TAPTOE BRUSSELS / Magazine Brussel Leeft / Bruxelles vit 2022 nr 4

Page 1

KONINKLIJKE MUZIEKFEDERATIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST vzw Hoge Bescherming: Beschermcomité: Zijne Majesteit de Koning Erevoorzitter : Guy VANHENGEL : Eerste Vicevoorzitter Brussels Parlement Vice erevoorzitter: Carla DEJONGHE : Lid Brussels Parlement Dagelijks bestuur VAN NEROM Edgard, Voorzitter e mail: edgard.vannerom@skynet.be HUYBANDT Marijke, Secretaris e mail: marijke_huybandt@hotmail.com HUYBANDT William, Penningmeester e mail: william.huybandt@telenet.be Raad van bestuur : dagelijks bestuur + onderstaande DE KLIPPEL Roland e mail: katleen.tilley@telenet.be VAN CAMP Cecile e mail: cecile.van.camp@skynet.be VAN NEYGHEM Lieve e mail: vanneyghemlieve@gmail.com Algemene vergadering : dagelijks bestuur + raad van bestuur + onderstaande HUYBANDT Michaël e mail: michaelhuybandt@hotmail.com CONTACT KMF BHG / FRM RBC CONTACT VIA MAIL: muziekfederatie@hotmail.com
I N H O U D / C O N T E N U Bestuur KMF BHG // Comité FRM RBC ............................................................................. 02 Inhoud ................................................................................................................................ 03 Agenda & activiteiten verenigingen …………………………..…………........................................... 04 Voorwoord voorzitter KMF BHG vzw 07 Avant propos président FRM RBC asbl 08 Taptoe / Concertband Festival Brussels nabeschouwingen / réactions ........................... 09 Taptoe Brussels 2022 Programma………………….…..………………............................................. 19 Taptoe Brussels 2022 Programme 27 Taptoe Brussels 2022 Enkele beelden / quelques images 34 Gepubliceerd artikel ……………………………………………………………………………………………………….45 Concert Band Festival 2022 Programma/programme……………………………………………….……..47 Concertband Festival : Reportage…………………………………………………………………………………..48 150 jaar geleden werd de componist Ralph Vaughan Williams geboren..……………………....60 Il y a 150 ans que le compositeur Ralph Williams est né 71 Colofon 83

KONINKLIJKE MUZIEKFEDERATIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

FEDERATION ROYALE MUSICALE DE LA REGION BRUXELES -CAPITALE

19/11/2022

Sint Ceciliaviering Célébration Ste. Cécile 17.30u/h

Sint Michiels & Sint Goedele kathedraal Brussel

Cathédrale Saints Michel et Gudule Bruxelles

Muziekensemble van de K.H. St. Cecilia Evere L’ensemble musical de l’H.R. Ste Cécile Evere

../12/2022

Muziekconcerten tijdens de Brusselse kerstmarkt

Concerts lors du marché de Noël Bruxelles

Wij nodigen al onze verenigingen uit tot deelname aan onze activiteiten.

Uiteraard zullen wij u eerstdaags, per E mail, verdere informatie bezorgen over de plaats en de inhoud van de evenementen. Ondertussen kunt u deze data al vrijhouden.

Muzikanten en bestuursleden, wij rekenen op uw deelname. Samen met de medewerking van onze verenigingen willen wij, in een vriendschappelijke sfeer, muziek beleven en er hoogstaande culturele activiteiten van maken, uw vereniging, onze organisatie en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waardig.

Bedankt voor uw bijzonder gewaardeerde medewerking.

AGENDA 2022
……………

08/10/2022

ACTIVITÉS SOCIÉTÉS 2022

The Brussels Concertband

Trammuseum/ Musée du tram, Tervurenlaan/ Avenue de Tervuren 364

St. Pieters Woluwe/ Woluwé St. Pierre

15/10/2022

Southern Brussels Concertband

Night of the Music

Ceria / Coovi

Av. Emile Gryson 1 1070 Anderlecht

Koninklijke Harmonie Sinte Cecilia Evere

Harmonie Royale Saint Cécile Evere

Koffie concert

GC Everna CC Everna St. Vincentiusstraat rue Saint Vincent 30 Evere

VUB orkest 15u/h concert

20/11/2022

Aula VUB, Pleinlaan 2 Q, 1050 Elsene

Société Royale Philharmonique Jette Koninklijke Philharmonie Jette 9.45u/h Sint Cecilia Misviering

21/11/2022

Sint Pieterskerk, Cardinaal Mercierplein

Koninklijke Harmonie Sinte Ceciila/ Harmonie Royale Sainte Cécile Evere 11u/h

03/12/2022

St. Ceciliafeest, misviering, Fête de Sainte Cécile, messe,

GC Everna CC Everna – St. Vincentiusstraat rue Saint Vincent 30 Evere

18/12/2022

The Brussels Concertband

Residentie “De Wilde Rozen” Neder over Heembeek

Koninklijke Muziekmaatschappij van Stokkel 14.00u/h Concert met Yannick Bovy

04/12/2022

Cultureel Centrum Sint Pieters Woluwe

Zaal Fabry

De artikels voor de volgende editie van ons tijdschrift dienen uiterlijk in het bezit te zijn van de redactie vóór 15 december 2022

Les articles pour la prochaine édition doivent être en possession de la rédaction pour le 15 décembre 2022 au plus tard

ACTIVITEITEN VERENIGINGEN 2022

voorzitter KMF BHG vzw

KONINKLIJKE MUZIEKFEDERATIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BESTAAT 25 JAAR;

De Koninklijke Muziekfederatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw organisator van Taptoe Brussels werd opgericht op 12 september 1996. In 2001 organiseerde zij voor de eerste keer een internationale taptoe met deelnemers uit verschillende landen. De plaats van het gebeuren De Grote Markt te Brussel.

TAPTOE BRUSSELS IS AAN ZIJN 20’STE EDITIE TOE

Na twee jaar onderbreking door de Covid pandemie maakt onze hoofdstad zich weer op voor haar jaarlijks muziekfeest dat niet meer weg te denken is uit het plaatselijk en zelfs internationaal socio cultureel leven.

Diegenen die voorgaande edities getuige waren van een spetterend spektakel van mars, show en muziek onder een al dan niet stralende zomerhemel, hunkeren alweer volop naar de volgende uitgave.

Ook dit jaar hebben we niets aan het toeval overgelaten om Brusselaars en alle trouwe binnen en buitenlandse bezoekers twee muzikale hoogdagen aan te bieden.

Het weekend wordt op zaterdag 10 september 2022 feestelijk ingeblazen door Concertband Festival Brussels met als hoogtepunt TAPTOE BRUSSELS, een internationale taptoe. Vijf gerenommeerde internationale korpsen brengen een ontspannende muziekshow op het mooiste plein in het Brusselse stadscentrum.

Op zondag 11 september 2022 gaat het feest verder met “Concertband festival Brussels” een evenement waarbij muziekkorpsen uit Brussel, Vlaanderen, Wallonië het beste van zichzelf geven.

Taptoe Brussels is een gratis evenement, dankzij de uitzonderlijke steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de medewerking van de Stad Brussel en de Vlaamse Gemeenschapscommissie, waarvoor onze oprechte dank.

Moge de 20’ste editie van “Taptoe Brussels” en “Concertband Festival Brussels” nogmaals een muzikaal hoogtepunt betekenen voor zowel deelnemers als voor de talrijk aanwezige toeschouwers.

Van Nerom Edgard,

VOORWOORD

du président FRM RBC asbl

FÉDÉRATION ROYALE MUSICALE DE LA RÉGION BRUXELLES-CAPITALE asbl

existe 25 ans

La Fédération Royale Musicale de la Région de Bruxelles Capitale asbl organisatrice de Taptoe Brussels à été fondé le 12 septembre 1996. En 2001 elle a organisé pour la première fois un Taptoe internationale avec des participants de différents pays. Le lieu de l’événement la Grand Place à Bruxelles.

TAPTOE BRUSSELS ATTEINT SA 20ème ÉDITION.

Après une interrupiton de deux ans pour des raisons de Covid 19, notre capitale se bichonne pour accueillir en beauté sa manifestation musicale annuelle, indissociable de la vie socioculturelle locale et même internationale.

Ceux qui ont assisté les années précédentes à ce spectacle étincelant de marches, de show et de musique sous un ciel lumineux, attendent impatiemment une réédition.

Cette année encore nous n’avons rien laissé au hasard pour offrir aux Bruxellois et aux visiteurs nationaux et internationaux deux journées musicales exceptionnelles.

Le weekend débute le samedi soir 10 septembre par un Taptoe Musical International. Des corps de musique de réputation internationale exécuteront un spectacle unique Grand Place au centre de Bruxelles.

Le dimanche 11 septembre la fête se poursuit avec le “Concertband festival Brussels” un évènement où des sociétés de musique de Bruxelles, des Flandres, de la Wallonie et de la région Germanophone donneront le meilleur d’eux mêmes.

Taptoe Brussels est un évènement gratuit pour tous les spectateurs, grâce au soutien exceptionnel de la Région Bruxelles – Capitale, la collaboration de la Ville de Bruxelles et de la Commission de la Communauté Flamande, lesquelles nous remerçions de tout cœur.

Que le 20ème Taptoe Musical et les spectacles complémentaires puissent procurer, tant aux participants qu’aux spectateurs, une nouvelle apogée musicale.

Van Nerom Edgard, président FRM RBC

AVANT-PROPOS

& CONCERTS 10-11 SEPTEMBER NABESCHOUWINGEN

Internationale Taptoe Brussels 2022, zaterdag 10 september

Na Twee jaar onderbreking door de Covid pandemie keken de liefhebbers reikhalzend uit naar de feestelijke 20ste editie. Het was a long hot summer met tropische temperaturen en geen likje regen. Moeder aarde kreunde onder de droogte. Gelukkig werd in september de aanhoudende droogte doorbroken. Het mocht alle dagen regenen, maar niet op 10 september! De weergoden valt evenwel niets te dicteren. Uitgerekend op 10 september viel de ene plensbui na de andere. Paniek! Gelukkig waren de weersvoorspelling voor ’s avonds hoopgevend. De regenwolken zouden zich naar andere regio’s verplaatsen. Uitgerekend om 19.45u gingen de hemelsluizen boven Brussel weer open. Brute pech. De Grote Markt van Brussel, een van de mooiste en populairste pleinen van de hoofdstad, stond al afgeladen vol. Het publiek werd in het voorprogramma geëntertaind door de J Music Band en genoot. Zon of regen, het kon hen niet deren. Het publiek, diehards zullen we ze benoemen, liet zich niet afschrikken door deze plensbui. Dit evenement trekt telkens een enthousiast publiek aan: van jong tot oud, van cultuurliefhebbers tot toevallige passanten. Gelukkig was het een nat intermezzo van korte duur. Rond 20.00u klaarde de hemel op. Het publiek dat rijen dik stond om hun ogen en oren de kost te geven, werd niet teleurgesteld. Vijf gerenommeerde internationale korpsen brachten een ontspannende, gesmaakte muziekshow.

Bellovaque Music Show (Frankrijk)

Opgericht in 1948 dankt deze groep zijn naam aan een volk van de Galliërs die in de oudheid gevestigd waren aan de oevers van de l’Oise en die eveneens hun naam hebben gegeven aan Beauvais. De band is 25 man sterk en uitgedost in een fris pak: een groene broek en ecru vest, een witte kepie met groene boord. De BLV is een Show en Marching Band dat beschikt over een modern en gevarieerd repertoire. Het is een vrij beweeglijke band, oerdegelijk, maar hun bewegingspatroon is verstoken van originaliteit. In vergelijking met de overige bands komt hun choreografie vrij bezadigd over. Alles wordt perfect uitgevoerd maar mist inventiviteit. Ze zijn met niet zoveel maar produceren aardig wat decibels met een knappe ritme sessie.

Show & Marchingband Iserlohner Stadtmusikanten (Duitsland)

De Iserlohner Stadtsmusikanten werden in 1979 opgericht als muziekkorps bij de Schutterij van Iserlohn. Sinds 1995 is de Show & Marchingband Iserlohner Stadtsmusikanten als zelfstandige band toegetreden tot de Volksmusikerbund Nordrhain Westfalen. Een jeugdige band met pit. In een strak nachtblauw pak met witte accenten en een witte kepie ogen ze gedistingeerd en knap. Op de Duitse kampioenschappen in juni 2019 gooiden ze hoge ogen met hun ‘Queen show’ en behaalden naast een gouden medaille ook de eerste plaats in het showklassement. In Brussel treden ze aan met 35 muzikanten. Onder de bandleden ook heel wat meisjes. Het hele assortiment van koperblazers is present tot dwarsfluit en piccolo toe naast de drum/percussiesessie. Ze demonstreerden met flair

TAPTOE BRUSSELS

en présence een knap staaltje van hun kunnen. Dat ze die gouden medaille meer dan waard zijn bewezen ze met een sterke frisse en eigentijdse choreografie. Alles werd uit de kast gehaald: met soepel benenwerk bewegen de muzikanten voorwaarts, achterwaarts en zijwaarts in een spel van lijnen, kringen, rechthoeken, vierkanten en diagonalen. Op de tonaliteit van de muziek wordt ook door de knieën gezakt en weer opgeveerd, er wordt duchtig met de heupen geswingd. Uitbundige en uptempo muziek wordt afgewisseld met verstilde momenten. Tijdens het nummer ‘Hey Jude’ van The Beatles wordt er zelfs een koortje gevormd. Gedisciplineerd en vol overgave maken ze er een sprankelend spektakel van. Alles verloopt feilloos en gesmeerd: een aanstekelijk, verrassend, hip en intelligent optreden. De Show & Marchingband Iserlohner Stadtmusikanten ontplooit een vitaal spektakel. Een groep met charisma dat zich focust op het publiek.

Koninklijke Steltenlopers van Merchten (België)

Steltenlopen is een vorm van folklore, die de latere generaties op een boeiende manier laat kennis maken met het verleden. Steltenlopen gebeurde vroeger uit pure noodzaak, maar is vandaag de dag een plezante vorm van ontspanning. Het vraagt van de beoefenaars en portie durf en een sterk evenwichtsgevoel. Doorheen de voorbije 70 jaar hebben de steltenlopers van Merchtem een stevige internationale reputatie opgebouwd. Hun kostuum kan niet Belgischer zijn en bestaat uit onze nationale driekleur: rood, geel, zwart. Ze hebben een druk gevulde agenda en lieten hun kunsten al zien in alle uithoeken van de wereld. Ze waren present op wereldtentoonstellingen, Olympische Spelen en vergezelden prinselijke bezoeken naar het buitenland. Het is vertederend om naar te kijken want alle leeftijden zijn vertegenwoordigd van jong naar oud met kleine steltjes tot indrukwekkend hoge. De bruisende muzieksectie, speelt oude Vlaamse oorwurmen, en geeft ritme aan de steltenlopers. Alle mogelijkheden met de stelten worden aangeboord: zo vormen de hoge stelten een soort van tunnel waar de kleinere onderdoor lopen. De grootste waaghalzen bezorgen het publiek de daver op het lijf met schijnbewegingen alsof ze hun evenwicht verliezen. Een jonge dame toont een straf staaltje van evenwicht terwijl ze op één stelt balanceert en met de andere vervaarlijk rondzwaait. Het publiek kijkt geamuseerd toe. Een mooi intermezzo.

Show en Marching Flora Band (Nederland)

Show Marching en Concertband Flora werd opgericht in 1968 en mag zich tot de internationale top rekenen. De Flora Band is in stijl en muziekkeuze wat betreft show en mars, uniform en uitstraling de meest Engelse onder de Nederlandse show en marchingbands. Ze presenteren zich kleurrijk in een donkere broek met rode bies met daarboven een knalrode vest met op de slippen een dubbele rij koperen knopen. Bijzonder elegant. Het gaat er voor hen niet om het publiek te verbazen met de meest virtuoze bravourestukken foutloos neer te zetten dan doen ze sowieso ze gaan verder dan dat. Zo koel aan de buitenkant, zo diep dringen ze binnen in de ziel van de muziek. Steeds met een glashelder inzicht in de partituur en met een oneindig palet aan kleurklanken en bewegingen in een feilloze coördinatie. Het publiek was dan ook laaiend enthousiast over zoveel perfectie.

Drum en Bugelkorps Jubal (Nederland)

Het huidige Drum en Bugle Korps is al honderdentien jaar lang méér dan een muziekvereniging. Wat hen typeert is het doorzettingsvermogen (tijdens W.O.II werd al hun materiaal vernietigd door de bezetter) én de continue vernieuwingsdrang. Het is een club die bindt en boeit. Jubal stond

zeventien jaar geleden ook al op de Grote Markt. Ondertussen is er veel water naar de zee gestroomd. De muzikanten worden bijgestaan door een groep jonge vendelzwaaiers en majorettes. Een artistiek spektakel dat het midden houdt tussen vendelzwaaien en dans. De Grote Markt hun creatieve speelruimte. Er wordt gezorgd voor spektakel wanneer de vlaggen hoog in de lucht gegooid worden en handig weer opgevangen worden. Er waren zeker mooie momenten bij, het geheel is kleurrijk, maar bij mij komt de totaliteit wat chaotisch over. Gehol en gedraaf van hier naar daar. Less is more. Het geheel mist discipline.

Als afsluiter positioneerden alle bands zich naast elkaar en brachten gezamenlijk ‘You’ll never walk alone’ en het Europese volkslied, ‘Ode an die Freude’ van Beethoven. In deze troebele tijden muziek met een diepere bodem. Het zorgde voor een ingetogen moment. Onder luid applaus namen de korpsen afscheid. Het publiek kon na afloop opgeladen en tevreden huiswaarts keren.

Viviane Redant

Taptoe Brussels 2022, alweer geweldig.

Zaterdagavond 10 september ging op de Grote Markt in Brussel Taptoe Brussels door, een geweldig evenement in het prachtige kader van de hoofdstad. Vier gerenommeerde buitenlandse korpsen, aangevuld met de Merchtemse steltenlopers, lieten hun kunnen bewonderen. En dat was best wat, muziek spelen en ondertussen nog ingewikkelde patronen op de kasseistenen toveren is niet evident. De tribunes staken bomvol en honderden toeschouwers vergaapten zich achter de omheiningen aan het gebeuren.

De Concertband Festival Brussels zorgde niet alleen voor de opwarming maar speelde de overgang tussen de verschillende optredende maatschappijen naadloos aan mekaar. Katia Dussart en Marijke Huybandt stelden de korpsen voor aan het publiek. De Koninklijke Muziekfederatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest leverde alweer schitterend werk af.

Bellovaque Music Show mocht de avond openen. De Fransen zetten meteen de toon en lieten zien waarom ze al heel Europa mochten doorkruisen. Met knappe patronen op de kinderkopjes van de Grote Markt en een blik hedendaagse popsongs kregen ze de handen snel op mekaar. Na de zuiderburen kwamen de Duitsers aan de beurt met de Show & Marchingband Iserlohner Stadmusikanten. Show van de bovenste plank en met de muziek van Queen in de hoofdrol.

Halverwege volgde echter de climax met de Belgische inbreng of de intrede van de Koninklijke Steltenlopers! De aanwezige Merchtemnaren sprongen recht en vuurden de wereldvermaarde groep aan. De steltenlopers zelf bleven er kalm onder en leverden een perfecte show af. Geelrood overspoelde de arena, niet alleen in de breedte maar vooral in de hoogte! Het blijft een geweldig schouwspel! De Merchtemse trots pootte een geweldige prestatie neer en het applaus was overdonderend. Muziek en stelten, het blijf imponeren en met deze passage in Brussel wordt alweer een mooie bladzijde toegevoegd aan de rijke geschiedenis van de Koninklijke Merchtemse Steltenlopers!

Het tweede deel was voor de Nederlanders. De Show en Marching Flora Band deed de noemer taptoe alle eer aan door strak in het pak en zonder het gezicht veel te vertrekken een wervelende show presenteren. Tamboer majoor Benjamin Driebergen gaf geen krimp, ook niet tijdens het oorverdovend applaus. Dit was af en taptoe op zijn best. En dan moest Jubal nog komen. Het Drum en Bugelkorps palmde gans het plein in en de toeschouwers wisten niet waar eerst te

kijken. Vendeliers, dansers en constant van positie veranderende muzikanten zorgden voor een schitterend spektakel.

Maar aan alle mooie liedjes komt een eind. Marijke Huybandt zong “You’ll never wake alone” en die klassieker werd mooi overgenomen door de massa. Tot slot defileerden alle maatschappijen nog eens de Grote Markt op en samen speelden ze onder leiding van organisator dirigent William Huybandt de Europese hymne. Taptoe Brussels, de twintigste editie, was alweer geweldig en iedereen kijkt nu al uit naar volgend jaar! EBM

Taptoe Brussels 2022, “ You’ll never walk alone, superbement chanté”

Après deux années de rebondissements divers, deux années difficiles pendant lesquelles la patience de chacun a été mise à rude épreuve, les habitués du taptoe Brussels étaient enfin récompensés et les organisateurs à nouveau à pied d’oeuvre.

Notre belle Grand Place, toute de rouge illuminée en l’honneur de Remco Evenepoel, champion du monde, était prête à accueillir des corps de musique venus de France, d’Allemagne, des Pays Bas sans oublier les échassiers de Merchtem, Belges mais mondialement réputés.

C’était aussi pour beaucoup le temps des retrouvailles. Pour nous recevoir dans les règles de l’art, “à la Belge”, la pluie ne pouvait pas manquer le rendez vous. L’averse fut généreuse mais heureusement brève, le temps de faire briller les pavés bruxellois.

Le spectacle pouvait donc commencer et inutile de dire que tout était réglé comme du papier à musique, de circonstance ce 10 septembre 2022.

Les tambours de nos amis français se firent aussitôt entendre pour inaugurer la version 2022. Tout au long de la soirée, les autres corps de musique complétèrent le programme dans une coordination parfaite. Chaque ensemble, à sa manière, agrémenta son programme musical de sa propre chorégraphie parfois même accompagnée de danseurs et de décors.

Cette année, les échassiers de Merchtem, vinrent marteler les pavés, exhibant leur dextérité et n’hésitant pas, du haut de leurs échasses, à faire frémir la foule amassée autour des barrières. Les applaudissements furent fournis et mérités.

En clôture, après les remerciements officiels, William Huybandt, maître des lieux, dirigea de sa baguette les 5 corps de musique pour l’hymne européen. La Grand Place et les 7 rues y amenant vibrèrent au son de la musique.

Tradition oblige : Marijke Huybandt nous régala par un “You ‘ll never walk alone” superbement chanté.

Il m’est impossible de clôturer ce compte rendu sans dire notre admiration à tous devant le gigantesque travail d’organisation du traditionnel taptoe. Une organisation sans faille malgré sans doute de nombreux imprévus. Deux jours musicaux pendant lequels harmonies et fanfares se succédèrent sur les podiums de la Grand Place et comme traditionnellement, les organisateurs principaux purent compter sur leurs fidèles collaborateurs pour mener à bien cet événement, sans oublier les deux présentatrices, Katia et Marijke au micro.

Nos félicitations et nos remerciements vont donc à tous les acteurs du taptoe 2022. Je suis certaine que la version 2023 est déjà en cours de préparation dans certaines têtes organisatrices….

Christiane Verbelen

20ste editie van Taptoe Brussels

Zaterdag 10 september liep de Brusselse Grote Markt vol voor de twintigste editie van de Brussels Taptoe, De Koninklijke Muziekfederatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die dit jaar haar zilveren jubileum viert, kan dan ook erg tevreden terugblikken op het evenement.

Was er in de vooravond nog even wat gedruppel, op het ogenblik dat de eerste band de kasseien van de Grote Markt betrad, was het droog. En die eerste band was de Bellovaque Music Show uit Frankrijk. Zij brachten een mix van pop en rockmuziek. Uit Duitsland volgde daarna de Show en Marchingband Iserlohner Stadtmusikanten. Een band die minder aandacht schonk aan het showgedeelte maar op muzikaal vlak beduidend hoger scoorde.

Vervolgens was het de beurt aan de Koninklijke Steltenlopers van Merchtem met hun 24 koppige harmonieorkest. De show van de tot vier meter hoge stelten, de blokkenloopsters en de populaire deuntjes van het orkest sloegen duidelijk aan bij het publiek dat de groep herhaaldelijk op applaus trakteerde. De Steltenlopers, die ook een vaste waarde zijn in de Brusselse Ommegang, zijn blijkbaar goed gekend in onze hoofdstad.

Na de Steltenlopers zorgde de Show en Marching Flora Band uit Nederland voor een denderende muzikaal spektakel van hoog niveau. Met perfect een uitgevoerd en gevarieerd muzikaal programma.

Het Drum en Bugelkorps Jubal uit Nederland mocht afsluiten met wat hoofdzakelijk een showoptreden was.

Tot slot verzamelden alle deelnemende bands op de markt voor een driedelig slotconcert. Met om te beginnen het overbekende ‘Congratulations’, als verjaardagscadeautje voor de 25ste verjaardag van de Muziekfederatie. Met daarna het bij voetballiefhebbers overbekende ‘You Never Walk Alone’.

Afsluiten deed men, zoals het hoort, met het Europees Volkslied.

Voor en tijdens de diverse optredens door zorgde de Brusselse J Music Band voor gesmaakte jazzy deuntjes vanop de kiosk.

Op diezelfde kiosk ging dan op zondag 11 september het muziekfeest verder met het ‘Concertband Festival Brussels’ waaraan muziekkorpsen uit Brussel, Vlaanderen en Wallonië deelnamen.

Alvast afspraak in september 2023 voor de 21ste editie. Info: www.taptoebrussels.com

Gilbert Roels

Succesvolle

“Van harte proficiat” Koninklijke Fanfare Koersel

jubileum viering

jaar

2022 is een speciaal jaar voor de Koninklijke Fanfare Onder Ons Koersel. Al 125 jaar is de fanfare actief in het verenigingsleven van Beringen Koersel en brengt ze mensen samen. Niet alleen op de wekelijkse repetities, maar ook op de vele activiteiten en concerten die we al hebben mogen organiseren. Dit feestelijk jaar werd geopend op een academische zitting. In juni werd een jubileumconcert georganiseerd in openlucht samen met bevriende verenigingen. Speciaal dit jaar was onze uitstap in het kader van Taptoe

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 14
125 jaar
Dubbele
25

Brussels. We mochten spelen op een mooie locatie en voor een talrijk en enthousiast publiek. De prachtige respons zowel tijdens als na het concert is een mooie erkenning voor onze fanfare. Speciale dank gaat dan ook uit naar de organisatie die dit heeft mogelijk gemaakt, de Koninklijke Muziekfederatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Ook voor de Muziekfederatie is het een speciaal jaar, zij bestaan namelijk 25 jaar. We willen hen dan ook vanuit onze vereniging van harte proficiat wensen met dit jubileum. Hopelijk kunnen we in de toekomst nog aan verschillende projecten samenwerken.

Ludo Smolders

“Félicitations aux organisateurs” Royale Harmonie « La Persévérance » de Wihéries

"Après deux ans d'attente, notre société a finalement pu se produire dans le cadre de ce festival. Il y a bien longtemps que nous ne nous étions plus produits dans la Région de Bruxelles Capitale. L'émotion était au rendez vous pour nos musicien(ne)s ; ce n'est pas tous les ans qu'une telle opportunité se présente et peut se concrétiser grâce aux efforts tant individuels que communs. Le temps était de la partie en ce dimanche 11 septembre, le public nombreux et attentif. Que demander de mieux ? De pouvoir renouveler cette belle expérience Félicitations aux organisateurs !"

Didier Bronchart Président

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 15

“Fijn dat we mochten deelnemen” Harmonie Bornem

Op zondag 11 september trokken de muzikanten en leden van Harmonieorkest Concordia et Amicitia Bornem VZW (kortweg: Harmonie Bornem) naar Brussel. Ze waren er uitgenodigd om er in het kader van Taptoe Brussels een concert te geven op de Grote Markt.

Het was een primeur en vooral een grote eer om met onze harmonie een optreden te mogen geven in hartje Brussel. Een 45 tal muzikanten tekenden present en ook verschillende leden en sympathisanten vergezelden ons met de trein naar Brussel om er een muzikale én ook culturele topdag van te maken. Twee leden, namelijk de dirigente van ons Instaporkest Stephanie Daelemans en Chris Van Lent, een dame met een passie voor Brussel, gaven er immers ook een rondleiding langsheen de mooiste plekjes van Brussel. Die beide rondleidingen vonden in de voormiddag plaats en werden door onze muzikanten en leden erg gesmaakt. Daarna was het grote moment aangebroken en konden onze muzikanten én sympathisanten genieten van een geweldige concertervaring op de Grote Markt onder de deskundige leiding van hun dirigent Jo Schelkens.

We zijn de organisatie van Taptoe Brussels erg dankbaar om ons de kans te bieden aan dit evenement deel te nemen.

Freddy Daelemans voorzitter

« L’immense joie de jouer sur cette magnifique Grand Place »

Deux ans que nous attendions avec impatience le retour de ce fameux week end de septembre pendant lequel sont mises à l’honneur Fanfares et Harmonies belges.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 16

Avec comme point culminant la soirée du samedi où diverses talentueuses Formations belges et européennes nous ravissent de leur talent.

Et cette année encore, le Taptoe bruxellois n’a pas failli à sa réputation : magnifique soirée grâce à Bellovaque Music Show (France) qui nous a emmenés dans son fantastique univers musical pop rock Iserlohner Stadtmusikanten (Allemagne) plein de rythme et de créativité - Koninklijke Steltenlopers (Belgique) incroyables et spectaculaires, défiant les lois de l’équilibre Show & Marching Flora Band (Pays Bas) aussi disciplinés et rigoureux que flamboyants dans leur chorégraphie

- Et, pour terminer, l’excellent et passionné Drum & Bugelcorps Jubal (Pays Bas)

Cet événement, organisé de main de maître par William Huybandt et ses collaborateurs fut une totale réussite, réglé comme du papier à musique, sans fausse note et d’un tempo enlevé sans pause et rempli de soupirs de bonheur. Notre Harmonie, le Southern Brussels Concertband, sous la direction de Pol Dusart, a une fois encore eu l’immense joie de jouer le dimanche sur cette magnifique Grand Place.

Il s’y est mêlé fierté et émotion d’être sur la plus belle Place du Monde, face à un public extrêmement nombreux et enthousiaste.

Vivement septembre 2023 pour revivre à nouveau tous ces moments musicaux d’exception, pleins de convivialité et de découvertes de superbes talents in et out Belgium.

Michèle Jacquet (Southern Brussels Concertband)

« Union Bigband « (De Kampanje Londerzeel)

Beste William, Het is steeds een groot plezier voor jullie te mogen optreden, en dit op één van de mooiste locaties van de wereld.

Het mogen spelen op het grote podium, maakte het nog aangenamer. Wij hopen allen dat we ook in de toekomst nog mogen aantreden.

Van harte bedankt voor jullie hartelijke en goeie ontvangst en proficiat met de organisatie! Warme groet, Claude De Maertelaere

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 17
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 18

PROGRAMMA

ZATERDAG 10 SEPTEMBER 2022 GROTE MARKT

14.00u 19.00u Concertband Festival Brussels

Met deelname van korpsen uit Brussel, Vlaanderen en Wallonië

20.00u 22.30u TAPTOE BRUSSELS

Met optredens van:

Bellovaque Music Show (Frankrijk)

Iserlohner Stadtmusikanten (Duitsland)

Koninklijke Steltenlopers (België)

Show & Marching Flora Band (Nederland)

Drum & Bugelcorps Jubal (Nederland)

22.00u: Gezamenlijke uitvoering door de deelnemende korpsen

Congratulations

You’ll never walk alone

Europese Hymne

ZONDAG 11 SEPTEMBER 2022 – GROTE MARKT

12.00u–22.00u Concertband Festival Brussels, met deelname van korpsen uit Brussel, Vlaanderen en Wallonië

19.00u 22.00u Brussels Concertband &Dunja Swing,jazz,pop,rock,folk

VRIJE TOEGANG

www.taptoebrussels.com

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 19

TAPTOE BRUSSELS / DEELNEMERS

J Music Band (Voorprogramma)

De band is gesticht door Jean Courtois. Jean was de trombonist van het toenmalige ‘Francis Bay tv orkest’ en ook dirigent van de harmonie van Houtem bij Vilvoorde. Dit onder de naam ENSEMBLE CORTI. Jean was ook de schrijver/bewerker van de exclusieve Corti muziek.

Na het overlijden van Jean Courtois werd in 1994 de band opnieuw opgestart door enkele oud muzikanten eerst nog onder de naam Ensemble Corti om nadien over te gaan naar ‘CORTI BAND’ met als dirigent Roger Robberechts. Nadien onder leiding van Rudy Haemers die in 2004 de dirigeerstok doorgaf aan Johan Guns.

Sinds 2014, bij het 20 jarig bestaan, werd het orkest hernoemd naar de huidige naam “J MUSIC BAND”

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 20

Bellovaque Music Show (Frankrijk)

De Bellovaque Music Show, dikwijls de BLV Music Show genoemd werd opgericht in 1948.

De groep dankt zijn naam aan een volk van de Galliërs die in de oudheid gevestigd waren aan de oevers van de l’Oise en die eveneens hun naam hebben gegeven aan de stad Beauvais.

De BLV is een orkest van Show en Marching Band dat beschikt over een modern en gevarieerd repertoire waardoor zij een fantastische interactie hebben met hun publiek.

Ze treden op doorheen heel Europa naast de veel grotere Franse formaties (Musique des pompiers de Paris, Légion étrangère, Paris Brass Band), maar ook naast Europese groepen uit Engeland, Nederland, België, Italië, Polen Oekraïne, zelfs naast Amerikaanse groepen tijdens de Nieuwjaarsparade op de Champs Elysées.

Deze show neemt u mee naar een wereld van pop rock vermengd met invloeden van elektro en funk doorheen de gespeelde hits van populaire groepen en artiesten van de laatste tien jaar: van Imagine Dragons naar Sia, Coldplay et One Republic.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 21

Show- & Marchingband Iserlohner Stadtmusikanten (Duitsland)

De Iserlohner Stadtmusikanten werden in 1979 opgericht als muziekkorps bij de Schutterij van Iserlohn. Sinds 1995 is de Show & Marchingband Iserlohner Stadtmusikanten als zelfstandige band toegetreden tot de Volksmusikerbund Nordrhein Westfalen.

Ze spelen o.a. op stadsfeesten, schutters en volksfeesten, bloemencorso’s, en andere feestelijke optochten. Hoogtepunten in de geschiedenis van deze muziekvereniging zijn: de talrijke optredens op de Internationale Muziekparade in Iserlohn, de tournee van de Federale Muziekparade in o.a. Münster, Trier en de Lancess Arena in Keulen, alsook de grote Duitsland Taptoe in de Veltins Arena op Schalke voor bijna 20.000 toeschouwers.

Op de Duitse kampioenschappen in juni 2019 hebben de Iserlohnse stadsmuzikanten met hun ”Queen show” een gouden medaille en de eerste plaats in het showklassement behaald. Zij zijn daarmee officieel Duits Kampioen 2019.

In oktober 2022 vieren de Iserlohnse stadsmuzikanten hun 25 jarig jubileum als onafhankelijke vereniging met een groot muziekspektakel in Iserloh.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 22

Koninklijke Steltenlopers van Merchtem (België)

Wereldtentoonstellingen, Olympische spelen, prinselijke bezoeken en andere hoogtepunten

Doorheen de voorbije 70 jaar traden de steltenlopers op tijdens vele belangrijke manifestaties zoals wereldtentoonstellingen te Osaka (Japan) (1970) , te Hannover (Duitsland) (2000), Aichi (Japan)(2005) , en Zaragossa (Spanje)(2008)

Een droom ging in vervulling, toen zij in 1983 met de groep doorheen de Amerikaanse staat Tennessee trokken. Latere optredens volgden: in 2001 (Branson, Missouri), 2002 (Dallas Texas), 2006 en 2009 (Dollywood, Tennessee).

In speciale rode en witte pakken en met een grote ballon op hun hoofd zorgden de Merchtemse steltenlopers voor halsbrekende toeren tijdens de openingsceremonie van de Olympische winterspelen van Albertville in 1992.

In 1997 vergezelden ze toen nog kroonprins Filip en andere prominenten ter gelegenheid van de start van een nieuwe vliegbestemming naar Cincinnati in de Verenigde Staten.

Inmiddels verzorgden zij ook optredens in China 1999, 2005 en 2013, Hong Kong in 2005 en 2010 en Korea in 2002. Ook in Europa werden de laatste jaren nieuwe landen aangedaan, zoals Denemarken in 2009, Oostenrijk in 2007, en Roemenië in 2007, 2013 en 2014.

De bruisende muzieksectie zorgt voor de nodige ambiance, geeft ritme aan de steltenlopers en bracht hen op tientallen taptoes in binnen en buitenland.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 23

Show- en Marching Flora Band (Nederland)

Show Marching en Concertband Flora Band werd opgericht op 1 augustus 1968 en mag zich tot de internationale top rekenen. Dit blijkt onder andere uit hun meer dan uitstekende prestaties op het Wereld Muziek Concours in Kerkrade, maar ook uit de drukke agenda. De Flora Band is namelijk in hun stijl, muziekkeuze wat betreft show en mars, uniform en uitstraling de meest Engelse onder de Nederlandse show en marchingbands. De Flora Band gaat uit van een brassband bezetting.

De geschiedenis van Flora Band kent te veel hoogtepunten om op te sommen. Feit is wel dat de Flora Band bekend staat om hun fantastische agenda; taptoe Breda, nationale taptoe in Ahoy en diverse jaarlijks terugkerende buitenlandse trips zijn hier het bewijs van.

De Floraband staat onder de muzikale leiding van dirigent Dennis Hazenoot en instructeur Stephen van den Bosch. De optredens worden geleid door tambour maïtre Benjamin Driebergen.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 24

Drum- en Bugelkorps Jubal (Nederland)

Het Dordtse topkorps Jubal is opgericht in 1911 en begonnen als een club met fluitjes en een aantal trommeltjes, ter ondersteuning van een feestavond van jongensvereniging Timotheüs, een onderafdeling van de Dordtse CJMV.

Duizenden mensen zijn sinds dat jaar lid geweest van deze wervelende en zichzelf continu vernieuwende muziekvereniging, die inmiddels over een groot gedeelte van de aardbol heeft opgetreden. Van Vlissingen tot het Franse Nice, van Frankfurt tot het Noorse Hamar en van Dubbeldam tot Chicago. Vele successen, ontelbare prijzen, lovende recensies: meer dan 100 jaar Jubal heeft de club geen windeieren gelegd. Maar wat misschien nog veel belangrijker is, zijn de vriendschappen, het plezier, de ervaringen, the way of life, dingen die de Juballers allemaal hebben meegekregen.

Het huidige Drum & Bugle Corps is in 2021 al honderdtien jaar lang méér dan een muziekvereniging. Het is een club die bindt en boeit, ontroert en in vervoering brengt. Jubal is een korps dat in binnen en buitenland bekendheid geniet met aansprekende showprogramma’s. Dat heeft niet alleen geleid tot een overvolle prijzenkast, maar nog belangrijker, tot de status van ware publieksfavoriet.

Door de geschiedenis heen toont Jubal het doorzettingsvermogen en de continue vernieuwingsdrang van een fanatieke groep amateur muzikanten.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 25
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 26

TAPTOE BRUSSELS 2022 PROGRAMME

SAMMEDI 10 SEPTEMBRE 2022 GRAND-PLACE

14.00h 19.00h Concertband Festival Brussels

Par des corps de musique de Bruxelles, des Flandres et de la Wallonie

20.00h 22.30h

TAPTOE BRUSSELS

Avec la partipation de

Bellovaque Music Show (France)

Iserlohner Stadtmusikanten (Allemagne)

Echassies Royaux de Merchtem (Belgique)

Show & Marching Flora Band (Pays Bas)

Drum & Bugelcorps Jubal (Pays Bas)

22.00h: Présentation d’ensemble des participants Congratulations You’ll never walk alone Europese Hymne

DIMANCHE 11 SEPTEMBRE 2022 GRANDPLACE

12.00h 22.00h Concertband Festival Brussels,

Par des corps de musique de Bruxelles, des Flandres et de la Wallonie

19.00h 22.00h Brussels Concertband &Dunja Swing,jazz,pop,rock,folk

ENTRÉE LIBRE (derrière les nadars) www.taptoebrussels.com

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 27

TAPTOE BRUSSELS / PARTICIPANTS

J Music Band (Pré programme)

Le Big Band J Music Band a été fondé par Mr Jean Courtois ; Jean était musicien tromboniste dans l’orchestre Francis BAY Télé et dirigeant de l’harmonie de Houtem (Vilvorde). Ceci sous le nom Ensemble CORTI. Jean était aussi le compositeur/arrangeur de l’unique musique Corti.

Après le décès de Jean Courtois le Music Band a de nouveau repris à l’aide d’anciens musiciens sous le nom d’Ensemble Corti avec comme chef d’orchestre Roger Robberechts. Après sous la direction de Rudy Haemers qui en 2004 a cédé son bâton de chef d’orchestre à Johan Guns.

Depuis 2014, à l’occasion de leur 20 ans d’existence l’orchestre a pris le nom de « J MUSIC BAND ».

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 28

Bellovaque Music Show (France)

Le Bellovaque Music Show ou plus souvent appelée BLV Music Show a été créé en 1948.

Ce groupe tire son nom d’un peuple de la Gaule Belge établi sur les bords de l’Oise, qui a également donné son nom à la ville de Beauvais.

Le BLV est un orchestre de Show & Marching Band doté d’un répertoire moderne et varié qui lui confère une vraie interaction avec le public.

Se produisant à travers l’Europe aux côtés des plus grandes formations françaises (Musique des pompiers de Paris, Légion étrangère, Paris Brass Band), mais également européennes venues d’Angleterre, Hollande, Belgique, Italie, Pologne, Ukraine, ou encore américaines pour la parade du nouvel an sur les Champs Elysées.

Ce show vous transportera dans un univers pop rock mélangeant des influences electro et funk au travers de hits joués par les groupes et artistes les plus populaires de ces 10 dernières années, allant de Imagine Dragons à Sia en passant par Coldplay et One Republic.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 29

Iserlohner Stadtmusikanten

Iserlohner Stadtmusikanten fut fondé en 1979 comme société de musique pour la garde civique de Iserlohn. Depuis 1995 le Show & Marchingband Iserlohner Stadtmusikanten est membre de la Confédération Musicale Nordrhein Westfalen.

Le Show & Marchingband Iserlohner Stadtmusikanten joue pour des fêtes de la ville, fêtes milices et folkloriques, corsos fleuris et autres festivités.

Les faits saillants de l'histoire de cette association musicale sont la tournée de la Parade Musicale Fédérale à, entre autres, Münster, Trèves et la Lancess Arena de Cologne, ainsi que le grand Germany Tattoo dans la Veltins Arena de Schalke pour près de 20 000 spectateurs.

Les nombreuses performances aux Championnats d'Allemagne ; en juin 2019, les musiciens de la ville d'Iserlohn avec leur spectacle « Queen » ont remporté une médaille d'or et la 1ère place au classement du spectacle et sont ainsi officiellement Champion d'Allemagne 2019.

En octobre 2022, les musiciens de la ville d'Iserlohn fêteront leur 25e anniversaire en tant qu'association indépendante avec un grand spectacle musical à Iserlohn.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 30
(Allemagne )

Echassiers Royaux de Merchtem (Belgique)

Durant les dernières septante années les Echassiers de Merchtem sont entrés sur scène pendant les expositions universelles de Osaka (Japon) (1970) , à Hanovre (Allemagne) (2000), Aichi (Japon)(2005) et Saragosse (Espagne)(2008).

Un de leurs rêves se réalisa lorsqu’en 1983 ils firent une tournée avec leur groupe à travers l’état de Tennessee (Etats Unis). Suivirent plus tard en 2001 (Branson, Missouri), 2002 (Dallas Texas), 2006 et 2009 (Dollywood, Tennessee).

Dans des uniformes spéciaux rouges et blancs et avec un grand ballon sur leur tête les échassiers de Merchtem ont faits des tours périlleux pendant la cérémonie d’ouverture des Jeux Olympiques d’Hiver d’Albertville en 1992. En 1998 ils se sont produits au Stade de France pour l’ouverture du championnat mondial de football et deux ans plus tard au Stade Roi Baudouin pour les matchs de nos Diables Rouges contre la Suède et l’Italie pour l’Euro 2000.

Ils ont également eu des prestations en Chine en 1999, 2005 et 2013, Hong Kong en 2005 et 2010 et la Corée en 2002.

Egalement en Europe ces dernières années ils se sont produits au Danemark en 2009, Autriche en 2007, et Roumanie en 2007, 2013 et 2014.

La pétillante section musicale soigne pour l’ambiance, donne le rythme aux échassiers et ceci déjà pour une dizaine de taptoes tant en Belgique qu’à l’étranger.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 31

Show- Marching Flora Band (Pays Bas)

Le Show Marching & Concertband Flora Band Rijnsburg (Pays Bas) est une société qui a vu le jour le 1 août 1968 et qui va de succès en succès ; preuve en est donné avec ses magnifiques résultats lors des Concours Mondiaux de Musique à Kerkrade.

Elle a une renommée internationale et son agenda est plus que chargé.

Avec leur bel uniforme et leur musique de marche Anglaise, elle joue aux principaux Taptoes aux Pays Bas : Taptoe National Breda, Taptoe Ahoy et un déplacement en retour tous les 3 ans à l’étranger.

Le Floraband se compose de 50 personnes âgés de 15 à 50 ans et joue en formation Brass Band.

Le Floraband est sous la direction musicale de Dennis Hazenoot, comme instructeur Stephen van den Bosch.et tambour maïtre Benjamin Driebergen.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 32

Drum & Bugelcorps JUBAL (Pays-bas

Dordrecht Jubal a été fondé en 1911 et a commencé comme un club avec des sifflets et un certain nombre de tambours, pour soutenir une soirée de fête de l'association de garçons Timotheus, une sous section du Dordrecht CJMV.

Des milliers de personnes sont membres depuis cette année là de cette association musicale éblouissante et sans cesse renouvelée, qui s'est depuis produite dans une grande partie du globe. De Vlissingen à Nice en France, de Francfort à Hamar en Norvège et de Dubbeldam à Chicago. De nombreux succès, d'innombrables prix, des critiques élogieuses : depuis plus de 100 ans, Jubal n'a eu que des succès. Mais ce qui est peut être encore plus important, ce sont les amitiés, le plaisir, les expériences, le mode de vie, les choses que Jubal a toutes reçues.

En 2021, l'actuel Drum & Bugle Corps est plus qu'une association de musique depuis cent dix ans. C'est un club qui lie et captive, émeut et ravit. Jubal est un corps connu dans le pays et à l'étranger avec des programmes de spectacles attrayants. Cela a non seulement conduit à une armoire à trophées débordante, mais plus important encore, au statut de véritable favori du public.

Tout au long de l'histoire, Jubal montre la persévérance et l'envie continue d'innover d'un groupe fanatique de musiciens amateurs.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 33
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 34
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 35
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 36
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 37
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 38
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 39
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 40
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 41
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 42
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 43
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 44

Editie

Assenaar William Huybandt, de man achter Taptoe Brussels

Net als zoveel andere evenementen bleef ook Taptoe Brussels door het coronabeestje twee jaar in de kast maar op zaterdag 10 september is het weer zover. De Grote Markt van de hoofdstad staat dat weekend in het teken van de muziek. Tal van korpsen, harmonieën en muziekmaatschappijen nemen daaraan deel, kortom het summum voor de liefhebbers van het genre. En wie het eens gezien heeft komt gegarandeerd terug.

Ook nu is niets onverlet gelaten voor beide muzikale hoogdagen maar weinigen weten dat met William Huybandt (64) een Assenaar aan het hoofd staat van de coördinatie van dit muziekfestival. “Voor de twintigste maal al ondertussen,” aldus de van Bekkerzeel afkomstige William. Hij is zelf van tal van muzikale markten thuis maar maakte als professioneel muzikant carrière bij de muziekkapellen van Defensie

William zit in de Raad van de Koninklijke Muziekfederatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (dagelijks bestuur en penningmeester), en is verantwoordelijke uitgever van het driemaandelijks magazine “Brussel Leeft”. Daarmee is naadloos de link gelegd met Taptoe Brussels waar hij de functie van hoofd coördinator vervult.

Vanaf de eerste taptoe in 2001 was William er al bij. “Bij de organisatie van zo’n taptoe komt heel wat kijken zoals het aanvragen van de diverse vergunningen, subsidies en sponsoring, budgetten opmaken, korpsen scouten, contacteren, vergaderen, medewerkers contacteren, een mooi programma samenstellen, overnachtingen en maaltijden van de buitenlandse korpsen regelen om er enkele te noemen. Dochter Marijke draagt ook haar steentje bij. Zij zorgt voor het digitale gedeelte zoals de website, Facebook en de promotie. Sinds enkele jaren neemt ze ook de presentatie van Taptoe Brussels voor haar rekening.”

“Taptoe Brussels gratis overigens wordt verzorgd door burgerkorpsen in military style. Maar er is niet alleen Taptoe Brussels. Op zaterdag wordt deze vanaf 14 uur al voorafgegaan door het Concertband Festival Brussels met deelname van korpsen uit Brussel, Vlaanderen en Wallonië en dat loopt ook verder op zondag vanaf 12 uur. Voor deze editie was oorspronkelijk een grote Russische delegatie voorzien. Na twee jaar onderhandelen was het optreden van de keizerlijke kapel, die overigens weinig buiten de grenzen komt, in orde maar de oorlog in Oekraïne heeft er anders over beslist. Maar ook het huidige programma mag er best zijn. Naast de vier bands maken ook de Koninklijke Steltenlopers van Merchtem hun opwachting.”

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 45 Gepubliceerd artikel in “Goeiedag” nr. 430 van 31-08-2022
Asse Merchtem Opwijk

Op zaterdagavond 10 september treden vanaf 20 uur achtereenvolgens op: Bellovaque Music Show (Frankrijk), Iserlohner Stadtmusikanten (Duitsland), Koninklijke Steltenlopers Merchtem (België), Show & Marching Flora Band (Nederland) en Drum & Bugelcorps Jubal (Nederland). Om 22 uur wordt besloten met een gezamenlijke uitvoering door de deelnemende korpsen onder leiding van William Huybandt.

Eric Biesemans.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 46

CONCERTBAND FESTIVAL BRUSSELS

Zaterdag / Samedi 10/09/2022

14.45.u/h Koninklijke Harmonie Sinte Cecilia Evere

15.30u/h Koninklijke Muziekvereniging Bonheiden

16.30 u/h Percussionata

17.00 17.50 u/h Koersel Onder ons Fanfare

19.30u/h J Music Band

Zondag / Dimanche 11/09/2022

12.00 12.45 u/h Royale Harmonie “La Persévérance” de Wihéries

12.55 13.40 u/h NO LIMITS slagwerkensemble

13.50 14.35 u/h Harmonieorkest Concordia & Amicitia Bornem

14.45 15.30 u/h 4 U2 Bigband

15.40 16.25 u/h Koninklijke Harmonie “De Ster” Evere

16.35 17.20 u/h Southern Brussels Concertband

17.30 18.15 u/h Koninklijke Maatschappij Stokkel

19.30 21.30 u/h Brussels Concertband

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 47
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 48
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 49
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 50
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 51
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 52
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 53
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 54
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 55
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 56
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 57
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 58
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 59

150 JAAR GELEDEN WERD DE COMPONIST RALPH VAUGHAN WILLIAMS GEBOREN

Ralph Vaughan Williams was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de vernieuwing in de Engelse muziek, die aan het begin van de twintigste eeuw was ingezet door Edward Elgar. In veel vroege werken van de componist is de invloed te horen van zijn interesse in de liederen en dansen uit de Engelse folklore. Zijn muzikale horizon was onbegrensd. Veel werken van Raph Vaughan Williams zijn een weerspiegeling van zijn intense liefde voor het landschap van zijn geboorteland en voor de Engelse geschiedenis, kunst en literatuur. Ralph Vaughan Williams schreef in totaal 9 symfonieën die elk een heel eigen klankwereld hebben. Het zijn stuk voor stuk fascinerende werken van een groot symfonisch denker. Williams muziek is mooi op een eigenzinnige, soms mystieke manier, maar kan ook vervuld zijn van onstuimige, aardse kracht die iedere oppervlakkigheid uitbant. Dankzij zijn visionaire muzikale schilderingen en zijn briljante techniek werd hij een van de belangrijkste Engelse componisten.

Ralph Vaughan Williams werd geboren op 12 oktober 1872 in de pastorie in Down Ampney, een dorp in de buurt van Cricklade in Gloucestershire waar zijn vader dominee en schoolmeester was. Margaret Wedgewood was zijn moeder. Zij was de nicht van Charles Darwin. Ralph heeft er in zijn leven steeds voordeel van gehad dat hij een Wedgwood was, want dankzij financiële

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 60

voorzieningen van moeders kant, kon hij vrij ongestoord componist worden en ook medecomponisten helpen die deze middelen niet hadden.

In 1847 hadden de ouders van moeder Margaret het huis Leith Hill Place in Surrey gekocht. Het was naar dit ouderlijk huis dat Margaret en haar drie kinderen terugkeerden toen Ralph’s vader begin 1875 plotseling overleed. Zij namen hun intrek bij de ouders van Margret en haar ongehuwde zus Sophy. De kleine Ralph was toen iets meer dan twee jaar oud en groeide op tussen de rododendrons en azalea’s van Leith Hille Place. Als kleuter van amper vijf jaar las zijn moeder hem voor uit literatuur, biografieën en geschiedenisboeken. Muziek was heel belangrijk in de familie en dus bracht zijn tante Sophy, Ralph belangstelling bij voor muziek en leerde zij hem piano spelen. In 1878, op zesjarige leeftijd, schreef hij zijn eerste pianowerk “The Robin’s Nest”. Ralph speelde duetten met zijn broer Hervey en zijn zus Meggie.

In 1879 volgde hij vioollessen en ontdekte hij zijn voorkeur voor strijkinstrumenten boven piano. Behalve muziek had Ralph ook belangstelling voor architectuur, wiskunde en talen. Ook had hij een voorliefde voor de werken van Shakespeare.

In 1883 ging Ralph, zoals zijn broer, naar Field House School in Rottingdaen bij Brighton. De directeur van de school liet hem kennis maken met de muziek van J.S. Bach, H. Berlioz en C.M. Von Weber. Daarnaast volgde hij ook nog vioollessen.

In 1887 werd de veertienjarige jongen student aan de Charterhouse school in de buurt van Godalming in Surrey, waar hij bleef tot 1890. Hier organiseerde hij concerten en een deel van zijn

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 61

muziek werd uitgevoerd tijdens schoolconcerten. Hier voelde hij zich een goede altviolist. Zijn familie was het daar echter niet mee eens, zij waren van mening dat het orgel het juiste instrument voor hem was.

Ralph verliet Charterhouse in juli 1890 en ging in september naar het Royal College of Music in Londen waar hij compositie studeerde. Na een tijdje werd hij een leerling van Sir Hubert Parry en Charles Villiers. Sir Parry stond erop dat Ralph meer over Beethoven zou leren, vooral de late kwartetten. Hij verbreedde Ralph's muzikale kennis, maar gaf hem ook een gevoel van de adel en grootsheid van de Engelse koortraditie. Ralph had iets “eigenaardig Engels” in Parry's muziek gevonden, waardoor het bewustzijn van de nationale componist wakker werd en meer dan een decennium later zou bloeien.

Van 1892 tot 1895 studeren Ralph aan het Trinity College van de universiteit van Cambridge waar hij studeerde bij Charles Wood. Daarna keerde hij terug naar het Royal College of Music. Hij werd er bevriend met de componist Gustave Holst aan wie hij veel advies vroeg voor zijn composities. Hun vriendschap zou levenslang blijven duren.

Ralph had ondertussen Adeline Fisher ontmoet, een getalenteerde mooie celliste en pianiste. Ralph en Adeline verloofden zich in 1896 en het paar trouwde op 9 oktober 1897 in All Saints Church, Hove.

Ralph reisde in 1897 naar Berlijn, waar hij de uitvoering van “De Ring” van Wagner wilde bijwonen. Daarna studeerde hij er een tijd compositieleer bij de componist Max Bruch. Deze reis was tevens ook zijn huwelijksreis.

Van 1896 tot 1899 werkte hij in Londen als organist. Ralph's eerste gepubliceerde werk werd geschreven in 1901. Het is een prachtige setting voor stem en piano van William Barnes gedicht Linden Lea . “Silent Noon” is misschien wel zijn meest succesvolle nummer uit deze periode, met een perfecte afstemming van woorden en melodie.

In de vroege jaren van de twintigste eeuw begon Vaughan Williams volksliederen van rond de Britse eilanden te verzamelen , wat een grote invloed zou hebben op zijn composities. Het uitgesproken Engelse muzikale idioom dat hij hielp ontwikkelen, ontstond ook door zijn werk aan een nieuwe versie van de christelijke liedbundel “The English Hymnal” uit 1906. Hiervoor verdiepte hij zich in koormuziek uit de Tudor en Elizabethaanse periode waaronder die van Thomas Tallis, wiens psalmmelodie “Why Fumeth in Fight” al snel de basis vormde van een van Vaughan Williams grootste werken, de “Fantasia on a Theme van Thomas Tallis” . Dit prachtig werk voor strijkers was voor het eerst te horen op 6 september 1910 op het Three Choirs Festival en maakte onmiddellijk een blijvende indruk.

Vaughan Williams heeft verschillende originele composities aan de collectie toegevoegd, niet alleen Engelse, maar ook Franse, Duitse, Finse, Hebreeuwse en Amerikaanse.

Het uitgesproken atheïsme van zijn jeugd, dat later zou overgaan in agnosticisme, weerhield hem er niet van om gewijde muziek te componeren, inclusief een mis. Maar veel inspiratie kreeg hij via de spirituele mystiek van de Amerikaanse dichter Walt Whitman.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 62

Naast zijn belangstelling voor volksliederen, kreeg hij steeds meer interesse voor de Britse Renaissance muziek. Samen beïnvloedden zij zijn compositiestijl. In 1905 werd hij muzikaal leider van het Leith Hill Musical Festival in Dorking (tot 1953).

In 1908 ging Ralph voor drie maanden naar Parijs voor een intensieve studieperiode bij de componist Maurice Ravel. Het was een periode waaruit hij geïnspireerd en met nieuwe creatieve energie terugkeerde. Dit was zo effectief dat hij bij zijn terugkeer naar Engeland muziek van originaliteit en kracht , in een onmiskenbaar eigen stijl begon te schrijven. De ene compositie na de andere stroomde uit zijn pen. De invloed van Ravel heeft er misschien toe bijgedragen dat Ralph goed kon schilderen met muziek, een kenmerk van zijn eerste symfonie met een levendige weergave van de zee. Gezien zijn levenslange connectie met koren en koorfestivals, is het geen verrassing dat zijn eerste symfonie een koorsymfonie was. Het werk is deels symfonie, deels cantate. Het werk begon in 1903 als een liederencyclus, “The Ocean” , maar evolueerde naar een grootschalig symfonisch werk dat in 1909 werd gepubliceerd als “A Sea Symphony” . De componist dirigeerde zelf zijn eerste uitvoering op het Leeds Festival in 1910. Voor “A Sea Symphony” gebruikte Vaughan Williams regels uit vijf verschillende gedichten van Walt Whitman: vier uit Whitmans verzameling Leaves of Grass en één (in het laatste deel) uit zijn Passage to India . De componist neemt grote vrijheden in het kiezen van welke versregels hij wil gebruiken en welke hij weglaat; hij verandert de volgorde van verzen en verandert zelfs woorden, voornamelijk geleid door zijn eigen compositorische bedoelingen en persoonlijke visie. De aard van Whitmans teksten is kosmisch en gaat over de mysterieuze onzekerheden van het leven en Vaughan Williams geeft de muziek een passend mystiek gevoel. Deze symfonie staart naar de zee, maar realiseert zich dat het een symbool is voor het oneindige. De reis van de menselijke ziel afgebeeld in “A Sea Symphony” eindigt met het schip des levens dat langzaam en kalm aan de horizon in het onbekende verdwijnt. Het werk vertelt ons over het onmetelijke, het heelal, de oceanen. In de oneindig lijkende zeeën en oceanen moest de mens aan het begin van de twintigste eeuw zijn ik vinden, zijn ziel en zijn vertrouwen schenken aan de tijd die voor hem lag. De delen zijn: 1. A song for all seas, all ships 2. On the beach at night, alone 3. The waves 4. The explorers.

George Butterworth had aan Vaughan Williams het idee geopperd om een orkestrale symfonie te schrijven en een tijdje later begon “ A London Symphony” vorm te krijgen. Vaughan Williams beschreef het als een "Symphony by a Londoner", die de contrasterende beelden en geluiden van Edwardiaans Londen oproept: de Theems in de mist, de straatverkopers, het klokkenspel van de Big Ben , de drukte van de stad, het zit allemaal in dit werk. De symfonie werd voor het eerst uitgevoerd op 27 maart 1914.

In 1909 kreeg Ralph de opdracht van de Cambridge Greek Play commissie om de toneelmuziek “The Wasps” te componeren. gebaseerd op Aristophane's oude Griekse komedie “The Wasps” uit de vijfde eeuw voor Christus. De auteur schreef dit stuk als satire op de politiek in zijn geboortestad Athene. Hij stak de draak met zijn tegenstander Kleon, wiens aanhangers hij in wespenkostuum liet optreden. De wespen waren gewapend met angels om andersdenkenden te prikken. Als onderdeel van de toneelmuziek begint Ralph zijn ouverture gepast met het dreigende gezoem van de strijkers. Dan verdwijnen de wespen en daarmee ook de beladen

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 63

stemming. De muziek die volgt heeft weinig te maken met het insect of met het oude Griekenland. Het werk is een schitterend voorbeeld van de grootse orkestmuziek van Vaughan Williams.

in 1912 werd Vaughan Williams voorgesteld aan Sir Frank Benson, die op zoek was naar iemand om muziek te arrangeren en een orkest te dirigeren tijdens het seizoen 1913 in Stratford on Avon. Een vraag waar Ralph graag een gunstig gevolg aan gaf.

“ The Lark Ascending” , voor viool en orkest, werd gecomponeerd in 1914. In zijn zachte, ongestoorde lyriek lijkt het de rust te vangen van lome zomerdagen. Het gedicht van George Meredith, de Engelse romanschrijver en dichter in het Victoriaans tijdperk, is een hymne aan de leeuwerik. De componist Vaughan Williams verklankte het pastorale gedicht waarin de leeuwerik wordt beschouwd als medium tussen hemel en aarde.

Hoewel de viool in het begin de zang van de leeuwerik nabootst, zijn andere passages een beeldende weergave van haar typische manier van vliegen.

Dit feeërieke stuk schildert de betovering van een zomerochtend op het platteland. Na een gedempte inleiding van de strijkers heft de leeuwerik in de gedaante van een schitterende zilverachtige solo vioollijn haar lied aan, verheft zich in de lucht, maakt allerlei capriolen en zweeft vervolgens over de akkers, fladdert en dartelt en reikt omhoog, steeds hoger dan het stilzwijgende akkoord van het orkest, gevolgd door een indrukwekkende weergave van de duikvlucht van de vogel. Na korte passages die doen denken aan volksliedjes vliegt de leeuwerik met een ijler wordende toon van de viool omhoog in de lucht tot hij nog een stipje is aan de blauwe lucht. De puurheid en gratie van dit werk geven het een tijdloze kwaliteit en het is een van de meest bekende klassieke werken geworden.

“The Lark Ascending” ontstond in 1914, maar ging pas in 1920 in première, aanvankelijk als arrangement voor piano en viool. Net als een jaar later bij de uitvoering met orkest werd de vioolsolo gespeeld door Marie Hall, aan wie het werk werd opgedragen.

Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog meldde Ralph Vaughan Williams zich aan als vrijwilliger bij een “Field Ambulance Unit” en in 1916 bracht hij in het Franse Ecoivres gewonde soldaten uit de loopgraven naar het militaire hospitaal. Componeren lukte in die omstandigheden niet, maar Vaughan Williams zette zijn muzikale activiteiten voort met het oprichten en dirigeren van koren en het organiseren van concerten, samen met de andere jongens in het leger. In 1921 voltooide Ralph zijn “A Pastoral Symphony”. De vredig klinkende titel staat in schril contrast met de vier jaar durende horror die toen nog maar net was afgelopen en die de componist van zeer nabij had beleefd.

De aandachtige luisteraar zal een knipoog naar de Last Post niet ontgaan tijdens een solo voor trompet en het vaak desolate, melancholische klankbeeld plaatst de symfonie in de context van de Grote Oorlog. Ralph zelf zei: “Het is werkelijk oorlogsmuziek, en een groot deel ervan ontstond terwijl ik nacht na nacht met de ziekenwagen naar Écoivres trok, een steile helling opreed en daar een prachtig Corotlandschap zag”. Geen Engelse peis en vree dus, wel een radicaal andere invulling van de term “pastoraal” die in deze symfonie geen comfort of escapisme biedt, maar

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 64

troost en waardigheid. Het is een aangrijpende contemplatie in een door tonen gevormde stilte en een prachtig bewijs van Vaughan Williams muzikale originaliteit.

Vaughan Williams activiteiten in vredestijd herbegonnen waar ze in 1914 waren geëindigd. Hij werd uitgenodigd om les te geven aan het Royal College of Music, als professor compositie. Hij hervatte zijn werk op het Leith Hill Musical Festival, met inbegrip van toonaangevende repetities. Hij volgde Sir Hugh Allen op als muzikaal leider van het Bach Choir, een functie die hij tot 1926 bekleedde. Hij en zijn vrouw, Adeline, verhuisden een tijdje naar Sheringham in North Norfolk, waar hij zijn “A London Symphony” herzag. Hij ontving het eredoctoraat van doctor in de muziek in Oxford in 1919.

In 1914 legde Vaughan Williams de laatste hand aan zijn eerste opera, “Hugh the Drover” , een werk dat hij in 1910 was beginnen te schrijven. Het is een romantisch werk met prachtige deuntjes in de meest frisse en lyrische stijl van de componist. De opera werd voor het eerst uitgevoerd in 1924 door de British National Opera Company .

Ook een ander werk uit de onmiddellijke naoorlogse periode kent momenten van grote schoonheid. Dit is de “Mis in G mineur” voor dubbelkoor. Voor een verklaarde agnost kon Vaughan Williams de woorden van de mis met overtuiging en oprechtheid bepalen. Zoals hij het zelf uitdrukte: "Er is geen reden waarom een atheïst geen goede mis zou kunnen schrijven." Het werk is opgedragen aan zijn goede vriend Gustav Holst.

In 1925 werden twee opmerkelijke werken van Vaughan Williams uitgegeven: “Flos Campi”, een suite voor altviool, woordeloos gemengd koor en klein orkest, werd voor het eerst uitgevoerd in oktober 1925. Elk deel wordt geleid door een Latijns citaat uit het Hooglied, met Engelse vertaling. Ondanks de Bijbelse bron van de citaten heeft het werk geen kerkelijke basis. Het is een lyrisch, sensueel maar ongrijpbaar meesterwerk. Het werk “Sancta Civitas” , Vaughan Williams' enige oratorium, was zijn favoriet onder zijn koorwerken. Het is beknopt en complex, met momenten van schoonheid en tederheid.

In 1928 kwam, mede onder zijn leiding, “The Oxford Book of Carols” tot stand.

In 1929 vond de première plaats van “Sir John in Love”. De opera is een waar genot: een sluwe, geestige, kleurrijke en welbespraakte weergave van de bard in de Engelse opera. Vaughan Williams versie van Shakespeares “The Merry Wives of Windsor” volgt de heldendaden van de onsterfelijke Sir John Falstaff minnaar, oplichter, charmeur, smakeloze ridder wiens verbeeldingskracht en egocentrisme het beste en het slechtste in de menselijke natuur doorprikken. Voeg een paar onschuldige jonge geliefden, een handvol ongelukkige vrijers, complotten, tegenplots en wat goedaardige wraak toe voor een verhaal in de grootse traditie van de Shakespeare komedie, afgezet tegen een partituur rijk aan Elizabethaanse teksten en melodieën, waaronder de geliefde “Fantasia op Greensleeves” .

In 1930 componeerde Ralph “Job: A Masque for Dancing”, een ballet gebaseerd op het Boek Job uit de Hebreeuwse Bijbel en geïnspireerd op de geïllustreerde uitgave van William Blake’s “Illustrations of Book of Job”, gepubliceerd in 1826. Het werk beleefde zijn première in 1931 in het Old Vic Theatre in Londen. Het is een compositie die in een volledige productie, schilderkunst,

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 65

literatuur, muziek en dans combineert. “Job” is een meesterwerk en een toonbeeld van kracht en melodische inspiratie.

In 1930 waren Ralph en Adeline verhuisd naar White Gates in de buurt van Dorking, een huis dat paste bij Adeline wiens artritis een steeds groter probleem werd. Voor het Leith Hill Festival van dat jaar componeerde Ralph drie nieuwe stukken. In 1932 werd Ralph voor de tweede keer uitgenodigd voor lezingen te geven in de VS over “National Music”. In 1934 stierf zijn goede vriend Gustav Holst. Dit was een enorme klap voor de componist..

In mei 1935 ontving Vaughan Williams een brief van Buckingham Palace waarin hem de “Order of Merit in the Birthday Honours” werd toegekend voor diensten aan de muziek. Vaughan Williams hield niet van statussymbolen, maar besloot deze toch te aanvaarden.

In 1936 componeerde Ralph het werk “Dona Nobis Pacem”. In 1936 heerste immers de dreiging van een wereldoorlog. Vanwege die dreiging voelde Ralph zich genoodzaakt om dit vredespleidooi onder de aandacht te brengen van een breed publiek. Opmerkelijk genoeg gebruikte hij daarvoor Latijnse teksten en Engelse poëzie van Walt Whitman . “Dona Nobis Pacem” is een hartverscheurende schreeuw, een indrukwekkend werk over oorlogszucht, bloedvergieten, een vader en zoon die naast elkaar slachtoffer worden en tenslotte verzoening. Het werk is een krachtige evocatie van de vernietiging en dood veroorzaakt door oorlog en geweld, met een overkoepelende boodschap van vrede en verzoening. Een actueel thema dat u laat nadenken over huidige politieke gebeurtenissen en menselijk drama.

In 1937 ontving Vaughan Williams de Shakespeare prijs van de Universiteit van Hamburg. In datzelfde jaar kreeg hij de opdracht enkele werken te schrijven voor de kroning van koning Georges VI. Omwille van zijn antinazi propaganda was de muziek van Vaughan Williams in 1939 in Duitsland verboden.

In 1936 1937 componeerde Ralph twee opera’s : “The Poisoned Kiss”, een humoristisch, opgewekt en romantisch werk in navolging van “Sir John in Love”. Het tweede werk “Riders to the Sea”. Deze opera in één bedrijf, naar een toneelstuk van JM Synge, is het verhaal van de klaagzang van een familie om zonen die verdwaald zijn op zee voor de kust van Donegal. Het werk is opmerkelijk vanwege de muzikale portretten van de zee en de wind. Velen vinden deze compositie het beste theaterwerk van Vaughan Williams.

In datzelfde jaar maakte Ralph kennis met de veel jongere dichteres en schrijfster Ursula Wood met wie hij in 1953 , na de dood van zijn vrouw Adeline in 1951, zou trouwen.

Bij het uitbreken van de oorlog begin september 1939, raakte Vaughan Williams betrokken bij vele oorlogsactiviteiten: vluchtelingen helpen, oorlogsmateriaal redden. In die periode componeerde hij muziek voor oorlogsfilms (o.a. “The 49th Parallel” over de ontsnappingspoging van overlevenden van een Duitse onderzeeboot vanuit Canada naar de VS) en radiomuziek op verzoek van de BBC (Six Choral Songs to be sung in Time of War). In 1945 schreef Ralph bij de bevrijding, op verzoek van de BBC het werk “A Song of Thanksgiving”.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 66

Tijdens de Tweede Wereldoorlog componeerde Vaughan Williams zijn “Vijfde Symfonie”. Volgens zijn vrouw en biograaf Ursula Vaughan Williams “klanken van vrede en de zegen waarnaar men verlangde”. De symfonie wordt daarom ook vaak als een anti oorlogssymfonie bestempeld, maar is vooral een emotioneel meesterwerk. Het derde deel (Romanza) is van een uitzonderlijke schoonheid.

Na de oorlog componeerde Ralph zijn “Zesde Symfonie”. Het werk werd voor het eerst uitgevoerd op 21 april 1948 door het BBC Symphony Orchestra onder leiding van Sir Adrian Boult. Het werk maakte onmiddellijk een diepe indruk. Zoals zijn “Vierde Symfonie” is het een dreigend werk, met wervelende en duivelse indrukken. Het bevat zowel een bizarre tuba solo als een onstuimig scherzo en jazzy syncopen. Het tweede deel herinnert aan “Mars” van Gustav Holst, terwijl de prachtige pianissimofinale de indruk wekt te drijven in tijdloosheid en ruimte.

In juni 1947 ontving Vaughan Williams een verzoek van Ernest Irving om muziek te componeren voor een nieuwe film over de noodlottige expeditie van Captain Scott naar Antarctica. Niet verrassend, het onderwerp sprak hem sterk aan. De score was klaar in april 1948 en de film verscheen in december 1948. Vaughan Williams voelde toen dat de muziek kon worden omgevormd tot een symfonisch geheel en zijn zevende symfonie de “Sinfonia Antartica” werd voltooid in 1952.

Ralph Vaughan Williams was zijn hele leven geobsedeerd door het werk “Pilgrim’s Progress” van John Bunyan. Hij wendde zich keer op keer tot de religieuze allegorie uit 1678 en schreef er voor het eerst muziek voor in 1906. Vijfenveertig jaar later ging zijn opera “Pilgrim’s Progress” in première in Covent Garden in Londen. De componist die nooit een christen was voelde zich zo geïnspireerd door de tekst van Brunyan dat hij een exemplaar van het boek bij zich hield terwijl hij tijdens de Eerste Wereldoorlog in de loopgraven zat. Het beroemde boek van Brunyan dat werd geschreven toen hij in de gevangenis zat omdat hij predikte buiten het akkoord van de kerk van Engeland, vertelt over een figuur een christen die van zijn huis, de stad van vernieling, naar de hemelse stad op de berg Sion reist. In “Pilgrim’s Progress” krijgen wij het allerbeste van Vaughan Williams, zowel de zachte lyriek van zijn pastorale stijl als de donkere kant van de verschrikkingen van de oorlog. Misschien was deze compositie wel zijn levenswerk.

In 1953, ter gelegenheid van de troonsbestijging van koningin Elizabeth II , schreef Ralph een arrangement van het koraal “All people that on earth do dwell”.

Ralph en Ursula waren in 1953 op vakantie geweest in Italië en besloten in 1954 naar Amerika te gaan. Vaughan Williams werd gevraagd als gasthoogleraar aan de Cornell University en een vriend aan de universiteit, regelde dat Ralph lezingen doorheen heel Amerika kon geven. Vlak voordat hij Amerika verliet, ontving Vaughan Williams de “Howland Prize and Medal” van de Yale University. Ralph was de derde componist die deze prijs ontving, na Holst en Hindemith.

Vaughan Williams begon zijn “Achtste symfonie” in 1953 en voltooide het werk in 1955. Het werd voor het eerst uitgevoerd op 2 mei 1956. De symfonie heeft een energie die laat zien dat de eenentachtigjarige componist nog lang niet was uitgeblust en bleef experimenteren zowel wat structuur als orkestrale sonoriteit betreft, vooral door het gebruikt van een groot aantal

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 67

percussie instrumenten. Vaughan Williams bleef hard werken en toonde een verbazingwekkend doorzettingsvermogen voor een man van zijn leeftijd.

In 1958 bezochten Ralph en Ursula Napels. Ondertussen werkte hij aan zijn “Negende Symfonie”. Het zou zijn laatste zijn. Het oorspronkelijke idee van Ralph was een programmatische symfonie te schrijven op basis van het boek van Thomas Hardy “Tess of the Uberviles”. Tegen de tijd dat de symfonie voltooid was had hij de programmatische details verwijderd. De muziek is innovatief en voorspelde een nieuwe fase in de muzikale reis van Vaughan Williams.

Ralph Vaughan Williams stierf vredig op 26 augustus 1958. Ondanks zijn leeftijd kwam zijn plotse dood als een grote schok bij zijn familie en vrienden. De begrafenisplechtigheid vond plaats op 19 september in Westminster Abbey. De viering begon met de prachtige vijf vatiaties van “Dives and Lazarus” en een volksliedje waar Ralph zijn hele leven had van gehouden. Sir Adrian Boult dirigeerde fragmenten uit “Job” en muziek van zijn geliefde componist J.S. Bach. Tot afscheid zong het koor “Kom naar beneden, O goddelijke liefde” op het deuntje dat hij “Down Ampaey” had genoemd, naar zijn geboortedorp. Voor velen was dit het meest ontroerende moment. Tot slot was er nog de uitvoering van werken van de componist zelf: de sublieme “O taste and see” en “The Old Hundredth”. De as van Railph Vaughan Williams en later die van zijn tweede vrouw Ursula werd bijgezet in de noordelijke kooromgang van Westminster Abbey, in de buurt van de graven van de componisten Henry Purcell, Herbert Howells en Charles Villiers Stanford. De leistenen grafsteen werd oorspronkelijk gesneden door de beeldhouwer Reynolds Stone, maar in 1965 werd hij opnieuw gesneden en gevuld met wit marmer. Een kleine witte steen met een kruis en de initialen van zijn tweede vrouw UVW werd er bij haar begrafenis op 21 april 2008 bijgeplaatst.

Ralph Vaughan Williams componeerde succesvolle werken in de meeste belangrijke muzikale vormen en genres : opera’s, orkestwerken, kamermuziek, werken voor theater, film en radio,

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 68

koorwerken, liederen, werken voor piano en orgel, missen en geestelijke muziek. Zijn betrokkenheid bij verschillende muziekorganisaties en de steun die hij aan jongere componisten gaf, maakten hem tot een centrale figuur in het Britse muziekleven.

CVC

LEITH HILL PLACE

Leith Hill Place, een sfeervol huis met panoramisch uitzicht over het platteland van Surrey werd gebouwd rond 1600 en in 1760 verbouwd in Palladiaanse stijl door Richard Hull. Het gebouw was ooit eigendom van de rijke familie Wedgwood en het huis waar Ralph Vaughan Williams werd grootgebracht. Zijn grootouders, Josiah Wedgwood III en Caroline (geboren Darwin) verhuisden hier in 1847 en zijn oudoom, de beroemde natuuronderzoeker Charles Darwin, voerde experimenten uit op het terrein. De componist schonk het huis in 1944 aan de National Trust.

Bijna 40 jaar lang werd Leith Hill Place verhuurd als schoolpension en in de zomer van 2013 ging het voor het eerst sinds de jaren zestig open voor het publiek. Hoewel Ralph Vaughan Williams hier geen van zijn beroemde stukken componeerde, woonde hij vanaf zijn twee jaar tot zijn 22 jaar op Leith Hill Place, en bracht hij veel tijd door in de steegjes rondom het domein en verzamelde hij volksliederen die hij in de velden en herbergen hoorde. Het was ook hier dat Vaughan Williams pianoles en zang kreeg van zijn tante Sophy Wedgwood en waar hij eveneens speelde op een klein orgel

Foto's van Ralph prijken op de schoorsteenmantel als je de hal binnenkomt. De tweede verdieping is omgebouwd tot een museum met de piano van de componist, een tentoonstelling van manuscripten, brieven en andere memorabilia. Er is ook een tijdlijn van zijn leven: zijn schooltijd, zijn tijd in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, zijn jaren van roem, eindigend met een opname van zijn meest populaire stuk, “The Lark Ascending”. Een rondleiding in het museum geeft inzicht in het verhaal van de componist en zijn muziek. Elk jaar vinden er een aantal speciale evenementen en recitals plaats. De recitals vinden plaats in de intieme setting van de Terrace Room op Leith Hill Place het salon waar Vaughan Williams zijn eerste muzikale stappen zette.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 69
CVC
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 70

IL Y A 150 ANS QUE LE COMPOSITEUR RALPH VAUGHAN WILLIAMS EST NE

Ralph Vaughan Williams est né à The Vicarage, à Down Ampney, le 12 octobre 1872. Il était le troisième enfant d'Arthur et Margaret Vaughan Williams. Arthur a été ordonné vicaire de l'église All Saints, Down Ampney, en 1868.

Margaret, la mère de Ralph, était l'une des trois filles de Josiah Wedgwood III et de Caroline Darwin. Les familles Wedgwood et Darwin s'étaient souvent mariées. Ralph avait du côté de sa mère deux arrière arrière grands pères célèbres, Josiah Wedgwood (1730 95), le fondateur de la poterie à Stoke on Trent, et Erasmus Darwin, le médecin, poète et grand père de Charles Darwin.

En 1847, la famille Wedgwood avait acheté Leith Hill Place à Surrey et c'est dans cette maison familiale que Margaret Vaughan Williams et ses trois enfants sont revenus lorsque le père de Ralph est décédé subitement au début de 1875. Ralph avait un peu plus de deux ans. Ralph a grandi parmi les rhododendrons et les azalées de Leith Hill Place. Il avait appris à lire au printemps 1876. La musique était importante pour la famille. Sa tante Sophy (la sœur de sa mère) a donné à Ralph ses premières leçons de musique. Il a écrit sa première pièce pour piano, intitulée The Robin's Nest, à l'âge de six ans. Ralph a joué en duo avec son frère Hervey et sa sœur Meggie. Sa mère lisait à haute voix des histoires d'aventure ainsi que des classiques. Son admiration pour Shakespeare a commencé à cette époque. La pratique de la lecture à haute voix

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 71

a été quelque chose que Ralph a apprécié toute sa vie, y compris la relecture des œuvres complètes de Shakespeare avec sa seconde épouse, Ursula, au début des années 1950. Au début des années 1880, Ralph était passionné d'architecture. En janvier 1887, le garçon de quatorze ans devint élève à l'école Charterhouse près de Godalming dans le Surrey où il resta jusqu'en 1890. Là, il organisa des concerts et sentit qu'il avait l'étoffe d'un bon altiste. Sa famille n'était pas d'accord, estimant que l'orgue était le bon instrument pour lui. Ayant quitté Charterhouse en juillet 1890, Ralph entre au Royal College of Music en septembre. Après deux trimestres d'études acharnées, il devient l'élève de Sir Hubert Parry. Parry a élargi les connaissances musicales de Ralph, mais lui a également donné un sens de la noblesse et de la grandeur de la tradition chorale anglaise. Ralph avait trouvé quelque chose de « singulièrement anglais » dans la musique de Parry, éveillant une conscience du compositeur national qui allait s'épanouir plus d'une décennie plus tard.

En 1892, Ralph est allé au Trinity College de Cambridge pour étudier l'histoire et la musique. Il a continué à avoir des cours hebdomadaires avec Parry à Londres. À Cambridge, il a étudié avec Charles Wood que Ralph a décrit comme "le meilleur instructeur technique que j'aie jamais connu". Comme son cousin, Ralph Wedgwood, et de nombreux parents de Darwin, étaient à Cambridge, Ralph a été présenté à un large cercle d'amis, dont GE Moore, le philosophe, George Trevelyan, l'historien, et Hugh Allen, qui deviendra plus tard directeur du Royal Collège de musique.

Ralph avait pris son B.Mus. en 1894 et son diplôme d'histoire l'année suivante. Il revient au MRC en 1895 où il se lie d'amitié avec Gustav Holst. Ralph devait parler de lui comme "la plus grande influence sur ma musique", et leur étroite compagnie devait durer jusqu'à la mort de Holst en 1934. Avec Parry comme directeur du RCM, Ralph se rendait maintenant chez Sir Charles Villiers Stanford pour des cours.

Ralph, quant à lui, avait rencontré Adeline Fisher, une violoncelliste et pianiste talentueuse à l'intelligence vive et à la beauté délicate et préraphaélite. Elle était une cousine germaine de Virginia Woolf. Ralph et Adeline se sont fiancés en 1896 et le couple s'est marié le 9 octobre 1897 à l'église All Saints, Hove.

Après une brève période d'études avec Max Bruch à Berlin, Ralph est retourné au poste d'organiste à St. Barnabas, South Lambeth à Londres qu'il occupait depuis 1895.

Le premier ouvrage publié de Ralph a été écrit en 1901. Il s'agit d'une belle mise en musique pour voix et piano du poème Linden Lea de William Barnes Les chansons de Vaughan Williams à cette époque, y compris les compositions de Christina Rossetti, DG Rossetti et Tennyson, sont remarquables sinon encore pleinement caractéristiques. Silent Noon est peut être sa chanson la plus réussie de cette période, avec un accord parfait entre paroles et mélodie. La découverte d'une chanson folklorique anglaise à Ingrave près de Brentwood à la fin de 1903 a été d'une importance vitale pour le développement du style de Vaughan Williams. La chanson était Bushes and Briars Son impact, et la marque d'autres chansons folkloriques qu'il a rapidement recueillies, a été profond et permanent, influençant la texture, les contours et les mélodies de son travail. Ses œuvres orchestrales écrites peu de temps après avoir entendu Bushes and Briars

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 72

In the Fen Country et les Norfolk Rhapsodies , par exemple sont merveilleusement atmosphériques. L'inclusion de The Captain's Apprentice dans le Norfolk Rhapsody est assez belle.

Le style de Vaughan Williams a également été façonné par son implication dans les airs d'hymnes de 1904 à 1906 en tant que rédacteur musical de l'Hymnal anglais. Il va loin dans sa recherche d'un matériau approprié et étudie de près le travail des compositeurs Tudor et élisabéthains, dont Thomas Tallis, dont l'air de psaume Why Fumeth in Fight? allait bientôt constituer la base de l'une des plus grandes œuvres de Vaughan Williams, la Fantaisie sur un thème de Thomas Tallis .

Vaughan Williams a contribué quatre hymnes originaux à l'hymne anglais, dont le célèbre Sine Nomine (Pour tous les saints), ainsi que l'un des plus beaux de tous, Come down, O Love Divine . Il a commencé à travailler sur ce qui allait devenir A Sea Symphony en 1903 et Toward the Unknown Region a été joué pour la première fois en 1907. Les deux ont placé Whitman à son plus visionnaire et inspiré.

À la fin de 1907 et en 1908, Vaughan Williams décide de suivre des cours de Maurice Ravel à Paris. Celles ci furent un succès, le compositeur anglais apprenant, comme il le dit, « à orchestrer en points de couleur plutôt qu'en lignes ». Vaughan Williams est revenu avec ce qu'il a appelé "une mauvaise attaque de fièvre française" qui a produit le cycle de chansons mémorable On Wenlock Edge , sur des paroles d'AE Housman.

1910 est une année remarquable pour le compositeur. La splendeur grave de la Fantaisie sur un thème de Thomas Tallis a été entendue pour la première fois le 6 septembre au Festival des trois chœurs et a eu un impact immédiat et durable. Puis A Sea Symphony a été créée au Festival de Leeds le 12 octobre. L'ampleur, l'éloquence et la noblesse de cette œuvre émouvante montraient qu'un compositeur anglais original et puissant avait émergé de ce village du Gloucestershire.

Le succès de la Tallis Fantasia avait conduit à une nouvelle commande du Three Choirs Festival, cette fois à Worcester en 1911. Vaughan Williams choisit des poèmes de George Herbert pour ses Five Mystical Songs pour baryton, chœur et orchestre.

George Butterworth avait suggéré à Vaughan Williams l'idée d'écrire une symphonie orchestrale et A London Symphony commençait à prendre forme. Vaughan Williams l'a décrit comme une "Symphonie d'un Londonien", évoquant les images et les sons contrastés du Londres édouardien, y compris l'influence de la Tamise et les carillons de Big Ben. La symphonie a été jouée pour la première fois le 27 mars 1914.

Entre temps. en 1912, Vaughan Williams fut présenté à Sir Frank Benson, qui cherchait un musicien pour arranger la musique et diriger le petit orchestre lors de la saison 1913 à Stratford on Avon. Ralph connaissait déjà Shakespeare et était ravi de cet aperçu de première main du monde du théâtre. Cela devait s'avérer avantageux lorsque Vaughan Williams en vint à composer son propre opéra de Shakespeare, Sir John in Love, dix ans plus tard.

The Lark Ascending , pour violon et orchestre, a été composé en 1914. Dans son lyrisme doux et serein, il semble capturer la tranquillité de ces jours d'été languissants avant le déclenchement

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 73

de la guerre le 5 août 1914. Le monde de Vaughan Williams allait bientôt changer dramatiquement.

Vaughan Williams s'est enrôlé comme soldat dans la Royal Army Medical Corps Territorial Force le soir du Nouvel An 1914. Il s'est engagé pour un mandat de quatre ans au QG du duc d'York à Chelsea. Comme il vivait à proximité, c'était pratique pour lui. La raison la plus probable pour laquelle il a choisi l'ambulance de campagne était cependant son âge il avait quarante deux ans. Les activités de Vaughan Williams en temps de paix semblaient reprendre là où elles s'étaient arrêtées en 1914. Il fut invité à enseigner au Royal College of Music, en tant que professeur de composition. Il a recommencé à travailler au Leith Hill Musical Festival, y compris en dirigeant les répétitions. Il a succédé à Sir Hugh Allen en tant que directeur musical du Bach Choir, poste qu'il a occupé jusqu'en 1926. Lui et sa femme, Adeline, ont déménagé pendant un certain temps à Sheringham dans le nord du Norfolk où il a révisé son A London Symphony . Il a reçu un doctorat honorifique en musique à Oxford en 1919. En 1914, Vaughan Williams met la touche finale à son premier opéra, Hugh the Drover , une œuvre qu'il avait commencé à écrire en 1910. Il s'agit d'une ballade romantique avec des paroles d'Harold Child retraçant la relation coup de foudre de Hugh et Mary, la fille du connétable. Vaughan Williams voulait écrire une « comédie musicale » sur la vie anglaise. Il regorge en effet de merveilleuses mélodies dans le style le plus frais et le plus lyrique de Vaughan Williams. Il réussit même à organiser un match de boxe entre Hugh et John the Butcher, avec qui Mary était sur le point de se marier malheureusement. L'opéra a été joué pour la première fois en public en 1924, avec les forces de la British National Opera Company dirigées par Malcolm Sargent.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 74

Si, avec Hugh the Drover , Vaughan Williams a renoué avec son univers bien aimé de la chanson populaire après les horreurs de la guerre, il a aussi été préoccupé par une autre œuvre très différente, qui a été conçue alors qu'il était en service actif en France en 1916. A Pastoral Symphony est clairement et expressément lié à la guerre. Tout comme avec le travail d'adieu d'Arthur Bliss, Morning Heroes, c'était une œuvre nécessaire et cathartique pour Vaughan Williams.

Une autre œuvre de l'immédiat après guerre comporte également des moments d'une grande beauté. C'est la messe en sol mineur pour double chœur. Pour un agnostique déclaré, Vaughan Williams pouvait fixer les paroles de la messe avec conviction et sincérité. Comme il l'a dit: "Il n'y a aucune raison pour qu'un athée ne puisse pas écrire une bonne messe." L'ouvrage est dédié à Gustav Holst et ses Whitsuntide Singers.

Alors qu'il travaillait sur sa Symphonie pastorale , Vaughan Williams avait mis en musique une partie de Pilgrim's Progress de Bunyan . La scène d'opéra qui en a résulté s'appelait Les Bergers des Montagnes Délectables . Vaughan Williams avait d'abord mis en scène des extraits de The Pilgrim's Progress pour une représentation au Prieuré de Reigate en 1905, et le travail de Bunyan le préoccuperait sous une forme ou une autre jusqu'au début des années 1950.

La prose robuste et simple de John Bunyan, sa sincérité et son intensité spirituelle avaient séduit les Vaughan Williams depuis l'enfance. Dans The Pilgrim's Progress , on retrouve l'idée d'un voyage spirituel qui avait attiré le compositeur à Whitman dans A Sea Symphony La musique de Vaughan Williams pour Bunyan a une retenue émouvante, une spiritualité intérieure, une force et une conviction qui montrent le compositeur saisi par le texte et répondant de manière toujours inspirée et souvent extatique.

Vaughan Williams a été nommé l'un des vice présidents de la Folk Song Society en 1921. À la branche de Cambridge, il a dédié Old King Cole en 1923. Vaughan Williams croyait fermement que l'héritage du pays en matière de chant et de danse devrait faire partie de toutes nos vies.

En 1924, Oxford University Press a créé un département de musique sous la direction d'Hubert Foss, âgé de vingt cinq ans. Foss, un musicien, est devenu un proche conseiller et ami de Vaughan Williams. La longue association du compositeur avec OUP débute en 1925.

1925 a vu la publication de deux œuvres notables de Vaughan Williams, Flos Campi et Sancta Civitas Flos Campi, une suite pour alto, chœur mixte sans paroles et petit orchestre, a été créée en octobre 1925. Chaque mouvement est précédé d'une citation latine, avec traduction en anglais, du Cantique des Cantiques Malgré la source biblique des citations, l'ouvrage n'a aucune base ecclésiastique. C'est en effet un chef d'œuvre lyrique, sensuel mais insaisissable. Sancta Civitas, le seul oratorio de Vaughan Williams, était son préféré parmi ses œuvres chorales. C'est concis et complexe, avec des moments de beauté et de tendresse. L'entrée du solo de ténor à la fin de l'œuvre sur les paroles « Voici que je viens bientôt, je suis la lumière du matin et du soir » est l'un des passages les plus inspirés du compositeur. Elgar a dit à Vaughan Williams après une

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 75

représentation "J'ai pensé une fois à mettre ces mots, mais je ne le ferai jamais maintenant, et je suis content de ne pas l'avoir fait parce que vous l'avez fait pour moi."

Vaughan Williams est également revenu à la musique d'hymnes, devenant coéditeur musical avec Martin Shaw de Songs of Praise , publié en 1926. Le compositeur a contribué à deux autres hymnes originaux, et trente de ses arrangements ont également été inclus. Il a également été coéditeur du Oxford Book of Carols , publié en 1928. Il a contribué quatre chants originaux à ce volume, dont le charmant Wither's Rocking Hymn.

La décennie s'est terminée avec l'opéra Sir John in Love de Vaughan Williams, basé sur The Merry Wives of Windsor de Shakespeare . Faisant preuve d'une grande perspicacité dans Shakespeare et les poètes lyriques anglais, il interpole dans son livret des extraits de diverses pièces de Shakespeare et de poèmes élisabéthains, dont le magnifique See the char at hand here of love, where my Lady rideth de Ben Jonson . L'interprétation de Vaughan Williams est très romantique, pleine de mélodies merveilleuses, mais aussi pleine d'entrain et attachante. Les personnages sont mieux développés que dans Hugh the Drover . Vaughan Williams comprend également plusieurs de ses chansons folkloriques préférées, y compris le délicieux Greensleeves qui ouvre l'acte 3

Le compositeur semble enfin avoir exorcisé les fantômes de la Grande Guerre.

. Vaughan Williams a été enthousiasmé par un ballet sur Job, bien qu'il ait une grande aversion pour la danse « sur des points ». Job est devenu un masque pour la danse plutôt qu'un ballet. L'œuvre a été jouée pour la première fois dans une version orchestrale complète au Festival de Norwich en 1930. Geoffrey Keynes gardait l'espoir d'une mise en scène et une maquette de jouet avait été conçue par Gwen Raverat pour illustrer les possibilités dramatiques. Ninette de Valois et Lilian Baylis ont été impressionnées et avec l'aide de la nouvelle société Camargo, Job a été produit au Cambridge Theatre de Londres en juillet 1931. Au dire de tous, Anton Dolin dans le rôle de Satan et Stanley Judson dans le rôle d'Elihu étaient tous deux superbes. Job réunit les différents aspects du style musical de Vaughan Williams : dramatique, lyrique, visionnaire et pastoral, avec un effet brillant.

En 1930, Ralph et Adeline avaient déménagé à White Gates près de Dorking, une maison qui convenait à Adeline dont l'arthrite devenait de plus en plus un problème. Pour le Leith Hill Festival de cette année là, Ralph a composé trois nouvelles pièces, une pour chaque division : Benedicite, Three Choral Hymns et the Hundredth Psalm

Le jour de l'an 1932, Vaughan Williams était complètement absorbé par une nouvelle symphonie, sa quatrième. Lorsque l'œuvre fut créée le 10 avril 1935, elle se révéla comme une œuvre d'une puissance et d'une intensité remarquables. Sa férocité peut surprendre encore aujourd'hui, habitués que nous sommes aux demi tons discordants de l'Allegro initial. Pourquoi a t il écrit ainsi ? Le compositeur a systématiquement rejeté toute suggestion selon laquelle l'œuvre était liée à des événements extérieurs : « Je ne l'ai pas écrite comme une image précise de quoi que ce soit d'extérieur, par exemple l'état de l'Europe, mais simplement parce que cela m'est venu à l'esprit comme ça. Je ne peux pas expliquer pourquoi… » Aucun compositeur ne peut être complètement à l'abri des influences extérieures, surtout quelqu'un avec la sensibilité de

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 76

Vaughan Williams. Ursula Vaughan Williams considère l'œuvre comme caractéristique de l'homme qui l'a écrite : « Les furies imposantes dont il était capable, son feu, sa fierté et sa force sont révélés, tout comme son imagination et son lyrisme. La symphonie, alliant concentration, cohésion symphonique et logique, réussit assurément par elle même.

En 1934, avant la première représentation de la symphonie, son ami proche Gustav Holst décède. Vaughan Williams a écrit: "Ma seule pensée est maintenant que, quelle que soit la direction dans laquelle je me tourne, que devons nous faire sans lui tout semble être revenu à lui que penserait ou conseillerait Gustav de faire?"

En mai 1935, Vaughan Williams reçut une lettre du palais de Buckingham lui conférant l'Ordre du mérite dans les honneurs d'anniversaire pour services rendus à la musique. Il s'agit d'un prix très spécial, détenu par seulement vingt quatre personnes à tout moment. Vaughan Williams n'aimait pas les symboles de statut mais à cette occasion a décidé d'accepter. Sa famille et ses amis étaient ravis.

Au cours du printemps et de l'été 1935, Vaughan Williams est absorbé par une nouvelle œuvre, son « Skelton oratorio », les Five Tudor Portraits Les vers de John Skelton sont ironiques, humoristiques et terreux, mais avec une merveilleuse veine de tendresse et de beauté. Cela a certainement plu à Vaughan Williams qui a beaucoup aimé mettre en musique les poèmes. L'œuvre est achevée en juin 1935, Vaughan Williams ayant abandonné un sixième portrait, celui de Margery Wentworth. Composée pour contralto, baryton, chœur et orchestre, elle a été jouée pour la première fois au Festival de Norwich en septembre 1936. Cette suite chorale transmet un large éventail d'émotions tout en dépeignant la vitalité de l'Angleterre Tudor de Skelton.

Une autre œuvre de 1935 dégageait des émotions assez différentes. C'était Dona Nobis Pacem , sur des mots de Walt Whitman, de la Bible et d'autres sources. Ce travail explore l'horreur de la guerre telle que Whitman et Vaughan Williams l'ont vécue. Le refrain implorant de la soprano « Dona Nobis Pacem » donne à l'œuvre une unité et un but.

En 1937, Vaughan Williams a reçu le premier prix du Shakespeare Prize de l'Université de Hambourg. Vaughan Williams, après avoir pris conseil, a accepté le prix. En février 1939, cependant, sa musique avait été interdite en Allemagne en raison de sa prétendue "propagande" anti nazie. Personne ne savait vraiment pourquoi.

1936 et 1937 ont vu les premières représentations de nouveaux opéras. Tout d'abord, le 12 mai 1936, au Arts Theatre de Cambridge, a lieu la première de The Poisoned Kiss , sous titré « The Empress and the Necromancer » . Cette « extravagance romantique » a été écrite par Evelyn Sharp, sœur de Cecil Sharp le collectionneur de chansons folkloriques, et est fondée sur des incidents tirés de The Poisoned Maid de Richard Garnett. C'est une autre œuvre humoristique, pleine d'entrain et romantique, dans la continuité de Sir John in Love .

Le deuxième opéra de cette période est de style très différent. Riders to the Sea est la mise en musique presque textuelle d'une courte pièce de l'Irlandais JM Synge. Composée en 1926 27, elle fut jouée pour la première fois en public au Royal College of Music le 1er décembre 1937,

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 77

sous la direction de Malcolm Sargent. L'opéra est centré sur Maurya qui a perdu son père, son mari et quatre de ses six fils en mer. L'un de ses fils restants, Michael, a disparu depuis quelques jours. Son plus jeune fils part bientôt pour emmener des chevaux à travers l'eau jusqu'à la foire de Galway. Maurya réalise que ses fils ne reviendront jamais. Sa lamentation finale poignante commençant par "Ils sont tous partis maintenant, et il n'y a plus rien que la mer puisse me faire" est l'un des passages les plus inspirés de Vaughan Williams. Dans sa concentration, sa subtilité et sa tendresse, Riders to the Seaest un chef d'oeuvre.

Pour couronner une année de réalisations lyriques, Hugh the Drover a été relancé à Sadler's Wells en 1937.

Ursula Wood, écrivain et poète, qui devait devenir sa deuxième épouse en 1953, avait vu Job au cours de la saison 1932 33, alors qu'elle était étudiante à l'Old Vic. Elle fut subjuguée par la musique et résolut de contacter le compositeur. Cependant, son mariage avec un instructeur d'artillerie l'a éloignée et ce n'est qu'au début de 1938 qu'elle a contacté le compositeur concernant son idée de ballet. Ils se rencontrent le 31 mars 1938 et établissent dès le début une étroite relation artistique et personnelle. Le mari d'Ursula est décédé en 1942.

Peu de temps après avoir rencontré Ursula, Vaughan Williams a reçu une demande d'Henry Wood pour une œuvre pour célébrer son concert du Jubilé. Wood voulait quelque chose pour seize solistes et Vaughan Williams, avec sa profonde connaissance de Shakespeare, a choisi le texte de la belle scène entre Jessica et Lorenzo dans Le Marchand de Venise La Serenade to Music qui en résulte est l'une des œuvres les plus magnifiques et les plus intemporelles du compositeur.

Avec le déclenchement de la guerre au début de septembre 1939, Vaughan Williams s'est impliqué dans de nombreuses activités en temps de guerre aider les réfugiés, récupérer du matériel de guerre et surveiller les incendies, ainsi que contribuer à la musique de films de guerre, notamment Coastal Command et 49th Parallel . Vers la fin de la guerre, la BBC a commandé une œuvre d'action de grâce pour la victoire attendue. C'est devenu une chanson d'action de grâce .

Comme nous l'avons vu, Vaughan Williams s'est impliqué dans un décor de The Pilgrim's Progress de Bunyan dans la première décennie du XXe siècle et a composé son opéra en un acte The Shepherds of the Delectable Mountains en 1922. En 1938, il travaillait sur un plein dramatisation à grande échelle. Croyant que la Moralité (comme il l'appela plus tard) pourrait ne jamais être jouée, il canalisa une partie de la musique dans une nouvelle symphonie, sa cinquième. Pour accentuer l'association avec l'allégorie mémorable de Bunyan, le troisième mouvement Romanza portait à l'origine la citation suivante : « Sur cette terre se dressait une croix, et un peu en dessous un sépulcre. Puis il dit : "Il m'a donné le repos par ses douleurs et la vie par sa mort."

La nouvelle symphonie a été jouée pour la première fois lors d'un Concert Promenade à Londres le 24 juin 1943, avec le compositeur à la tête du London Philharmonic Orchestra. Après la violence calculée de la Quatrième Symphonie , cette musique profondément contemplative et rayonnante apparaît à de nombreux commentateurs de l'époque comme présageant la fin de la guerre.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 78

Alter the War, "Oncle Ralph", ou simplement "The Uncle"', comme il était connu de sa famille et de ses amis, composait sa Sixième Symphonie. Il a été joué pour la première fois le 21 avril 1948 par le BBC Symphony Orchestra dirigé par Sir Adrian Boult. L'œuvre fit une impression immédiate et profonde. Deryck Cooke, qui a entendu la première représentation, a évoqué le «nihilisme ultime» du dernier mouvement «chaque goutte de sang semblait gelée dans les veines». Une fois de plus, étant donné la puissance, la véhémence et la désolation de la musique, les commentateurs ont interprété l'œuvre comme la réponse de Vaughan Williams à la guerre, aux purges de Staline et aux horreurs des camps de concentration. La réponse du compositeur était caractéristique : "Je suppose qu'il ne vient jamais à l'esprit de ces gens qu'un homme puisse simplement vouloir écrire un morceau de musique." Vaughan Williams a cependant fourni un indice sur ce dernier mouvement original et troublant. Ursula Vaughan Williams a confirmé que son mari avait été influencé par le discours de Prospero de l'Acte 4 deThe Tempest , y compris ces lignes: "Nous sommes une matière sur laquelle les rêves sont faits, / Et notre petite vie est arrondie par un sommeil."

En juin 1947, Vaughan Williams reçoit une demande d'Ernest Irving pour la musique d'un nouveau film sur la fatidique expédition du capitaine Scott en Antarctique. Sans surprise, le sujet a fortement séduit. Il admirait la bravoure de l'équipe même si les inefficacités de l'organisation l'exaspéraient. La partition fut terminée en avril 1948 et le film, réalisé par Charles Frend, sortit en décembre 1948, avec John Mills mémorable dans son interprétation discrète de Scott. Vaughan Williams a alors estimé que la musique pouvait être reforgée en un tout symphonique et la Sinfonia Antartica a été achevée en 1952. Celle ci, sa septième symphonie, a été interprétée pour la première fois par Sir John Barbirolli et le Hallé Orchestra, avec Margaret Ritchie chantant la partie de soprano sans paroles, le 14 janvier 1953.

"Morality" de Vaughan Williams sur The Pilgrim's Progress de John Bunyana a été en grande partie achevé en 1949. Covent Garden voulait monter une production de l'opéra dans le cadre du Festival of Britain en 1951. La première représentation a eu lieu le 26 avril de cette année là, dirigée par Leonard Hancock, un jeune chef d'orchestre de l'équipe. au Royal Opera, et produit par Nevill Coghill, un universitaire d'Oxford. Arnold Matters a chanté Pilgrim. Bien que la musique ait été très admirée, des doutes ont été exprimés après la première représentation quant à la pertinence de l'opéra pour la mise en scène. Vaughan Williams a insisté sur le fait que cela devait rester une œuvre pour le théâtre, pas pour la cathédrale. La production de Nevill Coghill a été ressentie par Hubert Foss comme «grotesquement dépassée». L'échec relatif de l'œuvre longtemps chérie de Vaughan Williams a sans doute blessé le compositeur : « Ils ne l'aiment pas, et peut être ne l'aimeront ils jamais, mais c'est le genre d'opéra que je voulais écrire,

En février 1954, l'Université de Cambridge fit amende honorable à Vaughan Williams pour les lacunes de la production du Royal Opera. Avec Dennis Arundell comme producteur, John Noble comme Pilgrim et l'orchestre dirigé par Boris Ord, l'œuvre a été largement admirée. Ursula Vaughan Williams a déclaré qu'aucun autre service rendu à sa musique ne lui avait donné plus de satisfaction que cette production universitaire de son bien aimé Pilgrim's Progress

La santé d'Adeline, pas solide depuis plus de trente ans, s'était gravement détériorée en 1950. Elle est décédée le 10 mai 1951 à l'âge de quatre vingts ans. Le 80e anniversaire de

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 79

Vaughan Williams a eu lieu le 12 octobre 1952. Son vieil ami, l'historien de Cambridge GM Trevelyan, a écrit : « Toute l'Angleterre se réjouit de votre anniversaire… »

Ralph et Ursula Wood se sont mariés le 7 février 1953 à la St. Pancras Vestry Chapel à Londres. Le témoin de Ralph au mariage était Sir Gilmour Jenkins, un haut fonctionnaire (secrétaire permanent du ministère des Transports) qui avait chanté Pilate dans les interprétations de Dorking de la Passion selon Saint Jean de Bach. Le couple a déménagé au 10 Hanover Terrace, Regent's Park.

En 1952, Vaughan Williams dit à Ursula qu'il écrivait une autre œuvre de Noël. C'était Hodie (This Day), une cantate pour soprano, ténor, baryton, chœur et orchestre. Ursula a assisté le compositeur dans le choix des textes, parmi lesquels George Herbert et, surtout, le sublime The Oxen de Thomas Hardy . Ursula a également contribué au texte, dans la continuité de leur collaboration, Silence and Music, pour la Garland for the Queen de 1953. Hodie était dédié à Herbert Howells et a été joué pour la première fois au Three Choirs Festival à Worcester le 8 septembre 1954. Howells a déclaré: "Rien ne m'a jamais plus touché que cette dédicace."

Ralph et Ursula avaient pris des vacances en Italie en 1953 et avaient décidé en 1954 de visiter l'Amérique. Vaughan Williams a accepté un poste de professeur invité à l'Université Cornell et Keith Falkner, un ami de la faculté de l'Université, s'est arrangé pour qu'il entreprenne une tournée de conférences à travers l'Amérique. Juste avant de quitter l'Amérique, Vaughan Williams a reçu le prix et la médaille Howland à l'université de Yale. Il n'est que le troisième compositeur à recevoir ce prix, après Holst en 1925 et Hindemith en 1940.

Vaughan Williams a commencé sa Huitième Symphonie en 1953 et l'a achevée en 1955. Elle a été créée le 2 mai 1956 par Sir John Barbirolli, dédicataire de l'œuvre, et l'Orchestre Halllé. La symphonie a un concentré d'énergie qui montre l'homme de quatre vingt un ans continuant à expérimenter à la fois structurellement et en termes de sonorités orchestrales. Dans sa légèreté d'humeur, cette symphonie, la plus courte, rejoint la Romance pour harmonica (1952) et le Concerto pour tuba (1954). La symphonie a une extraversion américaine reflétant peut être la récente visite du compositeur aux États Unis.

Vaughan Williams a continué à diriger les Passions de Bach à Dorking. Ces performances sont restées dans les mémoires comme une révélation hautement spirituelle et émouvante. Le chœur a été minutieusement répété et les solistes triés sur le volet savaient exactement ce que voulait Vaughan Williams.

En 1958, Ralph et Ursula visitent Naples, où il pose pour un portrait de Gerald Kelly. Ils ont traversé à Ischia, restant avec Sir William Walton et sa femme, Susanna. Pendant ce temps, Vaughan Williams travaillait sur sa Neuvième Symphonie . Ce devait être son dernier. Le travail a été initialement inspiré par Salisbury et la campagne environnante, y compris Stonehenge. Tess avait passé ses dernières heures avec Angel Clare à Stonehenge et l'influence fataliste de Thomas Hardy se fait sentir dans cette symphonie. À l'âge de quatre vingt cinq ans, Vaughan Williams réfléchissait au destin et à l'influence du « président des Immortels ». Il avait à l'origine appelé le premier mouvement un "Wessex Prelude" , mais il est rapidement devenu la Neuvième Symphonie, et la base programmatique du travail a été supprimée. La première représentation

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 80

eut lieu le 2 avril 1958 avec le Royal Philharmonic Orchestra dirigé par Malcolm Sargent. Malgré l'âge du compositeur, la symphonie partage avec son prédécesseur un flux ininterrompu d'idées nouvelles, en partie rétrospectives, mais poursuivant la fascination pour les nouvelles sonorités orchestrales, dont trois saxophones et un bugle.

Vaughan Williams a continué à travailler dur, montrant une concentration étonnante pour un homme de son âge. Il a mis plus de poésie d'Ursula dans son discours d'adieu Four Last Songs et travaillait sur un nouvel opéra, Thomas the Rhymer En collaboration avec Simona Pakenham, il a également écrit une belle œuvre de Noël, The First Nowell

Ralph Vaughan Williams est décédé paisiblement le 26 août 1958. Malgré son âge, sa mort a été un choc pour sa famille et ses amis qui l'avaient jugé invincible. Ursula Vaughan Williams a appelé de nombreux proches de lui aux petites heures du matin pour éviter que ces amis n'entendent d'abord la nouvelle sur les bulletins d'information de la BBC.

Le service funèbre et la commémoration ont eu lieu à l'abbaye de Westminster le 19 septembre. Le service a débuté avec les magnifiques cinq variantes de "Dives and Lazarus" , une chanson folklorique que Vaughan Williams avait aimée toute sa vie. Sir Adrian Boult a dirigé. Des extraits de Job et de la musique de son bien aimé Bach ont suivi. Alors que le cercueil contenant ses cendres était transporté dans l'allée nord, la congrégation a chanté Come down, O love divine sur l'air qu'il avait appelé Down Ampney , après le village de sa naissance en 1872. Pour de nombreux présents, ce fut le moment le plus émouvant. partie de la prestation. Enfin, plus Vaughan Williams, les sublimes O goûter et voir et The Old Hundredth

LEITH HILL PLACE

Leith Hill Place était la maison d'enfance de Ralph Vaughan Williams qui l'a donnée au National Trust en 1944. Ses grands parents, Josiah Wedgwood III et Caroline (née Darwin) y ont déménagé en 1847 et son grand oncle, le célèbre naturaliste Charles Darwin, a mené des expériences dans le parc.

En juillet 2013, la maison a été ouverte au public pour la première fois depuis les années 1960.

La visite dure environ 40 minutes. Montez au deuxième étage pour rejoindre la tournée Soundscape une expérience partagée sur la vie et la musique de Vaughan Williams. En partie audioguide, en partie installation artistique, la visite donne un aperçu de l'histoire du compositeur et de sa musique, en la plaçant fermement dans le contexte de cette maison et en révélant quelque chose du caractère de l'homme.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 81

Grâce à un donateur privé, les visiteurs peuvent désormais voir le piano de composition de Vaughan Williams exposé à Leith Hill Place.

Chaque année, un certain nombre d'événements spéciaux et de récitals ont lieu. Les récitals ont lieu dans le cadre intime de la Terrace Room de Leith Hill Place le salon même où Vaughan Williams a fait ses premiers pas musicaux.

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 82

“Brussel Leeft” “Klankbord Brussels Gewest”

Driemaandelijks tijdschrift. Een uitgave van de Koninklijke Muziekfederatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw.

Redactieadres, lezersbrieven, abonnementen en advertenties KMF BHG

E mail: muziekfederatie@hotmail.com

Gelieve uw bijdrage elektronisch aan te leveren

De artikels voor de volgende editie van ons tijdschrift dienen uiterlijk in het bezit te zijn van de redactie vóór 15 december 2022

Les articles pour la prochaine édition doivent être en possession de la rédaction pour le 15 décembre 2022 au plus tard

Het overnemen van artikels en illustraties (of een gedeelte ervan) kan alleen na de uitdrukkelijke toestemming van de Koninklijke Muziekfederatie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Verantwoordelijke uitgever: William Huybandt, Brugstraat 27, 1730 Asse

Werkten mee aan dit nummer:

Cecile Van Camp, Louis G. Meeus, Edgard Van Nerom, William Huybandt, Marijke Huybandt

Lezersbrieven zijn welkom! Indien mogelijk zullen wij uw brief publiceren: hou er wel rekening mee dat om diverse redenen uw brief kan worden ingekort of beknopt weergegeven.

Wie graag dit “gratis” magazine graag digitaal ontvangt klikt: Qui désire recevoir ce magazine << gratuit >> digitale cliquez https://muziekfederatie.be/contact/

“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 83
“BRUSSEL LEEFT” / “BRUXELLES VIT” KMF BHG / FRM RBC - 84
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.