't Pallieterke van 1 augustus 2024

Page 1


“Het collaboratie verleden is een monster van

ONTSLAGRONDES

BIJ DE VERLIEZERS

HOE ZOU HET NOG ZIJN X MET HET CONFEDERALISME? X

OPHEF OVER OPENINGSCEREMONIE

DRUGSGEBRUIK IN DE POLITIEK

derhandelingen over het federale rege ringsprogramma. Sander Loones is nu belast met die parallelle zoektocht. Hij moet nagaan wat er bij de andere partijen mogelijk is op gebied van staatshervorming. “We stappen niet in een federale regering zonder een zoektocht naar de mogelijkheden van een staatshervorming” is niet hoe ik mij de belofte van De Wever herinner.

daarin geen enkele onduidelijkheid: de splitsing van de sociale zekerheid.

“Vlaams-nationalisten moeten België niet redden”

kleine defederalisering toegevoegd aan een of andere bevoegdheid en met weinig financiële implicaties.

LEIDT AI TOT BEURSBUBBEL?

COLUMN STEFAN EVERTS

Wat betekent confederalisme? Ruw geschetst betekent het dat de deelstaten in principe alle bevoegdheden hebben en dan overeenkomen wat ze nog samen willen doen, zoals bijvoorbeeld op vlak van defensie, de aanpak van zware criminaliteit of de begrotingsverantwoordelijkheid ten aanzien van de EU. Bart Maddens wees er in mei op dat je al in oude teksten - het confederalismeplan van 2014 - moet gaan snuffelen om te weten

Ik verkies ook volledige onafhankelijkheid, maar heb geen bezwaar tegen een confederalisme dat in de praktijk voor een groot deel hetzelfde betekent. Het vermijdt veel moeilijke discussies over internationale erkenning en de status in de EU, en bestrijdt de spookbeelden over de chaos die veel mensen zien opdoemen bij een eenzijdige uitroeping van de onafhankelijkheid. Bovendien is dan, in een situatie waar Wallonië niets meer krijgt van Vlaanderen, een formele splitsing alleen nog een kwestie van jaren en veel verdragsrechtelijk papierwerk.

“Vlaams-nationalisten moeten België niet redden”, zei Michael Discart, voorzitter van de VVB, terecht op 11 juli. Ik begrijp de neiging van politici die zich nestelen in het bestel om aan beleid te doen en de verwezenlijking van het doel dat de bestaansreden van hun partij uitmaakt even uit te stellen. In het geval van N-VA zou dat dan wel al de tweede keer zijn. Zo zou het confederalisme voor N-VA alleen nog een formele eis worden, vreest Bart Maddens, een stoffige bepaling in oude statuten. Bewijs dat onze vrees onterecht was, onderhandelaars. Geef ons minstens de volledige splitsing van de sociale zekerheid.

VANESSA MAES

DIRECTRICE SPA F1 GRAND PRIX

“Elke euro die Wallonië investeert, levert er 10 op”

De zomervakantie bracht me dit jaar in Baskenland. De wat oudere lezers zullen die streek nog altijd met ETA associëren: de nationalistische organisatie die tot 2011 aanslagen pleegde. Voor de jonge lezers staat Baskenland ondertussen wellicht synoniem met het Guggenheim in Bilbao, fietsvakanties in de heuvels en ‘pintxos’ en ander lekkers uit de Baskische keuken.

De Baskische nationalisten dromen van een vaderland - ‘Euskal Herria’ - dat de 7 Baskische provincies omvat. Je ziet wel eens ‘4+3=1’ op de muren gekalkt. Die optelsom staat voor de wens om de vier Baskische provincies in Spanje en de drie Baskische provincies in Frankrijk te verenigen. Ik startte mijn verblijf dan ook niet in Spanje, maar in Frans-Baskenland. Frans-Baskenland (of beter: Noord-Baskenland, ‘Iparralde’) is onvermijdelijk het kleine broertje in dit verhaal. In de drie Frans-Baskische provincies (Labourd, Soule en Basse-Navarre) wonen slechts 300.000 mensen, tegenover ruim 3 miljoen in Spaans-Baskenland.

Frans-Baskenland kent u misschien van het dichtbevolkte en verfranste kustgebied met de hoofdstad Bayonne en badplaatsen zoals Biarritz, de nog altijd populaire badplaats waar alle chique mensen toch eens moeten geweest zijn. Achter die kuststrook ligt het bergachtige Baskische binnenland dat ook wel toeristen trekt, maar toch veel authentieker is.

Het Baskisch (‘Euskara’) is een van de oudste en meest mysterieuze talen van Europa. Euskara heeft weinig overeenkomsten met enige andere taal. Net zoals de andere regionale talen van Frankrijk heeft ook het Euskara terrein moeten inleveren. Vandaag spreekt zowat 20 procent van de inwoners die taal zeer regelmatig. Nog eens 10 procent heeft een passieve kennis. Die sterke achteruitgang is niet alleen het gevolg van vele decennia Franse taalpolitiek, maar ook van grote verhuisbewegingen. Veel Fransen kwamen aan de Baskische kust wonen, terwijl het Baskische platteland ontvolkte. Ondertussen is het Euskara wel erkend als regionale taal en is het sterk in het straatbeeld aanwezig. Bijna alle plaatsnaamaanduidingen en wegwijzers zijn tweetalig. Het onderwijs in het Baskisch is vooral de zaak van de ‘Ikastolas’. In Frans-Baskenland zijn er op dit ogenblik 37 van die privéscholen die zo’n 4.000 kinderen ingeschreven hebben. Honderd jaar geleden spraken de kinderen thuis Baskisch en op school Frans, vandaag is dat vaak omgekeerd. Anders dan in Frans-Vlaanderen, waar alleen de oudste generatie nog een beetje ‘Vlaemsch klapt’, zijn in Baskenland ook veel kinderen vertrouwd met de eigen taal.

De nationalisten vormen in Frans-Baskenland een groeiende macht. De christendemocratisch georiënteerde Baskische Nationalistische Partij (PNV) - die in Spaans-Baskenland zo sterk staat - heeft ook in Frankrijk een aantal verkozenen. De linkse nationalisten hebben zich in 2013 verenigd met het platform ‘Euskal Herria Bai’. Voor die formatie zie ik scores van 10 procent en meer, en bijvoorbeeld tot 27 procent voor EH Bai in de tweede ronde van de ‘départementales’ in 2021. In een aantal kleine gemeenten levert EH Bai de burgemeester.

Wat mij vooral opvalt, is hoe ongedwongen de regio de Baskische identiteit uitstraalt. Er zit natuurlijk een stukje toeristische marketing bij. Als buitenlander kan je je euro’s kwijt aan Baskische hesp, Baskische cider, Baskische taart en zelfs onderbroeken met Baskische motieven. Ik laat u zelf raden voor welke producten ik ben gezwicht. Aan alle zelfbewuste Vlamingen die op zoek zijn naar een interessante vakantie op een dagje rijden, kan ik Iparralde in elk geval ten zeerste aanbevelen.

KARIM VAN OVERMEIRE

EDITORIAAL

Redactie & beheer:

Uitgeverij ’t Pallieterke

Lagesteenweg 5 bus 1, 1850 Grimbergen Tel. : 03-232 14 17

Abonnementen/administratie: secretariaat@pal.be

Lezersbrieven: lezersbrieven@pal.be

Abonnementen binnenland Abonnement buitenland: 3 maanden: 58,5 euro Tarieven afhankelijk van de 6 maanden: 117 euro bestemming. Alle inlichtingen 1 jaar: 234 euro op de kantoren. Steunabo 1 jaar: 350 euro

Het abonnementsgeld kan overgeschreven worden op volgend rekeningnummer met vermelding van uw naam en adres: BE82 4096 5194 9168 BIC KREDBEBB

Elke week op donderdag in uw krantenwinkel

Oud-hoofdredacteurs: Bruno De Winter (1945-1955, stichter), Jan Nuyts (1955-2000), Leo Custers (2000-2010), Karl Van Camp (2010-2020) Kernredactie: Stijn Derudder (hoofdredacteur), Jurgen Ceder, Simon Segers, Wannes Neukermans, Anton Schelfaut, Karl Van Camp Verantwoordelijke uitgever: Wart Van Schel Foto's: Belga, Photonews, Shutterstock

Ontslagrondes bij de verliezers van 9 juni

moeten personeelsleden vertrekken na de verloren verkiezingen. Bij de Parti Socialiste wordt 28 procent van het vaste werknemersbestand ontslagen. Een aderlating met het oog op toekomstig oppositiewerk. Daar heeft Vlaams Belang geen last van. De Vlaams-nationalistische partij kan zich profileren als grootste oppositiekracht en denkt nu al aan de lokale stembusslag van oktober.

Minder kiezers betekent minder partijdotaties en dat zullen ze bij Open Vld en Groen geweten hebben. Een paar dagen geleden meldde De Tijd dat de partijen elk 30 medewerkers moeten ontslaan. En dat is nog maar het begin, want straks treedt een nieuwe regering aan en moet ook het personeel op de ministeriële kabinetten vertrekken. De combinatie van dalende partijdotaties én een dure verkiezingscampagne maakt velen bij Open Vld trouwens zenuwachtig. De financiële toestand zou dermate verontrustend zijn dat men op termijn moet overwegen het hoofdkwartier in de Brusselse Melsensstraat 34 van de hand te doen.

Zelfs aan Franstalige kant gaat men ervan uit dat Ninove niet meer kan ontsnappen aan Vlaams Belang

Politicoloog Bart Maddens (KU Leuven), een specialist in partijfinanciering, heeft het al meermaals benadrukt: de toekomst en de overlevingskansen van een politieke partij worden evenzeer bepaald door de financiële middelen waarover men beschikt dan door de interne verdeeldheid na een verkiezingsnederlaag. De pandoering van 9 juni kwam hard aan bij de Vlaamse liberalen, maar ze zijn erin geslaagd te overleven. Voorlopig. Indien de strijd om het voorzitterschap uitdraait op een politiek bloederige vertoning, dan zou het kunnen dat Open Vld op weg is naar een Volksunie-scenario. Wat dus betekent dat de partij uit elkaar valt. De enige ‘hindernis’ daartoe is dat de partij over voldoende financiële middelen beschikt. Welnu, Open Vld moet rondkomen met 4,2 miljoen euro per jaar. Dat is 2 miljoen euro minder dan tijdens de vorige legislatuur, maar weliswaar voldoende om het hoofd boven water te houden. De centen redden de liberale partij dus voorlopig.

De studiediensten lopen leeg

Ook bezuiden de taalgrens is het bij een aantal politieke formaties kommer en kwel. In Wallonië likken Ecolo en PS hun wonden. Zij moeten respectievelijk 28 en 55 procent van hun medewerkers doen vertrekken. Bij het Brusselse DéFI

lijkt de zestigste verjaardag van de oprichting van het FDF in mineur te verlopen. Volgens Le Soir moet de Fransdolle partij zowat 83 procent van het personeelsbestand een C4 geven. De toekomst van de partij is hoogst onzeker.

Bij PS is dat allesbehalve het geval, al is daar wel een mentale omslag nodig geweest. In de periode 20142019 werd de partij federaal naar de oppositie verwezen, maar zat ze nog altijd in de deelstaatregeringen. Straks blijft enkel nog de Brusselse regering over. Een legioen cabinetards moet weg of dient een andere functie te krijgen. Naar verluidt zijn de Franstalige socialisten vooral bezig geweest met het ‘herbemannen’ van de parlementaire fracties. Lees: de verkozenen in de verschillende assemblees moeten voldoende ondersteund worden zodat degelijk oppositiewerk mogelijk is. Wat veel pijnlijker is voor de oppositiepartijen, is dat de studiediensten leeglopen. Noodgedwongen. Het is de gemakkelijkste manier om een herstructurering zo pijnloos mogelijk door te voeren. Bij Open Vld zouden er nog 10 aan de slag zijn. Hoeveel er nog overblijven bij het ooit beruchte Institut Emile Vandervelde, de PS-studiedienst, is onduidelijk. Dat de bollebozen vertrekken, is wel een aderlating met het oog op langdurig oppositiewerk. Wat opnieuw een verschil maakt met 2014, toen PS federaal in de oppositie ging. Toen ging men ervan uit dat de Zweedse coalitie een intermezzo was - wat ook klopte - en men na 2019 opnieuw aan zet zou komen. Nu is binnen de kringen van de Parti Socialiste te horen dat de oppositiekuur wel eens langer zou kunnen duren, zeker federaal. De reden? De sanering van de overheidsfinanciën zal wellicht meer dan vijf jaar in beslag nemen; er is zelfs sprake van een hervormingstraject van zeven jaar. Dat betekent dat ook de volgende regering op de ingeslagen weg verder moet gaan. De tijd dat PS een pijler van de Belgische staatsmacht was, lijkt dus voorbij. Toch voor een aantal jaren.

Meer dan Ninove

Afvloeiingen en ontslagen: Vlaams Belang heeft dat als dieptepunt gekend in de periode vanaf pakweg 2007 tot 2014. Ondertussen is dat het verre verleden geworden. Ook al is de perceptie anders, want de partij heeft de verkiezingen van 9 juni gewonnen en krijgt dus

Wat veel pijnlijker is voor de oppositiepartijen, is dat de studiediensten leeglopen

meer dotaties en meer personeel. Daar maakt niemand zich zorgen om de financiële toestand. Wel was het even schakelen toen bleek dat Vlaams Belang niet de grootste partij in Vlaanderen was geworden en dat een V-meerderheid een paar zetels tekortkwam. Al snel werd duidelijk dat zich een nieuwe oppositiekuur aandiende. Daarvoor lijkt de partij van Tom Van Grieken gewapend. Een hele reeks nieuwe verkozenen heeft de eed afgelegd. Jong bloed is altijd welkom in de fracties.

De sanering van de overheidsfinanciën zal wellicht meer dan vijf jaar in beslag nemen

Maar de aandacht gaat bij Vlaams Belang niet alleen naar het parlementaire oppositiewerk. Eigenlijk ligt de focus de komende maanden op de lokale verkiezingen. Het cordon moet en zal doorbroken worden. En er is in dat verband meer dan Ninove. Met Guy D’haeseleer zit de partij gebeiteld. Er zouden 600 stemmen extra nodig zijn voor een absolute meerderheid. Dat is haalbaar. Zelfs aan Franstalige kant gaat men ervan uit dat Ninove niet meer kan ontsnappen aan Vlaams Belang. De partij wil echter meer. Eén of meer andere gemeentebesturen binnenhalen in de Denderstreek moet lukken. Er wordt onder andere gedacht aan Denderleeuw.

De ‘échte’ plattelandspartij

Daarnaast hebben Tom Van Grieken en co hun oog laten vallen op de landelijke gemeentes waar de partij op 9 juni zeer sterk scoorde. Dan hebben we het niet alleen over de Westhoek, maar ook andere plattelandsgemeenten ten zuiden van Brugge en Oostende. De affiches met het opschrift ‘Red onze boeren’ zijn nog altijd niet weggehaald. Vlaams Belang blijft zich hier profileren als de échte plattelandspartij. Dat lijkt cd&v te beseffen door zich tijdens de Vlaamse onderhandelingen op de stellen als de verdediger van het landelijke Vlaanderen. Dat blijkt onder andere uit het verzet tegen de gemeentefusies. Het zou Vlaams Belang niet slecht uitkomen als cd&v hier bij de vorming van de Vlaamse regering niet te veel trofeeen binnenhaalt.

Niet enkel bij Open Vld en Groen
Alexander De Croo treurt op de avond van zijn nederlaag

HET WOKE SPEKTAKEL VAN DE ZONNEKONING

Ik ga eerlijk zijn: ik heb de rechtstreekse uitzending van de openingsceremonie van de Olympische Spelen niet bekeken. “Bovenal wil ik dat deze ceremonie iedereen omvat. We moeten allemaal deze diversiteit vieren.” Dat was de voorafgaande aankondiging van Thomas Jolly, de artistieke directeur, over zijn opzet. Het liet mij vermoeden dat de plechtigheid net niét voor iedereen zou zijn, dat er integendeel de ideologie van een elitaire minderheid gevierd zou worden en dat ik dus niets zou missen.

Het politiek geladen incident rond de ridiculisering van Het Laatste Avondmaal maakt dat ik de uitzending in terugkijktelevisie - een geweldige uitvinding die toelaat het kaf van het zeldzame koren te scheiden - toch heb moeten bekijken. Ik heb vaak doorgespoeld, want na vijf ‘bateaux mouches’ vol atleten en hun begeleiders, heb je ze allemaal wel gezien. Het taboe

Het eerste wat mij opviel, was de Marseillaise die werd gezongen vanop het dak van het Grand Palais. Ik had het kunnen weten: uiteraard kon de zangeres niet blank zijn. Een nationale hymne is al een beetje verdacht, dus moet dat wat afgezwakt. De populaire Franse muziek werd dan weer vertegenwoordigd door Aya Nakamura, een zangeres van Malinese afkomst die in het land van Molière muzikale teksten brengt die een mengeling zijn van Engels, Frans en allochtoon patois uit de banlieues. Er was ook nog een rapper van Algerijnse afkomst.

Waar woke aanwezig is, is halfbroertje klimaatreligie nooit ver weg

Uiteraard kon men ook de olympische vlam niet laten aansteken door een blanke. Die eer viel te beurt aan de zwarte ex-atleten Teddy Riner en Marie-José Pérec. Zij hebben zeker evenveel recht om hun land te vertegenwoordigen als andere Fransen, maar doorheen de hele ceremonie viel het op welk taboe er nu rust op de blanke huid van de meerderheid der Fransen. De cultus van woke is nu zo verstikkend dat elke keuze die gemaakt moet worden telkens dezelfde richting opgaat. En dan krijg je, volstrekt tegen de retoriek in van de organisatoren dat ze iedereen willen aanspreken, een ideologisch geladen evenement, waarin enkele prachtige taferelen meer werden verpest door de opdringerige boodschap dan door de regen. Gay Pride

Het klapstuk van de woke religie kwam in hoofdstuk 8: ‘Festivités’. We werden getrakteerd op dansnummers van een vrouw met een baard, een man in een baljurk en vele andere overgemaquilleerde figuranten die zich tot doel gesteld leken te hebben alle combinaties van man/vrouw/ non-binair te vertegenwoordigen, waarbij alleen het beeld van een man die eruitziet als een man zorgvuldig werd vermeden. Eén scène uit dat bizarre optreden heeft voor de grootste controverse gezorgd. Een obese vrouw met een stralenkrans om het hoofd zat centraal aan een lange tafel, met haar 12 non-binaire vrienden in allerlei poses aan haar zijde, aan dezelfde kant van de tafel. Voor vele kijkers leek het een persiflage van Het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci.

Geert Wilders haalde uit naar de “woke onzin” en “het ridiculiseren van het christendom”. Marion Maréchal en Matteo Salvini reageerden in dezelfde zin. Nicola Procaccini, Europees Parlementslid van de Fratelli d’Italia hield het bij sarcasme: “Ik vond de ceremonie van de Gay Pride heel leuk. Weet iemand wanneer die van de Olympische Spelen plaatsvindt?”

Dionysos

Deze keer kwamen de reacties niet alleen vanuit rechtse hoek. Don Ceder - geen familie, denk ik, want hij is zwart -, parlementslid van de Nederlandse ChristenUnie, plaatste wat is gebeurd in het juiste perspectief: “Dit is het trappen tegen de meest vervolgde groep mensen op aarde. (…) Ook deze christenen kijken naar de Olympische Spelen als een teken van eenheid en verbondenheid, maar krijgen juist vervreemding en bespotting van de organisatie terug.” In een gezamenlijke verklaring protesteerden ook de bisschoppen van Frankrijk tegen “de schandalige en provocatieve scènes”.

Artistiek directeur Thomas Jolly, een persoonlijke benoeming van Macron, ontkende dat de scène was geïnspireerd door Het Laatste Avondmaal van Da Vinci. Hij beweerde een oud heidens feest ter ere van Dionysos te hebben uitgebeeld. Dat de Griekse god Dionysos in het spektakel voorkwam, ontkent niemand, maar dat verklaart het beschreven tafereel niet.

Het zal de narcistische zonnekoning Macron worst wezen

Een paar wijsneuzen probeerden het op sociale media met de uitleg dat het beeld een verwijzing was naar het schilderij ‘Het feest der goden’ van Jan van Bijlert, maar konden niet uitleggen waarom de andere goden ontbraken. Bovendien hebben de producenten en een aantal van de dansers toegegeven dat ze wel degelijk wilden verwijzen naar het schilderij van Da Vinci. Het doet er weinig toe. De indruk die gewekt zou worden, kon men best voorspellen.

De lakmoestest

Waren de tenen van de critici vanuit christelijke hoek dan niet een beetje lang? Vooreerst moet opgemerkt worden dat dit helemaal geen debat is over artistieke vrijheid of de vrijheid van meningsuiting. Iedereen heeft het recht om elke godsdienst te bespotten, maar de Olympische Spelen hebben een universele pretentie. Als ze alle mensen willen aanspreken, is het volstrekt ongepast te spotten metvoorlopig nog - de grootste godsdienst ter wereld, die trouwens al een stuk meer volgers kent in Afrika en Latijns-Amerika dan in het Westen. Zij waren het die door

westerse wokisten werden uitgelachen. Er is altijd een lakmoestest voor dat soort vragen. Die luidt: wat zouden de reacties zijn indien er was gespot met een andere godsdienst, in het bijzonder met de islam? We kennen het antwoord. Allen die nu in hun pen kropen om de ‘artistieke vrijheid’ te verdedigen en de rechtse en christelijke lichtgeraaktheid belachelijk te maken, zouden dan verontwaardigd zijn over het verdelende en onverdraagzame karakter van een ceremonie die uiteindelijk voor de hele wereld is bedoeld.

En hoe zouden de moslims reageren als hun profeet afgebeeld zou worden in het gezelschap van transgenders en dragqueens? Parijs zou nu in brand staan en alle dansers en makers zouden de rest van hun leven in een bewaakte bunker moeten doorbrengen.

Godslastering

In dat kader was de reactie van Jean-Luc Mélenchon, leider van het extreemlinkse La France insoumise, interessant. Op zijn blog schreef hij zaterdag: “Ik hield niet van de spot met het christelijke Laatste Avondmaal, de laatste maaltijd van Christus en zijn apostelen, en de basis van de zondagse eredienst”, om te vervolgen met: “Waar is het goed voor om gelovigen te kwetsen?” Mélenchon, de christenvriend?

Na de moordpartij bij Charlie Hebdo volgde hij nog trouw de antiklerikale traditie van zijn extreemlinkse vrienden. Mélenchon zei toen dat hij in Europa alle wettelijke beperkingen op godslastering wil zien verdwijnen. Nu de moslims van Frankrijk een groot deel van zijn electorale achterban zijn gaan uitmaken, slaat hij een andere toon aan. We mogen vermoeden dat zijn plotse respect voor christelijke gevoeligheden waarschijnlijk de voorbereiding is op een bocht naar een pleidooi voor het verbod op die andere godslastering.

Waar woke aanwezig is, is halfbroertje klimaatreligie nooit ver weg. De organisatie van de Spelen in Parijs bleek gevoelig voor de kritiek dat de ecologische voetafdruk van de Spelen enorm is. Ze reageerde met een pakket aan maatregelen, zoals minder airco in de gebouwen voor de atleten, meer groenten en minder vlees op de menu’s, stoeltjes gemaakt uit lokaal gerecycleerd plastic en 100 procent elektriciteit uit hernieuwbare energie. Met dat soort beuzelarijen probeerden de organisatoren aan te tonen dat de Spelen ‘klimaatpositief’, ‘koolstofneutraal’ en ‘duurzaam’ zouden zijn. Het kon de ecologische waakhonden niet overtuigen. 85 procent van de uitstoot van broeikasgassen naar aanleiding van de Spelen zijn het gevolg van het vervoer van toeristen, atleten en journalisten van en naar de Spelen.

Dure grap

Emmanuel Macron keek toe vanop zijn hoge troon en zag dat het goed was. Terwijl de regen naar beneden stroomde,

waren hij en zijn directe omgeving de enigen die werden beschut door een nog snel aangebracht afdak. Andere genodigden moesten het stellen met een regenponcho. Sergio Mattarella, de 83-jarige president van Italië, verdroeg het ongemak net lang genoeg om de delegatie van zijn land te zien voorbijvaren. Hij maakte zich daarna snel uit de voeten.

Volgens Le Point heeft deze megalomane ceremonie bijna een half miljard euro gekost - het viervoudige van de openingsplechtigheid van de spelen in Londen -, maar er was zelfs niet aan gedacht het symfonisch orkest te beschermen. Een vriend-pianist werd boos bij de gedachte aan wat de regen heeft gedaan met de dure piano’s.

Olympische Spelen zijn in hun geheel altijd een dure grap. De universiteit van Oxford berekende dat de kost voor een land om ze te organiseren gemiddeld drie keer hoger ligt dan de inkomsten die ze voortbrengen, bijvoorbeeld via toerisme. Voor Frankrijk zal het resultaat niet beter zijn. In Parijs klaagt de horeca dat er net minder klanten zijn dan normaal deze tijd van het jaar.

De zonnekoning

De ironie van de geschiedenis wil dat precies op dezelfde dag als de duurste openingsceremonie ooit, de EU formeel een procedure tegen Frankrijk (net als tegen België) is gestart wegens te hoge begrotingstekorten. Het zal de narcistische zonnekoning Macron worst wezen. De Olympische Spelen waren zijn persoonlijk paradepaardje.

Ze gaven hem ook even de gelegenheid de onbestuurbaarheid van zijn land te negeren. Macron kondigde een politieke wapenstilstand aan tijdens de Spelen. Niemand ziet voorlopig echter hoe hij erin kan slagen om in september een regering te bricoleren die een meerderheid van de fel verdeelde Assemblée nationale krijgt. Die chaos heeft hij trouwens zelf geschapen met zijn beslissing het parlement vervroegd te ontbinden. Tot dan kan Macron echter gloriëren op de eretribunes van zijn Olympische Spelen. Hij wil dat Frankrijk schittert. Maar belangrijker voor hem: hij wil vooral zelf schitteren.

JURGEN CEDER

Vakantie en secretariaat

Volgende week zal het secretariaat van ’t Pallieterke wegens vakantie gesloten zijn, namelijk van vrijdag 2 augustus tot en met maandag 12 augustus. Nadien zijn we telefonisch bereikbaar van maandag tot donderdag tussen 13u30 en 16 uur. ’t Pallieterke zelf blijft uiteraard wel zonder onderbreking elke week verschijnen. Prettige vakantie en veel leesplezier!

Openingsceremonie Olympische Spelen

Leidt artificiële intelligentie tot een nieuwe beursbubbel?

Bijna een kwarteeuw geleden scheerden de aandelen van jonge internetbedrijven hoge toppen op de beurs. Tot duidelijk werd dat ze overgewaardeerd waren. De beursbubbel spatte uiteen, maar het internet had zich verankerd in de economie. Gebeurt nu hetzelfde met bedrijven die artificiële intelligentie (AI) ondersteunen? Het lijkt erop. Nvidia, chipfabrikant voor AI-toepassingen, heeft met 3.300 miljard dollar de hoogste beurskapitalisatie ter wereld bereikt, maar dat lijkt wat te hoog.

2024 zal wellicht de geschiedenis ingaan als het jaar dat artificiële intelligentie ook voor Jan Modaal een dagelijks begrip werd. Meer bepaald via de toepassing ChatGPT, een chatbot die het mogelijk maakt om een aanvaardbaar antwoord te krijgen op de meest uiteenlopende vragen. Het is de exponent van de AI-revolutie die maakt dat hoogtechnologische computers en robots de menselijke intelligentie bijna perfect weten na te bootsen. U beantwoordt een e-mail en krijgt op basis van het eerste bericht gelijk een aantal standaardantwoorden die u kan gebruiken, met dank aan AI. En natuurlijk met dank aan de chips die voor die toepassingen worden gebruikt.

Dat zijn geen gewone computerchips zoals je die in een gsm of gewone laptop vindt, maar specifieke onderdelen van onder andere data-

centers. Chips die ook meerdere berekeningen tegelijk kunnen maken. De grootste ontwikkelaar van die chips is het Amerikaanse Nvidia. Door de sterke vraag naar hun chips is Nvidia een beurssprookje geworden. De waarde van het aandeel steeg met 170 procent sinds begin dit jaar. Belangrijker: het klokte in juni af op een totale beurskapitalisatie van 3.300 miljard dollar. In de herfst van 2022 was de waarde nog 500 miljard dollar. Nvidia heeft Microsoft voorbijgestoken en is daarmee het grootste beursgenoteerde bedrijf ter wereld.

Vliegwieleffect

Daar lijkt niet direct verandering in te komen. Ten eerste blijven de chips die het bedrijf ontwikkelt enorm gegeerd. Ten tweede komen er

wel concurrenten op de markt, maar is de vraag zo groot dat Nvidia niet direct marktaandeel zal verliezen. Het zou dus best kunnen dat de beurswaarde nog verder stijgt. Ook het ‘vliegwieleffect’ van een stijgende beurskoers speelt hier een rol. Geen belegger die eraan denkt om Nvidia-aandelen te verkopen. Tegelijk neemt het aantal gegadigden onder de professionele beleggers toe. Iedereen moet en zal het AI-chipbedrijf in de portefeuille hebben. Bovendien kennen alle technologiebedrijven momenteel een sterke koersstijging, te danken aan het positieve marktsentiment. De ‘Magnificent Seven’ (Nvidia, Apple, Microsoft, Tesla, Alphabet, Amazon en Meta) zorgden de voorbije maanden voor 3.400 miljard dollar extra aan beurswaarde of 57 procent van de totale stijging van de Amerikaanse S&P 500-beursindex. Nvidia was goed voor 2.000 miljard dollar of 34 procent van de stijging. Nemen we de grootste drie aandelen - Nvidia, Microsoft en Apple-, dan zijn die al goed voor een totale beurswaarde van bijna 10.000 miljard dollar. Dat is veel meer dan de beurs van Japan, India, Frankrijk en Groot-Brittannië.

De les van 2000

De vraag rijst of dat nog economisch gezond is. Vertegenwoordigt de beurskoers wel de echte waarde van het bedrijf? Vooral alle duidelijkheid: Nvidia is een gezond bedrijf met toekomstperspectief. Maar er zijn twee factoren die maken dat we hier misschien met een opgeblazen beurskoers zitten of meer algemeen een beursbubbel. Het aandeel van het AI-bedrijf is te hoog gewaardeerd en op een onverwacht moment zal de koers een duik nemen. Dat is de les van 2000, toen de internetbubbel barstte.

Het was de periode dat internet voor iedereen toegankelijk werd. Bedrijven met activiteiten die aan de toenmalige nieuwe technologie gelinkt waren, kenden een zelden gezien succes. Ook toen werd Microsoft - nochtans ook een aan internet gelieerd bedrijf - als nummer één qua beurskapitalisatie voorbijgestoken. Door Cisco Systems. Het internetbedrijf piekte toen aan een waarde van 555 miljard dollar. Maar plots verdween het absolute

vertrouwen in internetaandelen. Men vond ze overgewaardeerd. De aandelen vlogen de deur uit en als een soufflé vielen de beurskoersen in elkaar. Vandaag staat het aandeel van Cisco Systems nog altijd 30 procent lager dan toen. Volgt Nvidia spoedig? Niemand kan het voorspellen uiteraard, maar het is al van februari 2023 geleden dat de Amerikaanse S&P 500-index met 2 procent of meer daalde op één dag tijd. Dat is historisch gezien eerder uitzonderlijk.

Geen belegger die eraan denkt om Nvidia-aandelen te verkopen

Als de AI-bubbel op één manier wordt doorprikt, dan zal het niet zijn omdat beleggers dat op een blauwe maandag beslissen, maar wel omdat er een diepgaandere economische reden voor is. En dat is de tweede reden waarom de Nvidia-bonanza niet eeuwig kan blijven duren. Toen de internetbubbel een kwarteeuw geleden barstte, had dat ook te maken met het besef dat de onlinetechnologie niet voor de grote productiviteitsstijgingen zou zorgen die men verwacht had. Momenteel neemt de productiviteit van de westerse economieën op jaarbasis toe met 0,5 tot 0,7 procent. Soms is dat 1 procent. Dat zou volgens economen een stuk meer kunnen worden dankzij AI. Alleen zijn er nog geen signalen dat de productiviteit (van de werknemers) snel groeit door AI. Ten tweede blijkt uit berekeningen dat slechts 5 procent van de bedrijven echt gebruik maakt van die nieuwste technologie. En ten slotte zou de door AI aangejaagde beurskoers verantwoord moeten worden door jaarlijks tot 400 miljard dollar aan extra inkomsten dankzij die toepassingen.

Analisten berekenen dat de grootste bedrijven in de sector dit jaar slechts zo’n 10 miljard dollar winst zullen boeken door het aanbieden van generatieve AI-toepassingen. Dat botst dus met de ontplofte beurskoersen. Er dient zich op zijn minst een correctie aan.

ANGÉLIQUE VANDERSTRAETEN

Vlaams Parlementslid kaart drugsgebruik in de politiek aan

Drugsgebruik lijkt genormaliseerd in alle lagen van de maatschappij. Ook in de politieke wereld is het gebruik aanwezig. Veel politici en politieke medewerkers weten ervan, maar er openlijk over spreken, gebeurt zelden. Vlaams volksvertegenwoordiger Maurits Vande Reyde (Open Vld) doet dat nu wel, in een interview met Het Laatste Nieuws (HLN) over zijn broer Alexander, die uit het leven stapte na jarenlange drugsproblemen.

Maurits Vande Reyde (39) is Vlaams Parlementslid, schepen in Diest en sinds kort ook kandidaat-voorzitter van Open Vld. Hij groeide op in een gezin met elf kinderen, maar raakte onderweg twee broers kwijt. Constantijn Vande Reyde kwam om het leven bij een verkeersongeval, Alexander maakte een einde aan zijn leven na jarenlang worstelen met een drugsverslaving.

Hypocriete politici

Mede omwille van die familiale achtergrond staat Maurits Vande Reyde op de rem als het gaat om het legaliseren van drugs. “Moet je elke cannabisgebruiker bestraffen? Nee. Maar je moet het ook niet legaliseren. Dat vloekt wat met het liberale standpunt van sommigen binnen onze partij, maar dat is dan maar zo. Drugsverslaaf-

den zijn helemaal niet vrij. Dat zijn levens die verwoest worden. Je kan drugs niet bestrijden als je de gebruikerskant niet benoemt.” “Ik moet maar rondkijken, hier in Diest, om te weten dat Alexander niet de enige was”, getuigt Maurits Vande Reyde bij HLN. Volgens hem is er van een echte ‘War on drugs’ geen sprake. “Ach, kom. Drugsgebruik is genormaliseerd.”

En dat is volgens hem ook zo in de politieke wereld waarin hij vandaag werkzaam is. “Ik zie het overal, zelfs in de politiek. Ik noem geen namen, maar zij die als éérsten op de bühne staan om te pleiten voor repressie, gebruiken het hardst. Dat neem ik hen heel erg kwalijk.” Volgens het Open Vld-parlementslid zijn het “de mensen die het voorbeeld moeten geven, die de handel mee in stand houden”. “Dat is hypocrisie van de bovenste plank. Dat mag wel eens benoemd worden.”

En iedereen weet het

Iedere journalist kent verhalen van drugs- en alcoholmisbruik binnen de politiek. Er doen heel wat getuigenissen de ronde over drugsgebruik, ook bij absolute politieke zwaargewichten. Dat een actief parlementslid nu ook bevestigt daar weet van te hebben, al is het zonder namen te noemen, is eerder uitzonderlijk. Meestal ontwijken politici dergelijke vragen of zeggen ze “persoonlijk geen weet te hebben van drugsgebruikers”. Terwijl veel van hen er eigenlijk wél weet van hebben.

Ook journalisten brengen quasi nooit namen naar buiten. Bij dergelijke delicate onderwerpen is de pers (terecht) terughoudend. Enkele getuigenissen zijn niet voldoende om het risico te lopen om de reputatie van een politicus of politica ten onrechte te besmeuren: harde bewijzen zijn nodig. Toen er in het bureau van een kabinetsmedewerker van toenmalig minister Caroline Désir (PS) 50 zakjes cocaïne gevonden werden, kwam dat uiteraard wel in de pers.

Tot wanneer is iets privé?

Aan de ene kant hebben we in Vlaanderen en België niet de tabloidcultuur met een voortdurende stroom aan sappige berichten over het privéleven van politici. “We moeten ons elke keer goed afvragen wat de maatschappelijk-politieke relevantie is om het privéleven van mensen naar boven te brengen”, vertelde politicoloog Carl Devos (UGent) daar een tijd geleden over. “Ik vind dat we daar altijd terughoudend in moeten zijn. Want als we daarmee beginnen, komen we in Amerikaanse of Angelsaksische toestanden terecht.”

Aan de andere kant moeten politici zich bewust zijn van hun voorbeeldfunctie. “Dat zijn mensen die in naam van het volk de bindende beslissingen nemen voor dat volk”, legde Devos destijds uit. “Dan zeggen: ‘Ik ben ook maar een mens, ik ben één van jullie!’ Dat klopt niet.”

Toen het Hongaars Fidesz-Europarlementslid tijdens de coronalockdown via de regenpijp vluchtte van een verboden homoseksfeestje, kwam dat logischerwijs in alle pers. Een Europees Parlementslid dat zich in zijn thuisland openlijk antihomo opstelt en dan wordt betrapt op een homofeest: hypocrisie ten top, die dan ook aangekaart moet worden. Geldt hetzelfde misschien niet voor politici die voor een harde repressie van drugs pleiten, maar tegelijkertijd zelf geregeld gebruiken?

Jen-Hsun ‘Jensen’ Huang, voorzitter en ceo Nvidia

Volgt Bart De Wever het voorbeeld van Koen Geens?

Koen Geens nam dit weekend in een zomerinterview met de kranten van Mediahuis afscheid van de politiek. In dat interview liet hij een opmerkelijke uitspraak optekenen: ondanks de vraag van PS en MR paste hij ervoor om eerste minister van de Vivaldi-regering te worden, om de verhouding met zijn partij niet in het gedrang te brengen. Maar zijn Belgische eerste ministers dan werkelijk altijd gedoemd om in conflict te raken met hun eigen partij?

Koen Geens haalt als voor de hand liggend voorbeeld Alexander De Croo aan. Die kwam als eerste minister inderdaad in een zwaar conflict met zijn eigen partij terecht. Dat conflict raakte ook niet opgelost zonder de uiteindelijke machtsgreep van De Croo op Open Vld. De manier waarop die machtsgreep uitgevoerd werd, heeft ongetwijfeld bijgedragen tot de electorale afstraffing die op 9 juni volgde.

Vlaamse premiers

Maar Geens had nog andere voorbeelden kunnen noemen van Belgische eerste ministers die in conflict raakten met hun eigen partij. Zijn eigen partijgenoten Yves Leterme en Herman Van Rompuy leefden op ge-

spannen voet met hun eigen partij eens ze ‘de Zestien’ veroverd hadden. Het is daarbij wel interessant vast te stellen dat Yves Leterme veel minder problemen met zijn eigen partij had toen hij nog minister-president van Vlaanderen was. En dat Vlaams minister-presidenten in het algemeen veel minder last hebben van het door Geens aangehaalde fenomeen. Al even merkwaardig: Franstalige eerste ministers schijnen al evenzeer immuun te zijn voor het fenomeen. In het geval van Elio Di Rupo was er immers hoegenaamd geen sprake van een conflict tussen hem en de Parti Socialiste (PS). En de problemen die Charles Michel binnen MR had, zijn de gekende aloude clanproblemen van de Franstalige liberalen. Die problemen bestonden

Migranten en tewerkstelling,

reeds lang vóór Michel Belgisch eerste minister werd en bestaan ook vandaag nog, hoewel Michel al lang geen eerste minister meer is, en we zijn er redelijk zeker van dat ze ook nog een tijdje zullen blijven bestaan. Belgische belangen

In zijn afscheidsinterview doet Geens dus een terloopse uitspraak die best wat meer aandacht verdient: hoe komt het dat Vlaamse politici die Belgisch eerste minister worden uiteindelijk in conflict komen met hun eigen partij? Het antwoord ligt voor de hand en zal de lezer van dit blad waarschijnlijk niet verrassen: om eerste minister van België te worden, hoeft een politicus de Belgische belangen niet gediend te hebben, maar dat verandert eens hij of zij het ambt wil blijven uitoefenen.

Voor Franstalige politici zoals Di Rupo en Michel is dat geen enkel probleem, omdat de Belgische belangen vrijwel altijd samenvallen met of kortweg identiek zijn aan de Franstalige belangen. Daardoor kunnen zij ook blijven handelen in het belang van hun eigen kiezers en is er weinig of geen reden waarom ze in conflict zouden komen met hun eigen partij.

Voor Vlaamse politici ligt dat natuurlijk helemaal anders. Vroeg of laat moeten zij tegen de belangen van hun eigen kiezers ingaan, en vroeg of laat vertaalt zich dat in onvrede bij de eigen achterban. Dat leidt tot gerommel binnen de eigen partij en in het uiterste geval, zoals we bij Open Vld zagen, tot ruzie die open op straat uitgevochten wordt. Gewoonlijk trekt de eerste minister dan wel aan het langste eind, al was het maar omdat ook een hele hoop cabinetards belang hebben bij de voortzetting van het premierschap, tot er ofwel een internationaal postje bemachtigd kan worden of er een electorale afstraffing volgt. Waarna de volgende Vlaamse politicus ambities begint te koesteren om zijn intrede in ‘de Zestien’ te mogen doen…

Vertrouwt De Wever zichzelf?

Dat heeft natuurlijk ook gevolgen voor de huidige federale formatie. Herinner u hoe

Bart De Wever voor de verkiezingen pleitte voor een minikabinet dat enkele grote hervormingen moest voorbereiden, ook institutioneel, en dat slechts twee jaar aan de macht zou blijven. Gevraagd of hij dan ook bereid was eerste minister te worden van zo’n minikabinet, antwoordde hij dat hij “de enige aan Vlaamse kant is die ik zelf vertrouw, dat het echt blijft bij een minikabinet en niet een regering voor vijf jaar”. We sluiten niet uit dat als hij diep in zijn ziel kijkt, dat vertrouwen niet eens voor de volle honderd procent geldt.

Vlaamse eerste ministers moeten vroeg of laat tegen de belangen van hun eigen kiezers ingaan

Ziedaar ook het dilemma waar hij nu zelf voor staat, zeker nu er geen sprake meer is van een minikabinet, maar - inderdaad - van een regering voor vijf jaar. Er is geen absolute wet die voorschrijft dat de formateur uiteindelijk ook eerste minister moet worden, maar het ligt natuurlijk wel in de lijn der verwachtingen. Maar zal De Wever er dan in slagen de Vlaamse belangen te blijven dienen, ook wanneer de Belgische belangen iets anders eisen? En zal dat dan ten koste van die Belgische belangen gaan, ten koste van het eersteministerschap van De Wever, of misschien wel ten koste van België zelf? Het alternatief is een electorale afstraffing voor de partij die De Wever zelf mee heeft opgebouwd en grootgemaakt.

Tenzij hij de Belgische kelk, net zoals Geens, aan zich voorbij laat gaan. Het is enkele observatoren al opgevallen dat Georges-Louis Bouchez zich de laatste tijd bijzonder rustig houdt op de sociale media en zich zelfs zeer constructief opstelt bij de federale onderhandelingen. Dat Bouchez neen zou zeggen tegen ‘de Zestien’ - mocht die hem aangeboden worden -, lijkt ons bijzonder onwaarschijnlijk. Voor De Wever zou het een handige uitweg zijn om op termijn een rechtstreeks conflict met zijn eigen partij en zijn eigen kiezers te vermijden.

het blijft een moeilijke combinatie

Uit een Europese studie moet blijken dat niet-Europese migranten veel minder doorstromen naar de arbeidsmarkt. De belangrijkste reden daarvoor vormt discriminatie. Het is schrijnend - stelt een Vlaamse krant vast - dat anno 2024, gezien de krapte op de arbeidsmarkt en de vergrijzingssneeuwbal, nietEuropese migranten soms uit ‘rauw racisme’ niet dezelfde kansen krijgen. Onzin, zo blijkt.

Onder die simplistische veronderstelling zit een diep moraliserende gedachte dat Vlamingen zich laten leiden door ‘racistische stereotypen die diep in het Vlaamse DNA zijn ingebakken’, zoals Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck ooit schreef. “Witte Vlamingen zijn bang voor een ‘replacement’ door niet-witte Vlamingen”, schreef Bultinck. Hij liet zich leiden door blinde haat tegen alles en iedereen die streeft naar meer Vlaamse autonomie.

Opengrenzenbeleid

Terug naar de realiteit. Vlaanderen doet het niet schitterend wat betreft de werkzaamheidsgraad van niet-EU-migranten. We bengelen onderaan het lijstje, maar doen het een stuk beter - maar liefst 10 procent - dan het Brussels Hoofdstedelijk en het Waals Gewest. In de psychotische logica van Bultinck betekent dat dat beide gewesten een stuk racistischer zijn dan Vlaanderen. Dat zullen ze in Brussel toch wel een eigenaardige kronkel vinden.

In de Rand zijn er scholen waar nog slechts één derde van de leerlingen thuis Nederlands spreekt

Tsjechië, Slovakije en Polen hebben een hoge werkzaamheidsgraad wat betreft niet-EU-migranten en prijken bovenaan het lijstje. Het zijn niet bepaald landen die de laatste jaren een opengrenzenbeleid hebben gevoerd. Integendeel.

Waarom doet Vlaanderen het zoveel slechter? Om de eenvoudige reden dat Vlaanderen deel uitmaakt van België. Dit land heeft de laatste decennia een opendeurpolitiek gevoerd waarbij overwegend slecht opgeleide en laaggeschoolde nieuwkomers de weg vonden naar onze copieuze sociale zekerheid.

Vooral niet-EU-vrouwen nestelen zich in de werkloosheid, wat wijst op een hardnekkig cultureel probleem

Nieuwkomers beschikken daarnaast nog over een slechte kennis van het Nederlands. Enkel wie van buiten de EU komt, moet Nederlands leren. De laatste jaren wordt vooral Vlaams-Brabant overspoeld door migranten die de benen nemen vanuit het armlastige Brussel. In de Rand zijn er scholen waar nog slechts één derde van de leerlingen thuis Nederlands spreekt. Bovendien moeten leerlingen - die vanuit Brussel of Wallonië komenniet naar de OKAN-klassen, waar een apart traject Nederlands wordt aangeboden. Aangezien ze uit het zuiden van het land komen, gaat het volgens de wet niet om nieuwkomers.

Discriminatie

Bovendien zorgen de grote instroom en de nauwe contacten met de familie en vrienden in Brussel ervoor dat heel wat nieuwkomers ook geen behoefte voelen om Nederlands te leren,

waardoor ze segregeren. Daardoor komt het maatschappelijk weefsel steeds meer onder druk te staan.

De Nationale Bank wees er reeds enkele jaren geleden in een studie op dat de kennis van de landstalen onontbeerlijk is. “Iedereen zou taalonderwijs moeten krijgen, zowel actieven als inactieven.” Bovendien moet de taalopleiding ook gekoppeld worden aan de eerste beroepservaringen op de werkvloer.

Inactieven

Vooral niet-EU-vrouwen nestelen zich in de werkloosheid, wat wijst op een hardnekkig cultureel probleem. Terwijl de werkzaamheidsgraad voor Oost-Europese en Belgische vrouwen fel is verbeterd, blijft die voor nietEU-vrouwen spectaculair slecht. Nog geen 40 procent van die vrouwen is aan de slag.

Dat zwengelt uiteraard de inactiviteitsgraad aan. Stijn Baert berekende dat de inactiviteitsgraad van niet-EU-migranten oploopt tot 44,2 procent. Daarmee is België koploper in Europa. Bij ongewijzigd beleid dreigt die evolutie

in een stroomversnelling te komen, want vele honderdduizenden nieuwkomers zullen de weg naar dit luilekkerland aan de Noordzee vinden.

Dat de cijfers zo dramatisch zijn, heeft volgens doctoraal onderzoeker Louis Lippens niet zozeer te maken met discriminatie op de arbeidsmarkt. “De cijfers omtrent etnische discriminatie nemen eerder af”, aldus Louis Lippens. Migranten komen vooral in het kader van de gezinshereniging of als vluchteling naar ons land, terwijl migranten in Denemarken vooral studeren en werken.

Dat zorgt er tevens voor dat migratie heel veel kost. Als de federale regering wil besparen, dan kan ze dat zeker doen door migratie strenger te maken. Om de problemen aan te pakken, zullen de regeringen in dit land op verschillende schaakborden simultaan moeten schaken, terwijl het economisch zowat op de rand van de afgrond bengelt. De volgende federale regering zal meer dan één heilig huisje moeten slopen.

FILIP VAN LAENEN
Een jobbeurs in Brussels Expo
© BELGA
© BELGA
Bart De Wever en Koen Geens in 2014

Matthias Diependaele hoopt tegen einde van de week werkgroepen af te sluiten

Tegen het einde van deze week hoopt Vlaams formateur Matthias Diependaele (N-VA) rond te zijn met alle negentien thematische werkgroepen. Twaalf groepen hebben hun werk al afgerond, de rest zou snel kunnen volgen. Na een week vakantie zouden de onderhandelaars kunnen beginnen te spreken over de budgettaire tabellen.

De Vlaamse onderhandelaars van cd&v, Vooruit en N-VA werkten de afgelopen weken in negentien thematische werkgroepen. Die begonnen hun gesprekken vanuit teksten aangeleverd door N-VA, de grootste partij. In het begin zouden die ‘erg rechts’ geweest zijn, maar intussen hebben de onderhandelaars van de drie partijen over heel wat thema’s al een akkoord bereikt. De moeilijkste dossiers - denk aan stikstof,

Verdwijnt het

registratierechten en duurdere dienstencheques - werden ‘geëvacueerd’ richting een centrale werkgroep.

Begrotingsopmaak

Tussen 3 en 11 augustus nemen de onderhandelaars een week vakantie. Tegen dan zouden alle werkgroepen afgesloten moeten zijn, zodat de politieke zwaargewichten nadien de knopen kunnen

communautaire

doorhakken en kunnen beginnen aan de begrotingsopmaak.

Matthias Diependaele heeft net als zijn federale collega-formateur Bart De Wever de ambitie om tegen ten laatste 20 september een regering te hebben. Tegen dan moet België, dat op het Europese strafbankje is terechtgekomen, aan de Europese Commissie een meerjarenbegroting voorleggen. Nadien volgen de gemeenteraadsverkiezingen ook snel, op 13 oktober.

dan toch weer (voor even) in de koelkast?

Federaal formateur Bart De Wever (N-VA) koppelt de communautaire agenda los van de regeringsvorming om die vlotter te doen verlopen. Met Sander Loones als communautaire commissaris blijft N-VA evenwel op zoek gaan naar een staatshervorming.

Zoals elders besproken, zorgt de sociaaleconomische toestand van het land er samen met de ontspoorde begroting voor dat federaal formateur Bart De Wever haast wil maken met de vorming van zijn regering. Net als bij vorige regeringsonderhandelingen nemen de communautaire gesprekken het meest tijd in beslag: tijd die er niet is voor het indienen van de begroting bij Europa.

Regeringscommissaris

Loones

Daarom ‘ontkoppelt’ De Wever de communautaire onderhandelingen van de regeringsvorming. Dat schrijft De Standaard. Dat zou betekenen dat N-VA in een federale regering stapt zonder een confederaal programma. Tegelijkertijd

blijft de partij van De Wever de ambitie hebben om een grootschalige staatshervorming binnen te halen, ergens onderweg. Dat wordt de grote opdracht voor regeringscommissaris Sander Loones. Enerzijds moet Loones bij de toekomstige regeringspartijen (NVA, Vooruit, cd&v, Les Engagés en MR) op zoek naar consensus. Zij hebben samen 81 Kamerleden: onvoldoende voor een volwaardige staatshervorming met tweederdemeerderheid. Anderzijds zal hij dus ook moeten aankloppen bij oppositiepartijen.

Bicefaal

De Wever kondigde voor de verkiezingen ook al aan dat de bicefale piste bewandeld zou kunnen worden. In dat geval zouden de

bevoegdheden in eerste instantie louter functioneel gesplitst worden, om ze later volwaardig te splitsen. De Vlaams-nationalisten zouden vooral gezondheidszorg en werk willen splitsen. Door de verrassende verkiezingsuitslag in Franstalig België zou dat bovendien minder gevoelig liggen.

“Met de Parti Socialiste in de regering zou dat moeilijker zijn: stel dat men een bicefaal beleid voert inzake arbeidsmarkt en aan Vlaamse zijde beslist men om verstrengingen door te voeren die aan Franstalige zijde uitblijven”, zo legde politicoloog Maxime Vandenberghe (UGent) na de verkiezingen al uit. “Als er initieel nog wat coherentie is tussen het beleid aan weerszijden, roept de bicefale piste misschien minder weerstand op.”

Vlaams Parlementslid en kandidaat-voorzitter van Open Vld Maurits Vande Reyde stelt voor om een federale regering te vormen zonder Vooruit. Hij zou met Open Vld “hervormingssteun” willen verlenen aan een dergelijke regering, zonder effectief in die regering te stappen. “We gaan daarbij geen ministers afvaardigen en blijven in de oppositie”, benadrukt hij.

België nu ook officieel op het Europese strafbankje

Sinds eind vorige week is de Europese procedure tegen het grote Belgische begrotingstekort officieel gestart. De 27 EU-lidstaten keurden vrijdag de teksten goed waarin staat dat het begrotingstekort in België en zes andere landen ‘buitensporig’ is. België zal daardoor strenger in de gaten gehouden worden door de Europese instellingen.

Naast België belanden Frankrijk, Italië, Hongarije, Malta, Polen en Slovakije op het Europese strafbank-

Maurits Vande Reyde wil “hervormingssteun” geven aan federale minderheidsregering zonder Vooruit

Vande Reyde vreest dat een regering met Vooruit niet zal leiden tot een sociaaleconomisch rechts beleid. “De tendens is eerder links dan centrumrechts momenteel”, kaart hij over de onderhandelingen aan op X. Daarom

je. Voortaan moet België een traject volgen dat de begroting opnieuw in de richting van de Europese verwachtingen moet sturen: een tekort van maximaal 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en een schuldgraad die lager blijft dan 60 procent van het bbp. Vrijdag werd de goedkeuring van de buitensporigetekortenprocedures geofficialiseerd, maar dat wil niet zeggen dat er onmiddellijk grote veranderingen volgen. In september moet België een meerjarenbegroting indienen en rond november zal de Europese Raad zijn specifieke aanbevelingen voor elk van de zeven landen formuleren aan de Europese Commissie.

Vld. Die samenstelling zou een nipte meerderheid hebben. Toch wil de kandidaat-voorzitter niet zelf in een regering stappen. “We gaan daarbij geen ministers afvaardigen en blijven in de oppositie. Dat is de wil van de kiezer. Die gaan we, anders dan de voorbije regeringsdeelnames, respecteren.” Volgens hem kan “hervormingssteun een alternatief zijn, mocht het economisch rechtse programma van de winnaars van de verkiezingen op Vooruit blijven botsen”.

Georges Leekens & Bob Peeters Vande Reyde, schepen in Diest en Vlaams Parlementslid, noemt de weinige berichten die over de formatie naar buiten komen niet hoopgevend. “Volgens Conner Rousseau moeten er een pak nieuwe overheidsuitgaven komen buiten de begroting, nieuwe belastingen op vermogens en mag de term ‘centrumrechts’ zelfs niet meer gebruikt worden. Om het met de woorden van Bob Peeters te zeggen: dan weet je dat het moeilijk wordt.”

Om in de voetbalsfeer te blijven, gebruikte wetstraatjournalist Wouter Verschelden de legendarische woorden van Georges Leekens om het voorstel van Vande Reyde te omschrijven. “Mathematisch kan het nog”, kopt hij in zijn nieuwsbrief w16. De constructie die Maurits Vande Reyde voorstelt, heeft een meerderheid van één zetel in de Kamer. In de praktijk lijkt het echter erg onwaarschijnlijk dat de overige partijen in zo’n samenstelling willen stappen. Het is in België geen gewoonte om minderheidsregeringen met gedoogsteun te vormen. Bovendien heeft een coalitie met Open Vld en zonder Vooruit in het Vlaams Parlement geen zetelmeerderheid. Verschillende partijen hebben al aangegeven liefst op regionaal niveau dezelfde regeringssamenstelling te willen als op federaal niveau.

Maurits Vande Reyde
Alexander De Croo
Matthias Diependaele
© BELGA

Stefan Everts: “Motorcross is geen ecologisch onverantwoord reizend circus”

Tijdens mijn carrière als motorcrosser reisde ik de hele wereld rond, van circuit naar circuit. Ook anno 2024 leef ik nog een groot deel van het jaar uit de koffer om mijn zoon Liam aan het werk te zien.

Ik ben al mijn hele leven een wereldreiziger. Ik ben al vaak van en naar de maan gereisd, als je zou uitrekenen hoeveel reiskilometers ik al op de teller heb staan. Als baby ging ik al mee naar de motorcross. Ik vond het geweldig om als kind al zo veel verschillende landen te kunnen bezoeken en met verschillende culturen in aanraking te komen.

Anno 2024 ben ik nog steeds voortdurend onderweg om de wedstrijden van Liam bij te wonen. Dat blijf ik leuk vinden, ook al heb ik tijdens mijn eigen carrière - en daarvoor die van mijn vader - al jarenlang de wereld rondgereisd. Ik voel me bevoorrecht om zo veel te mogen reizen.

Pak de grote vervuilers aan, vooraleer je focust op de kleine entertainers

Het internationale karakter maakt onze sport zo bijzonder. In de motorcrosswereld stelt het nationale niveau vandaag niks meer voor, in tegenstelling tot vroeger. Vandaag is het al internationaal wat de klok slaat. Ik heb al veel van de wereld gezien, maar tegelijkertijd ook nog niks. De circuits liggen meestal afgelegen, in een klein dorpje of midden in de natuur. We zien dus vooral de plaatsen waar weinig toeristen komen. De laatste jaren proberen we wel wat meer te bezichtigen. Dat deden we vroeger niet: we reden naar de cross, ik deed mijn ding en we reden weer naar huis. Nu koppel ik steeds vaker het nuttige aan het aangename. Vroeger zag ik bij wijze van spreken enkel het circuit, de luchthaven en het hotel. Reizend circus

Ondanks het internationale karakter van de sport, beschouw ik motorcross helemaal niet als een ecologisch onverantwoord reizend circus. Motorcrossers zijn nu eenmaal entertainers. Elke sport is een vorm van entertainment voor mensen die ’s zondags voor hun tv zitten. Sport blijft sport. Je wil altijd iemand zien winnen. Het blijft speciaal om samen met je idool te winnen, ook al ken je hem of haar niet persoonlijk. Als je ons als vervuilers beschouwt, moet je alle vliegtuigen uit de lucht halen en alle auto’s van de baan weren. Als je zo gaat beginnen… Wij zijn maar een heel klein deeltje van de grote vervuiling op onze planeet. Pak de grote vervuilers aan vooraleer je focust op de kleine entertainers. Zij brengen elke zondag zoveel vreugde en genot de huiskamers binnen. Japanse stiptheid

Ik heb al heel wat leuke landen bezocht, maar één land dat me altijd heeft geïnspireerd, is Japan. In de jaren 1990 ben ik daar veel geweest. Ik reed toen voor Suzuki en Kawasaki. Ik verbleef soms drie keer per jaar in Japan om hun nieuwe motoren te testen.

De Japanse cultuur is heel speciaal. De Japanse stiptheid valt niet te evenaren. Toen ik in Japan verbleef, kreeg ik steeds een hele planning voorgeschoteld. De Japanners zijn zó punctueel. Dat kon niet gezegd worden over de motorcrosswereld, zeker niet in de jaren 1970. Ik heb de Japanse stiptheid nooit kunnen overnemen. Ik ben niet goed met planningen. Ik ben een chaoot die je nooit punctueel georganiseerd zal krijgen, maar dat was net een van mijn sterktes als topsporter. Het verloop van een wedstrijd kan je nooit plannen. Je weet bijvoorbeeld niet op voorhand op welke plaats je de eerste bocht zal uitkomen. In mijn topjaren was de kans groot dat dat in de top drie was, maar dat is niet altijd zo geweest. De eerste bocht is bepalend voor het verdere wedstrijdverloop. Je moet snel en adequaat op de situatie kunnen reageren. Daar ben ik keigoed in. Het maakt niet uit wat je op voorhand plant: een wedstrijd draait altijd anders uit dan je had verwacht. Ik ben me ervan bewust dat je sommige zaken nu eenmaal op voorhand moet plannen. Je kan niet alles tot op het laatste moment op zijn beloop laten. Vooral niet als je met andere mensen samenwerkt. Dan moet er een bepaalde planning zijn. Daar moet ik mijn vrouw, Kelly, enorm dankbaar voor zijn.

Handicap en genezing in Griekse en Romeinse mythes

Christian Laes, professor oude geschiedenis aan de universiteiten van Manchester en Antwerpen, schreef onlangs ‘Disability and Healing in Greek and Roman Myth’. Het boek maakt deel uit van de Cambridge Elements-reeks, een verzameling beknopte academische werken over uiteenlopende onderwerpen, naar Engelse traditie in pocketversie gepubliceerd. Hoofdredacteur Stijn Derudder ging met hem in gesprek.

De professor had in het verleden al wetenschappelijke verhandelingen geschreven over handicaps in de klassieke oudheid, maar kreeg van Cambridge nu toevallig het aanbod om het onderwerp in religieuze context te bespreken. Het concept beperking kreeg in de oudheid een invulling die wezenlijk verschilt van de hedendaagse. “De term handicap of ‘disability’ stamt in feite uit de 19de eeuw en is erg verbonden met moderne natiestaten die graag gezonde burgers hebben”, legt professor Laes uit. “De staat gaat in hulp en uitkeringen voorzien voor mensen die niet aan het ideaal beantwoorden.”

In de oudheid was de omgang met beperking veel meer ad hoc

In de pre-industriële geschiedenis, dus niet alleen in de oudheid, ging men daar op een volledig andere manier mee om. Het gevolg is dan ook dat er geen overkoepelende term bestaat die volledig overeenstemt met onze huidige invulling. “Er zijn natuurlijk wel heel wat Griekse en Latijnse woorden die iets uitdrukken als ‘misvorming’, ‘gebrek’, ‘zwakte’, enzovoort. Er zijn ook heel wat woorden om problemen aan te duiden met verschillende lichaamsdelen. Ze hadden een rijke woordenschat van bijvoorbeeld slechtziend tot blind, van slechthorend tot doof, stotteren, beperkte mobiliteit. Een echte overkoepelende term, zoals wij die kennen en zoals de World Health Organization (WHO) die definieert, bestaat in feite niet.”

Hephaistos

Dat gebrek aan het concept handicap is evenzeer zichtbaar in de vele klassieke mythen en sagen die ons tot op de dag van vandaag fascineren. Het bekendste voorbeeld is waarschijnlijk Hephaistos (Latijnse naam: Vulcanus), de Griekse god van het vuur en de smeedkunst. “Er bestaat niet zoiets als een canon en er is dus niet één verhaal over Hephaistos, laat staan over zijn beperking”, zegt de professor.

In de Ilias, het overbekende epos over de Trojaanse oorlog van Homeros, waarschuwt hij zijn moeder Hera voor de razernij van haar echtgenoot,

de oppergod Zeus. Hephaistos zegt dat hij niet wil dat haar iets overkomt zoals hem is overkomen. Op een bepaald moment had vader Zeus hem immers van de berg Olympus geslingerd, waardoor hij nu kreupel is. “Men zegt wel eens dat dit in de westerse literatuur de eerste verwijzing is naar een handicap. Hij brengt dat hele verhaal terwijl hij al pikkelend de andere goden van drank bedient. Die andere goden schateren het uit van het lachen.” Laes benadrukt verder dat het politiek correcte spreken over beperkingen, vreemd was aan de antieken. “Men schrikt niet terug om dat soort humor ook te hanteren.”

Handicap als anachronisme of analogie?

Hoewel het begrip handicap in de klassieke oudheid niet bestond, moesten de antieken evenzeer omgaan met beperkingen. “Ik probeer in het boek ook het punt te maken dat de vraag die we hier stellen erg gekleurd is door onze tijd en beleving van het menselijk lichaam. Enkele jaren geleden heb ik het voorrecht gehad een cultuurreis te maken door Iran. Toen ik bij de terugkeer arriveerde op de luchthaven van Zaventem, viel mij meteen op hoezeer er in onze reclames perfecte, mooie lichamen verschijnen. Liefst met hier en daar wat bloot. In Iran zie je dat nergens. Ik denk dat dat veelzeggend is voor onze tijd en cultuur.”

In de westerse media worden we constant geconfronteerd met een ideaalbeeld van de menselijke vorm en schoonheid. “In de oudheid was die omgang met beperking veel meer ad hoc”, verduidelijkt de professor. “Waar zou je in de oudheid perfecte lichamen hebben gezien? Wij men sen zijn helemaal niet perfect. In de klassieke beeld houwkunst wordt dat mooie lichaam vereerd, maar daar naast hebben we duizenden kleine re beeldjes waarin de veelheid van menselijke vormen heel sterk in de verf gezet wordt en zelfs onverholen ge lachen wordt met alle kleine

en grote beperkingen die mensen kunnen hebben.”

De vraag hoe om te gaan met lichamelijke imperfecties, is in feite enorm gekleurd door onze ervaring. Gezien de goden van de antieke wereld veel meer deel uitmaakten van het leven, hadden zij soms ook gebreken, volgens de professor.

Oorlogsveteranen

Misvormde of verminkte lichamen roepen eveneens gedachten op aan slachtoffers van oorlogsgeweld, iets wat aan de oude Grieken en Romeinen zeker niet vreemd was. Het leed dat gewonde soldaten werd toegebracht, werd volgens de professor dan ook niet miskend en kent verder nog parallellen met onze tijd. “In de laatste decennia zijn er een aantal experimenten uitgevoerd in Amerikaanse context. Met getraumatiseerde soldaten voert men een aantal klassieke tragedies op. Daarin komen verhalen voor van mensen die zwijgen over hun traumatische ervaringen.”

Bepaalde gebeurtenissen kunnen herinneringen aan die ervaringen oproepen, waarna de veteranen dat leed beginnen te bespreken, hoewel in eerste instantie door hen voorgesteld als iets wat kennissen overkomen is. “Psychiaters zullen dat omschrijven als een gekend fenomeen bij de traumaverwerking. Hierop volgt dan een fase van verder in gesprek gaan, die uiteindelijk leidt tot openhartige uiteenzettingen over de ervaringen.”

Professor Laes ziet daarin niet enkel een therapeutisch instrument, maar een duidelijke link tussen de menselijke beleving doorheen de geschiedenis. “We moeten oog hebben voor alle verschillen met die wereld van toen, maar tegelijk is er herkenning. Een constante dialoog tussen de oudheid en onszelf”, besloot de professor.

‘De blinde Oedipus die zijn kinderen aanbeveelt aan de goden’, door Bénigne Gagneraux

BJÖRN RZOSKA

“Ik heb nooit een geheim gemaakt van mijn Vlaamsgezindheid”

Historicus Björn Rzoska (51) is de kleinzoon van een oostfronter en een Poolse vrijheidsstrijder. In ‘Gedeelde grond’ reconstrueert hij het oorlogsverleden van zijn beide grootvaders. Dat leidt tot enkele ontnuchterende ontdekkingen. “Het verhaal van mijn collaborerende grootvader was vrij schokkend. Maar het militaire paspoort liegt niet.”

Progressief en Vlaamsgezind. Het is een adjectievenpaar dat sinds het uiteenspatten van de Volksunie een zeldzaamheid is geworden. Toch is dat exact hoe Björn Rzoska (spreek uit: Zjoska) zichzelf omschrijft, op een zonnige woensdagochtend op het terras van een Lokerse koffiebar. “Je zal mij niet horen zeggen dat ze met veel zijn, maar ze bestaan wel degelijk”, lacht Rzoska, verwijzend naar progressieve en Vlaamsgezinde politici. “Ze zitten verspreid over verschillende partijen, gaande van cd&v over Open Vld tot Groen.”

Het is gezellig druk in Lokeren. De wekelijkse markt en de zomerse temperaturen lokken heel wat volk naar het stadscentrum. Rzoska trekt op 13 oktober de lokale lijst van Groen. Of hij geen flyers moet uitdelen aan de vele marktgangers in plaats van uw verslaggever te woord te staan? “Ze hebben de voorbije maanden al genoeg politici gezien”, lacht Rzoska. “De campagne voor de lokale verkiezingen zal binnenkort wel losbarsten.”

Veel sociale verworvenheden vinden hun oorsprong in de Vlaamse Beweging

Terug naar die progressieve en Vlaamsgezinde overtuiging. We willen weten hoe die precies vorm kreeg. Zit zijn grootvader aan moederskant, een oostfronter, daar op een of andere manier voor iets tussen? “Op geen enkele manier”, klinkt het gedecideerd. “Bij mijn grootouders thuis werd zelden of nooit over politiek gesproken. Wat ik nu ook wel snap, gelet op het parcours van mijn grootvader. Mijn grootmoeder noemde de politiek steeds ‘een vuil beest’. Mijn grootvader had ook niks te maken met de Vlaamse Beweging.”

Waar is uw Vlaamsgezinde overtuiging dan wel ontstaan?

“Mijn Vlaamsgezindheid heb ik eerder ontwikkeld via mijn taalgevoeligheid. Op de middelbare school ben ik in contact gekomen met collega-historicus en leerkracht geschiedenis Werner Vandenabeele. We hebben het regelmatig gehad over de parallellen tussen de Vlaamse Beweging en de sociale beweging, en de manier waarop beide

stromingen vooral na de Tweede Wereldoorlog uit elkaar zijn gegroeid. Als progressieve Vlaamsgezinden vonden we dat een jammerlijke evolutie. Ik heb samen met Vandenabeele ook verschillende IJzerbedevaarten bijgewoond. Ik was erbij toen Frans-Jos Verdoodt - in mijn ogen terecht - een historisch pardon uitsprak op de IJzerbedevaart van 2000. Dat is hem toen niet door alle aanwezigen in dank afgenomen.”

Ik had niet verwacht dat mijn boek zo’n grote storm zou veroorzaken bij mijn familiale achterban

“Ik heb nooit een geheim gemaakt van mijn Vlaamsgezindheid. Ik ben mij ervan bewust dat veel sociale verworvenheden hun oorsprong vinden in de Vlaamse Beweging. Maar dat betekent niet dat ik blind ben voor de donkere en zwarte pagina’s uit haar verleden. Ik ben er altijd een voorstander van geweesten mijn boek bewijst dat ook - om ook de donkere pagina’s vol onder de aandacht te brengen, in plaats van ze te negeren. Door weg te kijken, kan je geen vooruitgang boeken.”

Waarom zijn het sociale en het Vlaamsgezinde zo moeilijk te vereenzelvigen? Is er dan geen ruimte voor een progressieve, Vlaamsgezinde partij?

“Ik zie ze niet op dit moment. Maar volgens Ivan De Vadder en Jan Callebout is een groene, Vlaamsgezinde partij wel degelijk levensvatbaar. De kloof tussen het sociale en het Vlaamsgezinde is vooral ontstaan door de Tweede Wereldoorlog. Tot op vandaag is ze moeilijk te overbruggen.”

Heeft u getwijfeld tijdens het schrijven van uw boek?

“Verschillende keren. Ik heb mijn twijfels ook meegenomen in het boek. De lezers mogen weten hoe sterk ze aanwezig waren. ‘Gedeelde grond’ is geen afstandelijk boek. Als kleinzoon ben ik sterk betrokken. Het verhaal van mijn collaborerende grootvader was vrij schokkend. Er is door mijn boek wel wat hommeles

ontstaan in de familie. Maar ik verwijs steeds naar het militaire paspoort, waarop elke beweging van mijn grootvader werd vastgelegd. Dat liegt niet. Dat kan ik niet bijkleuren. Toen begon te dagen dat ook mijn grootvader aan Poolse kant een en ander in scène had gezet, zijn er verschillende momenten geweest waarop ik me afvroeg of ik het boek wel moest schrijven. Maar ik heb volgehouden en ben blij dat het er nu is.”

Hoe verklaart u dat het gerecht nooit rekening heeft gehouden met het militaire paspoort van uw grootvader? Daaruit bleek toch dat hij nog voor er sprake was van een oostfront lid was geworden van de Waffen-SS?

“Er is een verschil tussen historici en rechters, en dat is maar goed ook. Een historicus wil de ware toedracht bovenspitten en een antwoord krijgen op de wie-, wanneer- en waarom-vragen. In het begin vroeg ik me ook af waarom de rechter geen rekening heeft gehouden met het militaire paspoort van mijn grootvader. Als de rechter dat wel had gedaan, zou hij een veel zwaardere straf hebben gekregen. Maar een rechter heeft enkel een strafbare grond nodig. Op basis daarvan kan hij een strafmaat bepalen. In het strafrecht rond collaboratie werd geen onderscheid gemaakt tussen het binnen- en het buitenland. De strafbare grond was of iemand de wapens had opgenomen tegen België. Als een rechter dat kon aantonen, maakte het niet meer uit wanneer of via welke organisatie iemand had gecollaboreerd. Mijn grootvader heeft ook nooit ontkend dat hij militair gecollaboreerd had. Voor historici is het wel van belang waar, wanneer, met wie en bij welke organisatie hij actief is geweest.”

Hoe is het boek onthaald door uw familieleden?

“Geen van zijn kinderen kende de ware toedracht van de feiten. Mijn grootouders hebben bewust een aantal dingen verzwegen, ook voor hun kinderen. De gesprekken die ik met mijn nonkels en tantes heb gevoerd, kwamen niet verder dan algemeenheden. Niemand kon me precies vertellen bij welke SS-divisies hun vader en mijn grootvader actief was geweest. Ik kan me voorstellen dat het boek ook voor hen een beetje een schok is. De reacties lopen sterk uiteen. Bij sommigen ben ik niet meer welkom, terwijl anderen het net goed vinden dat ik het boek heb geschreven. Ik had er rekening mee gehouden dat

mijn boek wel wat rimpelingen zou veroorzaken. Maar dat het zo’n grote storm zou veroorzaken bij mijn familiale achterban, had ik niet verwacht.”

Heeft het boek ook bij uw politieke achterban rimpelingen veroorzaakt?

“Politiek heeft het weinig gespeeld, behalve tijdens het herdenkingsmoment - eigenlijk niet meer dan een minuut stiltevoor Oswald Van Ooteghem in het Vlaams Parlement. De reacties van de buitenwereld op mijn boek zijn positief. Maar ik ga niet onder stoelen of banken steken dat in familiale kring de meningen uiteenlopen. Maar goed, dat mag ook. Het zou jammer zijn als er een boek verschijnt zonder dat er debat over is. De afgelopen weken zijn wel een aantal bruggen opgeblazen. So be it. Ik ben er nog altijd van overtuigd dat ik het boek heb moeten schrijven. Als u me zou vragen of ik het met de kennis van vandaag opnieuw zou schrijven, is mijn antwoord volmondig ja.”

In november 2022 vond in het Vlaams Parlement inderdaad een rouwhulde aan Oswald Van Ooteghem plaats. Alle progressieve politici verlieten het halfrond, behalve u en uw partijgenoot Johan Danen. Waarom vonden jullie het belangrijk om te blijven?

“Als je mensen herleidt tot hun fouten of misstappen, krijg je een heel eenzijdig beeld. Ik zal dat nooit doen. Ik heb Van Ooteghem niet persoonlijk gekend. Maar de collega’s die hem wel gekend hebben, zelfs iemand uit mijn eigen partij, omschreven hem als een minzame man die inzag dat hij een fout had gemaakt. De context en het gezin waarin Van Ooteghem is opgegroeid, zijn een deel van de verklaring voor zijn stap naar de collaboratie.”

“Van Ooteghem heeft een misstap begaan, is daarvoor gestraft en heeft zijn gevangenisstraf uitgezeten. Hij heeft een bepaalde afstand genomen van zijn verleden. Hij is in ere hersteld en heeft een politiek mandaat vervuld. Voor mij was die minuut stilte er een voor een oud-collega. Meer niet.”

“Zo moeilijk is het niet, hoor, om in het Vlaams Parlement de bronnen te vinden die je nodig hebt. Je hebt er toegang tot een fantastisch parlementair informatiecentrum en een bibliotheek met een historische collectie. Als mijn progressieve collega’s de moeite hadden gedaan om met de lift naar verdieping -1 te gaan en zich daar een uur te verdiepen in Oswald Van Ooteghem, hadden ze vastgesteld dat er wel ergere gevallen zijn geweest dan hij.”

HISTORICUS EN VOORMALIG VLAAMS PARLEMENTSLID (GROEN)

voor dat tweede spoor ligt dus bijzonder hoog. Er zal altijd wel iemand zijn die om God weet welke reden van mening is dat iemand geen toegang zou mogen krijgen tot een dossier. Ik had gehoopt dat we in 2014 al stappen in de goede richting hadden kunnen zetten, maar dat is niet gebeurd.”

Zou een verzoeningscommissie wat druk van de politieke ketel kunnen halen?

HET LIJKT WEL ALSOF DE WETSTRAAT NIET WÍL LEZEN WAT

HISTORICI HEBBEN

GESCHREVEN

OVER DE VLAAMSE

BEWEGING, DE COLLABORATIE

EN DE TWEEDE WERELDOORLOG

Hoe verklaart u dat gebrek aan historisch besef bij uw collega’s?

“Het lijkt wel alsof de Wetstraat niet wíl lezen wat historici hebben geschreven over de Vlaamse Beweging, de collaboratie en de Tweede Wereldoorlog. De wetenschappelijke geschiedschrijving daarover staat nochtans heel ver. De bibliotheken puilen uit van de historische werken, ook in het Nederlands. Dan mag je toch verwachten dat ze worden gelezen, ook door collega’s-politici? Zo moeilijk is dat toch niet?

Maar ik stel vast dat boeken over de Tweede Wereldoorlog te weinig worden gelezen in de Wetstraat.”

Waarom slagen politici er vandaag niet in om te doen waar uw grootvaders destijds wél in geslaagd zijn, namelijk op een menselijke manier met elkaar omgaan?

“Dat is een heel essentiële vraag. Ik begrijp nog altijd niet waarom we er niet in geslaagd zijn om een verzoeningscommissie op te richten, naar het voorbeeld van Zuid-Afrika. Ik kwam in 2014 waarschijnlijk al te laat met mijn voorstel. De reacties daarop waren heel voorspelbaar, clichématig en ontgoochelend, behalve die van Philippe Moureaux (PS). Het is raar dat daar anno 2014 nog zo’n ophef over kon ontstaan. Het collaboratieverleden is een monster van Loch Ness dat af en toe de kop opsteekt in de Wetstraat. Maar in tegenstelling tot historici, hebben politici de afgelopen decennia geen stappen vooruitgezet.”

“Ook de toegankelijkheid van de strafdossiers blijft problematisch, al zijn de laatste signalen vanop het kabinet van minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open Vld) hoopgevend. Ik heb toestemming moeten vragen om de strafdossiers van vier familieleden te mogen inkijken, ook al zijn we al 85 jaar na de feiten. Dat staat in schril contrast met Nederland, waar men alle strafdossiers heeft gedigitaliseerd. In een volgende fase zullen meer mensen, onder wie onderzoekers en nabestaanden, er toegang toe krijgen. België moet daar een voorbeeld aan nemen.”

Hoe ziet de procedure er vandaag uit?

“Ik krijg nog steeds e-mails van (klein)kinderen van collaborateurs die willen weten wat hun (groot)vaders precies op hun kerfstok hebben. Vandaag kan je slechts op twee manieren toegang tot hun strafdossiers krijgen: met goedkeuring van een academicus of met toestemming van alle nog levende kinderen. De drempel

“Ik twijfel daaraan. Ze zou vandaag ook zonder voorwerp zijn, want vrijwel alle directe betrokkenen zijn al overleden. Voor mijn passage in de Wetstraat zou ik uw vraag positief hebben beantwoord, maar nu ben ik niet meer zo naïef. Polarisering is vandaag jammer genoeg een essentieel onderdeel van het politieke bedrijf geworden. Ik zie dat met lede ogen aan.”

Het blijvende en voortdurende gekoketteer met het collaboratieverleden hypothekeert heel veel

“Achter de schermen, in de commissies, wordt wel degelijk goed en hard samengewerkt tussen de meerderheid en de oppositie. Maar we leven nu eenmaal in een calamiteitenmaatschappij. Politieke polarisering hoort daar blijkbaar bij. Dat betreur ik, want dat gaat in tegen mijn natuur.”

U vertelde daarnet dat uw grootvader eigenlijk weinig te maken had met de Vlaamse Beweging. Het is dus niet zo dat ’t Pallieterke bij hem thuis op de salontafel lag?

“(Lacht) Nee, ik heb ’t Pallieterke leren kennen dankzij mijn leerkracht geschiedenis. Het zal u misschien verwonderen, maar toen ik ondervoorzitter was van Groen en Wouter Van Besien voorzitter, hadden we een ‘guilty pleasure’: af en toe ’t Pallieterke lezen. We wilden natuurlijk weten wat ‘de vijand’ had geschreven (lacht). Sommige analyses vonden we terecht, andere vonden we compleet van de pot gerukt. Ook met de bijnamen voor politici konden we soms smakelijk lachen.”

Wat vindt u van de manier waarop ’t Pallieterke - en bij uitbreiding de Vlaamse Beweging - met het collaboratieverleden omgaan of omgegaan zijn?

“Ze zijn een beetje in hetzelfde bedje ziek als mijn grootvader en sommige van zijn kinderen: ze hebben te lang weggekeken. Het onderzoek van Koen Aerts toont mooi aan dat, zeker in de naoorlogse periode, een aantal dominante figuren binnen de Vlaamse Beweging - zoals Hendrik Elias, om hem niet bij naam te noemen - de beeldvorming sterk gecontroleerd hebben. Door hun ideologische vooringenomenheid hebben ze veel dingen vertraagd. Het was onvermijdelijk dat mensen zoals Lode Wils, Bruno De Wever, Luc Huyse en vele anderen de deksels van de stinkende potjes zouden lichten. Dat werd hen niet door iedereen in dank afgenomen. De

lezingen van Bruno De Wever eindigden vaak in heftige discussies. Zijn criticasters beschouwden hem als een ‘nestbevuiler’. Sommige van mijn familieleden kijken nu op dezelfde manier naar mij. Maar het zijn mensen zoals Bruno De Wever die de geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog verwetenschappelijkt hebben en de ware toedracht aan het licht hebben gebracht. Het was onvermijdelijk dat dat ooit zou gebeuren.”

Moet de Vlaamse Beweging volgens u definitief breken met het collaboratieverleden om zo eventuele hindernissen voor meer Vlaams zelfbestuur weg te nemen?

“De Vlaamse Beweging zou inderdaad beter stoppen met het gekoketteer met het collaboratieverleden en er eerlijk over communiceren, zeker over de donkerste pagina’s. Er zijn dingen gebeurd die hemeltergend zijn. De collaboratie heeft weinig te maken met de emancipatie waar de Vlaamse Beweging mee bezig was. Het blijvende en voortdurende gekoketteer met dat verleden, hypothekeert heel veel.”

“Ik zal misschien enkele lezers van ’t Pallieterke schofferen, maar met betrekking tot de vier strafdossiers die ik heb ingekeken om mijn boek te kunnen schrijven, was ik aangenaam verrast over de grondigheid van het onderzoek. Je kan zeker discussieren over de strafmaten: de zus van mijn grootvader is bijvoorbeeld erg zwaar gestraft, gelet op haar leeftijd. Maar de vier onderzoeken zijn heel degelijk gevoerd. Dat wil ik toch ook wel eens heel duidelijk gezegd hebben.”

Hoe komt het dat de collaboratie vooral als een Vlaams probleem wordt gepercipieerd?

“Ook in Wallonië heeft men te lang weggekeken van de realiteit. Er was een buitenlandse onderzoeker, Martin Conway, voor nodig om de beeldvorming rond Leon Degrelle en Rex scherp te stellen. Dat was een schok voor de Franstaligen. De collaboratie was niet typisch Vlaams of typisch Waals. Ook in het buitenland hebben mensen gecollaboreerd of in meer of mindere mate samengewerkt met de Duitse bezetter. Ook daar heeft het soms lang geduurd om met het collaboratieverleden in het reine te komen.”

Het collaboratieverleden is een monster van Loch Ness dat af en toe de kop opsteekt in de Wetstraat

“Nederland heeft zichzelf lang beschouwd als een verzetsland, maar is op een bepaald moment ruw uit die droom ontwaakt. In Frankrijk zijn er vandaag nog steeds politici die denken dat hun land er een van verzet was en hun ogen sluiten voor het Vichy-regime. Een gelijkaardig fenomeen doet zich voor in Franstalig België.”

Werd in Wallonië op dezelfde manier gecollaboreerd als in Vlaanderen?

Enkele van uw partijgenoten weigeren om Vlaams Belangers de hand te schudden. Recent zagen we in de Franse Assemblée nationale een gelijkaardig tafereel met het jongste parlementslid, toevallig van RN, dat tijdelijk de honneurs als voorzitter mocht waarnemen. Heeft u het gevoel dat de linkerzijde rechtse politici ontmenselijkt?

“Ik bestrijd de ideeën van Vlaams Belang. Ik ben het daar fundamenteel mee oneens. Maar ik bestrijd geen mensen. Ik bestrijd hun gedachtegoed.”

U zetelde de afgelopen elf jaar in het Vlaams Parlement, maar nam op 9 juni niet meer deel aan de verkiezingen. Mist u de nationale politiek ondertussen al?

“Uiteraard. Ik heb heel graag in het Vlaams Parlement gezeten. Maar er is een tijd van komen en een tijd van gaan. Voorlopig is de nationale politiek een afgesloten hoofdstuk, maar zeg nooit nooit. De reden waarom ik naar het lokale niveau ben verhuisd, is omdat ik graag ook eens beleid zou willen voeren, in plaats van voortdurend in de oppositie te zitten. Begrijp me niet verkeerd: in een goede democratie heb je de oppositie nodig om de meerderheid te controleren en scherp te houden. Maar ik ben niet in de politiek gestapt om heel mijn carrière oppositie te voeren.”

Speelden er ook andere, officieuze redenen mee? In uw boek schrijft u bijvoorbeeld dat u na de rouwhulde aan Van Ooteghem een bericht kreeg van de voormalige partijtop met de boodschap dat u zichzelf politiek in de voet had geschoten.

“Er spelen altijd meerdere elementen mee. Ik was wel wat ontgoocheld in de vorige partijtop. Het bericht kwam niet van Meyrem Almaci (oud-voorzitster van Groen, red.) zelf, maar wel uit haar entourage. Het toont nog eens aan hoe eng sommigen naar het thema kijken. Waarvan akte. Voor mij was dat een van de elementen waarom ik het voor bekeken heb gehouden.”

Vorig jaar weet Jong Groen de tegenvallende peilingsresultaten aan de “witte en vaak ook te oude mensen” bij de moederpartij. Voelde u zich daardoor aangesproken?

“Als u naar mij kijkt, weet u dat die tweet onder anderen over mij ging. Maar hij heeft geen enkele impact gehad op mijn beslissing om de nationale politiek te verlaten. Na iets meer dan twee legislaturen vond ik het tijd om te vertrekken. Op den duur hoor je jezelf vaak in herhaling vallen. Ik wilde vermijden om er vijf jaar te veel aan te breien.”

Tot slot: u was een van de drijvende krachten achter het alcoholverbod in het Vlaams Parlement. Dat is u allicht niet in dank afgenomen door sommige van uw collega’s?

Björn Rzoska, ‘Gedeelde grond’, april 2024, uitgeverij Ertsberg, 224 p., ISBN 9789464750751

“Nee, in Franstalig België heeft de collaboratie een andere vorm aangenomen dan in Vlaanderen. In Vlaanderen hebben veel leerkrachten en handelaars, de kleine burgerij, op een of andere manier (economisch) gecollaboreerd. Hun sociaaleconomische positie bepaalde vaak of Vlamingen al dan niet collaboreerden. In Franstalig België was er meer harde en militaire collaboratie, waardoor de straffen er ook strenger waren. In Vlaanderen heeft men het soms over een anti-Vlaamse repressie. Hoe moet men die in Franstalig België dan noemen? Jammer genoeg bestaan er vandaag nog heel wat clichés die al lang door historici zijn ontkracht. Toch stel ik met stijgende verbazing vast dat mijn collega’s in de Wetstraat aan die clichés blijven vasthouden. Als ze zich nog maar in die fase bevinden, hebben ze nog een hele weg af te leggen.”

“Ik heb dat op tafel gelegd in het bureau van het Vlaams Parlement. Ben ik daarom een groene, ascetische mens die nooit een pint drinkt? Nee, ik drink ook graag een pint. Ik ben ook een liefhebber van een goed glas wijn. Maar het Vlaams Parlement moet zowat de laatste werkplek in Vlaanderen zijn geweest waar je tijdens de werkuren gratis een glas alcohol kon drinken. Dat was niet meer van deze tijd.”

Nu de Kamer nog.

“Dat vind ik ook. Dat heb ik ook onmiddellijk aan mijn collega’s in de Kamer laten weten. Ik kan u verzekeren dat het aanbod daar nog vele malen ruimer is dan in het Vlaams Parlement (lacht).”

Interne verdeeldheid bij de Amerikaanse Democratische Partij

In de Amerikaanse politiek kiezen de partijen hun kandidaat via voorverkiezingen. Tijdens een congres komen de partijdelegaties uit alle staten samen om formeel hun stem uit te brengen voor wie de Republikeinse presidentskandidaat zal worden. Die delegaties stemmen doorgaans volgens de resultaten van die voorverkiezingen.

De Democratische Partij houdt haar congres eind augustus. In Ohio moeten presidentskandidaten normaal tegen 7 augustus hun kandidatuur indienen om op het stembiljet vermeld te worden. Om problemen en door Republikeinen aangespannen rechtszaken te voorkomen, houden de Democraten een virtuele ‘naamafroeping’. Tijdens hun eigenlijke congres, tussen 19 en 22 augustus, wordt dan, naast de voorstelling van hun programma, een pro-formastemming gehouden en aanvaardt de kandidaat officieel de nominatie.

Toen Biden zich op zondag 21 juli na enkele dagen afwezigheid plots terugtrok, schoof hij Kamala Harris naar voren. Tussen 25 en 27 juli konden tegenkandidaturen ingediend worden, die tegen 30 juli de steun gekregen hebben van minstens 300 gedelegeerden (uit een totaal van 3905), waarbij er niet meer dan 50 uit dezelfde staat konden komen. De eerste deadline is inmiddels verstreken en vier personen hebben zich tegenkandidaat gesteld. Het is een groep illustere onbekenden. Zelfs een google-zoekopdracht levert nauwelijks tot geen informatie op.

Regelrechte woede

De procedure van de Democratische Partij roept een hele hoop vragen op en wekt niet alleen onvrede, maar regelrechte woede, zelfs in eigen rangen. Black Lives Matter keurt Kamala Harris af als kandidaat. BLM is boos dat de Democratische Partij geen openbare deelname in het nominatieproces toelaat en

in plaats daarvan de partijdelegaties laat beslissen. Bronnen binnen de Democratische Partij vertellen dat “iedereen die zich tegen haar [Kamala Harris] kandidaat zou stellen, daarmee politieke zelfmoord zou plegen, nadat Joe Biden het zo krachtig duidelijk maakte, minuten na zijn aankondiging zich niet langer herverkiesbaar te stellen, dat hij haar ondersteunde”.

De topfunctionaris inzake verkiezingen in Ohio gooide olie op het vuur. “Zoals u weet, heeft de Algemene Raad van Ohio een uitzondering gemaakt op de deadline voor de verkiezingen van 2024 en een wet goedgekeurd, door de gouverneur ondertekend, die de deadline verlegt tot 1 september 2024.”

Dat roept allerlei vragen op, niet in het minst van verschillende Democratische groepen zelf, die zich in het voorverkiezingsproces door de nationale Democratische partijbazen buitenspel gezet voelden. Verschillende democraten hadden zich kandidaat gesteld, waaronder Dean Phillips, Cenk Uygur en Marianne Williamson. In Florida stuurde de plaatselijke Democratische partijtop de lijst met kandidaten naar de Staatsoverheid, met maar één naam: Joe Biden. Als er slechts één kandidaat is, wint die automatisch de nominatie en wordt er geen voorverkiezing gehouden.

De deadline om die lijst in te sturen is 30 november, maar de Democratische Partij in Florida haastte zich en nam een besluit op 1 november, enkele dagen nadat Dean Phillips zich officieel kandidaat had gesteld. Dat zette heel wat kwaad bloed in Florida, waar Democratische kiezers zich monddood gemaakt voelden. Ook nu heerst er een ijzige stilte rond de namen van de kandidaten: ze krijgen geen enkele kans van de partij. Kamala’s vicepresident?

Waarom nu die stemming in alle haast doorvoeren, en virtueel? Niemand weet wie de kandidaat-vicepresident van Kamala Harris zal zijn, ook een niet-onbelangrijk detail. Zo-

als BLM het uitdrukte: “Niemand weet waar Harris staat ten opzichte van de kwesties, nu ze Bidens plaats heeft ingenomen, en wij (BLM, red.), hebben geen idee wat haar mogelijke vicepresident op zijn of haar palmares heeft, omdat we niet eens weten wie dat is!”

Robert F. Kennedy jr. had zich eerst binnen de Democratische Partij kandidaat voor de nominatie van zijn partij gesteld, maar na intense tegenwerking besloot hij als onafhankelijke op te komen. Ook hij legt de hypocrisie binnen de Democratische Partij bloot, nadat ze klaagden over de “dreiging van rechtszaken door de Republikeinen”. “Ze vervolgen ons in alle staten met rechtszaken. Ze zorgen ervoor wanneer kandidaten zich tegen de door hen gekozen kandidaat opstellen, dat het rechtssysteem, dat de wetshandhavingsautoriteiten worden gebruikt om te voorkomen dat die kandidaten ook daadwerkelijk iets kunnen bereiken.”

Met een hem typerend sarcasme vervolgde Kennedy: “Ze zeggen: ‘Wel, we moeten dit wel doen om de democratie te redden van Donald Trump.’ Het echte argument is echter ‘we vernietigen de democratie om die te redden’. Het is een paradox.”

Wankele basis

Terwijl de Republikeinen zich verenigd rond Trump en Vance hebben geschaard, die volop campagne aan het voeren zijn, lijkt de Democratische Partij, ondanks ogenschijnlijke eenheid en plotse steun voor Kamala Harris, een gebarsten en wankele basis te hebben. In maart en april van dit jaar spraken zelfs in The Washington Post en op CNN topcommentatoren zich uit tegen Harris: “Omwille van het landsbelang zou Kamala moeten opstappen” en “hoe Kamala Harris eigenlijk Joe Biden naar omlaag trekt in zijn poging herverkozen te raken”. Nu worden de gelederen gesloten en wordt Harris de hemel in geprezen. Hoelang dat stand gaat houden, valt te bezien. Onder heel wat zwarte kiezers is het al duidelijk: Harris is hoegenaamd niet hun kandidaat.

Uiterst links aan de Franse poorten van de macht

De ontslagnemende Franse minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin wil in geen geval met links en de Groenen een regeringscoalitie vormen, liet hij onlangs verstaan. Hij dreigt zelfs met een motie van wantrouwen. Stilaan lijkt duidelijk dat de gok van Emmanuel Macron, om na de tegenvallende resultaten bij de Europese verkiezingen parlementsverkiezingen te organiseren in Frankrijk, voor een geblokkeerde democratie heeft gezorgd.

Hoewel louter op stemmen bekeken het rechtse Rassemblement National de grootste partij werd, strandde RN op 143 zetels, ver van de meerderheid in het parlement dus. De coalitie rond president Macron moest genoegen nemen met 163 zetels en de (uiterst) linkse coalitie Nouveau Front Populaire bezet voortaan het grootste aantal zetels in de Elysée, namelijk 180. Geen enkele van de drie blokken heeft een meerderheid. Terwijl enkele getrouwen van ontslagnemend eerste minister Gabriël Attal in de richting van het NFP kijken voor het opzetten van een regering, is niet iedereen in het kamp-Macron opgezet met links.

Jean-Luc Mélenchon bestempelde Gérald Darmanin als “het gen van de kloof” die Frankrijk splijt

Het zou dus wel eens kunnen dat de fractie van de conservatieve partij Les Républicains op de wip zit. Die gematigd rechtse partij haalde immers 66 zetels, weliswaar onvoldoende om de partij van Macron aan een meerderheid te helpen, maar wel een belangrijke bouwsteen bij het opzetten van een centrumrechtse regering. Althans, dat zijn de wensen van de minister van

Binnenlandse Zaken. In een gesprek op de commerciële zender CNews liet hij verstaan niets te moeten weten van NFP, want “die staat aan de kant van degenen die met stenen en wapens naar onze politiemensen gooien”.

Het zou kunnen dat de fractie van Les Républicains op de wip zit

De leider van de extreemlinkse partij La France insoumise, Jean-Luc Mélenchon, bestempelde Gérald Darmanin als “het gen van de kloof” die Frankrijk splijt. Halverwege juli riep LFI links Frankrijk op om een “mars naar Matignon” te organiseren en de partij van Macron te dwingen een eerste minister uit de rangen van NFP aan te duiden. Darmanin maakte zijn positie in elk geval duidelijk: als de linkse coalitie regeringsverantwoordelijkheid krijgt, zal ik “de eerste ondertekenaar zijn van de motie van wantrouwen”. De president heeft de vrije keuze wie hij als eerste minister aanduidt. Die moet er op zijn beurt voor zorgen een meerderheid in het Elysée te bekomen.

Politiek incorrect lied zorgt voor ophef in Duitsland

De technoklassieker ‘L’Amour Toujours’ werd door enkele Duitse jongeren gepersifleerd met de slogan ‘Deutschland den Deutschen, Ausländer raus’. Nadat een video op sociale media uitlekte waarop te zien is hoe deelnemers van een strandfeest op het Duitse eiland Sylt (met heel wat zoontjes en dochters van de Duitse jetset), dit lied luidkeels meebrullen, is het lied in de politiek incorrecte hoek terechtgekomen en zorgde het voor heel wat ophef bij onze oosterburen.

Intussen lijkt het wel alsof de oproepen van allerlei politieke partijen, vakbonden en andere organisaties om het lied niet meer te spelen, een omgekeerd effect hebben. Sinds oktober 2023 is de politie in Duitsland al 360 keer moeten uitrukken, omdat personen bij deze oude technohit (25 jaar oud) de (zelfverzonnen) slotwoorden ‘Deutschland den Deutschen, Ausländer raus’ zongen, blijkt uit een bericht van de Duitse krant Bild-Zeitung.

‘Deutschland den Deutschen, Ausländer raus’, is de ‘vrije versie’ van enkele Duitse jongeren

Het aantal interventies zal nog hoger liggen, want in de rondvraag van Redaktionsnetzwerk Deutschland, dat de cijfers verzamelde, waren de deelstaten Bayern en Sachsen niet inbegrepen.

Te weinig om te kunnen veroordelen

De meeste politietussenkomsten op basis van die politieke slogan waren er in de deelstaat Nordrhein-Westfalen (96 interventies). Op plaats twee komt Mecklenburg-Vorpommern met 45 gevallen. Redaktionsnetzwerk Deutschland wist ook details te verzamelen:

in Mecklenburg-Vorpommern werd het lied gezonden op twee speelplaatsen van scholen, werd het lied ook op sociale media verspreid en is er zelfs een geval bekend van een jonge studente die het tijdens de les in Sassnitz zong. Hoelang het fenomeen ‘L’Amour Toujours” met politiek niet correct aanhangsel al bestaat, is moeilijk te zeggen. Er was een oogstfeest in Bergholz (Mecklenburg-Vorpommern) in november, dat een eerste keer voor ophef zorgde in Duitsland. Wellicht is deze politiek incorrecte versie nog ouder? Of het publiek zingen van de woorden strafbaar is, is echter onduidelijk. Om juridisch gezien als ‘Volksverhetzung’ te kunnen gelden, zijn de woorden onvoldoende, besloot het Bundesgerichtshof al in het verleden.

De politieke druk neemt toe om in te grijpen

Intussen neemt de politieke druk toe om in te grijpen, terwijl steeds meer politici vertwijfeld vaststellen dat hoe meer ophef hierover wordt gemaakt, hoe geliefder dit technolied mét aanhangsel wordt.

WIM VANRAES

Hoe het gele nucleaire gevaar beantwoorden

Door materieel en diplomatiek meer in te zetten op kernwapens, is China een nieuw hoofdstuk begonnen in zijn verhaal van strategische dominantie in Azië. En dat zorgt voor onrust in Japan en Zuid-Korea. Beide landen kijken naar de VS, van oudsher hun belangrijkste waarborg op veiligheidsvlak. In Washington woedt dan weer een ander debat. Dreigt een te uitgesproken reactie een escalatie te veroorzaken? Of is het net de manier om Peking tot compromissen aan te zetten? Een dilemma, zo heet het, zij het met de nodige nuances.

Superlatieven schieten haast tekort om te beschrijven op welke manier China de voorbije jaren zijn militaire apparaat heeft uitgebouwd. In de periode van 1990 tot vandaag kende het defensiebudget een verhoging van een ‘schamele’ 8 miljard dollar tot - het blijft een schatting - net geen 300 miljard dollar. Jawel, u leest het goed, een vermenigvuldiging met factor 37! Het plaatst de Volksrepubliek op de tweede plaats, nog steeds op ruime afstand van de VS (900 miljard dollar), maar ver voor landen als Frankrijk of Duitsland, die op amper één vijfde van de Chinese budgetten afkloppen.

Maar zo mogelijk nog interessanter is de manier waarop de middelen aangewend worden. Vooral de marine werd uitgebouwd, wat geheel in de strategische ambitie past om dé belangrijkste actor in Azië te worden. Sinds 1964 mag China zich een kernmogendheid noemen. Doorheen de jaren werd het nucleaire arsenaal uitgebreid (tot 500 koppen) en gemoderniseerd, maar tegelijk moet vastgesteld worden dat die wapens voor Peking geen centrale rol speelden in de realisatie van zijn strategische ambities. Daar lijkt inmiddels verandering in te komen.

Kernkoppen verdubbelen

Die 500 kernkoppen, zo klinkt het plan, moeten er over één decennium dubbel zoveel zijn. Peking lanceerde eerder

ook een oproep naar de andere kernmogendheden om een nieuw nucleair verdrag te sluiten dat komaf zou maken met een ‘first use’-clausule, zoals opgenomen in onder andere de Amerikaanse nucleaire doctrine, maar ook in de Russische en Franse. Anders gesteld: het formele engagement van kernmogendheden om pas naar kernwapens te grijpen wanneer ze zelf het doelwit van een nucleaire aanval zijn geweest. India en China volgen een andere lijn, de ‘no first use’ dus.

Opmerkelijk aan de Chinese vraag is dat China de voorbije jaren zelf bijzonder huiverachtig stond tegenover deelname aan dergelijke onderhandelingen. Vanwaar nu die demarche? Diplomatieke initiatieven genereren doorgaans dito reacties en dus liet de VS verstaan “open te staan” voor elk gesprek. In werkelijkheid voeden de Chinezen vooral ongerustheid, in Washington, maar nog meer in Seoel en Tokio.

Gedeelde ongerustheid

Uit een recente peiling bleek dat een ruime meerderheid van de Zuid-Koreanen voorstander is van de ontwikkeling van eigen kernwapens. Angst voor China speelt hier een sleutelrol, net als de agressieve opstelling van Noord-Korea. Opmerkelijker is dat er ook in Japan wat in beweging is gezet. Traditioneel had het land een erg negatieve attitude

Griekse premier ontgoocheld door ruk naar rechts

De Europese verkiezingen in Griekenland (10,5 miljoen inwoners) bleven uit de internationale schijnwerpers. En dat is spijtig, om meer dan één reden. Door de extreme hitte trok immers slechts 40 procent van de stemgerechtigde Grieken naar de stembus om de 21 Griekse zetels in het Europees Parlement te bepalen. De Grieken konden stemmen op 31 partijen en partijtjes. Weinig verrassend was het dat de centrumrechtse partij Nea Demokratia (ND) van de Griekse premier Kyriakos Mitsotakis de verkiezingen won, zij het minder uitgesproken dan verwacht.

Het lukte ND weliswaar om afgetekend de grootste partij te blijven - met 28,3 procent van de stemmen en 7 zetels in het Europees Parlement -, maar het feit dat de partij bijna 5 procent van de stemmen moest inleveren, zint Mitsotakis allerminst. Een opsteker is wel dat het verschil met de grootste concurrent, het linkse Syriza, steeds groter wordt. Syriza haalde slechts 15 procent van de stemmen en moest twee Europese zetels inleveren, een verlies van bijna 9 procent, en die stemmen gingen gedeeltelijk naar de sociaaldemocraten van Pasok (+5 procent). Een ander deel van de Syriza-stemmen ging ongetwijfeld naar de Griekse communisten die op 9 procent van de stemmen uitkwamen.

Verschil met radicaal rechts wordt steeds kleiner

Neen, premier Mitsotakis hield absoluut geen goed gevoel over aan deze Europese verkiezingen, want in vergelijking met de nationale parlementsverkiezingen van 2023 verloor Nea Demokratia niet minder dan 12 procent en die stemmen gingen naar radicale, uitgesproken rechtse partijen. Drie partijen, rechts van Nea Demokratia, wisten hun resultaat ten opzichte van de Europese verkiezingen van 2019 te verbeteren met 12 procent en mogen dus gerust de winnaars van deze verkiezingen worden genoemd, wat premier Mitsotakis ook met zoveel woorden toegaf.

Voorlopig heeft Mitsotakis het voordeel dat de rechterzijde hopeloos versplinterd is

Helleense Oplossing, de partij van Kyriakos Velopoulos, kon haar stemmenaantal meer dan verdubbelen, haalde 9,30 procent van de stemmen en twee zetels in het Europees Parlement. Ze werd vierde partij in Griekenland. EL, zoals de partij in het Grieks heet, maakt nu al deel uit van de ECR-fractie van Giorgia Meloni. De relatief nieuwe par-

tij NIKI, die vorig jaar tot eenieders verrassing uit het niets met 10 parlementsleden naar het Griekse parlement trok, kwam nu voor de eerste keer op voor de Europese verkiezingen en haalde met 4,37 procent één zetel binnen. NIKI focust vooral op de Grieks-orthodoxe christelijke identiteit van Griekenland. En ook een derde rechtse partij, nieuwkomer FL (Foni Logikis - Stem van het Verstand) van de jonge tennistrainster Afroditi Latinopoulou, haalde één zetel in het Europees Parlement. Partijen rechts van Nea Demokratia haalden tijdens de Europese verkiezingen samen meer dan 20 procent, terwijl dat in 2019 nog 13 procent was. Illegale migratie, belastingdruk, klimaatbeleid, de invoering van het homohuwelijk: stapstenen voor steeds sterkere oppositie ter rechterzijde. Voorlopig heeft Mitsotakis het voordeel dat de rechterzijde hopeloos versplinterd is. Maar blijft dat ook zo?

tegenover kernwapens, wat niet los kan worden gezien van de eigen geschiedenis. Inmiddels wint de overtuiging aan terrein dat de nieuwe geopolitieke realiteit een meer pragmatische bijsturing van dat standpunt nodig maakt. Maar in eerste instantie kijken beide landen naar de VS. Havikhouding

Door begin jaren 1980 raketten in Duitsland, maar ook in ons land te plaatsen, ging Moskou het pad van de diplomatie bewandelen, wat resulteerde in het ‘Intermediate-Range Nuclear Forces’-verdrag uit 1987. Het (Amerikaanse) idee om raketten met meer kernkoppen uit te rusten tijdens de SALT-besprekingen in de jaren 1970, overtuigde de Sovjets om aan de onderhandelingstafel te blijven. En was het niet Ronald Reagan die met zijn zogenaamde Star Wars zijn evenknie Gorbatsjov tot enkele topontmoetingen wist te overhalen?

In de periode van 1990 tot vandaag kende het Chinese defensiebudget een verhoging van 8 miljard dollar tot 300 miljard dollar

Natuurlijk, dat was toen en met het zoeken van precedenten moet men voorzichtig zijn. Mutatis mutandis zou het bewapenen van Japan en Zuid-Korea China tot dialoog moeten aanzetten. Per slot van rekening is Peking niet gediend met twee kernmachten in de achtertuin. Of wil men een dialoog nastreven zonder stok achter de deur? Zowaar een boeiend dossier dat de nieuwe bewoner van het Witte Huis op zijn bureau zal aantreffen. GDD

Italië doet illegalen voortaan waarborg betalen

Op woensdag 19 juni 2024 publiceerde de regering-Meloni een nieuw decreet: illegalen die in Italië aankomen, moeten een waarborg betalen tussen 2.500 en 5.000 euro, om zo de voornaamste kosten van levensonderhoud en eventuele repatriëring te dekken. Het decreet ging onmiddellijk in. Elke plaatselijke prefect in Italië heeft de taak om “het bedrag van de financiële waarborg ten laste van de vreemdeling tijdens de termijn van de asielprocedure en het verifiëren van het recht op toegang tot het grondgebied” vast te leggen.

De minister van Binnenlandse Zaken, Matteo Piantedosi (onafhankelijke, maar aanleunend bij de Lega), wil dat de prefect hiermee “geval per geval kan evalueren, rekening houdend met de individuele toestand van de vreemdeling”. De borgtocht moet de kosten dekken voor de eerste 28 dagen van de behandeling van de asielprocedure.

Rol asielzoeker

De individuele evaluatie van de borgtocht wordt gebaseerd “op de graad van medewerking van de asielzoeker in de procedures van identificatie, in de mate waarin hij de juiste documenten kan voorleggen of de juistheid van zijn verklaringen kan aantonen”. Kortom: alles wat de overheden helpt om de identiteit van de asielzoeker snel en eenduidig vast te leggen, en de wachttijden in de asielprocedure in te korten. Als de asielzoeker ingaat op het voorstel en de borgtocht betaalt, wordt hij niet opgesloten in één van de ‘Centri di permanenza per i rimpatri’ (gesloten opvangcentra).

Verder moeten asielzoekers identiteit, adresgegevens en telefoonnummer bezorgen van die personen die bereid zijn hen in Italië onderdak te verschaffen. Met dit decreet, aldus minister Matteo Piantedosi, wil hij “orde scheppen op het vlak van illegale migratie, die door de vorige regeringen in een staat van complete anarchie werd achtergelaten”. Het spreekt voor zich dat promigratielobby’s en opengrenzenorganisaties opgeroepen hebben tot verzet, want volgens hen gaat het om “inbreuken tegen de Italiaanse grondwet”. Blijkbaar vergeten de progressieve jongens en meisjes dat de EU-lidstaten ertoe gehouden zijn “om voldoende bewijsstukken bij te houden en voor te leggen inzake migratie”. Het gaat met andere woorden helemaal niet om onmenselijke maatregelen, maar integendeel om op een snelle en duidelijke manier uit te maken of een vreemdeling kans maakt op asiel. Of dat de migratiegolven zal stoppen, valt te betwijfelen. Het zal in het beste geval misschien een eerste gaatje helpen dichten.

‘Waar tafelen een hoffelijke bezigheid wordt’ Huwelijken - Recepties

“In

één weekend 380.000 bezoekers en meer dan 40 miljoen euro economisch voordeel”

Als het van Vanessa Maes afhangt, doet het F1-circus ook na 2025 het circuit van Spa-Francorchamps aan. “Spa-Francorchamps is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van de F1”, zegt de directrice van raceorganisator Spa Grand Prix.

volgend jaar heeft de 7 kilometer lange racebaan nog een plaats op de kalender, maar de vraag is of dat ook na 2025 nog zo zal zijn. Almaar meer circuits - vaak met diepere zakken dan Spa-Francorchamps - proberen immers een van de schaarse plekjes op de kalender te veroveren. Saoedi-Arabië, bijvoorbeeld, legde 650 miljoen euro op tafel om de komende 10 jaar een Grote Prijs (GP) te mogen organiseren op het circuit van Jeddah.

Elke euro die Wallonië investeert, levert er 10 op

Spa-Francorchamps kan dergelijke astronomische bedragen niet ophoesten, maar heeft enkele troeven die de kapitaalkrachtigere concurrentie niet heeft. “Eerst en vooral is de GP van België historisch: Spa-Francorchamps staat al sinds de begindagen van de Formule 1 op de kalender”, steekt Maes van wal. We zijn dus onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van de F1. Bovendien zijn alle coureurs het er unaniem over eens dat het circuit van Spa het mooiste ter wereld is. Ik denk daar vanzelfsprekend ook zo over. Het circuit bevindt zich in de open natuur en geen enkel ander circuit kent dezelfde hoogteverschillen. Vanuit sportief oogpunt is het circuit van Spa uniek in vergelijking met de andere op de kalender.” Heeft de mythische status van Spa-Francorchamps jullie ervan weerhouden om te moderniseren?

“Het circuit van Spa is niet alleen historisch, maar ook toekomstgericht. We zijn in staat om fans te verwelkomen op een manier die strookt met de verwachtingen van de F1, met alles wat daar op en rond het circuit bij komt kijken op het vlak van entertainment. Er zijn vanzelfsprekend meer kandidaat-circuits dan beschikbare plaat -

ven. We moeten blijven verbeteren. We rusten niet op onze lauweren. We blijven onszelf voortdurend in vraag stellen. We doen er alles aan om ervoor te zorgen dat fans willen blijven terugkomen. De GP van België had al fans vóór de Netflix-serie (‘Formula 1: Drive to Survive’, red.) en zal die ook daarna nog hebben. Als de coureurs en de fans het belangrijk vinden dat de GP van België blijft bestaan, zal dat ook gebeuren.”

Wat is het belang van de Grote Prijs van België voor Wallonië en België?

“Voor Wallonië en België is het belangrijk dat de GP van België op de kalender blijft staan. Het is een mooie etalage voor ons land. We moeten er dus voor blijven strijden om de GP van België te behouden. De positieve economische impact bedraagt 41,1 miljoen euro, na aftrek van de investering door de Waalse regering. 73 miljoen mensen kijken op televisie naar de GP van België. Er zijn zelfs buitenlandse fans die dankzij de GP Spa-Francorchamps op een blinde kaart kunnen aanduiden (lacht).”

Is de amerikanisering van de F1 een bedreiging of een opportuniteit?

“Ik beschouw de amerikanisering absoluut niet als een bedreiging. Liberty Media (de eigenaar van F1, red.) heeft beslist dat het DNA van de F1 Europees blijft, zoals dat altijd al het geval is geweest.”

Het DNA van de F1 blijft Europees

“ Dat neemt niet weg dat we moeten zien te evolueren en niet steeds hetzelfde mogen blijven doen. De F1 wil fans een totaalbeleving bieden, ook op het vlak van entertainment. Dat hebben we goed begrepen. Het is dus een bedreiging noch een opportuniteit, maar een verwachting

Het circuit van Spa is inderdaad historisch te noemen, maar is het ook niet een van de gevaarlijkste?

“Het is niet nodig om het over gevaar te hebben. We hebben het immers over motorsporten. Het circuit van Spa-Francorchamps is niet gevaarlijk. Het is een snel circuit waarop de coureurs elkaar kunnen voorbijsteken, maar geen gevaarlijk.”

Een privatisering is niet aan de orde

“Niet Spa Grand Prix, maar de organisatie die instaat voor het circuit, is verantwoordelijk voor de veiligheid. Ze doet er alles aan om het circuit zo veilig mogelijk te maken. Spa-Francorchamps is niet gevaarlijker dan de andere circuits. Onze fans zijn misschien gepassioneerder, waardoor de coureurs tot de limiet gaan. Maar de infrastructuur als zodanig is niet gevaarlijk.”

Het bedrijf Spa Grand Prix is volledig in handen van het Waals Gewest. Zou een privatisering de overlevingskansen niet vergroten?

“Een privatisering is niet aan de orde. Uit een studie van de Waalse regering uit 2022 blijkt dat de GP van België 41,1 miljoen euro heeft opgebracht. Ik daag je uit om mij een voorbeeld te geven van een ander evenement in België dat in één weekend zo veel opbrengt. Nogmaals: de GP van België is een ongelofelijke etalage voor ons land. Het helpt ons land vooruit. Elk jaar komen er fans van over de hele wereld naar België om de GP bij te wonen. De geografische ligging is goed. Het is gemakkelijk om naar hier te komen. Er zijn zelfs fans die er een vakantie van maken.”

Is er sprake van een concurrentiestrijd tussen de Grote Prijs van België en die van Nederland?

“Neen. We spreken niet over een concurrentiestrijd. De GP van Nederland bestaat nu drie jaar, maar onze bezoekersaantallen zijn sindsdien niet gedaald. Alle tickets voor dit weekend zijn uitverkocht. We ontvangen in drie dagen tijd 380.000 bezoekers. Het klopt dat in Europa de circuits dichter bij elkaar liggen dan in de Verenigde Staten.”

“De afstand tussen Spa-Francorchamps en Zandvoort is inderdaad niet te vergelijken met die tussen Miami en Austin. Maar we bieden een andere ervaring aan. Zandvoort trekt vooral Nederlandse fans aan. Naar België komen zowel fans uit Nederland - ongeveer 20 procent -, Frankrijk, Duitsland, Engeland en Vlaanderen. Dus nee, er is geen sprake van concurrentie. We kijken enkel naar onszelf.

Het is aan mij om ervoor te zorgen dat fans van over de hele wereld naar België willen

Is het niet moeilijk om te concurreren met steden als Las Vegas en Miami?

“Neen. Het circuit van Spa is een historisch circuit. Sommige fans van het eerste uur komen al 30 jaar naar de GP van België kijken, steeds vanop dezelfde tribune en dezelfde stoel, omdat ze een specifiek deel van het circuit willen zien. Ze zijn daardoor gepassioneerd. Het is een goede zaak dat de F1 de mogelijkheid heeft om compleet verschillende circuits op de kalender te zetten. Ik vergelijk Spa niet met Las Vegas en Miami. Spa-Francorchamps zal nooit Las Vegas of Miami zijn, en Las Vegas of Miami zullen nooit Spa-Francorchamps zijn. Het zijn compleet verschillende wedstrijden. De enige gelijkenis is dat het GP’s in de F1 zijn.”

Is een Waalse regering van MR - met een autofanaat als Georges-Louis Bouchez aan het hoofd - en Les Engagés gunstig voor het voortbestaan van de GP van België?

“De Waalse regering heeft de GP van België altijd ondersteund. Dat MR en Les Engagés nu de regeringspartijen zijn, maakt misschien bepaalde zaken mogelijk. Maar de vorige regering van onder meer PS en Ecolo koesterde een even grote liefde voor de GP van België. De cijfers zijn nu eenmaal wat ze zijn. De positieve economische impact voor onze regio en ons land hoeft niet meer bewezen te worden. Ons geluk is dat de Waalse regering steeds het belang van de GP heeft ingezien. Ik hoop dat dat nog lang het geval zal zijn.”

Waarom is het bedrijf Spa Grand Prix er nog nooit in geslaagd om een begroting in evenwicht voor te leggen?

“Het kost nu eenmaal geld om de F1 in België te houden. De belangrijkste en vrijwel enige inkomstenbron van Spa Grand Prix is de ticketverkoop. Die volstaat niet om de bijdrage aan de F1 en de organisatiekost te compenseren. Maar nogmaals: als we de investering van het Waals Gewest in rekening brengen, bedraagt de positieve economische impact voor Wallonië 41,1 miljoen euro.”

“Als een stad erin slaagt om de start of de aankomst van een grote wielerronde te organiseren, stelt men nooit de vraag of dat wel iets opbrengt. Het is een investering en een uitstalraam. Ik begrijp niet waarom men er in de F1 steeds een verliesverhaal van probeert te maken. Wallonië houdt er meer aan over dan het erin investeert. Elke geïnvesteerde euro levert er tien op.”

Staat er ook na 2025 nog een Grote Prijs van België op de F1-kalender?

“Ik heb geen glazen bol, maar ik hoop van wel. We zullen er alleszins alles aan doen.”

Vanessa Maes

Van verslaving tot geweld: de escalatie van de drugsproblematiek

In de 20ste eeuw voerde België een wet in om de handel en het bezit van drugs strafbaar te maken. Een eeuw later stellen we vast dat het drugsgebruik in alle lagen van de bevolking schrikbarend gestegen is. Geen enkel beleidsniveau lijkt in staat om het fenomeen in te dammen. Grote en kleine steden krijgen af te rekenen met drugsgeweld. Hoe is het zo ver kunnen komen?

Na een internationale opiumconferentie in het begin van de 20ste eeuw kwamen heel wat landen met hun eigen drugswetgeving op de proppen. Ook België volgde met de drugswet van 1921 die de handel in drugs strafbaar stelde. Kort daarna werd ook het bezit van drugs verboden.

Historiek van de drugsproblematiek

Ondanks dat verbod kwamen in de jaren 1960 cannabis en lsd op. Hoewel voorbijgangers de geurhinder en het voddige voorkomen van de gebruikers moesten trotseren, bleef de maatschappelijke overlast eerder beperkt. Daar kwam in de jaren 1970 verandering in toen heroïne zijn weg vond naar de Belgische markt. Een toename van druggerelateerde gezondheidsproblemen en criminaliteit noopte de wetgever in 1975 tot een eerste ingrijpende hervorming van de drugswet. Dat leidde tot strengere straffen voor zowel bezit als handel in illegale stoffen en tot een verhoogde aandacht voor preventie en rehabilitatie van drugsverslaafden. De eerste afkickcentra doken in die periode op. In de woelige jaren 1980, toen werkloosheid en crisis hoogtij vierden, zochten steeds meer landgenoten hun toevlucht in de heroïne. De overheid begon serieuzer aandacht te besteden aan het probleem, met de oprichting van gespecialiseerde politieteams en gezondheidszorgdiensten. Ook het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) zag destijds het levenslicht.

In de jaren 1990 werd de dancecultuur populair en daarmee samenhangend ook synthetische drugs zoals xtc. Tegelijk ijverden steeds meer experts voor een ‘normaliseringsbeleid’ met focus op preventie en hulpverlening, en met repressie als laatste redmiddel. Dat was ook de insteek van het eindrapport van een parlementaire werkgroep die zich over deze problematiek boog en wiens aanbevelingen als fundament dienden voor de federale drugsnota van 2001. Met die nota werd de hoop op een drugsvrije maatschappij definitief opgegeven. Voor producenten en dealers bleef repressie aangewezen, maar voor gebruikers werd preventie het doel. De nota stelde dat het geen zin had om drugsgebruikers extra te laten lijden door hen te straffen. In 2003 werd

deze nota wettelijk verankerd en werd voor het eerst ook onderscheid gemaakt tussen cannabis en andere drugs. Politie en parketten werden aangespoord om aan het bezit van gebruikershoeveelheden cannabis de laagste prioriteit te geven.

De experts stellen dat we met regulering de producten veiliger kunnen maken

Sinds het begin van de 21ste eeuw is zowel de vraag naar als het aanbod van zowat alle illegale drugs gestegen. Er zijn nagenoeg geen experts meer te vinden die repressie voorstaan om het drugsgebruik te beteugelen. Tegelijk is er de vaststelling dat het drugsgeweld compleet ontspoort. De maatschappelijke aanvaarding van drugsgebruik en de toename van het drugsgeweld houden gelijke tred.

Ontsporing

Uit een rapport van Europol en het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving blijkt dat de omvang van de Europese drugsmarkt zeker 31 miljard euro bedraagt. Veel van die drugs komen Europa binnen via Antwerpen of worden in ons land geproduceerd. In 2023 sneuvelde voor het elfde jaar op rij een record met de onderschepping van 116 ton cocaïne in de Antwerpse haven. In 2013 ging het nog om 4,4 ton, maar minister van Financiën Vincent Van Peteghem blijft positief: “De stijging is wel iets minder dan de voorbije jaren, qua percentage.” België is niet alleen de Europese toegangspoort voor cocaïne, het is daarnaast al decennialang de op één na grootste producent van synthetische drugs zoals speed en xtc. Niet alleen de productie van allerlei drugs zit hier in de lift, ook de consumptie blijft stijgen. Volgens de meest recente cijfers van het VAD en Sciensano is het gebruik van vrijwel alle drugs de voorbije twintig jaar fors gestegen. Voor cocaïne en cannabis gaat het om meer dan een verdubbeling.

Antwerps burgemeester Bart De Wever kondigde in 2013 de ‘war on drugs’ af in naam van “het evidente recht op een leuke en veilige buurt”. Tussen 2022 en nu werden er in Antwerpen ruim 150 druggerelateerde aanslagen gepleegd. Dat ging om brandbommen en granaten, maar ook om schietpartijen waarbij soms onschuldige slachtoffers vielen, zoals de elfjarige Firdaous. Sinds de broeierige zomer van 2022 zijn er in Antwerpen ruim 200 verdachten opgepakt van zulke aanslagen, maar een grote impact lijkt dat niet meteen te hebben. Daarnaast is er sinds 2020 een verzevenvoudiging van het aantal druggerelateerde ontvoeringen en folteringen. Antwerpen is niet de leuke en veilige buurt

geworden die in het vooruitzicht werd gesteld. De Brusselse overheid koos voor een andere aanpak en bood verslaafden injectienaalden en een gebruikersruimte aan. “Het gebruik van crack is in Brussel enorm gestegen”, klinkt het verwonderd bij vzw Transit, die gratis crackpijpen uitdeelt in de hoofdstad. De enorme toename van het drugsgebruik gaat gepaard met heel wat criminaliteit en overlast in de metrostations en op straat. De maffia van Marseille wil ook een aandeel in de drugssupermarkt die Brussel geworden is en daarbij is het gebruik van oorlogswapens eerder regel dan uitzondering. In 2023 vielen er in de Brusselse drugsoorlog minstens zeven doden en 130 (zwaar)gewonden. In onze hoofdstad worden ongeveer 20 gewelddelicten per maand gelinkt aan drugs. Inmiddels dijt het geweld ook uit naar andere steden en gemeenten. Zo werd Sint-Niklaas vorige week opgeschrikt door ontploffingen en brandstichtingen. Het lijkt een kwestie van tijd vooraleer ook daar de straten in een schietkraam veranderen.

Drugs kopen bij de overheid

Van het legaliseren van cannabis zijn in de academische wereld vrijwel geen tegenstanders meer te vinden, maar het falende drugsbeleid zet enkele politici en experts ook aan tot nieuwe inzichten inzake harddrugs. Zo bestond het gewezen politiecommissaris en Vooruit-politica Jinnih Beels om te pleiten voor de legalisering van alle drugs. De overheid zou zich volgens haar moeten toeleggen op de productie, distributie en zelfs verkoop van drugs. “Coke kopen bij de overheid, daar moeten we naartoe”, liet ze optekenen. Die vreemde uitspraak vond bijval bij criminoloog Tom Decorte, die haar voorstel van de nodige marxistische onderbouwing voorzag: “Ongebreidelde commercialisering betekent dat we de drugscriminelen vervangen door multinationals die hetzelfde doel voor ogen hebben: zoveel mogelijk winsten rapen.” Daarom zit er volgens hem niets anders op dan de verkoop van drugs over te laten aan de overheid. Zijn UGent-collega Steven Debbaut pleit voor een trapsgewijze aanpak: “Eerst het reguleren van cannabis, daarna kunnen we

spreken over andere drugs zoals cocaïne.”

De experts stellen dat we met regulering de producten veiliger kunnen maken. Bovendien zou het een manier zijn om het drugsgeweld in te dijken. Dat is twijfelachtig. Al jarenlang is er de tendens dat drugs krachtiger worden. Als de overheid voorziet in legale, softe versies van harddrugs, zal men toch nog speelruimte laten aan criminelen om ‘het echte spul’ aan de man te brengen. Daarnaast zullen accijnzen op drugs de producten duurder maken. We weten wat daarvan het gevolg kan zijn, want de verkoop van illegale namaaksigaretten in België is de afgelopen vier jaar verdubbeld. Drugscriminelen gaan bikkelhard om met de concurrentie, of die concurrentie nu bestaat uit andere bendes of legale winkels. Het zou zomaar kunnen dat er bij een legalisering van harddrugs net meer geweld komt kijken. Volgens professor Drugsbeleid en Criminologie, Charlotte Colman, is dat ook zo, maar moeten we ons daar niet te veel zorgen om maken, want “na verloop van tijd zou dat volgens onderzoek stabiliseren en eventueel afnemen”.

De Brusselse overheid bood verslaafden injectienaalden en een gebruikersruimte aan

Een dieperliggend probleem

Volgens UZ Gent is een tiende van de gevallen op hun spoeddienst alcoholgerelateerd. Naar schatting vertoont 20 procent van de patiënten die in algemene ziekenhuizen worden opgenomen, schadelijk alcoholgebruik. Maar liefst 10 procent van de Belgen slikt antidepressiva, terwijl bijna één op de vijf slaap- en kalmeermiddelen neemt. Belgen zijn duidelijk verknocht aan drank, drugs en medicijnen. Voor velen blijkt dit land niet leefbaar zonder verslavende roesmiddelen, legaal of illegaal. Wellicht is dat ons grootste probleem.

GUUS VAN BETTEN

Douane op zoek naar drugs in containers
Vincent Van Peteghem tijdens de halfjaarlijkse voorstelling van de cocaïnevangst in 2024

Dien Bien Phu:

een Frans trauma

Zeventig jaar geleden leed het Franse leger een zware nederlaag tegen de Vietminh bij het bergstadje Dien Bien Phu in het noordwesten van Vietnam. Die veldslag, die tussen 13 maart en 7 mei 1954 werd uitgevochten, maakte een einde aan de Franse koloniale overheersing in Indochina. In het kielzog van die overwinning volgde op 14 juli 1954 het Vredesverdrag van Genève en de scheiding van het land in Noord-Vietnam en Zuid-Vietnam. De daarna snel oplopende conflicten tussen het communistische Noorden en het op het Westen gerichte Zuiden zouden uiteindelijk, in 1964, leiden tot een Amerikaanse militaire interventie die escaleerde tot de Vietnamoorlog.

De Vietminh was in 1946, onder leiding van de communistische agitator Ho Chi Minh, het Franse koloniale bewind beginnen te bevechten. Eerst maakte ze gebruik van guerrillatactieken en vervolgens van meer conventionele oorlogsmethoden, toen ze zware wapens, munitie en financiële steun ontving van de Sovjet-Unie en China.

DE DIEN BIEN PHU-VALLEI

In november 1953 landden duizenden Franse parachutisten in de Dien Bien Phu-vallei in het bergachtige uiterste noordwesten van Vietnam - midden in het door de Vietminh gecontroleerde gebied - met de bedoeling om de aanvoerlijnen van de Vietminh uit het vlakbij gelegen Laos af te snijden. Dat Franse expeditielegertje, dat voor een groot deel uit koloniale troepen en legionairs van het Vreemdelingenlegioen bestond, nam bezit van een klein vliegveldje met één landingsbaan, dat tijdens WO II door de Japanners was aangelegd, en begonnen een militair bolwerk uit te bouwen. Dat bestond uit een keten van versterkte fortificaties en bunkers binnen een straal van 65 kilometer rond de landingsbaan.

GENERAAL VO NGUYEN GIAP WORDT VANDAAG BESCHOUWD ALS EEN VAN DE GROOTSTE MILITAIRE STRATEGEN VAN DE 20STE EEUW

De keuze voor Dien Bien Phu bleek vanuit strategisch oogpunt niet de meest gelukkige. De Fransen vlogen weliswaar meer dan 15.000 militairen binnen, maar die strijdmacht was te slecht ontplooid om de erg grote perimeter rond de hele basis efficiënt te verdedigen. De landingsbaan lag ook nog eens in een lange en brede vallei, wat haar kwetsbaar maakte voor beschietingen vanaf de omringende heuvels. Bovendien waren de Fransen beduidend in de minderheid. De Vietminh had in de regio bijna 70.000 manschappen geconcentreerd onder bevel van generaal Vo Nguyen Giap, een communistische ijzervreter en bewonderaar van Napoleon die vandaag - niet geheel ten onrechte - wordt beschouwd als een van de grootste militaire strategen van de 20ste eeuw.

FRANSE HYBRIS

Frankrijk wou, naast het aanvallen van de aanvoerlijnen, ook de Vietminh tot een openlijke, massale aanval uitdagen, in de veronderstelling dat de Franse strijdkrachten in dat soort oorlogvoering zouden zegevieren. Overtuigd van hun militaire superioriteit, onderschatten de Franse bevelhebbers zowel het militaire leiderschap van Giap als de wapens en capaciteiten van de Vietminh. Bovendien rekenden de Franse

strijdkrachten op de landingsbaan erop om het bastion permanent te bevoorraden, waarbij ze naïef aannamen dat de Vietminh geen luchtafweerwapens had. Ook dat bleek een zware inschattingsfout te zijn. Giap deed initieel niets om de uitbouw van de basis te verhinderen of te stoppen. Vier maanden lang bereidden zijn troepen zich geduldig voor door de Franse stellingen systematisch te omsingelen. Ze slaagden er zelfs in om, puur met mankracht, meer dan 100 zware artilleriestukken en luchtafweergeschut op de heuvels te installeren, wat een huzarenstukje was, gelet op het gebrek aan berijdbare wegen, de steile hellingen en de dichtbegroeide jungle. Op 13 maart 1954, onder de donkere hemel van een nieuwe maan, begon de Vietminh-artillerie massaal de Franse perimeterstellingen te beschieten en de buitenposten te belegeren. In minder dan 48 uur vielen de gevechtsposten ‘Béatrice’ en ‘Gabrielle’ in hun handen. De landingsbaan kwam hierdoor onder rechtstreeks vuur van de Vietnamezen te liggen. Gedurende de volgende twee maanden gingen de Vietminh-troepen, onder dekking van intense artilleriebeschietingen waartegen de Fransen nauwelijks weerwerk konden bieden, over tot het soort van loopgravenoorlog dat uit de Eerste Wereldoorlog dateerde. Ze groeven zich een weg naar de Franse linies en probeerden de Franse gevechtsposten een voor een te isoleren. Daarbij werd zelfs het gebruik van ondergrondse mijnladingen - zoals in WO I - niet geschuwd. De Franse luchtmacht, die over een nauwelijks operationele landingsbaan beschikte, moest, terwijl ze permanent onder vuur van de Vietnamese luchtafweer lag, voorraden per parachute droppen. De luchtmacht verloor 62 vliegtuigen tijdens de slag en nog eens 167 raakten beschadigd.

DE 57 DAGEN DURENDE STRIJD WAS UITGEDRAAID OP EEN COMPLETE NEDERLAAG VOOR HET FRANSE LEGER

Op 30 maart 1954 vielen Vietminh-troepen opnieuw twee gevechtsposten frontaal aan. Bloedige, wanhopige aanvallen en tegenaanvallen in de stromende regen, vaak van man tegen man, woedden bijna een week lang terwijl de Fransen met felle vastberadenheid om elke vierkante meter vochten, maar bleven wijken. Op 22 april hadden de troepen van Giap 90 procent van de landingsbaan ingenomen, waardoor de luchtlandingen volledig moesten worden stopgezet en het Franse leger in erbarmelijke en snel verslechterende omstandigheden achterbleef.

CAPITULATIE

De menselijke tol aan beide kanten was enorm en Giap moest versterking uit Laos oproepen voordat hij op 1 mei de grondaanvallen op de krimpende Franse perimeter hervatte. Het einde kwam op 7 mei, toen het laatste stukje Frans verzet afbrokkelde en men uiteindelijk capituleerde. De 57 dagen durende strijd was uitgedraaid op een complete nederlaag voor het Franse leger dat 2.239 gesneuvelden en 1.729 in de strijd vermiste soldaten verloor. Bijna 11.000 anderen werden gevangengenomen, onder wie meer dan 4.400 gewonden. Slechts 3.300 Franse krijgsgevangenen bereikten hun thuisland. Duizenden stierven in gevangenschap, terwijl de Fransen in 1954 onderhandelden over hun vertrek uit Indochina. De Vietnamezen verloren 13.930 man, onder wie 4.020 gesneuvelden en 792 vermisten. De enorme verliezen leidden tot de val van de Franse regering. Het Vredesakkoord van Genève van juli 1954 voorzag in een tijdelijke verdeling tussen Noord- en Zuid-Vietnam, die zou moeten eindigen met verenigde nationale verkiezingen in 1956. Die verkiezingen hebben echter nooit plaatsgevonden. Er ontstonden twee verschillende landen: het communistische Noord-Vietnam dat werd gesteund door de USSR en China, en Zuid-Vietnam dat kon rekenen op de Verenigde Staten en enkele van hun bondgenoten.

LEZERSBRIEVEN

Perfecte storm Pallieterke, De probleemkinderen van de demografie zijn immigratie, nataliteit en veroudering. De veroudering van de bevolking is voor de toekomst een blijvende situatie, met dank aan de vooruitgang van de geneeskunde en de landbouw. Omdat de politiek zo lang heeft geaarzeld, zal deze moeilijk een antwoord op dat vraagstuk kunnen formuleren. De bevolkingspiramide lijkt wel een wolkenkrabber te zijn geworden. Over nataliteit heb ik een ander verhaal. Sinds het begin van de verbeterde levensmogelijkheden is er een demografische aanwas vastgesteld. Los van de morele bedenkingen heeft de emigratie naar de dunbevolkte werelddelen de druk op de demografische ketel in Europa in toom gehouden. Ook de twee wereldoorlogen hielpen daarbij. Misschien is een tijdelijke terugval aangewezen om naar een draaglijke bevolkingsdichtheid te evolueren. Maar dan moet ook de immigratie aan banden gelegd worden. Echte rust vinden, weg van de dolle menigte, is nu nog alleen mogelijk voor geprivilegieerde enkelingen. Groei zit er voor de aarde nu eenmaal niet meer in!

God

JAN HUIJBRECHTS

Marcel De Rycke, Herent

Pallieterke, Einstein ontdekte dat E=mc2. Maar Einstein heeft die wet niet uitgevonden. Hij is door observatie tot de vaststelling gekomen dat de natuur zo werkt. Maar zo werkt de natuur al miljoenen jaren. Dat geldt voor elke natuurwet. De mens is alleen de archeoloog die deze wetten blootlegt. Maar wie heeft die wetten in de natuur ingevoerd? Dat kan alleen door een buitenaardse Macht gebeurd zijn. En als we de voortplanting eens bekijken: de enige inbreng van de mens is de copulatie. Vanaf dan doet er zich een onvoorstelbaar complex proces voor dat een nieuwe levende mens voortbrengt. Geen kloon, maar een mens met een unieke individualiteit. Dat gebeurt allemaal zonder enige externe tussenkomst. Maar als je weet dat niets van stilstand tot beweging komt zonder een impuls: wat is hier dan de impuls? Dat kan alleen een buitenaaardse Macht zijn. Iedereen die intellectueel eerlijk is, kan er niet omheen dat de schepping gestuurd wordt door een onvoorstelbare Macht. Wie laat de zon opkomen? Niets kan van stilstand tot beweging komen zonder een impuls. Gilbert Van De Vijver, Melsele

Huis van de Slag Pallieterke, Ik wil Karim Van Overmeire bedanken voor zijn bijdrage over het museum van de Slag aan de Peene. Aangezien Frans-Vlaanderen op een boogscheut van Poperinge ligt, had dat museum uiteraard onze interesse gewekt. En wij hebben geen ogenblik spijt gehad dat we dit museum bezocht hebben. Een vriendelijk onthaal door Philippe die ons in zeer behoorlijk Nederlands (zacht uitgedrukt) te woord stond. Zijn kennis van de slag en ook zijn gedrevenheid zijn indrukwekkend. Voor de prijs hoef je het ook niet te laten: 6 euro voor volwassenen. Er is ook onder meer een zeer interessant boek (ook in het Nederlands) over de slag zelf te koop. Noordpeene ligt niet zo ver van Kassel. Een dorpje

waar de tijd blijkbaar is stil blijven staan. Zo heerlijk rustig. Ik kan langs deze weg de lezers van ’t Pallieterke aanraden het museum ook te bezoeken. U kan ook van de gelegenheid gebruik om onder meer Kassel zelf en Belle te bezoeken. Frank Masschelein, Poperinge Vincent Verbeecke Pallieterke, Vincent Verbeecke (kandidaat-voorzitter Open Vld) kan zich niet vinden in het gedachtegoed van het Vlaams Belang en wil dus nooit met die partij samenwerken. Maar anderzijds vindt hij wel dat Vlaams Belang juiste ideeen heeft. Hij wil de kiezers afsnoepen door zogezegd met hen in discussie en dialoog te gaan. Volgens Vincent is het slechts een gevoel dat we achteruitgaan en dat is onterecht. Het wordt tijd dat zulke figuren eens uit hun ivoren toren komen en de omvolking - of noem het een demografisch deficit - erkennen die steeds verder onze maatschappij ondermijnt. Hij zegt wat we altijd horen na een nederlaag: we zullen nu wel eens luisteren naar de mensen. Maar de partij die dat al meer dan dertig jaar doet en de wensen van het volk in programma’s giet, die is blijkbaar verkeerd. Weer eens zeer oude wijn in nieuwe zakken.

Dirk Callens, Beveren Het doel heiligt de middelen Pallieterke,

In ’t Pallieterke van 25 juli 2024 schrijft Karl Van Camp: “Om België ingrijpend te veranderen, moeten Vlaams-nationalisten zich eerst inkapselen in het Belgische establishment.” Sorry! Wanneer blijven we eindelijk bij de les? In de vorige federale regering was een werkgroep opgericht om een staatshervorming voor te bereiden. Die bleek niets te realiseren. De heer Jürgen Vanpraet, die op het kabinet van minster Verlinden was aangesteld om die werkgroep te bemannen, heeft na enkele maanden ontslag genomen, omdat hij van Waalse zijde enkel tegenwerking ondervond. Alles bleef zonder gevolgen. Is het nu nog niet duidelijk? Hoe vaak moeten de Vlamingen steeds opnieuw bedrogen worden? Ook juridisch is deze weg door onze Waalse landgenoten deskundig dichtgetimmerd. Vlaams-nationalistische minister-presidenten zetten evenmin zoden aan de dijk. Een volk heeft de politici die het verdient. De heer De Wever is echt niks meer dan de ‘Flamand de service’. En de Vlaming, hij ploegde voort.

Pol Jongbloet, Mechelen

Rechts en links

Pallieterke, De media roepen: “Laten we hopen dat extreemrechts nooit aan de macht komt!” Zou dat dan het einde van de planeet zijn? Sommige correcte (of domme) politici geloven van wel. Is de treinsabotage in Frankrijk dan gepleegd door een rechtse organisatie? Of toch niet? Blijkbaar is het een extreemlinkse groep. Wel, Caroline, Conner en consorten, wij wachten op jullie commentaar. Maar ach, we weten het: rechts is satan en links is god. Proficiat voor het interview met Vincent Verbeecke in ’t Pallieterke van 25 juli. Het ware gezicht van Greenpeace wordt daarin getoond.

Paul Roelants, Boutersem

Een lezersbrief insturen? Stuur uw bericht naar lezersbrieven@pallieterke.net. Opgelet, brieven mogen maximaal 1.000 karakters tellen (inclusief spaties). Dat zijn een 30tal lijnen in ’t Pallieterke of zo’n 160 woorden. We houden ons het recht voor om zonder verantwoording uw (te lange) brief niet te publiceren of in te korten. Uw naam en gemeente moeten worden doorgegeven voor publicatie bij uw brief.

© WIKIPEDIA
n Gevangengenomen Franse soldaten van Dien Bien Phu

Progressieve beeldvorming

In dit nummer kunt u een interview lezen met voormalig Vlaams Parlementslid van Groen Björn Rzoska. Laatstgenoemde maakt er geen geheim van dat zijn grootvader aan het oostfront gevochten heeft.

In het interview zegt Rzoska op een bepaald moment: “De collaboratie heeft weinig te maken met de emancipatie waar de Vlaamse Beweging mee bezig was. Het blijvende en voortdurende gekoketteer met dat verleden, hypothekeert heel veel.” Die uitspraak - het blijvende en voortdurend gekoketteer met dat verleden - doet bij mij toch enigszins de wenkbrauwen fronsen. Want ik moet al ver in het verleden duiken om nog een verwijzing te vinden vanuit de brede Vlaamse Beweging naar het collaboratieverleden.

Ja, er zijn tijden geweest dat er in de Vlaamse Beweging niet moeilijk gedaan werd over de collaboratie. Oostfronters zoals Oswald Van Ooteghem en Toon Van Overstraeten konden actief worden in de Volksunie en werden verkozen in een parlement. Ik vermeld die twee namen als voorbeeld, maar iedereen weet dat er in de Volksunie honderden mensen met een collaboratieverleden actief waren. Het werd dan ook als heel normaal gezien dat er mensen van de Volksunie aanwezig waren op het jaarlijkse bal van het Sint-Maartensfonds.

Amnestie

Jarenlang heeft de Vlaamse Beweging geijverd voor amnestie. Het is altijd heel duidelijk geweest dat men geen amnestie vroeg voor oorlogsmisdadigers, maar wel voor de gemiddelde ‘foute’ Vlaming die zijn/haar burgerrechten kwijt was, geen pensioenrechten had, enzovoort. Die amnestie-eis was een partijprogrammapunt bij Volksunie en Vlaams Blok. Maar het bleef niet beperkt tot die twee partijen, denk maar aan professor Raymond Derine (CVP) met zijn boek ‘Repressie zonder maat of einde’. Of herinner u Victor Leemans, toch geen kleine collaboratiegarnaal, die na de oorlog zijn weg vond in het Verbond van Christelijke Werkgevers, om een jaar later actief te worden in de CVP en er onder meer 22 jaar lang senator voor te zijn.

Paus

Vandaag is de amnestie-eis geen onderwerp meer in de Vlaamse Beweging. Noch bij N-VA, noch bij Vlaams Belang is het een programmapunt. Logisch, want iedereen die voor amnestie in aanmerking had kunnen komen, is ondertussen overleden. De laatste grote actie in verband met amnestie dateert alweer van 1984 - 40 jaar geledentoen TAK erin slaagde om 2.665 Vlaamse geestelijken een amnestiepetitie te laten ondertekenen en die onder leiding van Erwin Brentjens aan paus Johannes-Paulus II overhandigde. Om maar te zeggen dat de eis voor amnestie voor collaborateurs niet enkel gedragen werd door ‘extreemrechtse’ Vlaams-nationalisten.

Vandaag zie ik bij N-VA en Vlaams Belang geen ‘gekoketteer’ meer met de collaboratie. Ook de niet-partijpolitieke organisaties zijn daar niet mee bezig. Verenigingen met duidelijke bindingen met collaborateurs, zoals het Sint-Maartensfonds en Broederband, zijn letterlijk uitgestorven. Ja, er zijn nog enkele Vlaamse verenigingen die een specifieke werking hebben rond een collaboratiefiguur. Ik denk dan aan het Bormshuis in Antwerpen of de Werkgroep Kesterheide in Gooik. Maar laten we eerlijk zijn: die verenigingen hebben historische doelstellingen en zijn niet actief op politiek vlak.

Links Vlaanderen

Het is vooral links dat graag in het collaboratieverleden blijft roeren. U herinnert zich ongetwijfeld de bewerkte foto van Theo Francken in Duits legeruniform, een ideetje van Jong Ecolo. Op internet zag ik nog niet zo lang geleden een meme van Zuhal Demir met de tekst (in gotisch schrift) ‘Flandern, Krankenkassen raus’. Demir wordt daarbij afgebeeld met de typische rode armband met witte cirkel met daarin ‘VL’.

Besluit: het is progressief Vlaanderen dat het beeld ‘Vlaanderen = collaboratie’ kunstmatig in leven houdt. Het is een gemakkelijke drogreden om niet te moeten meewerken aan een zelfstandig Vlaanderen en liever te kiezen voor het unitaire, maar onwerkbare België. Spijtig.

PAL voor Vlaanderen is een project van PAL Academie vzw. Met die vzw zetten we onze kennis, kunde en netwerk in om het pad naar Vlaamse onafhankelijkheid te effenen. De vzw beschikt over ideeën en mensen, maar met uw financiële steun op rekening KBC BE39 7390 1640 4519 zouden we nog veel meer kunnen doen.

59ste Europeade in Italiaanse Nuoro:

“Goede sfeer, mindere organisatie”

Vorige week vond in Nuoro, een stad op het Italiaanse eiland Sardinië, de 59ste ‘Europeade’ plaats. Dat is een vijfdaags volksfeest waaraan jaarlijks zo’n 5.000 dansers, muzikanten en zangers, verspreid over meer dan 200 groepen, deelnemen.

De eerste Europeade vond plaats in Antwerpen in 1964. In totaal deed het jaarlijkse volksfeest de koekenstad al acht keer aan, de laatste keer in 2002. Aan de overkant van de taalgrens waren Marche-en-Famenne (in 1969) en Namen (in 2016) elk al één keer de gaststad.

De Europeade heeft tot doel om “Europese vriendschap en eenheid te creëren door onze diversiteit te delen”, zo staat te lezen op de website van het evenement. Die diversiteit komt tot uiting via de volkskunsten en tradities van de verschillende regio’s. In de Raad van Bestuur, bestaande uit negen leden, zetelen twee Vlamingen: secretaris-generaal Peter De Vos uit Deurne en schatbewaarder Rita Ryssaert uit Wijnegem.

Vlaams Parlementslid Jan Laeremans (Vlaams Belang) was dit jaar een van de deelnemers. Hij heeft sinds 2005 slechts enkele edities van de Europeade gemist. “De sfeer was zoals steeds goed, maar het hele gebeuren was dit jaar minder goed georganiseerd dan bij de voorgaande edities”, zegt hij. “Vooral de catering en de verblijfsvoorzieningen konden beter. Al waren er wel enkele verzachtende omstandigheden.”

Verzachtende omstandigheden

Een eerste verzachtende omstandigheid was volgens Laeremans dat Nuoro pas in laatste instantie

HORIZONTAAL

A. Verontwaardigde

werd aangeduid als gaststad, terwijl dat doorgaans twee jaar op voorhand gebeurt. De 59ste editie van de Europeade zou normaal gezien in Polen plaatsvinden. Maar de Poolse gaststad had zich teruggetrokken omdat de organisatie van een Europeade moeilijk te combineren zou zijn met de opvang van de vele Oekraïense oorlogsvluchtelingen.

Een tweede verzachtende omstandigheid die Laeremans aanhaalt, is dat de burgemeester en het gemeentebestuur van Nuoro recent werden afgezet. Daardoor waren er minder helpende handen dan voorzien.

Helft minder Vlamingen aanwezig

Verder merkt Laeremans op dat in Nuoro zowat de helft minder Vlamingen aanwezig waren dan de afgelopen jaren het geval was. “Daar zit de verre reis zeker voor iets tussen. Een Europeade in Duitsland, bijvoorbeeld, trekt veel meer Vlamingen aan.”

Ondanks de organisatorische perikelen, blijft het volgens Laeremans de moeite waard om een Europeade bij te wonen. Of hij ook de gaststad, Nuoro, aan de lezers van ’t Pallieterke zou aanraden? “Nuoro ligt landinwaarts, waardoor het er bloedheet is. Ik zou eerder voor de kuststeden en de bijhorende bries van de Middellandse Zee opteren”, lacht hij.

ANTON SCHELFAUT

B. Deelgemeente in de Zuiderkempen, bekend om zijn abdij - Windrichting

C. Vriendje van Barbie - Antwerpse grensgemeente

D. Tegen - De gezamenlijke pot

E. Deel van het testament - Strandheuvel - Vlaamse filmprijs

F. Vol onrust - Voegwoord

G. Pers. vnw. - Nederlandse kaasstadEgyptische godheid, voorgesteld als een stier met een zonneschijf tussen de horens

H. Huldigde - Keer

I. Oosterlengte - Nationale vlag

J. Verblijfsoord, gericht op luxe en comfort - Zekere

K. Proper - Ouderloze - Internationale unie

L. Niet helder klinkendTegendeel van gevoel voor schoonheid

VERTICAAL

1. Badplaats

2. Desnoods - Nederlandse omroep

3. Holt - Koraalbank

4. Ondernemingsraad - Vastleggen

5. Basketbalcompetitie in de VS - Familieleden

6. Grote aap - Staat in de VS

7. Paradijs - Zaniken

8. Optisch hulpmiddel - Officiële documenten

9. De tanden betreffend - Samarium

10. Houten slagwapen - WC

11. Laadeenheid - Uitroep van verbazingGelijkekansencentrum

12. Slagzin

KARL VAN CAMP

X van de week!

Het is warm buiten. De gemoederen raken verhit en politici die niet mee mogen spelen in de meerderheid, beginnen dan wel eens onder elkaar wat belangrijk te doen. De Olympische Spelen zorgen gelukkig voor inspiratie. En een mogelijk verdwaalde kloot. Dat laatste mag u trouwens letterlijk nemen.

De Olympische Spelen zullen inclusief zijn of ze zullen niet zijn. Dat moet ongeveer geweest zijn wat ze dachten toen ze een filmpje maakten voor de openingsceremonie. In een hedendaagse versie van Da Vinci’s ‘Het Laatste Avondmaal’ zat er hier en daar toch een figuur tussen die de religieuze gevoelens van menig katholiek kon schaden. Zo was Jezus zelf een corpulente vrouw. Het verleidde VB-parlementslid Stefaan Sintobin om de meest open deur in te trappen: “Was er in Parijs ook een tafereeltje waar Mohamed belachelijk werd gemaakt? Ik denk het niet…” Wat toch een beetje woke was van Sintobin. Gwendolyn Rutten kon het dan weer niet nalaten om erop te wijzen dat het net zo leuk is dat het hier wel kan om met Jezus - niet Mohamed - te lachen. “Over kleuren en smaken valt niet te discussiëren”, merkte Gwendolyn op als reactie hierop. Om vervolgens naadloos over te gaan tot het outen van Da Vinci zelf als een homo. Andere mensen outen is niet netjes. Gwendolyn ook niet. Doden uit de kist en vervolgens uit de kast halen? Daar

draait ze haar hand niet voor om. Tot daar was het een doorsnee X-debatje van dertien in een dozijn. Iets wat je kan verwachten van politici met veel vrije tijd en nood aan aandacht.

De kloot

Sintobin liet de reactie van Rutten echter niet zomaar over zijn kant gaan en begon de foto’s na te pluizen. En daar stootte hijloof de Heer - op een verdwaalde teelbal die ergens in het tafereeltje te zien was. De man postte het meteen met een grote pijl gericht op het kleinood. Om zeker te zijn dat werkelijk iedereen zou zien wat hij had gezien. “Van kleuren en smaken gesproken, Gwendolyn. Is dit beeld ook oké voor jou?”, zette hij erbij. De zelfvoldaanheid spatte van het scherm.

Op dat moment had Elon Musk moeten ingrijpen en de viespeuken tot de orde moeten roepen. Maar hij deed het niet. Dus kwam de minister die wacht op haar definitieve ontslag terug met een gevatte reactie: “Een gescheurde kousenbroek?” Daar had Sintobin niet van terug, want hij droeg geen kousenbroeken. Einde verhaal. Moet allemaal kunnen natuurlijk en de meningen zijn vrij. Net zoals de mening dat die mensen maar wat lullen tegen de vaak. Aandachtshonger is een pijnlijke aandoening. Vooral voor wie ernaar moet kijken.

Profi ciat met je Vlaamse overtuiging!

“Als niemand hier de wereld gaat redden, doe ik het wel”

Terwijl wij allemaal twee maanden lang de bloemetjes buitenzetten en genieten van onze congé payé, is er één plaats waar bij nacht het licht in de werkkamer blijft branden. Prins Laurent gaat deze zomer niet naar de Côte d’Azur of enige andere mondaine badplaats. Nee, onze prins bouwt thuis rustig verder aan zijn uitvinding die de wereld gaat redden. En u hoeft hem daar niet eens een bedankje voor te sturen.

Het is wat met onze koninklijke families. Terwijl alle andere royals al lang aan het genieten zijn van een fijne vakantie, moeten die van ons gewoon blijven werken. Koning Filip heeft het druk met een regering te vormen die ons land uit de financiële put moet trekken. Prinses Astrid heeft al lang geen badpaklijf meer en Laurent? Wel Laurent is de wereld aan het redden. Tussen al dat travakken door maakt hij graag even tijd voor uw lijfblad. “Ik ga de mensen leren dat ook mensen die hun diploma cadeau hebben gekregen, het verschil kunnen maken.” Beste prins, ik denk dat ik namens de hele bevolking spreek als ik zeg: ga toch even uitblazen aan de Franse kust. De boog kan niet altijd gespannen staan. U moet toch uitgeput zijn van die drie linten knippen met aansluitende receptie?

(wij lezen) Hahaha!

LAURENT: “Waar moet u zo om lachen? Dat is een ernstige brief van een voormalige premier van België, die mij schrijft dat mijn uitvinding helemaal op het goede spoor zit. Het staat er letterlijk in! Lees het dan.”

Maar enfin, prins. Dat is een brief van Guy Verhofstadt. Wat weet die mens daar nu van? Als u hem gevraagd had of u de hongersnood uit de wereld kon helpen tegen volgende week dinsdag, had hij vast ook gezegd dat u op het goede spoor zit. Die man is in de genetische onmogelijkheid om de waarheid te vertellen.

LAURENT: (boos) “Ik heb ook een brief van premier De Croo gekregen die zegt dat hij er in de volgende legislatuur zeker werk van gaat maken!”

HAHAHAHAHA! Stop het, prins! Waar blijft u het halen!

Maar ben je al lid van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds?

“Dat is waar, maar er is geen rust voor mensen met een goed hart. Zeg de mensen dat ik nog liever sterf dan mijn werk te laten vallen. Weet u, dit land heeft mij opgezadeld met een dotatie. In ruil voor een schamele levenslange 380.000 euro per jaar en een schamele gratis villa mag ik niet meer werken. Van alle Belgen ben ik, Laurent, de meest uitgebuite. Ik hoop dat deze regering dat anders gaat zien.”

Splits zelf de sociale zekerheid! Word lid van het VNZ.

“Nu die smerige Franstalige socialisten weg zijn, worden mensen geactiveerd. Eindelijk. Wel, ik ben vragende partij. Activeer

“Ik heb heel veel diploma’s liggen, hoor. Ik moet nog eens kijken waarvoor precies. Ze sturen mij die dingen, hé. Maar zoals u weet, werk ik aan een geheim project dat onlangs uitlekte. Tegen het jaar 2030 moet zo’n 42,5 procent van het energieverbruik in de EU uit hernieuwbare energiebronnen komen. Niemand weet hoe we dat gaan klaarspelen, maar ik wel. Het is een ‘machien’ dat toepasbaar is op alle grote industriële installaties. Het is bijna af.”

Met alle respect, uwe prinsigheid, dat gelooft toch geen hond. Met welke universiteit werkt u hieraan?

“Universiteit? Heb ik niet nodig. Voorlopig doe ik alles alleen. Het gevaar dat prins Harry van Engeland of die dikke van Holland mijn uitvinding gaat stelen, is te groot. Voorlopig zit het veilig opgeborgen in mijn hoofd. Alleen een paar getrouwen weten hoe het werkt.”

“U gelooft mij niet. Goed, ik zal u een brief tonen van een expert die ik vertrouw. (rommelt in zijn schuif) Hierzo! Leest u maar eens. U zal snel bleek worden van angst. (overhandigt een enveloppe) Doe maar open. Ik heb

LAURENT: “Nee, stopt u maar. Conner Rousseau, die wel aan de Côte d’Azur zit, wil het zelfs helemaal uitvoeren. Hij is nu - as we speak - de details aan het uitvlooien met mij zoon Aymeric in een gerenommeerde cocktailbar. Dat doet hij echt niet voor mijn schone ogen, hoor.”

Niet voor die van u, inderdaad! Maar voor die van uw zoon wel!

LAURENT: “Ik kan mij niet van het vermoeden ontdoen dat u met mij de spot drijft. Maar ik zeg u: als niemand hier de wereld redt, doe ik het wel. En nu eruit! Ik heb een belangrijke afspraak met Gwendolyn Rutten. Ze wil mijn uitvinding tegen perimenopauze uitproberen. We gaan dat samen op de markt brengen.”

GEEN VAKANTIE VOOR PRINS LAURENT

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.