't Pallieterke van 13 juli 2017

Page 1

73ste jaargang • nummer 28 • donderdag 13 juli 2017

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

€ 2,30

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Transfers minimaliseren: een Vlaamse sport Een nieuwe transferstudie in opdracht van de Vlaamse regering bevestigt dat de geldstromen tussen Vlaanderen en Wallonië hoog blijven en dat er weinig zicht is op beterschap. De transfers tussen Vlaanderen en Wallonië bedragen 7 miljard euro. Al snel schoot de pers in actie om dat bedrag te minimaliseren. Daarin zowaar geholpen door de wetenschappers die de studie zelf hebben uitgevoerd. 7 miljard euro dat van Vlaanderen naar Wallonië stroomt: het cijfer in de meest recente KU Leuven-studie komt overeen met de bedragen die in eerdere onderzoeken werden vastgelegd. Omgerekend betekenen de transfers een kost van 2.590 euro per gezin. Dat houdt in dat de modale Vlaming elk jaar meer dan een maand loon ziet verdwijnen om de transfers te financieren. Zonder de kosten van de vergrijzing in rekening te brengen zou dat bedrag zelfs oplopen tot 3.000 euro, of 8 miljard in totaal. Ook Brussel draagt netto bij. Wallonië ontvangt dan weer 4.820 euro per gezin. De geldstromen situeren zich om te beginnen in de personenbelasting. De Vlamingen dragen daar in verhouding een stuk meer bij dan de Walen, wat leidt tot een transfer. Al is het zo dat de regionalisering van een deel van de personenbelasting ervoor zorgt dat de transfers tussen 2000 en 2020 op papier stabiel zullen blijven. Daarnaast is er de sociale zekerheid. In de pensioenen is er sprake van een omgekeerde transfer. Sinds 2000 is het Vlaamse aandeel in de pensioenuitgaven met 1,5 miljard gestegen. Maar die hogere pensioenuitgaven voor Vlaanderen worden gecompenseerd door Wallonië, dat op het vlak van gezondheidszorg en werkloosheid veel meer uit de federale pot haalt.

Bevooroordeelde wetenschapper Tijdens de persvoorstelling van de transferstudie deed zich een vreemd tafereel voor. Vlaams minister Geert Bourgeois (N-VA) mijmerde luidop over wat Vlaanderen met al die miljarden zou kunnen doen indien de transfers niet bestonden. Professor André Decoster (KU Leuven), die de studie uitvoerde, vond dat een flauwe vergelijking. Hij zei dat het hier niet om een enveloppe ging die jaarlijks door Vlaanderen aan Wallonië wordt overhandigd. Transfers zijn

gewoon het gevolg van het feit dat Wallonië armer is dan Vlaanderen. Een fatalistische houding, want die vaststelling wordt al decennia gemaakt zonder dat daar in Wallonië verandering in komt. Decoster en Willem Sas, de andere auteur van de studie, schoten daarna in actie. Via een uitgekiende communicatie richting pers (de Standaard voorop) werden de bedragen over de transfers geminimaliseerd. Natuurlijk kregen Decoster en Sas de steun van Vlamingenhater Bart ‘Brinckie’ Brinckman, zoon van de voormalige voorzitter van de Antwerpse afdeling van het Verbond van Vlaamse Academici. Het is nu wachten op de ‘analyse’ van Marc Reynebeau, door Koen Meulenaere in De Tijd terecht ‘chagreynebeau” genoemd. In heel de discussie heeft niemand het over de dubieuze rol die Decoster al jaren in het transferdebat speelt. In het verleden heeft hij elke transferstudie geminimaliseerd. Deze bevooroordeelde econoom maakt er een sport van. Wie kritiek had op zijn studies kreeg minachtende mails als antwoord. Ook heeft Decoster er een erezaak van gemaakt de strijd aan te gaan met zijn collega’s van het onderzoeksinstituut Vives, dat onder auspiciën van ondertussen gerenommeerde economen Joep Konings en Geert Jennes wél wijst op de problemen van de aanhoudend hoge transfers. Geven we nog mee dat Decoster tijdens de onderhandelingen over een zesde staatshervorming in 2011 adviseur was van Groen. Op zich geen probleem, maar achteraf verspreidde hij allerlei onwaarheden, zoals het verhaal dat de zesde staatshervorming de Vlaamse fiscale autonomie doet toenemen tot 77 procent. Dat geldt enkel voor het gewest. De gemeenschappen worden nog altijd door dotaties gefinancierd en niet door eigen belastingen van de

deelstaten. Gevolg is dat de totale fiscale autonomie voor Vlaanderen (gewest én gemeenschap) met deze staatshervorming stijgt van 20,3 naar 34,2 procent. Minder dan de 50 procent van de gemeenten.

Waar is de responsabilisering? Het meest hallucinante is de bewering van Decoster dat de transfers niets met responsabilisering te maken hebben. Responsabilisering houdt in dat ontvangers van transfers aangezet worden tot het voeren van een verantwoordelijk beleid om zo de geldstromen te doen dalen. Dat is in België zo goed als onbestaande. Onder andere door het gebrek aan fiscale autonomie van de deelstaten. Waalse professoren - geen Vlaamse dus! riepen de Waalse regering in 2015 op om een

groeibevorderend en zuiniger beleid te voeren om zo de transfers te doen dalen. Maar het Belgische fiscale federalisme maakt dat de regio’s dus niet echt geresponsabiliseerd worden om een efficiënter beleid te voeren. De uit de hand gelopen herverdeling blijft een probleem. Internationale studies tonen aan dat hoe meer herverdeling er tussen de regio’s is, hoe trager de inhaalrace verloopt. Zoals Vives-onderzoeker Geert Jennes een paar jaar geleden op een colloquium van de Vlaamse Volksbeweging (VVB) stelde: “Griekenland zou tekenen voor een ‘Wallonië-package’ in verband met financiering en transfers.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.