73ste jaargang • nummer 47 • donderdag 23 november 2017
Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
€ 2,30
Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...
Vlamingen: betaal en zwijg! Het debat over beter bestuur in Brussel na de rellen van de voorbije week werd al snel in de kiem gesmoord. De boodschap van de Franstalige politici aan de Vlamingen is duidelijk: moei u niet met Brussel. Of beter gezegd: betaal en zwijg! Wat ook opvalt: de veel te makke kritiek van de N-VA – toch van de nationale mandatarissen – op het Brussels malgoverno.
Vorige zondag in het tv-debat op RTL-TVI was het weer van dat. Wie een idee wil krijgen hoe de Brusselse politiek omgaat met Vlamingen die het lef hebben te stellen dat er problemen zijn in Brussel, moet naar die uitzending kijken. Ze is op te roepen via de webstek van RTL via het programma “C’est pas tous les jours dimanche.” In het panel zit VRT-journalist Ivan de Vadder. Hij uitte kritiek op het slecht of niet functioneren van het Brusselse stadbestuur tijdens de rellen van vorige week zaterdag en woensdag in het stadscentrum. Meteen kreeg hij de wind van voren van Brussels burgemeester Philippe Close (PS), maar ook van een collega-journalist. Hij kon zijn zin niet afmaken. De Vadder, nochtans geen communautaire hardliner, werd uitgespuwd, en kreeg de boodschap: Vlaming, hou je bek. Of beter: betaal en zwijg! Ook de Franstalige kranten, en vooral dan Le Soir, deden dezer dagen met plezier mee. Le Soir leek even weer de FDF-krant van de jaren zeventig. De boodschap is steevast dezelfde: Brussel krijgt te weinig geld, en het is de schuld van de Vlamingen die Brussel niet graag zien.
Een miljoeneninfuus Aan Franstalige kant is er niemand die ruimte krijgt om die onzin te ontkrachten. Brussel ligt al jaren aan het federale en dus vooral Vlaamse infuus. Met de zesde staatshervorming stroomt jaarlijkse 500 tot 600 miljoen euro naar Brussel. Een bedrag dat de komende jaren zal oplopen tot 1 miljard euro. En dan is er nog het fameuze Beliris-geld van de federale overheid voor de uitstraling van Brussel. Jaarlijks 130 miljoen euro. Geld dat gebruikt wordt voor projecten die weinig verband houden met de internationale uitstraling, zoals het restaureren van de kerk van Laken of het opkalefateren van een zwembad. Ondanks dat miljoeneninfuus zijn de Brusselse tunnels in een erbarmelijke staat en laat ook de rest van de infrastructuur in het gewest te wensen over. Het geld lijkt vooral bestemd voor het administratieve waterhoofd dat het gewest is met zijn 19 gemeenten, 89 parlementsleden en 700 gemeenteraadsleden. Rik van Cauwelaert
legde vorig weekend in zijn column in De Tijd de vinger op de pijnlijke wonde: Brussel is een financiële farce. Sociaal-economisch is het gewest er de voorbije decennia altijd op achteruit gegaan. Bij de oprichting van het Brussels Gewest in 1989 was het inkomen per hoofd in het gewest gelijk aan het Belgische gemiddelde. Ondertussen is dat gedaald naar 25 procent onder het Belgische gemiddelde. Het gewest verpaupert, wat de linkse partijen PS en PTB blijkbaar niet erg vinden.
Vierderangspolitici Zo zitten we bij het politiek personeel van Brussel. Men kan weinig anders dan stellen dat veel van de bestuurders vierderangspolitici zijn. Guy Vanhengel was een kleine tien jaar geleden ooit federaal minister van Begroting. Een onuitwisbare indruk heeft hij niet gelaten. Wat iedereen zich herinnert, is zijn uitspraak dat België bijna failliet was. Vanhengel weet dat hij gebeiteld zit als Brussels minister en dat dit het hoogste is wat hij kan bereiken. Sommige Vlaamse verkozenen doen de wenkbrauwen fronsen. Zoals de hysterische sp.a’er Jef van Damme. En wat te denken van andere Vlaams-Brusselse mandatarissen, gaande van schepen Els Ampe (Open Vld) tot staatssecretaris Bianca de Baets (CD&V)? Zij uiten regelmatig hun bezorgdheid over het bestuur in Brussel, maar doen er verder niets aan. Voor een deel door eigen zwakte. Voor een deel omdat die Vlaamse politici gegijzeld worden door het Franstalige collega’s. Wie boven het maaiveld wil uitsteken, wordt hard aangepakt. Vlamingen die te veel kritiek hebben, mogen bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen vrezen voor hun zitje. Een té Vlaams discours en er is geen plaats meer op de lijst. Feit is natuurlijk dat de Vlaamse spoeling in Brussel zeer dun is geworden. In 1989 werden bij de Brusselse Gewestverkiezingen nog 67.000 stemmen uitgebracht op de Nederlandstalige lijsten. In 2014 was dat goed 53.000. Wordt in 2019 nog de kaap van de 50.000 bereikt? Twijfelachtig.
N-VA toont weinig interesse Als van Vlaamse kant in Brussel kritische
stemmen komen op het beleid, dan is dat te danken aan Vlaams Belang en N-VA. Het Belang benadrukt het veiligheidsthema, de N-VA het ‘malgoverno’, slecht beleid. Maar de indruk bestaat toch dat Brussels Parlementslid Johan vanden Driessche (N-VA) wat alleen staat in zijn strijd. Uiteraard laat ook Vlaams Parlementslid Karl Vanlouwe zich niet onbetuigd, en zoals het hoort was er bij een aantal federale N-VA’ers kritiek te horen over de bestuurlijke moloch in Brussel. Maar de kritiek van de Vlaams-nationalisten klinkt veel te zacht. Is het om de federale regeringspartner MR niet tegen het hoofd te stoten? Het kan. In de visie op Brussel verschilt MR niet of amper van de PS. Een andere verklaring is dat de top van de N-VA gewoon niet meer geïnteresseerd is in Brussel. Misschien voor een deel een soort van Antwerpse na-ijver. Al gaat het verder. Naar verluidt behoren de N-VA-fractieleiders van de verschillende parlementen tot de binnenkern van de partij die belangrijke beslissingen neemt. Peter de Roover voor het federale parlement, Mathias Diependaele voor het Vlaams Parlement. De Brusselse fractieleider Vanden Driessche is daar niet bij betrokken. Dat zegt genoeg.
Dag 22 Sinds 2 november zitten 7 Catalaanse ministers in een Spaanse gevangenis met instemming van Wouter Beke!