NMT Public Affairs april 2025

Page 1


Public Affairs

Beste leden,

Graag blik ik samen met u terug op de afgelopen maand, deze keer vanuit Italië. Op het moment van schrijven ben ik als missieleider met 26 Nederlandse (lid)bedrijven en minister Klever (Ministerie van Handel en Ontwikkelingssamenwerking) op handelsmissie in Italië. We bezoeken jachtwerven en leggen (nieuwe) contacten met de bedoeling duurzame relaties voor de toekomst op te bouwen.

In de vorige PA-nieuwsbrief heeft u kunnen lezen dat er veel belangrijke ontwikkelingen zijn op Europees niveau. Zo is de Clean Industrial Deal inmiddels gepubliceerd, zijn de kaders voor het versnellen van circulariteit in de scheepsbouw in ontwikkeling, en wordt er gewerkt aan een Europese Maritieme Industrie Strategie. Dit is voldoende aanleiding om een bezoek te brengen aan de Brusselse vertegenwoordiging van VNO-NCW en onze zusterorganisatie SEA Europe. Tijdens dit bezoek werd ook stilgestaan bij het afscheid van René Berkvens als voorzitter van SEA Europe. Namens NMT-IRO willen we hem nogmaals hartelijk danken voor zijn jarenlange inzet voor de Europese scheepsbouw.

Tot slot, het geeft bijzonder veel voldoening om te merken dat onze jarenlange lobbyinspanningen nu ook concreet resultaat opleveren. Zoals u wellicht weet, is het “uitstempeldossier” al lange tijd een belangrijk onderwerp van onze lobby. De afgelopen maanden hebben we hier met het team opnieuw volle aandacht aan besteed, met als resultaat dat de betrokken ministers hebben ingestemd met een toelatingsregeling voor zeevarenden uit niet-Schengenlanden die langer dan 90 dagen in een Nederlandse haven verblijven. Een belangrijke stap voorwaarts voor de concurrentiepositie van ons land. Kortom, er is de afgelopen periode weer veel gebeurd. En daarover vertellen we u graag meer in deze goedgevulde PA-nieuwsbrief.

Met vriendelijke groet,

Jeroen de Graaf

Directeur NMT-IRO

Nationaal niveau

Hoe staat het met de koploperprojecten uit de Sectoragenda?

De Sectoragenda Maritieme Maakindustrie is ruim een jaar geleden gepresenteerd en sindsdien wordt er hard gewerkt aan de uitvoering. Sander den Heijer is bij Nederland Maritiem Land verantwoordelijk voor de succesvolle uitvoering van de Sectoragenda. Hij geeft regelmatig inzicht in de ontwikkelingen binnen de Sectoragenda. Als onderdeel van de Sectoragenda zijn vijf koploperprojecten in ontwikkeling.

De gedachte achter de vijf koploperprojecten is dat zij – samen met de uitvoering van de actielijnen – helpen om de maritieme sector een forse stap vooruit te laten maken met nieuwe technologieën, werkwijzen en verdienmodellen. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze projecten uit de Sectoragenda ligt bij de sector zelf. Ook voor de financiering moet de sector zelf op zoek naar middelen.

Het Maritiem Masterplan is het koploperproject dat het meest ontwikkeld is. Het project heeft als doel om ca. 30 klimaatneutrale demonstratieschepen te ontwikkelen met behulp van nieuwe werkwijzen: cyclisch, modulair en digitaal. In totaal is er vanuit het Nationaal Groeifonds 210 miljoen euro beschikbaar om op drie energielijnen (waterstof, methanol en carbon capture) daadwerkelijk schepen te bouwen. De eerste investeringsronde is vorig jaar gesloten, in 2026 en 2029 worden er nog rondes georganiseerd.

Het koploperproject Werf van de Toekomst heeft tot doel om de scheepsbouw te moderniseren waardoor een kostenreductie van 10-15% wordt gerealiseerd. Dit project heeft een sterke regionale samenwerkingscomponent en het is goed om te zien dat er in verschillende regio’s plannen ontwikkeld worden onder de vlag van dit project. Deze plannen variëren nog sterk in mate van concreetheid, consortiumvorming en financiering. Onlangs is daarom door NMT-IRO een verkennende studie gestart op basis waarvan het koploperproject en de regionale plannen worden verweven. Als onderdeel van deze verkennende studie willen we de leden van NMT-IRO vragen een korte enquête in te vullen.

Smart Maritime is het koploperproject waarmee de ontwikkeling van effectief samenwerkende (onbemande) schepen en systemen voor maritieme veiligheid en beveiliging van bijvoorbeeld kritische infrastructuur gestimuleerd wordt. Zeer recent is een kwartiermaker gestart die de lopende ontwikkelingen aan zowel de civiele als defensie kant in kaart brengt en met elkaar verbindt. Deze zomer moet er een plan van aanpak zijn hoe wij dit project als sector verder kunnen brengen en kunnen financieren.

Met het koploperproject Robotisering Wind op Zee willen we de ‘verslimming’ van de bouw en onderhoud van windturbines stimuleren. Dit moet bijdragen aan veiligere, snellere en goedkopere bouw en onderhoud. Vorig jaar is er met middelen van het TKI Offshore Energy een zeer succesvolle regeling geweest. Voor dit jaar wordt gekeken hoe we hier een vervolg aan kunnen geven.

De titel van het koploperproject Nucleaire Voortstuwing van Schepen spreekt voor zich. In 2024 is er een consortium gevormd. De eerste fase, de haalbaarheidsstudie, is in juli 2024 afgerond. De tweede fase richt zich op verdieping van regelgeving, techniek en sociale acceptatie en daarnaast de totale keten in kaart brengen voor een soepele implementatie. Eén partner van het consortium is gestart met een versnellingstraject gericht op de ontwikkeling en bouw van een maritieme small modular reactor met een tijdlijn tot 2030.

Statement Defensiestrategie 2025 - 2029

De ministers van Defensie (Ruben Brekelmans, VVD) en Economische Zaken (Dirk Beljaarts, PVV) hebben de Defensie Strategie voor Industrie en Innovatie 2025–2029 gepresenteerd. In een tijd van toenemende hybride dreigingen wordt geïnvesteerd in een sterkere krijgsmacht, slimme technologische innovatie en nauwe samenwerking met het bedrijfsleven. (Hierin vindt u tevens de ambities voor Maritiem).

Kansen en aansluiting maritieme maakindustrie

Er liggen duidelijke kansen voor de maritieme maakindustrie. De strategie erkent de Nederlandse sterktes op dit gebied en stelt dat deze optimaal moeten worden benut om sneller en gerichter te kunnen innoveren. Het kabinet benadrukt het belang van voldoende productiecapaciteit in Nederland en zet in op het versterken van de binnenlandse defensie gerelateerde industrie. Zo wordt aangegeven dat in 2024 ongeveer de helft van alle opdrachten bij de Nederlandse industrie werd geplaatst, en dat deze lijn ook in 2025 wordt voortgezet

De samenwerking tussen overheid en industrie is essentieel. Begin april werd het publiek-private platform Defport gelanceerd, met duidelijke ambities. Het doel van Defport is om de Nederlandse defensie-industrie op te schalen en meer duidelijkheid te verschaffen over de projecten die op de markt worden gezet, evenals de knelpunten die moeten worden opgelost om de randvoorwaarden vanuit defensie te verbeteren. Op dit moment zijn er al verschillende verwervingsprocedures voor grootmateriaal gaande, waarbij Nederlandse leveranciers, zoals lid-bedrijf De Haas, betrokken zijn. Het streven is om inkoopprocedures sneller en flexibeler te maken.

Statement NMT-IRO

Om de productiecapaciteit van onze leden optimaal benutten, heeft NMT-IRO een statement opgesteld. Wij roepen op om tot een structurele aanpak te komen, waarbij een zekere orderstroom op gang moet komen die (vrijwel) zeker in Nederland wordt geplaatst. De bereidheid om een bijdrage te leveren aan onze nationale veiligheid is in de maritieme maakindustrie hoog en er ligt nog veel meer potentieel dan aanvankelijk wordt gedacht. Ons statement vindt u in bijlage 1

In verschillende overleggen bespreken we regelmatig de productiecapaciteit van de maritieme maakindustrie en benadrukken we het belang van bouwen in Nederland. In dit kader zijn we benieuwd welke concrete toezeggingen er (wel of niet) zijn gedaan voor de marine. Tegen welke obstakels loopt u aan?

Ons doel is om ervoor te zorgen dat de maritieme maakindustrie optimaal kan inspelen op de defensieindustrie, en daarvoor moeten de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd. Uw feedback en ervaringen uit de praktijk zijn essentieel om de juiste stappen te zetten. U kunt hierover contact opnemen met onze collega Liz Gutter, te bereiken op gutter@maritimetechnology.nl

Rondetafelgesprek PFAS

Zoals in de vorige nieuwsbrief beschreven, bereidt de EU momenteel wetgeving voor die gericht is op een totaalverbod op de productie, het gebruik en de toepassing van PFAS. De Nederlandse overheid is een van de drijvende krachten achter dit voorstel. De European Chemicals Agency (ECHA) ontwikkelt deze wetgeving via een restrictieprocedure op basis van de Europese REACH-verordening (Registration, Evaluation, Authorization of Chemicals). Het proces bevindt zich inmiddels in een vergevorderd stadium en besluitvorming is aanstaande.

Op 10 april vond een rondetafelgesprek plaats waarbij AEGIR Marine, mede namens NMT-IRO, was uitgenodigd als spreker. Voorafgaand aan het gesprek is een position paper opgesteld, te vinden in bijlage 2. In dit position paper pleiten wij ervoor dat een totaalverbod niet zonder doordachte uitzonderingen mag worden ingevoerd. Zo’n verbod zou onnodige en ernstige schade toebrengen aan onze industrie, infrastructuur en concurrentiepositie. Daarom pleiten wij voor een verstandige, op innovatie gerichte aanpak, door:

• Te werken aan een PFAS-verbod dat zich richt op de gevaarlijke en schadelijke stoffen binnen deze groep;

• Tegelijkertijd snel binnen Europa te pleiten voor een uitzondering voor ongevaarlijke fluorpolymeren, en deze uitzondering in elk geval voor Nederland veilig te stellen; De maritieme industrie de ruimte te geven (12–15 jaar) om planmatig geschikte alternatieven voor fluorpolymeren te ontwikkelen, ondersteund en gestimuleerd door overheidsbeleid; Tussentijds in te zetten op innovatieve oplossingen zoals hergebruik, remanufacturing, recycling en een systeem voor het omwisselen van onderdelen (bijvoorbeeld via een garantiegeldsysteem).

Een totaalverbod binnen Europa, zoals sommige sprekers voorstellen, zou desastreuze gevolgen hebben voor het gelijke speelveld en de concurrentiepositie van Nederland en Europa. Zeker wanneer landen als het Verenigd Koninkrijk en Dubai geen dergelijk verbod invoeren. Dit werd onder andere erkend door PVV-Kamerlid Boutkan, die verwees naar de voorzichtigheid zoals beschreven in het Draghi-rapport. Ook Duitsland heeft aangegeven terughoudend te zijn met het verbieden van zogenoemde fluorpolymeren.

Voor vragen kunnen leden van NMT-IRO contact opnemen met rolloos@maritimetechnology.nl

Uitstempeldossier

Na maanden van intensief overleg heeft de maritieme sector een belangrijke overwinning behaald: de ministers van Asiel en Migratie (Marjolein Faber, PVV) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Eddy van Hijum, NSC) stemmen in met een toelatingsregeling voor zeevarenden uit niet-Schengenlanden die langer dan 90 dagen in een Nederlandse haven verblijven. Dit betekent dat de uitstempeling van lang gemeerde schepen geen belemmering meer vormt voor scheepswerven. De brief die minister Faber naar NMT-IRO stuurde om dit kenbaar te maken, vindt u in bijlage 3

Deze doorbraak is vooral van belang voor de Nederlandse superjachtwerven, refitwerven en offshorebedrijven. Langdurige werkzaamheden en projecten nemen vaak maanden in beslag. Tot nu toe werden zulke langdurige werkzaamheden belemmerd door regels die bemanningen dwongen om na 90 dagen het Schengengebied te verlaten. Dankzij de nieuwe regeling wordt Nederland nu een aantrekkelijkere bestemming voor eigenaren en bemanningen die langdurig in Nederlandse havens willen blijven voor grootschalige werkzaamheden bij scheepswerven, superjachtwerven en offshorebedrijven.

Nieuwe regeling maakt langdurig verblijf van bemanning mogelijk Een van de belangrijkste discussiepunten was het middelenvereiste. De minister heeft nu bevestigd dat het ILO-advies voor de minimumbeloning van zeevarenden wordt toegepast. Dit advies, afkomstig van de International Labour Organization (ILO), zorgt wereldwijd voor eerlijke arbeidsvoorwaarden in de maritieme sector. Het stelt onder andere een minimumsalaris vast en garandeert fatsoenlijke leefomstandigheden voor bemanningen. Werkgevers moeten tijdens het verblijf in Nederland bovendien gratis kost en inwoning aanbieden.

Nu het politieke besluit is genomen, worden de regels aangepast en de systemen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) geüpdatet. De verwachting is dat de regeling in het vierde kwartaal van 2025 van kracht wordt. Het ministerie heeft toegezegd binnenkort contact op te nemen met NMT-IRO om de verdere details te bespreken.

Succesvolle lobby voor de sector

“We hebben met kracht en overtuiging het belang van een werkbare oplossing aangetoond,” zegt Jeroen de Graaf, directeur van NMT-IRO. “Vooral voor de superjachtbouw, refitwerven en offshore is dit een enorme stap vooruit: Nederland wordt nu nóg aantrekkelijker als locatie voor langdurig onderhoud en refits.”

Met deze doorbraak onderstreept NMT-IRO haar rol als belangenbehartiger voor de maritieme en offshore maakindustrie. We blijven betrokken bij de verdere uitwerking van de regeling en houden onze leden op de hoogte van de ontwikkelingen.

Voor vragen kunnen leden van NMT-IRO contact opnemen met kamp@maritimetechnology.nl

Update N3-Brug

Afgelopen maanden zijn er intensieve gesprekken geweest met een werkgroep van Rijkswaterstaat, waar de aannemer, Ingenieursbureau Rotterdam en een aantal vertegenwoordigers van direct betrokken NMT-IRO-leden aangesloten zijn. Zij hebben uitgebreid en serieus naar diverse mogelijkheden gekeken om tijdens het komende onderhoud van de brug tussentijdse doorvaart mogelijkheden te realiseren. Inmiddels lijkt het erop dat er een oplossing komt die voor alle partijen acceptabel is. Een definitief besluit wordt medio mei verwacht, als zeker is dat nooddiensten voldoende alternatieven hebben, via het fietspad van de nabij geleden Baanhoekbrug én er aanvullende budgetten worden vrijgemaakt.

Samenwerking met Rijkswaterstaat

Inmiddels is NMT-IRO ruim een jaar actief betrokken bij enkele projecten van Rijkswaterstaat Zuid Nederland West. Eerder kon NMT-IRO zich pas bij Rijkswaterstaat melden wanneer een project gepubliceerd werd en direct betrokken leden een melding maakten van overlast. Inmiddels merken we een positieve verandering bij Rijkswaterstaat op. NMT-IRO wordt al in de planfase van projecten uitgenodigd om mee te praten over de mogelijke gevolgen voor haar achterban. Dat betekent dat de maritieme maakindustrie ook bij Rijkswaterstaat weer écht op de kaart staat.

Nota Ruimte

De Nota Ruimte is in ontwikkeling en zal beschrijven hoe Nederland om moet gaan met de schaarse ruimte. Op 3 april dienden Tweede Kamerleden Boomsma (NSC), Meulenkamp (VVD) en Vedder (CDA) een motie in waarin zij oproepen om met name kadegebonden bedrijventerreinen en bedrijventerreinen voor bedrijven met een hogere milieucategorie (voor de maakindustrie is dat 3.1 of hoger) expliciet te beschermen in de Nota Ruimte. NMT-IRO is heel blij met deze motie! De hele motie is te lezen in bijlage 4

Werkbezoek VVD-Fractie

Op vrijdag 4 april ontvingen we een delegatie van de VVD op de werf van De Vries Scheepsbouw Makkum (Feadship). Tijdens het werkbezoek spraken we uitgebreid over de toekomst van de maritieme maakindustrie en de leidende rol die Nederland wereldwijd speelt in de bouw van superjachten.

De sector behoort tot de absolute wereldtop — dankzij voortdurende innovatie, vakmanschap en langetermijninvesteringen. Maar om die positie te behouden, is een sterk vestigingsklimaat essentieel. Dat betekent: duidelijke en ondersteunende regelgeving, eerlijke concurrentie en passende infrastructuur.

Kornwerderzand als sleutelproject

Tweede Kamerlid Peter de Groot onderstreepte het belang van infrastructuurprojecten zoals de uitbreiding van de sluis bij Kornwerderzand. “Het is belangrijk voor de maritieme sector en het bredere bedrijfsleven dat de uitbreiding van de sluis Kornwerderzand gerealiseerd wordt,” stelde hij. “Onlangs hebben we de minister daarom gevraagd om een hernieuwde lijst van natte infraprojecten op te stellen, met Kornwerderzand als prioriteit.”

De uitbreiding van de sluis is cruciaal om verdere groei van de sector mogelijk te maken — en om ervoor te zorgen dat koplopers als Feadship hun aanjagersrol in maritieme innovatie kunnen blijven vervullen.

Voor vragen omtrent de ruimelijke ordening vraagstukken kunnen leden van NMT-IRO contact opnemen met peters@maritimetechnology.nl

Sluisverruiming Kornwerderzand

Het is enige tijd stil geweest rondom de beoogde sluisverruiming in Kornwerderzand. Maar sinds het Havendiner in Zwolle is er weer nieuwe aandacht voor de sluis. Het ministerie van Defensie is als nieuwe belanghebbende geïdentificeerd. Met de aangekondigde nieuwe activiteit van defensie in Flevoland is een extra mogelijkheid om het gebied met grotere schepen te kunnen bereiken ook voor onze militaire veiligheid van belang.

Hoewel alle belanghebbenden aangeven de nieuwe sluis te willen en er door velen reeds een flinke bijdrage in de financiering is toegezegd, is het project nog altijd niet van de grond. NMT-IRO heeft gesuggereerd om met alle co-financiers (gemeenten Urk en Zwolle, provincies Friesland, Overijssel en Flevoland én het bedrijfsleven) een gezamenlijke oproep te laten doen aan het rijk om zo opnieuw de noodzaak van de sluisverruiming onder de aandacht te brengen.

Nieuwe ontwikkelingen wetgeving ‘schijnzelfstandigen’

Nieuwe wet moet einde maken aan zzp-onzekerheid – belangrijk voor maritieme sector

VVD, D66, CDA en SGP hebben een wetsvoorstel gelanceerd dat duidelijke spelregels biedt voor het werken als zelfstandige. De wet is een alternatief voor de veelbekritiseerde VBAR-wet en moet vooral in sectoren als de maritieme industrie meer zekerheid geven.

De huidige onzekerheid rondom schijnzelfstandigheid leidt tot terughoudendheid bij opdrachtgevers en een forse daling in het aantal zzp-opdrachten. Dit raakt ook maritieme beroepen zoals offshore, scheepsbouw en havenlogistiek – sectoren waarin zelfstandigheid en flexibiliteit essentieel zijn.

Het nieuwe voorstel kent drie toetsen: een zelfstandigentoets, werkrelatietoets en sectorale toets voor beroepen met verhoogd risico op schijnzelfstandigheid. Ook wordt een voorziening voor pensioen en arbeidsongeschiktheid verplicht.

Doel: meer duidelijkheid, meer ruimte om écht als zelfstandige te werken én minder grijs gebied voor opdrachtgevers. De wet gaat nu in pre-consultatie – input uit de maritieme praktijk is welkom. Hiervoor kunt u contact opnemen met kamp@maritimetechnology.nl

AI-geletterdheid onder de EU AI-verordening

In Europa zijn de eerste fasen van de AI-verordening van kracht. De AI-verordening is er om te zorgen dat iedereen in Europa erop kan vertrouwen dat werken met AI-systemen -zoals ChatGPT- veilig kan en dat grondrechten beschermd worden. Deze Verordening gaat gefaseerd in en zal pas zomer 2027 in zijn geheel gelden, maar de eerste verplichtingen zijn al sinds begin februari van kracht.

Wat betekent dit voor de maritieme sector

Werkgevers die AI-systemen gebruiken of ontwikkelen moeten vanaf 2 februari 2025 ervoor zorgen dat hun werknemers ‘AI-geletterd’ zijn en blijven. Daarnaast moeten de werknemers zowel technisch als ethisch getraind worden, zodat ze AI op een verantwoorde wijze kunnen inzetten. Welke kennis werknemers nodig hebben is onder andere afhankelijk van het systeem dat wordt ingezet en de risico’s daarvan.

NMT-IRO onderzoekt of het wenselijk is om een training ‘AI-geletterdheid’ aan te bieden voor haar leden.

Wet Gelijke Beloning

Op 26 maart 2025 is een conceptwetsvoorstel gepubliceerd om de Richtlijn Gelijke beloning van mannen en vrouwen voor gelijke of gelijkwaardige arbeid, die door de EU in 2023 is aangenomen, om te zetten in nationale wetgeving.

De Wet Gelijke Beloning van Mannen en Vrouwen is een belangrijke stap in het bestrijden van loonongelijkheid. De wet verplicht bedrijven transparantie te bieden over hun beloningsbeleid en vergt dat zij gelijke beloning garanderen voor gelijkwaardig werk. Hoewel dit een nobel streven is, roept de implementatie in de maritieme sectorspecifieke uitdagingen op.

Uitdagingen voor de Maritieme Sector

De maritieme sector heeft een historisch gegroeide arbeidsstructuur, waarin functies vaak door mannen worden gedomineerd. Hierdoor kan het identificeren en corrigeren van loonverschillen complex zijn. De voornaamste uitdagingen zijn:

Internationale concurrentie: Maritieme bedrijven opereren in een wereldwijde markt, waarin beloningsstructuren sterk variëren.

• Flexibele arbeidscontracten: Veel maritieme professionals werken op projectbasis, wat kan leiden tot variabele beloningsniveaus.

• Gebrek aan loontransparantie: Binnen traditionele maritieme bedrijven is beloningsbeleid vaak minder gestructureerd, wat het analyseren en corrigeren van ongelijkheden bemoeilijkt.

De wet introduceert rapportageverplichtingen voor bedrijven en legt de bewijslast bij werkgevers neer in gevallen van vermoede ongelijkheid. Werkgevers vanaf 100 medewerkers moeten vanaf 2026 rapporteren over de loonkloof tussen mannen en vrouwen binnen hun organisatie. Het gaat hierbij om gegevens over de gemiddelde loonverschillen in de organisatie. Dit kan leiden tot administratieve lasten en juridische risico’s voor maritieme bedrijven.

Om goed voorbereid te zijn, raden wij onze leden aan om te beginnen met de volgende stappen:

• Beloningsbeleid analyseren en herzien: Voer een interne audit uit om bestaande loonverschillen in kaart te brengen en corrigeer onverklaarbare afwijkingen.

• Transparantie bevorderen: Stel duidelijke beloningscriteria op en communiceer deze naar alle medewerkers.

• Opleiding en bewustwording: Train HR-medewerkers en leidinggevenden over gelijke beloning en het herkennen van onbewuste vooroordelen. Rapportagestructuur opzetten: Begin met het verzamelen van gegevens over loonverhoudingen, zodat bedrijven voorbereid zijn op toekomstige rapportageverplichtingen.

De Wet Gelijke Beloning is een noodzakelijk instrument om loonongelijkheid tegen te gaan, maar heeft een evenwichtige aanpak nodig om de maritieme sector toekomstbestendig en competitief te houden. De beoogde inwerkingtreding van de wet is 7 juni 2026.

Voor vragen kunnen leden van NMT-IRO contact opnemen met kamp@maritimetechnology.nl

Europees niveau 2

Europees niveau

Europese Scheepsrecycling

Naarmate de milieu- en regelgevende druk op de scheepvaartindustrie toeneemt, worden Nederlandse reders en de scheepsbouwindustrie ook geraakt. Een belangrijke wetgeving op dit gebied is de EU Ship Recycling Regulation (EU SRR), die is ontworpen om de veilige en duurzame ontmanteling van schepen te waarborgen. Recente evaluaties hebben tekortkomingen in de implementatie van de verordening aan het licht gebracht, variërend van de mogelijkheid om de regelgeving te omzeilen, tot onvoldoende in kaart brengen en beheer van gevaarlijke stoffen.

Europese Verordening voor Scheepsrecycling (EU SRR)

De EU SRR implementeert de doelstellingen uit de Hong Kong Convention, die ervoor moeten zorgen dat een schip aan het einde van zijn levensduur geen onnodige risico’s vormt voor de volksgezondheid, de veiligheid of het milieu.

Op basis van dit verdrag en met extra veiligheidsmaatregelen stelt de EU SRR belangrijke vereisten, waaronder:

Ontwikkeling van eisen voor schepen en recyclingfaciliteiten om ervoor te zorgen dat scheepsrecycling op een milieuvriendelijke en veilige manier plaatsvindt.

Beperking of verbod op de installatie en het gebruik van gevaarlijke materialen op schepen, zoals asbest.

Het opstellen van een Europese lijst van goedgekeurde scheepsrecyclingfaciliteiten.

Evaluatie van de Europese Verordening voor Scheepsrecycling (EU SRR)

In februari 2025 publiceerde de Europese Commissie haar EU Ship Recycling Regulation Evaluation. De beoordeling concludeert dat de verordening heeft bijgedragen aan hogere sociale en milieunormen in scheepsrecycling en een belangrijke referentie is geworden voor belanghebbenden binnen en buiten de EU.

De effectiviteit van de wetgeving wordt echter ondermijnd door rederijen die kort voor de recycling van hun schepen de vlag van een EU-lidstaat wijzigen naar een niet-EU-vlag. Deze praktijk, bekend als “out-flagging”, wordt gedreven door de financiële prikkel om oude schepen te verkopen aan scheepswerven in Zuid-Azië, waar de ontmantelingskosten lager zijn.

De evaluatie benadrukt ook dat inventarissen van gevaarlijke materialen vaak ontbreken tijdens de operationele levensduur van een schip. Wanneer ze wel beschikbaar zijn tijdens de recyclingfase, is de kwaliteit ervan vaak onvoldoende.

NGO Shipbreaking Platform

De NGO Shipbreaking Platform zet zich al meer dan tien jaar in voor verbetering van de sociale en milieunormen in de wereldwijde scheepssloopindustrie. De visie van het platform is dat schepen worden gerecycled in faciliteiten die schone, veilige en eerlijke praktijken hanteren en fatsoenlijke banen bieden. Schepen moeten vrij zijn van giftige materialen en mogen geen schade toebrengen aan arbeiders, lokale gemeenschappen of het milieu aan het einde van hun levenscyclus.

De NGO beveelt aan dat de EU-aanpak van scheepsrecycling moet: Handhaven en regelgeving versterken: De EU moet de reikwijdte van de EU SRR uitbreiden om ervoor te zorgen dat in de EU gevestigde reders verantwoordelijk worden gehouden voor hun schepen aan het einde van hun levensduur, ongeacht de vlag. Dit zou ook aansluiten bij het ‘Polluter Pays principle’ en ‘Extended Producer Responsibility’, waardoor rederijen bijdragen aan de kosten van duurzame ontmanteling. Financiële prikkels voor duurzame scheepsrecycling introduceren: De EU moet financiële mechanismen invoeren die verantwoordelijke reders belonen voor het kiezen van milieuvriendelijke recyclingopties.

De ontwikkelingen van de EU SSR voor scheepsrecycling hebben een directe impact op Nederlandse reders en openen tegelijkertijd mogelijkheden om scheepsrecyclingpraktijken in Nederland te verbeteren. Als NMT-IRO is het essentieel dat we actief inspelen op zowel de kansen als de uitdagingen die deze regelgeving met zich meebrengt, om zo de Nederlandse scheepsbouw- en maritieme sector te ondersteunen bij het aanpassen, naleven en uiteindelijk profiteren van deze veranderingen.

Voor vragen kunnen leden van NMT-IRO contact opnemen met houwelingen@maritimetechnology.nl

Bijlage 1

Reactie NMT-IRO op de Defensiestrategie

2025 -2029

April 2025

NMT-IRO, de Nederlandse brancheorganisatie van de maritieme maak - en offshore-industrie, heeft met belangstelling kennisgenomen van de Defensiestrategie 2025 -2029. Wij zijn verheugd over de strategie, onderschrijven de richting die hierin wordt geschetst en treden graag op als partner van Defensie om deze doelstellingen te realiseren. De Nederlandse maritieme sector beschikt over een rijke traditie en diepgaande expertise, en onze leden kunnen, met hun vakmanschap en innovatieve capaciteiten, een essentiële bijdrage leveren aan het realiseren van de Defensieplannen om Nederland weerbaar te houden.

Beschikbaarheid en bereidheid

NMT-IRO verbindt, versterkt en vertegenwoordigt 850 bedrijven in de maritieme keten – van scheepsbouw tot toeleveranciers en offshore. Deze brede vertegenwoordiging biedt onze organisatie een uniek en actueel inzicht in wat er mogelijk is. Zo horen wij ter ug dat veel meer fysieke capaciteit beschikbaar is dan momenteel wordt verondersteld; er zijn meer Nederlandse werven die mogelijk actief voor de marine kunnen werken, maar ook willen werken. Doordat we dicht bij onze leden staan weten we welke bedrijven direct kunnen opschalen en waar nieuwe capaciteit ontwikkeld kan worden – kennis die van cruciaal belang is om snel te kunnen handelen. De bereidheid om een bijdrage te leveren aan onze nationale veiligheid is hoog.

Noodzaak van continuïteit

Om de productiecapaciteit van onze leden optimaal te benutten, is het essentieel dat er een structurele aanpak komt. Waarbij een zekere orderstroom op gang komt die (vrijwel) zeker in Nederland worden geplaatst. Onze maakindustrie kan opschalen wanneer er voldoende vertrouwen is in de continuïteit van orders op lange termijn. In de praktijk merken we echter vaak dat de specificaties voor opdrachten te laat duidelijk worden, waarna het aanbestedingsproces volgt. Helaas hebben we in het verleden gezien dat di t proces niet altijd goed is gestroomlijnd, wat heeft geleid tot inefficiëntie en gemiste kansen.

Samenwerking en verbinding

Wij zien het als onze verantwoordelijkheid om de verbinding tussen onze leden en Defensie te faciliteren en deze samenwerking actief te ondersteunen. Door onderweg van elkaars ervaringen te leren, kunnen we het tempo en de effectiviteit van het proces opti maliseren. Daarnaast zijn we bereid onze sectorbrede inzichten te delen en te werken aan het concretiseren van gezamenlijke acties, zodat onze leden kunnen aanhaken en we het tempo hoog kunnen houden. Dit draagt niet alleen bij aan de nationale veiligheid, maar biedt ook een uitgelezen kans om onze maritieme maakindustrie, onze Hollandse Glorie, in ere te herstellen. Dit komt tevens de werkgelegenheid ten goede en versterkt de internationale positie van Nederland.

Bijlage2 – is zo’n verbod

“A

Critical Review of the Application of Polymer of Low Concern and Regulatory Criteria to Fluoropolymers II: Fluoroplastics fluoroelastomers”,

, met alle risico’s van dien.

3

Bijlage

Bijlage 4

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Vergaderjaar 2024–2025 34 682 Nationale Omgevingsvisie

Nr. 217

MOTIE VAN HET LID BOOMSMA C.S.

Voorgesteld 3 april 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging, constaterende dat bepaalde industrieën met schaarse kenmerken zoals bereikbaarheid via het water of veel milieuruimte onder druk staan door planvorming voor transformatie, maar met bijbehorende infrastructuur niet of bijna niet kunnen worden verplaatst;

overwegende dat ruimte voor een deel van deze bedrijvigheid van nationaal belang is voor de strategische autonomie en het duurzaam verdienvermogen van Nederland;

overwegende dat geopolitieke ontwikkelingen het noodzakelijk maken om het strategische belang van industriële capaciteit goed te borgen en veilig te stellen;

overwegende dat onzekerheid de ruimtelijke druk met zich meebrengt dat bedrijven niet of minder kunnen investeren in verduurzaming;

verzoekt de Minister om in de Nota Ruimte als doelstelling op te nemen dat er voldoende ruimte wordt gereserveerd voor kadegebonden bedrijven en bedrijven met een hoge milieucategorie van strategisch belang, en uit te werken hoe het behoud van die terreinen juridisch zal worden geborgd en daaronder te scharen de vijf industrieclusters van nationaal belang, de maritieme maakindustrie en de mainports/ zeehavens,

en gaat over tot de orde van de dag.

Boomsma Meulenkamp Vedder

Kamer,

Colofon

Een uitgave van: Brancheorganisatie NMT-IRO

Postbus 23541, 3001 KM Rotterdam

Vormgeving & layout: Steenbergen Ontwerp Studio

Willemswerf • Boompjes 40 • 3011 XB Rotterdam

Postbus 23541 • 3001 KM Rotterdam

T +31 (0)88 44 51 000

E info@maritimetechnology.nl

I www.nmt-iro.nl

Mis je onderwerpen ? Heb je vragen ? Neem contact op met onze sectormanagers.

Teamleider a.i. en offshore-energy

Tjerk Suurenbroek suurenbroek@maritimetechnology.nl

Arbeidsmarkt en Onderwijs Karlijn van de Kamp kamp@maritimetechnology.nl

Vestigingsklimaat Erik Peters peters@maritimetechnology.nl

Financieringen Lennaert Rolloos rolloos@maritimetechnology.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
NMT Public Affairs april 2025 by NMT2021 - Issuu