73ste jaargang • nummer 44 • donderdag 2 november 2017
Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
€ 2,30
Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...
De dhimmitude van een Commissie
Het verschil tussen de Bende van Nijvel en de Bende van Laeken?
Een maand na de aanslagen van 22 maart 2016 werd een parlementaire onderzoekscommissie opgericht. Het is nu eenmaal in dit land de gewoonte om nationale trauma’s (Dutroux, Bende van Nijvel, Rwanda, bankencrisis…) te verwerken met een onderzoekscommissie. Visie en moedige beleidsdaden moet je daar niet van verwachten. De unanimiteit die steeds wordt betracht, zorgt voor het bewandelen van de weg van de minste weerstand: een lange opsomming van de feiten en van de eigen werkzaamheden wordt gevolgd door aanbevelingen waar alle strekkingen achterstaan en die dus noodzakelijk evident, zeer praktisch, minder belangrijk of vaag zijn. De Commissie Aanslagen, die vorige week haar werkzaamheden beëindigde, is, ondanks alle dure eden die op voorhand werden gezworen, op dat punt niet anders. De werkzaamheden van een onderzoekscommissie duren ook steeds lang genoeg om de initiële publieke verontwaardiging te laten wegebben. Zo fungeert ze als ventiel dat de druk op het beleid wegneemt en toelaat om later gewoon over te gaan tot de orde van de dag.
“Het is complex” In mijn bijdrage over de oprichting van de Commissie Aanslagen (’t Pallieterke van 5 mei 2016) was ik sceptisch over de mogelijke resultaten. Maar ik dacht dat de schok van de vreselijke aanslagen hier en daar tot enige blijken van moed en nieuwe inzichten zou leiden. Ik heb mij vergist. Het verslag telt vele honderden bladzijden en is gesteld in lange volzinnen vol nuances, voorbehouden, afgemeten bewoordingen en gekunstelde redeneringen die er graag zelf op wijzen hoe “complex” alles is (het woord “complex” komt 55 keer voor in deel 4 van het verslag). In die zin is het rapport een meesterwerk. Het vergt heel wat talent om in zoveel woorden zo weinig te zeggen. Ik laat u meegenieten van aanbeveling 85: “De onderzoekscommissie stelt vast dat uit de hoorzittingen is gebleken dat meer bepaald sociale en culturele verwevenheid en diversiteit door de gehoorde personen werden beschreven als behorend tot de mogelijke oorzaken van radicalisme/gewelddadig radicalisme wanneer ze onvoldoende aanwezig zijn, maar tegelijk als een nuttige hefboom wanneer ze worden beschouwd als een middel in de strijd tegen die uitwassen; daarbij dient men wel voor ogen te houden dat op sommige radicale/gewelddadig radicale personen die factoren mogelijkerwijs geen vat hebben.” Samengevat: “Radicalisering kan te maken hebben met gebrek aan integratie. Maar het kan er ook niets mee te maken hebben.” Alleen al deel 4 van het verslag telt meer dan 100 dergelijke slecht leesbare en nog slechter toepasbare “vaststellingen en aanbevelingen”. Wie zal die ooit nog lezen? Niemand. Wie heeft ze nu al gelezen? Weinigen, zoals ik uit de meeste journalistieke verslagen kon afleiden. Hebben de commissieleden ze zelf gelezen?
De vis verdronken Er zitten nog heel wat pareltjes in: “De introductie van een co-inclusiedynamiek werd voorgesteld als een beloftevolle mogelijkheid. Co-inclusie is het tegenovergestelde van polarisering, een verschijnsel dat ten grondslag ligt aan het radicalisme. Co-inclusie kan worden omschreven als een participatieve actie om “de andere” in te passen in het eigen “schema”; een en ander veronderstelt dat men écht luistert en écht openstaat voor de andere, wars van impressies en clichés.” Omgezet naar gewonemensentaal: “Laat ons lief zijn voor elkaar.” Een bruikbaar sentiment voor de scheurkalender van de Bond zonder Naam, maar van een ondraaglijke lichtheid als beschouwing van een parlementaire commissie. Achter al die wonderbaarlijke taalconstruc-
ties wordt de vis verdronken. Om de islam te sparen, wordt nuance op nuance aangebracht tot elke band tussen deze onverteerbare religie en radicalisme en geweld is weggemoffeld. Zo wordt aangedrongen op het verschil tussen de “radicale islam” en “islamradicalisme”, tussen “radicalisering” en “radicalisme” (het eerste leidt wel vaak tot het tweede merkt de commissie op, met groot doorzicht) en tussen “radicalisme” en “gewelddadig radicalisme” (de band tussen beide is “subtiel en delicaat”, oordeelt de commissie). Zelfs wanneer je als lezer hoopvol wordt en het verslag het toch even heeft over “een fundamentele vaststelling die geen nuance verdraagt” volgt er dan onmiddellijk: “met name dat er wel degelijk een islam gerelateerd radicalisme bestaat dat zich ‘soms’ in gewelddadige handelingen ‘kan’ uiten, maar dat dit vanzelfsprekend ‘niet kenmerkend’ is voor alle Belgische moslims en daarentegen ‘beperkt’ blijft tot een ‘gelukkig bijzonder kleine groep’ mensen.” Geen enkele nuance daar!
Dhimmitude Die Byzantijnse onderdanigheid ten aanzien van de islam domineert het hele rapport over het luik “radicalisering”. Al in de eerste paragrafen verontschuldigt de commissie zich, door te benadrukken dat er toch ook zoveel andere radicaliseringsvormen bestaan dan de islam, dat dit evenzeer een probleem is van andere godsdiensten (welke?) en ook van politieke ideologieën, maar dat men die helaas nu niet kan onderzoeken. De excuseer-mij-zinnetjes zijn overal verplicht vulsel: “De moslimeredienst en de belijders ervan moeten worden behandeld met het verschuldigde respect en dito billijkheid.”; “Niets mag verhinderen dat duurzame en op vertrouwen berustende banden worden opgebouwd met álle moslims.” Niets? Met ‘alle’ moslims? Echt? Helaas blijft het niet bij kruiperige opmerkingen. De commissie gebruikt de daden van bloederig islamterrorisme als aanleiding om te pleiten voor: - praktijktesten tegen discriminatie, “op basis waarvan een vermoeden van discriminatie ten laste kan worden gelegd van een persoon” (om zo de terroristen minder excuses te geven om ons op te blazen, is de verantwoording) - de erkenning van zoveel mogelijk moskeeën (meer subsidies voor de islam) en meer middelen voor het Moslimexecutief (die in het verleden enkel voor problemen heeft gezorgd) - verbod op politieke partijen die aanzetten tot haat en geweld (zo geformuleerd dat degenen die net waarschuwen voor de problemen inzake islam, op dezelfde manier kunnen behandeld worden als de fundamentalisten en terroristen) - initiatieven op de school en de rest van de samenleving om “diversiteit te stimuleren” (het omgekeerde van aanpassing dus) en meer aandacht te besteden aan de cultuur van de landen van herkomst (opnieuw het omgekeerde van aanpassing) - de oprichting van een Mensenrechteninstituut (in de kranten terecht omschreven als een super-UNIA). Lees verder op blz. 5
Bij de Bende van Laeken is het wél om het geld te doen…
Wie is verantwoordelijk voor brandstichting defensiebedrijven? Eind september brak brand uit bij drie bedrijven in de Belgische defensie-industrie op slechts vier dagen tijd. Volgens bepaalde anarchistische sites, en internationale veiligheidsexperts, zou het mogelijk gaan om aanslagen gepleegd door anarchisten. Bij één bedrijf, Varec in Mechelen, loopt het onderzoek naar brandstichting nog, maar bestaan sterke vermoedens van kwaad opzet, terwijl dit bij de twee andere bedrijven reeds bevestigd werd. De gelijkenissen tussen de doelwitten en de korte opeenvolging van de incidenten doen sterk vermoeden dat er een verband bestaat tussen de incidenten. Onze nieuwswebstek Sceptr.net was het eerste en enige medium dat op vrijdag het mogelijke verband tussen de branden onder de aandacht bracht. Pas drie dagen later namen de kranten van Mediahuis het bericht over …(weliswaar zonder bronvermelding). Ook de veiligheidsdiensten waren tot voor kort onwetend over een eventueel verband. Een tiental dagen na de branden werden de verschillende incidenten nochtans wel in een bejubelend artikel samengebracht door de Franse anarchistische webstek ‘Cette Semaine’.
Driemaal brandstichting Eind september vond een reeks ogenschijnlijk geïsoleerde industriële branden plaats op verschillende plaatsen in België. Op 25 september breekt omstreeks twee uur ‘s morgens een hevige brand uit in een loods van het bedrijf Varec, te Mechelen, dat banden en rupsbanden voor militaire voer-
tuigen produceert. De schade is aanzienlijk. Het onderzoek bij het parket van Mechelen naar kwaad opzet is nog altijd hangende, maar “er wordt nog steeds rekening gehouden met brandstichting”, vertelt Nele Poelmans, persmagistraat bij het OM van Mechelen, aan de SCEPTR-redactie. Het parket van Mechelen schakelde in een later stadium van het onderzoek een branddeskundige in. Een bron dicht bij het onderzoek getuigde tevens aan SCEPTR dat de aard van de brand verdacht was aangezien er twee schijnbaar onafhankelijke brandhaarden opgemerkt werden. Twee dagen na de brand bij Varec vinden er weer verontrustende incidenten plaats. Op 27 september breekt een brand uit bij Teksam te Genk, een bedrijf dat telescopische masten en antennes maakt voor militaire voertuigen. Rond 5u40 wordt de brand opgemerkt door een conciërge. De brandweer is snel ter plaatse en de schade blijft beperkt, maar er is wel schade aan dat deel van het bedrijf waar dure op maat gemaakte bestellingen wachten. Lees verder op blz. 5