www.mlso.be
BAKEN wint Wase Erfgoedprijs 2022

Op zaterdag 22 oktober reikten Erfpunt en Erfgoedcel Waasland de Wase Erfgoedprijs 2022 uit. BAKEN, het kunstwerk dat Maatschappij Linkerscheldeoever (MLSO) eind 2020 plaatste aan de rand van het Logistiek Park Waasland, was één van de 12 genomineerde projecten. Dat de jury uiteindelijk koos voor BAKEN, maakt mij als voorzitter enorm trots.
Niet alleen omdat het een uniek kunstwerk is van de hand van het Wase kunstenaarskoppel Lut Vandebos en Niko Van Stichel, waarbij figuratieve beelden die buurtbewoners instuurden verwerkt werden in de verschillende deelvlakken. Maar vooral ook omdat het een tastbare en blijvende herinnering is aan het uitgebreide archeologisch onderzoek dat op de site plaatsvond tussen 2015 en 2017. Verkennend onderzoek wees immers uit dat het Logistiek Park Waasland – fase West een belangrijke steentijdvindplaats vormde. Uiteindelijk verzamelde BAAC Vlaanderen maar liefst 95 kg
vuursteen, naast enkele vondsten uit recentere periodes. Om het met de woorden van de jury te zeggen: archeologie vraagt tijd en middelen.

Om deze vondsten en het wetenschappelijk onderzoek een concreet gezicht te geven, werkten we samen met BAAC Vlaanderen en Erfpunt in 2017 het belevingspakket ‘Beleef de steentijd’ uit. Zo maakten meer dan 1.000 mensen kennis met de opgravingssite en namen ruim 20 klassen uit het Waasland deel aan een archeo-atelier. Met de podcast en uitgestippelde wandeling in het Logistiek Park Waasland die we in het voorjaar ter gelegenheid van Erfgoeddag 2021 lanceerden en het buurtfeest in oktober 2021 maakten we er een heus BAKEN-lanceringsjaar van. Heel wat buurtbewoners hebben zo het kunstwerk en het verhaal erachter leren kennen.
En dat was en is onze bedoeling: zoveel mogelijk mensen laten kennismaken met de geschiedenis
van het Logistiek Park Waasland. Dankjewel aan iedereen die hier aan bijgedragen heeft!
Boudewijn Vlegels Voorzitter MLSO
Job in de kijker: reiniger zonnepanelen p. 4
Waaslandhaven in beeld p. 6
Bufferlandschap krijgt vorm p. 8
Erfgoed
Heel wat partijen investeren in infrastructuur voor de haven, maar ook het erfgoed wordt niet uit het oog verloren. Zo zal met de steun van Maatschappij Linkerscheldeoever de Boelwerfkraan in Temse binnenkort gerestaureerd worden. En ook voor de Doelse Kogge is er goed nieuws. Het middeleeuwse schip keert terug naar de omgeving van zijn vindplaats en krijgt zelfs een eigen museum.
“De Boelwerf lag dan wel in Temse, maar heeft wel degelijk een link met de Waaslandhaven”, geeft Boudewijn Vlegels, voorzitter van MLSO aan. Op dit moment varen er nog een 20-tal schepen die gebouwd zijn op de iconische scheepswerf in Temse. Ze doen ook nog steeds de haven van Antwerpen en de Waaslandhaven aan. Daarnaast was de Boelwerf actief binnen de zware havenindustrie en bouwden zij tanks voor de raffinaderij van het toenmalige Total Fina. Ook de metalen binnenmantel van de kerncentrale Doel 3 werd in Temse
gerealiseerd, net als de sluisdeuren van de Berendrechtsluis en de Boudewijnsluis. “De Boelwerf speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de haven.”
ook door de sociaal-culturele waarde. De kraan maakt immers deel uit van de skyline van Temse.
Projectsubsidie
Deel van skyline
Door de internationale scheepsbouwcrisis in de jaren ‘80 en de grote concurrentie van Aziatische werven kreeg de scheepsbouw in België het moeilijk. De Boelwerf ging in 1994 failliet. Het allerlaatste relict dat herinnert aan de vroegere scheepsbouwnijverheid, is de grote kraan langs de Schelde. Die dateert van 1957 en is sinds 2004 beschermd als monument. Niet alleen omdat het een stuk industrieel erfgoed is, maar
De gemeente Temse nam samen met het Agentschap Onroerend Erfgoed een gespecialiseerd architectenbureau onder de arm om een conservatiedossier op te starten. Omdat de kostprijs voor restauratie opliep tot anderhalf miljoen euro werd besloten om de deklassering aan te vragen. Tijdens het openbaar onderzoek werd echter massaal verzet aangetekend. “Dit heeft tot een nieuwe dynamiek geleid voor het behoud van de torenkraan”, zegt schepen Lieve Truyman. “We laten de dure totaalrenovatie los, maar de technieken en inzichten zijn intussen ook veranderd. Er wordt nu onderzocht en becijferd welke onderhoudswerken nodig zijn om de kraan verder in stand te houden.”
“De Vlaamse overheid draagt 60% van de kosten maar ook Interwaas

Op de bres voor het havenerfgoed: Boelwerfkraan wordt gerestaureerd en Kogge krijgt eigen museum
“De Boelwerf speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de haven.”
en MLSO hebben zich geëngageerd om elk een projectsubsidie van 150.000 euro te geven”, vervolgt Boudewijn Vlegels. Erfgoedvereniging Op Stoapel reageert opgelucht. “De Boelwerfkraan is immers niet alleen een monumentaal landschapsbaken, maar ook een eerbetoon aan het scheepswerfverleden van Temse en de scheepsbouwers van weleer”, zegt voorzitter Eddy Van Grevelinge.
Oplossing voor kogge Dat is min of meer dezelfde motivatie die Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele geeft bij de beslissing om de Doelse Kogge te laten terugkeren naar Doel. Het middeleeuwse schip werd in 2000 opgegraven bij de realisatie van het Deurgangdock. “Erfgoed zoals de kogge is de materiële uitdrukking van wie we zijn en hetgeen ons verbindt”, legt hij uit. “Samen met het Hooghuis, de kerk en de molen vertelt de kogge ook het verhaal van Doel. Tegelijk staat het schip symbool voor de handelsgeest van onze voorouders. Het is onze verantwoordelijkheid als overheid om alle middelen in te zetten zodat dit geconserveerd blijft voor volgende generaties.”
Nog drie jaar conservatie Het 700 jaar oude schip zal in Doel een museale opstelling krijgen. Eerst moet er wel nog werk gemaakt worden van de tweede fase van de conservatie. De afgelopen jaren werd de kogge geconserveerd in een loods in Antwerpen bij het Kattendijkdok. De eerste fase is achter de rug en bestond eruit om zo veel mogelijk ijzerionen uit het hout te onttrekken. “Dat ijzer is een overblijfsel van de nagels, sintels en andere verbindingselementen die gebruikt werden tijdens de bouw

van het schip”, zegt conservator Lore Poelmans. Dit voorjaar verhuisde de kogge naar een nieuwe loods in Lille. In een tweede fase wordt het hout geïmpregneerd met polyethyeleenglycol, een petroleumderivaat dat het water in de houtcellen moet vervangen. “Op die manier kunnen de planken opnieuw tentoongesteld worden zonder uit te drogen en te vervormen. De onderdelen van de kogge zullen ongeveer drie jaar in een bad met dit product liggen”, vervolgt Poelmans. “We verrichten eigenlijk pionierswerk want het is de eerste keer dat dit op zo’n grote schaal plaatsvindt.”

Museum
In een laatste fase volgt dan de heropbouw van de kogge. Minister Diependaele voorziet alvast 238.370 euro voor een studie naar de mogelijkheden van montage en museum in Doel. Ook aan het andere erfgoed wordt aandacht besteed. Zo is er 300.000 euro uitgetrokken voor een langetermijnvisie voor het erfgoed van Doel en omgeving. De gemeente Beveren zal de trekker zijn, samen met alle verbondspartijen en de erfgoedorganisatie Herita.
Job in de kijker
Zeg niet zomaar ruitenwasser tegen een zonnepanelenwasser
Zonnepanelen helpen de energiefactuur te drukken en leveren groene stroom. Maar na enige tijd vangen ze heel wat stof. Oprichter van Solar Clean Jelle Zijlstra (41) en zijn team zijn gespecialiseerd in het reinigen van zonnepanelen en houden de panelen in topvorm.
Zonnepanelen, verschillende daken in de Waaslandhaven liggen er vol mee. Heel wat bedrijven trachten zoveel mogelijk panelen op hun daken te leggen om het maximum aan groene stroom op te wekken. Zo ook Aertssen, dat bovenop de kantoren langs de E34 zo’n 5.500 zonnepanelen heeft liggen. En het lijkt evident om ze regelmatig proper te maken, maar dat is het zeker en vast niet. Vaak zijn daken moeilijk te bereiken en zelfs gevaarlijk om op te lopen. Logisch dus dat je niet eender wie het dak opstuurt om het klusje te klaren. Een zonnepaneel is ook niet zomaar een ruit waar je met een zeemvel en een emmer sop over kan gaan. De juiste expertise is nodig om de gevoelige platen niet te

beschadigen. Hoe dan ook moeten ze nu en dan gepoetst worden, want een zonnepaneel vangt nu eenmaal veel stof… en vogelpoep.
Gat in de markt
Jelle Zijlstra (41) werkte tot 2007 als vertegenwoordiger in de landbouwsector en zag destijds de opmars van de zonnepanelen met eigen ogen gebeuren. Tegelijkertijd werd ook duidelijk dat die zonnepanelen heel wat vuiligheid vergaren. Hij zag een gat in de markt en begon uit te zoeken hoe hij zelf zonnepanelen kon gaan reinigen. “Ik heb Solar Clean opgericht in 2008 en dat was toen een van de eerste bedrijven van het land dat zich specialiseerde in het reinigen van zonnepanelen. Intussen zijn we actief in België, Nederland, Duitsland en Frankrijk en werken er zo’n twaalf mensen bij ons”, zegt zaakvoerder Jelle. “Ik heb samen met VITO een praktijkonderzoek gedaan naar het nut van het reinigen van zonnepanelen. Daaruit bleek dat een industriële installatie tussen de twee en de vijf
procent aan rendementsverlies lijdt wanneer de panelen vuil zijn. In de landbouwsector fluctueert dat zelfs tussen de twee en de twintig procent, vanwege de omgevingsvervuiling op boerderijen. Het rendementsverlies wordt vooral veroorzaakt door de opeenstapeling van vuil, voornamelijk stof, op de onderste rand van de panelen. Wij richten ons dus buiten de gehele glasplaat ook op de onderste rand.”
“De reiniging wordt uitgevoerd met automatisch roterende borstels zodanig dat de medewerker de schrobbeweging niet zelf hoeft te doen. Je kan het vergelijken met een elektrische tandenborstel of een borstel van een carwash. Dat is ergonomischer voor
“Een ontvetter of kuisproduct hebben we in 99% van de gevallen niet nodig.”
de collega en maakt dat het werk sneller vooruitgaat. We gebruiken ook osmosewater, wat geen residu achterlaat wanneer het opdroogt. Een ontvetter of kuisproduct hebben we in 99% van de gevallen niet nodig, waardoor die stoffen ook niet in de regenwaterput terechtkomen. Hebben we wel een kuisproduct nodig, dan zullen we altijd voor een ecologisch verantwoord product kiezen. In heel propere omgevingsomstandigheden kan je tot twee jaar wachten om je zonnepanelen te poetsen. Hangt er meer vuil in de lucht dan raad ik aan om dat jaarlijks te doen. Wacht je daar langer mee, dan bestaat de kans dat mos en vuil zich opstapelen en dat kan blijvende problemen veroorzaken.”
Veiligheid boven alles Niet alleen vuiligheid kan een zonnepaneel nadelig beïnvloeden. Ook technische mankementen zijn nefast voor de werking ervan, maar die zie je niet gauw aangezien ze op je dak liggen. “Solar Clean is niet gericht op een volledig technisch nazicht, maar we voeren wel visuele controles uit. We lopen langs alle panelen om ze te kuisen en kijken na of er panelen

of kabels beschadigd zijn. Daarvan maken we een rapport op en dat wordt overgemaakt aan de klant.”
“Veiligheid speelt logischerwijs ook een erg grote rol in ons vak. Waar nodig worden de collega’s goed beveiligd met een klimgordel en leeflijn zoals voorgeschreven in de VCA-wetgeving. We beschikken zelfs over een robot die voor ons de zonnepanelen poetst op schuine daken. De robot is voor- en achteraan uitgerust met roterende borstels en rijdt op z’n rupsbanden over de panelen heen. Hij wordt met een afstandsbediening aangestuurd, waardoor we vermijden om zelf op het dak te moeten gaan.”
“Het mooie aan het beroep is dat we ons in een relatief nieuwe en snelgroeiende sector begeven. Om een stukje te kunnen bijdragen aan groene energie, dat geeft ook veel voldoening. Het blijven verbeteren van de technologie om de reinigingen uit te voeren is een continue uitdaging. Hoewel het werk vaak hetzelfde is, zitten we steeds in een andere omgeving met mooie uitzichten.”
“Een stukje kunnen bijdragen aan groene energie: dat geeft veel voldoening. Het blijven verbeteren van de technologie om de reinigingen uit te voeren is een continue uitdaging.”

Waaslandhaven in beeld
Havenland Run & Walk
Op zondag 13 november ontdekten zo’n 2.800 wandelaars en lopers Grenspark Groot Saeftinghe tijdens de Havenland Run & Walk. De Havenland Run & Walk is al enkele jaren de ideale gelegenheid voor Maatschappij Linkerscheldeoever om, samen met Port of Antwerp-Bruges, sporters het veelzijdige karakter van de haven te laten ontdekken. Na enkele edities in en rond Kallo, maakten de deelnemers kennis met het unieke gebied op de grens tussen Vlaanderen en Nederland, vlak naast de haven en er onlosmakelijk mee verbonden.




Wil je meer weten over Havenland? Neem dan een kijkje op www.havenland.be.

Een van de opdrachten van Maatschappij Linkerscheldeoever (MLSO) is streven naar een duurzame ruimtelijke en economische ontwikkeling in de Waaslandhaven, met aandacht voor welvaart en welzijn. In dat kader organiseert MLSO regelmatig zelf activiteiten en nemen we ook deel aan regionale partnerschappen. Een greep uit de meest recente acties. Wil je meer weten over deze activiteiten? Neem regelmatig een kijkje op www.mlso.be of volg ons op Facebook, Instagram of Linked In.





Natuur in de Waaslandhaven
Ontwerp van bufferlandschap krijgt vorm: “Panoramisch uitzicht vanop een polderheuvel of wandelen over een holle dijk”
Een studiebureau legt de laatste hand aan het definitieve ontwerp van een uniek bufferlandschap tussen de verschillende polderdorpen en de haven. Een ononderbroken dijk van zo’n slordige 11 km lang zal een buffer vormen tegen licht en geluid van de haven. Maar vormt ook een grote recreatieve meerwaarde met wandel-, fiets- en ruiterpaden.
De bufferdijk kadert in het Complex Project ECA (Extra Containerbehandelingscapaciteit havengebied Antwerpen) waarbij er door de Vlaamse overheid, Port of Antwerp-Bruges en Maatschappij Linkerscheldeoever extra infrastructuur zal worden aangelegd om containers te behandelen. Om de impact op de omgeving te beperken komt er een robuuste buffer als overgang tussen haven en polderdorpen. “Die moet echter meer zijn dan enkel een aarden wal”, zegt Maarten Goris, omgevingsmanager ECA. “Daarom namen we een ontwerpbureau onder de arm. Het moet een echt bufferlandschap worden dat een meerwaarde geeft aan de omgeving.”
Landschapshoofd Doel Daarom werden ook de inwoners van Verrebroek, Kieldrecht, Doel en Kallo nauw betrokken bij de plannen. De eerste schetsen werden zowel online als op het terrein tijdens een wandeling voorgesteld. “We ontvingen heel wat feedback waarmee we aan de slag zijn gegaan”, vervolgt Goris. “Vooral rond recreatiemogelijkheden: dit gaat van wandel- en fietspaden tot routes voor mountainbikes en ruiters. Er was ook vraag naar infrastructuur voor motorcross, maar dat zou teveel verstoring met zich meebrengen voor de aangrenzende natuurgebieden. Wat we wel onderzoeken is of een oefenterrein voor parapente mogelijk is, en hoe dit verzoenbaar is met de hoogspanningslijnen in de regio. Daarvoor komt het nieuwe landschapshoofd ter hoogte van Doel in aanmerking. Het is niet de bedoeling dat ze daar over havengebied of Doel dorp gaan vliegen. Het is een strook om enkele tientallen meters te zweven en bedoeld om opstijgen en landen aan te leren. In heel België zijn er nu slechts enkele plaatsen waar men dit kan oefenen.”

Het landschapshoofd Doel zal wel pas het sluitstuk vormen van het bufferlandschap. Het krijgt ongeveer dezelfde hoogte als de huidige leefbaarheidsbuffer, zo’n 24 meter, maar met één groot verschil: “De huidige buffer aan Doel is ontoegankelijk, terwijl men op het nieuwe landschapshoofd wel zal kunnen wandelen en fietsen”, benadrukt Goris. “Je zal dan uitkijken over het nieuw aan te leggen dok en er de havenactiviteiten kunnen volgen. Je ziet er vanop de eerste rij alle grote containerreuzen passeren. Aan de andere kant heb je een mooi overzicht over Doel en de omliggende polders. Daar zal ongetwijfeld veel belangstelling voor zijn.”
Polderheuvel
Een ander panoramisch zicht zal er zijn op de toekomstige ‘Polderheuvel’. Die komt ter hoogte van Putten Hoog, tussen Hogendijk, de Blikken en de Sint-Antoniusweg. Deze site werd in het verleden al opgehoogd. “In de eerste plannen was hier een knooppunt van sporen en wegen voorzien, maar we hebben dit kunnen opschuiven naar de rand van de
uit. “Omdat de nieuwe spoorweg enkele meters hoger zal liggen dan de huidige dijk, kwam men op het idee om er als buffer een echte heuvel te realiseren. De grond hiervoor zal afkomstig zijn van ECA. Dat past in de filosofie om zo weinig mogelijk grond af te voeren. De Polderheuvel wordt een bijzonder landschapselement. Er was aanvankelijk een hoogte van 40 meter vooropgesteld maar uit stabiliteitsberekeningen blijkt dat niet haalbaar.”

Holle dijk
De buffer loopt vanaf de Schelde in Doel tot aan de Watermolendijk in Verrebroek, maar zal wel niet overal hetzelfde uitzicht hebben. “De vorm is aangepast naargelang de beschikbare ruimte. Zo is er aan Putten Weiden weinig plaats. Het natuurgebied grenst er aan de haven. Met een grote dijk zou er natuur moeten wijken en gecompenseerd moeten worden. Dat lossen we hier op door een zogenaamde holle dijk. Dit is een constructie van hout en metaal met er bovenop een wandelpad. Aan de kant
of er zonnepanelen kunnen komen. Het onderzoek naar zonnepanelen geldt trouwens ook voor andere delen van de buffer.”
Fietsdoorsteken
Het kruispunt aan de Middenstraat verdwijnt, maar er zal wel een doorsteek blijven voor fietsers ter hoogte van Oud Arenberg. Dat is ook het geval aan het Spaans Fort waar een fietstunnel komt onder de bufferdijk in het verlengde van de Sint-Michielsstraat. “Op die manier zorgen we ervoor dat werknemers nog altijd - en in de toekomst nog vlotter zelfs - met de fiets tot in de haven geraken.”
Tienjarenplan
Intussen is er al een omgevingsvergunning aangevraagd voor de Drijdijck in Verrebroek. Daar wil men de huidige buffer verhogen en een stukje opschuiven richting haven. Er komen een wandelpad, zitbanken en enkele bomenrijen. De werken zouden in 2023 starten. Een precieze timing voor de rest
worden, parallel met de werken voor ECA zoals de aanleg van een weg en spoorweg (de Westelijke Ontsluiting Waaslandhaven) of het nieuwe getijdendok. Reken maar een tiental jaar vooraleer de buffer over de hele lengte klaar is, maar het eindresultaat zal een hele verbetering zijn voor de polderdorpen”, besluit Goris.
weten over de bufferdijk en het Complex Project ECA? www.cpeca.be

Nieuws uit de Waaslandhaven
Mexico Natie komt na meer dan 150 jaar in handen van Katoen Natie
Katoen Natie gaat zijn aanwezigheid in de haven nog verder versterken. Het bedrijf van Fernand Huts bereikte een overeenkomst om alle aandelen over te nemen van Mexico Natie. In de Waaslandhaven beschikt die laatste over een concessie van 17 hectare in de Canadastraat. De 150 werknemers worden mee overgenomen.
Mexico Natie is één van de historische Antwerpse havennaties die in de 19e eeuw werden opgericht voor het vervoer van de goederen tussen de kade en de pakhuizen. De Naties hebben een coöperatieve structuur met natiebazen als aandeelhouders. Dat is ook zo voor Mexico Natie, opgericht in 1871. CEO Marc Ivens (69) staat als ‘deken’ aan het hoofd van negen participerende natiebazen. Afgelopen zomer hadden de vrij grote aandeelhouders echter te kennen gegeven om uit de onderneming te willen stappen. Vanaf toen startte ook de zoektocht naar een mogelijke overnemer. Die is nu gevonden met Katoen Natie. De logistieke groep van Fernand Huts krijgt er in één klap 230.000 m² opslagruimte, 150 werknemers en een jaaromzet van 65 miljoen euro bij.
In het verleden was Mexico Natie vooral gespecialiseerd in de op- en overslag van houtproducten. Vanaf

de jaren tachtig werden onder leiding van Ivens ook andere markten aangeboord. Vandaag is Mexico Natie actief als behandelaar van alle soorten goederen, van staal tot chemicaliën. Op rechteroever heeft Mexico Natie verschillende vestigingen waaronder het Altamira-complex voor chemicaliën, de gerenoveerde Mexicogebouwen (staal) op de Luithagen voor staalproducten en het Tijl-depot (verpakte goederen) aan het 5de en 6de Havendok. Mexico Natie mocht aan dat lijstje in 2015 een concessie toevoegen van 17 hectare in de Canadastraat in Zwijndrecht. In het Blue Star magazijn worden voeding en chemicaliën opgeslagen. Verder is er een vloot van een veertigtal vrachtwagens en een concessie aan het Bevrijdingsdok (rechteroever). Mexico Natie had in de Waaslandhaven ook al een voet aan de grond als aandeelhouder van Antwerp Euro Terminal (AET) aan het Verrebroekdok. Die participatie is echter overgenomen door Grimaldi, de Italiaanse rederij die nu al de meerderheid van de aandelen had bij AET.
De overname van Mexico Natie door Katoen Natie moet voor 2023 helemaal afgerond zijn. Zowel het klantenbestand als de 150 werknemers worden mee overgenomen. Volgens
CEO Marc Ivens heeft de lokale verankering van Katoen Natie de doorslag gegeven. “De locaties liggen nu al dicht bij elkaar en Katoen Natie is reeds actief in dezelfde sectoren van Mexico Natie.” Bovendien heeft Katoen Natie voldoende schaalgrootte om de toekomst te verzekeren. Bij Katoen Natie is er ook grote tevredenheid. “Dit samengaan zal de bestaande business van Katoen Natie versterken in haar thuishaven”, zegt bestuurder Fabian Leroy. “Het zal ook nieuwe opportuniteiten creëren voor zowel de cliënten als de medewerkers van Mexico Natie.”

Lanxess neemt biologische zuiveringsinstallatie voor afvalwater in gebruik

Chemiereus Lanxess zal voortaan zijn afvalwater en dat van twee buurbedrijven zuiveren met behulp van bacteriën. In Kallo werd een gloednieuwe installatie gebouwd die elk uur tot wel 260.000 liter afvalwater kan verwerken.

Lanxess heeft in België zo’n duizend mensen in dienst, verspreid over twee vestigingen in Lillo en in Kallo. Op de linker-Scheldeoever produceert Lanxess glasvezel dat ook in plastics wordt toegepast en rubberchemicaliën: processen waarvoor enorm veel water nodig is. Op die productiesite wordt vandaag elk uur 260.000 liter afvalwater door een gloednieuwe biologische zuiveringsinstallatie gehaald. Het gaat om een sterk gemoderniseerde versie van de reeds bestaande waterzuiveringsinstallatie die nu voldoet aan de strengste milieuwetgevingen. Die installatie kostte het bedrijf zo’n 12 miljoen euro, maar aangezien water alsmaar meer een gegeerd goed wordt, springt Lanxess steeds bewuster om met het vloeibare goud.
“Onze meest kostbare grondstof”, noemde provinciegouverneur Carina Van Cauter het tijdens de voorstelling van de waterzuiveringsinstallatie op 7 september. Ook directielid van Lanxess, Anno Borkowsky,
ziet het belang van water steeds groeien. “Water is niet alleen in ons persoonlijke leven belangrijk, maar ook in de industrie of in het transport. Kijk maar naar de gevaarlijk lage waterstand in de Rijn van afgelopen zomer die de rivier bijna blokkeerde voor schepen”, zegt Anno Borkowsky.
“Met deze biologische afvalwaterzuiveringsinstallatie investeren we in duurzame en innovatieve processen die het milieu beschermen. Er zijn bepaalde zogenaamde waterrisico-sites waar we tegen volgend jaar de waterconsumptie willen halveren.
Op termijn zullen we op elke site het waterverbruik drastisch verminderen.”
Om aan die aanpak te voldoen wordt nu het afvalwater maximaal gezuiverd om terug in de Schelde te pompen na gebruik. Dat gebeurt met behulp van bacteriën die in de zuiveringsinstallatie zitten.
Ook voor buurbedrijven
Niet alleen het afvalwater van Lanxess belandt in de installatie, maar ook dat van twee buurbedrijven. Hun afvalwater wordt eerst gescreend en indien goedgekeurd, toegevoegd aan de stroom. Eerst wordt het water in beluchtingstorens gepompt. Het afvalwater wordt dan gevoed met actief slib waarin de bacteriën zich bevinden. Nadat de bacteriën hun werk hebben gedaan en het water gezuiverd hebben, worden ze van het water gescheiden en keren ze terug naar het zuiveringsproces om verder te werken. Het hele proces draait vierentwintig op zeven en wordt continu gemonitord. Een extern laboratorium voert dagelijks analyses uit. Het gezuiverde water gaat dan rechtstreeks naar de Schelde. Gedelegeerd bestuurder bij werkgeversorganisatie Essencia, Yves Verschueren, ziet een mooie symbiose tussen lokale bedrijven in dit systeem. “Samenwerking is de enige weg vooruit, ook al is dat over de grenzen van sectoren heen”, zegt Verschueren. “In vergelijking met tien jaar geleden verbruiken chemie- en farmabedrijven al bijna een kwart minder drinkwater.”
Nieuws van MLSO
Fort Liefkenshoek krijgt een nieuwe parking en voetgangersbrug

De site Fort Liefkenshoek zal er tegen het einde van volgend jaar helemaal anders uitzien. Nu kunnen bezoekers het belevingscentrum en de brasserie bereiken via de brug aan de noordzijde van het fort, maar om de oude militaire vesting makkelijker bereikbaar te maken worden naast een nieuwe parking ook een gloednieuwe voetgangersbrug aangelegd met de steun van Maatschappij Linkerscheldeoever (MLSO). Ook de buitenomwalling van het fort wordt aangepakt.
Fort Liefkenshoek werd in 1579 gebouwd in opdracht van de magistraat van Antwerpen om de stad te beschermen tijdens de 80-jarige oorlog. Sinds medio 19e eeuw werd het fort gebruikt als militaire kazerne en vandaag kan je er heel wat bijleren over de geschiedenis van de omgeving. Er wordt enorm ingezet op toerisme, getuige het belevingscentrum en een gloednieuwe brasserie. Die activiteit lokt uiteraard heel wat kijklustigen, maar de bereikbaarheid kan beter. Daarom investeert Maatschappij
Prijsvraag
Linkerscheldeoever flink in de heropwaardering van het fort. Er liggen nu concrete plannen op tafel om zowel een parking aan te leggen, een nieuwe voetgangersbrug te bouwen en ook de buitenomwalling van het historische fort wordt aangepakt.
Sven Heyndrickx volgt voor de gemeente Beveren de havenontwikkeling op en doet de plannen uit de doeken. “De parking zal dienstdoen voor honderd personenwagens en ook drie bussen”, weet Heyndrickx. “Dat is broodnodig aangezien recente evenementen aantonen dat er toch veel interesse is voor activiteiten in en rond Fort Liefkenshoek. Zo worden onveilige en onpraktische situaties in de kiem gesmoord. Ook voor bedrijven die iets willen organiseren in het horecapunt zal deze nieuwe parking een grote meerwaarde bieden. De parking wordt aangelegd in waterdoorlatend materiaal en de paden ernaartoe zullen goed begaanbaar zijn voor voetgangers of minder mobiele personen. Ten tweede zal er een nieuwe
voetgangersbrug aangelegd worden aan de zuidkant van het fort tussen de nieuwe parking en het horecapunt. Die nieuwe brug is een vereiste voor de brandweer en kan als noodbrug gebruikt worden bij eventuele calamiteiten.” Rond het fort worden ook extra wandelpaden aangelegd die de verbinding met DeWaterbus zullen maken. Nog rond het fort wordt de historische buitenomwalling van de gracht in ere hersteld. “De zuidelijke en westelijke omwalling worden hersteld in het oorspronkelijke profiel. In de toekomst zullen dus dezelfde vormen van de dijken, zoals ze ooit werden opgebouwd, te bewonderen zijn.” De totale kosten voor de werken worden geschat op 1,8 miljoen euro. Het merendeel daarvan, zo’n 1,4 miljoen euro, wordt betaald door MLSO via het jaarlijkse budget voor maatschappelijke projecten. Het Agentschap Onroerend Erfgoed zal nog eens 211.000 euro bijleggen. Het fort en de brasserie blijven tijdens de werken toegankelijk vermits de werken zich buiten de muren van het fort situeren. De werken zouden zo’n jaar duren.
De realisatie van een ononderbroken bufferdijk kadert in de realisatie van het Complex Project ECA (Extra Containerbehandelingscapaciteit havengebied Antwerpen). Over een lengte van zo’n 11 km wordt een echt bufferlandschap gecreëerd, aangepast naargelang de beschikbare ruimte. Zo zal er aan Putten Weide een holle dijk komen. Wat is zo’n ‘holle dijk’?
Stuur je antwoord ten laatste op maandag 16 januari 2023 via prijsvraag@mlso.be, met vermelding van je naam en e-mailadres. Een onschuldige hand kiest 10 winnaars die een pakket streekproducten winnen.