlug bleek dat hij gelijk had, toen in de verte een tankcolonne met grote snelheid naderde. Wild gesticulerend en roepend probeerde hij hun aandacht te trekken, maar de drie eerste Shermantanks van het Britse 3th Royal Tank Regiment raasden hem zonder zelfs te vertragen voorbij. Luitenant Gibson Stubbs die volgde, kreeg Vekemans in het oog en vertraagde. Nadat Vekemans zich had bekendgemaakt, bracht Stubbs meteen zijn commandant, majoor John Dunlop, via de radio op de hoogte. Vekemans rende naar Dunlops tank en raadde hem ten stelligste aan de Antwerpse Steenweg te verlaten en rechts af te slaan, zodat hij met een omtrekkende beweging bij verrassing via de Van Enschodtbrug in Klein-Willebroek de Rupel kon oversteken. Dunlop had wel oren naar dat plan, maar hij betwijfelde of de smalle, houten Van Enschodtbrug wel het gewicht van zijn zware tanks kon dragen. Ingenieur Vekemans verzekerde hem dat dat het geval zou zijn.
TEN ZUIDEN VAN DE METROPOOL HAD DE BRITSE TANKCOLONNE ZICH OPGESPLITST IN TWEE AANVALSGROEPEN
De majoor liet zijn colonne halthouden en gaf Vekemans de beschikking over twee tanks en een pantserwagen om de gok te wagen. In een mum van tijd stoof Vekemans met de voorhoede over de houten brug, ontwapende de verraste Duitsers en maakte de lonten onklaar. De Britten, die beseften dat er geen seconde mocht verloren gaan, reden daarop met een moordvaart de smalle straatjes langs de kade in en vielen bij de grote bruggen de opnieuw verraste Duitsers in de rug aan. Terwijl Vekemans met een geleende revolver in de hand een onderofficier dwong hem naar de ontstekers te brengen en die neutraliseerde, slaagden de Duitsers er nog wel in om de zuidelijke kanaalbrug de lucht in te blazen.
OPRUKKEN NAAR ANTWERPEN
n
Eens de Rupelovergangen veilig waren gesteld, stond niets de Britten nog in de weg en trokken ze, begeleid door Vekemans, Boom binnen. Hier botsten ze op Eduard Pilaet, één van de kopstukken van het Antwerpse verzet, die ’s ochtends, nadat hij eerst zijn mannen in de stad de nodige instructies had gegeven, naar Boom was vertrokken. Pilaet bracht de Britten op de hoogte van de maatregelen die het verzet in Antwerpen had genomen en maakte duidelijk welke hulp ze de Britten konden bieden bij hun opmars naar de metropool. De Britten besloten rond de middag om tegelijkertijd, vanuit verschillende richtingen, de Antwerpse omwalling binnen te dringen. In het zuidoosten waren de tanks van het 23th Hussar Regiment vanuit Vilvoorde zonder noemenswaardige hinderpalen in Mechelen de Dijle overgestoken en later ook zonder problemen de Nete bij Lier. Toen ze Mortsel naderden, kwamen ze echter vast te zitten in een mijnenveld en werden ze daarenboven onder vuur genomen door een paar verdekt opgestelde 88 mm-kanonnen. De opmars stokte en minstens drie tanks en een pantserwagen gingen hier verloren. Ten zuiden van de metropool, in Boom, had de Britse tankcolonne zich opgesplitst in twee aanvalsgroepen. Het B-eskadron van het 3th Royal Tank Regiment zou rechtstreeks vanuit Boom naar Antwerpen oprukken, het A-Eskadron zou links van hen opereren en via Niel, Hemiksem en Hoboken langs de Scheldeoever de stad binnentrekken. Wordt vervolgd.
JAN HUIJBRECHTS
LEZERSBRIEVEN
Herman Brusselmans
Pallieterke, Volledig akkoord met de lezersbrief van de heer Lannoo twee weken geleden. De essentie van het christelijke geloof staat in de vier evangeliën. Lees er één van in detail en je zult merken dat Christus alleen maar de liefde voor de mens en zijn Vader toonde en nooit, maar werkelijk nooit opriep tot gruwel, wreedheden, enzovoort, zoals de heer Corveleijn eerder in een andere lezersbrief stelde. Wie ook de levensloop van de profeet Mohammed doorneemt, merkt algauw dat die man vier veldslagen heeft geleverd en de bedoeling had op die manier zijn hegemonie te vestigen. Dat zijn twee fundamenteel verschillende levenshoudingen. De Duitse journalist Constantin Schreiber, die ook goed het Arabisch beheerst, kwam al in 2017 tot de conclusie dat er in geen enkele van de vele moskeeën die hij bezocht, een vorm van westerse of gematigde islam werd gepredikt. Dat wezenlijke verschil tussen christendom en islam kan over mogelijk weinig meer dan een decennium tot vormen van burgeroorlog leiden. Ook in West-Europa. Daarom is het tijd ook maatschappelijk ‘krijtlijnen’ uit te zetten voor wat het toelaten van immigranten betreft.
Marc Decorte, Torhout
Een ezel stoot zich…
Pallieterke, Bij de vorige regeringsvorming was Bart De Wever ‘op een millimeter na’ tot een akkoord voor een regering; en toen sprong het af. Bij de huidige regeringsvorming was Bart De Wever ‘op een millimeter na’ tot een akkoord voor een regering; en toen sprong het af. Wie Vlaamse soevereiniteit wil, zal blijkbaar uit een ander vaatje moeten tappen. En bedenk ons spreekwoord: ‘Een ezel stoot zich geen tweemaal aan dezelfde steen’.
Emil Maes, Ranst
Bouchez, mon ami
Pallieterke, Georges-Louis Bouchez is mijn vriend. Wat een politicus! Hij komt voor zijn ideeën onverschrokken uit. Hij weet hoe zwaar hij weegt. Wanneer staat zulk een Vlaams politicus op? Pakken Vlaams geld naar Brussel dragen, dat wel. Taalwetten respecteren daarentegen, vergeet het maar. Bouchez wat een voorbeeld!
Guy Van Rysseghem, Lochristi VRT (via pal.be)
Ik kijk al jaren niet meer naar VRT en afgeleiden. Die zender wentelt zich al jaren genoegzaam in zijn eigen grote gelijk en is voor mij geen subsidie-euro waard. De eeuwige terugkeer van dezelfde politici of coronaspecialisten is alleen goed voor een herseninfarct.
Op gebied van nieuwsgaring is er overigens een Vlaamse nivellering, ook bij de commerciële zenders. Denk maar aan een zekere Gert die kookt of de zenders VTM 5 tot 37. Feitelijk beschamend. Wil je echt nieuws? Doe dan de moeite om af en toe even naar de zenders uit de buurlanden te kijken. Daar krijg je mogelijk ook de ander kant van het nieuws te zien. Johan Van Laethem
Le nouveau N-VA est arrivé!
De belgitude van N-VA is toch stuitend! Er moet zo nodig een Belgische ‘hervormingsregering’ worden gevormd. Maar bij de eerste mogelijkheid om iets te hervormen, is het toch ongezien dat N-VA zich moeiteloos aansluit bij
afspraken die zij zelf niet maakte en waar ze dus niks mee te maken heeft?
De nieuwe Eurocommissaris wordt zomaar cadeau gedaan aan MR, terwijl N-VA op 9 juni 70.000 stemmen meer behaalde dan MR en Open Vld samen. Mevrouw Lahbib kan dus nog vijf jaar langer het Franstalige en Belgische diplomatieke bastion verder uitbouwen. Waar blijft de Vlaamse buitenlandse vertegenwoordiging? Ga met zulke soldaten naar de oorlog... Lamme goedzakken!
P. Jongbloet, Mechelen
Regeringsvorming
Het vormen van regeringen, vooral op federaal vlak, ziet er weer fraai uit. Ik baal meer en meer van de ‘democratie’ zoals die in België toegepast wordt. Als grote partijen nipt geen meerderheid halen, hebben ze een kleine partij nodig. Die kleine partij kan dan heel de boel saboteren en haar wil opleggen. Zo kunnen bijvoorbeeld de groenen hun wil opleggen aan de Europese Unie. De Vlaamse socialisten liggen momenteel dwars en de christendemocraten zwalpen zoals gewoonlijk tussen links en rechts. Het zou nuttig zijn dat België eens onderzoekt hoe de confederatie Zwitserland wordt bestuurd. Hoewel daar vier taalgroepen zijn, is dat mooie land al heel lang zeer welvarend. Roland Vanermen, Haasrode Terug naar af Pallieterke, En ze dronken een glas, loosden een plas en lieten alles zoals het was. Meer kan er niet verteld worden over de aan de gang zijnde regeringsvormingen. Zoals te verwachten was, heeft de ‘mediateur’ de taak terug aan de koning gegeven en zal de ‘formateur’ die weer overnemen. Veel meer zal er voorlopig niet gebeuren, omdat de lokale verkiezingen er aankomen. Alsof het enig verschil zal maken voor het aantal stemmen dat partijen zullen halen in Noetezaaie of Loederpee… Ook na de lokale verkiezingen zal er niets gebeuren en zullen we in het beste geval met een federale regering zitten waarin de donkerblauwe MR en de lichtrode Vooruit voortdurend met elkaar in de clinch zullen gaan. Het enige alternatief is om de kaviaarsocialisten van ons ‘mateke’ te laten vallen en een hopelijk vernieuwde Open Vld aan boord te hijsen, desnoods - al was het maar in de Vlaamse deelregering - met de gedoogsteun van Vlaams Belang. Op 9 juni heeft Vlaanderen de kans op een valabel alternatief gemist. Guido van Alphen, Kasterlee
Pedagogische tik (via pal. be)
Pallieterke, Heel veel hangt af van de opvoeding van de ouders, die er geen meer isalles moet maar kunnen. Het woord ‘neen’ kennen ze niet meer. Onze generatie (1960 tot 1980) moest leren tot wanneer we het kenden, zonder tegen te morren. En neen, leren was niet altijd aangenaam, maar door onze opvoeding en onze zelfdiscipline ben ik geworden wat ik vandaag ben en kan ik zelf mijn plan trekken met niks. Ik hoef geen luxe. Ik heb respect voor iedereen (die zich gedraagt) en ben blij met kleine dingen. Een minimum aan discipline is de ruggengraat in een mensenleven.
Didier Van Haver
Een lezersbrief insturen? Stuur uw bericht naar lezersbrieven@pallieterke.net. Opgelet, brieven mogen maximaal 1.000 karakters tellen (inclusief spaties). Dat zijn een 30tal lijnen in ’t Pallieterke of zo’n 160 woorden. We houden ons het recht voor om zonder verantwoording uw (te lange) brief niet te publiceren of in te korten. Uw naam en gemeente moeten worden doorgegeven voor publicatie bij uw brief.
Robert Vekemans
Nederlandsonkundig
Op dezelfde dag dat de scholen opnieuw van start gingen, werd Hadja Lahbib door MR voorgedragen als kandidaat-Eurocommissaris. Opnieuw krijgt een Franstalige, zo goed als Nederlandsonkundige politieker een belangrijk mandaat in Europa, met instemming van de Vlaamse onderhandelaars.
Michaël Van Droogenbroeck, VRT-Wetstraatjournalist, verwoordde het in Het Journaal als dusdanig: “Wij hebben Lahbib weinig of zelden gehoord, omdat ze nauwelijks Nederlands spreekt”. Dat heeft ze dan gemeen met Georges-Louis Bouchez die wel Nederlands begrijpt, maar niet durft spreken. Toen Lahbib twee jaar geleden benoemd werd tot minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken, dook ze nog vlug in een intensief taalbad in Spa. Veel heeft dat alvast niet opgeleverd, zo blijkt vandaag.
Taalvak Nederlands verplicht
In september 2022 stelde de minister van Onderwijs in de Franse Gemeenschap Caroline Désir (PS) voor om het vak Nederlands of Duits te verplichten vanaf het derde leerjaar basisonderwijs. Vandaag is Nederlands een keuzevak in Wallonië. In de meeste Waalse scholen wordt Nederlands pas aangeboden vanaf het vijfde leerjaar, maar een meerderheid van de leerlingen kiest Engels als keuzetaal. Gevolg: volgens cijfers van 2020 kreeg bijna 30 procent van de Waalse leerlingen die afstudeert in het secundair onderwijs geen enkel uur Nederlands, en dat gerekend gedurende de hele schoolloopbaan.
Leerkrachten
Het voorstel van Caroline Désir (PS) was oorspronkelijk een idee van Ecolo. Maar toen stonden coalitiepartners MR en PS niet te springen om er echt werk van te maken. Maar in 2020 ging het enkel over een politiek akkoord tussen de partijen dat nog omgezet moest worden in een decreet. Concreet zou de hervorming ingaan vanaf het schooljaar 2027-2028. Er is echter een ‘maar’. Er zijn te weinig leerkrachten Nederlands in Wallonië. Want dat hebben zowel Vlaanderen als Wallonië gemeen: een lerarentekort. Resultaat is dat in veel Waalse scholen de klassen Nederlands (als keuzevak) werden afgeschaft, ofwel bij gebrek aan leerlingen, ofwel bij gebrek aan leerkrachten. In januari 2024 moest Caroline Désir aankondigen dat haar hervorming, voorzien voor september 2027, hoogstwaarschijnlijk uitgesteld moest worden.
Werk
Ondertussen is Désir geen minister van Onderwijs meer, want in Wallonië zit de PS niet langer in de regering. De nieuwe minister van Onderwijs is Valérie Glatigny (MR). Vraag is of de hervorming, zoals voorgesteld door Désir, door de huidige coalitie van de Franse Gemeenschapsregering (MR en les Engagés) verder doorgevoerd zal worden. Het probleem van het tekort aan leerkrachten Nederlands blijft hoe dan ook bestaan.
Het maakt dat steeds minder en minder Franstaligen werk zoeken over de taalgrens. In Vlaanderen is er grote vraag naar werkkrachten, terwijl in Wallonië de werkzaamheidsgraad ronduit dramatisch te noemen is. Volop inzetten op taalcursussen Nederlands zou nochtans een middel kunnen zijn om die mensen aan het werk te krijgen.
Maar voldoende Nederlands kennen, geldt dus blijkbaar niet voor Belgische ministers. In feite is het schandalig dat Franstalige ministers zich niet in een behoorlijk Nederlands kunnen richten tot de meerderheid van de Belgische bevolking, zijnde de Vlamingen. Straf, want de grootste groep aanbidders van het o zo dierbare België vindt men in Wallonië. Het besluit is dat de Franstaligen de taal van de meerderheid van dit land niet willen waarderen. La Belgique sera latine ou ne sera pas...
PAL voor Vlaanderen is een project van PAL Academie vzw. Met die vzw zetten we onze kennis, kunde en netwerk in om het pad naar Vlaamse onafhankelijkheid te effenen. De vzw beschikt over ideeën en mensen, maar met uw financiële steun op rekening KBC BE39 7390 1640 4519 zouden we nog veel meer kunnen doen.
IJzerbedevaart
Het was al enkele jaren geleden dat we nog eens aanwezig waren op de IJzerbedevaart. Bestaat die nog, zal menig lezer zich afvragen? Ja, die bestaat nog. Al kun je de huidige ‘bedevaart’ nog moeilijk vergelijken met de IJzerbedevaart van weleer.
We telden met moeite 120 aanwezigen, inclusief het bestuur van het organiserend comité en de gastsprekers. Het thema was ‘Ongelijkheid ondermijnt de samenleving’. Zo lezen we in de brochure: “Het organiserend IJzerbedevaartcomité, vandaag vzw Aan de IJzer, houdt onverminderd vast aan de rechtmatige eisen van de Fronters: een samenleving zonder haat, vrijheid die niet ten koste gaat van medeburgers en het recht op een eigen toekomstkeuze, of verdraagzaamheid, vrede en zelfbeschikkingsrecht”.
Er waren vier gastsprekers,onder wie Dominique Willaert. Die laatste is een uiterst linkse theatermaker en activist, met een rechtstreekse lijn naar PVDA. Willaert is ook de man die stelselmatig de voordrachten van Theo Francken ging verstoren toen die laatste als staatssecre-
taris het land rondreisde om zijn migratiebeleid toe te lichten. Straf dat men zo’n man programmeert op de IJzerbedevaart.
Kritiek
Een andere opvallende spreekster was Zanna Vanrenterghem, woordvoerdster van de Klimaatcoalitie. Zij had het de hele tijd over de ‘klimaatcrisis’ waarbij ze ook nog eens een steek gaf richting Zuhal Demir en erin slaagde om in haar speech de Arabische uitdrukking ‘insjallah’ te verwerken. Ivo Mechels had als voorzitter van de Gezinsbond dan weer kritiek op het beleid van de Vlaamse regering, al noemde hij geen namen.
‘Dikke Freddy’, het alias van Erik Vlaminck, columnist bij De Morgen, hekelde via videofilmpjes onder andere dan weer het beleid van Bart De Wever en het tekort aan sociale woningen. Waarna tot slot Paul De Belder, voorzitter vzw Aan de IJzer, het woord kreeg en “de Vlaamse politici opriep om te werken aan een inclusief Vlaanderen”. “Op die manier”, aldus De Belder, “kan de Vlaamse regering alvast het draagvlak vergroten voor méér Vlaamse autonomie - een ‘must’ gelet op de vaststelling dat het grootste probleem van België de Belgische constructie is.”
ANTON SCHELFAUT
Gordel lokt 28.000 mensen naar de Vlaamse Rand
Zo’n 28.000 mensen hebben afgelopen zondag deelgenomen aan de Gordel, het jaarlijkse fiets- en wandelevenement in de Vlaamse Rand. De Gordel pakte dit jaar uit met enkele nieuwigheden, waaronder een aanbod voor mensen met een verstandelijke beperking en straatsporten.
Op de eerste zondag van september kunnen Vlamingen te voet, al lopend of per fiets het groene en Vlaamse karakter van de Vlaamse Rand ontdekken. Dat was dit jaar niet anders. Zo’n 28.000 bezoekers zakten af naar de Vlaamse Rand voor een extra zonnige editie van de Gordel. Dat is een stijging ten opzichte van vorig jaar, toen 26.000 Gordelaars geteld werden. Met een ruim aanbod aan onder meer straatsport en G-sport trok deze editie heel wat nieuwe bezoekers.
Duidelijk Vlaams karakter
Naast de sportieve activiteiten konden de bezoekers ook genieten van optredens in Huizingen en Dilbeek, en de culinaire troeven van de streek. Die laatste werden bereid door tv-kok Loïc Van Impe.
HORIZONTAAL
A. Waar met veel lof over gesproken wordt
B. Elp - Afhankelijk van zuurstof
C. Lentesymbool - Olympisch Comité
“Met het breedste én lekkerste aanbod uit de Gordelgeschiedenis konden we opnieuw vele duizenden mensen laten genieten van de troeven van de Vlaamse Rand”, zegt minister van Vlaamse Rand Ben Weyts (N-VA). “Dit is geen sportmanifestatie van dertien in een dozijn: dit is een uniek evenement dat de laatste jaren weer sterker hamert op de oorspronkelijke boodschap. De Rand is een prachtige en uitnodigende streek, maar heeft wel een duidelijk Vlaams karakter.”
Weyts heeft in de afgelopen legislatuur sterk ingezet op de versterking van het groene karakter van de Vlaamse Rand. Daarom zal voor elke geregistreerde deelnemer aan de Gordel in de komende maanden een extra boom of struik worden aangeplant in de streek. ANTON SCHELFAUT
MIELE DEFECT of VERNIEUWEN? 0477/87.01.74. Geen voorrijkosten!
D. Dalton - Muzieknoot - Onderste ledematen waarvan de knieën naar buiten staan
E. Oude maatstok - En andere
F. In de naam van Jezus - Te koop - Meisjesnaam
G. Teken van de dierenriem - Plug-in hybride van Volkswagen Golf - Bijbelse stad
H. Loopvogel - Turks bevelhebber - In buitengewone dienst
I. Vlaams partijvoorzitter
J. Ierse verzetsbeweging - Alpenweide - Legerafdeling die verdachte pakketten onschadelijk maakt
K. Wasmiddel - Topmanager
L. Primula
VERTICAAL
1. CD&V-boegbeeld
2. Meetkundige figuur - Polijststeen
3. Familielid - Frisdrank
4. Potloodgeschrift uitvegen - LandbouwwerktuigEuropese Unie
5. Korrelig - Deel van een mast
6. Lichaamsgestalte
7. Toekomstige gemeente die zal onstaan uit de fusie van Galmaarden, Gooik en Herne
8. Mannetjesree - Attokelvin - Getijde
9. Ginds - Maanstand - En dergelijke
10. Familielid - 2140 km lange rivier in Venezuela
11. Geologisch tijdperk - Hoevedieren
12. Nota
- Boom met prikkende bladeren
KARL VAN CAMP
Theo Francken en zijn vrouw tijdens de Gordel
X van de week!
Er stinkt wat bij onze Vlaamse omroep. Let wel, de zenders halen nog steeds zeer degelijke cijfers in vergelijking met buitenlandse openbare omroepen, maar daar hangt een prijskaartje aan: onderliggend vijandschap, open en gesloten oorlogen en de onvermijdelijke heruitzendingen van FC De Kampioenen. Toch die afleveringen die nog niet gecensureerd zijn. Hoe moet dat in godsnaam verder?
Schoon schip had het moeten worden. Twee ruziestokers de laan uitsturen en terug aan het werk. Dat was toch het plan. Een paar dagen later blijkt de hele VRT één grote puinhoop vol toxisch leiderschap en onveiligheid. Communicatie blijkt een stiel die ze bij de VRT nog niet helemaal onder de knie hebben. Een mens vraagt zich af waar al dat belastinggeld voor dient.
Wie leiding wil geven moet naast zijn job ook nog diplomaat of psycholoog zijn
Het was uitgerekend Phara de Aguirre, ouderdomsdeken van de nieuwsredactie, die de knuppel in het hoenderhok gooide. Ze verklaarde openlijk de liefde aan één van de kemphanen, Lotte Vermeir, en stelde dat ze de prijs moest betalen voor haar eerlijke, harde werk. “Het ontslag dat niemand wou”, schreef ze schalks. Waarna uit de VRT opnieuw een brief kwam van mensen
die wel degelijk wilden dat Lotte vertrok en zich diep beledigd voelden dat Phara geen rekening hield met hun onnoemelijk leed. Diepe verdeeldheid dus. Uitgerekend in het ‘Vlaams centrum tegen polarisatie’. Volgens het rapport van een Nederlandse bemiddelaar was de situatie er zelfs ‘onveilig’ geworden. Niet meer of minder dan in de rest van Brussel, hoor ik u denken. Maar dat bedoelt de bemiddelaar niet. De situatie is veel erger dan straatgeweld en messentrekkers. Mensen kunnen er - we waarschuwen de gevoelige lezer - niet meer ‘zichzelf zijn’.
Obsessie
Zich ‘sociaal veilig voelen’ en ‘zichzelf zijn’. Het zijn twee nieuwe paradepaardjes in het debat over woke en ze maken al flink slachtoffers. Een baas die al eens over de werkvloer roept? Toxisch gedrag. Een baas die vindt dat uw werk op niks lijkt? Agressief leiderschap en ontmoedigend. En niemand die erbij stilstaat dat die mens ook maar zichzelf wil zijn.
Communicatie blijkt een stiel die ze bij de VRT nog niet helemaal onder de knie hebben
Een stressvrij werk waar iedereen alleen maar loopt te applaudisseren en vraagt of er nog een tasje koffie moet zijn, is het nieuwe ideaalbeeld. Nee, het is een obsessie. Wie leiding wil geven moet naast zijn job ook nog diplomaat of psycholoog zijn. Vandaag zijn er kranten die een ‘safe space’ hebben voor nieuwe werknemers die alleen nog kritiek mogen krijgen in aanwezigheid van de mensen van ‘human resources’. Als we zo verder doen, zal je niemand nog zo gek krijgen om leiding te willen geven. De waanzin blijft door onze samenleving razen.
“Mij vervangen is precies niet zo makkelijk”
De democratie droeg op 9 juni Alexander De Croo met pek en veren uit de Wetstraat 16. “Het moet anders, beter en wel snel”, oordeelde de publieke opinie. Maar drie maanden later zit Alexander nog steeds in zijn stadspaleisje en is er niemand om de sleutels aan te overhandigen. Hoe voelt het eigenlijk om de meest waardeloze premier te zijn in een land dat er niet in slaagt om hem te vervangen? “Ik denk dat de mensen nu pas beginnen te beseffen dat ze mij wel graag zien.”
Het bureau van Alexander De Croo ligt er netjes bij. Overal staan er foto’s van Alexander naast internationale leiders. De premier is duidelijk niet gehaast om te beginnen opruimen. Buiten de muren van de 16 is hij al lang dood en begraven. Maar op de 16 zwaait hij nog steeds de plak. In stilte dan.
Premier, hoe gaat het met u na het pak slaag van de natie?
DE CROO: “De grootste leiders worden pas jaren na hun dood echt begrepen. Dat is een zwaar lot om dragen, maar ik maak me sterk dat het ook mij zal overkomen. Ik heb daar vrede mee. Ik stel trouwens vast dat ik hier nog steeds zit, hé. Blijkbaar is het toch niet zo makkelijk om mij te vervangen. Maar ook al smeken ze me om te blijven, ik heb andere dingen te doen. Ondankbare klootzakken.”
Die zitten ook in uw partij. Ze willen u zo rap mogelijk uit de politiek. “Alexander kan beter in de privé gaan werken”, stelden uw opvolgers.
DE CROO: “Ja, dat kwam hard aan. De privé is echt niet gemaakt voor mensen als ik. Nu heb ik alle vakanties van de kleuterklas, gecombineerd met die van de universiteiten. Zo iemand kan je toch niet zomaar in een ander statuut dwingen. Ik heb toch ook rechten. Nee, ik blijf in dat parlement zitten. Het is zo weinig collegiaal om mensen naar de buitenwereld te sturen. Het is daar gevaarlijk. Ik zeg altijd: in de politiek moet je collega’s niet aandoen wat je jezelf niet zou aandoen. Daar heb je andere mensen voor, niet?”
Bij wie is dat dan wel aanvaardbaar?
De CROO: “Bij de burger natuurlijk! Daar dienen die voor! Pas op, dat klinkt wat hard, maar die burger is dat gewoon, hoor. Die vindt dat helemaal niet erg. Pak hem nog wat centjes af en hij vindt het prima. Sterker nog, die stemt daar zelf voor. Mensen willen voortdurend verandering. Dus wij veranderen voortdurend de regels.”
Hoe ziet u uw eigen toekomst?
DE CROO: “Ik moet er even over nadenken. Ik had natuurlijk al lang bij de NAVO moeten zitten of in de Europese Commissie. Of een andere koterij waar premiers op rust kunnen uitbollen tot hun pensioen. Maar dat gunnen ze me niet. De Wever zei me letterlijk: ‘Alexander, voor u een topjob zoeken? Dat pikt de kiezer niet. Je hebt het te veel verkloot.’ Ik vind dat gemeen. En Verhofstadt dan? Charles Michel? Di Rupo? Zaken verkloten is nog nooit een bezwaar geweest. En nu ik aan de beurt ben wel? Niet eerlijk. De politiek verhardt en daar maak ik me ongerust over.”
U komt wel op in Brakel?
DE CROO: “Jazeker. Brakel is een rijke, bloeiende gemeente. Daar valt nog wat te halen. Ik trek de lijst, papa duwt de lijst. En als niemand anders meer stemmen haalt, zal Brakel de volle 100 procent van mijn kennis en ervaring genieten. En dat doet de andere partijen in Brakel beven van angst. Ze voeren er zelfs campagne mee. Onlangs zei een oppositielid nog: ‘Stel u voor dat De Croo al zijn kennis en ervaring op Brakel richt? Dat kunnen we niet aan. Dat is onbetaalbaar.’ U ziet, de schrik zit er al goed in, hoor. Watch out, Brakel, here I come!”
Zijn er zaken die u achteraf gezien anders zou aanpakken, als u een herkansing had gekregen?
DE CROO: “Integendeel, als ik had geweten dat de kiezer zo’n hard oordeel over mij zou vellen, ik had nog een diepere put in de begroting gemaakt. Ik heb dit land door twee crisissen geleid. Zonder mij waren ze allemaal dood van de corona! Stank voor dank!”
Heel Europa had natuurlijk last van corona en de energiecrisis. En die maakten niet zo’n diepe putten. Heeft u achteraf gezien geen cruciale fouten gemaakt?
DE CROO: “Nee, ik ben een progressief leider en ik kijk vooruit. Laat anderen maar achteruit kijken.”