Bestuursverslag en Jaarrekening 2021

Page 1

Jaarverslag 2021

Stichting Minkema College voor openbaar voortgezet onderwijs in Woerden en omstreken


Stichting Minkema College Voor openbaar voortgezet onderwijs in Woerden en omstreken Statutair gevestigd in Woerden Bestuur nummer: BRIN-nummer: Sector: Adres: Telefoon: Email: Website: Contactpersoon: Email:

13360 17AN VO Minkemalaan 1 3446 GL Woerden 0348 484 100 post@minkema.nl www.minkema.nl B. Elemans, directeur bedrijfsvoering b.elemans@minkema.nl

1


Voorwoord Bijgaand treft u het bestuursverslag 2021 aan van het Minkema College. Hierin leggen wij verantwoording af over onze prestaties in het afgelopen kalenderjaar. Een jaar dat werd gedomineerd door Covid-19. We begonnen het jaar met een gesloten school, waarbij alleen examenleerlingen fysiek les kregen. Alle andere leerlingen waren aangewezen op online-lessen. In de eerste helft van het jaar kwam het landelijke vaccinatieprogramma steeds meer op gang en dat zorgde ervoor dat Nederland stapsgewijs van het slot ging. Na een periode van hybride onderwijs, konden de scholen in juni weer volledig open. Het heeft tot aanvang van het schooljaar 2021-2022 geduurd, voordat alle medewerkers (en leerlingen ouder dan 18 jaar) de mogelijkheid hadden gehad om zich volledig te laten vaccineren. Daarom gingen we optimistisch het nieuwe schooljaar in, maar helaas zorgden nieuwe virusvarianten er in het najaar van 2021 opnieuw voor dat het aantal besmettingen steeg en we in de laatste lesweek van 2021 wederom te maken kregen met een gedwongen schoolsluiting. De aanpassingen in de landelijke richtlijnen en de consequenties voor het coronaprotocol hebben er voor gezorgd dat docenten, onderwijsondersteunend personeel en leerlingen zeer regelmatig moesten schakelen tussen fysieke lessen, een vorm van hybride onderwijs en onderwijs dat geheel online werd gegeven. Dit heeft heel veel gevraagd van een ieder en ik ben alle collega’s zeer erkentelijk voor de inspanningen die ze hebben geleverd om zich telkens aan te passen. Het is fantastisch dat zoveel collega’s een geweldige drive hebben. Docenten en OOP’ers cijferen zichzelf weg om er te zijn voor onze leerlingen. De effecten van Corona op het onderwijs zijn ongekend. De centraal schriftelijke examens in 2021 gingen door (in tegenstelling tot de examens van 2020), maar wel met een aangepaste zak/slaag-regeling. Veel buitenschoolse lesactiviteiten moesten worden geschrapt. Het aantal afwezige medewerkers en leerlingen was hoog en dat zorgde er zeer regelmatig voor dat lessen (deels) online werden aangeboden. Vanuit de rijksoverheid zijn er tal van subsidies beschikbaar gesteld voor scholen om er voor te zorgen dat leerlingen opgelopen achterstanden en vertragingen kunnen inhalen. Op het Minkema College hebben we een aantal docenten bereid gevonden om als Taskforce regie te voeren op deze activiteiten. We denken dat deze inspanningen voor veel leerlingen succesvol zijn, maar we weten ook dat we de komende jaren nog veel werk te verzetten heeft. Gesprekken op school gingen regelmatig over looproutes, mondkapjes, desinfectiemiddelen, zelftesten en quarantaineregels. En dat terwijl we het eigenlijk met elkaar willen hebben over de kwaliteit van ons onderwijs, over de ontwikkeling en het welbevinden van onze leerlingen en over hoe we ons onderwijs zo kunnen vormgeven dat we onze leerlingen goed voorbereiden op hun toekomst en op hun verantwoordelijkheid als burger in de samenleving van de 21e eeuw. Gelukkig zijn we erin geslaagd om als Minkema College ook op dat niveau met elkaar stappen te zetten. In het schooljaar 2021-2022 werken we voor het eerst met een lesduur van 70 minuten voor alle schoolsoorten en alle jaarlagen. Dat doen we omdat we denken dat we op deze manier onze pedagogische en onderwijskundige visie het beste ten uitvoer kunnen brengen. Formatief evalueren en de zes rollen van de docent zijn hierbij leidende principes. In het schooljaar 2021-2022 bieden we het introductiejaar van het Technasium aan. We zien dat als een aanloop naar een verrijking van ons havo/vwo-onderwijsaanbod. In het Technasium werken 2


leerlingen (bij het vak Onderzoeken & Ontwerpen) in een moderne en goed geoutilleerde MakerSpace aan opdrachten die door het lokale bedrijfsleven zijn aangereikt. We verwachten dat ons introductiejaar succesvol is en dat we met ingang van het schooljaar 2022-2023 van de landelijke Stichting Technasium het predicaat Technasium mogen voeren. In dit bestuursverslag treft u informatie aan over onze onderwijsresultaten, financiële ontwikkelingen en relevante informatie met betrekking tot ons personeelsbeleid. We zijn trots op onze prestaties, zeker als we hierbij de context van corona in ogenschouw nemen. Wij zijn ervan overtuigd dat u, na lezing van dit verslag, tot dezelfde conclusie komt. We danken al onze medewerkers voor hun inspanningen en betrokkenheid. Woerden, 20 juni 2022

Mark de Haas Voorzitter college van bestuur

3


In Memoriam Sjaak van der Sluiszen Op 3 december 2021 overleed - na een kort ziekbed onze gewaardeerde collega Sjaak van der Sluiszen. Sjaak was bij het Minkema College sinds 1998 werkzaam als onderwijsassistent en conciërge. We herinneren hem als een geliefde, vakkundige en betrokken collega.

4


1 Bestuursverslag 1.1 Motto en ambities 1.2 Organisatie 1.3 Governance 1.4 Verslag van de raad van toezicht 1.5 Verslag van de Medezeggenschapsraad 1.5.1 Samenstelling 1.5.2 Verslag en werkzaamheden 1.5.3 Inzet komend jaar 1.6 Activiteiten en samenwerkingsverbanden gedurende het verslagjaar 1.6.1 Samenwerkingsverbanden 1.6.2 Klachten 1.7 Kwaliteit, zorg en onderwijsontwikkelingen 1.7.1 Kwaliteit 1.7.1.1 Examens 1.7.1.2 Oordeel Inspectie van het Onderwijs 1.7.1.3 Voortijdig schoolverlaters 1.7.1.4 Toetsing en examinering 1.7.2 Zorg 1.7.3 Onderwijsontwikkelingen 1.7.3.1 Havo/vwo 1.7.3.2 Vmbo 1.7.4 Overige activiteiten 1.8 Nationaal Programma Onderwijs 1.9 Financiële positie en resultaten in 2021 1.9.1 Kengetallen 1.9.2 Risicomanagement 1.9.3 Publiek/Privaat vermogen 1.9.4 Analyse van het resultaat 2021 1.9.5 Analyse balans per 31 december 2021 1.9.6 Treasury en liquiditeitspositie 1.10 Continuïteitsparagraaf 1.10.1 Personeelsbezetting en aantal leerlingen 1.10.2 Staat van baten en lasten 1.10.3 Balans 1.10.4 Overige rapportages 1.11 Terugblik 2020 en toekomstige ontwikkelingen 1.11.1 Ontwikkeling leerlingaantallen (exclusief VAVO) 1.11.2 Externe en interne ontwikkelingen 1.11.3 Personeel 1.11.4 ICT

7 7 7 8 10 16 16 17 18 18 18 18 18 18 19 19 21 22 23 26 27 28 31 33 34 34 35 36 37 38 38 38 39 40 41 42 42 42 43 43 47 5


1.11.5 Facilitair

48

2 Jaarrekening 2.1 Balans (na resultaatbestemming) per 31 december 2021 2.2 Staat van baten en lasten 2.3 Kasstroomoverzicht 2.4 Grondslagen 2.5 Toelichting op de balans 2.5.1 Activa 2.5.2 Passiva 2.5.3 Financiële instrumenten 2.5.4 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 2.6 Toelichting op de staat van baten en lasten 2.6.1 Baten 2.6.2 Lasten 2.7 Gebeurtenissen na balansdatum

50 50 51 52 53 61 61 63 67 67 68 68 69 72

3 Overige gegevens 3.1 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 3.2 Statutaire verdeling resultaat

77 77 78

Maatschappelijke thema’s De maatschappelijke thema’s van dit jaar zijn hieronder benoemd met een verwijzing naar de paragraaf waarin deze behandeld worden: paragraaf 1.11.3 ● Strategisch HRM paragraaf 1.7.2 ● Passend onderwijs dit is niet van toepassing ● Allocatie van middelen paragraaf 1.7.1.4 ● Toetsing en examinering paragraaf 1.11.3 ● Convenantsmiddelen paragraaf 1.8 ● Nationaal programma onderwijs

6


1 Bestuursverslag 1.1 Motto en ambities Het jaar 2021 is het eerste jaar van het strategisch plan 2021 - 2025 met als titel “Bagage voor het leven”. In dit strategisch plan hebben we onze ambities geformuleerd en hebben we onze kernwaarden geherformuleerd. Deze kernwaarden zijn verbindend, inspirerend en verantwoordelijk. Het Minkema College is een school waar leerlingen zichzelf mogen zijn, we leggen de lat voor leerlingen hoog en helpen hen om hun doelen te verwezenlijken. We zijn een openbare school. Dat betekent dat we ons onderwijs baseren op de democratische waarden en bij de ontwikkeling van leerlingen aandacht besteden aan de levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden die leven in de Nederlandse samenleving. We leggen de opdracht voor burgerschap niet alleen bij de leerlingen, maar vinden dat hier ook een taak ligt voor onze school. Ons motto is: Jouw toekomst vraagt erom. We hechten aan een goede sfeer op school. Een school met duidelijke regels en waarbij we open staan voor de mening van de ander. Als we een verschil van mening hebben, gaan we met elkaar in gesprek en zo bouwen we samen aan een goede, gezellige en veilige school.

1.2 Organisatie Het Minkema College is een openbare school voor voortgezet onderwijs met twee locaties in Woerden. We zijn een echte streekschool en dat betekent dat onze leerlingen uit de hele regio komen. We bieden hoogwaardig en veelzijdig onderwijs, vorming en ondersteuning in een veilige en goed geoutilleerde omgeving. Per 1 oktober 2021 heeft het Minkema College 2.446 ingeschreven leerlingen verdeeld over twee locaties Steinhagenseweg (648 leerlingen) en Minkemalaan (1798 leerlingen). De school wordt geleid door een managementteam, bestaande uit de voorzitter van het college van bestuur, de directeur onderwijs en de directeur bedrijfsvoering. Het bestuur wordt ondersteund door het directiesecretariaat, business control en de adviseur PR & Communicatie. De directeur bedrijfsvoering wordt ondersteund door de adviseurs Facilitair, Financiën en HRM. De directeur onderwijs wordt ondersteund door de schoolleiding op beide locaties. De schoolleiding is verantwoordelijk voor het onderwijs van de verschillende afdelingen: - Vmbo basis/kader en kader/mavo leerjaar 1 tot en met leerjaar 4; - Mavo/Havo leerjaar 1 tot en met leerjaar 4; - Havo leerjaar 1 tot en met leerjaar 3; - Atheneum en gymnasium leerjaar 1 tot en met leerjaar 3; - Havo leerjaar 4 en leerjaar 5; - Atheneum en gymnasium leerjaar 4 tot en met leerjaar 6.

7


Het organogram van het Minkema College

Leerlingaantallen Teldatum

VMBO

HAVO/VWO

Totaal

1 - 10 - 2021

648

1.798

2.446

1 - 10 - 2020

714

1.794

2.508

1 - 10 - 2019

684

1.839

2.523

1 -10 - 2018

734

1.823

2.557

1 -10 - 2017

855

1.756

2.611

1 - 10 - 2016

940

1.652

2.592

1 - 10 - 2015

955

1.619

2.574

1.3 Governance Het Minkema College heeft een raad van toezicht (hierna: RvT) en een college van bestuur (hierna: CvB). Het CvB bestaat uit één persoon. De RvT telt vijf leden. Er is een duidelijke scheiding tussen bestuur en toezicht.

8


Uitgaande van de maatschappelijke onderwijsdoelstelling van het Minkema College ziet de RvT integraal toe op het beleid van het CvB, de uitvoering van dat beleid en de algemene gang van zaken. Hiertoe behoort mede dat de RvT nagaat of de wettelijke verplichtingen, de statuten, de daarmee verbonden reglementen en de Code Goed Onderwijsbestuur VO worden nageleefd. Het Minkema College is aangesloten bij de VO-raad (de vereniging van schoolbesturen en scholen in het voortgezet onderwijs) en onderschrijft en volgt de Code Goed Bestuur. Het Minkema College is tevens aangesloten bij de VTOI-NVTK en onderschrijft de in september 2021 vastgestelde code Goed Toezicht. De RvT constateert dat aan de in de Code Goed Bestuur gestelde lidmaatschapsvereisten is voldaan. Toezicht Visie op toezicht De kernwaarde van het intern toezicht binnen het Minkema College is ‘partnerschap’. Dat betekent dat de RvT niet alleen volgend is maar zich ook proactief opstelt, met respect voor de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de bestuurder als bevoegd gezag. De RvT wordt vroegtijdig bij de strategieontwikkeling betrokken en formuleert de relevante prestatie- en beoordelingscriteria als toetsingskader voor de bestuurder, uiteraard afgeleid van de besturingsfilosofie en het strategisch beleidsplan van het Minkema College. De RvT functioneert vanuit een maatschappelijk perspectief en ziet erop toe dat de maatschappelijk gewenste doelen van het Minkema College worden vertaald naar een eigentijdse kwaliteit van onderwijs. Een gezonde bedrijfsvoering is daarbij een voorwaarde. De RvT heeft nadrukkelijk gekozen voor een proactieve rol in de organisatie, met nadruk op het regelmatig monitoren van de onderwijskwaliteit en de doelmatigheid van de bestedingen, zowel tijdens zijn vergaderingen als in de jaarlijkse zelfevaluatie. Dat is ook in het verslagjaar het geval geweest. Het is de ambitie van de RvT waarde toe te voegen aan het goed functioneren van het Minkema College in termen van uitkomsten, waaronder de betrokkenheid van externe stakeholders, en aan een goede samenwerking met de bestuurder. Duidelijk is daarbij dat goed samenspel met de bestuurder ook het bieden van goed tegenspel betekent. De RvT houdt bij de uitoefening van het toezicht rekening met de specifieke situatie van het Minkema College op enig moment en past zijn toezicht daarop zo nodig aan. In situaties met bijzondere risico’s kan het bijvoorbeeld nodig zijn het toezicht te intensiveren. Daarbij bevordert en ondersteunt de RvT vooral dat de bestuurder zelf zo goed mogelijk in control blijft. Toezichtkader Onder ‘toezichtkader’ worden de formele en maatschappelijke kaders voor goed toezicht verstaan die door de RvT zelf zijn gespecificeerd. De RvT volgt de governance-principes en governance-eisen zoals vastgelegd in wetgeving en codes, en ziet erop toe dat ook de bestuurder in overeenstemming met wet en codes handelt. De raad van toezicht handelt daarbij op basis van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden zoals vastgelegd in de statuten van de Stichting Minkema College en de daarop gebaseerde documenten.

9


Toezicht op doelmatigheid van de bestedingen De RvT heeft zich in het verslagjaar met extra inzet gericht op het beheer en de bedrijfsvoering van het Minkema College in brede zin, waaronder in het bijzonder de doelmatige besteding van middelen en de daarbij behorende risicofactoren. De RvT heeft kunnen constateren dat de bestuurder ook op dit punt met grote inzet en kennis van zaken heeft gehandeld, en daardoor met de organisatie een binnen de gegeven opgaven optimale situatie heeft kunnen bewerkstelligen. Hij kon hierbij mede steunen op de goede financiële positie die in eerdere jaren, mede door een waar mogelijk terughoudend financieel beleid, is opgebouwd. Voor de komende jaren moet ervan worden uitgegaan dat de financiële positie van het College kwetsbaarder wordt, en zal extra aandacht voor doelmatige besteding van de beschikbare middelen noodzakelijk zijn. Adviestaak raad van toezicht De RvT heeft zijn adviserings- en klankbordfunctie ten opzichte van de bestuurder ook in het verslagjaar zowel formeel als informeel met betrokkenheid vervuld. In dit kader blijkt vaak het nut van een raad van toezicht waarin zowel kennis en competenties als persoonlijkheden elkaar aanvullen. Werkgeverstaak raad van toezicht In het kader van zijn werkgeverstaak heeft de raad van toezicht aandacht besteed aan de agendapunten die daarmee verband houden, met name het functioneren van de bestuurder. In het verslagjaar heeft met de bestuurder een ambitiegesprek plaatsgevonden. In zijn beleid ten aanzien van de beloning van de bestuurder en de RvT zelf neemt de raad de ter zake doende wetgeving als uitgangspunt, met een waar mogelijk sobere en zo doelmatig mogelijke invulling. De bezoldiging van de bestuurder voldoet aan de gestelde eisen van de wettelijke regelgeving zoals vastgelegd binnen de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke organisaties (WNT). In de wet is vastgelegd dat toezichthouders respectievelijk 15% (voorzitter) en 10% (leden) van het salaris van de bestuurders als beloning kunnen ontvangen. Bij de uitvoering van dit onderdeel van de wet heeft de RvT voor het bepalen van de eigen vergoeding gekozen voor een gemiddelde positie. De bezoldiging van het college van bestuur en die van de raad van toezicht zijn terug te vinden in de jaarrekening. In het verslagjaar zijn geen blijken gevonden van belangenverstrengeling in welke vorm dan ook.

1.4 Verslag van de raad van toezicht Algemeen overzicht werkzaamheden in het verslagjaar De raad heeft zich gericht op zijn kerntaken: werkgeverschap, advies en controle. Daarbij is altijd de kwaliteit van het onderwijs binnen het Minkema College het voornaamste uitgangspunt. Corona heeft ook in 2021 zeer grote gevolgen gehad voor het onderwijs en de wereld waarin we leven. De raad van toezicht heeft grote waardering voor de manier waarop personeel, leerlingen en alle andere betrokkenen bij het Minkema ook in dit tweede jaar van de pandemie met deze moeilijke omstandigheden zijn omgegaan.

10


De raad kwam, behalve in afzonderlijk commissieverband, als geheel in 2021 acht keer bij elkaar. Vanwege de coronasituatie werden vergaderingen indien nodig online georganiseerd in plaats van op locatie. Daarnaast vond frequent contact plaats per e-mail en had tussentijds met regelmaat (en als de coronasituatie daar aanleiding toe gaf zeer frequent) informeel overleg plaats tussen de voorzitter en de bestuurder. De bestuurder was aanwezig bij de reguliere vergaderingen van de RvT en bij alle commissievergaderingen. De raad van toezicht stelde aan het begin van 2021 na evaluatie een nieuwe tekst toezichtvisie en het toezichtskader vast. De eind 2020 gemaakte afspraken rondom de vergadercyclus zijn naar tevredenheid geëffectueerd. De raad stond hierbij stil tijdens de zelfevaluatie. Stakeholders, horizontale dialoog met belanghebbenden De RvT heeft met de Medezeggenschapsraad het reguliere halfjaarlijkse overleg gevoerd met betrekking tot de ervaringen met afstandsonderwijs, de school in tijden van corona en het proces van totstandkoming van het strategisch beleidsplan. Met de MR is gesproken over de mogelijkheid om (een deel van) de halfjaarlijkse ontmoetingen tussen RvT en MR de vorm van verdiepende themabijeenkomsten te geven. Door de coronamaatregelen vonden de gesprekken dit schooljaar weer online plaats. De raad vond deze gesprekken en andere online ontmoetingen met gesprekspartners vanuit de school zeer waardevol. De RvT heeft in het verslagjaar verder onder meer gesproken met de directeuren onderwijs en bedrijfsvoering. Tijdens overleg met de adviseurs P&O, Financiën en Communicatie zijn de werkzaamheden en de beleidsmatige ontwikkeling van de desbetreffende afdelingen toegelicht en besproken. De raad hechtte eraan dat het jaarlijkse werkbezoek in 2021 toch kon doorgaan, hoewel het online werd georganiseerd. De raad is blij met de open sfeer waarin binnen het Minkema met de raad van gedachten wordt gewisseld. Werkzaamheden Commissies Binnen de RvT functioneren drie specifieke commissies: de Kwaliteitscommissie, de Auditcommissie en de Remuneratiecommissie. Elk lid van de RvT maakt deel uit van een of meer van deze commissies. De commissies buigen zich in het bijzonder over de toegewezen specifieke terreinen: de Kwaliteitscommissie over de inhoudelijke kwaliteit van het onderwijs, de Auditcommissie over beheer en bedrijfsvoering en over de doelmatige besteding van middelen van het Minkema College. De Remuneratiecommissie richt zich in het bijzonder op de werkgeverstaken ten aanzien van de bestuurder en op selectieprocedures. De commissies verdiepen zich extra in de materie en bereiden standpunten voor, maar nemen geen besluiten. Het nemen van besluiten is voorbehouden aan de raad van toezicht als geheel. Auditcommissie De RvT, en in het verlengde daarvan de Auditcommissie, houdt toezicht op het beheer en de bedrijfsvoering van het Minkema College in brede zin, met nadruk op de doelmatige besteding van middelen. In 2021 heeft de Auditcommissie negen keer vergaderd, steeds in aanwezigheid van de bestuurder en de directeur bedrijfsvoering. In de vergaderingen zijn het financieel beleidsplan en de financiële rapportages besproken. Ook kwamen de actuele stand van zaken betreffende de personele formatie en de algemene financiën uitvoerig aan de orde. In het kader van de begrotingscyclus zijn de risicoanalyse en de kadernotitie toegelicht en besproken. In aanloop naar 2022 is het 11


treasurystatuut geëvalueerd en door de raad vastgesteld. Ook is het treasuryplan besproken. Een tweetal vergaderingen in 2021 is besteed aan de selectie van een nieuwe accountant. De Auditcommissie heeft de eerste contacten met de nieuwe accountant (Astrium) als constructief ervaren. Kwaliteitscommissie De Kwaliteitscommissie heeft in 2021 vier keer vergaderd in aanwezigheid van de bestuurder, de directeur bedrijfsvoering en de directeur onderwijs in diens hoedanigheid van lid van de interne kwaliteitscommissie van de school. Belangrijke punten van aandacht in de vergaderingen waren de onderwijsontwikkeling, de onderwijsresultaten, uitkomsten enquêtes onder leerlingen en ouders, de jaarplannen, het kwaliteitsbeleid, personeel en organisatie, de gevolgen van corona voor het onderwijs en het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Remuneratiecommissie De Remuneratiecommissie vergadert in verschillende samenstellingen onder voorzitterschap van de voorzitter van de RvT. Het aantal bijeenkomsten is met name afhankelijk van ontstane vacatures op bestuurs- en toezichtniveau. De overige vaste agendapunten van de Remuneratiecommissie betreffen de honorering van de bestuurder en de RvT zelf, alsmede het rooster van aftreden binnen de raad. Deze agendapunten worden rechtstreeks in de RvT-vergaderingen besproken, zodat daarover meteen het beoogde brede overleg kan plaatshebben. In 2020 werd gestart met de voorbereidingen voor de werving en selectie van een nieuw lid voor de raad van toezicht, ter opvolging van de heer M.B. Frijlink, wiens termijn in december 2021 afliep. De werving en selectie resulteerde in een voordracht van de heer E.R. De Haan als lid van de RvT aan de gemeenteraad Woerden. In haar vergadering van 15 juli 2021 besloot de gemeenteraad de heer E.R. De Haan te benoemen als lid van de RvT (zie overzicht). Evaluatie functioneren college van bestuur en raad van toezicht Voor de jaarlijkse evaluatie van het functioneren van het college van bestuur: zie paragraaf Werkgeverstaak raad van toezicht. De evaluatie van het eigen functioneren heeft de RvT in 2021 in eigen beheer georganiseerd. Er is gebruik gemaakt van de methode ‘keep, kill, improve’. In 2021 zijn de vergadercyclus, de ‘vergaderhygiëne’ en de voorbereiding en informatievoorziening rond de vergaderingen aangepast. De invoering van de informele bijeenkomsten met de bestuurder, directeur bedrijfsvoering en directeur onderwijs en de adviseurs is door de raad van toezicht als waardevol ervaren. Ook blijkt de keuze voor een strakkere afstemming tussen de commissievergaderingen gecombineerd met minder reguliere vergaderingen de kwaliteit en efficiëntie van de bijeenkomsten te verbeteren. Tijdens de evaluatie bleek dat het online-vergaderen geen afbreuk deed aan de wijze waarop de inhoud kon worden besproken door de raad van toezicht. Ook in 2022 zal een deel van de (commissie) vergaderingen online plaatsvinden. Daarbij zal de behandeling van strategische onderwerpen tijdens de reguliere vergaderingen als ook in themabijeenkomsten nadrukkelijk aandacht krijgen. De intensieve informatievoorziening rondom corona heeft uitstekend gewerkt. Nu het omgaan met

12


opeenvolgende coronagolven meer deel van het dagelijks leven is geworden, besluit de raad van toezicht samen met de bestuurder de frequentie van berichten terug te brengen naar normaal. In de evaluatie is de vraag aan de orde geweest hoe de in 2021 door de ALV van de VTOI-NVTK vastgestelde ‘code goed toezicht’ zich verhoudt tot de door de raad in 2021 opgestelde toezichtvisie en het toezichtskader. De raad zal dit in 2022 onderzoeken. In dat kader worden ook de rollen van de RvT-leden meegenomen. De raad heeft in de bijeenkomst uit haar midden een nieuwe vice-voorzitter benoemd: de heer J. Schueler. De individuele scholingsplannen van de toezichthouders zijn uitgevoerd. In 2021 heeft O.R.S. Lek en Linge zich aangesloten bij het het samenwerkingsverband 5=1 waarvan het Minkema College ook deel uitmaakt. In het kader van de gewenste transparantie is het goed te vermelden dat de heer F. Hordijk, lid van de raad van toezicht van het Minkema College, werkzaam is als docent Bedrijfseconomie aan de O.R.S. Lek en Linge te Culemborg.

13


De RvT bestond in 2021 uit de volgende personen: Nevenfuncties in het verslagjaar1

Naam

Hoofdfunctie

Mevr. E. van der Molen Voorzitter RvT en Voorzitter Remuneratiecommissie

Partner, procesleider en Lid Raad voor Kwaliteitsborging Lerarenopleidingen van de adviseur onderwijs Molen Vereniging van Hogescholen; & Molen Bestuurslid Steunpunt Vluchtelingen De Bilt (onbezoldigd); Penningmeester St. Tzadokah Home, Bilthoven (onbezoldigd)

Dhr. M.B. Frijlink Vicevoorzitter RvT Voorzitter Auditcommissie (tot 17 december 2021)

Directeur-bestuurder van de Vereniging Openbaar Onderwijs te Almere

Voorzitter Vluchtelingen Steunpunt Groene Hart (onbezoldigd); Lid raad van toezicht Onderwijs Primair

Dhr. F. Hordijk Lid Auditcommissie

Directeur van Hordijk & Hordijk, adviseurs voor organisatie en financiën

Partner bij Hordijk, Kok, Laan & Wabeke, registeraccountants; Docent Bedrijfseconomie aan de O.R.S. Lek en Linge te Culemborg; Directeur van de Rekenkamercommissie van de gemeenten Maasdriel, Nieuwkoop en Houten; Lid van het bestuur van het Stagebureau van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants; Lid raad van toezicht Ajax Life supportersvereniging (facilitaire vergoeding)

Mevr. M. Wenderich Lid Kwaliteitscommissie en lid Remuneratiecommissie

Vice President - Head of Workforce & Organization Capgemini Invent

Dhr. J. Schueler Vicevoorzitter RvT Voorzitter Kwaliteitscommissie

Plv. Raadsgriffier bij de Gemeente Utrecht

Dhr. E.R. de Haan Voorzitter auditcommissie (vanaf 17 december 2021)

Financieel Directeur bij Haaglanden Medisch Centrum

1

Docent Academie voor Medisch Specialisten

Een actueel overzicht van nevenfuncties is beschikbaar op de website van het Minkema College

14


Rooster van toe- en aftreden leden raad van toezicht E. van der Molen

M.B. Frijlink

F. Hordijk

M.M. Wenderich

J. Schueler

E.R. de Haan

voordracht oudergeleding

voordracht MR

voordracht RvT

voordracht oudergeleding

voordracht RvT

Voordracht MR

B: 1 jan. 2019

B: 1 sept 2019

2013

B: 17 dec 2013

2014 2015

B: 1 april 2015

2016 2017

V: 17 dec 2017

2018 2019

V: 1 april 2019

2020

B: 1 jan. 2020

2021

A: 17 dec 2021

B: 17 dec 2021

2022 2023

A: 1 april 2023

V: 1 jan. 2023

V: 1 sept 2023

2024

V: 1 jan. 2024

2025

V: 16 dec 2025

2027

A: 1 jan. 2027

2028

A: 1 sep. 2027 A: 1 jan. 2028

B V A

= = =

Benoeming voor eerste termijn van vier jaar Aftreden of herbenoeming voor tweede termijn van vier jaar Aftreden

De leden van de RvT zijn voor een periode van vier jaar benoemd met de mogelijkheid om de zittingsperiode éénmaal voor de periode van vier jaar te verlengen. Het betreft geen automatische verlenging: leden geven hun bereidheid tot verlenging aan en de RvT neemt vervolgens de beslissing tot verlenging (of niet). De achtergrond van deze handelswijze is dat zowel de RvT als het individuele lid op deze manier bewust een commitment voor de tweede termijn aangaan. Na de maximale zittingsperiode van acht jaar is herbenoeming niet meer mogelijk.

15


1.5 Verslag van de Medezeggenschapsraad 1.5.1 Samenstelling De medezeggenschapsraad (MR) van het Minkema College bestaat uit zestien leden: ● Acht leden zijn gekozen door de personeelsgeledingen (PMR). Vier leden zijn gekozen door het onderwijsgevend personeel van het havo/vwo en twee leden door het onderwijsgevend personeel van het vmbo. Door het onderwijsondersteunend personeel (OOP) van het havo/vwo respectievelijk vmbo wordt elk een lid gekozen. ● Namens de ouders hebben vier leden zitting in de MR, twee gekozen door de oudergeleding van het havo/vwo en twee door die van het vmbo. ● Namens de leerlingen hebben ook vier leden zitting in de MR. Ook hiervoor geldt dat twee gekozen zijn door de leerlingen van het havo/vwo en twee door die van het vmbo. In 2021 hebben zich nauwelijks mutaties binnen de MR voorgedaan. Wegens het einde van de zittingstermijn is één lid uitgetreden. Helaas heeft zich nog geen nieuwe kandidaat beschikbaar gesteld waardoor hiervoor nog altijd een vacature open staat. Door langdurige afwezigheid is één lid tot het einde van de zittingstermijn vervangen. Het gehele jaar was Wilfred van der Weijden de voorzitter en Freek Verheijden de secretaris. Samenstelling van de Medezeggenschapsraad in 2021 Namen

Vestiging

Namens de leerlingen: Olivier Donselaar

Minkemalaan 1

Gabriele Mansi

Minkemalaan 1

Noa Kets

Steinhagenseweg 3a

Badr Khadir

Steinhagenseweg 3a

Namens de ouders: Eveline Rosendaal

Minkemalaan 1

Ruud Bruggeman

Minkemalaan 1

Patrick Verharen

Steinhagenseweg 3a

Christa van Maanen (tot de zomervakantie)

Steinhagenseweg 3a

vacature (na de zomervakantie)

Steinhagenseweg 3a

Namens het personeel: Ivo van Heeswijk (OP)

Minkemalaan 1

Joke Snijder-van der Laan (OP)

Minkemalaan 1

Freek Verheijden (OP)

Minkemalaan 1

Terry Laman (OP)

Minkemalaan 1

Miranda van Vulpen (OOP)

Minkemalaan 1

Ben Peijnenburg (OP)

Steinhagenseweg 3a

Wilfred van der Weijden (OP)

Steinhagenseweg 3a

John Boegheim (OOP)

Steinhagenseweg 3a

16


1.5.2 Verslag en werkzaamheden De MR is een belangrijke gesprekspartner van het college van bestuur (CvB) als het gaat om het beleid van het Minkema College. De MR geeft advies over of stemt in met voorgenomen besluiten van het CvB (lees: de bestuurder). Zaken die alleen het personeel van het college aangaan, bespreekt het CvB in separate vergaderingen met de personeelsgeleding van de MR: de PMR. Ook kent de MR een financiële commissie waarin het CvB de financiële stukken uitvoerig toelicht en bespreekt met een delegatie van de MR (vier leden, twee van iedere school). Zodoende kunnen deze stukken later in de MR op hoofdlijnen worden besproken en van commentaar worden voorzien. Het is uiteindelijk altijd de MR die advies geeft over de financiële stukken. MR De MR had vijf reguliere vergaderingen in 2021. Tijdens de eerste is instemming gegeven met de lessentabel 2021-2022. Naast deze vergaderingen zijn er vier extra vergaderingen ingelast. Deze stonden in het teken van de begroting 2021 en de ontwikkelingen in de coronacrisis. Deze vergaderingen zijn vaak op korte termijn georganiseerd door de snelle ontwikkelingen. De MR kent een ritmiek waarbij diverse zaken elk jaar terugkomen, zoals de begroting voor het daaropvolgende kalenderjaar, de jaaragenda en het vakantierooster. In 2021 stonden hiernaast nog enkele grote onderwerpen op de agenda. De instemming op de lessentabel 2021-2022 had veel voeten in aarde. Pas na enkele extra vergaderingen, bijstelling van het voorstel en bemiddeling is hierop instemming verleend. Onderwerpen van de resterende vergaderingen waren vooral de positionering en werving van het Technasium, de overgangsnormen en (de resultaten van) het medewerkerstevredenheidsonderzoek. Naast de hierboven toegelichte bijeenkomsten heeft de MR zoals gebruikelijk twee keer in 2021 met de raad van toezicht vergaderd. De MR heeft met de RvT gesproken over de uitvoering van medezeggenschap in relatie tot het college van bestuur. Door de coronacrisis hebben beide vergaderingen online plaatsgevonden, de eerste keer met de volledige MR en de tweede keer met een afvaardiging van de MR. PMR De PMR vergaderde in 2021 vijf keer. Binnen de personeelsgeleding van de MR worden zaken besproken die specifiek het personeel aangaan. Zonder uitputtend te zijn, volgt onderstaand een opsomming welke onderwerpen aan de orde zijn geweest: ● taakbeleid; ● functiehuis OOP; ● vakantie- en verlofregeling OOP; ● verzuimanalyse; ● medewerkerstevredenheidsonderzoek (resultaten en opvolging); ● generatiepact (evaluatie en voortzetting); ● fietsregeling.

17


1.5.3 Inzet komend jaar De maatschappij wordt nog altijd zwaar getroffen door de coronacrisis, zo ook het onderwijs. Omdat deze crisis onvoorspelbaar is en de continuïteit en kwaliteit van het onderwijs hierdoor onder druk staat, stelt de MR zich ten doel flexibel te zijn qua beschikbaarheid en doorlooptijden maar strikt op de juiste besluitvorming en de behartiging van de belangen van personeel, leerlingen en ouders in de voorstellen. Hiernaast zijn het mogelijk maken en volgen van de ingezette onderwijsontwikkelingen zoals formatief evalueren, talentstromen en de verlengde lesduur de belangrijkste aandachtspunten. In dit kader staan scholing, werkdruk en de communicatie binnen de school voor de MR hoog op de agenda. Binnen de MR gaat de aandacht uit naar een goede uitvoering van de in te voeren vernieuwingen zoals de verlengde lesduur.

1.6 Activiteiten en samenwerkingsverbanden gedurende het verslagjaar 1.6.1 Samenwerkingsverbanden Het Minkema College had in het verslagjaar de volgende externe bestuurlijke samenwerkingsverbanden: ● ● ● ● ● ● ●

De vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs (VO-raad); De vereniging voor toezichthouders in het onderwijs (VTOI-NVTK); Samenwerkingsverband VO regio Utrecht-West (SWVVO-RUW); Academische Opleidingsschool met Hogeschool Utrecht (HU) en Universiteit Utrecht (UU); Woerdens Techniek Talent (WTT); POVO-werkgroep Stichting Kunstzinnige Vorming (KUVO) Woerden

1.6.2 Klachten In 2021 zijn er over het Minkema College twee klachten ingediend bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. In 2019 en in 2020 waren er geen klachten. Eén van de twee ingediende klachten is door de LKC ongegrond verklaard; de andere klacht is door de klagers voor de zitting ingetrokken.

1.7

Kwaliteit, zorg en onderwijsontwikkelingen

1.7.1 Kwaliteit Om de kwaliteit van ons onderwijs te volgen hebben wij een interne kwaliteitscommissie. De voorzitter van deze kwaliteitscommissie is de stafmedewerker Kwaliteit. Deze functie is ontstaan doordat een van de afdelingsleiders vmbo deelneemt aan de generatieregeling van het Minkema College. De twee andere leden zijn de directeur onderwijs en de afdelingsleider vwo bovenbouw. De kwaliteitscommissie komt driewekelijks bij elkaar om de voortgang van de de kwaliteitsagenda te bespreken. 18


1.7.1.1 Examens Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft in het voorjaar van 2021 besloten om de centraal schriftelijke eindexamens wel door te laten gaan, met uitzondering van het centraal schriftelijk en praktijkexamen (CSPE) van de beroepsgerichte studies in het vmbo. De herkansings- en slaag/zakregeling is voor het examenjaar 2021 aangepast. Het tweede tijdvak was uitgebreid van vier naar tien dagen waardoor leerlingen die in het eerste tijdvak ziek waren of in quarantaine zaten de mogelijkheid kregen om het volledige centraal examen in het tweede tijdvak af te leggen en de examens te spreiden. Daarnaast is een derde tijdvak gecreëerd om examens te kunnen herkansen. Alle leerlingen kregen bovendien een extra herkansingsmogelijkheid voor het centraal examen (twee in plaats van één). Bovendien konden de leerlingen bij de uitslagbepaling één vak buiten beschouwing laten, mits dat geen kernvak betrof. Van beide regelingen is in het vmbo beperkt gebruik gemaakt. Ook op de havo en vwo afdelingen kozen de meeste leerlingen ervoor de examens in het eerste tijdvak af te leggen en in het tweede tijdvak vakken te herkansen. Van de herkansingsmogelijkheid in het derde tijdvak is relatief weinig gebruik gemaakt. In enkele gevallen is gebruik gemaakt van de zogenaamde duimregeling om leerlingen hun diploma te laten behalen. Hoewel de eindexamens in schooljaar 2020-2021 wel zijn doorgegaan, in tegenstelling tot schooljaar 2019-2020, zijn de examenresultaten door de extra regelingen moeilijk te vergelijken met pre-corona examens. Geslaagden havo/vwo In 2021 is 97% van de examenkandidaten in de havo-afdeling geslaagd, landelijk was dit 91%. In de vwo-afdeling was dit eveneens 97%, tegenover landelijk 94%. Geslaagden vmbo In 2021 zijn alle examenkandidaten op het vmbo geslaagd. Deze 100% geldt voor zowel de basisberoepsgerichte leerweg als de kaderberoepsgerichte leerweg als de mavo. De landelijk gemiddelde slagingspercentages waren 99% (basis), 99% (kader) en 96% (mavo). 1.7.1.2 Oordeel Inspectie van het Onderwijs De Inspectie van het Onderwijs beoordeelt een school met een voldoende als het driejaarsgemiddelde van minstens drie van de volgende vier indicatoren boven de inspectienorm scoort: ● Onderwijspositie in leerjaar 3 t.o.v. basisschooladvies ● Onderbouwsnelheid ● Bovenbouwsucces ● Examencijfers Deze vier indicatoren vormen tezamen de onderwijsresultaten.

19


Onderwijsresultaten havo/vwo Figuur 1.7.1. Onderwijsresultaten havo/vwo

Op basis van deze resultaten beoordeelt de Inspectie van het Onderwijs de kwaliteit van het onderwijs op het havo/vwo als voldoende. De onderbouwsnelheid en het bovenbouwsucces voor zowel de havo als het vwo zijn goed. Deze indicatoren voldoen, net als de examencijfers aan de inspectienorm. De doorstroom in de havo/vwo onderbouw voldoet niet aan de inspectienorm. Dat betekent dat er minder leerlingen dan de gestelde norm met een havo-advies van de basisschool opstromen naar het vwo en te veel leerlingen met een vwo-advies van de basisschool afstromen naar de havo-afdeling. Dit vraagstuk vraagt om een grondige analyse en zal leiden tot één of meer interventies.

20


Onderwijsresultaten vmbo Figuur 1.7.2. Onderwijsresultaten vmbo

Op basis van deze resultaten beoordeelt de Inspectie van het Onderwijs de kwaliteit van het onderwijs op het vmbo als voldoende. Alle rendementen voldoen aan de inspectienorm voor de school. 1.7.1.3 Voortijdig schoolverlaters De overheid wil dat zo min mogelijk leerlingen de school voortijdig verlaten. Voortijdig wil zeggen: zonder startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Wij doen er alles aan om te voorkomen dat een leerling zonder (uitzicht op) een startkwalificatie de school verlaat. Als wij ons zorgen maken over een leerling, overleggen we met de ouders. Indien nodig roepen we de hulp van de leerplichtambtenaar in. Overigens komt dit zo weinig voor, dat het meestal om maatwerk gaat. Een leerling die vóór het behalen van zijn einddiploma de school verlaat, moet schriftelijk door zijn ouders of verzorgers worden afgemeld bij de directeur onderwijs.

21


Het Minkema College heeft een actief beleid gericht op het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten (vsv). Het meest actuele schooljaar waarover vsv-gegevens zijn gepubliceerd is het schooljaar 2019-2020. In dat schooljaar lag het percentage vroegtijdige schoolverlaters voor het Minkema College als geheel op 0,21%. Het gemiddelde in de regio Utrecht lag voor dit schooljaar op 0,37% en het landelijk gemiddelde op 0,40%. Het Minkema College doet het dus gemiddeld beter dan de andere scholen in de regio en ook beter dan het landelijk gemiddelde. 1.7.1.4 Toetsing en examinering De gevolgen van de coronapandemie waren ook voor de examenleerlingen 2021 groot. Een gedeelte van het voorexamenjaar bestond uit hybride onderwijs en dit heeft invloed gehad op de leerlingen in hun examenjaar. In het examenjaar kregen deze leerlingen, in tegenstelling tot alle andere leerlingen van de school (die met lockdowns en hybride onderwijs zijn geconfronteerd in delen van het jaar) wel het gehele jaar fysieke lessen. Met de Inspectie van het Onderwijs is afgesproken dat de leerlingen uit het examenjaar 2021 zowel een herkansingsmogelijkheid in periode 3 als een extra herkansingsmogelijkheid over het gehele schooljaar aangeboden kregen. Hier is veelvuldig gebruik van gemaakt en dit heeft voor een significant aantal leerlingen een verbeterde uitgangspositie voor het centraal examen tot gevolg gehad. Het examenreglement en PTA’s zijn hiervoor eenmalig aangepast en aan de Inspectie van het Onderwijs ter beschikking gesteld. Bij de afname van de schoolexamens is gebruik gemaakt van de sportzalen om daarmee te kunnen voldoen aan de maatregel om anderhalve meter afstand te houden. Het centraal schriftelijk en praktijkexamen (CSPE) voor de beroepsgerichte studies is niet doorgegaan. De examenresultaten zijn vastgesteld op basis van de behaalde resultaten van de schoolexamens. Beide locaties hebben een eigen examencommissie, bestaande uit twee examensecretarissen en leden van de schoolleiding. In plaats van een bevorderingsbesluit formuleerden we in het schooljaar 2021-2022 opnieuw voor elke leerling een bevorderingsadvies. Voor de meeste leerlingen is dit advies opgesteld door de mentor in overleg met de coördinator leerlingzaken, uitgaande van Magister-informatie van de docenten. Voor een aantal leerlingen is de docentenvergadering bijeengeroepen. Het opgestelde advies gaf aan wat volgens het docententeam de beste plek voor de leerling is om succesvol te zijn in het volgende schooljaar. Voor de meeste leerlingen bestond dit advies uit een reguliere bevordering naar het volgende leerjaar in dezelfde afdeling. Ook een afwijkend advies, zoals doubleren of overstappen naar een andere afdeling, was mogelijk. Bij een dergelijk advies hadden ouders en leerlingen wel het recht om dit advies naast zich neer te leggen en toch door te gaan naar het volgende leerjaar in dezelfde afdeling. De meeste leerlingen hebben de adviezen opgevolgd. Leerlingen die het advies niet wilden opvolgen, kregen via de mentor de opdracht om een plan van aanpak te schrijven. Op een formulier kon worden ingevuld op welke manier de leerling voornemens was om toch succesvol het volgende leerjaar te doorlopen. Op de vmbo-locatie maakt dit plan

22


onderdeel uit van de het SteinSuccesPlan. Door op deze manier te werken, leggen we het eigenaarschap bij de leerlingen. Wij hebben momenteel een ruime subsidie beschikbaar voor een ondersteuningsprogramma. In samenwerking met een taskforce is een plan opgesteld, er wordt op diverse fronten ondersteuning aangeboden, zowel op sociaal emotioneel als op cognitief vlak.2

1.7.2 Zorg Voor onze leerlingenzorg gelden de volgende doelstellingen: 1. de school heeft een belangrijke signaleringsfunctie; 2. een leerling met problemen weet waar hij / zij kan aankloppen; 3. in het zoeken naar de juiste ondersteuning worden ouders zo veel mogelijk in het proces betrokken; 4. kennis van zaken bij docenten kan een preventieve functie hebben bij problemen; 5. school is geen zorginstelling. Wanneer problemen buiten ons bereik liggen, wordt actief meegedacht over geschikte begeleiding buiten school. Onze medewerkers zijn geschoold in het vinden van een juiste aanpak om om te gaan met leerlingen die extra aandacht nodig hebben om het onderwijs succesvol te kunnen doorlopen. Wij meten of de ondersteuning van deze leerlingen tot resultaat leidt. De beide locaties van het Minkema College voeren regelmatig overleg over (de gevolgen van) passend onderwijs. Binnen het Minkema College zijn twee orthopedagogen actief en er is niet alleen oog voor de ondersteuning van individuele leerlingen, maar ook voor de ondersteuning van de docenten die binnen de groepen met meer diversiteit worden geconfronteerd. De samenwerking tussen de zorgteams van beide locaties is afgelopen jaar verder versterkt. In 2021 vond regelmatig gezamenlijk overleg plaats m.b.t. leerlingenzorg. De coronapandemie blijft echter wel een belemmerende factor op de samenwerking. Binnen het vmbo zijn pedagogisch medewerkers en pluscoaches ingezet. Deze inzet blijkt succesvol. Binnen de havo-/vwo-afdeling is er extra aandacht voor leerlingen die hoogbegaafd zijn. In 2021 zijn er (wederom) twee medewerkers op dit thema geschoold. Deze scholing wordt deels gefinancierd vanuit het samenwerkingsverband. Op beide locaties wordt ingezet op extra lessen Nederlands (NT2) voor leerlingen met een taalachterstand. Het aantal leerlingen dat hiervoor in aanmerking komt, is toegenomen. Ook hiervoor is vanuit het samenwerkingsverband geld ter beschikking gesteld. Er is sprake van educatief partnerschap met ouders. Ouders worden vroegtijdig betrokken na signalering en bij interventies. Ouders hebben ook informatieplicht; zij weten wat van hen verwacht wordt op het gebied van informatieverstrekking naar de school. Het uitgangspunt is dat er sprake is van een gelijkwaardige relatie tussen ouders en school, met waardering voor elkaars deskundigheid. Vanuit de dynamische driehoek streven ouders en school gezamenlijk naar de juiste ondersteuning voor de leerling. 2

Zie 1.7.4

23


De basisondersteuning die in 2021 geboden is, werd uitgevoerd door mentor, zorgcoördinator, leerlingbegeleiders, pedagogisch medewerker, leerlingcoördinator en afdelingsleider. Onder de basisondersteuning vallen procedures zoals: het schrijven van plan van aanpak, het monitoren en volgen van de leerling en diens ontwikkeling, aandacht voor leer- en gedragsproblematiek (zoals dyslexie en AD(H)D), differentiatie in de les, signaleren van problemen in de thuissituatie, monitoren van het verzuim en het zo nodig inzetten van een sanctionele lijn. In de gevallen dat de basisondersteuning niet toereikend blijkt vanwege de ernst van de problematiek, is verder opgeschaald. De casus wordt in een (mini-)zorgadviesteam (ZAT) besproken en passende vervolgacties worden bepaald. Jeugdhulp (Timon) heeft hierin ook een rol. Ouders zijn in dit proces altijd meegenomen. De middelen die vanuit de lumpsum beschikbaar worden gesteld zetten wij in voor ondersteuning in de basis. Enkele voorbeelden hiervan zijn: begeleiding door een mentor, ondersteuningslessen voor leerlingen die achterstand hebben op gebied van rekenen, wiskunde en Nederlands. De zorgstructuur van het Minkema College laat zich op de onderstaande manier schematisch weergeven:

Binnen de basisondersteuning worden drie niveaus van ondersteuning onderscheiden: Niveau 1: Basisondersteuning, die voor iedere leerling van de school geldt. Niveau 2: Basisondersteuning, die meer individueel gericht is. Niveau 3: Basisondersteuning, die sterk individueel gericht is. Samenwerkingsverband Het Minkema College maakt samen met vier andere schoolbesturen in de regio deel uit van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs regio Utrecht West (SWVVO RUW). Het samenwerkingsverband heeft wat betreft de verdeling van de middelen voor basisondersteuning 24


gekozen voor het schoolmodel. De VO-scholen krijgen middelen van het samenwerkingsverband via een verdeelsleutel, scholen kunnen deze middelen naar eigen inzicht binnen hun eigen ondersteuningsstructuur inzetten voor de basisondersteuning. Achteraf leggen de scholen verantwoording af over de inzet van de middelen. Het eigen vermogen van SWV VO RUW bedroeg op 31-12-2020 ongeveer € 725.000. Het saldo aan liquide middelen bedroeg € 1.275.000 en het resultaat van 2020 was € 116.600 negatief. Het samenwerkingsverband vergadert op drie niveaus: met de zorgcoördinatoren, met de (locatie-)directeuren en de bestuurders van de verschillende scholen. In overleg met elkaar, worden jaarlijks de doelen vastgesteld en stellen wij het schoolondersteuningsprofiel op. Deze profielen zijn terug te vinden op de website van onze school. Vmbo De ontvangen gelden vanuit het samenwerkingsverband zijn ingezet om een deel van de volgende kosten te dekken vanuit het samenwerkingsverband. Zorgcoördinatie Binnen het vmbo zijn drie zorgcoördinatoren werkzaam. Zij ondersteunen de eerstelijns begeleiding van de mentoren. Pluscoaching De trajectvoorziening heet Pluscoaching. Deze wordt vormgegeven door de leerlingbegeleider (die tevens coördinator is) en de orthopedagoog. De school heeft er in 2019 voor gekozen om voor de beroepsgerichte opleiding een pedagogisch medewerker aan te stellen. Met ingang van het schooljaar 2021-2022 zijn er twee pedagogisch medewerkers binnen het vmbo werkzaam. Deze medewerkers bewaken het pedagogisch klimaat. De pedagogisch medewerkers geven geen lessen, maar zijn dagelijks op school bezig met het ondersteunen van docenten en OOP in het aansturen van de leerlingen. Zij doen aan mediation tussen leerlingen en docenten, maar ook tussen leerlingen onderling. Daarnaast surveilleren ze in de ochtend bij de deur en in alle pauzes. Deze medewerkers ondersteunen en ontzorgen de leerlingcoördinatoren. “Warme” overdracht Bij leerlingen met extra onderwijs- of ondersteuningsbehoefte(n) en bij afstromende leerlingen heeft een “warme” (= uitgebreide mondelinge) overdracht plaatsgevonden. Het betrof zowel de overstap van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs als de overstap van de ene vo-school naar de andere vo-school en de doorstroom naar het mbo en de havo. Onderwijs- en ondersteuningsbehoeften zijn in kaart gebracht en vastgelegd op basis van schriftelijke informatie bij de aanmelding, aangevuld met mondelinge informatie bij de warme overdracht en informatie van ouders. Versterking mentoraat Op de locatie vmbo is de rol van de mentor versterkt. Het in beeld brengen van de leerlingen alsmede het volgen van de ontwikkeling maakt een integraal onderdeel uit van de mentorwerkzaamheden. De werkzaamheden betreffen: het maken van een groepsoverzicht voor de 25


lesgevenden, het met de leerling samen opstellen van een SteinSuccesPlan, het monitoren van de gestelde doelen, periodiek overleg met zorgcoördinator en afdelingsleider (dit noemen we TRIA-overleg) en per rapportperiode individuele voortgangsgesprekken met alle ouders en leerlingen. Taal- en rekenonderwijs Om de leerlingen die dit nodig hebben, taalondersteuning te bieden, is een extra lesuur Nederlandse taal toegevoegd aan de lessentabel. Daarnaast bieden wij NT2-begeleiding aan leerlingen die pas kort in Nederland wonen. Rekenen wordt in de leerjaren 1 t/m 3 aangeboden, met extra faciliteiten voor de klassen basisberoepsgericht. Havo/vwo De middelen vanuit het samenwerkingsverband zetten wij in op een vergelijkbare manier als op het vmbo. Wel geldt er een aantal accentverschillen. Een deel van de subsidie gebruiken wij op deze locatie om de twee zorgcoördinatoren (onder- en bovenbouw) en een orthopedagoog te bekostigen. Daarnaast hebben we de middelen die vanuit het samenwerkingsverband beschikbaar gesteld zijn ingezet op de volgende onderdelen voor begeleiding op maat. Het betreft hier begeleiding op maat voor de individuele leerling: ● extra begeleiding door de eigen mentor; ● dyslexiebegeleiding; ● afname van NIO-toetsen; ● begeleiding op gebied van studievaardigheden binnen een huiswerkklas ; ● NT2-begeleiding voor leerlingen die pas kort in Nederland wonen.

1.7.3 Onderwijsontwikkelingen Professionalisering management Voor de schoolleiding van beide locaties is in 2018-2019 een professionaliseringstraject ingezet onder de naam “didactisch coachen”. In 2020-2021 heeft dit traject, als gevolg van de coronabeperkingen, vertraging opgelopen. In het najaar van 2021 hebben we het traject afgeblazen, wederom vanwege corona. 70 minutenrooster Met ingang van dit schooljaar duren alle lessen op het Minkema College 70 minuten. De reden voor deze verandering is onderwijskundig. Door te werken met een 70 minutenrooster is er meer ruimte voor de leerlingen en docent om de gehele leercyclus in een les te doorlopen. Voor onze lessen hanteren wij dit model:

26


Aan het begin van de les is er ruimte voor een ‘opwarmer’ en instructie met leer- en/of lesdoelen, waarna de leerling - in de romp - zich de leerstof op verschillende manieren eigen maakt. Aan het einde van de les blijft er voldoende ruimte over om terug te blikken en na te gaan of de leerlingen de lesstof ook daadwerkelijk begrepen hebben en de lesdoelen hebben behaald. Het 70 minutenrooster stelt de docenten meer in staat om effectief feedback te geven op het leerproces en rekening te houden met verschillen tussen leerlingen. Daarnaast geeft het ook rust in de school, onder meer doordat er minder verschillende lessen en daarmee minder opstart- en afbouwmomenten per dag voor leerlingen en docenten zijn. 1.7.3.1 Havo/vwo Formatief handelen De afgelopen jaren is het aantal summatieve toetsen (voor een cijfer) danig teruggedrongen, zeker in de onderbouw. Hiermee neemt de (toets)druk die leerlingen ervaren af. Zolang leerlingen van toets naar toets werken en onder hoge druk op korte termijn toetsen voorbereiden, gaat veel kennis verloren. Er is immers onvoldoende gelegenheid om kennis in het langetermijngeheugen op te slaan. Daarom werken de docenten meer en meer formatief: tijdens (kleinere) meetmomentjes (zonder cijfer) wordt in kaart gebracht hoe een leerling ervoor staat en hoe hij zichzelf verder kan ontwikkelen. Het stellen van open vragen, een quizje of een start met drie vragen over de vorige les zijn waardevolle formatieve middelen. Het geeft de docent tevens inzicht in het leerproces van de leerlingen. Zo kan hij zijn onderwijs beter afstemmen op de leerbehoeftes. Met gerichte feedback van de docent of van klasgenoten (‘peerfeedback’) kan de leerling verder werken aan de leerdoelen. Net als in 2019 zijn in 2021 diverse collega’s intern geschoold in didactisch coachen, formatief handelen en de langere lesduur. Op een lesvrije studiedag in april stonden deze thema’s ook centraal, waarbij er ruimte was voor workshops en good practices van eigen collega’s. Deze scholing blijven we voorlopig aanbieden en de werkgroep Formatief Handelen houden we in stand, onder meer om in september 2021 een intervisieproject rondom deze onderwijsontwikkeling te starten. De toegekende subsidie Schoolkracht maakt dit project voor de werkgroep en 24 deelnemende collega’s mogelijk. De ontwikkeling doet recht aan de wens naar meer keuzevrijheid voor leerlingen in hun leerproces. Keuzevrijheid leidt tot motivatie. Leerlingen zullen zich meer eigenaar van hun leerproces voelen.

27


Minkema Discovery Een ander middel om tegemoet te komen aan de behoefte tot meer keuzevrijheid is het programma van talentmodules: Minkema Discovery. In 2019-2020 is dit gestart in leerjaar 1. In 2020-2021 kende het zijn primeur in leerjaar 2. In november 2021 was de aftrap voor leerjaar 3. Door corona hebben we veel modules moeten uitroosteren in de twee voorgaande leerjaren. In 2021-2022 maken we in die zin een ‘doorstart’ met het Discovery-programma. De eerste periode, van september tot november, hebben we i.k.v. de achterstanden bijspijkermodules aangeboden i.p.v. talentmodules. Per periode kiezen leerlingen twee modules uit vier (voor gymnasiasten vijf) talentstromen. Het is dit schooljaar wederom gelukt om alle leerlingen hun modules van eerste keuze toe te wijzen. 1. 2. 3. 4. 5.

Discover Arts: kunst & cultuur Discover Nature: natuur & grote vraagstukken Discover Society: maatschappij & wereldburgerschap Discover Tech: science, onderzoek & ontwerpen (O&O) Discover Classics: extra uitdagende modules voor gymnasium De talentstromen sluiten aan bij de verschillende profielen in de bovenbouw. In de modules komt kennis van verschillende vakken bij elkaar. Leerlingen gaan in gemengde groepen van havo en vwo aan de slag met een vraagstuk waarbij ze gebruik maken van de lesstof uit de verschillende vakken. Hierbij trainen zij onder meer vaardigheden als onderzoekend leren, analyseren, presenteren, debatteren en creatief denken. Ze werken niet met een lesmethode en werken ook niet toe naar een toets voor een cijfer. Het eindproduct, dat in samenwerking tot stand is gekomen, kan van alles zijn: een presentatie, een ontwerp, een product. Het resultaat moet uiteraard voldoende zijn.

Discover Tech bestaat op dit moment uit het vak O&O. Dit vak is gekoppeld aan onze ambitie om Technasium aan te bieden. September 2021 stapten we in het introductiejaar van het Technasium; in mei 2022 verwachten we te horen dat we per 2022-2023 het predikaat Technasium mogen dragen. Onze technator onderhoudt contacten met het bedrijfsleven van Woerden e.o. en betrekt bedrijven bij de opdrachten voor het vak O&O. Ook werkt zij samen met WTT en de TechnoHub. Ter voorbereiding op de officiële Technasium-status zijn we in september 2021 met O&O-klassen gaan werken: drie klassen in leerjaar 1 en twee klassen in leerjaar 2. Voor andere dan Technasiumleerlingen ontwikkelen we nieuwe modules in de talentstroom Discover Tech. 1.7.3.2 Vmbo Pedagogisch klimaat Schooljaar 2020-2021 stond opnieuw in het teken van het verbeteren van het pedagogisch klimaat. De Inspectie van het Onderwijs is zeer positief over ons onderwijs en de bijbehorende resultaten. Dit 28


bleek echter nog onvoldoende uit tevredenheidsonderzoeken die zijn afgenomen onder de leerlingen. Vanwege de lockdown vorig schooljaar is er geen valide meting meer beschikbaar, maar het pedagogisch klimaat blijft een belangrijk aandachtspunt. Vanwege de mondkapjesplicht ligt er een extra druk op dit onderwerp; de sfeer op school wordt hierdoor duidelijk beïnvloed. Het veel aan moeten spreken van leerlingen werkt belemmerend voor een goede sfeer.. We investeren niet alleen in het onderwijsklimaat maar ook in de ondersteuning van het onderwijsleerproces. Dat doen wij onder meer door gerichte ondersteuning te bieden aan de medewerkers. Met de inzet van een pedagogisch medewerker in alle afdelingen is er een goede stap gezet t.b.v. het pedagogisch klimaat. Zij ondersteunen de afdelingsleiders en dragen zorg voor de sociale veiligheid van de leerling. Leerlingen weten hen te vinden. Een grote meerwaarde is dat er rust heerst in school, docenten weten dat leerlingen die de les verlaten adequaat worden opgevangen en dat hen een luisterend oor wordt geboden. Momenteel hebben wij veel uitval in de personele bezetting van de pedagogisch medewerkers. Het effect daardoor op de rust in de school is duidelijk te merken. Onze ambitie is om in schooljaar 2021-2022 op dit onderdeel (pedagogisch klimaat) ruim boven de benchmark te scoren. De zes rollen van de docent In de lessen werken wij volgens het didactisch principe van de zes rollen van een docent. Goed lesgeven wordt ondersteund door handvatten in de vorm van zes verschillende rollen. Rollen die voor iedere docent heel herkenbaar zullen zijn. Elke docent, ervaren of startend, kan zich ontwikkelen binnen de zes rollen. Soms is er een rol die de docent nog niet laat zien, terwijl de leerlingen of de situatie daar juist wel om vragen. Het kan zijn dat een bepaalde rol een voorkeur heeft van de docent, maar niet meer voldoende bijdraagt aan de effectiviteit van de les. Ook kan het zo zijn dat de docent vooral docentgestuurd lesgeeft, terwijl de klas of de situatie erom vragen om de leerlingen meer los te laten (of anders vast te houden) en er een aanpassing in de rol mag zijn. De zes rollen bieden de docent handvatten om zijn of haar repertoire verder uit te breiden. Iedere rol heeft een aantal kerntaken die beschrijven wat een docent kan doen om deze rol effectief in te vullen. Elke kerntaak heeft indicatoren die bedoeld zijn als richtlijnen voor gedrag die passen bij de gewenste vorm van sturing. De zes rollen zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

De docent als gastheer De docent als presentator De docent als didacticus De docent als leercoach De docent als pedagoog De docent als afsluiter

Afgelopen schooljaar is een scholingstraject afgerond in samenwerking met CPS. Een deel van het docentencorps is op basis van interesse en voorkennis geschoold in de vierde rol, die van leercoach. 29


In het huidige schooljaar 2021-2022 worden de verschillende rollen in de afdelingsoverleggen besproken. Door middel van korte inleidingen en ‘best practice’ zorgen we ervoor dat de zes rollen een belangrijke plek in ons onderwijs blijven innemen. Formatief handelen In schooljaar 2021-2022 is het ons streven om het aantal summatieve toetsen (voor een cijfer) danig terug te dringen. Hiermee neemt de (toets)druk die leerlingen ervaren af. Indien er minder getoetst wordt, kunnen de docenten in plaats daarvan meer formatief werken: tijdens meetmomenten (zonder cijfer) wordt in kaart gebracht hoe een leerling ervoor staat en hoe hij zichzelf verder kan ontwikkelen. Het stellen van open vragen, een quizje of laten invullen van exit-tickets zijn waardevolle formatieve middelen. Het geeft de docent tevens inzicht in het leerproces van de leerlingen en hij kan zijn onderwijs beter afstemmen op de leerbehoeftes. Ook in de rol van didacticus, waarin differentiëren een grote rol speelt, is het formatief evalueren een goed instrument. De langere lesduur van 70 minuten vraagt een andere inrichting van de les. Aan het kop-romp-staart model wordt tijdens afdelingsoverleggen en studiedagen aandacht besteed. In deze langere les is er meer ruimte voor formatief evalueren en differentiëren. De vier mavo-stromen In september 2019 is er in klas 3 gestart met de opleiding Mavo Tech. Ondertussen is het programma van deze mavo-richting voldoende ontwikkeld voor klas 3 en klas 4. Datzelfde geldt voor Mavo Ondernemen, een GL-opleiding. Met de TechCampus van ROC Midden Nederland zijn, in het kader van het project Sterk Techniek Onderwijs (STO), afspraken gemaakt over het volgen van lessen door MavoTech-leerlingen op het ROC. Onze MavoTech-leerlingen volgen 1 keer in de week technieklessen op het ROC in Nieuwegein. Momenteel bieden wij vier mavo-stromen aan: 1. Mavo Tech: dit is een mavo-richting met een groot deel technische vakken en informatietechnologie, speciaal voor die leerlingen die mavo aankunnen én veel interesse hebben voor een technische opleiding. Je hebt een vast vakkenpakket, 6 examenvakken, techniek en informatietechnologie en onderzoekend en probleemoplossend leren 2. Mavo Ondernemen: ondernemend leren. Vast vakkenpakket, 5 algemeen vormende examenvakken (zoals wiskunde en Engels), 1 beroepsgericht examenvak: commercieel en secretarieel. Mavo Ondernemen is een Gemengde Leerweg. 3. Mavo Klassiek: uitstroomprofiel met 6 examenvakken, alle sectoren, brede vorming, gericht op vervolgstudie op het mbo. 4. Mavo/havo: uitstroomprofiel met 7 examenvakken, alle sectoren, brede vorming, gericht op doorstroom naar havo. In het tweede leerjaar worden onze leerlingen voorbereid op de verschillende stromen, onder meer tijdens oriëntatielessen en voorlichtingsrondes. Met het aanbod van de vier stromen doen wij recht aan interesses en talenten van onze leerlingen.

30


Brede basis/kaderberoepsgerichte leerweg Binnen de basis- en de kaderberoepsgerichte leerweg leiden we de leerlingen zo lang mogelijk kansrijk op. Dat betekent dat we tot en met leerjaar 3 gemengde basis/kaderklassen hebben. De leerlingen in die klassen kunnen aan het eind van leerjaar 3 nog doorstromen naar een kaderklas of 1 of 2 vakken op een hoger niveau (het kaderniveau) afsluiten. Ook kaderleerlingen kunnen 1 of 2 vakken op TL-niveau afsluiten. In september 2020 zijn voor het eerst 2 leerlingen vanuit het examenjaar basis-4 doorgestroomd naar kader-4. Wij willen onderzoeken of het stapelen van diploma’s voor leerlingen die een mbo-opleiding op niveau 3 of 4 willen doen, werkt en kansrijk is. Onze b/k-afdeling biedt de leerlingen een breed palet aan keuzevakken. Hiermee doen wij recht aan de interesses van leerlingen en garanderen wij een aansluiting bij alle mbo-opleidingen in de regio. Het aanbod van keuzevakken evalueren wij jaarlijks. Hiervoor zoeken wij actief contact met mbo-opleidingen in de regio. Sinds november 2020 werken we binnen het vmbo nauw samen met de TechnoHUB in Woerden. Drie groepen leerlingen krijgen daar fiets- en scootertechniek, twee van de keuzevakken. De samenwerking met de TechnoHUB moet onze contacten met het bedrijfsleven in Woerden versterken en het opleidingsaanbod voor onze leerlingen verbreden. Wij onderhouden goede contacten met de verschillende mbo-opleidingen in de regio (MBO Rijnland en ROC Midden Nederland). Het contact met MBO Rijnland vindt plaats als leerlingen aangemeld worden voor de Entreeopleiding. In schooljaar 2020-2021 is een pilot gestart met een stageplek voor studenten die de opleiding onderwijsassistent volgen. Ook het afgelopen jaar liepen er studenten van zowel MBO Rijnland als ROC Midden Nederland bij ons stage. We merken helaas wel dat de coronapandemie een belemmerende factor speelt in de verdieping van onze contacten en de voortgang van verdergaande samenwerking. We hopen dit op te kunnen pakken in schooljaar 2022-2023.

1.7.4 Overige activiteiten Na 10 weken online thuisonderwijs gingen alle leerlingen van het Minkema College weer drie weken naar school. In twee groepen volgden zij toen de lessen (de ene helft van de klas op school en de andere helft vanuit huis). Op 25 en 26 maart gaf professioneel danser Redouan Ait Chitt, beter bekend als Redo, een motivatiespeech aan de 4e-jaars leerlingen van het vmbo. We zagen dat onze leerlingen het door de lange lockdown lastig vonden om gemotiveerd te blijven. Met het bijzondere verhaal van Redo wilden we onze leerlingen inspireren en hen laten zien dat met de juiste houding en persoonlijke drive eigen grenzen verlegd kunnen worden. Om de leerlingen weer ‘bij de les te krijgen’ werden er diverse programma’s opgestart om de vertraging in de lesstof in te halen, zoals bijspijkertrajecten. Bij de 4e-jaars leerlingen zagen we dat zij zich zorgen maakten over hun examen. Om hen een extra hart onder de riem te steken hebben we daarom danser Redo uitgenodigd om zijn bijzondere verhaal te vertellen. Hij is een voorbeeld van hoe je om kunt gaan met tegenslagen en het geloof in je eigen kunnen. ‘No excuses, no limits’. 31


Cateraar de HALL van het Minkema College heeft een half jaar na zijn start de gouden Schoolkantine Schaal 2021 van het Voedingscentrum ontvangen. Nadat in 2019 de zilveren schaal was behaald, zijn nu de volgende stappen gezet om de kantine nóg gezonder te maken voor de leerlingen. Op donderdag 22 april 2021 werd de schaal online ‘uitgereikt’ aan cateraar Frans van Hall voor zowel de kantine op de locatie Minkemalaan als op de locatie Steinhagenseweg. Begin juni gingen onze leerlingen in debat over actuele politiek en politieke problemen in Nederland. Op de havo/vwo-locatie kwam Sylvana Simons, Tweede Kamerlid en partijleider van BIJ1, op bezoek en op de vmbo-locatie traden drie lokale politici aan om in gesprek te gaan met de leerlingen. Op vrijdag 11 juni ging Sylvana Simons in debat met vierdeklassers havo en vwo over de pluriforme samenleving. Zij heeft daar uitgesproken ideeën over. Dit was een uitgelezen kans voor onze leerlingen om hierover met haar in gesprek te gaan. Ook andere politieke thema’s kwamen aan bod, naast meer persoonlijke vragen over haar motivatie om de politieke arena in Den Haag te betreden. Een vertegenwoordiging van de leerlingen ging in de aula in debat met Simons, terwijl de andere leerlingen in een lokaal de discussie via een videoverbinding konden volgen, vragen konden stellen en konden stemmen over de opvattingen van Simons. Op woensdag 9 juni bezochten Marieke van Noort (Progressief Woerden), Florian van Hout (VVD) en Hendrie van Assem (Inwonersbelangen) de vmbo-locatie van het Minkema College. De gemeenteraadsleden kwamen langs bij alle derde klassen om met hen in debat te gaan over diverse maatschappelijke thema's die hen aan het hart lagen, waaronder: ‘Jongeren hebben meer recht op het coronavaccin dan ouderen’ en ‘Er zijn voldoende hangplekken voor jongeren in Woerden’. Het Minkema College probeert in het kader van burgerschapsvorming de (Woerdense) samenleving naar de school te halen en laat zich daarmee horen in het publieke debat. Door deze debatten te organiseren, dagen we onze leerlingen uit om betrokken, democratische burgers te worden die altijd op zoek zijn naar de dialoog. Inmiddels heeft het Minkema College een indrukwekkend rijtje Kamerleden en ministers op bezoek gehad: Sophie in ’t Veld (D66), Dion Graus (PVV), Zohair El Yassini (VVD), Liane den Haan (50 Plus), Arie Slob (CU), premier Mark Rutte (VVD) en met Sylvana Simons een uitgesproken fractievoorzitter van een opvallende nieuwe partij. Joseph Oubelkas zat 1.637 dagen onschuldig in de gevangenis. Hij vertelde op 9 november tijdens een unieke lezing voor onze leerlingen in leerjaar 4-6 havo & vwo zijn bijzondere verhaal. Het thema van deze lezing was: Van lijden naar leiden.

32


Hij deelde zijn inspirerende verhaal over zijn onterechte gevangenschap in Marokko in de hoop iets voor onze leerlingen te kunnen betekenen. Zijn boodschap: "je hebt je eigen lot in handen. Wat er ook op je pad komt, jij bepaalt hoe je er mee omgaat." Centraal in zijn verhaal stonden onderstaande vragen: ● Hoe motiveer ik mijzelf als de wereld om mij heen in elkaar valt? ● Wat vraagt het om in mijn waarden te blijven geloven als die dagelijks worden bedreigd: ‘Wie ben ik en waar sta ik voor?’ ● Hoe geef ik de mensen om mij heen een teamgevoel en inspireer ik anderen?

Op 8 en 11 november maakten vmbo-leerlingen van het Minkema College allerlei creaties tijdens workshops op school, zoals sleutelhangers, sieraden, kaarten en puzzels. Deze creaties konden door iedereen uit Woerden en omgeving worden besteld via een speciaal door leerlingen gemaakte website. De opbrengst van de verkochte producten ging naar het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht. Deze goede doelenactie van de leerlingen sloot goed aan bij het burgerschapsonderwijs van het Minkema College. Burgerschap zit in het DNA van de school en vormt een belangrijk onderdeel van het lesprogramma. Leerlingen ontplooien zich op school hierdoor niet alleen als individu, maar ook als onderdeel van de samenleving. Onze leerlingen zetten zich in voor diverse maatschappelijke projecten. Dit WKZ-project is daar een mooi voorbeeld van. Daarnaast kwamen onze leerlingen het afgelopen jaar in actie tijdens de week tegen het pesten, Coming Out Day, Paarse Vrijdag en de Week tegen Eenzaamheid.

1.8 Nationaal Programma Onderwijs Het Minkema College heeft in het voorjaar van 2021 een zogenaamde taskforce opgericht om te komen tot een plan. Het plan is bedoeld om corona-achterstanden weg te werken en om structurele

33


problemen op te lossen om zo te komen tot een duurzame verbetering van het onderwijs. De interventies moeten voldoen aan het door de overheid opgestelde keuzemenu. Allereerst is er een zogenaamde schoolscan uitgevoerd op basis van de resultaten vanuit het leerlingadministratiepakket (MMP), enquêtes onder leerlingen en ouders, inventarisatie bij secties en vakgroepen én gesprekken met docenten en ondersteuners. Vervolgens is er een plan van aanpak gemaakt voor het schooljaar 2021-2022. Hierin staan de resultaten van schoolscan, de daaruitvolgende doelen en voorgestelde interventies om deze doelen te bereiken. De MR heeft hier vervolgens mee ingestemd. Er is voor een breed spectrum aan interventies gekozen. In 2021 lag de nadruk op het opstarten van de volgende interventies: -

-

Meer onderwijs, in de vorm van bijlessen (individueel en in groepen), huiswerkklas en SE-trainingen Sociaal emotionele en fysieke ontwikkeling van leerlingen, in de vorm van leuke start- en mentoractiviteiten voor de leerlingen, versterking van het zorgaanbod en versterking van het mentoraat op het vmbo. (Extra) inzet van personeel, in de vorm van extra uren voor zorgmedewerkers (zowel in loondienst als niet in loondienst) en de inzet van extra personeel via Athena en Yeppe.

Voor de inzet van personeel niet in loondienst is gekozen vanwege de verhoogde hulpvraag van leerlingen. Zowel aan de zorgvraag als aan de vraag om extra inhoudelijke ondersteuning kan niet volledig worden voldaan door het personeel in loondienst. Waar mogelijk en wenselijk heeft het personeel in loondienst extra uren gekregen voor taken, maar daarnaast blijkt externe inzet ook nodig. Daarnaast is één van onze gestelde doelen het verlagen van de werkdruk voor docenten. Ook daarvoor is de inzet van extra personeel nodig. De eerste evaluatie van de resultaten vindt plaats in januari en februari 2022. Van enkele losse activiteiten zijn wel al resultaten bekend: uit leerlingenquêtes blijkt dat de startactiviteiten (Mink Summerfest, Duinrell en een lezing van Joseph Oubelkas) leerlingen daadwerkelijk sociaal hebben geholpen. Uit de evaluaties van de SE-trainingen blijkt dat leerlingen hier inhoudelijk veel van geleerd hebben.

1.9 Financiële positie en resultaten in 2021 1.9.1 Kengetallen De financiële prestaties van het Minkema College laten zich goed typeren door een aantal kengetallen. Deze getallen sluiten aan op de gehanteerde kengetallen van de Inspectie van het Onderwijs. Door de in 2021 ontvangen NPO middelen is het publieke deel van het eigen vermogen wel boven de signaleringswaarde van de Inspectie van het Onderwijs voor mogelijk bovenmatig eigen vermogen gekomen. Door besteding van deze subsidie in 2022 en 2023 komt het eigen vermogen van het Minkema College weer onder de signaleringswaarde. Budgetbeheer: Rentabiliteit, Liquiditeit en Investeringsratio De rentabiliteit kent in de komende twee jaren (2022 en 2023) een negatieve waarde. De oorzaak hiervan ligt in de uitgestelde besteding van de NPO middelen die wij in 2021 en 2022 in onze baten 34


dienen te verantwoorden. Vanaf 2024 zien we naar verwachting een terugkeer naar een regulier niveau. Dit is uiteraard sterk afhankelijk van de vraag of wij in staat zijn om in de geplande periode tot een goede besteding van de NPO middelen kunnen komen. De liquiditeit beweegt zich op een comfortabel niveau. Voor de investeringsratio zien we wat fluctuaties over de jaren. De achtergrond hiervan is de geïntensiveerde plannen om onze activa (met name op het ondersteunende domein) weer op niveau te brengen. Vermogensbeheer: solvabiliteit en weerstandsvermogen Ook vanuit vermogensbeheer zien we een stabiel en comfortabel niveau in de ratio’s. Dit geldt zowel voor de resultaten in de afgelopen jaren als ons toekomstbeeld. Dit maakt dat een verdere toelichting hier niet noodzakelijk is.

1.9.2 Risicomanagement Er kunnen zich gebeurtenissen voordoen die ertoe leiden dat we er niet in slagen om de in het strategisch plan geformuleerde ambities te verwezenlijken. Het geheel aan maatregelen die we treffen om ervoor te zorgen dat deze gebeurtenissen zich niet voordoen of dat de impact gering is noemen we risicomanagement. Het begrip “risicobereidheid” is hier onderdeel van. De risicobereidheid van het Minkema College is de mate waarin het Minkema College bereid is risico’s te nemen in de realisatie van haar doelstellingen. De risicobereidheid verschilt per risicocategorie:

35


Categorie

Risicobereidheid

Toelichting

Strategisch

Gematigd

Het Minkema College is bereid gematigd risico’s te nemen bij het nastreven van haar ambities zoals verwoord in het strategisch beleidsplan. Het Minkema College is continue op zoek naar haar maatschappelijke functie met betrekking tot het onderwijs (lage risico acceptatie) en haar ambities en initiatieven voor innovatie van het onderwijs (hogere risico acceptatie).

Financieel

Laag

Het Minkema College stuurt op een gezonde financiële positie in meerjarig perspectief om primair de continuïteit van het onderwijs inclusief ondersteuning te waarborgen. We zijn beperkt bereid risico’s te lopen die de signaleringsgrenzen van de Inspectie van het Onderwijs in gevaar brengen/overschrijden.

Operationeel

Laag

Het Minkema College richt zich vooral op het behoud van de continuïteit van de primaire en ondersteunende processen. We streven ernaar de risico’s die deze continuïteit in gevaar kunnen brengen zoveel mogelijk te beperken/mitigeren. Onze risicoacceptatie is in dit verband laag. Voorbeelden zijn: personeel, huisvesting, IT-infrastructuur, facilitaire ondersteuning en (financiële) informatievoorziening.

Compliance

Laag

Het Minkema College voldoet aan alle van toepassing zijnde weten regelgeving. We hebben daarbij in het bijzonder aandacht voor wet- en regelgeving op het gebied van onderwijs- en onderzoekskwaliteit, veiligheid op scholen, aanbestedingen, financiële rapportage en AVG. Het Minkema College hanteert een zero tolerance beleid bij corruptie, fraude en alle andere vormen van ongewenst gedrag.

Het deel van de risico’s die voorzienbaar en reëel zijn verwerken wij in de begroting. Dit kan per begrotingsjaar verschillen. Voor risico’s waarbij het moment en de omvang zodanig onzeker zijn, dat dit niet redelijkerwijs is in te schatten, zetten wij onze vermogenspositie in.

1.9.3 Publiek/Privaat vermogen Het eigen vermogen van het Minkema College kent een solide omvang dat voldoende is om mogelijke risico’s op te vangen. Naast een bufferreserve die 5% van de totale baten bedraagt is er ook een mobiliteitsreserve van € 500.000 voor het opvangen van boventalligheid bij daling van het leerlingenaantal of voorfinanciering als juist sprake is van een groei.

36


1.9.4 Analyse van het resultaat 2021

Toelichting Exploitatieontwikkeling in vergelijking met de begroting Voor 2021 was een negatief resultaat van € 652.000 begroot, maar het boekjaar werd afgesloten met een positief saldo van ruim € 2,65 miljoen. Vanwege een verwachte daling van het aantal leerlingen was in de begroting gerekend met lagere Rijksbijdragen en personeelslasten in vergelijking met 2020. De reguliere Rijksbijdragen kwamen echter bijna € 1,1 miljoen hoger uit dan begroot, vooral door een hogere bijstelling (indexatie) dan waarmee was gerekend. Daarnaast werd aan overige subsidies € 2,3 miljoen meer van OCW ontvangen dan ingecalculeerd. Dit kwam vooral door de ‘Corona-subsidies’ NPO (Nationaal Programma Onderwijs: € 1,76 miljoen) en IOP (Inhaal- en Ondersteuningsprogramma’s: € 0,55 miljoen). Bij het opstellen van de begroting 2021 konden deze subsidies nog niet worden voorzien. In het kader van deze toegekende subsidies is extra personeel ingezet om opgelopen leerachterstanden weg te werken, maar hoewel de volledige subsidie in 2021 moet worden opgenomen is een substantieel deel hiervan niet besteed in het verslagjaar. De personeelslasten kwamen ruim € 0,5 miljoen hoger uit dan begroot. Voor de NPO-baten die nog niet besteed zijn in 2021 wordt een bestemmingsreserve gevormd van bijna € 1,5 miljoen. Het is de bedoeling dat dit bedrag in 2022 en 2023 besteed wordt aan de met de MR afgestemde NPO-doelstellingen. Exploitatie 2021 in vergelijking met 2020 De verschillen tussen de realisatie in 2021 met het boekjaar 2020 worden voornamelijk door de Corona-subsidies en indexatie van de bekostiging en CAO aanpassingen in 2021 veroorzaakt.

37


1.9.5 Analyse balans per 31 december 2021

Toelichting De belangrijkste verschillen in de balans ten opzichte van 2020 zijn de sterk toegenomen liquide middelen en het eigen vermogen. Beide stijgingen zijn vooral ontstaan door extra subsidies, waaronder de subsidie vanuit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) die in 2021 uitbetaald is, maar waarvan de besteding in de komende jaren (met name 2022 en 2023) is gepland. Het volledige subsidiebedrag moet echter in 2021 als baten verantwoord worden.

1.9.6 Treasury en liquiditeitspositie Het Minkema College heeft in 2017 een treasurystatuut vastgesteld en dit heeft in 2021 een update gehad. In dit statuut wordt treasury omschreven als het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de geldstromen en de hieraan verbonden risico’s. Het treasurystatuut sluit aan bij de regeling “beleggen, belenen en derivaten OCW 2016”. De stichting Minkema College heeft geen beleggingen. In 2005 is bij de BNG Bank een langlopende lening aangegaan van € 1.500.000 en deze heeft een looptijd van 40 jaar. In 2007 is het Minkema College overgegaan op schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën.

1.10 Continuïteitsparagraaf Een belangrijke basis voor de continuïteitsparagraaf wordt gevormd door de meerjarenbegroting. Hierin hebben we onze ambities, speerpunten, doelstellingen en voorgenomen activiteiten voor 2022 in financiële zin vertaald. De begroting voor 2022 kan als volgt worden samengevat:

38


Toelichting De financiële positie, uitgedrukt in de kengetallen solvabiliteit en liquiditeit, is vanwege de Corona-subsidies sterk verbeterd. Door extra geplande uitgaven in 2022 en 2023 ten laste van de bestemmingsreserve NPO zullen deze kengetallen weer op het niveau komen van eerdere jaren. Daarmee blijft de financiële positie van het Minkema College ruim voldoende. Leerlingen In de begroting houden we in de komende jaren rekening met een teruggang van het aantal leerlingen. Hierbij passen we onze formatie aan op een wijze dat er sprake is van een soepele overgang en een “zachte landing”. Investeringen De voorgaande jaren hebben we fors geïnvesteerd in de locatie aan de Steinhagenseweg. Het afgelopen jaar hebben we geïnvesteerd in de Makerspace en de ICT van beide locaties. Formatie

1.10.1 Personeelsbezetting en aantal leerlingen

Zoals hierboven aangegeven laten we de toekomstige formatie meebewegen met de verwachte leerlingontwikkeling.

39


1.10.2 Staat van baten en lasten

Toelichting Baten In de schooljaren 2021/2022 en 2022/2023 krijgen wij extra middelen toegekend om de door Corona opgelopen achterstanden in te lopen. We zien hierbij dat de toedeling van baten aan kalenderjaren niet één-op-één loopt met de bestedingen hiervan. Hierdoor zien we in 2021 een fors positief resultaat ontstaan (door een overschot op NPO-middelen), die we vervolgens verwachten te besteden in 2022 en 2023. Daardoor is er in die jaren sprake van een boekhoudkundig verlies, dat bij de resultaatbestemming in mindering zal worden gebracht op de eind 2021 gecreëerde NPO-bestemmingsreserve. Vanaf het schooljaar 2023/2024 zijn deze extra middelen niet meer beschikbaar waardoor de baten in die jaren naar een “normaal” niveau zakken. Lasten Zoals bij de baten is toegelicht is er met name in de jaren 2022 en 2023 sprake van extra (NPO) uitgaven. Hierdoor komt het boekhoudkundig resultaat in die jaren negatief uit. De uitgaven zullen conform de gemaakte plannen ingezet worden, echter het is op dit moment niet in te schatten of dat bij de reguliere formatie het geval zijn, of meer onder inhuur. Overige Impact Covid-19 Zowel bij de baten als de lasten zien we dat de toekenning en besteding van de NPO middelen leiden tot een verschuiving in de exploitatie over de jaren. Enerzijds splitsen we dit effect bij de resultaatbestemming en zorgen we er bij de interne rapportages voor dat er een heldere splitsing

40


wordt gemaakt tussen reguliere en NPO uitgaven. Hiervoor is o.a. een actieve koppeling gelegd tussen ons MIS en Foleta, zodat we de aan NPO bestede taken makkelijk inzichtelijk krijgen. Nationaal Programma Onderwijs In 2021 is voor € 1.760.000 aan NPO-subsidie ontvangen. Hiervan is in 2021 bijna € 300.000 besteed. Het resterende bedrag van bijna € 1.500.000 euro is opgenomen in een bestemmingsreserve met bestedingsdoelen voor 2022 en 2023. De bestedingsdoelen zijn met de medezeggenschapsraad afgestemd. Gesignaleerde risico’s Naast dat de leerlingontwikkeling leidend is voor ons meerjarenbegroting is het ook duidelijk dat het goed prognosticeren hiervan lastig is. Dit maakt dat we in onze meerjaren analyse/begroting werken met scenario’s. Met name de ontwikkeling in Utrecht-West kunnen van grote invloed zijn op onze toekomstige leerling populatie. Vooralsnog zien we daar nog geen tekenen van en mag het Minkema zich verheugen in een grote belangstelling uit de brede regio. Conclusie Wij zien dat het Minkema relatief sterk door de afgelopen periode is gekomen en in staat is gebleken ook in die periode aantrekkelijk te blijven voor een grote groep leerlingen en medewerkers. Wij zijn dus voorzichtig optimistisch dat wij de komende jaren kunnen voortbouwen op een stabiele groep leerlingen. Tevens hebben wij onze processen in de afgelopen twee jaar zodanig ingericht dat wij tijdig kunnen bijsturen als blijkt dat ontwikkelingen anders zijn dan verwacht.

1.10.3 Balans

Toelichting Zoals uit de eerder toegelichte ontwikkeling van de financiële ratio’s ontwikkelt de balans zich in positieve zin. Door de verwachte intensivering van de investeringen zien we een tijdelijke toename van de materiële vaste activa in 2022 en 2023. Daarnaast zien we de liquide middelen en het EV meebewegen met de verwachte besteding van de NPO-middelen.

41


1.10.4 Overige rapportages Rapportage over de aanwezigheid en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen. Het interne risicobeheersingssysteem bestaat uit de volgende onderdelen: Rapportagecyclus Naast een harde maandelijkse afsluiting van onze financiële administratie waarover een compact financieel verslag wordt opgesteld kent onze rapportagecyclus het ritme van 4, 8, 10 en 12 maanden. In deze (R) rapportages rapporteren wij integraal over de verschillende domeinen en besteden we in de financiële paragraaf aandacht aan zaken als liquiditeit, risico’s en actuele ontwikkelingen. Risicomanagement Periodiek beoordelen wij onze mogelijke risico’s. Daarbij maken wij onderscheid tussen risico’s die wij in de begroting hebben ondergebracht en andere risico’s. Op basis van deze inventarisatie nemen wij beheersmaatregelen die daarbij passend zijn. Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden Zie ook paragraaf 1.9.2 Als belangrijkste risico’s die de realisatie van het financiële beleid kunnen belemmeren, zien we: 1 Leerlingen De ontwikkeling van de leerlingaantallen als gevolg van een toenemende concurrentiepositie is een punt van zorg. Dit komt vooral door de plannen met betrekking tot de komst van nieuwe scholen aan de westkant van Utrecht. Utrecht is in de loop van de afgelopen jaren een steeds groter deel van ons voedingsgebied geworden en daarmee is onze afhankelijkheid van dit deel van onze regio groot. . 2 Personeel Dalende leerlingaantallen hebbenook een weerslag op de formatie en hierbij is een te kleineflexibele schil dan direct een risico. Daarnaast zijn er een aantal dossiers op langdurig ziekteverzuim. Het kunnen voldoen aan de gemaakte afspraken in het kader van de functiemix en de risico’s die behoren bij bovenwettelijke uitkeringen beschouwen we ook als risico’s voor het Minkema College.

1.11 Terugblik 2020 en toekomstige ontwikkelingen 1.11.1 Ontwikkeling leerlingaantallen (exclusief VAVO) Aantal leerlingen per teldatum 1 oktober

2019-2020

2020-2021

2021-2022

684

714

648

HAVO/VWO

1.814

1.794

1.798

Totaal

2.498

2.508

2.446

VMBO

42


1.11.2 Externe en interne ontwikkelingen In de zuidwestregio van Utrecht worden in de komende periode zowel nieuwe PO als VO scholen gebouwd. Aangezien een deel van onze leerlingen uit deze regio komt, houden we rekening met een daling in de toekomst. We willen hierop tijdig anticiperen. met dat doel starten we in het voorjaar van 2022 een imago-onderzoek. De opbrengsten van dit onderzoek fungeren als bouwstenen voor ons toekomstig PR-beleid. Bij de begroting 2023 zullen, mede op basis van de recente aanmeldingen, wij ons toekomstbeeld zonodig bijstellen.

1.11.3 Personeel In 2021 bedroeg de gemiddelde personele formatie 197,66 fte. Dit is een daling ten opzichte van 2020 (201,47 fte). Op peildatum 31 december 2021 waren er 254 medewerkers in dienst bij het Minkema College, dit is een dalende lijn ten opzichte van 2020 (268 medewerkers). Personele bezetting Totaal gemiddeld aantal fte’s Totaal ultimo het jaar in aantal Aantallen leerlingen (teldatum 1 - 10)

2018

2019

2020

2021

204,25

204,32

201,47

197,66

265

272

268

254

2.534

2.498

2.501

2.446

Strategisch HRM Alle stappen die het Minkema College zet op het gebied van haar personeelsbeleid passen bij de visie zoals opgetekend in het strategisch beleidsplan ‘Bagage voor het leven’. Hiermee ontwikkelt het Minkema College stap voor stap haar strategisch HRM. Het voortzetten van de generatieregeling, het tot stand komen van een nieuw toekomstbestendig functiebouwwerk, het medewerkersonderzoek, maar ook het open staan voor nieuwe methoden van organiseren dragen aan hieraan bij. Tevens worden alle HRM gerelateerde zaken getoetst op het strategisch beleidsplan en de plannen van het onderwijs. Medewerkers worden regelmatig gevraagd om input te leveren aan organisatiebrede vraagstukken. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van een projectgroep voor een dag, projectgroepen voor een aantal maanden zoals voor het ontwikkelen van nieuw taakbeleid tot aan taskforces die verantwoordelijk zijn voor de juiste inzet van de NPO gelden. Naast deelname aan project- en werkgroepen worden medewerkers iedere maand twee keer in het Minkema Journaal en een keer per zes weken in het BestuursBulletin op de hoogte gehouden van de ontwikkeling van beleid en de vaststelling daarvan. Ook neemt de directie en het bestuur medewerkers mee in de visie en maatschappelijke vraagstukken. In de teams wordt door de afdelingsleiders aandacht geschonken aan nieuw beleid en worden medewerkers die deelnemen aan werk- en projectgroepen gevraagd het vastgestelde beleid uit te dragen. Beleidsvraagstukken en de evaluatie van vastgesteld beleid zijn opgenomen in de rapportage kalender. In 2021 is gestart met een collegebreed overleg waarbij de directeuren, afdelingsleiders en adviseurs gezamenlijk optrekken om (beleids)vraagstukken efficiënt te behandelen.

43


Professionalisering In 2021 is het nieuwe functiegebouw voor het onderwijs ondersteunend personeel (OOP) afgerond. Het opnieuw beschrijven en vastleggen van de functies geeft verder vorm en inhoud aan de ingezette weg na de herijking. De generiek opgestelde functies gelden voor de gehele school, wat randvoorwaardelijk is voor een goede samenwerking van het onderwijs ondersteunend personeel tussen de twee locaties. Medewerkers van het OOP die geen zorggerelateerde functie hebben, zijn in 2021 bij de afdeling bedrijfsvoering ondergebracht. In de komende twee jaren wordt met de teams hard gewerkt aan het verder optimaliseren van de ondersteuning van het onderwijs, het verder voortzetten van de onderlinge samenwerking en de verdere professionalisering van de teams en individuele medewerkers. Door de medewerkers van het OOP verder in hun kracht te zetten wordt het onderwijs steeds sterker ondersteund, wat bijdraagt aan nog beter onderwijs voor onze leerlingen. Het afronden van het functiegebouw OOP heeft ook de herstart gemarkeerd van de gesprekkencyclus voor deze groep medewerkers. Vitaliteit Vitaliteit is door Covid-19 nog explicieter onder de aandacht gekomen. De zorg voor de gezondheid en veiligheid van onze leerlingen en medewerkers speelt mee in iedere beslissing die de schoolleiding en het MT neemt. De richtlijnen van het RIVM en de GGD worden secuur opgevolgd. De zelftesten zijn stelselmatig aan leerlingen en medewerkers overhandigd en alert beleid is gevoerd op het dragen van de mondkapjes. Het voortduren van de pandemie speelt parten op alle fronten. Voor medewerkers geldt dat zij niet alleen de zorgen hebben over de eigen gezondheid, maar ook over die van de leerlingen. Subsidieregelingen maken dat het Minkema College armslag krijgt om de leerlingen te ondersteunen, maar het maakt ook dat dit organisatie en inzet van de medewerkers vraagt. De volharding en passie van de docenten, ondersteuners en leidinggevenden die zich voortdurend inzetten om leerlingen en collega’s te ondersteunen in deze tijd is bewonderenswaardig en waardevol. Naast de zorg voor lichamelijke klachten die kunnen ontstaan door een mogelijke Covid-19 besmetting is er ook zorg voor mentale klachten. In 2021 heeft het Minkema College daarom een hulplijn ingeschakeld die medewerkers kunnen bellen als zij dit nodig hebben. De zogenaamde ‘Beter in je vel-lijn’ is voor iedere medewerker gratis en anoniem te bellen. Ook is in het afgelopen jaar meer gebruik gemaakt van preventieve inzet van een psychologisch traject ter ondersteuning en waar mogelijk ter voorkoming van uitval. Strategische personeelsplanning/organisatieontwikkeling In 2021 is verder ingezet op het vervlechten van de twee locaties van het Minkema College. Op het gebied van samenwerking over de beide locaties is door het ondersteunend personeel een aantal stappen gezet. Zo vindt er meer uitwisseling plaats tussen de locaties door de beide conciërgeteams. Er is één BHV-plan voor de gezamenlijke locaties in ontwikkeling. De receptie is van twee locaties naar bezetting op één locatie gegaan en er is één mediathecaris voor beide locaties verantwoordelijk voor het beheren van de collectie. Daarnaast is er een roosterpakket aangeschaft dat in 2022 in gebruik zal worden genomen voor beide locaties en werkt het formatiepakket ook nog maar met één database. Voor de medewerkers die het onderwijs rechtstreeks ondersteunen werft het Minkema 44


College een tijdelijke leidinggevende die de opdracht krijgt de teams nog meer tot elkaar te laten komen en deze teams en de individuele medewerkers uit te dagen zich verder te professionaliseren. In 2023 verwacht het Minkema College grotere concurrentie van (meer) scholen in Utrecht. Wij voorzien daarom een zekere mate van krimp. In het aannamebeleid van het Minkema College heeft dit ertoe geleid dat nog meer dan voorheen vacatures met een uitzicht op een vast dienstverband alleen worden uitgeschreven als dit ook bij de prognoses en de personele ontwikkeling past. Vanuit het medewerkersonderzoek dat in 2021 is uitgevoerd, is onder andere naar voren gekomen dat de teamstructuur zoals deze nu is opgezet binnen het Minkema College niet leidt tot de gewenste optimale samenwerking binnen de organisatie. Leidinggevenden binnen het Minkema College geven leiding aan grote en soms heterogene groepen waardoor men zich als team minder herkent. Mede door het signaal uit het medewerkersonderzoek is georiënteerd op een andere manier van organiseren. ‘Teamgericht organiseren in het onderwijs’ van Ben van Hilst is als denkrichting door de schoolleiding en MT tijdens de tweedaagse in november 2021 verkend. Hoe en of dit een vervolg krijgt zal in het voorjaar van 2022 nader worden onderzocht. Aanpak lerarentekort Het aanpakken van het lerarentekort is ten tijde van een pandemie geen sinecure. Het Minkema College heeft in 2021 onder andere geprobeerd de werkdruk van docenten te verlagen door surveillancetaken over te laten nemen en is er meer ruimte gecreëerd voor het mentoraat. Echter met het voortduren van de pandemie komt er steeds meer druk op de docenten om het onderwijs te blijven organiseren in soms lastige omstandigheden. Digitaal of hybride lesgeven geeft niet hetzelfde leerrendement en creëert dat leerlingen, maar ook docenten, het zwaar hebben. De verkregen subsidies dragen bij aan het inlopen van achterstanden en stellen ons in de gelegenheid leerlingen sociaal-emotioneel te ondersteunen. De inzet van deze subsidies echter vergt veel inzet van personeel. Door het landelijke karakter en de omvang van de subsidies leidt dit er toe dat wij extra krapte op de arbeidsmarkt ervaren. Dit maakt dat wij soms vaker dan door ons gewenst externe partijen hebben ingeschakeld en is het ook niet altijd gelukt om vacatures succesvol te vervullen. Tijdelijke gelden zoals de subsidies maakt dat het Minkema College in 2021, maar ook in 2022 tijdelijk extra personeel zal inzetten. In 2021 is een samenwerking tot stand gekomen tussen het Minkema College en Instituut Archimedes: de Student Teacher Journey. Doel van deze samenwerking is het aanbieden van een deel van de lerarenopleiding. Op deze manier kan de opleiding nog beter aansluiten bij de praktijk. Naast deze kwalitatieve vooruitgang van de lerarenopleiding biedt het Minkema College ook kansen om studenten in een eerder stadium aan ons te binden. De eerste lichting gaat begin 2022 van start. Opleidingsschool Het Minkema College is een academische opleidingsschool en penvoerder van de AOS HUM. Deze samenwerking verloopt naar tevredenheid. Het contact tussen de schoolopleiders en andere scholen is uitstekend. Studenten en starters geven aan de begeleiding te waarderen. Er liep in schooljaar 2020-2021 een pilot bij het Minkema College met één instituutsopleider voor Universiteit en Hogeschool. Dit is een positieve ontwikkeling: onderwijs en praktijk komen op deze manier meer

45


samen. In schooljaar 2021-2022 is de pilot gecontinueerd. Op dit moment zijn er twee instituutsopleiders verbonden aan onze school. Vanuit de Universiteit Utrecht en de Hogeschool Utrecht is er vooralsnog niet veel te merken van een docententekort in het VO. De regio blijkt aantrekkelijk genoeg. Er is natuurlijk wel een aantal tekortvakken, maar de landelijk veel genoemde trend wordt (nog) niet herkend. We zien wel dat het lastiger om de vacatures voor de tekortvakken op het vmbo op een goede manier te vervullen. In het schooljaar 2021-2022 lopen er 36 studenten stage op het Minkema College, 23 van de Hogeschool Utrecht, 12 van de Universiteit Utrecht en 1 van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Medewerkersonderzoek In 2021 heeft het medewerkersonderzoek plaatsgevonden binnen het Minkema College. Het onderzoek is zoveel als mogelijk gelijk gehouden aan het eerdere medewerkersonderzoek uit 2018. In totaal heeft 70,8% van de medewerkers het onderzoek ingevuld. We maken op uit het onderzoek dat er wel een verschil is in tevredenheidsbeleving tussen de havo/vwo- en de vmbo-locatie. Punten waar men minder tevreden over is, heeft voor docenten te maken met de taakomvang en zich gezien voelen door leidinggevenden. Voor OOP is men minder tevreden over beloning en ontwikkelingsmogelijkheden. Uit het onderzoek en de open vragen is nauwelijks het effect van Covid-19 terug te zien. Wel merken we op dat medewerkers de wijze waarop veranderingen zijn ingezet niet altijd als positief hebben ervaren. Zeker ook bij de open vragen is vaak aangegeven dat medewerkers niet altijd het gevoel hebben dat zij betrokken worden. Vragen waar hoog op wordt gescoord door medewerkers hebben vaak te maken met de sfeer, het trots zijn op de school en dat ze het gevoel hebben bij de school te passen en een bijdrage te leveren. Naar aanleiding van het medewerkersonderzoek zijn afdelingssessies georganiseerd om verdere input op te halen. Vervolgens is een document opgesteld ‘Op weg naar meer vertrouwen’ waarin diverse basisafspraken zijn opgenomen. De onderwijsteams hebben deze doorgesproken en deze verder aangevuld. Het traject ‘eenvoudiger organiseren’ is een ontwikkeling die in gang is gezet door de uitkomsten van het medewerkersonderzoek. CAO In 2021 is er slechts beperkt een aanpassing geweest in de CAO VO. Er is een loonsverhoging en eenmalige uitkering toegekend. Daarnaast is de eindejaarsuitkering structureel verhoogd van 8% naar 8.33%. De looptijd van de nieuwe CAO VO is tot 1 januari 2022. Functiemix In het voorjaar van 2021 is een nieuwe sollicitatieprocedure uitgeschreven met een vacatureruimte gericht op het behalen van de streefcijfers van de functiemix. De vacatureruimte voor de LD functies is volledig gevuld. Echter voor LC-functies waren minder (geschikte) kandidaten dan dat er vacatureruimte was. Met de benoemingsprocedure LC/LD waarborgt het Minkema College dat docenten die benoemd worden in de hogere functie dit ook aantoonbaar aankunnen.

46


Verzuim In 2021 is het verzuimpercentage 5,91% en daarmee is het verzuimpercentage hoger dan in 2020 het geval was. totaal

OOP en directie

OP

2020

4,80%

4,18%

5,03%

2021

5,91%

5,62%

6,02%

In 2020 was het verzuim relatief laag in de periodes waarin thuisonderwijs is gegeven. In 2021 was dit effect beduidend minder. Ook is het verzuim in de vakantieperioden in 2021 relatief hoog. Normaliter ligt dit (vaak) ruim onder de 4%.

1.11.4 ICT We hebben de verantwoordelijkheid om het ICT-beleid aan te laten sluiten op de onderwijsvisie. Zo kunnen we ICT-middelen kiezen die nodig zijn om het onderwijsproces optimaal te ondersteunen. Het onderwijs wordt mede als gevolg van corona steeds digitaler.

47


We hebben in 2021 veel online lessen verzorgd en inmiddels worden vrijwel alle digitale leermiddelen via het internet afgenomen. Ook voor de meeste applicaties en de opslag van data wordt gebruik gemaakt van cloud-technologie. Deze ontwikkeling vraagt wat van onze infrastructuur. De ICT-infrastructuur moet er vooral voor zorgen dat toegang tot het internet is geborgd, dat systemen en applicaties goed met elkaar samenwerken en dat veiligheid goed is ingericht. We zullen hiervoor de infrastructuur verder moeten professionaliseren. De eerste stap, de professionalisering van de WIFI infrastructuur, is gezet. In samenwerking met het inkoopcollectief SIVON (Samenwerking Inkoop Voortgezet Onderwijs Nederland) is het project WIFI as a Service (WAAS) in gang gezet. Onze infrastructuur zal worden vernieuwd en connectiviteit verbeterd. Door de wereldwijde problematiek met grondstoffen is dit project niet gerealiseerd in Q4 2021 en de realisatie is nu voorzien in Q1 2022. Ook de invloed van “AVG” is steeds nadrukkelijker aanwezig. Naast de invoering van de Multi-Factor Authenticatie (MFA) als extra beveiliging bij hetinloggen door medewerkers op de Minkema omgeving is ook de veiligheid van Google Workspace een aandachtspunt geweest. De autoriteit persoonsgegevens (AP) heeft de overheid aangesproken op het beleid van Google Workspace wat door veel scholen gebruikt wordt. Namens het onderwijs hebben SIVON en Kennisnet gesprekken gevoerd met Google en hieruit zijn nieuwe gebruiksvoorwaarden voortgekomen. Dientengevolge moeten de scholen instellingen aanpassen en DPIA’s (Data Protection Impact Assessment) uitvoeren. De functionaris gegevensbescherming (FG) en de afdeling ICT zullen dit project begin 2022 afronden. Daarnaast wordt een DPIA op Magister (leerlingadministratiesysteem) uitgevoerd in Q1 2022. Er zijn geen datalekken geconstateerd in 2021. Bij een eventuele melding wordt er door de functionaris gegevensbescherming het protocol datalekken doorlopen. Naast bewustwording van datalekken wordt ook aandacht besteed aan cybersecurity. De volgende stap in de professionalisering is vernieuwing van de hardware in computerlokalen en voor docenten in de theorielokalen. Indien we niet te veel gehinderd worden door leveringsproblemen als gevolg van grondstoftekorten hopen we in de eerste helft van 2022 nieuwe hardware te plaatsen.

1.11.5 Facilitair Huisvesting In 2018 is er tijdens de verbouwing aan de Steinhagenseweg geconstateerd dat er constructiefouten tijdens de bouw (2002) zijn gemaakt op het gebied van brandveiligheid. Tijdens deze verbouwing is er een start gemaakt met het verhelpen van deze constructiefouten en dit herstel is deels gefaseerd uitgevoerd tot met 2020. Hierop heeft het Minkema College een verzoek ingediend voor een tegemoetkoming in de kosten voor het herstellen van de brandveiligheid met een hoogte van € 1.600.000,-. De afhandeling van deze kwestie heeft het gehele jaar in beslag genomen. Er vond veelvuldig overleg plaats tussen ambtenaren van de gemeente Woerden en het Minkema College. Deze werkgroep heeft vanuit de archiefstukken bij elkaar gebracht om tot een onderbouwing van een mogelijke bijdrage in de verbouwingskosten door de gemeente Woerden te kunnen komen. We verwachten in de zomer van 2022 overeenstemming te bereiken.

48


Meerjaren onderhoudsplan (MJOP) De firma Facilicom heeft in 2020 voor beide locaties een nieuw MJOP opgesteld. De uitwerking hiervan is terug te vinden in de aanpassing van de voorziening Groot Onderhoud. Makerspace In het schooljaar 2020-2021 is een werkgroep gevormd die zich heeft gebogen over de inrichting en realisatie van de “Makerspace” als werkruimte voor het Technasium waarbij ook de keuzevakken van het vmbo zijn geïntegreerd. Samen met een architect is een definitief ontwerp gemaakt welke in de zomer van 2021 is gerealiseerd op de Steinhagenseweg. Zonwering en gevelbekleding Steinhagenseweg Het project herstel zonwering en herstel gevelbekleding van het gebouw aan de Steinhagenseweg is in het eerste kwartaal van 2021 afgerond. Catering In 2020 is een aanbestedingstraject doorlopen hetgeen heeft geleid tot een overeenkomst in december 2020. Per 1 januari 2021 wordt de catering verzorgd door de firma Hall Foodconcepts B.V. De overeenkomst is aangegaan voor de periode van vier jaar waarbij we de gezamenlijke ambitie hebben neergelegd om een gezonde school te zijn. In de zomer van 2021 heeft dit meteen al geresulteerd in de toekenning van de gouden schaal van het Voedingscentrum. Repro en betaalsysteem In het voorjaar van 2021 is er een aanbestedingstraject voor printapparatuur doorlopen en de definitieve gunning is in juni 2021 naar de firma Van Lint (met Epson apparatuur) gegaan. De overeenkomst is ingegaan op 1 augustus 2021 voor de periode van 5 jaar. Als hierbij j passend betaalsysteem hebben we gekozen voor Kuario. Leermiddelen De aanbesteding van leermiddelen heeft plaatsgevonden in 2020 en zal weer plaatsvinden in het kalenderjaar 2024. Er zijn een drietal secties waarvoor een aanbesteding van nieuwe methoden (leermiddelen) heeft plaatsgevonden in het voorjaar van 2022. De begeleiding van dit traject is in handen van Het Onderwijskantoor uit Heerlen.

49


2 Jaarrekening 2.1 Balans (na resultaatbestemming) per 31 december 2021

Opvallende verschillen in de balansen van 2021 en 2020 worden toegelicht in paragraaf 2.5 van deze jaarrekening.

50


2.2 Staat van baten en lasten

De verschillen van de realisatie 2021 met 2020 en de begroting 2020 worden in paragraaf 2.6 toegelicht.

51


2.3 Kasstroomoverzicht

De liquide middelen zijn in 2021 sterk toegenomen, met € 3.200.000,-. Dit komt vooral door het positieve resultaat en daarnaast een toename van de kortlopende schulden (+ € 425.000). Van de totale liquide middelen is € 7.600.000,- beschikbaar voor het Minkema College. In het totaalsaldo zijn gelden begrepen die zijn bestemd voor projecten waarvan het Minkema College penvoerder is (AOS, Profeed, Keurmerk, On Stage) en die dus ten goede komen aan verschillende partners. Op de balansdatum was dit € 747.720.-

52


2.4 Grondslagen Algemeen Stichting Minkema College, bestuur nummer 13360, is gevestigd op de Minkemalaan 1 te Woerden en heeft als voornaamste activiteit het geven van voortgezet onderwijs. Het Minkema College staat vermeld bij de KvK Amsterdam onder nummer 30171389. De jaarrekening 2021 sluit aan bij de aanlevering via XBRL. Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de bepalingen uit de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, de bepalingen van Boek 2, Titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en algemeen aanvaarde richtlijnen in Nederland (Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving), specifiek RJ 660 voor Onderwijsinstellingen. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het exploitatieresultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. In de toelichting op de balans zijn de balanswaarden van 31 december 2021 vergeleken met de balanswaarden van 31 december 2020. In de toelichting op de staat van baten en lasten is de realisatie van 2021 vergeleken met de realisatie van 2020 en de begroting voor 2021. Vergelijking met voorgaande jaren De grondslagen voor waardering van activa, passiva en van de resultaatbepaling zijn niet gewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de meest recente, door het college van bestuur vastgestelde en door de raad van toezicht goedgekeurde begroting van het verantwoordingsjaar. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar dat is geëindigd op balansdatum 31 december 2021. Continuïteit Deze jaarrekening is door het college van bestuur opgesteld uitgaande van een positieve continuïteitsveronderstelling van het Minkema College. De impact van de coronapandemie op de totale financiële positie beïnvloedt de continuïteit van de organisatie niet. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het college van bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de 53


gerapporteerde waarde van activa en passiva en van baten en lasten. De belangrijkste schattingen hebben betrekking op: - de waardering van materiële vaste activa, waaronder de gehanteerde afschrijvingstermijnen, economische levensduur en eventuele restwaarde; - de verwachte onderhoudsuitgaven bij bepaling van de voorziening voor groot onderhoud; - de bepaling van personele voorzieningen. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft”. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Algemeen Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders is vermeld, zijn activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen op materiële vaste activa geschieden lineair ten laste van de staat van baten en lasten op basis van de verwachte economische levensduur van de materiële vaste activa. Bij de verwerving gedurende het verslagjaar is naar tijdsgelang afgeschreven. Het economisch eigendom van de twee (school)gebouwen Steinhagenseweg 3a en Minkemalaan 1 is in handen van gemeente Woerden en het juridisch eigendom berust bij het schoolbestuur van Stichting Minkema College. In de regel worden investeringen vanaf € 1.000,- geactiveerd. Afschrijvingstermijnen in jaren: Gebouwen

40

Verbouwing

20

Meubilair

7, 15

Inventaris

10, 15

Audiovisuele apparatuur

5

Computer- en randapparatuur

3, 4

Machines/installaties

10, 15

Ter egalisatie van de kosten van groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de voorzieningen aan de passiefzijde van de balans.

54


Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Voor vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief (of een kasstroomgenererende eenheid) hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief (of kasstroomgenererende eenheid) geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) zou zijn verantwoord. Bij investeringssubsidies wordt de bruto waarderingsmethode toegepast, waarbij de jaarlijkse afschrijvingslast gelijk is aan de vrijval van de post ‘Nog te besteden investeringssubsidies’. De voorfinanciering voor de nieuwbouw is niet als investeringssubsidies beschouwd. Daarvoor is de netto waarderingsmethode toegepast. Voorraden De voorraden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, zo nodig onder aftrek van een voorziening voor incourantheid. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waar (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien de instrumenten bij de vervolgwaardering niet worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst en verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd’.

55


Afgeleide financiële instrumenten Stichting Minkema College maakt geen gebruik van financiële derivaten en beperkt de risico’s (renterisico, kasstroomrisico en kredietrisico) door gebruik te maken van rekening-courant, spaarrekeningen en schatkistbankieren bij het Ministerie van Financiën, rekening houdend met de voorwaarden uit de Regeling beleggen, lenen en derivaten OCW 2016 (gewijzigd d.d. 19 december 2018). Kortlopende vorderingen en overlopende activa De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, zo nodig onder aftrek van een voorziening voor mogelijke oninbaarheid. Vordering transitie compensatieregeling In 2018 is de wetgeving met betrekking tot het vergoeden van de betaalde transitievergoedingen bij ontslag van langdurige zieken goedgekeurd door de Eerste Kamer. Naar aanleiding hiervan is de uitvoeringsregeling in februari 2018 vastgesteld. Er wordt alleen een vordering op het UWV verantwoord, als met een redelijke mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de betaalde transitievergoeding door het UWV zal worden gecompenseerd. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves en de eventuele bestemmingsreserves en bestemmingsfondsen gepresenteerd, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen reserves uit private middelen en reserves uit publieke middelen. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het college van bestuur. Indien een beperkte bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. De beperkte bestedingsmogelijkheid van de bestemmingsreserve is door het college van bestuur bepaald en betreft geen verplichting. Het college bestuur kan deze verplichting zelf opheffen. Indien een beperkte bestedingsmogelijkheid door een derde is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsfonds. De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van de scholen en de stichting. Deze wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en de werkelijke lasten (in geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht). Reserves Reserves worden gevormd conform de door het bestuur daartoe genomen besluiten dan wel op grond van ministeriële regelgeving. Voorzieningen Een voorziening in verband met verplichtingen wordt in de balans opgenomen wanneer sprake is van: 1. een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en 2. waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en 56


3. het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is’. Voorziening verlofsparen Voor op balansdatum bestaande verplichtingen uit hoofde van spaarverlof is een voorziening gevormd. Betaalde bedragen inzake spaarverlof worden ten laste van deze voorziening gebracht. De in de cao VO opgenomen bindende genormeerde bedragen zijn hierop van toepassing. De waardering is tegen de nominale waarde van de toekomstige uitbetalingen omdat, vanwege de omvang van de voorziening, de looptijd en de disconteringsvoet, het effect van de tijdswaarde van geld niet materieel is. Voorziening Eigen risico WGA Deze voorziening is vastgesteld voor toekomstige verplichtingen die voortvloeien uit toegekende WGA-, WGA flex- en ZW flex-uitkeringen. Verplichtingen ZW flex worden toegevoegd aan de voorziening op basis van de beschikking die toegekend wordt aan de ex-werknemer die na een tijdelijk contract ziek uit dienst gaat. Verplichtingen WGA, WGA flex worden aan de voorziening toegevoegd op basis van de beschikking en op basis van de de inschatting die wordt gemaakt van de zieke werknemers waarvan op 31-12-2021 de 42-weeks melding heeft plaatsgevonden en waarvan de inschatting op instroom in de WGA hoog is. Deze waardering is tegen de nominale waarde van de toekomstige uitbetalingen omdat, vanwege de omvang van de voorziening, de looptijd en de disconteringsvoet, het effect van de tijdswaarde van geld niet materieel is. Jubileumvoorziening Op basis van Richtlijn 271 van de Raad van de jaarverslaglegging is een voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. De voorziening is opgenomen tegen contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. De werkelijke jubilea-uitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht. Deze voorziening wordt tegen contante waarde gewaardeerd. De gehanteerde disconteringsvoet in 2021 is -0,4%, net als in de jaarrekening 2020. Voorziening langdurig zieken Deze voorziening betreft de verplichting tot doorbetaling van salaris van personeel bij langdurige ziekte, omdat het Minkema College hiervoor het eigen risico draagt. De voorziening is opgenomen voor medewerkers die per balansdatum ziek zijn en waarvoor naar verwachting geen sprake zal zijn van herstel. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op de geschatte toekomstige salariskosten van deze medewerkers. In het eerste ziektejaar wordt 100% van de loonkosten voorzien en in het 2e ziektejaar 70%. Deze waardering is tegen de nominale waarde van de toekomstige uitbetalingen omdat, vanwege de omvang van de voorziening, de looptijd en de disconteringsvoet, het effect van de tijdswaarde van geld niet materieel is.

57


CAO-Levensfasebewust (individueel keuzebudget) Conform de cao VO is een voorziening levensfasebewust personeelsbeleid gevormd. De voorziening is gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen. De gehanteerde uurtarieven voor de berekening van de hoogte van de voorziening zijn met de cao-loonstijging van 1,5% (per 1-10-2021) opgehoogd. Zoals gesteld in de cao worden gespaarde uren ouder dan vier jaar in waarde gefixeerd tegen het dan geldende uurtarief. Voor de berekening van het nieuwe spaartegoed wordt in dit geval een correctie verwerkt van het aantal gespaarde uren. Voorziening generatiepact De voorziening Generatieregeling is in 2021 gevormd om verplichtingen op te vangen voor medewerkers die deelnemen aan de Generatieregeling van het Minkema College. De Generatieregeling biedt de mogelijkheid voor medewerkers van 60 jaar en ouder om minder te werken met behoud van salaris met een eigen bijdrage van 75% daarin van de werknemer. De voorziening wordt jaarlijks bepaald door van de deelnemende medewerkers, de kosten aan werkgeversbijdrage (25%) te berekenen van het nog resterende aantal maanden tot aan pensioenleeftijd. Deze bijdrage is inclusief werkgeverslasten en indexatie. De voorziening wordt gewaardeerd tegen contante waarde. De actuele marktrente is ultimo 2021 negatief. Het Minkema College hanteert derhalve een discontering van 0% in de berekening van de voorziening. Gelet op de huidige renteontwikkeling is er geen financieel effect ultimo boekjaar 2021 inzake rentemutaties. Voorziening groot onderhoud Deze voorziening dient ter gelijkmatige verdeling van de lasten voor groot onderhoud over de jaren. Per gebouw is een meerjarig onderhoudsplan beschikbaar met een inschatting van de te verwachten kosten. De voorziening wordt lineair opgebouwd. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. Stichting Minkema College maakt voor de verwerking van de voorziening groot onderhoud gebruik van de (tijdelijke) overgangsregeling ex artikel 4 lid 1c van de RJO zoals gepubliceerd in de Staatscourant op 19 februari 2021. Langlopende schulden De langlopende schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag, rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Bij de schulden zijn, indien van toepassing, de zakelijke zekerheden vermeld. Het kortlopende deel (de aflossing in 2022) van de langlopende schuld wordt gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Kortlopende schulden Onder de overlopende passiva is het saldo van de nog te besteden subsidies van OCW en projectsubsidies vermeld. Van deze laatste is het Minkema College alleen penvoerder en het heeft als zodanig geen zeggenschap over de besteding.

58


Grondslagen voor de bepaling van de staat van baten en lasten Resultaatbepaling Baten en lasten zijn toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. De baten zijn verantwoord voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd en worden opgenomen naar rato van de mate waarin de diensten zijn verricht. Verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar zijn verwerkt indien en voor zover deze voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De opbrengsten van bijzondere bijdragen zijn verantwoord in het jaar dat de besteding is gerealiseerd. Buitengewone baten en lasten zijn afzonderlijk in de staat van baten en lasten verantwoord. Rijksbijdragen Onder de rijksbijdragen worden de vergoedingen voor de personele en materiële exploitatie opgenomen verstrekt door het ministerie van OCW. De ontvangen (normatieve) rijksbijdragen uit hoofde van de basisbekostiging (lumpsum) worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft (in het jaar van toewijzing) volledig als baten verwerkt in de staat van baten en lasten. Niet-geoormerkte OCW-subsidies (subsidies die volledig vrij besteedbaar zijn) worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft volledig als baten verwerkt in de staat van baten en lasten. De niet bestede niet-geoormerkte OCW-subsidies worden op uitzondering verantwoord onder de vooruit ontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) indien er een afgebakend bestedingsplan is opgesteld waarmee expliciet kan worden aangetoond dat de middelen in de toekomst worden aangewend. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (G1-doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekening-clausule heeft) worden naar rato van de voortgang (%) van de gesubsidieerde activiteiten verwerkt in de staat van baten en lasten. De subsidies waarvoor nog niet (alle) activiteiten (prestaties) zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de vooruit ontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) zolang de bestedingstermijn (subsidietijdvak) nog niet is verlopen. Geoormerkte OCW-subsidies (G2-doelsubsidies met verrekening-clausule) worden ten gunste van de staat van de baten en lasten verantwoord in het jaar waarvan de werkelijke subsidiabele lasten komen (naar rato van de aan het verslagjaar toe te rekenen werkelijke subsidiabele uitgaven). Niet bestede middelen worden verantwoord onder de vooruit ontvangen subsidies OCW (overlopende passiva) zolang de bestedingstermijn (subsidietijdvak) nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord als schuld aan het ministerie van OCW onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn (subsidietijdvak) is verlopen op balansdatum (terugvordering door OCW). De doorbetaalde rijksbijdragen vanuit samenwerkingsverband worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar van toewijzing, tenzij toerekening naar schooljaar plaatsvindt (in plaats van per kalenderjaar) of tenzij sprake is van een concreet bestedingsplan voor de periode na balansdatum.

59


Overige overheidsbijdragen en –subsidies Onder de overige overheidsbijdragen en -subsidies worden de vergoedingen opgenomen, verstrekt door gemeente, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige overheidsbijdragen en -subsidies worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Overige baten Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet zijn verstrekt door het Ministerie van OCW, gemeenten, provincies of andere overheidsinstellingen. De overige baten waaronder verhuurbaten, detacheringsbaten personeel en ouderbijdragen worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs- en onderzoekstaken gelijkmatig over het jaar zijn gespreid. Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de CAO-VO uitbetaald. De beloningen van het personeel worden als last in de staat van baten en lasten verantwoord in de periode waarin de arbeidsprestatie wordt verricht en, voor zover nog niet uitbetaald, als verplichting op de balans opgenomen. Als de reeds betaalde bedragen de verschuldigde beloningen overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover er sprake zal zijn van terugbetaling door het personeel of van verrekening met toekomstige betalingen door de stichting. Pensioenen Er is sprake van een toegezegde pensioenregeling. Hierbij is pensioen toegezegd aan personeel op pensioengerechtigde leeftijd, afhankelijk van leeftijd, salaris en dienstjaren. Deze toegezegde pensioenregeling is verwerkt alsof sprake zou zijn van een toegezegde bijdrageregeling. Voor de pensioenregeling worden verplichte basispremies betaald aan het pensioenfonds. Behalve de premiebetaling zijn er geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze regeling. Er is geen verplichting in geval van een tekort bij het pensioenfonds tot het voldoen aan aanvullende bijdragen anders dan toekomstige premies. De premies worden verantwoord als personeelslasten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze leiden tot een terugstorting of tot een vermindering van toekomstige betalingen. De actuele dekkingsgraad per 31-12-2021 bedraagt 110,2%. Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht In samenhang met de balans en de staat van baten en lasten moet het kasstroomoverzicht bijdragen aan het inzicht in de financiering, liquiditeit, de solvabiliteit en het vermogen van de onderwijsinstelling om geldstromen te genereren. Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij de indirecte methode wordt het resultaat (saldo van baten en lasten) als basis genomen. Dit overzicht geeft weer waaraan de in de verslagperiode beschikbaar gekomen gelden zijn besteed. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Bepaling reële waarde Een aantal grondslagen en toelichtingen in de jaarrekening vereist de bepaling van de 60


reële waarde van zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Voor waarderings- en informatieverschaffingsdoeleinden is de reële waarde op basis van de volgende methoden bepaald. Indien van toepassing wordt nadere informatie over de uitgangspunten voor de bepaling van de reële waarde vermeld bij het onderdeel van deze toelichting dat specifiek op het betreffende actief of de betreffende verplichting van toepassing is. De reële waarde van financiële instrumenten wordt bepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen.

2.5 Toelichting op de balans 2.5.1 Activa

Gebouwen en terreinen De post gebouwen betreft de eigen bijdrage aan het gebouw aan de Steinhagenseweg. Dit pand is begin 2003 in gebruik genomen en wordt in 40 jaar afgeschreven. In deze post zijn tevens de verbouwingen opgenomen die in de periode 2018-2021 hebben plaatsgevonden. De verbouwingen worden in 20 jaar afgeschreven. Inventaris en apparatuur Het grootste deel van de investeringen in inventaris en apparatuur betreffen ICT-middelen en meubilair. In uitvoering en vooruitbetalingen Voor de afronding van de verbouwing aan de Steinhagenseweg zijn de laatste facturen in 2021 betaald. Activering, onder andere voor zonwering en gevelbekleding (€ 197.000), vond daardoor in 2021 plaats. Het openstaande bedrag per 31-12-2021 zijn vooruitbetalingen die in 2022 tot activering zullen leiden. 61


De voorraden (proefwerkblokken, shirts voor lichamelijke oefening, briefpapier, enveloppen) zijn gewaardeerd tegen inkoopprijs.

De vooruitbetaalde kosten liggen op eenzelfde niveau als vorig jaar. Dit betreft facturen die deels betrekking hebben op boekjaar 2022 die voor dat deel als vooruitbetaald zijn geboekt. Dit betreft vooral ICT-licenties die per schooljaar lopen. De afname van de overige overlopende activa betreft het deel van de bijdrage van het samenwerkingsverband voor schooljaar 21/22. Het totale bedrag voor lichte en zware ondersteuning is al in december 2021 ontvangen en verlaagd dus het saldo van overlopende activa ten opzichte van 2020.

Van de totale liquide middelen is € 7.600.000 beschikbaar voor het Minkema College. In het totaalsaldo zijn namelijk gelden begrepen die zijn bestemd voor projecten waarvan het Minkema College penvoerder is (AOS, Profeed, Keurmerk, On Stage) en die dus ten goede komen aan verschillende partners. Op de balansdatum was dit € 747.720. Het saldo van liquide middelen is fors toegenomen ten opzichte van 2020. Dit komt vooral door de aanvullende OCW-subsidies, waaronder voor NPO, die als baten in 2021 verantwoord moeten worden, maar waarvan de besteding grotendeels in 2022 en 2023 gepland is.

62


2.5.2 Passiva

Bestemmingsreserve personeel De bestemmingsreserve personeel (totaal € 626.700) dient onder andere voor de opvang van: ● Mobiliteitskosten: het Minkema College houdt binnen de reserve een buffer aan: óf ten bate van de opvang van leerlingengroei (voorfinanciering), óf ter dekking van kosten in het kader van boventalligheid. Bedrag: € 500.000. ● Spaarbapo: omdat er wettelijk geen voorziening meer wordt opgenomen wordt het schooleigen deel van de bapo afgedekt in de reserve. Bedrag: € 90.500. Deze reservering wordt niet meer aangevuld omdat de regeling is komen te vervallen. Reserve bedrijfsvoering/ overig/ restrisico's, de zgn. bufferreserve Deze bufferreserve is het genormeerde weerstandsvermogen van een school en bedraagt 5% van de totale baten. De hoogte op balansdatum is bijna € 1.252.000. Privaat bestemmingsfonds Dit fonds is ontstaan uit het (voormalige) boekenfonds en dient om de risico’s in de private middelen op te vangen. De reserve vormt tevens een buffer voor ouders die niet in staat zijn de ouderbijdrage te voldoen. De middelen mogen uitsluitend besteed worden aan lesmateriaal en activiteiten waarvoor de school geen overheidssubsidies ontvangt. In overleg met de oudergeleding van de MR mag een deel van de overschrijding van de kosten van gratis lesmateriaal voor 4 jaar ten laste worden gebracht van deze reserve. In 2021 is € 40.076 ten laste van dit bestemmingsfonds gebracht. Het private vermogen bedraagt op balansdatum € 176.340. Bestemmingsreserve NPO In 2021 is voor € 1.760.000 aan NPO-subsidie ontvangen. Hiervan is in 2021 bijna € 300.000 besteed. Het resterende bedrag van bijna € 1.500.000 euro is opgenomen in een bestemmingsreserve met bestedingsdoelen voor 2022 en 2023.

63


Algemeen De actuele marktrente is ultimo 2021 negatief. Het Minkema College hanteert derhalve een discontering van 0% in de berekening van de voorzieningen. Alleen voor het persoonlijk budget is de cao loonstijging van 1,5% per 1 oktober 2021 verwerkt in de uurtarieven die gehanteerd zijn in de berekeningen om de hoogte van de voorziening vast te stellen. Verlofsparen Een aantal, door het bevoegd gezag geaccordeerde docenten maakt gebruik van spaarverlof. Door middel van jaarlijkse dotaties wordt de voorziening op peil gebracht, zodat t.z.t. aan de verplichtingen kan worden voldaan. De onttrekking betreft het bedrag dat correspondeert met het aantal opgenomen uren spaarverlof in 2021. Eigen risico WGA en Langdurig zieken De betekenis van WGA-uitkering is: het maandelijks vervangingsinkomen voor een werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is geraakt. De afkorting WGA betekent Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten en is een onderdeel van de per 1 januari 2006 ingevoerde WIA (Wet Inkomen en Arbeid). De voorziening voor het eigen risico WGA is per 31 december 2021 € 505.100. In de jaarrekening 2020 was deze voorziening te hoog ingeschat omdat onvoldoende rekening was gehouden met het feit dat de uitkeringen na verloop van tijd terugvallen naar bijstandsniveau. Daardoor is een groot deel (bijna € 330.000) in 2021 vrijgevallen. De voorziening voor het eigen risico langdurig zieken is per 31 december 2021 bepaald op ruim € 252.000. Door enkele nieuwe ziektegevallen, waarbij terug in het arbeidsproces onzeker is, moet deze voorziening juist worden opgehoogd. Jubileumvoorziening Opgenomen is de stand van de potentiële verplichting op 31-12-2021.

64


CAO-Levensfasebewust / individueel keuzebudget (Persoonlijk budget) Conform de cao VO is een voorziening levensfasebewust personeelsbeleid gevormd. De voorziening is gewaardeerd tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen. Deze voorziening Persoonlijk budget is ingesteld per 1 augustus 2014 en resulteert uit de huidige cao waarin de mogelijkheid tot sparen van het persoonsgebonden budget is geregeld. De stijging wordt veroorzaakt doordat meer medewerkers opteren voor sparen voor toekomstige besteding in tijd of als uitbetaling. Onderdeel van de stijging is het geïndexeerde gemiddeld uurloon welke hoger is dan in het vorige verslagjaar. Er is ook een vrijval verwerkt omdat het opslagpercentage voor werkgeverslasten in de berekening voor de hoogte van de voorziening verlaagd is ten opzichte van de berekening in de jaarrekening 2020. Generatiepact In 2021 is een voorziening voor het generatiepact nieuw opgenomen. om verplichtingen op te vangen voor medewerkers die deelnemen aan de Generatieregeling van het Minkema College. De Generatieregeling biedt de mogelijkheid voor medewerkers van 60 jaar en ouder om minder te werken met behoud van salaris met een eigen bijdrage van 75% daarin van de werknemer. Voorziening groot onderhoud Voor beide locaties van het Minkema College is een meerjarig onderhoudsplan (MJOP)opgesteld, zowel voor de installaties als bouwkundig. Jaarlijks wordt het onderhoudsplan geactualiseerd en indien nodig bijgesteld. Voor de Steinhagenseweg is de actualisatie na afronding van de verbouwing gerealiseerd. De kosten die zijn gemaakt voor de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden uit dit overzicht zijn ten laste gebracht van de voorziening. In 2021 zijn er minder bestedingen (onttrekkingen) vanuit de voorziening geweest dan in het MJOP was gepland. Alleen noodzakelijke werkzaamheden zijn uitgevoerd. De overige geplande werkzaamheden worden doorgeschoven naar 2022.

Kredietinstellingen Op 23 maart 2005 is er een langlopende lening (40 jaar) aangegaan met de Bank Nederlandse Gemeenten. De jaarlijkse rente hierop bedraagt sinds 2015 1,8%. In 40 jaarlijkse termijnen wordt afgelost, voor het eerst op 14 april 2006. Het aflossingsdeel voor 2022 is verantwoord onder de kortlopende schulden. Overige langlopende schulden Dit betreft de borg voor de kluisjes.

65


Kredietinstellingen Dit betreft het aflossingsdeel voor 2022 van de langlopende schuld bij de BNG. Crediteuren Het saldo 2021 is een momentopname per 31-12-2021 en kent verder geen bijzonderheden. Belastingen en premies sociale verzekeringen Deze post is gebaseerd op de te betalen belastingen en premies over de salarisverwerking van december 2021. Pensioenen Hier zijn de (in januari 2022) af te dragen pensioenpremies opgenomen. Overige kortlopende schulden Geen bijzonderheden.

Het Minkema College is penvoerder en ontvangt als zodanig de subsidie voor de Academische Opleidingsschool voor verschillende scholen binnen het samenwerkingsverband. Vooruitontvangen investeringssubsidies In 2021 betreft dit een WKO-koeling van € 41.140 ontvangen van de gemeente Woerden voor uitvoering van achterstallig onderhoud. Daarnaast resteert nog een saldo van ontvangen, maar nog niet bestede activiteiten ten behoeve van leerlingen 2020/2021 voor een bedrag van € 67.000.-. Tevens is er per 31 december 2021 een bedrag van € 19.000.- nog te besteden aan On Stage 2021-2022. 66


Vooruit ontvangen bedragen De post vooruit ontvangen bedragen zijn inkomsten in 2021 voor schooljaar 21/22 die in boekjaar 2022 als baten zullen worden verwerkt. Het betreft voornamelijk vrijwillige ouderbijdragen voor een bedrag € 239.000.- (7/12 deel).

Het bedrag voor vakantiegeld is aan het personeel verschuldigd over de maanden juni tot en met december 2021. Een deel van de verplichting heeft betrekking op nog op te nemen verlofuren uit het verleden en nog te betalen bindingstoelage over de maanden september - december. De stijging bij de verlof- en taakuren vindt vooral zijn oorzaak in een groter aantal medewerkers. Overige overlopende passiva De overlopende passiva bestaat vrijwel volledig uit te betalen posten. Er is geen bijzondere oorzaak te vermelden m.b.t. de stijging t.o.v. 2020.

2.5.3 Financiële instrumenten Het Minkema College maakt geen gebruik van financiële instrumenten, overeenkomstig ons beleid.

2.5.4 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen Voorwaardelijke verplichtingen Er zijn geen voorwaardelijke verplichtingen. Meerjarige financiële verplichtingen

67


Vordering op het Ministerie van OCW inzake Wet vereenvoudiging bekostiging VO De "eeuwigdurende" vordering op het Ministerie van OCW dient te worden berekend op basis van de vuistregel (rekenregel) zoals opgenomen in de Regeling onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging VO 2018: de vordering per 31-12-2021 is gelijk aan de op 31-12-2021 bestaande schuld i.v.m. opgebouwde bruto vakantie-aanspraken + verschuldigde afdracht loonheffing + pensioenpremies; maar bedraagt niet hoger dan 7,5% van de personele bekostiging VO 2021 (zoals opgenomen in DUO Jaaroverzicht Betalingen 2021).

2.6 Toelichting op de staat van baten en lasten 2.6.1 Baten Rijksbijdragen

De totale Rijksbijdragen kwamen bijna € 960.000 hoger uit dan begroot. Dit komt voor € 725.000.door eenmalige baten vanuit Ondersteuningsprogramma’s (IOP) en Extra Hulp voor de Klas. Daarnaast zijn halverwege het jaar de extra prijsbijstellingen (niet begroot) bekend gemaakt. De personele en materiële bekostiging (lumpsum) waren hierdoor ook hoger dan in 2020. De overige OCW-subsidies Rijksbijdragen waren in 2021 hoger dan in 2020. Dat komt vooral door de eenmalige uitkering in november 2021 van de NPO middelen, € 2055.000. De overige subsidies betreffen de prestatiebox, bekostiging lesmateriaal, functiemix, studiebeurs, voortijdig schoolverlaters (VSV) en eerste opvang nieuwkomers. Daarnaast is het Minkema College penvoerder voor de subsidie Academische opleidingsschool. Alleen als het Minkema College zelf uitgaven doet voor deze subsidie wordt dit bedrag ook als baten onder de overige subsidies verantwoord. Overige overheidsbijdragen

In 2020 heeft de gemeente Woerden € 40.000 betaald in verband met achterstallig onderhoud aan het gebouw.

68


Overige baten

De overige baten zijn met name bij de Ouderbijdragen hoger dan in 2020 omdat er, in tegenstelling tot 2020, wel buitenschoolse activiteiten konden doorgaan (minder dan gepland). De bijbehorende inkomsten (vooral ouderbijdragen) zijn daardoor ook niet ontvangen of terugbetaald (in vergelijking met de begroting). Een deel van de ontvangen ouderbijdragen voor schooljaar 2020/2021 zal ook worden terugbetaald vanwege deels geannuleerde activiteiten. Uitgangspunt is dat de ontvangen bijdragen voor activiteiten volledig worden besteed.

2.6.2 Lasten Personeelslasten

De totale personeelslasten zijn € 508.000 hoger dan begroot. Vanwege de ontvangen Corona-subsidies is extra personeel ingezet om leerachterstanden zoveel mogelijk te beperken of te herstellen. Daarnaast is er sprake van een hogere pensioenpremie en een nieuw afgesloten cao. Het bedrag bij ontvangen uitkeringen is het saldo van vergoedingen van het UWV vanwege zwangerschapsverlof en compensatie voor transitievergoedingen (€ 111.900) en de verrekening van DUO voor uitkeringskosten (€ 231.000). Uitsplitsing lonen en salarissen

De totale loonkosten zijn in 2021 € 60.000 lager dan in 2020. Er is echter ook voor € 284.000 aan loonkosten ten laste van personele voorzieningen geboekt. Per saldo is er in 2021 dus wel aan loon uitbetaald in vergelijking met 2020. Belangrijkste oorzaak hiervan is de cao-loonstijging van 1,5% per 1 oktober 2021, een verhoging van de EJU van 8,00% naar 8,33% en een eenmalig uitkering van € 800 per fte. De formatie is gedaald, zowel in aantal fte als in aantal medewerkers.Verder is het aantal leraren in een LD -schaal gestegen van 26,3% naar 30,9%.

69


Formatie in FTE (Stand 31 december)

Leden van de RvT zijn buiten deze tabellen gelaten.

De nieuw gevormde voorzieningen voor eigen risico WGA en langdurig zieken leidden tot € 1,0 miljoen aan dotaties in 2020. In 2021 is gebleken dat de WGA voorziening te hoog was berekend, met als gevolg dat er een vrijval (negatieve dotatie) heeft plaatsgevonden in 2021. Door enkele langdurige ziektegevallen moest de voorziening voor langdurig zieken daarentegen worden opgehoogd. Ook is een nieuwe voorziening gevormd voor het generatiepact. De dotatie hiervoor bedraagt € 125.000 in 2021. Mede vanwege de corona-omstandigheden was er meer inzet van uitzendkrachten (personeel niet in loondienst) voor vervangingen nodig dan in 2020. En er is ook duidelijk minder uitgegeven aan scholing en werving van personeel (overige personele lasten). Afschrijvingslasten

De afschrijvingslasten zijn in 2021 een fractie hoger dan 2020 door activering van verbouwingen en investeringen die gedurende 2021 in gebruik zijn genomen. De afschrijvingslasten 2021 liggen lager dan begroot. Dit komt door uitgestelde investeringen welke later in het jaar zijn geactiveerd of zijn doorgeschoven naar 2022.

70


Huisvestingslasten

De totale huisvestingslasten zijn hoger uitgekomen dan de begroting door hogere kosten voor Energie en water. Een hogere dotatie aan de onderhoudsvoorziening t.o.v. 2020 door aanscherping van het meerjarig onderhoudsplan (MJOP), maar lagere kosten voor (klein) onderhoud omdat meer kosten in het MJOP zijn opgenomen. De energiekosten waren in 2021 beduidend hoger dan in 2020 en begroot voor 2021. De overige huisvestingslasten bestaan uit kosten voor beveiliging, tuinonderhoud en overige. In de begroting 2021 was € 130.000 opgenomen voor overige huisvestingslasten. In de realisatie is echter slechts € 5.000 besteed vanwege herstelwerkzaamheden na vandalisme. Overige lasten

De aanschaf voor schoolboeken en leermiddelen komt in 2021 hoger dan de bijdrage die hiervoor van OCW ontvangen wordt. Dit wordt deels veroorzaakt door eenmalige kosten voor de afhandeling van het contract met van Dijk. De overige lasten zijn hoger dan in 2020 vooral door materiële uitgaven voor NPO, voor € 157.000. Veel buitenschoolse activiteiten (werkweken, excursies e.d.) zijn ook in 2021 niet doorgegaan als gevolg van Covid-19. Daardoor zijn de uitgaven hiervoor bijna € 300.000 lager dan was voorzien in de begroting. Honorarium accountant

71


De jaarrekening 2020 is gecontroleerd door Mazars en de jaarrekening 2021 door Astrium Onderwijsaccountants B.V. Bovengenoemde bedragen in boekjaar 2021 betreffen de kosten voor de controle van de jaarrekening 2020 en de interim controle van 2021, uitgevoerd door Astrium. Financiële baten en lasten

De rentelasten hebben betrekking op de langlopende lening bij de BNG. Het rentepercentage is 1,8%. Resultaatbestemming 2021 verdeling Voorstel resultaatbestemming 2021

2.7 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die impact hebben op de hier gepresenteerde jaarrekening 2021 van het Minkema College. De afgelopen maanden is er intensief overleg geweest tussen de gemeente Woerden en het Minkema College over een mogelijke bijdrage in de investeringen op de Steinhagenseweg. Deze gesprekken hebben geleid tot een voorstel, waar het bestuur van de gemeente Woerden en van het Minkema College zich achter hebben geschaard. Het voorstel kan rekenen op instemming van de andere schoolbesturen in Woerden en wordt, naar verwachting, voorgelegd aan de gemeenteraad in de vergadering van juli 2022. We hebben er vertrouwen in dat we dit dossier in 2022 tot een goed einde kunnen brengen. WNT-verantwoording 2020 Stichting Minkema College Op 1 januari 2013 is de wet normering topinkomens (WNT) in werking getreden. De WNT is van toepassing op stichting Minkema College. Het voor het Minkema College bezoldigingsmaximum is in 2021 € 163.000. Dit is het bezoldigingsmaximum dat behoort bij klasse D. Deze klasse is bepaald op basis van 10 complexiteitspunten.

72


De raad van toezicht heeft op 14 december 2020 de complexiteitspuntenberekening ter bepaling van de WNT-bezoldigingsnorm voor 2021 goedgekeurd. 1 Bezoldiging topfunctionarissen 1a. Leidinggevende topfunctionarissen Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling

1b: Leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking in de periode kalendermaand 1 tot en met 12 Niet van toepassing.

73


1c. Toezichthoudende topfunctionarissen

1d. Topfunctionarissen met een totale bezoldiging van € 1.700 of minder Niet van toepassing. 1e. Topfunctionarissen met een totale bezoldiging van meer dan € 1.700 Niet van toepassing. 1f. Topfunctionarissen met een totale bezoldiging van meer dan € 1.700 waarop de anticumulatie bepaling van toepassing is. Niet van toepassing. 1g. Topfunctionaris met een totale bezoldiging van € 1.700 of minder waarop de anticumulatiebepaling van toepassing is Niet van toepassing. 2 Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen met of zonder dienstbetrekking. Niet van toepassing. 3 Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2021 een bezoldiging boven het individueel toepasselijk drempelbedrag hebben ontvangen.

74


Overzicht verbonden partijen De verbonden partijen betreffen stichtingen, waar wel het bestuur wordt gedeeld, maar waarin geen kapitaalbelang is.

Code activiteiten: 1. contractonderwijs, 2. contractonderzoek, 3. onroerende zaken, 4. overige

Transacties met verbonden partijen Onder transacties wordt verstaan een overdracht van middelen, diensten of verplichtingen, ongeacht of er een bedrag in rekening is gebracht. Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de stichting en een natuurlijk persoon of entiteit die verbonden is met de stichting. Dit betreffen onder meer de relaties tussen de stichting en haar deelnemingen, de bestuurders en de functionarissen op sleutelposities. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag. Alle transacties met verbonden partijen zijn in het verslagjaar 2021 onder normale marktvoorwaarden aangegaan.

75


Model G Verantwoording subsidies OCW G1. Subsidies waarbij het eventueel niet aangewende deel van de subsidie, mits de activiteiten volledig zijn uitgevoerd, kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt

(*) De activiteiten zijn ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking geheel uitgevoerd en afgerond (J/N). G2a Subsidies die uitsluitend mogen worden aangewend voor het doel waarvoor de subsidie is verstrekt, aflopend per ultimo verslagjaar Niet van toepassing. G2b Subsidies die uitsluitend mogen worden aangewend voor het doel waarvoor de subsidie is verstrekt, doorlopend tot in een volgend verslagjaar Niet van toepassing.

76


3 Overige gegevens Informatie over rechtspersoon: Stichting Minkema College Voor openbaar voortgezet onderwijs in Woerden en omstreken Statutair gevestigd in Woerden Bestuur nummer: BRIN-nummer: Sector: Adres: Telefoon: Email: Website: Contactpersoon: Email:

13360 17AN VO Minkemalaan 1 3446 GL Woerden 0348 484 100 post@minkema.nl www.minkema.nl B. Elemans, directeur bedrijfsvoering b.elemans@minkema.nl

3.1 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant De controleverklaring is opgenomen op de volgende bladzijden.

77


3.2 Statutaire verdeling resultaat In de statuten van stichting Minkema College zijn geen specifieke bepalingen opgenomen omtrent de resultaatbestemming. Woerden, 20 juni 2022 college van bestuur

raad van toezicht

M.G.M. de Haas voorzitter college van bestuur

E. van der Molen voorzitter raad van toezicht

Raad van Toezicht

Raad van Toezicht

E. de Haan lid

F. Hordijk lid

Raad van Toezicht

Raad van Toezicht

M. Wenderich lid

J. Schueler vice-voorzitter

78


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.