

nieuwsbrief Public Affairs
Juni 2025

Beste leden,
Een van de grootste binnenlandse gebeurtenissen de afgelopen maand was uiteraard de val van Kabinet-Schoof. De nieuwe verkiezingen zijn uitgeschreven voor eind oktober. Dat betekent dat in de zomer alle commissies voor de verkiezingsprogramma’s bij elkaar komen. Dan worden de programma’s geschreven. Dat maakt de zomer het beste moment om onze standpunten bij de verschillende fracties neer te leggen.
Zoals jullie van ons mogen en kunnen verwachten, zijn we volop bezig met de voorbereidingen. Daarbij nemen we ook de uitkomsten van de recente bestuurs-strategiedag mee. Tijdens deze dag werd opnieuw duidelijk hoe belangrijk een sterke focus op Europa is voor onze sectoren. Dat werd ook bevestigd tijdens mijn bezoek afgelopen week aan de General Assembly – de jaarlijkse ledenvergadering – van Sea Europe in Boekarest. Sea Europe is de Europese koepelorganisatie voor de Maritieme Maakindustrie. De vertegenwoordiging van NMTIRO wordt daar breed gewaardeerd, en onze Sectoragenda Maritieme Maakindustrie wordt gezien als een voorbeeld voor de toekomstige Europese strategie voor de sector.
Ook vanuit de defensiesector is er positief nieuws te melden. Zonder de maritieme maak- en offshore-energiesector is de bouw van marineschepen simpelweg niet mogelijk. Een zelfscheppende marinebouw staat of valt met een sterke, goed georganiseerde sector. Gelukkig zien we deze erkenning terug in de ambities die Defensie heeft gepresenteerd in haar actieagenda. Voor het eerst wordt daarin de maritieme maakindustrie expliciet genoemd. Wij zetten ons actief in om politiek Den Haag steeds beter te laten zien wat onze leden in huis hebben om bij te dragen aan deze doelstellingen. Maar daarbij hebben we ook uw input hard nodig. Meer daarover leest u verderop.
Tot slot nog een positief nieuwtje: afgelopen maand is onze nieuwe collega Dan Veen gestart bij NMT-IRO, in de functie van Teamleider Sectormanagement. Voor vragen of ideeën kunt u altijd contact opnemen met onze sectormanagers – hun gegevens vindt u op de achterzijde van deze PA-nieuwsbrief.
Met hartelijke groet,
Jeroen de Graaf
Directeur NMT-IRO

Nationaal niveau
Inbreng Commissiedebat Defensie Industrie
De Tweede Kamer heeft op 12 juni gedebatteerd over de toekomst van de Nederlandse defensie-industrie. In aanloop naar dit debat hebben wij een handreiking gedaan aan de Kamerleden. In bijlage 1 vind je deze handreiking gericht op kansen en knelpunten waar de maritieme maakindustrie tegenaan loopt.
Deze handreiking aan de leden van de Kamercommissie is met diverse NMT-IRO leden besproken en aangescherpt. Ons doel hiervan is dat deze zoveel mogelijk aansluit bij de uitdagingen die leden in de praktijk ervaren. Veel van onze leden lopen tegen vergelijkbare uitdagingen aan: onduidelijkheid over langetermijnplannen van Defensie, behoefte aan ondersteuning bij dual-use toepassingen binnen Europese kaders en vragen over exportregels of financieringsroutes.
Samen met collega-brancheorganisaties - zoals VNO-NCW en NIDV - benadrukken wij het strategisch belang van een brede, sterke en zelfscheppende maakindustrie in Nederland. Dit viel ook op tijdens het debat. Ingebrachte punten zoals het belang van de langetermijnstrategie en het gebruik van dual-use en industriële slagkracht kregen veel aandacht. Daarnaast werd NMT-IRO expliciet benoemd als cruciaal onderdeel van de brede defensie-industrie en er ligt een rol als verbindende organisatie binnen dit cluster. De boodschap van NMT-IRO is helder: zorg dat de verruimde financiële ruimt voor Defensie – waaronder marinebouw – terecht komt bij onze Nederlandse maritieme en offshore maakindustrie – en creëer dus voor onze leden de juiste randvoorwaarden die essentieel zijn om dit - de productiecapaciteit van de Nederlandse defensie-industrie, en dan specifiek de marinebouw - te vergroten en te versnellen.
Wij doen een beroep op jou
Uit onze recente enquête blijkt dat veel van onze leden bouwen of toeleveren aan marineschepen. Uit dezelfde enquête blijkt ook dat nog veel meer leden kunnen bouwen of toeleveren aan deze marineschepen. Er is dus nog veel onbenut potentieel. Om een beter beeld te krijgen – en onze boodschap verder aan te scherpen met cijfers en praktijkvoorbeelden, is uw input op onderstaande vragen van groot belang.
Werkt jouw bedrijf aan defensie- of marine gerelateerde projecten?
1. Heeft je bedrijf in de afgelopen 5 jaar opdrachten uitgevoerd voor de (Nederlandse) marine?
a. Zo ja: kun je per project een korte omschrijving geven?
b. Zo nee: kun je aangeven welke strategische, technische of marktgerelateerde redenen daaraan ten grondslag lagen?
c. Heb je eerder pilot- of proefprojecten overwogen, maar zijn die uiteindelijk niet uitgevoerd?
2. Op welke manier zouden huidige producten of technologieën van jullie zowel civiele als maritieme/ militaire toepassingen kunnen bedienen?
3. Sta je open om hierover in gesprek te gaan en (in de toekomst) een werkbezoek aan jouw bedrijf te organiseren?
We willen je vragen om het antwoord op deze vragen te delen met Liz Gutter via gutter@maritiemtechnology.nl
Subsidie Duurzame
Scheepsbouw
In de nieuwsbrief van maart schreven wij over de SDS-regeling. In bijlage 2 lees je dat artikel waarin we onder andere uitleggen hoe de regeling tot stand is gekomen en wat deze bij kan dragen. Deze regeling stelt de werven in staat om aantoonbaar duurzame innovaties in te bouwen in (nieuwbouw) schepen. De werven dragen zo bij aan de totstandkoming van duurzame(re) schepen en scheepstypen en aan een verbetering van de internationale concurrentiepositie van deze werven. Voor 2025 en 2026 is opnieuw circa €5 miljoen per jaar beschikbaar gekomen.
We schreven dat de regeling in hoofdlijnen hetzelfde blijft. Wel zijn er enkele aanbevelingen uit de evaluatie verwerkt en is nog eens kritisch gekeken naar de toelichting op de regeling. Deze wijzigingen worden eerst voorgehangen aan de Tweede Kamer. Indien er geen opmerkingen meer komen, zal de regeling worden gepubliceerd in de Staatscourant en kunnen we nog voor de zomer een eerste openstelling verwachten.
Dit is inmiddels gebeurd en er zijn geen opmerkingen binnen gekomen. Daarom is het streefdoel om de SDS-regeling per 2 juli open te stellen voor het gehele bedrag van circa €5 miljoen. Hier zal NMT-IRO in samenwerking met RVO een informatiesessie over organiseren. Het doel van deze sessie is om de leden te informeren wat er mogelijk is en er zal een gelegenheid zijn om vragen te stellen. Deze sessie is 9 juli van 9:00u tot 10:00u en zal digitaal zijn.
Aanmelden voor deze sessie.
Neem bij vragen of voor meer informatie contact op met Lennaert Rolloos via rolloos@maritimetechnology.nl
Samen blijven bouwen aan een betrouwbare en schone Nederlandse energievoorziening
Nederland heeft offshore windenergie nodig. Onder meer om een CO2-vrije toekomst te realiseren, de energieonafhankelijkheid te vergroten en tegelijkertijd de toonaangevende offshore windsector in Europa een impuls te geven. De Routekaart Wind op Zee 21 GW is hierin een belangrijk kader voor alle betrokken partijen, maar moet tegelijkertijd ruimte bieden voor maatwerk en flexibiliteit.
Om de uitrol van offshore windenergie op de Noordzee op de korte en lange termijn te waarborgen, is het essentieel dat de huidige stroom van investeringen in de toeleveringsketen, op basis van de eerder afgesproken continuïteit, wordt voortgezet.
De verdere uitbouw van wind op zee in Nederland is cruciaal voor onze veilige en autonome energievoorziening, economische concurrentiekracht en duurzaamheidsambities en mag daarom niet vastlopen. De balans in de risicoverdeling tussen overheid en markt in het huidige Nederlandse tendersysteem is scheefgegroeid waardoor ontwikkelaars en supply chain de risico’s niet langer kunnen dragen. Beleidsaanpassingen zijn daarom nodig om de haalbaarheid van projecten te garanderen en ervoor te zorgen dat Nederland succesvol nieuwe volumes offshore wind kan aanbesteden die in de jaren na 2030 gerealiseerd kunnen worden.
24 betrokken partijen binnen de offshore wind sector (waaronder NMT-IRO) hebben gezamenlijk een pamflet opgesteld, waarin ze aandacht vragen voor:
1. Het introduceren van Contracts for Differences (CfD’s) voor offshore windenergie om een stabiele uitrol van wind op zee voor ontwikkelaars en toeleveringsketen te borgen;
2. Het concreet voorbereiden van een terugvaloptie (SDE++) voor 2026, zolang een CfD niet beschikbaar is;
3. Sterkere stimulering van decarbonisatie door elektrificatie van de industrie en compensatie van nettarieven. En daarmee voor het duurzaam versterken van de Europese en Nederlandse industrie met oog voor de mondiale concurrentiepositie.
Dit gezamenlijke pamflet vind je in bijlage 3 en bijlage 4
Neem bij vragen of voor meer informatie contact op met Tjerk Suurenbroek via suurenbroek@maritimetechnology.nl
Partiële herziening Noordzee
Vanaf 13 mei ligt het ontwerp voor de Partiële Herziening van het Programma Noordzee 2022-2027 ter inzage. Naar verwachting zal het in november 2025 worden vastgesteld. Voorzitter van het Noordzeeoverleg (NZO), mevrouw Sybilla Dekker, lichtte hierover in oktober 2024 de betrokken bewindslieden per brief in. De betreffende documenten zijn nu in te zien via het Noordzeeloket
Ook wordt gestart met het Programma Noordzee 2028-2033. Daarvoor wordt met alle betrokkenen binnen het Noordzeeoverleg (NZO) verder samengewerkt aan de ruimtelijke planning binnen de schaarse ruimte van de Noordzee. Het doel is om verschillende activiteiten zo goed mogelijk naast elkaar te laten bestaan - met inachtneming van de voortgang van de energietransitie, de natuurtransitie, de voedseltransitie, de samenhang tussen die transities en de relatie met de scheepvaart. Ook activiteiten waar veel van onze leden bij betrokken zijn, zoals de ontwikkeling van offshore energieprojecten, worden meegenomen. De Partiële Herziening die nu ter inzage ligt, richt zich met name op het aanwijzen van windenergiegebieden op de Noordzee voor de periode na 2031 en meer ruimte voor zandwinning.
Neem bij vragen of voor meer informatie contact op met Tjerk Suurenbroek via suurenbroek@maritimetechnology.nl
Commissiedebat Maritiem
Het Commissiedebat Maritiem is vanwege de val van het kabinet omgezet naar een schriftelijk overleg. Dit betekent dat de fracties schriftelijke vragen kunnen stellen aan de Minister. Hieronder de meest relevante passages uit de inbrengen samengevat.
Vragen van de SGP-fractie
De leden vragen aandacht voor de uitvoering van de motie-Stoffer (Kamerstuk 31409, nr. 392) betreffende de uitbreiding van de tonnageregeling en de afdrachtvermindering zeevaart voor offshore werkschepen. Het kabinet heeft aangegeven dat er op dit moment geen financiële middelen beschikbaar zijn. Deze leden horen nog wel graag of de minister het belang van de voorgestelde uitbreiding van fiscale regelingen voor het aantrekkelijk maken van het varen onder Nederlandse vlag ziet. Hoe groot is het risico dat offshore werkschepen onder een andere vlag gaan varen?
Vragen van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn blij dat er wetgeving wordt voorbereid voor een verbod op het lozen van scrubber-waswater. Deze leden zijn niet blij dat dit verbod is beperkt tot binnenwateren en havens. (…) Kan de minister kwantificeren hoeveel ton emissie zou worden bespaard als er een effectief lozingsverbod zou komen voor het gehele Nederlandse deel van de Noordzee? En wat wordt bereikt met het beperktere voorstel voor havens en binnenwateren? Hoe verhoudt een dergelijk beperkt verbod zich tot de regels in bijvoorbeeld Denemarken en Zweden?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn verder benieuwd naar de stand van zaken van de onderhandelingen met de International Maritime Organization (IMO) over de marine fuel standard en CO2-beprijzing. Waar staan we in de onderhandelingen? Klopt het dat er een overeenkomst is over het beprijzen van grote schepen, maar dat kleine schepen, waaronder een fors deel van de Nederlandse vloot, buiten de boot dreigen te vallen?
Vragen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie stellen dat al sinds het begin van de Nederlandse koopvaardij de Nederlandse vlaggen in groten getale over de zee wapperen. Deze leden maken zich zorgen over het afnemend aandeel Nederlandse kapiteins op schepen onder de Nederlandse vlag. Zij vragen daarom ook om meer maatregelen die het voor rederijen aantrekkelijk maken om met Nederlandse bemanningen en kapiteins te varen. Deze leden vragen daarom of het maritiem onderwijs aantrekkelijker wordt gemaakt en waar nodig verbeterd. Daarnaast vragen zij of de hoeveelheid administratieve lasten die daarbij horen, verminderd kan worden.
Vragen van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie wijzen op aanhoudende vervuiling van zeeën en oceanen door afval afkomstig van onder meer containerschepen en offshore-installaties, zoals blijkt uit initiatieven als Fishing for Litter, en vragen de minister of zij bereid is dit onderwerp nadrukkelijk aan te kaarten in IMO-verband, met als doel het tegengaan van afvaldumping op zee. Deze leden vragen of de minister bereid is binnen de IMO te pleiten voor strengere internationale regelgeving én aanvullende bewustwordingsmaatregelen, met bijzondere aandacht voor bemanningen uit landen waar handhaving en milieubewustzijn mogelijk nog tekortschieten.
N3-brug Papendrecht
Bij de renovatie van de N3-brug bij Papendrecht wordt toch rekening gehouden met de hoge scheepvaart. Dat heeft Rijkswaterstaat op 26 mei 2025 samen met de betrokken bestuurders van de betrokken gemeenten aangekondigd. Daarmee wordt het belang van de maritieme en offshore energie-industrie gezien. Tijdens de renovatie zal een maandelijkse doorvaartmogelijkheid gerealiseerd worden. Dat betekent wel dat het project flink langer zal duren én er veel extra maateregelen voor de omgeving genomen moeten worden. Wegverkeer zal moeten omrijden via de A15-A16. De nooddiensten zullen gebruikmaken van het fietspad dat langs de Baanhoekbrug ligt. De voetgangers en fietsers die daardoor deze verbinding niet kunnen gebruiken worden door een pont of met de waterbus vervoerd.
Na vele gesprekken - die NMT-IRO al sinds maart 2024 met RWS voert - is er sinds december 2024 vaart in de oplossing gekomen. Vanaf dat moment is er een technische werkgroep geformeerd waarin op zeer indrukwekkende wijze oplossingen zijn bedacht. In de werkgroep zijn diverse leden van NMT-IRO actief geweest. Na de vele gesprekken en het uitwisselen van ideeën heeft Rijkswaterstaat in overleg met de betrokken bestuurders besloten om de nieuwe werkmethode te kiezen waardoor de maandelijkse doorvaarten mogelijk worden. Na de uiteindelijke goedkeuring van de Minister van Verkeer en Waterstaat is de nieuwe aanpak in een persconferentie wereldkundig gemaakt.
De exacte planning van de doorvaarten wordt op dit moment besproken en zal ook via NMT-IRO met de leden gecommuniceerd worden.
Neem bij vragen of voor meer informatie contact op met Erik Peters via peters@maritimetechnology.nl
Oproep voor PPS-projecten geopend
Op 1 april hebben de topsectoren Agri & Food, Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en Water & Maritiem hun gezamenlijke oproep geopend voor publiek-private samenwerking (PPS) projecten die invulling geven aan de Kennis- en Innovatieagenda Landbouw, Water, Voedsel 2024-2027. Het beschikbare budget is circa € 10,2 miljoen in 2026.
De oproep is bedoeld voor onderzoeksprojecten waarin bedrijven, brancheorganisaties, NGO’s en publieke organisaties met onderzoeksorganisaties samenwerken. De drie topsectoren werken in deze oproep met elkaar samen om zo tot een invulling te komen van de gezamenlijke kennis- en innovatieagenda Landbouw, Water, Voedsel. Tevens wordt opgeroepen tot cross-over samenwerking met Topsectoren Life Sciences & Health en ICT. Daarnaast is er dit jaar de mogelijkheid om bilaterale samenwerking vorm te geven met Denemarken.
Budget
Voor onderzoek in 2026 is circa € 10,2 miljoen (excl. BTW) subsidie beschikbaar. De helft hiervan betreft bijdragen van de Ministeries van LVVN en I&W in de vorm van capaciteit bij Wageningen Research en andere Toegepaste Onderzoek Organisaties /TO2 instituten. Het overige deel betreft door de TKI’s beschikbaar gestelde PPS-subsidie die ook bij andere kennisleveranciers inzetbaar is.
Procedure
Vanaf half juni tot en met 1 september 2025 is het mogelijk om PPS-voorstellen in te dienen via de indienlink op de website. Partijen die een PPS-voorstel willen indienen kunnen een gesprek met een afvaardiging namens de verantwoordelijke TKI’s en ministeries aanvragen om een indicatie te krijgen hoe passend het voorstel in de KIA is.
Neem bij vragen of voor meer informatie contact op met Karlijn van der Kamp via kamp@maritimetechnology.nl

Europees niveau 2
Europees niveau
Publicaties van de Europese Commissie: Ocean Pact, Concurrentievermogen en Simplificatie
Ocean Pact
Op 5 juni, voorafgaand aan de VN Ocean Conference in Nice, is het Europese Ocean Pact gepresenteerd. Dit pact omvat zes doelstellingen rond oceaan gerelateerde activiteiten.
Een van de pijlers is de strategische doelstelling voor een “concurrerende en duurzame blauwe economie”, waarin het belang van onze sector nadrukkelijk wordt onderstreept. De Europese Commissie stelt dat “de maritieme productiebasis van Europa essentieel is voor de strategische autonomie, welvaart en veiligheid van de EU.” Europese scheepswerven, toeleveranciers en technologieleveranciers beschikken over de kennis en capaciteit om hoogwaardige schepen te bouwen en technologie voor offshore hernieuwbare energie te ontwikkelen.
Om dit concurrentievoordeel te behouden en internationaal leiderschap in schone technologie te waarborgen, werkt de Commissie aan een Europese Industriële Maritieme Strategie (EMIS). Deze strategie zal zich met name richten op de maritieme productiesector in Europa.
Daarnaast bevat het pact een belangrijk hoofdstuk over maritieme veiligheid en defensie als randvoorwaarde voor een sterke blauwe economie. NMT-IRO blijft de ontwikkelingen rondom EMIS en defensie nauwgezet volgen om de belangen van de sector op Europees niveau te waarborgen.
Neem bij vragen of voor meer informatie contact op met Luc Kronenberg via kronenberg@maritimetechnology.nl
Omnibus IV: Mid-caps
De Europese Commissie (EC) heeft een nieuw simplificatievoorstel gepubliceerd om de administratieve lasten voor bedrijven, met name het MKB, te verlagen. Dit doet de EC door een nieuwe categorie bedrijven aan te kondigen: de zogenaamde small mid-caps (Klein en middelgrote ondernemingen)

Kleine en middelgrote ondernemingen zijn bedrijven met minder dan 750 werknemers en een omzet tot 150 miljoen euro of totale activa tot 129 miljoen euro. De bijna 38.000 bedrijven in de EU die in deze categorie vallen, krijgen met dit voorstel toegang tot bepaalde voordelen. Wanneer een bedrijf meer dan 250 werknemers heeft, wordt het op dit moment een grote onderneming en krijg het te maken met een sterke toename van nalevingsverplichtingen, zoals de registratie van gefluoreerde broeikasgassen of het bijhouden van gegevens in de algemene verordening gegevensbescherming.1
1 https://commission.europa.eu/news/simplification-measures-save-eu-businesses-eu400-million-annually-2025-05-21_en
Single Market Strategy
De Europese interne markt is de belangrijkste aanjager van het concurrentievermogen in de EU. Daarom heeft de Europese Commissie een nieuwe strategie voorgesteld om de nog bestaande barrières voor handel en investeringen in de EU weg te nemen. Daarnaast staan er in de strategie ook voorstellen om het MKB te helpen, zaken te doen in andere Europese landen en verder te digitaliseren. Voorbeelden van (handels) barrières zijn EU-regels die nodeloos ingewikkeld zijn en daardoor zorgen voor te veel administratieve lasten, maar ook de regels voor het tijdelijk inhuren van personeel uit een ander land zijn onnodig complex en dienen te worden aangepakt.2
Startup en Scale-up Strategy
Op 28 mei heeft de EC een strategie voor startups en scale-ups gepresenteerd. De Commissie heeft startups, onderzoek en innovatie tot de belangrijkste prioriteiten van haar mandaat gemaakt. De strategie stelt een uitgebreide reeks acties voor om van de EU de beste plek ter wereld te maken om technologie gedreven innovatieve bedrijven op te starten en te laten groeien.
Ben je benieuwd naar de plannen van de Europese Commissie voor simplificatie, of wat bovenstaande ontwikkeling voor u betekent? Neem dan contact op met Luc Kronenberg via kronenberg@ maritimetechnology.nl
Nieuwe agenda samenwerking EU en VK
Met het oog op de top tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie van 19 mei 2025 hebben de Europese Commissie en het Verenigd Koninkrijk onderzocht op welke gebieden de bilaterale samenwerking tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk kan worden versterkt. Deze samenwerking tussen de EU en het VK op het gebied van energie is cruciaal voor het ontsluiten van het offshore-windenergiepotentieel van 300 GW in de Noordzee. Hierin is de Noordzee een krachtcentrale voor de toekomst van schone energie in Europa. Het akkoord omvat een verbintenis om de deelname van het VK aan de interne elektriciteitsmarkt van de EU te onderzoeken en te werken aan de koppeling van onze koolstofmarkten.3
2 https://single-market-economy.ec.europa.eu/single-market/strategy_en
3 https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/statement_25_1267
Deal om Europees Agentschap voor Maritieme Veiligheid te versterken
Het mandaat van het European Maritime Safety Agency (EMSA) is geactualiseerd en vergroot. Op deze manier kunnen EU-landen geholpen worden hun maritiem situationeel bewustzijn te verbeteren. Dit is belangrijk in het licht van nieuwe geopolitieke uitdagingen en de groene en digitale transitie. EMSA blijft actief om regeringen te ondersteunen bij het waarborgen van een hoog niveau van maritieme veiligheid en beveiliging, het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen en het voorkomen van verontreiniging door schepen. Dit gebeurt onder meer door implementatie van maatregelen onder het Zero Pollution Action Plan, de FuelEU Maritime Regulation, de Alternative Fuel Infrastructure Regulation en de uitbreiding van het Emissions Trading System (ETS) voor de maritieme sector. De actuele uitbreiding van het mandaat betreft daarnaast ook een grotere focus op digitalisering van schepen en maritieme registers, het verlichten van administratieve lasten voor de maritieme sectoren het aanbieden van trainingen. Onder het nieuwe mandaat, dat nog door de Raad en het Parlement goedgekeurd moet worden, rapporteert EMSA iedere drie jaar over de voortgang van hun activiteiten.
Meer info op: Deal to strengthen European Maritime Safety Agency | News | European Parliament
Neem bij vragen of voor meer informatie contact op met Daniëlle Veldman via veldman@maritimetechnology.nl
Bijlage 1
Geachte heer/mevrouw
Met het oog op het commissiedebat Defensie Industrie op 11 juni aanstaande brengt NMT-IRO (de brancheorganisatie die 850 bedrijven in de maritieme keten – van scheepsbouw tot toeleverancier en Offshore) graag de volgende punten onder uw aandacht.
Beschikbaarheid en bereidheid
Wij zijn verheugd over de Defensiestrategie 2025-2029, onderschrijven de richting die hierin wordt geschetst en treden graag op als partner van Defensie om deze doelstellingen te realiseren. De Nederlandse maritieme sector beschikt over een rijke traditie en diepgaande expertise, en onze leden kunnen, met hun vakmanschap en innovatieve capaciteiten, een essentiële bijdrage leveren aan het realiseren van de Defensieplannen om Nederland weerbaar te houden.
Om deze bijdrage daadwerkelijk te kunnen leveren, is het van belang dat Defensie tijdig en structureel opdrachten in de markt zet en bedrijven vroegtijdig betrekt bij het specificeren van materieelbehoeften. Wij horen van onze leden dat opdrachten vaak laat worden aangekondigd, waardoor het voor bedrijven lastig is om op tijd capaciteit op te bouwen en investeringen te doen.
Knelpunten en kansen
Onze bedrijven zien kansen om een grotere rol te spelen in de versterking van de Nederlandse defensiecapaciteit, maar signaleren ook een aantal knelpunten:
• Noodzaak van continuïteit: Structurele en voorspelbare opdrachten zijn noodzakelijk om de productiecapaciteit van onze leden optimaal te benutten, waarbij een zekere orderstroom op gang komt die (vrijwel) zeker in Nederland worden geplaatst.
• Samenwerken en verbinden: Wij zien het als onze verantwoordelijkheid om de samenwerking tussen onze leden en Defensie te faciliteren en te versterken. Door sectorbrede inzichten te delen en gezamenlijke acties te concretiseren, kunnen we het tempo en de effectiviteit van projecten verhogen.
• Toegang voor nieuwe bedrijven: Voor nieuwe bedrijven in de defensie-industrie is het vaak lastig om samen te werken met Defensie, omdat het due diligence -proces een lang en tijdrovend traject is. Dit kan de toetreding van innovatieve bedrijven belemmeren en zo vernieuwing en versterking van de defensie-industrie vertragen.
• Doorlooptijden verkorten: Het traject naar het tekenen van een opdracht is vaak erg langslepend. Bedrijven moeten dit voorfinancieren en omdat dit proces zo lang duurt, ervaren zij financiële druk en onzekerheid. Dit kan de bereidheid en mogelijkheden van bedrijven om te investeren en deel te nemen aan defensieprojecten beperken.
Afsluiting
Kortom, de uitvoering van de Defensiestrategie biedt grote kansen om de nationale veiligheid én de Nederlandse maakindustrie te versterken. Wij staan graag klaar om deze onderwerpen nader toe te lichten en samen te werken aan een sterke, toekomstbestendige defensiesector.
Met vriendelijke groet, Jeroen de Graaf
Algemeen Directeur NMT-IRO
Bijlage 2
Nationaal niveau
Subsidie Duurzame Scheepsbouw
Nederland kende in de periode 2007-2012 de Subsidieregeling Innovatieve Zeescheepsbouw (SIZ) en in het jaar 2014 de Subsidieregeling Innovatieve Scheepsbouw (SIS). Deze werd na evaluatie aanvankelijk afgeschaft, maar vanaf 2017 – meer specifiek gericht op duurzame innovatie in de scheepsbouw – weer opengesteld als Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS). Doelgroep van de SDS zijn Nederlandse scheepswerven die gebruikt worden voor nieuwbouw, ombouw en reparatie van schepen en aantoonbaar duurzame innovaties inbouwen in de schepen die ze (ver)bouwen. De werven dragen zo bij aan de totstandkoming van duurzame(re) schepen en scheepstypen en aan een verbetering van de internationale concurrentiepositie van deze werven. De SDS heeft daarom een dubbele doelstelling:
1. Het stimuleren van vernieuwende duurzame technologieën in de scheepsnieuw en –ombouw.
2. Het versterken van de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse maritieme maakindustrie.
Van 2017 t/m 2023 heeft NMT-IRO elk jaar opnieuw met succes gelobbyd voor budget (€5 miljoen per jaar) om de regeling uit te kunnen blijven voeren. In 2024 is de subsidieregeling geëvalueerd op legitimiteit, doelmatigheid, doeltreffendheid en daarnaast vergeleken ten opzichte van andere stimuleringsmaatregelen zoals het Maritiem Masterplan en Maritiem Innovatie Programma zoals benoemd in de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie. Het volledige evaluatierapport is hier te downloaden.
Enkele belangrijke uitkomsten uit de evaluatie zijn:
- De SDS heeft bestaansrecht: het is legitiem, doeltreffend en doelmatig.
- De SDS is complementair aan zowel het Maritiem Masterplan als de Sectoragenda.
- Ook zijn enkele aanbevelingen gedaan om het bereik en de uitvoerbaarheid van de regeling te verbeteren, zoals het aanpassen van het maximumbedrag per aanvraag en het verkorten van de doorlooptijd van het aanvraagproces.
Voor 2025 en 2026 is wederom circa €5 miljoen per jaar beschikbaar gekomen voor uitvoer van de SDS en is er overleg geweest tussen het ministerie van Economische Zaken en NMT-IRO over de publicatie en openstelling van de subsidieregeling. De regeling blijft in hoofdlijnen hetzelfde, wel zijn er enkele aanbevelingen uit de evaluatie verwerkt en is nog eens kritisch gekeken naar de toelichting op de regeling. Deze wijzigingen worden eerst voorgehangen aan de Tweede Kamer. Indien er geen opmerkingen meer komen, zal deze worden gepubliceerd in de Staatscourant en kunnen we nog voor de zomer een eerste openstelling verwachten.
Zodra er meer bekend is, zal NMT-IRO hierover berichten en in samenwerking met RVO weer een informatiebijeenkomst organiseren.
Heeft u waardevolle inzichten of ideeën over dit onderwerp, of wilt u meedenken? Neem dan contact op met rolloos@maritimetechnology.nl
Bijlage 3
Namens: Coalitie voor realis ering Routekaart Wind op Zee 21GW
Betreft: “Samen blijven bouwen aan een betrouwbare en schone Nederlandse energievoorziening ”
Utrecht, 2 juni 2025
Geachte mevrouw Hermans, Excellentie,
Met grote waardering hebben de ondertekenaars van dit pamflet kennisgenomen van de Kamerbrief betreffende de “Ontwikkelingen tenders windenergie op zee IJmuiden Ver Gamma en Nederwiek I -A”. Het is goed dat het kabinet proactief de regie pakt om de routekaa rt windenergie op zee alsnog binnen bereik te brengen . Wij verzoeken hierover snel meer duidelijkheid.
Stagnatie van de uitrol van offshore windparken zou verstrekkende gevolgen hebben voor de Nederlandse energieveiligheid, energietransitie en het investeringsklimaat.
Nederland neemt wereldwijd een leidende positie in bij de offshore projectontwikkeling en services. Deze positie wordt in belangrijke mate ondersteund door de hoogwaardige en innovatieve ontwikkeling van Wind op Zee in eigen land.
Om de energietransitie te laten slagen en Nederland zijn leidende positie te laten behouden, is het van cruciaal belang dat de uitrol van offshore windenergie niet stagneert. Het versterken van de zekerheid en de voorspelbaarheid van de Routekaart is daarb ij essentieel. Wij doen dan ook een dringende oproep om de realisatie van de komende tenders veilig te stellen door:
• Het introduceren van een Contract for Difference (CfD’s) voor offshore windenergie, om de tenders van de Routekaart Wind op Zee 21 GW zeker te stellen;
• Het concreet voorbereiden van een terugvaloptie (SDE++) voor 2026 zolang een CfD niet beschikbaar is.
Deze extra zekerheid stelt ons in staat om het succesvolle eerste deel van de Routekaart Wind op Zee een doorstart te geven. Wij gaan graag met het ministerie en de politiek in gesprek over de mogelijkheden en voordelen van de verdere ontwikkeling van Wind op Zee in Nederland.
Met vriendelijke groet,













“Samen blijven bouwen
een








en schone Nederlandse energievoorziening ”
Bijlage 4
2
Samen blijven bouwen aan een betrouwbare en schone Nederlandse energievoorziening
Met grote waardering hebben de ondertekenaars van dit pamflet kennisgenomen van de Kamerbrief betreffende de “Ontwikkelingen tenders windenergie op zee IJmuiden Ver Gamma en Nederwiek I-A”1. Het is goed dat het kabinet proactief de regie pakt om de routekaart windenergie op zee alsnog binnen bereik te brengen. Het uitstellen van de tenders voor IJmuiden Ver Gamma (2x1GW) vanwege gebrek aan interesse is een pijnlijk besluit, maar onderstreept de zeer moeilijke fase waarin de offshore windindustrie zich op dit moment bevindt.
De aangekondigde verbeteringsmaatregelen voor de tender van Nederwiek I-A (1 GW) zijn gezien de verslechterde marktomstandigheden gewenst, maar onvoldoende om de Routekaart Windenergie op Zee een robuuste doorstart te geven . Daarom verzoeken de ondertekenaars de Minister om zo spoedig mogelijk duidelijkheid te geven over het resterende tenderschema en een aantal noodzakelijke aanpassingen snel door te voeren, namelijk:
1. Het introduceren van Contracts for Differences (CfD’s) voor offshore windenergie om een stabiele uitrol van wind op zee voor ontwikkelaars en toeleveringsketen te borgen;
2. Het concreet voorbereiden van een terugvaloptie (SDE++) voor 2026, zolang een CfD niet beschikbaar is;
3. Sterkere stimulering van decarbonisatie door elektrificatie van de industrie en compensatie van nettarieven, en daarmee het duurzaam versterken van de Europese en Nederlandse industrie met oog voor de mondiale concurrentiepositie.
1 Ontwikkelingen tenders windenergie op zee IJmuiden Ver Gamma en Nederwiek I -A
Samen blijven bouwen aan een betrouwbare en schone Nederlandse energievoorziening
3
Inleiding
Nederland heeft offshore windenergie nodig om een CO2-vrije toekomst te realiseren, de energieonafhankelijkheid te vergroten en tegelijkertijd de toonaangevende offshore windsector in Europa een impuls te geven. De Routekaart Wind op Zee 21 GW is hierin een belangrijk kader voor alle betrokken partijen, maar moet tegelijkertijd ruimte bieden voor maatwerk en flexibiliteit.
Vertraging van de elektrificatie van de industrie, de daarmee gepaard gaande groei van de vraag en gestegen kosten in de toeleveringsketen vormen echter een aanzienlijk probleem voor de offshore windsector. Steeds meer windontwikkelaars geven aan onder de huidige marktomstandigheden en tendervoorwaarden geen mogelijkheid te zien om een bieding in te dienen2.
Om de uitrol van offshore windenergie op de Noordzee op de korte en lange termijn te waarborgen, is het essentieel dat de huidige stroom van investeringen in de toeleveringsketen, op basis van de eerder afgesproken continuïteit, wordt voortgezet.
Ervaringen uit omliggende landen tonen aan dat mislukte aanbestedingen leiden tot onzekerheid en een domino-effect van oplopende risico’s en vertragingen voor de gehele sector. In Nederland zou dit problemen veroorzaken voor zowel windontwikkelaars als maak- en installatiebedrijven, en leiden tot aanzienlijke vertraging in de bijdrage van offshore wind aan de energietransitie – met gevolgen voor de energietransitie zelf.
2 Weinig animo voor windparken op zee & Aanbesteding Nederlands windpark op zee dreigt te mislukken

Samen blijven bouwen aan een betrouwbare en schone Nederlandse energievoorziening
4
Waarom offshore wind in Nederland?
Offshore windenergie is van cruciaal belang voor de energietoekomst van Nederland, omdat het snel en op grote schaal hernieuwbare elektriciteit kan leveren. Sinds 2013 is wind op zee het werkpaard van de energietransitie, met een productie van 14,8 TWh hernieuwbare elektriciteit in 2024 en een verwachte groei naar 76 TWh in 2035. Dit komt overeen met ongeveer 67% van de elektriciteitsbehoefte in 2024 (112 TWh).
In een dichtbevolkt land als Nederland, met een uitgestrekte ondiepe offshore-zone (1,5 keer zo groot als het vasteland) en een overvloed aan wind, is wind op zee de meest effectieve en efficiënte manier om grote hoeveelheden CO2-vrije energie te produceren. De aanleg van offshore windparken draagt in belangrijke mate bij aan de autonomie van Nederland en Europa, zowel economisch als op het gebied van de energievoorziening.
Uitdagingen voor de offshore windsector
De Nederlandse offshore windsector staat voor aanzienlijke uitdagingen door een kostenstijging van 40-60%3 (materialen, componenten, schepen, personeel en financiering), terwijl de verwachte lange termijn elektriciteitsprijs niet dezelfde stijging laat zien.4
Bovendien zorgen de vertraagde elektrificatie en daarmee de achterblijvende vraag naar hernieuwbare elektriciteit en congestie op het elektriciteitsnet voor toenemende onzekerheid over de inkomsten. Dit heeft geleid tot een gat tussen de kosten en de opbrengsten van nieuwe windparken op zee.
In lijn met de Clean Industrial Deal van de EU is een voorspelbare uitrol van offshore windenergie cruciaal voor ontwikkelaars, toeleveringsketen én voor TenneT, die verantwoordelijk is voor de aanleg van het net op zee. TenneT heeft de ontwikkeling van het net op zee afgestemd op de verwachte uitrol van offshore windenergie. Een
3 Offshore wind: Overcoming the challenges | McKinsey
4 offshore-wind-at-a-crossroads.pdf
Samen blijven bouwen aan een betrouwbare en schone Nederlandse energievoorziening
voorspelbare uitrol geeft de toeleveringsketen het vertrouwen om te investeren in verdere productiecapaciteit.
De recente resultaten van de tender in Denemarken benadrukken de huidige uitdagingen: er kwamen geen biedingen binnen voor de exclusief op de markt gebaseerde (merchant) tenders. Nederland moet zich daarom aanpassen in lijn met de andere Noordzeelanden om aantrekkelijk te blijven voor ontwikkelaars die aan strikte investeringscriteria worden gehouden.
De verdere uitbouw van wind op zee in Nederland is cruciaal voor onze veilige en autonome energievoorziening, economische concurrentiekracht en duurzaamheidsambities en mag daarom niet vastlopen. De balans in de risicoverdeling tussen overheid en markt in het huidige Nederlandse tendersysteem is scheefgegroeid waardoor ontwikkelaars de risico’s niet langer kunnen dragen. Beleidsaanpassingen zijn daarom nodig om de haalbaarheid van projecten te garanderen en ervoor te zorgen

6
dat Nederland succesvol nieuwe volumes offshore wind kan aanbesteden die in de jaren na 2030 gerealiseerd kunnen worden.
Contract for Difference tot investeringsklimaat is gestabiliseerd
Ondertekenaars beschouwen het versnellen van de vraag naar hernieuwbare elektriciteit als de voornaamste oplossing om op termijn de commerciële business case voor offshore wind te herstellen. Wij steunen dus alle (overheids)initiatieven die bedrijven en consumenten helpen te elektrificeren en daarmee de vraag naar hernieuwbare elektriciteit te vergroten.
Daarnaast is het noodzakelijk dat de realisatietermijn van windparken in de tender systematiek wordt verlengd en dat er meer flexibiliteit in de mijlpalenplanning komt om risico’s en daarmee kosten te verlagen. Verdere kostenstijgingen (zoals door een invoedingstarief) moeten eveneens voorkomen worden. Dit zijn wat ons betreft “noregret” maatregelen om het Nederlandse tenderpakket in internationaal perspectief te verbeteren.
Echter, wij zijn ook mening dat het nú vol inzetten op vraagversnelling niet tijdig de vereiste vraag zal opleveren die nodig is om de investeringen te realiseren voor de extra offshore windcapaciteit die nodig is om de ambities uit het National Plan Energiesysteem (NPE) te realiseren. De uitrol van offshore windenergie mag niet stilvallen, zodat we klaar zijn voor het moment dat de elektrificatie daadwerkelijk op gang komt.
Een beproefde oplossing om de uitrol van windenergie veilig te stellen is het tweezijdige Contract for Difference (CfD), dat al wordt gebruikt in landen als België, het VK, Polen en Frankrijk en recent ook is ingevoerd in Denemarken. Tweezijdige CfD's bieden een gegarandeerde minimumprijs voor elektriciteit, beschermen de inkomsten van ontwikkelaars en leveren financiële voordelen op voor de overheid wanneer de marktprijzen de CfD-prijs overschrijden. Dit systeem stabiliseert de inkomsten voor ontwikkelaars en verlaagt de energiekosten voor consumenten en industrie via concurrerende aanbestedingen.
CfD's beperken de risico's van de elektriciteitsmarkt voor ontwikkelaars en komen daarmee zowel producenten als consumenten ten goede ook doordat de voorzieningszekerheid wordt verhoogd. De continuïteit en (financiële)
Samen blijven bouwen aan een betrouwbare en schone Nederlandse energievoorziening
voorspelbaarheid die CfDs bieden, maken het mogelijk dat geplande investeringen in de versterking van de Europese toeleveringsketen daadwerkelijk kunnen plaatsvinden. Dat is cruciaal voor onze autonomie en voor het realiseren van onze ambities voor offshore windenergie richting 2040 en 2050.
Gezamenlijk de continuïteit van Wind op Zee waarborgen
Hoewel de oplossing voor ondertekenaars duidelijk is, erkennen wij (net als de regering) dat het wettelijk kader moet worden aangepast om een CfD in tenders op te kunnen nemen. Het is positief dat het ministerie van KGG al werkt aan de voorbereiding van een CfD, maar het is van groot belang dat dit proces versneld wordt.
Om de continuïteit voor de komende tenders te waarborgen, bevelen we echter ook aan om parallel een tijdelijk overgangsinstrument onder het SDE-besluit voor te bereiden, vergelijkbaar met zoals gedaan is voor wind- en zonne-energie op land. Dit

8
zou moeten dienen als de terugvaloptie voor het geval dat één of meerdere van de aankomende tenders mislukken en zolang het gebruik van CfD nog niet mogelijk is.
De ontwikkeling van een structureel instrument in de vorm van een CfD moet echter de prioriteit blijven, aangezien dit uiteindelijk een verplichte vereiste zal zijn voor het Electricity Market Design (EMD) van de EU. Tevens is aandacht nodig voor het opnemen van “non-price-criteria”, zoals ook vanuit de “Net Zero Industry Act ” (NZIA) wordt beoogd.
In dit kader zouden we graag zien dat het succesvolle Nederlandse systeem van het combineren van tenderrealisatie met positieve en onderscheidende socioeconomische criteria behouden blijft in het toekomstige tenderontwerp. Dit kan, mits deze extra investeringen in kwalitatieve criteria ook kunnen worden meegenomen in het CfD budget.
Wij gaan graag snel in gesprek met het ministerie en de politiek om op basis van bovenstaande instrumenten de zekerheid van ontwikkeling van wind op zee te waarborgen en daarmee de motor van onze zekere en duurzame energievoorziening een doorstart te geven
Namens,





















Samen blijven bouwen aan een betrouwbare en schone Nederlandse energievoorziening
Colofon
Een uitgave van: Brancheorganisatie NMT-IRO
Postbus 23541, 3001 KM Rotterdam
Vormgeving & layout: Steenbergen Ontwerp Studio
Willemswerf • Boompjes 40 • 3011 XB Rotterdam
Postbus 23541 • 3001 KM Rotterdam
T +31 (0)88 44 51 000
E info@maritimetechnology.nl
I www.nmt-iro.nl
Mis je onderwerpen? Heb je vragen? Neem contact op met onze sectormanagers.

Teamleider Sectormanagement
Dan Veen veen@maritimetechnology.nl

Duurzaamheid en Klimaat
Daniëlle Veldman veldman@maritimetechnology.nl

Vestigingsklimaat
Erik Peters peters@maritimetechnology.nl

Offshore-energy
Tjerk Suurenbroek suurenbroek@maritimetechnology.nl

Arbeidsmarkt en Onderwijs
Karlijn van de Kamp kamp@maritimetechnology.nl

EU Regulatory and Government Affairs
Luc Kronenberg kronenberg@maritimetechnology.nl

Financieringen
Lennaert Rolloos rolloos@maritimetechnology.nl