Repressienummer. Bijlage bij ‘t Pallieterke van 5 september 2019
Geheugenverlies 75 jaar geleden werd België bevrijd. U zal daar de komende dagen en weken heel veel kunnen over lezen in de serieuze pers. Op woensdag 4 september zullen de kerkklokken luiden. Ik heb daar geen probleem mee, maar ik vind het verschrikkelijk dat één aspect van het verhaal wordt vergeten en doodgezwegen: de ongebreidelde vervolging van de mensen die aan de foute kant van de geschiedenis stonden. “Collaborateurs” werden ze genoemd, of “de zwarten”, de “incivieken”, de mensen die samenwerkten met de Duitse bezetter. Collaboratie was geen typisch Vlaams verhaal, ook in Franstalig België werd er duchtig gecollaboreerd. Wie weet nog dat de familie van Eddy Merckx moest wegvluchten uit Meensel-Kiezegem en zo in Sint-Pieters-Woluwe belandde? Wie kent nog het zwarte verleden van zakenman André Leysen en de familie Van Thillo? In welk politiek kamp zaten Hugo Claus (schrijver), Hergé (tekenaar Kuifje) en Willy Vandersteen (tekenaar Suske en Wiske)? Van Björn Rzoska (Groen) is algemeen geweten dat zijn grootvader een oostfronter was. Net zoals de grootvader van Hermes Sanctorum (ex-Groen). Net zoals de grootvader van Jeroen Olyslaegers (schrijver). Ook de grootouders van Gert Verhulst (Studio 100) collaboreerden. Zijn grootmoeder en een tante werden opgesloten in de dierentuin van Antwerpen, en zijn grootvader overleed in gevangenschap. De grootvader van Wouter Van Besien (Groen) was lid van het VNV en belandde na de oorlog enige tijd in de gevangenis. Wie herinnert zich nog dat het ouderlijk huis van de moeder van kunstenaar Luc Tuymans werd geplunderd en in brand gestoken? Haar broer (een oom van Tuymans) sneuvelde bij de verdediging van Berlijn in 1945. De grootvader van Pieter de Crem was ‘fout’, net zoals de vader van Jan Hoet. Beide families moesten op een andere plaats een nieuw leven opbouwen. De oom van Jan Peumans, Juul Peumans, werd in 1943 door verzetsleden neergeschoten op de speelplaats van de dorpsschool van Herderen, waar hij als onderwijzer werkte. Zijn vrouw en kinderen werden zwaar aangepakt bij de bevrijding. De vrouw van Juul Peumans werd verkracht. Maurice Onkelinx, grootvader van Laurette, was lid van het VNV en dienstdoend burgemeester van Jeuk. Hij werd door het verzet opgepakt, en zijn vrouw Simone werd de haren afgesneden. Wie weet dat de vader van kardinaal Danneels werd opgepakt op beschuldiging van collaboratie? Zijn misdaad? “Elke zaterdag maakte hij voor Winterhulp soep voor de arme mensen.” Tine Van den Brande (Vlaams Parlement – Groen) is de dochter van een oostfronter (die actief was in het Sint-Maartensfonds). Freya Piryns, (Groen) is de kleindochter van Remi Piryns, auteur van het ‘Gebed voor het Vaderland’ dat in het Hechteniskamp van Lokeren op muziek werd gezet door zijn medegevangene Gaston Feremans. De grootvader van Bart De Wever was lid het VNV, de grootvader van Bart Somers was VNV-gewestleider. De grootvader van Herman Van Goethem, rector van de UA , was oorlogsburgemeester voor het VNV in Burcht. Het zijn maar enkele namen uit een lange lijst. Zijn dat allemaal verschrikkkelijke onmensen waarvoor ze vandaag worden afgeschilderd? Geloof de slimme professoren niet die vandaag beweren dat “de repressie al bij al nog meeviel” en dat het zeker geen anti-Vlaamse repressie was. Dat laatste is een mythe die voor de Vlaamse Beweging in stand wordt gehouden, aldus die bollebozen. Toch werden massaal veel huizen van ‘zwarten’ geplunderd. Toch werden veel vrouwen verkracht. Hoeveel mensen zijn in de hechteniskampen gestorven? Hoeveel mensen pleegden er zelfmoord in gevangenschap? Het eerste nummer van dit blad rolde van de persen op 17 mei 1945, op het ogenblik dat de tweede golf van straatrepressie volop woedde. Onze stichter en toenmalig hoofdredacteur Bruno De Winter klaagde van in het begin de repressie aan. Wie ben ik om 75 jaar later te zwijgen? KARL VAN CAMP
Leeuwenkot als symbool Mijn oudere broer en zusters, waarvan de oudste haar bakvistijd amper ontgroeid was, herinneren zich levendig de brutale gewapende overval van 4 september 1944 door zogezegde verzetslui in onze woonst in Deurne-Zuid, met dreigementen tegen vier weerloze kinderen. Dat gebeurde terwijl mijn vader door de helden van het laatste uur naar de leeuwenkooi van de Antwerpse Zoo werd meegesleept en meegeranseld onder het hysterische gekrijs van het gepeupel, terwijl mijn moeder wanhopig op zoek was naar haar man. Dankzij de tussenkomst van een moedige buur werd onze woonst niet in brand gestoken en bleef de schade beperkt tot wat plunderen. Het vervolg van het verhaal van mijn vader speelde zich onder meer af in de Geniekazerne, Hemiksem, de Begijnenstraat, om te eindigen in Merksplas waar ik mijn vader enkele jaren later in het gezelschap van mijn moeder ben gaan bezoeken en met verwonderde ogen van een knaapje naar al die mannen in rare plunjes keek die ons vanop hun bank tegemoetkomend groetten. Waarbij het mij opviel dat sommigen een been of arm hadden verloren. Op zevenjarige leeftijd zou ik de vreemde man die mijn vader was voor het eerst in vrijheid, maar niet zonder argwaan, mogen verwelkomen. Zijn eerste bekommernis was ervoor te zorgen dat we de armzalige woonst in een grauwe buurt van Antwerpen konden ruilen voor een vrolijker omgeving.
Armoedige omstandigheden en de zorg voor vier kinderen Als zwaartepunt van dit bondig repressieverhaal herinner ik mij de droefgeestige gelaatstrekken van mijn moeder in die donkere periode tijdens de gevangenschap van haar man. Hoeveel moeders hebben zoals de onze wanhopige tijden doorgebracht? Nochtans was mijn moeder van aard allesbehalve een zwaarmoedige vrouw. Integendeel, geboren en getogen in hartje Antwerpen was ze begenadigd met de schalkse humor en spitsvondigheid die een groot deel van de Sinjoren eigen is. De armoedige omstandigheden en de zorg voor vier kinderen hadden haar zwaar getekend. Een bijkomende zorg was dat ik bij gebrek aan optimale verzorging, zelf
ernstig ziek werd in die periode en op het nippertje aan erger ben ontsnapt. Hoe kon het anders? Vanuit een groene omgeving met een ruime tuin die onder sekwester werden geplaatst naar een gammele benepen woonruimte in een grauwe buurt. De scheldpartijen, de verwijten en de smijtpartijen met allerlei viezigheid die de echtgenotes en verloofden van de collaborateurs te beurt vielen, moeten mijn doorbrave moeder vreselijk hebben geraakt omdat ze van ver of nabij nooit politiek gedreven is geweest. Ik herinner me het nabije café op de hoek van onze straat waar de slogan ‘rood of geen brood’ niet uit lucht was en het plebs met gebalde vuist duidelijk liet verstaan met wie het sympathiseerde. Daarnaast werd vrolijk gedanst en gebrast op de tonen van de pas geïmporteerde ‘jive’ uit de USA en mochten de spotliedjes die niet schunnig genoeg konden zijn niet ontbreken. Op de gevel van het huis naast ons stond een groot hakenkruis geschilderd, waarschijnlijk omdat men de man door zijn raar dialect voor een Duitser hield. Dat hij een Zwitser was kon de ijlhoofdige kladschilders niet deren. Onderscheidingsvermogen en hersenen zijn niet iedereen gegeven.
Torenhoge boete Er is al genoeg haat en wrok in de wereld, maar wie denkt dat al die ellende zoveel jaren later vergeten is, moet zijn mening herzien. Het
harde labeur van mijn vader die zonder burgerrechten en met een torenhoge boete op zijn hoofd bleef knokken om er terug bovenop te geraken en de scherpe kanten van een broos verleden die langzaam plaats maakten voor een luchtiger levenswandel, kunnen niet beletten dat er littekens zijn overgebleven die nooit volledig zullen helen.
Moord als verzetdaad Dan is er nog het verhaal van mijn wederhelft waarvan de vader tijdens de oorlog vermoord werd door het verzet omdat hij aan de verkeerde kant stond. Laffelijk in de rug geschoten terwijl hij op de tram stond te wachten; Het is hem niet gegund geweest om zijn jongste dochter nog te zien. Hoe durven we het moord noemen en in twijfel trekken dat het een verzetsdaad was? Als het doden maar langs de goede kant gebeurde. Ge zult maar met een gedreven Vlaming getrouwd zijn, waardoor haar moeder einde 1945 totaal onschuldig moest boeten en achter tralies terecht kwam omdat ze in de ogen van haar aanklagers met de verkeerde man gehuwd was. Gelukkig waren er de grootouders om de twee wezen van amper twee en het jongste van een jaar op ter vangen. Het zijn feiten die al evenmin van aard zijn om dit hatelijke en bekrompen landje amnestie te verlenen. Amnestie die onze ouders nooit gegund is geweest. KARL LUYCKX - INGE SCHOLLEN
VOLGENDE WEEK DEEL 2