ZUHAL DEMIR UIT DE GRATIE

2
RIJKDOM GROTER
PROBLEEM
DAN ARMOEDE VOOR PVDA?

WORDT DE DENDERSTREEK DE BANLIEUE VAN BRUSSEL?
ZUHAL DEMIR UIT DE GRATIE
2
RIJKDOM GROTER
PROBLEEM
DAN ARMOEDE VOOR PVDA?
WORDT DE DENDERSTREEK DE BANLIEUE VAN BRUSSEL?
Wie in een woonzorgcentrum verblijft, telde vorig jaar maandelijks gemiddeld 830 euro meer neer dan het gemiddelde werknemerspensioen in België. Een woonzorgcentrum is voor veel mensen niet betaalbaar, zeker niet voor een lange tijd. Mensen kiezen er steeds vaker voor om langer thuis te blijven, vaak ook te lang. Thuiszorg staat immers ook helemaal niet op punt in dit land.
3
DE DRIE FEMINISMEN 8 5
GESCHIEDENIS
Het gemiddelde pensioen ligt ver onder de prijs van het verblijf in een woonzorgcentrum en die kloof wordt nog groter. De prijs van het woonzorgcentrum slaat een steeds dieper gat in de financiën van bewoners. Vaak springen hun kinderen of zelfs het OCMW bij. Gemiddeld verblijven mensen anderhalf jaar in een woonzorgcentrum alvorens ze sterven. Toch zijn er soms uitschieters en daarom kiezen mensen ervoor om langer thuis te blijven. Hoe lang kan iemand 830 euro meer dan zijn pensioen uitgeven aan een rusthuis?
Personeelstekorten
Bovendien laat de zorg in woonzorgcentra vaak te wensen over, omdat de hele zorgsector met enorme personeelstekorten kampt. In de toekomst zullen veel ouderen dus niet meer in een woonzorgcentrum terecht kunnen. Alleen thuis blijven wonen is ook niet voor iedereen een optie, serviceflats zijn duur en niet iedereen kan rekenen op familie om naar een kangoeroewoning te verhuizen.
De gemiddelde zorgmedewerker zal u vertellen hoe zijn job zijn passie is en hoeveel voldoening hij eruit haalt. Toch is de uitstroom in de zorg gigantisch. Dat komt door de hoge werkdruk, de lastige uren en de steeds moeilijker wordende opdrachten. Bovendien zorgt het huidige personeelstekort voor een sneeuwbaleffect: hoe minder personeel, hoe zwaarder het wordt voor het overblijvende personeel, hoe hoger de uitstroom.
Eenzaamheid
Tegen 2025 is ruim een vijfde van onze bevolking 65 jaar of ouder. Het percentage tachtigers stijgt tegelijkertijd ook sterk. En al die mensen moeten op een bepaalde manier van hun oude dag kunnen genieten. Is het niet in een woonzorgcentrum of een serviceflat, dan misschien thuis met zorg aan huis. Of met mantelzorgers. Hoe dan ook is er een enorm tekort aan zorgend personeel om die mensen - meer dan twee miljoen - te verzorgen.
Bijna niemand kiest er vrijwillig voor
om in een woonzorgcentrum te verblijven. Mensen verhuizen daarnaartoe wanneer ze door de familie overtuigd worden of wanneer het écht niet meer kan. Niet alleen de kostprijs speelt hen parten, want ouderen vrezen ook dat hun levenskwaliteit in de woonzorgcentra snel achteruit zal gaan. Er zijn genoeg voorbeelden van wantoestanden en senioren ervaren daar bovendien vaker sociaal isolement en eenzaamheid.
Tegen 2025 is ruim een vijfde van onze bevolking 65 of ouder
Er is dringend nood aan een ‘ouderenplan’, zoals cd&v-voorzitter Sammy Mahdi een tijdlang geleden zei. Zijn partij is al decennialang verantwoordelijk voor welzijnsbevoegdheden en het is hoog tijd dat er een plan van aanpak komt. De eerste opdracht zal alvast zijn om volk te vinden om in de zorg te werken.
WANNES NEUKERMANS
SUZY WOUTERS VLAAMS PARLEMENTSLID (VLAAMS BELANG)
EDWARD
COREMANS EN DE EERSTE
TAALWET 14
“Een T-shirt dragen in het parlement is een schreeuw om aandacht”
“Ik vrees voor een ineenstorting van onze kwalitatieve zorg”
‘Woke is het nieuwe Marrakesh-pact’, zo heet het nieuwste boek van Tom Lanoye, uitgegeven bij VUBpress. Zelf omschrijft hij het als een pamflet, geschreven naar aanleiding van zijn Paul Verbraeken-lezing uit april van dit jaar. In de reguliere pers kreeg Tom Lanoye alvast enkele lovende besprekingen, maar geen haar op ons hoofd dat eraan denkt het boek te zullen lezen.
Laten we eerlijk zijn: niet alles wat in het boek staat is onleesbaar. Lanoye citeert immers minstens één keer dit weekblad, en wel uit een interview met Tom Van Grieken. En we sluiten niet uit dat er ook andere interessante citaten in het boek staan. Maar alle gekheid op een stokje: onze indruk is toch dat dit pamflet vooral veel ‘Tom Lanoye’ bevat, zowel qua inhoud als qua stijl.
Intellectuele leegheid
Zo blijkt Lanoye het tegenwoordig zeer lastig te hebben met het Vlaams-nationalisme, het concept ‘identiteit’ en verder alles wat neigt naar kritiek op ‘woke’. De eerste obsessie is natuurlijk niet nieuw, de twee andere niet meer dan moderne verpakkingen van het linkse discours dat hij altijd al gehanteerd heeft. Volgens de lovende kritieken zou het boek stevig onderbouwd zijn, maar de citaten die dat moeten bewijzen, overtuigen ons alvast niet. We zagen vooral veel woorden in de typische Lanoye-stijl waar je fan van moet zijn om er meer dan honderd bladzijden van te willen lezen. Veel plastische uitdrukkingen, maar inhoudelijk ben je er weinig of niets mee. Maar wat al evenzeer intellectuele leegheid verraadt, is de manier waarop hij de draak steekt met het woordgebruik van Bart De Wever in ‘Over woke’. Stel je voor, de Antwerpse burgemeester was zo vermetel het woord ‘derhalve’ te gebruiken! Te archaïsch naar de smaak van Lanoye, en dus een reden om de spot te drijven met De Wever. Is “He’s back, bitches” dan zoveel beter?
De karavaan trekt verder
Lanoye predikt al zijn halve leven tegen Vlaams-nationalisme, maar moet op zijn 65ste vaststellen dat Vlaams Belang en N-VA volgend jaar ongeveer de helft van de zitjes in het Vlaams Parlement zullen bezetten. Zoiets moet pijn doen: steevast in eigen kringen bejubeld te worden en tegelijkertijd zien dat de V-karavaan steeds groter wordt en gewoon verder trekt.
O ja, voor wie het niet zou weten: Paul Verbraeken, naar wie de lezing is vernoemd, was destijds een medeoprichter van Charta ’91 en verder actief in de Vierde Internationale, die van Trotski dus. Dat mag dus, zonder blikken of blozen. En dan maar bezorgd zijn over opkomend fascisme of antiwoke-isme…
Jurgen Ceder geniet deze week van een welverdiende vakantie, maar is volgende week opnieuw op post.
TOOGPRAAT
Ze moest in de aanloop naar de verkiezingen van 2024 één van de sterren van de N-VA worden. En gold als de gedoodverfde kandidate voor het minister-presidentschap. Maar het tij is gekeerd. De stormramaanpak van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir heeft zich tegen haar gekeerd. De overdreven groene reflex van de minister doet de wenkbrauwen fronsen. Het kabinet wordt amateurisme verweten.
“Erin slagen een organisatie als de Boerenbond een beetje populair te maken. Il faut le faire.” Het was één van de smalende berichten op Twitter of X, zoals het nu heet, wanneer het beleid van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir ter sprake kwam.
“De Vlaamse regering is dermate in crisis dat Jan Jambon moet inspringen voor Demir”
haven blijven voorop staan. Als er een beleid moet worden gevoerd dat de stikstofuitstoot verlaagt, dan zijn het de projecten zoals de ethaankraker van Ineos die voorrang krijgen. Derde kanaal: het milieubeleid is een aanval op de Boerenbond, een verstarde lobbygroep die jarenlang de kop in het zand heeft gestoken, in samenwerking met cd&v. De N-VA is als opvolger van de Volksunie altijd een antizuilpartij geweest.
“De aanval op de Boerenbond kwam als een boemerang terug in het gezicht van Demir”
www.palnws.be
Redactie & beheer:
Uitgeverij ’t Pallieterke Lagesteenweg 5 bus 1, 1850 Grimbergen Tel. : 03-232 14 17
Abonnementen/administratie: secretariaat@pallieterke.net
Lezersbrieven: lezersbrieven@pallieterke.net
Abonnementen binnenland Abonnement buitenland:
3 maanden: 52 euro Tarieven afhankelijk van de 6 maanden: 104 euro bestemming. Alle inlichtingen
1 jaar: 208 euro op de kantoren.
Steunabo 1 jaar: 300 euro
Het abonnementsgeld kan overgeschreven worden op volgend rekeningnummer met vermelding van uw naam en adres:
BE82 4096 5194 9168 BIC KREDBEBB
Elke week op donderdag in uw krantenwinkel
Oud-hoofdredacteurs:
Bruno De Winter (1945-1955, stichter), Jan Nuyts (1955-2000), Leo Custers (2000-2010), Karl Van Camp (2010-2020)
Kernredactie:
Jurgen Ceder, Stijn Derudder (eindredacteur), Wannes Neukermans, Anton Schelfaut, Michaël Vandamme, Pieter Van Berkel (hoofdredacteur), Karl Van Camp
Verantwoordelijke uitgever: Wart Van Schel
Foto's: Belga, Photonews, Shutterstock
Lange tijd bleek de Limburgse ook in eigen rangen onaantastbaar. Maar zelfs bij de N-VA begint men zich vragen te stellen. Het teveel aan Sturm und Drang begint zich tegen het partijkopstuk te keren. Een kritisch artikel in De Tijd van vorige zaterdag, zowat de enige mainstreamkrant die de N-VA niet als een bende halve fascisten afschildert, was symptomatisch. De stelling: “De minister heeft haar hand overspeeld met stikstof.” De Vlaamse regering is dermate in crisis dat minister-president Jan Jambon moet inspringen voor Demir, de landbouwsector is woest op Vlaanderens grootste regeringspartij en de industrie leeft in onzekerheid. Laten we de dingen stellen zoals ze zijn: tactische fouten, amateurisme en wanbeleid hebben het imago van Demir zwaar aangetast.
Via drie kanalen aan populariteit winnen
Nochtans lag een op het eerste gezicht mooi plan klaar. Demir zou als minister van Omgeving via drie kanalen aan populariteit winnen. Ten eerste zou Vlaanderen een trouwe uitvoerder zijn van het door Europa uitgetekende groene beleid van natuurbescherming en verlaging van CO2-uitstoot. Dat zou electoraal lonen door groen denkende kiezers te lokken. De radicale rechtervleugel in Vlaanderen is toch al verloren aan het Vlaams Belang. Tegelijk was dat een manier om nog een oud groen-geel Volksunie-electoraat te paaien.
Tweede kanaal: de belangen van de industrie en de Antwerpse
Ten slotte moest dat alles van Demir in het eigen Limburg dé politieke vedette maken. Een monsterscore daar zou de springplank zijn naar het minister-presidentschap. Een extra bonus voor de N-VA die dan kan uitpakken met een numero uno van Koerdische afkomst. Een bewijs dat het inclusief nationalisme werkt. Het zou een sneer zijn naar het Vlaams Belang.
De mislukte redster van de Vlaamse industrie
De strategie staat nu op de helling. Demir reed zich overal vast. Eerst en vooral is er de onduidelijkheid over het wettelijke stikstofkader. Niet enkel door de afwezigheid van een decreet, maar ook doordat de vergunningsaanvraag voor de ethaankraker van Ineos onzorgvuldig was voorbereid. We moeten hier niet terugkomen op het arrest van de Raad voor Vergunningsbetwistingen. Iedereen weet dat het een dilettante aanpak was. Ook en vooral door het kabinet van Demir. Dat is ook in bedrijfskringen verbrand. Niemand neemt dat gezelschap nog ernstig. De minister is de mislukte redster van de Vlaamse industrie. De onzekerheid over toekomstige investeringen is groter dan ooit.
“Een numero uno van Koerdische afkomst moest een bewijs vormen dat het inclusief nationalisme werkt”
Demir kreeg de natuurverenigingen achter zich, maar ondertussen is ook dat in haar gezicht ontploft. Verhalen doen de ronde
dat leden van Natuurpunt op de eerste rij staan of stonden om in de Kempen landbouwgronden voor een prikje te kopen, die door de sterke stikstofregels natuurgebied zouden worden. Ter rechterzijde is geweten dat Natuurpunt ten tijde van de vorige federale regering-Michel hand in hand met de vakbonden en met allerlei linkse organisaties zeer kritisch was voor het zogenaamde asociale beleid. Ieder zijn mening, maar standpunten innemen over fiscaliteit, hogere pensioenleeftijd en een flexibele arbeidsmarkt, is niet direct de corebusiness van Natuurpunt.
Zeer problematisch is dat de aanval op de Boerenbond als een boemerang in het gezicht van Demir terugkwam. Aanvankelijk zag het ernaar uit dat ze die organisatie, symbool van de achterkamerpolitiek, aanzienlijk zou verzwakken, onder andere door slim tegemoet te komen aan het alternatief van de Boerenbond, namelijk het Algemeen Boerensyndicaat (ABS). Maar ook die organisatie had snel door dat Demir een groene pasionaria was. Met de landbouwsector zijn alle bruggen de facto opgeblazen. En dat zal de N-VA in landelijke gebieden in Oost- en vooral West-Vlaanderen stemmen kosten.
Zwakke verdediging vanuit de N-VA
Bij de N-VA beseffen ze het: Demir gaat landelijk geen bonus meer opleveren. Het wordt puin ruimen. Het valt trouwens op hoe zwak de verdediging is door mandatarissen van de partij. Men houdt zich op de vlakte. Het zijn hoogstens ad hominem-aanvallen op de auteur van het kritische stuk in de Tijd. Dat is toch een teken van zwakte. Ook op sociale media is het stil, daar waar er altijd een groep van militante N-VA’ers de partij verdedigt. Nu zijn er een paar die het doen en vooral wijzen op de flipflops en de onbetrouwbaarheid van cd&v in die milieudossiers. Een kritiek die meer dan terecht is, maar die Demir niet ontslaat van haar verantwoordelijkheid, noch het eigen falen verdoezelt.
Het is bekend dat wie lid wil worden van de PVDA, bereid moet zijn een deel van zijn loon af te staan als hij bovengemiddeld verdient. Daar is enerzijds nogal wat controverse rond, omdat de partij die inkomsten boekt als ‘lidgeld’, waardoor ze de wet op de partijfinanciering lijkt te omzeilen. Maar anderzijds is het toch een pak consequenter dan wat we bij een aantal andere partijen zien, waar mandatarissen maar al te vaak het ene prediken om zelf het andere te doen.
Het is niet moeilijk om de hypocrisie van politici van andere partijen op te sommen. Ten tijde van de pandemie met een tricolor mondmasker rondlopen, maar geen gebenedijd woord Nederlands spreken, bijvoorbeeld. Pleiten voor open grenzen en de rijkdom van de stedelijke superdiversiteit bezingen, maar zelf in een buitenwijk wonen en de eigen kinderen naar een ‘witte’ school sturen. Of pleiten voor een verbod op vliegreizen en dan zelf het vliegtuig naar het verre buitenland nemen voor een of andere klimaatconferentie.
Kent PVDA veel grootverdieners die een paar duizend euro per maand afstaan aan de partij?
Zo bekeken, moet je het hen toch maar nagegeven, de PVDA-mandatarissen die in het parlement zitten en die een aanzienlijk deel van hun inkomen aan de partij afstaan. Als je als politicus je zakken wil vullen, dan ben je bij de PVDA duidelijk aan het verkeerde adres.
Er zit zelfs nog enige flexibiliteit in het PVDA-systeem, want hoeveel je mag overhouden, hangt af van je eigen leef- en gezinssituatie. Als lid mag je je eigen referentiebudget opstellen, dat bijvoorbeeld groter wordt als je kinderen hebt. Het doel blijft echter wel dat je niet meer dan ongeveer de mediaan verdient. De groepsdruk binnen de partijcellen zorgt er verder voor dat dat doel wel degelijk gerespecteerd wordt.
Hoewel de partij op haar website ook uitpakt met de rechtlijnigheid van haar leden en haar mandatarissen, blijft er toch een zekere waas van geheimzinnigheid hangen rond de ‘lidgelden’. In principe word je lid van de PVDA voor 20 euro per jaar. Ben je ook actief in de partij, betaal je als zogenaamd groepslid 60 euro per jaar. Of meer dus, als je inkomen boven je referentiebudget zit.
Het zou echter interessant zijn te weten hoeveel leden hoeveel lidgeld betalen. Op de website van de PVDA lezen we dat ongeveer de helft van de ‘verantwoordelijken’ een inkomen heeft dat kleiner of ongeveer gelijk is aan het referentiebudget. Als die verantwoordelijken ook representatief zijn voor de gewone leden, betaalt pakweg de helft dus het basisbedrag van 20 of 60 euro. Maar hoeveel meer zouden de anderen betalen?
Kent de partij buiten de eigen mandatarissen veel grootverdieners die een paar duizend euro per maand kunnen afstaan aan de partij, en dat ook effectief doen? Of gaat het toch eerder om relatief bescheiden bedragen van pakweg honderd of tweehonderd euro per maand (waarvoor we nog steeds onze hoed afnemen) van misschien een duizendtal leden? Dat zijn dan leden die uiteindelijk niet zo heel veel meer verdienen dan dat fameuze referentiebedrag, maar die toevallig een beroep uitoefenen dat goed betaalt zonder daarom minder overtuigd te zijn van de communistische zaak.
Als de partij elk jaar een eenvoudig grafiekje of een tabel zou publiceren met per schijf van honderd euro het aantal leden dat zoveel lidgeld betaalt, dan zou dat al veel helderheid verschaffen over hoe het nu precies zit met haar inkomsten. Het zou meteen ook duidelijk ma-
ken in welke mate de PVDA op die manier de wet op de partijfinanciering al dan niet omzeilt. In tegenstelling tot lidgelden zijn giften aan politieke partijen immers wel beperkt. Maar het zou natuurlijk ook kunnen dat zo’n grafiekje of tabel snel aantoont dat er uiteindelijk weinig PVDA-leden zijn die grote bedragen afstaan aan de partij, wat de mythe van de grote solidariteit onder de kameraden toch enigszins onderuit zou halen.
“Niet dat iemand wat minder heeft, vormt een probleem voor PVDA, wel dat iemand wat meer heeft”
Maar er zit ook een zekere hypocrisie verscholen in het lidgeldensysteem van de PVDA. Jazeker, als je met je inkomen onder je referentiebudget blijft, hoef je alleen maar het basisbedrag te betalen en mag niemand je daarop aanspreken. Maar wat als je als PVDA-lid zo weinig verdient of je uitkering zo klein is dat je ver onder je referentiebudget blijft, en je last hebt om aan het eind van de maand rond te komen? Je kan dan wel gratis een beroep doen op allerlei diensten gelieerd aan de partij, zoals Geneeskunde voor het Volk, maar daarmee betaal je de huur of de elektriciteitsrekening nog niet.
Verdien je meer dan de andere leden, dan word je onder druk gezet om meer lidgeld te betalen. Maar verdien je minder, en zelfs zo weinig dat je economisch in de problemen komt, dan zul je toch zelf je plan moeten trekken. Daarmee bewijst de PVDA in de praktijk dat ze echte communisten zijn: niet dat iemand wat minder heeft, vormt een probleem voor de partij, wel dat iemand wat meer heeft. Geef die partij regeringsmacht en ze zal binnen de kortste keren niet de armoede oplossen, maar wel elke vorm van rijkdom.
Waarom heeft een eenvoudige verklaring meer kans om juist te zijn dan een ingewikkelde?
Waarom hebben extreme situaties de neiging zich te normaliseren? Waarom wordt een kleine voorsprong gemakkelijk een grote voorsprong?
Waarom leidt maatschappelijke vooruitgang naar politiek ongenoegen? Waarom wordt op vergaderingen meer tijd verspild aan triviale dan belangrijke zaken? Waarom houden we vast aan projecten die duidelijk gedoemd zijn? Waarom worden we vaak bedrogen door onze neiging om verhalen op te zetten? In 'Beter begrip' legt Jurgen Ceder uit wat het scheermes van Ockham, de terugval naar het gemiddelde, het mattheuseffect, de paradox van Tocqueville, de kleur van het fietsenhok, het Concorde-effect en de verhalende vertekening zijn. Samen met nog 43 andere begrippen helpen ze de wereld en het leven beter te begrijpen.
Vorig jaar exporteerde China meer auto’s dan Duitsland. Een economisch kantelpunt, zo lijkt het. Volkswagen mag in omzet dan wel de grootste autoproducent ter wereld zijn, onder andere met de productie van elektrische wagens is China aan een inhaalbeweging bezig. In die mate dat er getwijfeld wordt aan de toekomst van de Duitse auto-industrie. Wordt die even onbeduidend zoals indertijd de Finse gsm-producent Nokia?
tijd voorstander van de klassieke verbrandingsmotor, heeft het geweer van schouder moeten veranderen. Maar eenvoudig was dat niet. Er werd inderdaad geïnvesteerd in de ontwikkeling van elektrische auto’s. Maar men werd geconfronteerd met meer dan kinderziektes. Men slaagt er maar niet in de juiste software te ontwikkelen voor de e-auto’s. In mei besloot Volkswagen drie van de vier leidinggevenden van softwaredivisie Cariad te ontslaan. Cariad heeft de budgetten overschreden en de doelen niet gehaald, meldt Reuters op basis van interne bronnen bij het bedrijf.
Cariad werd in 2020 gelanceerd als verzelfstandigde softwaredivisie van Volkswagen. Er waren vertragingen bij het lanceren van de volledig elektrische Porsche Macan en de nieuwe Audi Q6 e-tron. China staat op dat vlak veel verder en heeft ook gemakkelijker toegang tot de vele microchips voor de assemblage van e-wagens. Duitsland begon dus met een achterstand en lijkt die niet direct te kunnen dichten, integendeel. Indien de inhaalbeweging niet slaagt, vrezen sommige waarnemers voor de toekomst van de auto-industrie voorbij de Rijn. En gebeurt zoals bij Nokia het ondenkbare: dat een wereldspeler in een sector door concurrenten wordt weggedrukt, en op termijn zelfs zou dreigen te verdwijnen.
Economische wendbaarheid
Even terug in de tijd. In 2011 slaat Stephen Elop alarm. De topman van de lange tijd ongenaakbare gsm-producent Nokia zegt dat zijn bedrijf “een brandend platform” is. De Finse onderneming groeide uit tot de grootste producent van klassieke gsm’s, maar slaagde er niet in op de kar van de meer ontwikkelde smartphones te springen. Het was een wake-upcall die te laat kwam. Een paar jaar later werd Nokia verkocht aan Microsoft en het bedrijf verdween.
Volkswagen in gevaar?
Het gezaghebbende Britse tijdschrift The Economist maakte recent de vergelijking met de Duitse auto-industrie en Volkswagen in het bijzonder. Volkswagen Group-topman Thomas Schäfer verklaarde recent dat “de toekomst van het VW-merk in gevaar is”.
Dat is op het eerste gezicht een vreemde stelling. Vorig jaar was Volkswagen naar omzet de grootste autoproducent ter wereld. In de eerste helft van dit jaar steeg de omzet met 18 procent tot 156 miljard euro. Ook andere Duitse merken als BMW en Mercedes-Benz doen het goed. Duitsland is goed voor de helft van de toegevoegde waarde die de autosector in de EU levert.
Waar zit dan een probleem voor de toekomst van de Duitse auto-industrie? Daarvoor moeten we naar China. Vorig jaar exporteerde dat land zo’n 3 miljoen auto’s en stak daarmee onze oosterburen voorbij (2,6 miljoen wagens van de band gerold). Dat is onder andere in Wolfsburg, het hoofdkwartier van Volkswagen, hard aangekomen. Want de voorbije jaren was China goed voor de afname van 40 procent van de Duitse auto’s.
De oorzaak van de verschuiving is de opkomst van de elektrische wagen. Ook al
krijgt die veel kritiek (weinig autonomie, brandgevaar van de batterij), de e-auto heeft zich verankerd, zeker in het park van de bedrijfswagens. Duitsland, lange
Dat zou ook grote sociale gevolgen hebben. In Duitsland werken 900.000 mensen voor de auto-industrie, dat is 2 procent van de totale private tewerkstelling. Maar zover zijn ze dus nog lang niet, voor alle duidelijkheid. Duitsland heeft in de geschiedenis altijd een sterke economische wendbaarheid gekend. Het kan best zijn dat de auto-industrie nu gewoon nog in een overgangsfase richting koolstofarm wagenpark zit. De sterkte van de economie van onze oosterburen is dat er veel kmo’s zijn die hoogtechnologische producten maken als toeleverancier van de zware industrie. Waarom niet in de sector van de e-wagens?
In Vlaanderen werd vorig 595 ton afgedankte zonnepanelen ingezameld en verwerkt. Een deel van het materiaal kan gerecycleerd worden en daarvoor bestaan momenteel 43 inzamelpunten in Vlaanderen. Het aantal afgedankte zonnepanelen zal de komende jaren gestaag stijgen en rond 2037 pieken op ongeveer 30.000 ton per jaar. Dat meldt Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA). Zonnepanelen kunnen niet volledig gerecycleerd worden, waardoor er op het hoogtepunt 3.000 tot 6.000 ton niet-recycleerbaar afval ingezameld zal worden.
Zonnepanelen bestaan gemiddeld uit 78 procent glas, 10 procent aluminium, 7 procent plastic, 5 procent elektrische componenten en een zeer klein aandeel zilver en enkele andere gevaarlijke chemische stoffen. Na de depollutie en de ontmanteling van de panelen wordt een deel van de materialen gesorteerd en hergebruikt in bijvoorbeeld glas, kunststof, halfgeleiders,… Van ‘klassieke’ zonnepanelen kan 80 tot 90 procent gerecycleerd worden. De levensduur van de meeste zonnepanelen ligt rond de 25 jaar. Voor amorfe zonnepanelen, die buigzaam zijn en vooral op caravans, campers en boten gebruikt worden, ligt de levensduur rond de 15 jaar. “Het massaal plaatsen van zonnepanelen is begonnen in 2004 en piekte in 2011 en 2020”, meldt Vlaams minister Demir. “Daarom wordt verwacht dat de inzameling de komende 15 jaar gestaag zal stijgen en rond 2037 zal pieken.”
Om zo veel mogelijk materialen te recupereren en om de schadelijke stoffen zo goed mogelijk te beheren, richtten de beroepsfederaties in 2016 PV Cycle Bel-
gium op. Het aantal inzamelpunten via PV Cycle Belgium ligt momenteel op 43, verspreid over de provincies West-Vlaanderen (14), Oost-Vlaanderen (9), Antwerpen (8), Limburg (8) en Vlaams-Brabant (4).
Vorig jaar werd er via die verzamelpunten 595 ton ingezameld, 63 procent meer dan in 2021 (364 ton). Dat zijn nog be-
perkte volumes, volgens Demir. “De inzameling zal rond 2037 pieken op ongeveer 30.000 ton per jaar.”
Bijdrage
Wie in Vlaanderen nieuwe zonnepanelen installeert, moet sinds 2017 een recyclagebijdrage van 2 euro per paneel betalen. Dat geld komt terecht in een fonds dat gebruikt wordt voor de inzameling en recyclage van afgedankte zonnepanelen.
Ook wie voor het bestaan van het recyclagefonds zonnepanelen plaatste, heeft recht op de gratis afvalophaling door PV Cycle Belgium.
WANNES NEUKERMANS
Vorig jaar bijna 600 ton afgedankte zonnepanelen ingezameld: “Piek rond 2037 op 30.000 ton per jaar”© SHUTTERSTOCK
Het is een vraag die de partijen Open Vld, N-VA en Vlaams Belang (VB) - terecht - bezighoudt: komt burgemeester van Middelkerke Jean-Marie Dedecker met zijn Lijst Dedecker (LDD) op tijdens de Vlaamse en federale verkiezingen van volgend jaar?
De partijtop van VB vreest volgens Mediahuis dat LDD Vlaams Belang (slechts) zo’n twee procent kan kosten. Dat is aan de lage kant, maar het zou best kunnen. En een paar procent van de liberalen aan de ene kant en de N-VA elders, en zo komt LDD hier en daar wel aan de kiesdrempel. Dat VB overigens weet dat het maar 2 procent zou zijn, bewijst dat ze er intern mee bezig zijn en dat ze er ook al onderzoek naar deden.
Dedecker denkt dat er kiezers zijn die niet op Vlaams Belang willen stemmen, maar toch ook niet bediend worden door N-VA en Open Vld. Bovendien menen ze bij LDD dat er ontgoochelde kiezers zijn van N-VA en Open Vld die in 2024 voor de partij van Dedecker zullen stemmen.
”Dedecker heeft gelijk dat het nu of nooit is”
De partijen die willen weten wat Dedecker zal doen, zijn uiteraard N-VA, Vlaams Belang (VB) en Open Vld. Maar misschien kan Dedecker zelfs enkele kiezers van andere partijen zoals cd&v overtuigen en ook burgers die anders blanco of ongeldig zouden stemmen.
En Vlaams Belang-voorzitter Van Grieken stak in 't Pallieterke van 20 juli 2023 onlangs zelfs de hand uit naar Dedecker. Het toont de bezorgdheid en de zenuwachtigheid aan. Twijfelaar Dedecker zou na de zomervakantie beslissen.
Populair figuur
De sterkte van Dedecker is zijn naamsbekendheid. Geen Vlaming die Dedecker niet kent. Hij is ook populair, zeker in West-Vlaanderen, maar ook elders. Zijn columns bij Knack behoren steevast tot de meestgelezen artikels.
De sterkte van Dedecker is tegelijk zijn zwakte: Lijst Dedecker is Dedecker. Als de huidige burgemeester van Middelkerke lijsten wil indienen voor de Vlaamse en federale parlementsverkiezingen, dan heeft hij kandidaten
nodig. Dat zal geen akkefietje worden.
Voor Oost-Vlaanderen zou hoogleraar Herman Matthijs geïnteresseerd zijn, voor Limburg ex-Kamerlid en huidig lector Veerle Wouters. We lazen het bij Mediahuis. Niet echt ronkende namen. Voor de gemeenteraadsverkiezingen kan Dedecker rekenen op enkele burgemeesters. Uiteraard zijn kameraad Vanden Bussche van Koksijde. En er zouden nog diverse andere burgervaders klaarstaan.
Boomer-publiek
Dedecker heeft gelijk dat het nu of nooit is. Er is een opportuniteit om kiezers die misschien ooit voor LDD stemden en nu voor een andere partij stemmen, terug te halen. Ook de thema’s van Dedecker spreken een bepaald mannelijk ‘boomer’-publiek aan. Oudere mannen dus. Burgers zijn ook ontevreden en Dedecker kan die misnoegdheid perfect kanaliseren.
“LDD heeft het nooit echt goed gedaan bij de vrouwen, en al zeker niet bij de jonge vrouwen”
Dat laatste is dan weer een bedreiging: LDD heeft het nooit echt goed gedaan bij de vrouwen, en al zeker niet bij de jonge vrouwen. Hoe kan Dedecker die kiezers overtuigen? De beste oplossing is uiteraard interessante vrouwelijke kandidaten op die lijsten te positioneren. Dat zal niet evident worden. Doet-ie ’t of doet-ie ’t niet? Antwoord over enkele weken.
In de Denderstreek stijgt de migratiedruk vanuit Brussel explosief. De kansarmoede, de verpaupering, het gevoel van vervreemding en de segregatie nemen hand over hand toe. “Het gaat hier nu echt razendsnel. Eerlijk gezegd denk ik dat we vandaag al boven de bovengrens zitten van wat sociaal behapbaar is”, liet Karim Van Overmeire (N-VA), schepen te Aalst, zich onlangs ontvallen. De autochtone bevolking voelt zich machteloos en stemt in de Dendervallei massaal voor Vlaams Belang.
De migratiedruk op de Denderstreek neemt explosief toe. Dat illustreren de cijfers. Het aantal inwoners van niet-Belgische herkomst steeg in Aalst van 1.857 in 1990 naar 23.635 in 2023. Dat is 26,6 procent van de bevolking. In de andere steden langsheen de Dender is er een vergelijkbare stijging merkbaar. In Denderleeuw is 31,2 procent van de bevolking van niet-Belgische herkomst. In Ninove bedraagt dat 22 procent en in Liedekerke haast 30 procent. Ook in Geraardsbergen merken we een spectaculaire toename.
Heel wat migranten vertrekken uit Brussel omwille van de verpaupering, de criminaliteit, de hoge werkloosheid en de duurdere woonmarkt. Ze vestigen zich langsheen de spoor- en buslijnen, op een aanvaardbare afstand van Brussel. In de Denderstreek is het leven een stuk goedkoper en zijn de OCMW’s fors uitgebouwd. Bovendien ligt de kwaliteit van het onderwijs er een heel stuk hoger. Heel wat migranten blijven gefocust op het sociale leven in Brussel en gaan er ook dagelijks werken. Daardoor ligt de behoefte om te integreren niet zo hoog. Als we naar het onderwijs kijken, dan merken we dat de eenzijdige internatio-
“Mensen van niet-EU-afkomst genieten in Aalst 23 keer meer van een leefloon dan mensen met een Vlaamse herkomst”
nalisering van de Dendervallei in de toekomst fel zal toenemen. 33,3 procent van de leerlingen in het kleuteronderwijs in Ninove spreekt thuis geen Nederlands. In Aalst en Geraardsbergen spreken we van een gelijkaardige score. In Liedekerke en Denderleeuw loopt dat cijfer tot boven de 40 procent op.
“Migranten blijven gefocust op het sociale leven in Brussel, waardoor de behoefte om te integreren niet zo hoog ligt”
druk op de Dendervallei is dan ook zeer groot. Het is zowat het verhaal van het dorpje van Asterix en Obelix, maar dan aan de Dender en zonder toverdrank, zoals Karim Van Overmeire het onlangs plastisch uitdrukte.
De erg eenzijdige instroom van allochtonen zet de arbeidersbuurten en de centra van verschillende steden langsheen de Dender nog verder onder druk. De oude industrie langsheen de stroom is verdwenen, waardoor de werkloosheid sinds de jaren negentig gestaag steeg. Heel wat inwoners moeten pendelen. Bovendien vestigen heel wat nieuwkomers zich in betaalbare buurten waar het samenleven met de autochtone bevolking soms stroef verloopt.
“We moeten daar niet flauw over doen: zo’n grote instroom van nieuwkomers zorgt ook wel voor extra overlast. Bendes uit Brussel die hier hun conflicten komen uitvechten…”, liet Karim Van Overmeire onlangs optekenen. Sommige gemeenschappen zijn ook niet geïnteresseerd om zich te integreren. Zelforganisaties en moskeeën vormen ook niet bepaald de motor van de integratie. Integendeel.
“Zo’n grote instroom van nieuwkomers zorgt ook wel voor extra overlast”
Dat de ongelimiteerde instroom van weinig kapitaalkrachtige en laag opgeleide mensen een felle sociale kloof slaat, tonen andermaal de cijfers aan. Verhoudingsgewijs genieten mensen van niet-EU-afkomst in Aalst 23 keer meer van een leefloon dan mensen met een Vlaamse herkomst. Het zijn getallen die tot de verbeelding spreken. In de andere steden langsheen de Dender spreken we van gelijkaardige verhoudingen. Ook de tewerkstellingscijfers tonen een ernstige kloof aan. Het verschil tussen werkzaamheidsgraad van personen van Vlaamse herkomst en personen van niet-EU-herkomst (de herkomstkloof) ligt doorgaans tussen de 15 en de 20 procent. Voor vrouwen van niet-EU-afkomst ligt de tewerkstelling onder de 50 procent. Wat betreft de emancipatie van de vrouw op de
arbeidsmarkt, doen de allochtone vrouwen het niet goed.
Ook al mag het onderwijs een hefboom tot integratie zijn, er is nog een hele weg te gaan. Heel wat allochtone leerlingen komen in het beroepsonderwijs terecht. Verhoudingsgewijs ligt het aandeel vroegtijdige schoolverlaters met een niet-Nederlandstalige achtergrond een flink stuk hoger.
Banlieue van Brussel
De Dendervallei wordt geconfronteerd met een instroom van een multi-etnisch subproletariaat dat vooral gericht blijft op Brussel en moeilijk aansluiting vindt op de arbeidsmarkt. Door hun sociale isolatie werken ze segregatie in de hand. Aalst, Ninove, Liedekerke en Denderleeuw fungeren steeds meer als voorsteden van Brussel. De
Daarenboven staan de financiële middelen van de steden en de OCMW’s door tal van projecten en investeringen om die instroom te kanaliseren onder enorme druk. Als het over veiligheid en immigratie gaat, blijven de federale overheid en de Belgische justitie gruwelijk in gebreke.
“Laat duidelijk zijn dat ik zeker niet wil dat Aalst een banlieue van Brussel wordt. Met alle wettelijke middelen die ons ter beschikking zijn, voeren we in Aalst een krachtig identitair beleid, met een duidelijke visie op onder meer veiligheid en integratie”, liet Christoph D’Haese - burgemeester van Aalst - duidelijk in een interview met dit blad (13 april 2023) verstaan. Het is een boodschap die vast en zeker voor de ganse Denderstreek zou moeten gelden.
THIERRY DEBELSVolgend jaar is België van 1 januari tot 30 juni 2024 voorzitter van de Raad van de Europese Unie. Na overleg blijkt dat Vlaanderen als deelstaat ook een significante rol zal mogen spelen. Het zal op de thema’s industrie, jeugd, cultuur, media en visserij een voorzitter afvaardigen. Dat deelstaten afgevaardigd worden op dat niveau, is een unicum op Europees niveau.
Naar aanleiding van het Belgische EU-voorzitterschap sloot de federale overheid een samenwerkingsakkoord met de Gemeenschappen en de Gewesten, met betrekking tot de vertegenwoordiging van België in Europa. Dat gebeurde op basis van een akkoord uit 1994. Vlaamse ministers mogen over bepaalde thema’s zetelen in de EU-ministerraad en krijgen nu ook het voorzitterschap in 2024.
Autonome regio
Vlaanderen zal als voorzitter zijn stempel proberen drukken op o.a. industrie, jeugd, cultuur en media. Daarnaast zal het ook in naam van België mogen spreken over gezondheid, transport, onderwijs, sport, visserij en landbouw. Vooral op dat laatste zou Vlaanderen zich willen profileren, vertelde bevoegd minister Brouns (cd&v) al een tijd geleden. De Vlaamse overheid zou het EU-voorzitterschap van België willen aangrijpen om zich op de kaart te zetten als economisch zelfstandige regio.
Vlaanderen krijgt de opdracht om een aantal formele en informele vergaderingen voor te bereiden. Die formele vergaderingen gaan over de beleids-
thema’s (industrie, media, visserij...) en daarvoor moet Vlaanderen nauw samenwerken met het secretariaat van de Raad van de EU.
Tijdens de informele vergaderingen kan Vlaanderen ervoor kiezen om een bezoek te organiseren aan de Vlaamse havens of de industrie om en rond de Antwerpse haven. “Hier zal ook wel wat geld naartoe gaan, het is een prestigeproject", zegt Axel Buyse, die tot mei 2022 de hoogste diplomatieke vertegenwoordiger van Vlaanderen bij de EU was.
Europese bubbel
“Zeker Vlaanderen gebruikt dit doelbewust om te tonen hoe België en zijn deelstaten werken”, duidt Buyse. “De Vlaamse overheid zal hiermee intern willen scoren.”
Toch moet de impact volgens de voormalige diplomaat niet overschat worden. “De Vlaamse overheid zal kunnen tonen
De Antwerpse tak van de noodcentrale 101 dreigt met een staking uit onvrede met het aanhoudende personeelstekort en een nieuw systeem om overuren te verdelen. Uit cijfers die Vlaams Belang-Kamerlid Ortwin Depoortere in april opvroeg, blijkt dat ook andere Vlaamse noodcentrales onderbemand zijn.
Na een informeel overleg hebben de grote politievakbonden een stakingsaanzegging ingediend voor de noodcentrale in Antwerpen. Op die manier willen ze de “onmenselijke” werkomstandigheden aanklagen. Die worden veroorzaakt door een personeelstekort van 48 procent: op papier zouden er op de Antwerpse noodcentrale 120 mensen moeten werken, maar vandaag zijn dat er slechts 62.
Ook de aankondiging dat er vanaf september 3.600 overuren moeten worden verdeeld onder het personeel, zette kwaad bloed. Door de kritiek werd dat aantal al teruggebracht naar 2.200. In Het Laatste Nieuws hekelt Joery Dehaes van ACV Politie dat de regels rond over-, nacht- en weekendwerk niet worden gerespecteerd. “We zullen er de arbeidsinspectie op afsturen”, klinkt het.
Vicieuze cirkel
De noodcentrale in Antwerpen is lang niet de enige die kampt
met een personeelstekort. Uit cijfers die Vlaams Belang-Kamerlid Ortwin Depoortere eerder dit jaar opvroeg, bleek dat in heel Vlaanderen sprake is van een onderbezetting en een hoge uitstroom van personeel. In Oost-Vlaanderen bedroeg het personeelstekort 10 procent, in Limburg 17 procent en in Antwerpen 16 procent. Tussen de 36 en 46 personeelsleden waren langer dan drie maanden afwezig. “Het is een vicieuze cirkel: onderbezetting leidt tot onmenselijke werkdruk, wat op zijn beurt leidt tot meer personeelsuitval”, legt Depoortere uit. Het Vlaams Belang-Kamerlid roept bevoegd minister Annelies Verlinden (cd&v) op om haar verantwoordelijkheid te nemen en werk te maken van een structurele aanpak. “Het aankondigen van nieuwe aanwervingen is op zich niet voldoende. Er is een actieplan nodig dat de situatie grondig aanpakt en de pijnpunten wegwerkt. Dat is blijkbaar teveel voor Vivaldi”, besluit hij.
ANTON SCHELFAUT
dat Vlaanderen een welvarende regio is, maar enkel binnen die Europese bubbel”, legt hij uit. “Ik geloof niet dat men in pakweg Spanje, Italië of Griekenland door zal hebben dat Vlaanderen een rol heeft gespeeld tijdens het Belgische EUvoorzitterschap.”
WANNES NEUKERMANS
België heeft nog minstens één extra gascentrale nodig om het gestegen elektriciteitsverbruik op te vangen. Dat zegt stroomnetbeheerder Elia. België heeft tegen 2034 nog minstens 3,5 gigawatt (GW) extra capaciteit nodig. De verlenging van kerncentrales Doel 4 en Tihange 3 volstaat niet en dus zal België genoodzaakt zijn op gas terug te vallen.
het structureel tekort dichtrijden zal zo niet lukken.”
Nederland
De elektrificatie van de maatschappij gaat enorm snel: warmtepompen in plaats van stookolie, elektrische wagens, de industrie die steeds meer elektriciteit in plaats van fossiele brandstoffen begint te gebruiken… Tegen 2035 verwacht Elia dat het stroomverbruik in ons land met 60 procent zal toenemen. Alles om de CO2-uitstoot naar beneden te krijgen, maar dat betekent wel dat er andere problemen opduiken.
Capaciteit en bevoorrading
De eerste vraag is dan: kan het elektriciteitsnet die fel verhoogde vraag wel aan? In bijvoorbeeld Nederland kunnen nieuwe bedrijven zich niet langer aansluiten op het elektriciteitsnet en ook in Vlaanderen dreigt het in enkele landelijke gebieden prak te worden, zelfs na de uitrol van het Ventilus-tracé.
Vraag twee luidt dan: is er voldoende elektriciteit? En ondanks de beloftes van bevoegd minister Van der Straeten (“De bevoorrading is nog nooit zo zeker geweest”), zegt Elia dat er momenteel nog geen zicht is op voldoende elektriciteitsproductie. De stijging van de vraag naar stroom komt er op het moment dat 5 van de 7 kernreactoren sluiten en er 4 GW aan stroom verdwijnt.
Elia spreekt geen voorkeur uit over welke technologie gebruikt moet worden, maar het lijkt duidelijk dat enkel gascentrales nog een realistische oplossing op korte termijn zijn.
“Dit bevestigt onze eerdere vrees”, reageert N-VA-Kamerlid Bert Wollants. “Het is niet zomaar dat wel méér kerncentrales wilden openhouden. Volgens minister Van der Straeten zou dat opgelost worden met batterijen, maar
Onze noorderburen kampen met dezelfde problemen. Daar wordt tot 2030 nog elektriciteit opgewekt in kolencentrales en zal 1/10e van de stroom permanent afkomstig zijn van gascentrales – eventueel op waterstof. Door de versnelde elektrificatie vreest hoogspanningsbeheerder Tennet voor overbelaste lijnen: bijvoorbeeld in Zeeland kunnen grote bedrijven zich niet langer aansluiten op het net.
De Nederlanders zetten net als België fors in op wind op zee, maar ook zij weten nog niet wat ze precies met de overschotten gaan doen. Grote batterijen kunnen helpen en netbeheerder Tennet wil daarom mee bepalen waar die komen te staan.
WANNES NEUKERMANS
Er was een tijd dat men de vriendjespolitiek uit de benoemingen van ambtenaren wilde bannen. De kwaliteit van de ambtenaren moest beter worden en het op basis van anciënniteit doorgroeien van gewone bediende tot leidend ambtenaar, moest aan banden gelegd worden. Wie de hogere job wilde, mocht kandideren naast externe kandidaten. Na lang palaveren werden geobjectiveerde examens georganiseerd. Om iedereen eenzelfde kans te geven, zo luidde het. De chef van de Belgische diplomatie ad interim Theodora Gentzis (°1975) ondervond hoe moeilijk dat kan zijn, want ze ‘buisde’ al tweemaal in een poging om haar job om te zetten in een vaste benoeming.
In 2020 kwam de functie van directeur (voorzitter van het directiecomité en in de praktijk leidend ambtenaar van de Belgische diplomatie) op het ministerie van Buitenlandse Zaken vrij. De titularis, Peter Moors, greep zijn kans om kabinetschef van premier De Croo te worden. Om de continuïteit te verzekeren, schoof toenmalig minister van Buitenlandse Zaken, Sophie Wilmès, een MR-pion als interim naar voor: Theodora Gentzis. Ze zou de post definitief kunnen innemen als vastbenoemde na deelname aan een examen, bestaande uit een praktisch en een mondeling gedeelte. Dat was althans de MR-strategie, want zij en alleen zij moest het worden, beloond met een jaarlijkse financiële habbekrats van zo’n 235.000 euro bruto.
Op naar de top?!
Theodora Gentzis is nochtans niet van de minste. Ze werd bachelor in de economische, politieke en sociale wetenschappen aan de Faculté Universitaire Saint-Louis (Brussel), master in de politieke wetenschappen (internationale betrekkingen) aan de UCL en master in de Europese Studies aan het Instituut voor Europese Studies, ook aan de UCL. Binnen de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking klom ze al snel op en bekleedde belangrijke adviserende posities in het kader van Buitenlandse, maar vooral Europese aangelegenheden. Zo werd ze zelfs chef van de afdeling Europese Zaken op het kabinet van Didier Reynders, die van 2011 tot 2019 minister van Buitenlandse Zaken was. In haar functie heeft ze veel internationale contacten en met het vooruitzicht op het Belgische EU-voorzitterschap in 2024 wil de Vivaldi-regering een vaste pion op de topfunctie. Alleen… het wil maar niet lukken…
Selectieproeven
Selor, het selectiebureau van de federale overheid, ging dus formeel en volgens het boekje op zoek naar een kandidaat. Er mochten meerdere kandidaten meedingen naar de topfunctie. In 2021 werd twee keer een procedure opgestart, maar het lukte Gentzis telkenmale niet om de eerste horde, de zogenaamde ‘postbakoefening’, te nemen. Die proef behoort tot een reeks digitale, lees: praktische, proeven waarbij de kandidaten een omvangrijke hoeveelheid e-mails dienen te analyseren en te ordenen volgens prioriteiten en belangrijkheid, teneinde de vlotte opvolging in en de werking van de dienst te organiseren. Een typische managementoefening dus. En dat lukt haar maar niet. Het bevestigt de mening van meerdere mensen binnen Buitenlandse Zaken dat ze wel een groot inhoudelijk talent heeft, maar niet de geknipte persoon is om de dienst (met meer dan 1.000 werknemers) als leidend ambtenaar te managen. Andere kandidaten raakten wél door die proef, maar werden in het mondeling gedeelte – dat je maar mag afleggen na het slagen voor het praktische gedeelte - ‘gebuisd’. Een handigheidje om toch maar te blijven focussen op de favoriete kandidaat. Op zowat alle beleidsniveaus wordt dat heel vaak toegepast.
Truc van de foor
Geheel trouw aan zichzelf, zorgde Vivaldi voor een oplossing om Gentzis een derde, gunstigere kans te bieden: de wet op de selectieprocedures werd eind 2022 aangepast. Voortaan zouden de digitale tests niet meer ‘eliminerend’ zijn en moeten ze globaal mee beoordeeld worden in het mondelinge gedeelte. En ja, hoor, onmiddellijk na de wetswijziging werd opnieuw een vacature uitgeschreven. En… Gentzis schreef zich opnieuw in. Doorgestoken kaart, zo wordt op veel overheidsdiensten geluisterd. Heel het verhaal doet denken aan de nieuwe taalexamens voor de topambtenaren in federale overheidsdiensten van enkele jaren geleden. Eerst was er een grondige tweetaligheid vereist. Later werd dat afgezwakt naar ‘functionele’ tweetaligheid om nauwelijks Nederlandssprekenden toch op topfuncties te krijgen. Of hoe de goedbedoelde examenregeling van destijds opnieuw door politiek gepruts wordt uitgehold en niet de beste kandidaten beloont. Dit is België.
Dit jaar zijn er al zes mensen in Brussel omgekomen door drugsgerelateerd geweld. “De situatie is veel ernstiger dan in Antwerpen”, zegt Eric Jacobs, topman van de federale gerechtelijke politie in een interview met Le Soir. “Hier wordt ook op mensen geschoten.”
Vlaamse regering stimuleert boeren om uit te breiden zonder te groeien
Boeren die hun activiteiten willen verbreden zonder te groeien, kunnen daarvoor een premie van 20.000 of 40.000 euro krijgen van de Vlaamse overheid. ‘Degrowth’ mag je het niet noemen van bevoegd minister Jo Brouns (cd&v). Toch moet de premie als stimulans dienen om andere inkomstenbronnen te zoeken, zonder de landbouwactiviteiten uit te breiden.
post-communistisch denken, die enkel tot verarming leidt. Het is erg dat de Vlaamse regering dat nu zelfs in de landbouw aanmoedigt”, oordeelt hij. Net zoals de Boerenbond vindt Sintobin dat de landbouw nood heeft aan rechtszekerheid alvorens er kan worden geïnvesteerd.
Volgens landbouweconoom en bioboer Bavo Verwimp is hier weinig nieuws aan. “Dat is gewoon de toepassing van subsidies via het Vlaams Investeringsfonds (VLIF).”
Voor de landbouwsector geeft de Vlaamse overheid een hele reeks subsidies en steunmaatregelen, waarvan het overgrote deel deel uitmaakt van Europese regelgeving. Ook voor de bouw van stallen, of voor de aankoop van een nieuwe tractor, kan het VLIF een subsidie uitschrijven. “Maar uiteraard probeert Vlaanderen via dat investeringsfonds de landbouw in een bepaalde richting te duwen.” Zo zullen meer duurzame projecten sneller steun ontvangen.
WANNES NEUKERMANS“Een boer met melkvee kan bijvoorbeeld boerderijklassen organiseren. Of zijn melk onder een label als dat van weidemelk verkopen”, legt het kabinet-Brouns uit bij Het Belang van Limburg. “Of meer rechtstreeks verkopen zodat zijn bedrijf ook klein kan blijven.” Landbouwers kunnen bijvoorbeeld kiezen voor een hoevewinkel, automaten, online verkoop, cursussen...
Bedrijfsplan
Landbouwers die in aanmerking willen komen voor de 20.000 of 40.000 euro zullen een sterk bedrijfsplan moeten voorleggen. Dat moet een toekomstgericht en duurzaam verdienmodel bevatten. Leefbaarheid en ecologie moeten samengaan, aldus nog het kabinet van de minister.
De Boerenbond reageert tevreden met de aangekondigde steun en wijst erop dat landbouwers vaak weinig ervaring hebben met het opstellen van een bedrijfsplan. Vaak draait het bij de traditionele boer vooral om zo veel mogelijk produceren. Bovendien denkt de belangenorganisatie dat landbouwers niet geneigd zullen zijn te investeren, zolang er onduidelijkheid blijft bestaan over stikstof.
Een andere manier van geld verdienen, diversificatie, gebeurt in ieder bedrijf, maar toch vooral “krankzinnige ‘degrowth’-ideeen” volgens oppositielid Stefaan Sintobin (VB). “De Vlaamse klimaatactiviste Anuna De Wever pleit al langer voor die vorm van
Woonzorgcentra steeds minder betaalbaar, maar alternatieven staan niet op punt
Sminate (N-VA) hekelt uitblijven neutraliteitsplicht voor Vlaamse ambtenaren
Vlaams Belang wil Europees adviesorgaan van 150 miljoen euro per jaar afschaffen
Econoom Geert Noels: “Degrowth is economische nonsens”
Russisch schip beschadigd door droneaanval
“Dit is gewoon toepassing van landbouwbeleid”
Ik maak onderscheid tussen drie soorten feminisme: historisch feminisme, ‘Barbie’-feminisme en het pseudofeminisme van de genderideologie.
We leven in de meest egalitaire samenleving - tussen mannen en vrouwen - in de geschiedenis. In het Westen is er geen wettelijk onderscheid tussen mannen en vrouwen, geen mannelijk privilege. In de praktijk worden vrouwen voor gelijk werk min of meer hetzelfde betaald als mannen en is er geen enkele sector, baan of beroep meer dat op de een of andere manier is voorbehouden aan mannen. Dat is geweldig!
Als je in de linkse Europese pers leest over het ontoelaatbare geweld tegen vrouwen, zou je denken dat vrouwen veel vaker slachtoffer zijn van geweld dan mannen. Het tegendeel is waar: de overgrote meerderheid van de slachtoffers van geweld in de westerse misdaadstatistieken zijn mannen.
Wie de linkse Europese pers leest, zou denken dat vrouwen veel vaker slachtoffer zijn van geweld dan mannen
Dus natuurlijk zijn mannen en vrouwen niet identiek. Maar geen enkel weldenkend mens zou dat willen. Het gaat om rechtsgelijkheid en feitelijke gelijkheid van kansen. Vanuit dat gezichtspunt is het westerse feminisme met succes bekroond en zou de strijd van dat feminisme er baat bij hebben om overgebracht te worden naar landen met een grotere behoefte aan wettelijke gelijkheid, bijvoorbeeld in de Arabisch-islamitische wereld. In werkelijkheid is feminisme in de historische zin van het woord in Europa nauwe-
lijks nog relevant, behalve als het gaat om grote gemeenschappen van immigranten die in Europa praktijken hebben ingevoerd die zo afschuwelijk zijn als het wegsnijden van de clitoris van jonge meisjes om te voorkomen dat ze ooit plezier kunnen beleven. Die gevechten zijn legitiem en moeten worden gestreden.
Barbie is een 114 minuten durende commercial om meer Barbiepoppen te verkopen
Vorige week las ik in The New York Times dat de recent uitgebrachte film ‘Barbie’ (zie Simon Segers, ’t Pallieterke 3 juli, pagina 6) een ‘bruut feministische’ film is. Barbie is geen film; het is een 114 minuten durende commercial geproduceerd door Mattel om meer Barbiepoppen te verkopen. Vanuit dat oogpunt is het een groot succes. Maar een kapitalistisch, puur kapitalistisch succes, dat voor het historisch feminisme is wat De Standaard voor de journalistiek is: een karikatuur. Een nogal sinistere en walgelijke karikatuur. Dezelfde karikatuur van feminisme is van toepassing op de talloze Netflix- en Amazon-series waarin de leider, de krijger en - onvermijdelijk - het computergenie door vrouwen worden gespeeld. Mannen worden gedegradeerd tot secundaire rollen, over het algemeen laf en ijdel. En dom. Niemand twijfelt eraan dat vrouwen het vermogen hebben om leiding te geven,
de strijd aan te gaan en uit te blinken in de IT. Maar laten we de realiteit niet uit het oog verliezen. De ernstigste oorlog dicht bij huis sinds 1945 is de oorlog in Oekraine. 99 procent van de strijders zijn mannen en 99 procent van de militaire slachtoffers zijn mannen. Vrouwen waarderen, betekent niet mannen vernederen of de realiteit ontkennen. O ja, in Europa is 85 procent van de informatici man. En dat is een feit. Het feminisme van Barbie is een grap, een ‘woke’ droombeeld.
Met genderideologie betreden we een andere dimensie, namelijk die van de ondermijning van het feminisme. Met andere woorden, een ideologie die beweert feministisch te zijn om belangen te behartigen die niets met vrouwen te maken hebben. Laat me dat uitleggen: volgens de gendertheorie (Judith Butler, Anne FaustoSterling) is er geen echt verschil tussen mannen en vrouwen. Zelfs wat we ‘biologie’ noemen, is volgens die auteurs een kwestie van cultuur. Voor Judith Butler en Fausto-Sterling is vrouw-zijn een pure en eenvoudige beslissing, zonder biologische criteria. Ik ben een vrouw als en wanneer ik besluit dat te zijn, en niemand heeft daar iets over te zeggen.
Genderfeminisme is niet alleen vreemd is aan de belangen van vrouwen, maar ontkent ook de biologische realiteit
Het Belgische recht belichaamt die ideologie, want volgens de Belgische wet kun je net zo gemakkelijk van geslacht veranderen als van woonplaats, gewoon door een administratieve verklaring af te leggen. Beter nog: sinds kort - dankzij Vivaldi! - kun je onbeperkt van gedachten veranderen, van geslacht veranderen en nog eens van geslacht veranderen. Sekse bestaat dus natuurlijk niet meer; de biologische realiteit ervan wordt ontkend. Alles wordt overgelaten aan de individuele beslissing. Op dinsdag ben ik een vrouw, op woensdag een man, op donderdag ergens ertussenin, op zaterdag helemaal niets en op zondag een man. En als je het niet met me eens bent, nou, dan ben je erger dan een nazi.
Dat ‘feminisme’ heeft een aantal interessante gevolgen, waaronder het deelnemen van biologische mannen aan vrou-
wencompetities (waarin ze de biologisch vrouwelijke deelnemers verpletteren), de opsluiting van biologisch mannelijke verkrachters in vrouwengevangenissen, het delen van openbare toiletten tussen meisjes en biologisch mannelijke mensen die zichzelf als vrouw definiëren, enzovoort. Het zou voor iedereen duidelijk moeten zijn dat dat genderfeminisme niet alleen vreemd is aan de belangen van vrouwen, maar dat het de realiteit en de biologische specificiteit van vrouwen ontkent. Respect voor transgenders rechtvaardigt op geen enkele manier het ontkennen van de biologische specificiteit van vrouwen. In werkelijkheid is de genderideologie in haar radicale vorm de meest venijnige antifeministische ideologie die sinds 1945 uit de schoot van de westerse cultuur is ontsproten. Getuige de groeiende en radicale vijandigheid tussen echte feministische bewegingen en gender-pseudofeministen.
VROUWEN VERDIENEN BETER
Dat is de stand van zaken in het hedendaagse feminisme. Echt feminisme blijft relevant, omdat er gevechten moeten worden geleverd, vooral met betrekking tot geïmporteerde culturen die op brute wijze ongelijkheid in stand houden tussen mannen en vrouwen. Feminisme blijft ook relevant als een vorm van waakzaamheid, want niemand wil terug naar de tijd waarin mannen foute dingen deden om zichzelf een plezier te doen of omdat ze het moeilijk vonden hun emoties onder controle te houden.
Aan de andere kant moeten Barbie-feminisme en gender-pseudofeminisme worden aangepakt als wat ze zijn: de ongezonde toe-eigening van het feminisme door belangen die er vreemd aan zijn. Vrouwen verdienen beter dan die karikaturen.
Vorig jaar ontvingen de Vlaamse politiezones 49 procent van de 1,2 miljard euro die de federale overheid jaarlijks uitkeert aan de Belgische politiezones. Dat komt neer op 607 miljoen euro: 103 miljoen euro minder dan het bedrag waar de Vlamingen op basis van hun aandeel in de Belgische bevolking (58 procent) recht op zouden hebben.
Elk jaar ontvangen alle lokale politiezones federale toelagen. De criteria en nadere regels voor het bepalen van die toelage worden omvat in het financieringsmechanisme. De federale toelage bestaat onder andere uit een basistoelage, een sociale toelage en een verkeersveiligheidsfonds.
Die federale dotaties dekken ongeveer 34 procent van de totale uitgaven van de politiezones. Het overgrote deel van de politie-ontvangsten wordt gefinancierd door de gemeentelijke dotaties. Iedere gemeente betaalt gemiddeld 160 euro per inwoner, maar ook hier geldt weer dat er grote verschillen bestaan. Hoe meer verstedelijkt een zone is, hoe groter de gemeentelijke dotatie is in vergelijking met de federale dotatie. De meest verstedelijkte gebieden hangen voor 69 procent af van hun gemeentelijke dotaties. Het bevolkingsaantal speelt hierbij een rol.
“Als de ene politiezone meer geld krijgt, moet een andere zone inleveren”
De federale toelage wordt bepaald door de grootte van de politiezone en daarvoor gebruikt men sinds 2001 de KUL-norm. Die norm omschrijft de theoretische lokale politiecapaciteit op basis van een aantal criteria. Het bevolkingsaantal is daar één van, maar ook bijvoorbeeld de aanwezigheid van gevangenissen, scholen,... speelt een rol. De belangrijkste redenen dat Vlaanderen minder bedeeld lijkt te worden, zijn de parameters welvaart en oppervlakte. Omdat Wallonië groter is dan Vlaanderen, krijgt het meer financiering. Bovendien kan Wallonië budgettair niet voor zichzelf zorgen. Onaanvaardbaar, vindt de Vlaams-nationalistische oppositie. Zij oordelen dat de verdeelsleutel gebaseerd zou moeten zijn op het bevolkingsaantal. Er wordt gewerkt met een zogenoemde gesloten portefeuille. Het budget dat uitgegeven wordt aan politiezones, ligt vast en kan niet verhoogd worden. Het kan hoogstens op een andere manier verdeeld worden: “Als de ene politiezone meer geld krijgt, moet een andere zone inleveren.”
In de legislatuur van de regering-Di Rupo was het vooral Jan Jambon met N-VA die zich verzette tegen die KUL-norm, omdat die Vlaanderen zou benadelen. Als minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken gaf Jambon echter snel aan dat de dotatieregels niet gewijzigd zouden worden.
Verlinden wil verandering
Huidig minister van Binnenlandse Zaken
Annelies Verlinden (cd&v) gaf aan het do-
tatiesysteem wel te willen aanpassen. “We zijn binnenkort 2024, de maatschappij is in die tijd veranderd en ook de politiediensten staan voor tal van uitdagingen”, reageert ze bij HLN. De minister wil een herziening van de verdeelsleutel koppelen aan de schaalvergroting van de lokale politiezones. Een echte hervorming zal weliswaar niet meer voor deze legislatuur zijn.
“De financiering is een complex geheel en het vraagt dus de nodige tijd om een degelijk en duurzaam plan uit te werken”, legt ze voorts uit.
In 2017 werd de federale financiering volgens cijfers van Belfius begroot op 1,01 miljard euro. Dat is ongeveer 90 euro per inwoner. In Vlaanderen noteerden de politiezones het laagste bedrag per inwoner (72 euro), Waalse zones kregen 98 euro per inwoner en Brussel kreeg relatief gesproken het hoogste bedrag 134 euro per inwoner.
“Hoe meer verstedelijkt een zone is, hoe groter de gemeentelijke dotatie is in vergelijking met de federale”
In 2022 vloeide er per inwoner 90,69 euro naar Vlaamse politiezones. Waalse en Brusselse zones streken respectievelijk 122,64 en 141,17 miljoen euro op. In absolute
cijfers: 607 miljoen euro voor Vlaanderen, 448,7 miljoen euro voor Wallonië en 171,8 miljoen euro voor Brussel. De ongelijkheid is sinds 2017 dus verder gestegen. Gemiddeld krijgt elke politiezone 88,99 euro per inwoner, maar bepaalde politiezones krijgen fors meer geld. Zo kreeg Bastogne in 2022 1.178,33 euro per inwoner van de federale overheid, kreeg Voeren 704,84 euro, Merksplas 1.353 euro en zone Hoeilaart-Overijse ontving 749,58 euro. Opvallend: de politiezone die in absolute cijfers de laagste federale dotatie krijgt, namelijk Zwijndrecht, zette onlangs zijn eigen politiekantoor ‘te koop’. De politiezone kampt met personeelstekorten, maar ving al meermaals bot bij minister Verlinden. “Politie Zwijndrecht over te nemen”, klinkt het nu op een verkoopsadvertentie. “Personeel zelf te voorzien wegens weigering hulp minister.”
Minder politieagenten
Ook het aantal politieagenten in Vlaanderen die door de federale overheid betaald worden, is beduidend lager dan in de rest van het land. Per 1.000 inwoners zijn er in Vlaanderen 0,64 federale agenten aan de slag. In Wallonië zijn dat er 1,1, in Brussel 3,84.
Om dat op te vangen, zijn de Vlaamse lokale politiezones genoodzaakt meer lokaal personeel aan te nemen. Vlaanderen telt bijna 15.000 lokale politieambtenaren, in Wallonië gaat het om een dikke 9.500 personeelsleden. Het Brussels Gewest telt er 5.530.
“Een hervorming van de dotatiesleutel is niet meer voor deze legislatuur”
Net zoals bij de dotatieregeling speelt het argument van de grotere oppervlakte in
Deze politiezones krijgen de hoogste federale dotatie
1) Brussel HOOFDSTAD-Elsene: 70,6 miljoen euro
2) Antwerpen: 62,8 miljoen euro
3) Luik: 37,0 miljoen euro
4) Gent: 30,8 miljoen euro
5) Charleroi: 30,2 miljoen euro
het voordeel van Wallonië. Gezien de internationale en stedelijke context kan er met Brussel moeilijker vergeleken worden. Per honderd vierkante kilometer werken er in Wallonië gemiddeld 23,9 federale politieagenten. In Vlaanderen zijn dat er 32. Meer aanwervingen in Franstalig België
Terwijl het aantal politieagenten in Vlaanderen ondanks de ambitie van de minister niet stijgt, slagen Wallonië en Brussel erin meer agenten aan te werven. In Vlaanderen blijkt het - door budgettaire krapte en een lagere werkloosheid - moeilijker om nieuw politiepersoneel aan te werven. Zo zijn bijvoorbeeld de negentien verschillende politiezones in West-Vlaanderen samen naar rond de honderd mensen op zoek.
“De ongelijkheid is sinds 2017 verder gestegen”
De federale regering maakte enkele jaren geleden de belofte om jaarlijks 1.600 mensen aan te werven. Dat is nog geen enkele keer gelukt, waardoor de grote uitstroom bij de politie voorlopig niet opgevangen wordt.
WANNES NEUKERMANSDeze politiezones krijgen de laagste federale dotatie
1) Zwijndrecht: 1,6 miljoen euro
2) Jemeppe-sur-Sambre: 1,7 miljoen euro
3) Kraainem-Wezembeek-Oppem: 1,9 miljoen euro
4) Boortmeerbeek-Haacht-Keerbergen: 2,0 miljoen euro
5) Begijnendijk-Rotselaar-Tremelo: 2,0 miljoen euro
Aantal federale politiepersoneelsleden per 1.000 inwoners
1) Waals-Brabant: 0,46
2) Vlaams-Brabant: 0,54
3) Antwerpen: 0,62
4) Limburg: 0,64
5) West-Vlaanderen: 0,68
6) Oost-Vlaanderen: 0,73
7) Luxemburg: 0,93
8) Henegouwen: 1,16
9) Luik: 1,21
10) Namen: 1,32
11) Brussels Hoofdstedelijk
Gewest: 3,84
Bordoni zit niet om een stunt verlegen. In september beklimt hij de hoogste berg van Afrika, de Kilimanjaro, in een driedelig maatpak. Daarnaast is hij de kleermaker van menig bekende Vlaming en Jordan Belfort, beter bekend als de ‘Wolf of Wall Street’. Of hij ook politici tot zijn klantenbestand mag rekenen? “Ja, maar ik zal nóóit tegen iemand zeggen wie”, lacht Bordoni. “Mezelf en mijn merk koppelen aan een politieke of religieuze overtuiging, is een van de gevaarlijkste dingen die ik kan doen. Als ik pakweg een kardinaal in zijn vrije tijd zou kleden, dan stoot ik andersgelovig cliënteel misschien tegen de borst. Als ik de kleermaker van politicus X zou zijn, zou ik bepaalde klanten met politieke overtuiging Y verliezen.”
Uw Antwerpse collega GuyDavid Lambrechts maakt er nochtans geen geheim van dat hij de kleermaker van Antwerps burgemeester en N-VA-voorzitter Bart De Wever is.
“Bart De Wever heeft, net zoals elke politicus die een beetje succesvol is, een grote achterban. Dat zal de verkoop van Guy-David ongetwijfeld ten goede komen. Er zullen altijd mensen zijn die opkijken naar Bart De Wever en zijn pakken mooi vinden. Dankzij de media-aandacht die hij krijgt, zullen ze zeker hun weg vinden naar Guy-David. Anderzijds zullen er ook mensen van de andere kant van het politieke spectrum zijn die hem links laten liggen.”
“Wat Bart en Guy-David samen doen, is heel leuk. Als ik iemand bekend kleed, vind ik het ook leuk als daarover een artikel in de media verschijnt. Ik zou wel niet willen dat elk jaar hetzelfde artikel verschijnt met als titel: ‘Dit jaar kiest politicus X voor kostuum B van Tommaso.’ De eerste keer is zo’n artikel leuk, maar na de zoveelste herhaling heeft het geen journalistieke waarde meer. Die artikels beginnen steeds meer op een Hello Fresh-advertentie met Bart De Wever in de rol van influencer te lijken. Het zijn als het ware gesponsorde berichten: ‘Jij geeft mij een kostuum en ik zorg voor een krantenartikel.’ Als beide partijen daarbij gebaat zijn, ben ik heel blij voor hen en gun ik hen dat ook. Maar het is iets wat ik persoonlijk nooit zou doen.”
Is het electorale succes van Bart De Wever in de afgelopen 20 jaar deels te verklaren door zijn kledingstijl?
“Er zijn mensen die zijn kledingstijl cool vinden, terwijl anderen die net belachelijk vinden. Of mensen daar fan van zijn of niet, maakt in principe niet uit. De grote macht van de media is dat niet al te slechte reclame ook reclame is. Dankzij de media beland je niet in de vergetelheid en blijven de mensen over je praten. Als De Wever niet voor de zoveelste keer in de krant had gestaan met zijn pak, had tante Sonja misschien niet beslist om opnieuw voor hem te stemmen.”
Hoe hoort een politicus zich volgens u te kleden?
“Sober en goed. Voor iemand van 420 jaar oud vind ik dat bijvoorbeeld Joe Biden (Amerikaans president, red.) ongelofelijk goed gekleed is. Ik weet niet hoe het brein van politici werkt, maar de kans bestaat dat ze zich bewust ‘slecht’ kleden. Iemand zoals
De Leuvense kleermaker Tommaso Bordoni (32) verwierf in 2020 de nodige bekendheid in Vlaanderen dankzij ‘Jonge Wolven’, een docureeks van VTM die het leven van een tiental inspirerende jonge ondernemers volgde. Als reactie op de steeds lelijker wordende samenleving, nemen we met hem de kledingstijl van onze dames en heren politici onder de loep.
Justin Trudeau (de Canadese premier, red.), die een zeker charisma heeft en nog vrij jong is, weet volgens mij perfect hoe hij zich moet kleden. Misschien zijn hun pakken zo gemaakt dat ze nét niet perfect zijn, dat de broek net te lang, de mouwen net te kort of de blazer net te strak is. Een afgelikte wereldleider wekt immers weinig vertrouwen op.”
“Tijdens een presidentiële campagne denkt het campagneteam tot in detail na over de kleding van de kandidaat. Met de kleur van zijn das kan een president of wereldleider experimenten. Bordeaux en muntgroen zijn momenteel ‘in de mode’, maar als Biden morgen plots in een muntgroen pak voor de camera’s zou verschijnen, zou niet iedereen dat kunnen appreciëren.”
Almaar meer politici kiezen ervoor om geen das te dragen. Vindt u dat een kwalijke evolutie?
“Vroeger droegen journalisten, politici en zakenmensen geen pakken. Een pak was veel te simpel. Dat was voor de boeren. De adellijke leiders droegen chique, ornamentele kleding met franjes en pailletten. De machthebbers zagen er vroeger uit zoals de gemiddelde carnavalsganger in Aalst. Maar in de 19de eeuw had een Londense politicus door dat democratie ‘macht voor en door het volk’ betekende. Daarom besliste hij om zich te kleden zoals de boeren, die toen een kostuum droegen. Op die manier hoopte hij de stem van het volk - dat veel talrijker was dan de aristocratie - voor zich te winnen. Daar is hij ook in geslaagd. Sindsdien is het kostuum gangbaar geworden.”
“Onze hedendaagse politici proberen nu hetzelfde te doen. Ze willen zich opnieuw zoals het volk kleden. Het verschil met de 19de eeuw is dat de afkeer voor de politiek vandaag veel groter is. Ik beschouw de politiek als een karikaturale carrousel. Die afkeer zal er altijd zijn, omdat er veel wordt gezegd en beloofd, maar weinig wordt waargemaakt. In plaats van zich proberen te kleden zoals het volk, om op die manier zijn stem binnen te halen, zouden politici beter hun beloftes waarmaken. Dat is veel efficiënter dan met een hemd waarvan de bovenste drie knopjes openstaan het parlement binnen te wandelen, alsof ze op vakantie gaan naar Barbados.”
Politici die een T-shirt dragen in het parlement, schreeuwen om aandacht
“Van hoogwaardigheidsbekleders mag je verwachten dat ze zich naar hun functie kleden. Ook als ze hun pak, hemd en das niet met elkaar kunnen matchen, is het lovenswaardig dat ze op z’n minst de moeite doen. Ik heb weinig vertrouwen in politici die ’s ochtends niet de discipline kunnen opbrengen om een das te knopen.”
Zegt dat iets over de mens achter de politicus?
“Van iemand die om acht uur ’s ochtends op een meeting verschijnt met netjes gekamde haren, opgeblonken schoenen en een das, weet ik dat die persoon minstens een half uur vroeger is opgestaan om er voor mij presentabel te kunnen uitzien. Die persoon verdient mijn respect. Een politicus die met een openstaand hemd, een geklede broek die verfrommeld is van de dag voordien en zonder blazer of
colbert op een vergadering verschijnt, kampt met een gebrek aan discipline. Een politicus zonder das is zoals iemand die zijn bed ’s ochtends niet opmaakt, met als argument dat hij of zij er ’s avonds toch terug in slaapt. Als je dat niet voor jezelf kunt doen, hoe ga je dan iets voor de buitenwereld betekenen?”
“Elke politicus zou de ‘13 gentlemen rules’ die op mijn website staan moeten lezen. Als ze zich daaraan zouden houden, zouden ze meteen een betere versie van zichzelf worden (lacht). De elfde regel stelt dat je nooit beloftes mag maken die je niet kan vervullen en dat je bekend moet staan om je integriteit. Dáár moeten politici op focussen, niet op zich kleden zoals het volk. Als je je alleen maar op een bepaalde manier kleedt om stemmen binnen te halen, zal je daar niet in slagen. Kleed je op een bepaalde manier uit respect voor jezelf en voor je
ALS JE HET ZO HARD NODIG HEBT OM JE PERSOONLIJKHEID TE ALLEN TIJDE AAN IEDEREEN IN DE WERELD TE TONEN, HEB JE HELEMAAL GEEN PERSOONLIJKHEID
collega-politici. Als ze zich houden aan de elfde regel, volgen de stemmen vanzelf wel. Maar ga toch niet in een hawaïshirt naar het parlement. Alsjeblieft, zeg (fel).”
Hoe kijkt u naar politici die in een T-shirt in het parlement zetelen, zoals Conner Rousseau (Vooruit) en Onno Vandewalle (PVDA)?
“Als je in het parlement een T-shirt draagt, kan je evengoed luidop om aandacht schreeuwen. De boodschap die ze met hun kledingkeuze willen uitdragen, is dat het parlement een verouderd instituut is dat vernieuwd moet worden. Waar wachten ze eigenlijk op? Het is een verouderd instituut, dus vernieuw het dan. Maar houd het enige van waardigheid dat de Belgische politiek nog heeft - het min of meer fatsoenlijke voorkomen van haar vertegenwoordigers - alsjeblieft in stand tot de andere problemen zijn opgelost. Als ze daarin slagen, hebben ze wat mij betreft het privilege om in het parlement een T-shirt en flipflops te dragen, verdiend. Ze moeten eerst het verschil maken. Nu gaan ze elke week als een bende losgeslagen apen tekeer, zonder enig respect voor de regels van deftige dialoogvoering. Zoals het er nu naar uitziet, bevinden we ons dichter bij de periode waarin politici pruiken droegen dan die waarin ze T-shirts mogen dragen. Wat Veerle Heeren bijvoorbeeld allemaal heeft uitgestoken als burgemeester van Sint-Truiden… Zo’n degoutant machtsmisbruik moet dringend aangepakt worden. Gooi alle rotte appels zoals Veerle Heeren uit de politiek.”
Ook op de werkvloer zien we steeds vaker dat pakken of dassen worden afgezworen. De ‘casual friday’ van vroeger is als het ware de nieuwe norm geworden. Hoe kijkt u naar die evolutie?
“Bankiers of verzekeringsmakelaars stralen veel meer professionaliteit uit als ze een kostuum en een das dragen. Dan heb ik het gevoel dat ik met een expert aan het praten ben. Als ik een hypothecaire lening of levensverzekering moet afsluiten met iemand in een T-shirt, verlies ik mijn vertrouwen in het hele bedrijf. Als ik mijn vertrouwen geef aan iemand, wil ik tegenover iemand zitten die de discipline heeft om ’s ochtends een beetje vroeger op te staan om goed gekleed te zijn. Wil je je haar graag groen verven en Fristi-flessen in je neus en oren steken? Allemaal goed en wel, maar dat is je persoonlijkheid. Die moet je te allen tijde omarmen op
plekken waar daar ruimte voor is, maar niet op het werk.”
“Op bepaalde plaatsen moet er een zekere mate van professionaliteit zijn. Als ik naar de carwash ga en aan de ingang de vuile auto van de eigenaar zie staan, dan verdwijnt mijn vertrouwen. Als je neuspiercings en rammelaars aan je gezicht wil hangen na de werkuren, mag je dat zeker doen. I don’t care. Maar op de werkvloer moet de professionaliteit primeren.”
U heeft dus geen kostuum nodig om uw persoonlijkheid in de verf te zetten?
“Als ik met mijn verloofde in het buitenland verblijf, loop ik rond op flipflops en in een short en T-shirt. Wil dat zeggen dat mijn persoonlijkheid daarom verdwenen is? Neen, ik ben nog steeds mezelf, maar heb gewoon een andere outfit aan. Ik ben meer dan mijn uiterlijk. Als je het zo hard nodig hebt om je persoonlijkheid te allen tijde aan iedereen in de wereld te tonen, heb je helemaal geen persoonlijkheid. Een sterke persoonlijkheid is ook aanwezig als je kleren draagt die professionaliteit en discipline uitstralen. Het gaat mij niet over de persoon zelf, maar over de vertegenwoordiger van de bank waar ik een verzekering wil afsluiten of een lening wil aangaan. Zijn of haar persoonlijkheid komt op de tweede plaats. Ik wil vertrouwen hebben in de instelling. Je hoeft niet per se een das te dragen, maar een blazer en een hemd zijn het minimum minimorum. Ik wil niet aan tafel zitten met een bankier die een T-shirt draagt.”
“Of iemand genderneutraal is, op mannen, vrouwen of recycleerbare flessen valt, maakt voor mij niet uit. Dat is voor mij niet relevant. Ikzelf ben meer dan goed genoeg gekleed om gay te zijn. Ik ben hetero, maar zelfs als dat niet zo was, zou dat geen ruk uitmaken (fel). Mensen komen naar mij omdat ze vertrouwen hebben in mijn bedrijf. Als je in een creactieve bui bent en oorbellen wil dragen, zal ik je zeker niet tegenhouden. Maar iedereen met een beetje gezond verstand weet dat er een verschil is tussen het dragen van een accessoire en een schreeuw om aandacht. Je gaat me toch niet vertellen dat mensen met vier kettingen, zeven armbanden, zes oorbellen en een neuspiercing niet doorhebben dat ze onnozel aan het doen zijn?”
Wat vindt u van de kleding in het straatbeeld?
“Het straatbeeld is een laconiek samenraapsel van je-m’en-foutisten die extreem kuddegedrag vertonen. In Brussel loopt elk meisje tussen de 12 en 21 jaar rond met een broek die dienst kan doen als parachute. Ook in Antwerpen loopt iedereen er hetzelfde bij. Iemands ‘eigenheid’ is afhankelijk van de locatie waar hij of zij woont. Het is niet toevallig dat iedereen zich op een bepaalde locatie op dezelfde manier kleedt. Dat doen ze niet omwille van hun ‘eigenheid’. We leven in een maatschappij waarin het moeilijk is om te weten wie of wat je bent. De makkelijkste oplossing is dan om je te spiegelen aan mensen naar wie je opkijkt en flagrant kopieergedrag te vertonen. Dan hoef je zelf niet na te denken, omdat iemand anders dat al voor jou heeft gedaan.”
We hebben het nog niet gehad over vrouwen in de politiek. Hoe
“Hanteer vooral je eigen stijl. Blijf trouw aan jezelf. Kijk naar wat er gepast is in welke omgeving. Kijk of je outfit geschikt is voor de plaats, het evenement en de reden waarom je ergens moet zijn. Zorg er bovenal voor dat je verzorgd bent. Wil je een oversized broek dragen? Ik vind dat persoonlijk niet mooi, maar zorg er dan op z’n minst voor dat ze proper en gestreken is als je ze draagt. Doe je een hemd aan om chique
te doen? Doe dat dan alleen als het gewassen en gestreken is. Besteed ook de nodige aandacht aan je persoonlijke hygiëne: als een vrouw vettig haar heeft, is wat ze draagt niet meer relevant. Ook lichaamsgewicht is daar een belangrijk onderdeel van. Waarom zouden we wel kritiek mogen geven op mensen met longkanker die blijven roken, maar niet op mensen met overgewicht die zich blijven volproppen?”
is uw ideale politica gekleed?
“In de eerste plaats moet een vrouw er verzorgd uitzien. Haar borsten mogen niet zichtbaar zijn, want een man hoort ook niet in een ongeknoopt hemd of een korte broek rond te lopen. Een vrouw moet in haar hoedanigheid als professional gerespecteerd worden. Ze mag niet geportretteerd worden als een lustobject. Het beste voorbeeld daarvan is Charlotte de Witte, een vrouwelijke dj. Zij draagt steeds ‘baggy’ T-shirts omdat ze bewonderd wil worden omwille van haar talent als dj, niet omwille van de vormen van haar lichaam. Dat is bewonderenswaardig. Een politica die in het parlement zetelt met een decolleté tot aan haar navel, gedraagt zich ongepast. Een vrouw hoort niet in een topje te gaan werken, net zoals ik vind dat een man dat niet in een T-shirt hoort te doen. Een parlement is ook geen plaats voor een minirokje. Als je dat draagt, doe je dat om te provoceren en mensen daarover te laten praten.”
Op basis van dat antwoord zouden criticasters wel eens durven beweren dat u een nieuwe preutsheid aanhangt. Wat zou u daar dan op antwoorden?
“Ik ben verre van preuts, maar er moet wel een onderscheid gemaakt worden. Politici zijn met serieuze zaken bezig, dus die moeten ook zo worden aangepakt. Mannen durven nu eenmaal kortzichtig te zijn. Het politieke werk gebeurt nu al niet, dus als een intelligente vrouw hen de kans geeft om over haar benen te praten, zouden ze nog minder met hun werk bezig zijn. Als je aandacht zoekt en stemmen wil winnen door jezelf als een lustobject te presenteren, moet je vooral met een decolleté tot aan je navel en een minirokje het parlement binnenwandelen. Als je écht een verschil wil maken, zou je dat beter niet doen. Dat is ook de reden waarom bankbedienden een kostuum moeten dragen en ik niet ontvangen wil worden door een bankier met een pens en een polo van Ralph Lauren.”
Heeft u het gevoel dat u in de verkeerde tijd bent geboren?
“De enige reden waarom ik blij ben dat ik in 1990 geboren ben, is omdat ik anders mijn verloofde niet had leren kennen. Als zij niet had bestaan, was ik veel liever in de jaren 1920 in Parijs geboren. Toen waren de mannen nog hoffelijk en hielden ze de deur open voor vrouwen. Ik ben bijna vier jaar samen met mijn verloofde: ze heeft nog nooit de deurklink van mijn auto aangeraakt. Niet omdat ik schrik heb dat ze krassen zou maken, maar omdat ik hoffelijk wil zijn (lacht). In de huidige maatschappij krijg je bijna het gevoel dat je vrouwen kleineert als je de deur voor hen opent. Ik weet dat een vrouw dat zelf kan doen, maar dat betekent niet dat ik niet hoffelijk mag zijn.”
ANTON SCHELFAUT
Betaalt jouw ziekenfonds brillen tot 100 euro terug?
ZUID-AFRIKA
De conferentie van de BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) van 22 tot 24 augustus aanstaande in Johannesburg heeft de Zuid-Afrikaanse regering heel wat hoofdbrekens bezorgd. Aangesloten bij het Internationaal Strafhof dat in maart een aanhoudingsbevel tegen de Russische president had uitgevaardigd, zou Zuid-Afrika Poetin bij aankomst in het land moeten aanhouden.
Wekenlang zocht men naar een oplossing. In ANC-kringen sprak men zelfs om de overeenkomst met het Strafhof op te zeggen. Tevens zou Pretoria aan
China hebben gevraagd om de conferentie over te nemen, maar dat stuitte op Indiaas verzet. Ook Poetin zelf werkte schijnbaar niet mee, tot hij midden juli
instemde met virtuele gesprekken en het sturen van zijn buitenlandminister Lavrov. Achteraf bleek alles al eerder via de Chinese leider Xi Jinping te zijn geregeld.
Russische connectie
Zuid-Afrika zit tussen hamer en aambeeld. In Washington groeide het ongenoegen over de als pro-Russisch ervaren houding van Pretoria. Het land hield in februari gezamenlijke manoeuvres met de Russische en Chinese marine en
in april bleef het opnieuw buiten stemming bij een VN-resolutie over de Russische inval in Oekraïne.
De bom barstte in mei toen de Amerikaanse ambassadeur in Pretoria meldde dat Zuid-Afrika wapens had geleverd aan de Russen. Een allusie op de affaire rond de Lady R, het Russische vrachtschip dat in december in volledige duisternis de vloothaven Simonstad had aangedaan. Het kostte het land reeds een uitnodiging voor de G7 conferentie die afgelopen mei in Japan plaatsvond, iets waar Zuid-Afrika sinds 2018 aan deelnam.
Agoa-akkoord
Erger was dat de VS het land weleens van het voordelige Agoa-akkoord, een overeenkomst die Afrikaanse landen toelaat hun producten zonder tolbarrières in de VS in te voeren, zou uitsluiten. In 2022 werden voor zo’n 9 miljard euro goederen naar de VS uitgevoerd in het kader van Agoa. Tevens zou een Amerikaanse opzegging de banen van bijna 500.000 Zuid-Afrikanen in gevaar brengen.
Zuid-Afrikaanse politici, zakenkringen en de vakbond Solidariteit proberen dan ook om de VS op andere gedachten te brengen. Maar prof. em. Labuschagne bestempelde Zuid-Afrika’s deelname aan de Rusland-Afrikaconferentie van eind juli in Sint-Petersburg als een gevaarlijk politiek spelletje. De conferentie diende trouwens meer Russische dan Afrikaanse belangen. De aanwezigheid van wel 49 landen op de conferentie gaf Rusland immers een zekere legitimiteit.
JAN VAN AERSCHOTFRANKRIJK
In Frankrijk werd een pedofiel in hoger beroep veroordeeld tot 12 jaar opsluiting voor de verkrachting van kinderen. Je zou kunnen denken: justitie heeft haar werk gedaan. Helaas, de beklaagde kwam op vrije voeten na een belachelijke procedurefout. Over de omstandigheden geen gebrek aan duidelijkheid: de beklaagde werd veroordeeld voor verkrachting van en pedofiele feiten op drie minderjarigen.
Hij is de schoonvader van twee van zijn slachtoffers en grootvader van het jongste slachtoffer. Naast
FRANKRIJK
de seksuele feiten bedreigde hij hen psychologisch en chanteerde hij hen met foto’s die hij had ge-
maakt. Na 10 jaar onderzoek werd hij schuldig verklaard en hij kreeg in eerste aanleg een gevangenisstraf van 10 jaar.
Belachelijke procedurefouten
De dader ging in beroep en werd in hoger beroep veroordeeld tot 12 jaar. Het assisenhof van Hérault maakte de uitspraak echter ongedaan: er ontbreken twee woorden in de beslissing van de rechtbank. Er staat geschreven: “Schuldig bij een meerderheid van 8 stemmen”, maar er moest staan: “Schuldig met een meer-
De Franse minister van Binnenlandse Zaken, Gérald Darmanin, verklaarde in de pers onlangs dat zijn beleid aanslaat, want dat er na 14-15 juli sprake is van een “duidelijke daling van het aantal vernielingen”. Helaas voor Darmanin (en Macron), maar niet alleen Frankrijk lacht hem uit, maar ook experten spreken hem steeds vaker tegen.
Zo was er onlangs Pierre Buigues, econoom en professor in Toulouse, en voormalig economisch raadgever van de Europese Commissie. In een vrije tribune in de Franse krant Le Figaro stelt hij met cijfers uit de officiële statistieken van Eurostat Darmanin voor de feiten.
In het verleden had Pierre Buigues al eens de pers gehaald (en hij mocht zich toen verheugen omwille van sympathiebetuigingen van onder andere Eric Zemmour). Ook nu windt hij er geen doekjes om: inzake criminaliteit doet Frankrijk het het slechtst van alle EU-lidstaten. Een blamage
voor de regering, zegt Buigues.
“Tussen 2016-2018 was Frankrijk de op één na meest onveilige lidstaat van de EU betreffende diefstal, het derde slechtste voor autodiefstallen. Men registreert
150 diefstallen per 100.000 inwoners in Frankrijk, terwijl dat er in Duitsland, Italië, het noorden van Europa en in de meeste oostelijke lidstaten van de EU maar 50 zijn. Hetzelfde geldt voor autodiefstallen”, schrijft professor Buigues.
Emmanuel Macron
Wat betreft het aantal moorden, is Pierre Buigues even duidelijk:
“Frankrijk is eveneens het land met de meeste moorden in absolute cijfers: 879 in Frankrijk, 719 in Duitsland, 298 in Spanje en 285 in Italië. Cijfers voor 2020. Als men die cijfers corrigeert voor de bevolkingsomvang, dan komt Frankrijk tevoorschijn als een bijzonder gewelddadig land. 12,9 moorden per miljoen inwoners, tegenover 8,7 in Duitsland, 6,3 in Spanje en slechts 4,9 in Italië, de bakermat van de maffia”. En dan zijn de cijfers nog vertekend, want daden van agressie die tot een overlijden leiden, worden niet meegerekend in de Franse cijfers, terwijl ze dat wel zijn in de andere EU-lidstaten.
derheid van minstens 8 stemmen” - in de Franse tekst ontbreken de woorden ‘au moins’. Voor het ontbreken van die twee woorden vinden magistraten het dus correct en rechtvaardig dat een man die gedurende jaren (bewezen) misbruik maakte van minderjarigen, vrijgelaten wordt. Op maandag 17 juli (twee maanden na de beslissing van de rechtbank) moest de advocaat van de burgerlijke partijen de drie vrouwen, slachtoffers van de pedocrimineel, op de hoogte brengen dat de man die hun jeugd kapotgemaakt heeft, terug op vrije voeten kwam na die procedurefout. De
reactie van de verdediger van de crimineel: “Ik kan begrijpen dat het moeilijk is voor de burgerlijke partijen. Maar men mag zich niet op sleeptouw laten nemen door zijn of haar emoties.” Het jongste slachtoffer liet intussen verstaan dat ze nog nooit in haar leven zo woedend was geweest en zich zo machteloos en in de steek gelaten voelde. “Hoe kan men een straf annuleren voor twéé woordjes?” Om af te sluiten: de dader is 71 jaar. De kans dat de man alsnog zal veroordeeld worden, is bijzonder klein.
Frankrijk is voor professor Pierre Buigues de zieke man van Europa, en hij duwt de verantwoordelijkheid hiervoor naar president Macron en zijn opeenvolgende regeringen. Hij heeft het dan over
de erbarmelijke toestand van het onderwijs, de torenhoge belastingen, de torenhoge staatsschuld en de uit de pan swingende onveiligheid.
Wenen is een stad die in menig opzicht tot de verbeelding spreekt. Er is de muziek, het patrimonium, de koffiehuizen en... spionage. Verschillende factoren verklaren dat de verhouding ‘spion per hoofd’ nergens hoger ligt. Zijn ligging, de neutraliteit van Oostenrijk, de aanwezigheid van tientallen internationale organisaties, maar vooral een erg lakse wetgeving die de naar verluidt 7.000 spionnen in de stad heel wat manoeuvreerruimte biedt.
Het plaatje leek zo uit een film geplukt. Toen in 2010 een belangrijke uitwisseling van spionnen plaatsvond tussen Rusland en de VS, de eerste in haar genre sinds 1986, gebeurde dat niet toevallig op een landingsbaan in Wenen. Tien
Russen die door de Amerikanen bij de kraag gevat werden, vertrokken richting Moskou. Onder hen Anna Chapman, de dame die enige bekendheid verwierf, niet zozeer door de kwaliteit van haar werk, maar eerder door haar ‘looks’. Vier andere Russen die wegens hun banden met het Westen in een Russische cel zaten, vertrokken in de andere richting.
Wenen heeft een heuse traditie van spionage. De Oostenrijkse hoofdstad lijkt op dat vlak zelfs een heus logistiek centrum te zijn. Dat was tijdens de Koude Oorlog het geval, net als tijdens het interbellum en lang ervoor. Klemens von Metternich beweerde ooit dat hij degene was die de muren had leren luisteren. Verschillende factoren verklaren de vaststelling.
Te beginnen met de ligging van de stad, ideaal om de brug tussen Oost en West te slaan. Dat was het geval zolang Oostenrijk-Hongarije een realiteit was, maar de ontmanteling van het Rijk na WOI veranderde niet veel aan die functie. Voor het Derde Rijk was het de ideale uitvalsbasis voor activiteiten in TsjechoSlowakije of de Balkan. En wie het hazenpad moet kiezen, kan dat vrij makkelijk. Bratislava is op één uur met de trein, Boedapest minder dan drie en binnen de vier uren sporen is men in München of Praag.
Neutrale traditie
Een belangrijk gegeven na WOII is de neutraliteit van Oostenrijk. Toen aan de bezetting in 1955 een einde kwam, ontstond de Oostenrijkse republiek. Midden jaren negentig zou Oostenrijk uiteindelijk lid worden van de EU, maar nooit van de NAVO. Daar bestond ook geen draagvlak voor. Nog steeds niet. Zelfs sinds de Russische inval in Oekraïne, wijzen peilingen erop dat een overgroot deel van de bevolking aan de neutraliteit van zijn land gehecht blijft. Helemaal anders dan de snelle beweging die men in Finland en vooral Zweden zag; per slot van rekening een land met een traditie van neutraliteit die twee eeuwen teruggaat. In het verleden vertaalde die neutraliteit zich in
een coulantere opstelling naar Moskou toe, tot vandaag eigenlijk.
Ondanks de formele veroordeling van de oorlog in Oekraïne, bleef Oostenrijk meer contacten met Rusland onderhouden dan andere westerse landen. Als enige EU-leider bracht de Oostenrijkse kanselier Nehammer weken na de invasie nog een bezoek aan het Kremlin, stellend dat het zijn “plicht” was een “oplossing” te zoeken. Oostenrijk sloot zich aan bij de humanitaire steun, maar levert geen wapens aan Oekraïne. Sinds februari 2022 hebben de Europese landen 400 Russische spionnen, actief onder een diplomatieke dekmantel, over de grens gezet. Oostenrijk precies vier. Nog steeds zijn er 180 geaccrediteerde Russische diplomaten in Wenen. Van een derde is geweten dat ze hun diplomatiek paspoort misbruiken voor praktijken die men onder de noemer ‘spionage’ kan plaatsen.
Lakse wetgeving
Ligging en neutraliteit zijn relevante factoren. Ook het feit dat de Oostenrijkse hoofdstad onderdak geeft aan en één van de vier hoofdzetels van de VN huisvest, net als veertig belangrijke internationale organisaties zoals de OVSE, de OPEC of nog het Internationaal Atoomagentschap, heeft zijn belang. Met 4.000 diplomaten in de stad valt er wel wat informatie te vergaren. Wellicht het belangrijkste element is het wettelijke kader. De Oostenrijkse wetgeving is zowat de meest spionagevriendelijke ter wereld. Het komt erop neer dat spioneren enkel verboden is wanneer het Oostenrijk tot nadeel strekt. Al het overige is toegegeven. Als de Russen bedrijvig zijn met het spioneren van pakweg Duitsland of Frankrijk, dan kunnen de Oostenrijkse diensten daar niets tegen beginnen. Politiek gaan stemmen op die wetgeving te verstrengen, maar alsnog zonder resultaat. Het Directoraat-Generaal voor Publieke Veiligheid laat er in zijn recentste jaarverslag weinig twijfel over bestaan. “Het wettelijk kader zorgt ervoor dat een zeer hoog aantal buitenlandse agenten op het grondgebied van onze republiek actief is.” Nog volgens die dienst zouden 7.000 spionnen in en om Wenen bedrijvig zijn. Niet slecht voor een stad van 1,8 miljoen inwoners.
MICHAËL VANDAMME
Neen, Israël staat niet op de rand van een burgeroorlog, maar de verdeeldheid is dieper dan ooit. Voor het eerst in de geschiedenis weigerden reservisten uit protest hun oproepingsbevelen. Dat is een heel veeg teken.
De Israëlische samenleving is sterk gefragmenteerd. Er is de klassieke tegenstelling tussen links en rechts, die tussen seculiere en religieuze Joden, en daarbovenop die tussen de Ashkenazi en de Sefardi. De eerste groep komt uit Europa of andere westerse landen. De Russische Joden vormen daarin een belangrijke subgroep. De Sefardische Joden komen meestal uit de islamitische wereld. De westerse Joden zijn in meerderheid seculier, de Sefardische in meerderheid religieus.
“Tot nu toe waren die religieuze Joden de facto vrijgesteld van militaire dienst”
Al die tegenstellingen zijn nog verscherpt doordat vele seculiere Israëli’s zich laten meeslepen door de woke-waanzin. Transgenderoperaties worden net zoals bij ons door de sociale zekerheid terugbetaald. Vele Sefardi vinden dat de Ashkenazi nu helemáál gek geworden zijn. De Ashkenazi hebben vanaf de negentiende eeuw het land opgebouwd. Dat mag letterlijk opgevat worden: braakliggende grond werd in cultuur gebracht, moerassen werden drooggelegd en woestijnen bevloeid. Zij hebben van Israël een modern westers land gemaakt, een rechtsstaat en een democratie. Een unicum in die regio.
De Sefardi zijn later gekomen, na 1949, toen als reactie op de Israëlische onafhankelijkheid overal in de islamitische wereld pogroms uitbraken en Joden die er al eeuwen woonden, werden verdreven. Die mensen waren gemiddeld armer en minder goed opgeleid dan de Joden uit het Westen. Nu is die kloof grotendeels gedicht.
De charedi
Politiek gezien wordt de klassieke links-rechtstegenstelling nog bemoeilijk door de charedi, die wij meestal ultraorthodoxen noemen. Hun religieuze partijen zijn relatief klein, maar zij zijn wel onmisbaar om een rechtse regering op de been te houden. Hun positie werd geleidelijk sterker doordat zij grote gezinnen hebben, terwijl de seculiere Israëli’s hetzelfde gevaarlijk lage geboortecijfer hebben als de meeste Europeanen. De charedi maken handig gebruik van hun positie als ‘kingmakers’ om religieuze toegevingen af te dwingen.
Het huidige conflict tussen de regering en het opperste gerechtshof gaat bijvoorbeeld over een wet, die zonen én dochters van ultrareligieuze families zou dwingen hun dienstplicht te vervullen. Een heel re-
delijke eis voor jongens, een onredelijke voor meisjes. Tot nu toe waren die religieuze Joden de facto vrijgesteld van militaire dienst. Een ander pijnpunt is de Wet op de Terugkeer, die samenhangt met de vraag ‘Wie is Jood?’. Volgens de religieuze traditie is men Jood van zodra men een Joodse moeder heeft. Alleen een Joodse vader telt niet. Men kan zich ook officieel tot het Jodendom bekeren, maar de rabbijnen stellen hoge eisen. Het is zeker geen formaliteit. De Wet op de Terugkeer is veel ruimer. Men komt in aanmerking voor Israëlisch staatsburgerschap als men één Joodse grootouder heeft. De ultraorthodoxen vinden dat te ruim. Het is ook héél ruim.
Emotionele en culturele banden
Veel Brusselaars hebben een Vlaamse grootouder, maar ze spreken alleen Frans, spuwen op Vlaanderen en stemmen voor DéFI (het vroegere FDF). Het lijkt mij redelijk dat men behalve de afstamming ook onderzoekt of de kandidaat-immigrant emotionele en culturele banden met het Jodendom heeft. Leest hij boeken van Joodse auteurs? Weet hij iets van hun cultuur? Leert hij Hebreeuws? De charedi zouden alleen religieuze Joden willen toelaten en dat is dan weer onredelijk eng. Dat de huidige criteria te ruim zijn, blijkt wel uit het feit dat men enkele jaren geleden Russische Joden betrapte met grote hoeveelheden… antisemitisch propagandamateriaal.
Is de rechtsstaat in Israël in gevaar? Helemaal niet. Zulke conflicten tussen de uitvoerende en de rechterlijke macht doen zich in alle democratische rechtsstaten voor. De scheiding der machten is nergens echt
ruim”
goed geregeld. Overal heeft de politiek een dikke vinger in de pap bij de benoeming van rechters. En anderzijds dreigt in vele landen ‘une dictature des juges’, die democratische gestemde wetten gewoon van tafel kan vegen.
PAUL BÄUMER‘Waar tafelen een hoffelijke bezigheid wordt’ Huwelijken - Recepties - Banketten -
“De ultraorthodoxen vinden de Wet op de Terugkeer te
“Mijn grootste vrees is dat de druk zo groot wordt dat al het menselijke van de job wegvalt.” Dat herhaalt Suzy Wouters (55) uit Scherpenheuvel-Zichem meerdere keren tijdens een gesprek over de zorgsector. Zelf werkte ze twintig jaar lang als logistiek assistente in de zorgsector,
voordat ze in 2019 verkozen raakte als Vlaams volksvertegenwoordiger voor Vlaams Belang. Als lid van de commissie Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding blijft ze betrokken bij de zorgsector. Haar echtgenoot werkt nog steeds als verpleegkundige.
Studenten die een hogere beroepsopleiding verpleegkunde volgen, zullen vanaf 2026 minder handelingen mogen stellen dan verpleegkundigen met een bachelordiploma. Het Rode Kruis vreest voor personeelstekorten en dus een bloedtekort vanaf 2026. “Het aantal handelingen wordt verminderd en op bepaalde diensten zullen die HBO5-verpleegkundigen niet meer mogen staan. “Ik ben blij dat de sector wakker wordt”, reageert Suzy Wouters.
Waarom mogen de HBO5-verpleegkundigen voortaan minder taken uitvoeren?
“De hogere beroepsopleiding, HBO, moest conform de regels van de Europese Unie worden en de federale regering heeft daarom besloten om het statuut van ‘basisverpleegkundige’ in te voeren. De Vlaamse regering weigert de opleiding aan te passen volgens de Europese richtlijnen en voert daarom een nieuwe opleiding in voor de ‘basisverpleegkundige’, opgesteld door de federale regering. Terwijl er op de werkvloer nooit problemen waren met HBO-verpleegkundigen, krijgen ze nu het statuut van een veredelde zorgkundige. Bovendien zal dat tot chaos leiden. Basisverpleegkundigen worden beperkt in hun autonomie en zeker in de thuisverpleging en in woonzorgcentra zal dat tot nog grotere personeelstekorten leiden. Ik heb hier al lang voor gewaarschuwd, maar de Vlaamse regering heeft niet tijdig gehandeld.”
Missen parlementsleden vaak beroepservaring?
“Het klopt dat er tegenwoordig veel ‘beroepspolitici’ zijn, die van jongs af aan voor een partij werken en dan uiteindelijk in het parlement verkozen raken. Dat wil niet zeggen dat ze hun dossiers niet kennen, integendeel. Zeker in het begin van mijn legislatuur was het duidelijk dat zij al langer meedraaiden in de politieke wereld dan ik. Langs de andere kant merk je wel dat ze praktijkervaring missen. Er is een groot verschil tussen wat in theorie beslist wordt en hoe het in de praktijk kan uitgevoerd worden.”
zeggen dat ik van mijn collega Immanuel De Reuse ook veel hulp gekregen heb.”
“Mijn huisdokter vertelde dat het de laatste weken van de maand altijd rustiger was, omdat mensen een doktersbezoek dan niet meer konden betalen”
De tekorten zijn nu al groot. Personeel van OCMW’s, woonzorgcentra, ziekenhuizen, kinderopvang... zeggen dat het water hen aan de lippen staat. Hoe komt het dat de zorg niet aan voldoende personeel raakt?
“De zorgsector is jarenlang stiefmoederlijk behandeld. Tijdens de coronacrisis zijn er plots wat beloften gedaan en heeft de politiek beseft hoe belangrijk die zorgsector eigenlijk wel is. Toch blijft de ganse sector ondergewaardeerd. ’s Avonds om 20 uur even in de handen klappen, maar daar bleef het ook bij. Van de coronapremie van ongeveer duizend euro die mijn man (een verpleger, red.) kreeg, bleef na belasting amper 400 euro over. Doe twee keer boodschappen en dat geld is op.”
“In de zorgsector hebben weinig mensen recht op extralegale voordelen. Van een gsm of computer is geen sprake en maaltijdcheques zijn ook eerder uitzondering dan regel, al komt daar wel verandering in. Een bedrijfswagen is geen optie, bij sommige zorginstellingen kan je als personeel wel een fiets leasen, maar van je nettoloon. Dus zonder belastingvoordeel.”
Is het takenpakket van bijvoorbeeld verpleegkundigen veranderd?
“Ja, de zorgzwaarte en de complexiteit van de zorg nemen toe en ze moeten veel meer administratief werk verrichten. De nettotijd die je op een dag bij patiënten besteedt, daalt steeds meer, omdat verpleegkundigen zich moeten bezighouden met digitale formulieren invullen. Daardoor wordt de job ook steeds minder persoonlijk. En daardoor haken mensen af.”
Wat vond u in het begin van de legislatuur het moeilijkste?
“De versnippering. Dat is op elk beleidsthema een probleem, maar toch zeker ook in de zorg... Het is heel moeilijk om te volgen wat nu precies Vlaams of federaal is. In het begin antwoordde de minister vaak dat het onderwerp van mijn vraag niet volledig haar bevoegdheid was, maar daar laat ik me nu al lang niet meer aan vangen (lacht).”
Hoe heeft u dat opgelost?
“Enorm veel zelfstudie. Mijn man lachte toen weleens dat ik getrouwd was met Google, omdat ik elke avond bezig was met opzoekingswerk, soms op twee laptops tegelij-
Huisartsen nemen geen nieuwe patiënten meer aan, wachtlijsten voor afspraken bij tandartsen en dermatologen worden alsmaar langer. Staat de toegankelijkheid en kwaliteit van onze zorg onder druk?
“Die staat al lang onder druk. Ik vrees oprecht voor een ineenstorting van onze kwalitatieve zorg als er niets verandert. Wat die wachtlijsten betreft, ligt de oorzaak voor een deel bij de artsenquota. Jaarlijks mogen er maar een beperkt aantal artsen en tandartsen afstuderen. In het verleden lagen, zeker in Vlaanderen, die quota te laag, waardoor er te weinig artsen en tandartsen afstudeerden en patiënten dus langer moesten wachten. Huisartsen werkten vroeger vaak dag en nacht. Nu, en ik geef ze er ook gelijk in, respecteren jonge huisartsen steeds meer hun ‘work-life-balance’ en beperken ze zich tot een aantal patiënten per dag.”
“Bovendien stappen mensen steeds sneller naar de zorg, onder andere door preventiecampagnes en dergelijke vanuit de overheid. De bevolking wordt ook steeds ouder, waardoor het logisch is dat mensen vaker naar de dokter gaan.”
Tegenwoordig hoeven mensen enkel nog het remgeld te betalen bij de huisdokter. Zorgt dat ervoor dat mensen vaker voor ‘futiliteiten’ naar de dokter stappen?
“Dat weet ik niet en ik vind dat geen slechte zaak. Mijn eigen huisdokter vertelde dat ze het tijdens de eerste twee weken van de maand vaak erg druk had, terwijl het de laatste weken erg rustig was. Dat betekent dus dat er mensen thuisbleven van de dokter, gewoon omdat ze het niet konden betalen. Dat kan toch ook niet de bedoeling zijn?”
Er zijn problemen met de prijs én de kwaliteit van de opvang en zorg in woonzorgcentra.
“Ook daar is het weer de werkdruk die het grootste probleem vormt. Woonzorgcentra vinden te weinig personeel en dus worden er taken geschrapt.”
“Mensen blijven ook steeds vaker langer thuis, waardoor de mensen die in een woonzorgcentrum zitten, een grotere zorgnood hebben. Vroeger verbleven er vaak ook nog mensen die relatief zelfstandig konden leven in een woonzorgcentrum.”
“’s Avonds om 20 uur even in de handen klappen voor de zorg: daar bleef het bij”
Hebben woonzorgcentra een te klein budget voor personeel?
“Nee, volgens mij kunnen ze gewoon geen personeel vinden. Want naast de factuur die de rusthuisbewoner betaalt, krijgt een woonzorgcentrum nog eens een forfait van de overheid voor de zorg die die bewoner nodig heeft. Afhankelijk van de zorgbehoefte van de patiënt, ligt dat forfait hoger of lager.”
“De werkdruk in een woonzorgcentrum is te hoog ten opzichte van het loonpakket. Ook zijn de normen voor personeelsbezetting te laag, waardoor zorgmedewerkers te veel bewoners krijgen toegewezen. Door deze combinatie haken zorgverleners af, gaan ze op zoek naar een job met een lagere werkdruk, minder fysieke belasting of verlaten ze de sector.”
Moet er meer ingezet worden op thuiszorg?
“Dat gebeurt al, onder meer via de OCMW’s. Wat wel verbeterd zou moeten worden, is het systeem van de mantelzorg. Mantelzorgers zijn familieleden of vrienden die tijdelijk of permanent voor een zorgbehoevende zorgen. Die kunnen in aanmerking komen voor een onkostenpremie. Die premies, die elke gemeente afzonderlijk mag bepalen, zouden omhoog moeten gaan.”
WANNES NEUKERMANS
“Ik vrees voor een ineenstorting van onze kwalitatieve zorg”
In deze nieuwe rubriek maken we kennis met Wim Vanraes (°1980). Hij zal ons wekelijks onder andere vertellen over hoe hij het leven als Vlaming in de VS ervaart, wat hij als familieman met vrouw en vier kinderen allemaal meemaakt in het dagelijkse leven en wat zijn band nog is met Vlaanderen.
meenam om te koesteren of langzaam te vergeten.
Nu begreep ik waarom ik me een paar jaar voordien zo ongemakkelijk voelde tijdens een bezoek aan mijn ouders.
die bekend klonken, maar waarmee ik geen voeling meer had.
In volle ernst vroeg hij me of ik aan ‘piereballen’ deed. Verbaasd vroeg ik hem wat dat was: een soort voorloper van bowling. Het was een spel dat zijn voorouders uit hun dorp hadden meegebracht toen dat bij hen populair was. Na hun tocht over de Atlantische Oceaan bleef dat spel in hun gedachten deel uitmaken van hun identiteit, een soort van baken. Maar thuis, in Vlaanderen, verging het piereballen zoals zovele modes en is het al lang in onbruik geraakt. Hier in Minnesota echter bleef het voortleven, zij het heel statisch. Op een sokkel, een herinnering aan hun vaderland, in ere gehouden door de daaropvolgende generaties. In Vlaanderen echter ging het leven verder, maar dynamisch.
Momentopname
Plots vielen alle puzzelstukken voor me in elkaar. Opgroeiend in Vlaanderen was ik gewoon mee in de stroom van onze cultuur. Een mengeling van heel plaatselijke, maar ook bredere en meer algemene culturele uitingen werd me met de paplepel meegegeven. Toen ik echter naar de VS kwam, werd die levende traditie een momentopname die ik
Ik wandelde rond in Sint-Niklaas, mijn thuisstad, maar voelde me niet meer thuis. Er was niet veel veranderd, ik kende nog geblinddoekt mijn weg, ik verstond de mensen en zij mij. Maar toch, het was niet meer 100 procent hetzelfde. De mode was net iets anders en de gespreksonderwerpen waren over dingen
Het eigenaardige is dat wanneer ik nu terug naar Vlaanderen kom, ik in een vreemd land ben. Een land dat ik wel nog heel erg goed ken, waar ik nog steeds zonder kaart mijn weg vind en waar ik zonder problemen kan communiceren. Maar toch een vreemd land. Een land dat verder is gegaan en waar ik een soort
Bijna tien jaar geleden was ik op bezoek bij vrienden uit Saint Paul in de staat Minnesota. Een toch wel bijzondere stad want een eeuw geleden had een grote groep Vlamingen zich daar gevestigd. Tijdens een sociale bijeenkomst waarop mijn vriend me had uitgenodigd, was er iemand in de groep die had opgevangen dat ik uit België kwam. Hij kwam op me af, stelde zich voor met een Vlaamse naam (op z’n Amerikaans uitgesproken), en was dolenthousiast aan het vertellen over zijn eigen achtergrond: hoe zijn overgrootouders uit Vlaanderen naar hier waren gekomen en er een bestaan als tabaksboeren hadden opgestart. SPORT
van reliek ben geworden. Stilstaand in de tijd, een weergave van Vlaanderen uit WIM VANRAES
Veel mensen zijn volgens Geuns verbaasd dat tractorpullingwedstrijden anno 2023 nog kunnen plaatsvinden, gelet op de vermeende milieu-impact. “Het ziet er allemaal indrukwekkend uit, maar eigenlijk valt de impact goed mee”, oordeelt hij. “Vorig jaar mochten we 5.000 bezoekers verwelkomen. Er zal wel wat vervuiling zijn, maar met 80 passagiers naar Spanje vliegen, is minstens even vervuilend en komt minder mensen ten goede.”
In Balen vond afgelopen zondag de Trekkertrek van tractorpullingteam ‘Keep on Smoking’ plaats. Tom Geuns van ‘Keep on Smoking’ legt uit hoe een wedstrijd precies verloopt en waar de sport vandaan komt. De deelnemende tractoren kunnen in drie categorieën worden opgedeeld: standaard-, boerensport- en sporttractoren. Voor standaardtractoren variëren de gewichtsklassen van 3,5 ton tot 12 ton, voor boerensporttractoren van 3,5 tot 8,5 ton en voor sporttractoren van 3,5 tot 6,5 ton. In de eerste categorie zijn de tractoren niet aangepast, terwijl de tractoren in de twee andere categorieën wel aanpassingen aan de motor ondergaan om het vermogen te maximaliseren, zoals aangepaste versnellingen.
Tijdens de wedstrijd worden de tractoren vastgemaakt aan een sleepwagen, die ze vervolgens over een maximale afstand van 100 meter zo ver mogelijk moeten zien te verplaatsen. De sleepwagen wordt door het opstapelende zand steeds zwaarder, waardoor de belasting toeneemt. “Daardoor kan de tractor niet blijven rijden en komt hij uiteindelijk tot stilstand”, legt Geuns uit.
Hoeveel de sleepwagen precies weegt, is afhankelijk van de ondergrond. De wedstrijden van ‘Keep on Smoking’ in Balen vinden plaats op een zandgrond, terwijl andere wedstrijden op een kleigrond worden afgewerkt. “Daarbij is de belasting veel zwaarder, waardoor de sleepwagen minder zwaar is dan bij ons”, aldus Geuns.
Tractorpulling kwam veertig jaar geleden naar Nederland overgewaaid vanuit de Verenigde Staten. Onze noorderburen zijn in die sport uitgegroeid tot de absolute wereldtop. Door het ontbreken van een koepelorganisatie wordt tractorpulling in België - in tegenstelling tot in Nederland - vooral als hobby beoefend.
250 van de 320 deelnemende tractoren behoorden dit jaar tot de standaardcategorie. “Op de oudere tractoren na voldoen die allemaal aan de Europese emissienormen en hebben ze een AdBlue-filter.”
In Balen is het vooralsnog vrij gemakkelijk om een vergunning te verkrijgen, maar in Essen ligt dat anders. Het lokale tractorpullingteam moest noodgedwongen andere oorden opzoeken door het ontbreken van een vergunning.
In het Nederlandse Gulpen kunnen nog twee edities plaatsvinden, maar daarna wordt ook daar de sport aan banden gelegd. “De organisatoren moeten elk jaar een bijdrage leveren aan een windmolen voor groene energie”, weet Geuns.
Geuns en zijn teamgenoten vragen zich naar eigen zeggen al enkele jaren af hoelang ze nog van hun sport zullen kunnen genieten. Hij wijst daarvoor de milieuorganisaties en klimaatspijbelaars met de vinger. “Maar zolang we kunnen, blijven we onze Trekkertrek organiseren”, besluit hij.
Misschien heeft u ooit het volgende weetje opgepikt: de oude Grieken konden de kleur blauw niet waarnemen. Gek? Zeker. Leuk om interessant mee uit de hoek te komen op een borrelavond? Ongetwijfeld. Het enige probleem is dat deze wetenswaardigheid larie en apekool is. Er is niets van waar.
kende musea en zijn vanaf dit najaar ook in het Gallo-Romeins Museum van Tongeren te bewonderen.
Kleurrijke kathedralen
De klassieke oudheid is niet de enige periode die heel wat kleurrijker was dan algemeen werd voorgesteld. Wist je bijvoorbeeld dat heel wat gotische kathedralen in de middeleeuwen – op zich al indrukwekkende bouwwerken die hun gelijken niet kenden – een en al kleur waren? De kleurrijke glas-in-loodramen kunnen we vandaag nog steeds bewonderen en in heel wat middeleeuwse kerken vind je sporen terug van beschilderde beelden en interieurs.
derd waren. Zo vond men in de jaren ’90 verfsporen terug op de westelijke façade van de kathedraal van Amiens. Meermaals per jaar wordt in de Franse stad een lichtshow georganiseerd, met projecties op de kerk die tonen hoe die er oorspronkelijk moet hebben uitgezien.
De oude Griekse en Romeinse standbeelden verloren door de eeuwen heen hun kleuren door blootstelling aan de elementen. Toen er in de late middeleeuwen en de renaissance hernieuwde aandacht uitging naar deze klassieke kunstwerken, zag men bijgevolg witte, niet gekleurde, standbeelden.
Waar komt dit broodjeaapverhaal dan vandaan? Vaak worden de gedichten van Homeros aangehaald, waarin hij nooit het woord ‘blauw’ zou gebruiken om de zee te beschrijven. Wel wordt in de Ilias en de Odyssee herhaaldelijk het woord ‘wijndonker’ gebruikt om ruwe of stormachtige zeeen aan te duiden. Bijgevolg, gaat de redenering, konden de oude Grieken de kleur blauw niet waarnemen en waren zeeën in hun ogen donkerrood.
Het is veel waarschijnlijker dat de blinde Homeros daarmee simpelweg wilde duidelijk maken dat de zee donker en ruw was, niet rood of blauw of paars of geel. Bovendien hadden de Grieken wel degelijk woorden voor blauw: ‘glaukos’ kwam ruwweg overeen met appelblauwzeegroen en ‘kyaneos’ betekent zoveel als ‘diepblauw’.
Kleurrijke standbeelden
Diezelfde oude Grieken gebruikten de kleur blauw ook gewoon om hun standbeelden te beschilderen. Inderdaad, in tegenstelling tot hoe het vaak wordt voorgesteld, werden de welbekende standbeelden van de oude Grieken en Romeinen niet in
BOEK
maagdelijk wit marmer opgesteld in de publieke ruimte, maar beschilderd met weelderige kleuren.
Het moet ongetwijfeld een ervaring zijn geweest: de explosie aan kleur als je de agora of het forum betrad. Standbeelden, zuilen en façades waren beschilderd in het groen, blauw, geel, oker, rood en zwart. Om de kleuren te bekomen, werden mineralen gebruikt, of dingen die men in de natuur vond: malachiet (groen), azuriet (blauw), arseenverbindingen (geel en oker), cinnaber (rood) en verbrande botten (zwart).
Hoewel dit voor velen als een verrassing komt, lagen de aanwijzingen dat deze standbeelden beschilderd waren al die tijd onder onze neus. Niet alleen waren er kleurresten op heel wat ontdekte beelden te vinden (die in de 19de eeuw vaak vakkundig en met de beste bedoelingen verwijderd werden door archeologen, de horror!), maar heel wat klassieke teksten verwijzen ook uitvoerig naar beschilderde beelden.
Dat het brede publiek terug kennis maakt met de beschilderde beelden, is bovenal de verdienste van één Beierse archeoloog: Vinzenz Brinkmann. Zijn reconstructies maken sinds de jaren ’00 faam in tal van be-
Op 15 maart 2023 vierde de BoerBurgerBeweging (BBB) een historische zege bij de Nederlandse Provinciale Statenverkiezing. Ze nam de fakkel als grootste partij over van het Forum voor Democratie (FvD) dat in 2019 overtuigend won. Deze laatste blijft wel de grootste ledenpartij en het boek dat voor ons ligt, haalt zelfs de titel van best verkochte boek bij de noorderburen. Tussen de bestaande islamkritische PVV van Wilders en de christelijk-conservatieve SGP ziet stichter Thierry Baudet een opportuniteit om zich als nieuwe partij te manifesteren. Ziehier de partijbeginselen in boekvorm gegoten.
Wie FvD zegt, denkt automatisch aan de jonge politicus Thierry Baudet, gepokt en gemazeld in academische middens met als toetje een doctoraat aan de Universiteit van Leiden en auteur van bekende werken als ‘De aanval op de natiestaat’ en ‘Oikofobie’. Zijn flamboyante, soms provocatieve stijl zorgt ervoor dat hij ofwel geliefd ofwel gehaat is. De Mozes van de Nederlandse politiek deelt als de Rode Zee het electoraat op in voor- en tegenstanders.
Radicaal
Meermaals onderstreept de Nederlandse politicus in het boek het radicale karakter van zijn partij. Geen profilering op één thema of milde kritiek op de gang van zaken via beleidsoppositie, maar wel systeemoppositie kritiek pur sang. De vele problemen in Nederland en bij uitbreiding West-Europa zijn volgens Baudet gelieerd aan de huidige tijdsgeest. Hij ziet een oplossing langs twee lijnen: de ijver voor vrijheid en nationale soevereiniteit. Het eerste is ruim twintig jaar brandend actueel in Nederland, met de moorden op Pim Fortuyn en Theo Van Gogh in het achterhoofd. Waarheid dient een continue zoektocht te blijven via vrij debat en voortschrijdend inzicht, aldus FvD. De tweede is uiteraard het basisbeginsel van een nationalistische partij. Rond deze twee speerpunten weet de
partij zich rond heel wat actuele thema’s scherp te profileren: het coronabeleid, het stikstofdossier, de woke waanzin, de verregaande EU-regelgeving. Vaak worden de politieke stellingnames gevoed uit de academische bagage van de schrijver. Daarbij put hij inspiratie uit onder andere Popper en Tocqueville. De steekvlampolitiek en het repressieve klimaat doen Baudet snakken naar frisse lucht. Het is een fenomeen dat we buiten Nederland ook zien: nationalistische partijen die de kaart van de (persoonlijke) vrijheid spelen. Zo schuift het populisme, zijnde de kritiek op de supranationale elites, het nationalisme wat op de achtergrond. Die elites schijnen zich boven het volk verheven te voelen en andere belangen te dienen. In die zin maken zij in de ogen van populistische politici geen deel uit van het verbindend geheel, de natie.
Oekraïne
Waar tijd en plaats de politiek benauwt, probeert de Nederlandse politicus holistisch te denken. Denk bijvoorbeeld aan zijn pleidooi een ongezonde eetcultuur te liëren aan een breder verhaal van stress en maatschappelijke onzekerheid. Of zijn kritiek op de consumptiemaatschappij, die nooit zin aan het leven kan geven zoals bijvoorbeeld het geloof. Hoeft het te verbazen dat met de nodige sympathie de Franse schrijver Mi-
Daar stopt het niet, want er zijn aanwijzingen dat zelfs de façades en frontons van heel wat gotische kerken in kleur beschil-
De klassieke oudheid was in de ogen van de renaissancemens het ‘ideale’ tijdperk, waarvan men de verloren gegane glorie moest trachten te herwinnen, beter dan de middeleeuwen die men achter zich liet. Ook de beeldhouwkunst uit de oudheid verdiende navolging en die was – zo dacht men in de 15de eeuw althans – wit. Bijgevolg lieten beeldhouwers in de renaissance hun eigen marmeren beelden niet beschilderen. Het idee dat een goed beeldhouwwerk niet beschilderd moest zijn, was geboren en zou vele eeuwen in zwang blijven.
Cultuurschok
Dankzij deze verwachtingen van hoe een hoogstaand beeldhouwwerk eruit zou moeten zien, die we hebben overgeërfd uit de renaissance, ervaren velen een kleine cultuurschok als ze de beschilderde beelden zien. Een wereld die wij ons als streng en sober voorstelden, blijkt plots extravagant. Het is alsof je plots van een calvinistische kerk in een rococokerk wordt gedropt.
Heel wat mensen vinden de kleurrijke beelden niet mooi, of zelfs kitscherig. Dit is minstens deels een gevolg van hoe ze worden voorgesteld: in een museum, eenzaam op een sokkel, niet in de oorspronkelijke context. In de oudheid stonden ze immers ingebed in een levendige stad, omringd door andere kleurrijke beelden en bouwwerken. Het moet een lust voor het oog zijn geweest.
PIETER VAN BERKEL
chel Houellebecq wordt aangehaald?
Een belangrijke mijlpaal in Baudets poli tieke engagement is zijn trekkersrol in het referendum rond het associatieverdrag met Oekraïne. We schrijven 2016. De argumen ten om zich tegen dat verdrag te kanten, zijn onder andere de corruptie in het land en de vrees hiermee in een oorlog met Rusland te belanden. Zeven jaar later is dat laatste realiteit. Met een verregaand engagement in het conflict is Brussel niet meer in staat om de door de schrijver gewenste vrede en de-escalatie te bewerkstelligen. Zoals wel vaker mondt (terechte) kritiek op de agres sieve agenda van Washington bijna vanzelf uit op een welwillende blik richting Mos kou. De forse taal van Poetin inzake ethiek en historische grandeur dreigt te vergeten dat de man in het Kremlin enkel de Russische agenda dient. Net als de VS heeft Rusland baat bij een verdeeld en verzwakt Europa.
Aanval op de natiestaat
“Als je een grote beschaving te gronde wil richten, dan zou je een lijstje kunnen opstellen van de dingen die je daarvoor zou moeten doen: massale immigratie; onteigening van de boeren zodat de voedselvoorziening in gevaar komt; de energieprijzen tot onbetaalbare hoogten laten stijgen; de geschiedenis herschrijven; gezinnen en familiestructuren stukmaken door LHBT-propaganda en feminisme; moderne kunst en moderne architectuur promoten om de ziel van de mens te verstoren; transnationale verbanden instellen zodat je de democratie kapotmaakt;…” Baudet ziet dit met lede ogen aan, maar blijft niet bij de parlementaire pakken zitten. Het pleidooi van columnist Sid Lukkassen voor een eigen zuil vertaalt zich in een eigen studio, school en
zelfs app om gelijkgezinden te ontmoeten. Maatschappelijk weerwerk gebeurt in eerste instantie door zich te organiseren. Het boek eindigt dan ook met het een verslag van het Zuid-Afrikaanse Orania. Het betreft een gemeenschap waar Afrikaners zich verenigen om hun taal, cultuur en gezin veilig te stellen.
Net als de andere politieke strekkingen is ook het rechts-nationalisme bij onze noorderburen hopeloos verdeeld. Het levert de kiezer een ruim palet aan partijen, die soms enkel door rancune te scheiden zijn. Lukt het nog om voorbij de geschillen te zoeken wat hen bindt en eindelijk het Nederlandse schip te keren richting betere tijden? Met dit boek laat FvD alvast in zijn logboek en scheepskaarten kijken.
PIETER VANDERMOERE
Thierry Baudet - 'De Gideonsbende - Het unieke verhaal van FVD' 2023, Amsterdam Books, 272 bladzijden 21,95 euro ISBN 9789083271514
De Sint-Leonarduskerk in Zoutleeuw herbergt niet minder dan 21 Topstukken van de Vlaamse Gemeenschap. Heel wat musea kunnen van een dergelijke kunstschat alleen maar dromen. En anders dan in een museum bevinden de kunstwerken zich na al die eeuwen nog altijd op hun oorspronkelijke plek. Een bezoek aan die kerk is een unieke ervaring. De Sint-Leonarduskerk werd gebouwd tussen de dertiende en de zestiende eeuw. De oudste delen zijn romaans, het grootste deel is opgetrokken in de gotische stijl. De geschiedenis is mild geweest voor dat kerkgebouw. De Beeldenstormers in 1566, en later ook de Franse revolutionairen lieten ze ongemoeid. De kerk heeft haar laatmiddeleeuwse interieur kunnen behouden en ook het indrukwekkende kunstpatrimonium dat gedurende eeuwen is opgebouwd, bleef voor het grootste deel bewaard. Het gaat om schilderijen, retabels, heiligenbeelden, koper- en zilverwerk, misgewaden en andere devote voorwerpen.
Marianum en sacramentstoren
Van de talrijke kunstschatten in de Sint-Leonarduskerk zijn er 21 erkend en beschermd als Topstuk van de Vlaamse Gemeenschap (en dat aantal kan nog groeien).
Bij het binnentreden valt onmiddellijk, hoog in het schip, het Marianum (ca. 1535) op. De sculptuur heeft aan beide zijden een voorstelling van Maria en kind.
Ze zijn omgeven door een stralenkrans en gevat in een rozenkrans. Maria staat op een maansikkel en verplettert een draak. Zes engelen zweven rond het tafereel. Een dergelijk type sculptuur is in Vlaanderen vrij zeldzaam en het exemplaar in Zoutleeuw heeft door de rijke polychromie, die bewaard is gebleven, een bijzonder grote artistieke waarde.
Pallieterke, Ik wil even doorgeven dat ik de nieuwe rubriek van Wim Van Raes enorm interessant vind. Leuke toevoeging aan jullie reeds geweldige krant!
Davy Vercauteren, Sint-Niklaas
Pallieterke, In het artikel ‘België is bizar’ (202331, p. 19) wordt vermeld dat de gemiddelde verkoopprijs van huizen en appartementen vorig jaar in Vlaanderen steeg en in Wallonië daalde met een paar procenten. Wat niet verscheen, is de gemiddelde verkoopprijs zelf: want dat verschil gaat in de richting van 50 procent. Toch bizar dat die informatie in onze pers niet verschijnt. Om te wonen betaalt de Vlaming een pak meer dan de Waal en toch moeten lonen en wedden Belgisch gelijk blijven. Bizar.
René Vercammen, Duffel
2024… OF 2029?
Pallieterke, In ’t Pallieterke van donderdag 29 juni 2023 zie ik op pagina 2 een grote titel: “Hoe de PVDA/PTB in het bestuur alles verandert.”
len in de vacatures voor knelpuntberoepen. Volgens het plan is dat dubbele winst, namelijk ze leren Nederlands en de geviseerde beroepen worden ingevuld. Een bij mij opkomende vraag is: wat heeft de VDAB in het verleden gedaan met de massa’s werklozen die de statistieken vullen? Heeft de VDAB dan gefaald?
Anderzijds toch ook bedenkingen bij sommige precaire beroepen zoals verpleegkundigen. Ik heb alleszins slechte ervaringen gehad met zo een (stagiair) verpleegkundige die geenszins bekwaam was. Volgens mij is het plan ‘wishful thinking’, of gebakken lucht.
Eddy Verpoten, MechelenVerbluffend mooi is de majestueuze sacramentstoren (1550-1552) in witte Avesnes-steen. Hij is 18 meter hoog, telt negen verdiepingen en bevat ongeveer 200 beeld-
jes met taferelen uit het Oude en Nieuwe Testament. Dat kunstwerk van Cornelis Floris is zondermeer de meest buitengewone sculpturale verwezenlijking van de zestiende eeuw. Gelijktijdig met de sacramentstoren kwam er een geelkoperen balustrade rond het meesterwerk. De geelgieter integreerde op een creatieve manier de vernieuwende vormentaal van Floris in de speelse bekroning van het hekwerk. Daarom zijn balustrade en toren samen erkend als Topstuk.
Een schat aan retabels
De zijkapellen van de Sint-Leonarduskerk werden in de zestiende eeuw bijgebouwd door de gilden. Ze bevatten een schat aan retabels. Twee van die Topstukken dateren uit de vijftiende eeuw. Het Sint-Leonardusretabel (ca. 1478) is een zeer fraai en zeldzaam voorbeeld van de Brusselse retabelproductie uit die periode. Het verfijnde beeldsnijwerk, met delicate gelaatsuitdrukkingen en verstilde houdingen, is van hoogstaande kwaliteit en uit de goed bewaard gebleven polychromie spreekt een even groot gevoel voor detail.
Het retabel van de Heilige Catharina of Heilige Familie (1479) komt uit het atelier van Joes Beyaert, destijds een belang-
rijk beeldsnijproductiecentrum in Leuven. Beyaert ontwikkelde een heel eigen stijl waarvan het retabel in Zoutleeuw een goed voorbeeld is. Hier geen veelheid aan kleine beeldjes, maar grote volronde beelden. Er zijn nog sporen te zien van een rijke en unieke stoffering met opgeplakte tinnen lelies en parels op persbrokaat. Bovendien is dat retabel een vroeg voorbeeld van de ‘ontvoogding’ van Jozef: van een tweederangsfiguur naar de volwaardige echtgenoot van Maria.
Wanneer komt er een titel: “Hoe de N-VA in het bestuur alles verandert?” Het zal inderdaad niet even gemakkelijk zijn, want alles, maar dan ook alles, werkt met alle macht tegen. Daarom is het zo belangrijk dat alle kiezers die hun stem uitbrengen op het Vlaams Belang ook niet vijandig staan tegenover en zelfs blij zijn met een stem voor N-VA. Op voorwaarde dat die stem niet van het Vlaams Belang afkomstig is. Dat is nogal wat positiever dan uit te bazuinen dat een stem voor Vlaams Belang een verloren stem is. Zoals de zaken er nu voorstaan, kunnen de beide V-partijen alleen niks realiseren en zullen de kiezers hopelijk de partijbonzen ertoe verplichten om samen te werken, in de geest van wijlen Eric Defoort: “Als het om de Natie gaat, zijn we één!” Andere hulp valt niet te verwachten, maar wat baten kaars en bril als den uil niet zien en wil?
Pol Jongbloet - Mechelen
WIE GAAT HET BEPALEN?
Pallieterke, ‘Grote stelen, kleine stelen, grote stelen het meest’. Dit gezegde las je vroeger vaak als uithangbord van pijpenwinkels. Het aan de man brengen van grote pijpenstelen is immers winstgevender dan van kleine. Je kan van het substantief stelen subtiel een werkwoord maken, dan heb je geen gezegde, maar een zin. In 1953 citeerde Louis Paul Boon dit gezegde in zijn roman de ‘Kapellekensbaan’ en vond dat men het over de hele wereld zou moeten kunnen lezen. De tekst werd hier en daar als aanstootgevend ervaren en verwijderd. Jawel, zo gevaarlijk kan een verkapte zin of een gezegde zijn! De dubbelzinnigheid toont aan hoe prachtig onze Nederlandse taal wel is! “Spelen met haar, met de taal, is nooit een ijdel tijdverdrijf en er is zoals bij het schaduwboksen winnaar noch verliezer”, schreef de Oostendse dichter Karel Jonckheere terecht.
Johan Corveleijn, Oostende
Pallieterke,
Het zwierige Antwerpse Sint-Annaretabel uit het tweede kwart van de zestiende eeuw getuigt van een nieuwe tijd: de renaissance. Dat Topstuk is een bijzonder schouwspel met fijne figuurtjes in een ongewone scenografie.
Volgende week ontdekken we de andere Topstukken in de Sint-Leonarduskerk, waar in de vieringtoren ook nog de oudste in serie gegoten beiaardklokken ter wereld hangen. Bovendien is de kerk na een jarenlange restauratie terug in haar volle glorie te bewonderen.
MMMV
Informatie over de openingsuren van de Sint-Leonarduskerk in Zoutleeuw: www.zoutleeuw.be/ sint-leonarduskerkaanwinsten
Pallieterke, Met jullie artikel ‘Streven India Ontgoocheld ben ik door de veelbelovende titel van het artikel ‘PS zet N-VA voor blok in 24’. Ik dacht het nu eens te lezen, maar daar staat niks meer in dan de omgekeerde strategie die van N-VA verwacht wordt: we vormen geen regionale regering als er niet eerst een federale is, of, als N-VA federaal onvoldoende zijn zin krijgt, zit het er dik in dat het cordon kan worden doorbroken. Als Flahaut nu vertelt dat N-VA federaal niet mee mag doen wanneer het cordon doorbroken wordt, voert hij geen originele redenering. Flahaut gaat niet bepalen wat in Vlaanderen gebeurt, De Wever wellicht wel wat er federaal gebeurt.
Hendrik Paternoster, Tervuren
HET EI VAN BART SOMERS
Pallieterke, Bart Somers heeft een ei gelegd. Hij wil nieuwkomers een opleiding bezorgen om ze in te schake-
Sinds begin mei 2022 ben ik erin geslaagd ettelijke van mijn schrijfsels gepubliceerd te zien in jullie brievenrubriek, waarvoor mijn dank. De teneur van mijn schrijfsels was - en is nog steeds - dat we ervoor moeten zorgen bij de regionale verkiezingen van 2024 een Vlaams-nationale meerderheid te hebben in het eigen Vlaams Parlement.
In dat laatste word ik in jullie nummer van week 31 van dit jaar bijgevallen door Gilbert van Gils uit Schilde, die zelfs enkele stapjes verder gaat. Hij vindt dat niemand minder dat Bart De Wever zelf zijn eigen achterban zou moeten oproepen om regionaal massaal voor het Vlaams Belang te stemmen. Als tegenprestatie vraagt hij Tom Van Grieken om op zijn beurt zijn kiezers te vragen voor het federaal parlement massaal voor de N-VA te stemmen. Op die manier zouden de Vlaams-nationalisten meer dan waarschijnlijk een volstrekte meerderheid behalen in het eigen parlement en via een soevereiniteitsverklaring een eerste stap zetten naar een Vlaamse zelfstandigheid.
De heer van Gils heeft er zelf wel zijn twijfels over. Wat als De Wever zijn woord niet houdt? Een ‘Lachaertje’ is snel gemaakt, ook in deze tijden van Ongena(de)…
Guido Van Alphen, Kasterlee
Een lezersbrief insturen? Stuur uw bericht naar lezersbrieven@pallieterke.net. Opgelet, brieven mogen maximaal 1.000 karakters tellen (inclusief spaties). Dat zijn een 30-tal lijnen in ’t Pallieterke of zo’n 160 woorden. We houden ons het recht voor om zonder verantwoording uw (te lange) brief niet te publiceren of in te korten. Uw naam en gemeente dienen doorgegeven worden voor publicatie bij uw brief.
UUit de samenwerking van de Nederduitsche Bond met de katholieke Konservatieve Vereeniging en afgescheurde radicaal-liberalen zou kort daarna de Meetingpartij ontstaan, die jarenlang de Antwerpse gemeentepolitiek zou domineren. Onder invloed van de Bond werd het Nederlands de enige officiële taal van het Antwerpse stadsbestuur (1866) en van het provinciebestuur (1872). Dit was vooral te danken aan de inzet van de jurist Edward Coremans, een van de belangrijkste sterkhouders van de Bond én de Meetingpartij, die deze week precies 150 jaar geleden de eerste taalwet kon laten goedkeuren in de Kamer van volksvertegenwoordigers.
De Belgische staat was vanaf de oprichting in 1830 op Franstalige leest geschoeid. Het Frans was de taal van de elite en de middenklasse. Het gebruik van de talen was in de prille staat in theorie vrij en door de Grondwet gewaarborgd. Bestuur, diplomatie, justitie, leger, kerkelijke hiërarchie en onderwijs waren ééntalig Frans. Punt. De kennis van het Frans werd daardoor een conditio sine qua non voor al wie een betrekking in openbare dienst wou of voor promoties, de vereiste taalaanpassing een integratie-instrument in handen van de heersende klasse, de taalkloof een sociale kloof. Als reactie hierop ontstond de Vlaamse Beweging die in den beginne beperkt bleef tot een handvol intellectuele taalminnaars. Het was een kleinburgerlijke, voornamelijk stedelijke beweging die aanvankelijk op weinig sympathie van de overwegend weinig geletterde lagere bevolkingslagen kon rekenen
BEWEGING DIE OP WEINIG SYMPATHIE
VAN DE LAGERE BEVOLKINGSLAGEN KON REKENEN
Daar kwam echter verandering in door het totale onbegrip en de denigrerende houding van de maatschappelijke en politieke elite ten opzichte van de grieven van de Vlaamse Beweging. De flaminganten beseften dat een machtsverwervingsproces noodzakelijk was om de Vlaamse kwestie op de politieke agenda te plaatsen. Eén van de belangrijkste krachten van deze politiek-emancipatorische stroming van deze generatie flaminganten werd de Nederduitsche Bond, die gemeenzaam onder de noemer ‘le banc Anversois’ in de Kamer bekend stond, die onder aanvoering van Edward Coremans de eerste taalwetten wisten af te dwingen. Voor het eerst in de geschiedenis moest het regime zich neerleggen bij het feit dat de meest elementaire taalrechten niet langer konden worden ontzegd aan de meerderheid van de bevolking.
Dit werd vergemakkelijkt door een aantal discriminerende schandalen in de gerechtelijke sfeer, die een groot mobiliserend effect hadden op de publieke opinie in Vlaanderen. Vooral de strafzaak rond Jozef Schoep veroorzaakte veel ophef. Toen deze Vlaamse arbeider op 19 oktober 1872 de geboorte van zijn zoon ging aangeven op het gemeentehuis van Sint-Jans-Molenbeek, wou de ambtenaar van de burgerlijke stand de geboorteakte enkel in het Frans opstellen. Schoep weigerde hierop de aangifte te doen en werd hiervoor op 13 februari 1873 tot een boete van 50 frank - een voor die tijd forse som - en de gerechtskosten veroordeeld. Deze veroordeling veroorzaakte groot protest in Vlaanderen.
Ze waren met nog geen honderd: de Antwerpse Vlaamsgezinden die op 10 maart 1861 in het Théâtre des Variétés op de hoek van de Maarschalk Gérard- en Schermersstraat bijeen waren gekomen om de Nederduitsche Bond op te richten. Een drukkingsgroep die in minder dan een jaar transformeerde tot een heuse kiesvereniging die zich met hand en tand verzette tegen de ambitieuze regeringsplannen om van de Scheldestad het Nationale Bolwerk, een gigantische militaire vesting te maken.
Het protest werd nog massaler nadat de straf van Schoep in cassatie niet alleen werd bevestigd, maar er bovendien op 12 mei 1873 ook nog een bijkomend arrest werd geveld waarin aan zijn advocaten het recht werd ontzegd om in het Nederlands te pleiten… Toen was het hek van de dam. De - bijna - volledige Gentse balie zond een protestschrijven naar het parlement waarin ze erop wees dat het taalgebruik in rechtszaken alleen per wet kon worden geregeld. Deze zaak ontspon zich net op het ogenblik dat Edward Coremans en Juliaan De Vriendt op 13 april een herziene versie van een al in 1872 door hen op de agenda geplaatst wetsvoorstel hadden ingediend inzake de gelijkwaardigheid van het Nederlands en het Frans in wetszaken.
Het doel was het Nederlands als officiële taal in de rechtspraak te laten erkennen. De niet aflatende commotie rond het arrest-Schoep zette behoorlijk wat druk op de regering en het parlement om dit wetsvoorstel in te willigen. Amper enkele weken na een massale, door duizenden betogers bijgewoonde protestdemonstratie, die de Vlaamsgezinde vereniging De Veldbloem in Brussel had georganiseerd, werd op 17 augustus 1873 het wetsvoorstel van Coremans aangenomen. Het Nederlands werd de hoofdtaal in de rechtspraak in Vlaanderen, hoewel voor de pleidooien en de strafvorderingen het Frans nog mocht worden gebruikt. Het was de eerste stap in een lange weg die uiteindelijk, weliswaar vele decennia later, zou leiden tot de taalhomogeniteit van Vlaanderen.
In het parlement was de flamboyante en soms naar populisme neigende Coremans een kwarteeuw lang met verve de verpersoonlijking van de Vlaamse Beweging. Op zijn initiatief ontstonden vier belangrijke taalwetten: die op de strafrechtspleging van 1873 en 1891, op het middelbaar onderwijs van 1883 en die op het middelbaar en het hoger onderwijs van 1910. Bij de oprichting van de Vlaamse Conferentie der Balie van
n Edward Coremans
Antwerpen kwam het voorzitterschap, dat hij van 1885 tot 1891 vervulde, hem als het ware toe. Net zoals zijn zetel in de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde die hem in 1891 werd toegewezen.
Zijn politieke einde vormde een niet zo fraaie bladzijde uit de historiografie van de Vlaamse Beweging. Door toenemende gezondheidsproblemen bleef hij vaak afwezig tijdens de parlementaire debatten en vond men in Antwerpen dat het hoog tijd werd dat hij baan moest ruimen voor het aanstormende talent dat Frans Van Cauwelaert was.
Zijn tegenstanders zagen in mei 1910 hun kans schoon door een financieel incident op te kloppen tot een politiek schandaal. Zijn zes collega-parlementsleden van de Meetingpartij kondigden hierop collectief aan dat ze niet samen met Coremans op dezelfde lijst wilden staan. De partij liet hem als een blok vallen. Verbitterd overleed hij een paar maanden later.
Zijn vrienden lieten in 1920 een grafmonument maken waarop in bas-reliëf de fabel van La Fontaine over de stervende oude leeuw die een ezelstamp kreeg werd uitgebeeld. De leeuw droeg de gelaatstrekken van Coremans en de andere dieren die van zijn opponenten. De directie van het Kielkerkhof en het stadsbestuur vonden dat dit monument niet thuishoorde op een dodenakker waar ‘ingetogenheid regel moest zijn’… Postuum kreeg hij echter wel eerherstel toen zijn stoffelijke resten in 1935 tegenover de tombe van Hendrik Conscience op het Schoonselhof werden bijgezet.
Het heeft het college van burgemeester en schepenen van Ieper behaagd om de kameraadschapsavond aan de vooravond van de IJzerwake te verbieden. Eerste reden: er was geen vergunning aangevraagd. Tweede reden: er zouden wel eens verkeerde liedjes kunnen gezongen worden.
Iedereen herinnert zich nog het debacle rond Frontnacht, aan de vooravond van de vorige IJzerwake. Er zouden toen enkele zangers en muziekgroepen optreden uit Duitsland, Italië en Nederland, in een poging om een jonger publiek aan te trekken. Er zaten enkele ruige muziekbands tussen met nog ruigere muziek, en toen ontdekte ineens een linkse jongen dat een van die rechtse bandleden in een ver verleden eens zijn rechterarm omhoog had gebracht tijdens een concert. Daarmee was het hek van de dam en werd Frontnacht verboden.
Los daarvan werd in de media dan nog eens de kwakkel gelanceerd als zou de rechtsradicale groep Project Thule van Thomas Boutens de ordedienst uitmaken op de IJzerwakeweide. Daar is nochtans nooit sprake van geweest. Iedereen die iets met IJzerwake te maken heeft, bevestigde me dat. Maar Thule kwam iets te uitgebreid in beeld en IJzerwake heeft daarom besloten om de groep dit jaar geen verkoopstand toe te kennen. Boze tongen beweren dat dat gebeurde onder enige druk van het Vlaams Belang, maar bij IJzerwake wordt dat dan weer ontkend. Resultaat: de mannen van Thule zijn boos en een deel van de bezoekers is ook boos op de IJzerwake omdat men Thule geen stand meer gunt. Strikt genomen hebben de jongens en meisjes van Thule niets mispeuterd, maar Thomas Boutens werd in het verleden wel veroordeeld voor onder meer het beramen van een aanslag op Filip Dewinter.
Charter
Allemaal als gevolg hiervan heeft de stad Ieper het lumineuze idee gehad om een ‘vredescharter’ op te stellen dat elke vereniging die iets organiseert op het grondgebied van de stad, moet ondertekenen. Dat charter is er mede gekomen onder druk van het extreemlinkse burgerplatform Vredescollectief Ieper en moet vermijden dat wordt “aangezet tot discriminatie, haat, geweld of segregatie” en er “denkbeelden worden verspreid over rassuperioriteit of rassenhaat”. Iemand die veroordeeld is voor racisme of negationisme mag bijvoorbeeld niet op het grondgebied van de stad optreden.
Het bestuur van IJzerwake heeft dat charter ondertekend, maar met enig voorbehoud. Dat voorbehoud vraagt dat rekening gehouden wordt met de grondbeginselen van de rechtsstaat, waaronder vrijheid van meningsuiting en vergadering. Dat voorbehoud kan niet voor het stadsbestuur en IJzerwake moet uiterlijk tegen 16 augustus het charter onvoorwaardelijk ondertekend hebben.
Schoolvoorbeeld
Laat ons wel wezen: het ‘vredescharter’ van de stad Ieper is op maat gemaakt voor de IJzerwake. En dat is niet ongevaarlijk. Op basis van dat charter zou men bijvoorbeeld Filip Dewinter kunnen verbieden zijn boek ‘Omvolking’ te verkopen (want door links beschouwd als racistisch). Het Ieperse charter is een schoolvoorbeeld van de toenomende controle door de overheid. Wat mag er nog gezegd worden, wat mag er nog gezongen worden, wat mag er nog verkocht worden? Alles mag… behalve wat verboden werd door de burgemeester. En dat is een brug te ver voor de IJzerwake. Volgende week weten we of de manifestatie mag doorgaan of niet.
Op zondag 10 september 2023 om 11.00 uur organiseert de vzw Kapelaan Verschaeve in samenwerking met het ADVN en de gemeente Alveringem een academische zitting met als titel ‘Een halve eeuw later’. Die vindt plaats in OC De Kwalle in de Sint-Rijkersstraat in Alveringem.
Om 10.30 uur legt Andreas Cavyn, voorzitter van de vzw Kapelaan Verschaeve, een bloemstuk neer op het graf van de priester-dichter in Alveringem. Op de academische zitting, die omstreeks 11.00 uur van start gaat, zullen onder meer prof. dr. Matthias Storme, prof. dr. Dirk Rochtus en prof. dr. em. Frans-Jos Verdoodt het woord nemen.
De burgemeester van Alveringem, Gerard Liefooghe, neemt het slotwoord voor zijn rekening. Na de academische zitting volgen nog een receptie en eetfestijn.
Collaboratie
Met de academische zitting wil de vzw hulde bren gen aan Romain Vanlandschoot (90), de biograaf van Cyriel Verschaeve, Hugo Verriest en Albrecht Roden bach. De organisatoren herdenken ook het overlij den van Frank Godderis in 2018 en de terugkeer van
Cyriel Verschaeve naar Alveringem in 1973. Een halve eeuw geleden werd het stoffelijk overschot van Verschaeve door de Vlaamse Militanten Orde (VMO) naar een grafkelder in Alveringem overgebracht vanuit de Oostenrijkse stad Solbad Hall, waar hij op 9 november 1949 was overleden.
Drie jaar eerder, op 11 december 1946, was hij in België bij verstek ter dood veroordeeld voor zijn steun aan de werving voor het Oostfront. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1940 had Verschaeve de kant van de Duitse bezetter gekozen, omdat hij hoopte dat die het Vlaams zelfbestuur zou realiseren.
Verschaeve is de auteur van het bekende vers “Hier liggen hun lijken als zaden in het zand, hoop op den oogst O Vlaanderland” dat op de eerste IJzertoren in Diksmuide, waarvan hij in 1928 de eerste steen legde, te lezen was.
Inschrijven kan via de website van de vzw (www. cyrielverschaeve.eu) of via koen.bultinck@skynet.be. ANTON SCHELFAUT
HORIZONTAAL
A. Iemand die makkelijk iets aanneemt
B. Limburgse stad - Vogels
C. Roep op - Marokkaanse stad
D. Paardenras - New York
Cyriel Verschaeve op het Vlaams Nationaal Zangfeest in 1939 te Brugge
E. Reputatie - Mensen die vroeger allerlei voorrechten hadden
F. Zijdelings aanleunend - Vlaamse stad
G. Het missen van het allernoodzakelijkste
H. Rivier in Rusland - Jeugdige personen
I. Golfterm - Seaborgium - Zijrivier van de Kleine Nete - Tafelde
J. Bloem - Onophoudelijk
K. Rummerk - Familielid
L. Vreemdst - Telwoord
VERTICAAL
1. Reislustig mens
2. Onderofficier - Geweidragend dierSpuugzat
3. Handelsblokkade - Italiaans eiland
4. Afstandsmaat - Loot - Het aantal slagen waarin een golfer een hole moet kunnen spelen
5. Verschijningsvormen - Cesium
6. Grote herkauwer - Pleegt
7. Respireren - Lawrencium
8. Toetsinstrument - Bulderde
9. Familielid - Het gelijktijdig gehuwd zijn met twee personen
10. Bevruchtingsmethode - Jongensnaam
11. Helemaal nietsDeel van een landbouwwerktuig
12. Katalysator bij biologische processenSanctie
Het is zomer en dan hebben ze binnen Vivaldi even geen tijd om mekaar de kop in te slaan en mekaar te beconcurreren met de laatste plaats in de peilingen. Om zich toch nog een beetje in de kijker te zetten, trekken sommige politici dan de emokaart. En ook wat dat betreft spande de goede, oude Georges-Louis Bouchez de kroon met een traantje richting hondjes die aan bomen worden gebonden als mensen op vakantie trekken. Nee, dat mag niet, regeringsleden!
Achtergelaten hondjes zijn natuurlijk niet echt het origineelste emonieuws dat een politicus uit de hoed kan toveren. Je zou het een beetje een open deur intrappen kunnen noemen en traditioneel zijn het ministers van dierenwelzijn die het eerst aan die kar trekken. Ben Weyts haalde echter die andere klassieker van stal: stierenvechten. Alles op vier pootjes kan overigens dienen. Sammy Mahdi probeert al jaren zijn partij nieuw leven in te blazen door zijn hondje overal mee te nemen. Zonder al te veel succes.
Georges-Louis deed het wel opvallend goed. Compleet met een rossig hondje dat zeer triest in de lens kijkt, terwijl Bouchez hem beschermend in de armen neemt, onderwijl nadenkend over hoe hij bij het begin van het parlementaire jaar zijn Vivaldi-regering nog harder te kakken kan zetten dan die regering al zelf doet. Hij blijft dus ook nog eens aan het werk, moet u er maar bij denken.
Dagelijks worden er blijkbaar 155 dieren Hans-en-Grietje-gewijs achtergelaten door de Belgen. Die gaan dat voortaan, onder druk van de foto van Georges-Louis, ongetwijfeld niet meer doen, maar in tegendeel de asielen gaan leeghalen. Dankzij de Open Vld kan u al een achtergelaten paardje op de kop tikken aan 6 procent btw. Misschien wel de grootste verwezenlijking van de partij sinds 2019.
Vincent Van Peteghem
Het emoseizoen in de politiek is een jaarlijks weerkerend fenomeen in de zomermaanden. Politici vinden het een uitgelezen moment om ‘iets van zichzelf’ te delen met het brede publiek in de diepste overtuiging dat het publiek daar zit op te wachten. De voorlopig slechtst presterende emotweet kwam dit jaar van Vincent Van Peteghem en was ook al gelinkt aan Georges-Louis Bouchez. Van Peteghem deed zijn beklag over het mislopen van een fiscale hervorming, de enige ambitie die cd&v in Vivaldi had. Hij
zag ze afkalven van een hervorming van 10 miljard naar 6 miljard om vervolgens op 2 miljard te stranden en dan af te kloppen op zijn eigen kin. Maar in plaats van dan treurig te poseren bij een lege portemonnee, tweette Vincent maar liefst vijf pagina’s tekst waarin hij een mooie uitleg geeft dat het iemand anders zijn schuld is. Van Peteghem is een degelijk politicus. En bijgevolg kansloos in zijn job.
Hij heeft het deze dagen nogal druk met processen inzake verkrachting, verduisteren van campagnegeld, het bewaren van staatsgeheimen in de wijnkelder en een snufje hoogverraad aan de democratie en het Amerikaanse volk, maar toch nam Donald J. Trump nog eens contact op met de redactie. “Mister Pallieter, alles okay daar in België? Jullie hebben dat daar prima voor mekaar. Kom anders eens langs? Ik kan wel wat Belgische knowhow gebruiken voor de volgende verkiezingen.”
En zo gebeurde het, beste lezer, dat we op Mar-a-Lago in Florida te gast waren voor een weekendje Trump adviseren en een potje golf met de oud-president. Al verkiest hij zelf de term ‘president in ballingschap’. “Iedere idioot kon zien dat ik in 2020 de verkiezingen heb gewonnen. Maar ze hebben de verkiezingen gewoon gestolen! Een schande is het! En jullie in België hebben het gewoon laten gebeuren. Wat kan je anders verwachten van een hellhole! Het minste dat jullie kunnen doen is wat van die fantastische ‘Belgian solutions’ met mij delen of ik zet jullie hoogstpersoonlijk uit de NAVO en de dag erop kunnen jullie maar beter Luxemburgs leren. Binnen de 4 uur staan die mannen aan de Noordzee, terwijl jullie leger nog op zoek is naar de sleuteltjes van hun tank”. Hoe kunnen we helpen, meneer Trump? Al moet ik zeggen dat ‘Belgian solutions’ niet altijd even goed…
TRUMP: “Shut up! Ik heb het zo gehad met jullie valse bescheidenheid! Ik wil Belgian solutions en ik wil ze nu verdomme. Zoals ik het zie, hebben jullie het prima voor elkaar. Jullie premier is het grootste politieke genie sinds Bismarck. Hij heeft geen meerderheid in het parlement, hij heeft de verkiezingen grandioos verloren en mist compleet elk draagvlak bij de bevolking. Klopt, toch?” Ik vrees van wel ja. Al is dat gebrek aan meerderheid wel alleen aan Vlaamse kant…
TRUMP: “Shut up! Ik heb geen tijd voor jullie Europese liflafjes, asshole. Heeft hij een meerderheid gehaald met de partijen in zijn kiesomschrijving? Yes or no?”
No.
TRUMP: “Briljante man! Give him a medal! En zijn partij bestaat net als de mijne uit een nest kontlikkers die hem alles laten doen, zelfs al helpt hij zowat alles naar de kloten en slaat hij wartaal uit?”
Yes.
TRUMP: “I love the man. En zijn enige verdienste is eigenlijk de zoon te zijn van zijn papa die schaamteloos het parlement mocht plunderen via een pensioen dat eigenlijk geen pensioen is en die oude mag daar ook nog eens over uithuilen in de pers om medelijden op te wekken?”
Yes.
TRUMP: ““Great! A great, great man! En diezelfde pers schrijft met geen letter over eventueel wat gescharrel met een pornoster, zelfs als hij zelf toegegeven heeft dat hij wat dat betreft chanteerbaar was? Ik vraag dat voor een vriend.”
Yes.
TRUMP: “Die man weet duidelijk waar hij mee bezig is.”
Daar bestaan toch enkele twijfels over…
TRUMP: “Shut up! Bij de laatste verkiezing kreeg hij van de kiezer een pak slaag waar hij niet goed van was. Iets wat zijn partij tot nadenken had moeten stemmen om op een andere
manier aan politiek te doen, maar in plaats daarvan werd hij godverdomme toch premier, was het business as usual en kreeg geen hond waarvoor hij gestemd heeft in België?”
Yes, premier De Croo zat in de zevende partij van het land toen hij premier werd. Ondertussen zou dat wel de negende of tiende kunnen zijn.
TRUMP: “En even voor de zekerheid: dat is hem allemaal gelukt zonder dat iemand het in zijn bolle hoofdje moest halen om pakweg het parlement te bestormen?”
Yes.
TRUMP: “Ik zat dus in 2020 in exact dezelfde situatie. Hoe heeft dat genie dat klaargespeeld?
Ik wil bij de volgende verkiezingen geen risico’s meer. Help me out, mister Pallieter!”
Er zijn wel gelijkenissen meneer
Trump, maar ik verzeker u dat het toch allemaal niet zo eenvoudig…
TRUMP: “Shut up! Je wil het niet vertellen, hé? Noem uw prijs! Maar niet liegen, ik weet heel goed dat er zoiets bestaat als ‘Belgian voodoo magic’!”
Echt niet. Het zit hem eerder in de structuren…
TRUMP: “Keep your mouth shut! Die Charles Michel, is dat ook geen wauwelende Belg die op papa’s naam heeft geteerd en zonder deel te nemen aan verkiezingen president is geworden van heel Europa, terwijl hij vrouwen grofweg een stoel weigert in Turkije en lijkt op mister Potato Head?”
Yes.
TRUMP: “Listen up! I want Belgian Democracy and I want it now!”