Natuurlijk Overijssel, winter 2024

Page 1


Natuurlijk

Waterstrijd

Waterbeheer zit diep verweven in onze geschiedenis; de strijd tegen het water heeft ons wereldwijd respect opgeleverd. Als je in een land woont dat voor een groot deel onder zeeniveau ligt, heb je ook geen keus: water beheersen is bittere noodzaak. Maar onze strijd is niet langer alleen tegen water – steeds vaker is het óók een strijd voor water. Voldoende schoon water wel te verstaan.

Dit jaar stond het weer bol van extremen. Na jaren van droogte veranderde de regen ons landschap. Grachten, sloten, en beekjes die al jaren kurkdroog stonden, vulden zich plotseling weer met water. Maar we zagen ook hevige piekbuien die overstromingen veroorzaakten. Met als gevolg dat sommige huizen onbewoonbaar verklaard moesten worden. En voor je het wist, zaten we alweer in een periode van droogte.

Het thema water komt telkens terug in mijn werk. In vergaderingen en overleggen met de provincie, waterschappen, drinkwaterbedrijf Vitens, gemeenten, boeren en natuurorganisaties draait het telkens om dezelfde uitdagingen: te veel water op het ene moment, te weinig op het andere.

Het watersysteem beheren is net het runnen van een huishouden met schommelende inkomsten en uitgaven. Als er veel water valt, sparen voor later en zuinig aan doen in tijden van schaarste.

Maar in de praktijk doen we nog het tegenovergestelde: om snel droge voeten te krijgen, laten we overvloedig regenwater direct weglopen. Ons hele watersysteem is op die aanpak ingericht. Dit veranderen is geen kwestie van een paar aanpassingen - het vergt een lange adem, en veel samenwerking.

Dat we iets moeten doen, is glashelder. Klimaatverandering dwingt ons tot actie, sneller dan we ooit hadden voorzien. En de oplossingen beginnen niet ergens ver weg; we kunnen zélf nu al een verschil maken. Minder stenen en meer groen in onze tuinen, regenpijpen afkoppelen, regenwater opvangen, groene daken aanleggen - elke stap telt!

FOTO: GONNY SLEURINK

Diversitijd

De natuur heeft het te pakken

Jaren in strijd

Door menselijk beleid

Zit zij met haar ongemakken

De natuur holt achteruit

Diversiteit wordt steeds minder

Insecten krijgen steeds meer hinder

Het wordt tijd voor een ander geluid

De natuur heeft uw hulp hard nodig

Planten en zaaien, ga voor in de strijd

Voor de natuur een kleurrijk beleid

Zeker niet overbodig

Komt niet aan op één dag

Het zal je inspireren

Van de natuur is veel te leren

Ga daarmee aan de slag

Henri kroes

06 Ambitie

Op de bres voor de groene stad

10 Win-win…

Eikenhakhout en steilranden

13 Groene Verdieping

Boetelerveld: communicerende vaten

18 Het verborgen bestaan van de vos

20 De hoofdbrekens van een natuurbeheerder

23 Het lot van de gezenderde rode wouwen

24 Standpunt

Provincie, kijk wat wel kan!

26 De achtertuin van Wim Boom

En verder

04 Nieuws

12 Bedrijfsvrienden

17 Eropuit

27 Colofon

WAARNEMING:

Kwartelkoning ‘gehoord’ in de

Vledders

Sinds de aankoop en herinrichting van natuurgebied Vledders Leijerhooilanden is het er flink natter geworden. Door de combinatie van natte hooilanden en ultieme rust voelen sommige broedvogels zich er steeds meer thuis. Zo ook de kwartelkoning die dit jaar is waargenomen. Deze zeldzame vogel staat op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten en is de laatste jaren maar enkele keren waargenomen in Overijssel. In tegenstelling tot veel andere vogels heeft de kwartelkoning een compact, kort en stevig gebouwd lichaam. Zijn bruine verenkleed met donkere strepen zorg voor goede camouflage. Hij is niet de beste vlieger, dus hij verplaatst zich het liefst rennend door het gras. Door zijn uiterlijk kan hij zich goed verplaatsen zonder op te vallen. Kwartelkoningen houden van vochtige graslanden en zijn erg verstoringsgevoelig: rust in het leefgebied is essentieel. Zijn schuwheid en goed verborgen leefomgeving maken de kwartelkoning lastig waar te nemen. Maar je kan hem wel horen! Hij staat bekend om zijn kenmerkende, raspende roep die klinkt als ‘krek-krek’. Dit geluid is vooral in de schemering en ‘s nachts te horen.

2024 was een goed jaar voor de kwartelkoning: hij dook op diverse plekken in het land op. Het is zeer aannemelijk dat dit een reactie is op de vochtige weersomstandigheden. Of het een blijvende opleving is, moet blijken.

525 duizend vierkante

meter natuur erbij

Dankzij donaties aan het Overijssels Natuurfonds heeft Landschap Overijssel het afgelopen jaar 525 duizend vierkante meter grond kunnen aankopen om de natuur in Overijssel te versterken. De aankopen zijn erop gericht om bestaande natuurterreinen met elkaar te verbinden en grote aaneengesloten gebieden te realiseren.

Zo heeft Landschap Overijssel aan de noordkant van vliegveld Twente een belangrijk perceel van 4 hectare kunnen verwerven. Het ligt tussen twee natuurterreinen in en kan een effectieve schakel tussen beide vormen. In overleg met de verkopende agrariër is een meerjarenplan uitgestippeld om daar naartoe te werken. Bij het Hegeveld is maar liefst 236 duizend vierkante meter verworven. Daar gaat het om stukken landbouwgrond, bos en natuurterreintjes die midden in het al bestaande eigendom liggen. Zo ontstaat een aaneengesloten natuurgebied van circa 55 hectare. Bovendien grenst dit natuurgebied nu direct aan het Natura2000-gebied Witte Veen van Natuurmonumenten, dat circa 300 hectare groot is. “De aankoop sluit dus naadloos aan op onze ambitie om te komen tot grote, aaneengesloten, robuuste natuurterreinen,” aldus een verheugde manager natuur Hans Pohlmann. “Zo willen we graag meer

terreinen verbinden en uitbreiden. Om dat te realiseren, overleggen we vaak intensief met onze buren om hen maatwerk te kunnen bieden.”

Landschap Overijssel streeft naar grote aaneengesloten natuurgebieden omdat deze meer ruimte bieden voor dieren en planten om te leven, groeien, en zich voort te planten. In grote gebieden kunnen verschillende soorten samenleven zonder te worden beperkt door menselijke invloeden, zoals wegen of bebouwing, die in versnipperde stukjes natuur juist vaak voor gevaar en stress zorgen. Een groter leefgebied zorgt er bovendien voor dat populaties gezond blijven, doordat ze makkelijker met elkaar in contact komen. Daardoor is er meer genetische diversiteit.

Draag bij aan het Overijssels Natuurfonds en koop ook vierkante meters natuur voor een ander of gewoon voor jezelf.

www.landschapoverijssel.nl/natuurfonds

Aanpassing bijdrage donateurs 2025

Een belangrijk deel van ons werk voor natuur en landschap wordt mogelijk gemaakt dankzij de financiële steun van donateurs of vrienden. Daar zijn we ontzettend dankbaar voor. Door inflatie in de afgelopen jaren zijn de kosten voor natuur en landschapsbeheer flink toegenomen. Wij voelen ons daarom genoodzaakt de donateursbijdrage te verhogen. Vanaf 1 januari 2025 geldt een minimale bijdrage van € 2,50 per maand.

De incasso van de bijdrage wordt met ingang van het nieuwe jaar automatisch aangepast. Een extra gift blijft uiteraard van harte welkom. Met uw hulp kunnen we de natuur de zorg blijven geven die zo dringend nodig is

Donateurs halen schapen van de berg

Zo’n 250 trouwe donateurs riepen op 19 oktober de schaapskudde van de Lemelerberg naar beneden. Het was een informatieve middag over de bijdrage van de kudde aan het heidebeheer met veel gezelligheid en vermaak. Dankzij de betrokkenheid van de donateurs kan Landschap Overijssel waardevolle landschappen zoals dat van de Lemelerberg blijven beschermen.

Barbera Schoemaker nieuwe voorzitter Raad van Toezicht

Barbera Schoemaker (1960) start per 1 januari 2025 als voorzitter van de Raad van Toezicht van Landschap Overijssel. Schoemaker neemt hiermee het stokje over van Anne Flierman, die de afgelopen twee termijnen deze functie heeft bekleed. De benoeming geldt voor een periode van vier jaar.

Barbera Schoemaker is sinds 1992 werkzaam bij gezondheidsmanagementorganisatie Pim Mulier, waar zij diverse functies heeft bekleed, waaronder die van directeur. Daarnaast heeft ze ervaring in verschillende toezichthoudende rollen. Onder meer bij Koninklijke Wandelbond Nederland en de Rabobank Vaart en Vechtstreek. Schoemaker noemt zich een echt buitenmens. Natuur is belangrijk voor het welzijn van mensen, maar ook voor dat van dieren en planten. Daar wil ik graag iets aan bijdragen. Deze inhoud past bij mij,” aldus Schoemaker. Haar passie voor natuur en landschap sluit goed aan bij haar nieuwe rol binnen Stichting Landschap Overijssel. Over haar aankomende functie zegt Schoemaker: “Ik kijk uit naar de samenwerking in de Raad van Toezicht en met directeur Michael Sijbom en via hem met anderen in de organisatie. Ik ben van mening dat die samenwerking plezierig en verbindend moet zijn. Samen kunnen we dan de beste resultaten bereiken. Vanuit mijn rol hoop ik een positieve bijdrage te leveren aan de transitie die we nu doormaken. Er is schaarste aan grond in Nederland, we hebben veel verschillende opgaven. Dan is het is essentieel dat alle partijen goed in verbinding met elkaar staan en samenwerken. Alleen zo kunnen we met begrip voor elkaar de juiste stappen naar de toekomst zetten.”

Natuurwerkdag verbindt jong en oud

Maar liefst 1300 enthousiaste vrijwilligers, waaronder 450 kinderen, zetten zich in tijdens de 24e editie van de Nationale Natuurwerkdagen. Op 45 verschillende locaties gingen zij op 1 en 2 november aan de slag in natuur dichtbij huis. Zo ging gedeputeerde Maurits von Martels van Landbouw & Natuur samen met een groep scouts aan de slag op Landgoed Rechteren.

Lees Natuurlijk Overijssel online

Dit magazine – Natuurlijk Overijssel – kun je ook online lezen. Stap jij over van papier naar online? Elke euro die we hiermee besparen, investeren we in het landschap en de natuur van Overijssel. Stuur een mail naar donateurs@landschapoverijssel.nl met je contactgegevens onder vermelding van ‘online lezen’.

foto: Henny de Joode
Foto: Gonny Sleurink

Op de bres voor een groene stad

Haerster Veer in het groen nabij Zwolle.

Tekst: Frans Bosscher

Stad en natuur verbinden. Dat is waar Landschap Overijssel zich hard voor maakt. Want de natuur rondom met name Enschede en Zwolle staat onder druk. Tegelijkertijd kan het belang van groen voor de inwoners niet genoeg benadrukt worden.

“De natuur moet automatisch onderdeel zijn van de vele plannen die Enschede en Zwolle maken. Alleen zo kun je ervoor zorgen dat de leefbaarheid van de steden wordt vergroot en er tegelijkertijd veilige leefgebieden blijven voor planten en dieren.” stelt directeur Michael Sijbom. Het is één van de zes ambities die Landschap Overijssel heeft voor de komende jaren. De andere vijf zijn het stimuleren van de omslag van de landbouw naar een natuurvriendelijke werkwijze, het vergroten en versterken van natuurgebieden, de aanleg van landschapselementen in tien procent van het landelijk gebied, perspectief creëren voor landgoederen en natuur verankeren in de samenleving.

Dat bij de vergroening van steden in de provincie de focus ligt op Enschede en Zwolle, heeft te maken met de sterke aanwezigheid van Landschap Overijssel rondom deze steden. Zo heeft de organisatie binnen de gemeentegrenzen van Enschede 17 natuurgebieden met een gezamenlijke oppervlakte van 1.400 hectare; twee van daarvan zijn aangewezen als Natura2000-gebied: Lonnekermeer en Aamsveen. Bij Zwolle springt Buitenlanden Langenholte in het oog (ook Natura2000), maar ook de Struinwaard, Maatgraven, Sekdoorn en de landgoederen Soeslo en De Horte horen bij het Zwolse buitengebied.

Nieuwe wijken

Het is in de eerste plaats om de bescherming van de natuur dat Landschap Overijssel zich nadrukkelijker met de steden

wil bemoeien, licht Sijbom toe. Beide steden hebben plannen voor de bouw van nieuwe wijken, zoals Eschmarkerveld aan de oostkant van Enschede. Bij Zwolle zijn er plannen voor woningbouw aan de zuidoostkant van de stad, tussen het Isalaziekenhuis en Herfte en in het zuidwesten op het voormalige IJsselcentraleterrein dat omringd wordt door Natura2000-gebied. Bij de huidige bouwplannen worden natuurwaarden nogal eens over het hoofd gezien, vindt Landschap Overijssel. Een nabijgelegen natuurgebied kan in de ogen van de plannenmakers prima fungeren als gebied om te wandelen en de hond

uit te laten. Maar een nieuwe wijk van 400 woningen met 1.200 mensen, 200 honden en 300 katten zorgt voor drukte en verstoring van planten en dieren in dat natuurgebied. Zonder goede bescherming verandert zo’n gebied al snel in een veredeld stadspark. Als zo’n wijk ook nog eens laag ligt en er water moet worden weggepompt, neemt de verdroging in het natuurgebied verder toe, wat ook slecht uitpakt voor de flora en fauna.

“Wij staan pal voor de natuurwaarden in onze gebieden,” stelt Sijbom “Wij willen dan ook in de planfase aan tafel om mee te

‘Meedenken in plaats van procederen, want Landschap Overijssel is een organisatie van verbinding, een organisatie van oplossingen’
foto: margot schulte
Wandelaars bij Hof Espelo nabij Enschede.

denken over oplossingen. In het verleden werden we nog wel eens te laat betrokken bij plannen die impact op de natuur hadden. Dan zijn bezwaar- en beroepsprocedures tot aan de Raad van State toe soms onvermijdelijk. Zo zijn we intussen drie keer bij de Raad van State geweest omdat er op Vliegveld Twente allerlei evenementen zijn die ernstig geluidsoverlast geven. Ik wil geen vierde keer.” Meedenken in plaats van procederen, want Landschap Overijssel is een organisatie van verbinding, een organisatie van oplossingen,” legt Sijbom uit. “Wij kunnen met onze kennis en kunde meedenken om tot plannen te komen die voor iedereen goed zijn.”

Stappen zetten

Wat Sijbom daarbij voor ogen staat is bijvoorbeeld de manier waarop de landbouw in het buitengebied van Enschede omschakelt naar een natuurvriendelijke manier van werken. Landschap Overijssel, LTO, Landschapsfonds Enschede, de stichting Stawel (voor duurzame plattelandsontwikkeling Enschede) en de gemeente hebben daarbij de handen ineengeslagen. “In de gemeente zijn nog vijftig boeren actief. Een deel van hen pacht gronden van ons. Samen kijken we hoe we de boeren kunnen stimuleren om de omschakeling te maken. De gemeente heeft 180.000 euro beschikbaar gesteld.

‘Bomen zorgen voor verkoeling, parken en tuinen kunnen water opvangen’

Die stoppen we niet in processen, maar in de financiering van plannen van boeren die stappen willen zetten, bijvoorbeeld door houtwallen aan te leggen. Zo krijgt de omschakeling concreet vorm.”

Bij Zwolle zocht Golfclub Zwolle, die een baan heeft bij de Wijthmenerplas, contact met Landschap Overijssel. De club vroeg advies over manieren om de baan natuurvriendelijker te maken. Dat is uitgemond in een proces om in het hele gebied tussen het Isala-ziekenhuis en Herfte gezamenlijk met de gemeente en anderen oplossingen te vinden voor waterberging, recreatie en versterking van de natuur.

Sijbom: “Om tot gedeelde oplossingen te komen, is het zaak dat we de opgaven voor woningbouw, landbouw, klimaatadaptatie, waterhuishouding, recreatie en biodiversiteit integraal aanpakken. Daarmee voorkom

je dat verschillende belangen met elkaar de concurrentiestrijd aangaan.” Zo zal een projectontwikkelaar een groenstrook misschien zien als een kostenpost. Die ruimte benutten voor wat extra woningen is een stuk prettiger voor het bedrijfsresultaat. “Zo’n concurrentiestrijd voorkom je als je uitzoomt en de vraag stelt wat goed is voor het geheel. Antwoorden vind je door de verschillende opgaven in samenhang aan te pakken,” aldus Sijbom.

Weersextremen

Met deze ambitie wil Landschap Overijssel bereiken dat natuur niet langer als sluitpost wordt gezien, maar als volwaardig onderdeel van plannen. “De sluitpostgedachte heeft vaak te maken met het vooroordeel dat natuur ruimte en geld kost. Maar natuur heeft de stad ook veel te bieden. Sterker nog, zonder de inzet van natuur dreigen steden onleefbaar te worden,” legt Sijbom uit.

Neem klimaatverandering. Iedereen krijgt met de gevolgen van de opwarming van de aarde te maken. Maar de hitte slaat in steden een stuk heftiger toe dan erbuiten. Bij metingen in Enschede bleek bijvoorbeeld dat in delen van de stad de temperatuur tot vijftien graden hoger kan liggen dan de dagtemperatuur die het KNMI aangeeft. Ook bij hevige neerslag kunnen de gevolgen groot zijn. Na het noodweer in juli van dit jaar zijn vijftig woningen onbewoonbaar verklaard, omdat rioolwater dat door de huizen stroomde ziekmakende bacterieën en schimmels achterliet.

Sijbom: “Weersextremen zijn niet tegen te houden. Je kunt wel proberen de gevolgen

Kievitsbloem

te beperken. Ruimte maken voor groen is daarbij de remedie. Bomen zorgen voor verkoeling, parken en tuinen kunnen water opvangen.”

De vergroening van de stad komt bovendien tegemoet aan de groeiende behoefte van inwoners naar buiten te gaan, wat goed is voor hun gezondheid. Door parken met elkaar te verbinden tot aan de natuurgebieden buiten de stad creëer je aantrekkelijke recreatieve mogelijkheden voor de stedelingen én migratieroutes voor dieren.

Inspiratie

Naast de bescherming van natuurwaarden en de vergroening van de steden wil Landschap Overijssel de inwoners met natuur in contact brengen. Waar kan dat beter dan in en om de twee grootst steden van de provincie. Bij Zwolle en Enschede zijn al veel vrijwilligers actief in de gebieden van de natuurorganisatie. Op Hof Espelo verrichten daarnaast mensen met dementie of niet aangeboren hersenletsel lichte werkzaamheden op het landgoed.

De weg naar de stedelingen loopt onder meer via maatschappelijke en culturele organisaties. Zo trekt Landschap Overijssel in Enschede al nauw op met Rijksmuseum Twenthe en de Museumfabriek, vanuit de gedachte dat cultuur en natuur twee grote bronnen van inspiratie zijn. De tentoonstelling in het rijksmuseum vorig jaar over internationale landschappen was voor Landschap Overijssel aanleiding om een speciale fietsroute door het Twentse landschap naar Bad Bentheim te maken. De samenwerking vorig jaar met het rijksmuseum smaakt naar meer. In Zwolle wil Landschap Overijssel mogelijkheden met het Poppodium verkennen. Zo wil de organisatie stad en natuur meer met elkaar verbinden, zegt directeur Sijbom. “Mensen hebben natuur nodig. Tegelijkertijd zijn natuurgebieden meer dan recreatieoorden. Er komen daar natuurwaarden voor die je met rust moet laten.”

Word ook vrijwilliger

Wil jij een bijdrage leveren aan de bescherming van de natuur rondom Enschede en Zwolle? De terreinbeheerders kunnen extra menskracht gebruiken bij het beheer van de gebieden en het begeleiden van bezoekers. Kijk op landschapoverijssel.nl/vrijwilligerswerk

Ecozone behouden

Aan de oostkant van Enschede komt een nieuwe wijk met 800 woningen: Eschmarkerveld. In dit gebied is tien jaar geleden een ecologische verbindingszone aangelegd, ook om te voorkomen dat het gebied tussen Enschede en Glanerbrug volledig volgebouwd zou worden. “Er is ons alles aan gelegen dat die zone z’n functie behoudt”, zegt terreinbeheerder Alexander van der Elst, “zodat er voor dieren een rustig en veilig gebied blijft om zich te verplaatsen tussen natuurgebieden. Met de gemeente kijken we hoe dat kan.”

Landschap Overijssel ziet daarvoor mogelijkheden met versterking van de ecozone, faunapassages onder wegen, beperkte openstelling voor recreatie en de aanleg van bufferstroken tussen de wijk en het natuurgebied. Intussen komen er ook ideeën op om aan de westkant te gaan bouwen. “Daar gaat het om duizenden woningen. Dat gaat schuren met het Kristalbad, wat een steeds belangrijk gebied wordt voor overwinterende trekvogels. Dat wordt dan aangeprezen als ‘wonen in het groen’. Maar een natuurgebied is geen stadspark. Ook daar moeten we aan de bak om de natuurwaarden te beschermen.”

Win-win voor het Reestdal

Deze winter worden in de historische eikenhakhoutbosjes en steilranden van het Reestdal autochtone bomen en streekeigen struiken aangeplant. Dit bevordert een gezond ecosysteem en houdt de verhalen van oude boerenpraktijken in het landschap zichtbaar. Win-win dus!

Op de grens van Overijssel en Drenthe ligt het schilderachtige Reestdal, waar de rivier de Reest door een authentiek landschap kronkelt. Oude boerderijen, hakhoutbosjes, houtwallen, heide en kleine akkertjes nemen je mee terug in de tijd. “Deze essen op de hogere gronden, waarop oude graansoorten worden verbouwd en plek is voor akkerkruiden, kamille

en korenbloem, zijn al eeuwenlang in gebruik. Het hoogteverschil tussen de akkers en de lagergelegen gronden is ongeveer één en op sommige plekken wel twee meter, een behoorlijk hoogteverschil voor Nederlandse begrippen,” vertelt terreinbeheerder Hans Dijkstra. Op deze zogenoemde steilranden konden de boeren geen graan verbouwen, maar wel konden ze er hout op telen. De steilranden hadden meerdere functies: ze leverden onder meer hout op en de bomen en struiken hielden de graanakkers een beetje uit de wind. Ook weerden ze vraatzuchtig wild en grazend vee op de lagere delen.

Eikenhakhoutbosjes

De hakhoutcultuur was onderdeel van het boerenbestaan in het Reestdal. Vanuit de cultuurhistorie is vooral de eik een boomsoort die er thuishoort.

Dijkstra: “Voor de boeren waren die eiken geld waard. Tot in de jaren ‘50 werd hakhout nog volop verhandeld op de veiling. De bast diende voor het looien van leer, van de stam werden stookhout, timmerhout en bonenstaken gemaakt en de takken dienden om de ovens van bakkers warm te stoken. Elke 10 tot 12 jaar werden de bomen in de eikenhakhoutbosjes gekapt. En dat gebeurt nu nog steeds. Verspreid over het hele Reestgebied heeft Landschap Overijssel ruim vijftig hectare aan hakhout, vaak kleine perceeltjes niet groter dan een of twee hectare.

Met tussenpozen van een paar jaar worden steeds kleine oppervlakken in die eikenhakhoutbosjes gekapt, zodat het karakteristieke landschap bewaard blijft en er genoeg dekking overblijft voor reeën, dassen en struweelvogels.”

‘Tot in de jaren ‘50 werd hakhout nog volop verhandeld op de veiling’

Een deel van de eiken loopt na de kap niet meer goed uit. “Dat kan komen door droogte of vraat door reeën, het kan ook met de grondsoort te maken hebben of met de leeftijd van de boom. Daarnaast wordt de eik verdrongen door berken en door Amerikaanse vogelkers, een exoot. Daarmee dreigt de eikenhakhoutcultuur te verdwijnen. Wat de boer vroeger deed – na elke kapcyclus nieuwe eikjes aanplanten – dat gaan wij nu ook doen,” vertelt de terreinbeheerder.

Streekeigen struiken

Wie van de winter door dit kleinschalige landschap wandelt, ziet dat er al volop gewerkt wordt in de eikenhakhoutbosjes. Vrijwilligers van Natuurwerkgroep de Reest en Natuurbeschermingsvereniging IJhorstStaphorst e.o. helpen de Amerikaanse vogelkers en berk te verwijderen, waarna ze op kale plekken genetisch autochtone eiken aanplanten. “Dat is essentieel. Het introduceren van eiken uit bijvoorbeeld Zuid-Europa, die op andere momenten uitlopen dan ‘onze’ eiken, kan namelijk leiden tot een verstoring van het ecosysteem. Zo zouden rupsen die afhankelijk zijn van deze bomen niet op het juiste moment de voeding krijgen die ze nodig hebben, waardoor de vogels die van hen afhankelijk zijn ook in de problemen komen.”

Projectleider Marjel Das: “Behalve in de eikenhakhoutbosjes, waar zo’n 5.000 bomen worden geplant, zijn de vrijwilligers ook op de steilranden volop aan de slag. Daar zullen zij circa 1.500 struiken planten.”

Ook hier gaat het om streekeigen struiken, zoals meidoorn, sleedoorn en Gelderse roos. Deze zijn goed aangepast aan de lokale bodem en ons klimaat, waardoor ze vaak minder onderhoud nodig hebben en beter bestand zijn tegen ziekten en plagen. Bovendien bieden ze de lokale fauna op het juiste moment voedsel en schuilplaatsen. Dieren als insecten en vogels maken zo een betere kans om te overleven en zich voort te planten. En zo dragen ook de steilranden bij aan de biodiversiteit en het evenwicht binnen het ecosysteem. “De natuurlijke hoogteverschillen bij de steilranden zijn tegenwoordig zeldzaam in Nederland. Veelal is het landschap geëgaliseerd voor de moderne landbouw. Door de steilranden in het Reestdal te behouden en waar nodig te herstellen met deze nieuwe struiken, zorgen we niet alleen voor een gezond ecosysteem, maar blijft ook een deel van de geschiedenis van het oude boerenlandschap zichtbaar,” besluit Marjel Das.

Dankzij fondsen en subsidies

De aanplant van de eiken in de hakhoutbosjes en de struiken op de steilranden wordt mede mogelijk gemaakt door het Dinamo Fonds. Dit fonds ondersteunt duurzame initiatieven en financiert groene en maatschappelijke ondernemingen om een positieve impact te creëren op het milieu en de samenleving. Daarnaast draagt Trees for All bij. Deze organisatie heeft als doel het effect van ontbossing tegen te gaan en een groenere wereld te creëren. Vrijwilligers zijn bij projecten onmisbaar voor Landschap Overijssel. Wil jij ook vrijwilliger worden? Kijk voor meer info op www.landschapoverijssel.nl/ vrijwilligerswerk

Symposium met nieuwe bedrijfsvriend

Nieuwe bedrijfsvriend Vebego Groen en Landschap Overijssel hielden op 10 oktober bij de Military in Boekelo een klein maar fijn symposium over ‘Duurzaamheid in een gezonde en groene leefomgeving’.

“Mooi dat we zo samen kunnen optrekken,” zegt regiodirecteur Edwin de Jong van Vebego. “We delen onze missie als het gaat om een groene, gezonde leefomgeving waarin iedereen meedoet en het versterken van de biodiversiteit.”

Tijdens een wandeling over Landgoed Teesink vertelde ecoloog David Hess van Vebego Groen over de uitdagingen waar landgoedbewoners als egel, pad en merel voor komen te staan en hoe wij het deze dieren gemakkelijker kunnen maken. Bijvoorbeeld in de eigen tuin. Directeur Michael Sijbom van Landschap Overijssel lichtte onderweg de uitdagingen van zijn stichting toe om een klein landgoed als het Teesink in conditie te houden. Dat heeft net als veel andere landgoederen in Twente te lijden onder droogte, stikstofdepositie en een hoge recreatiedruk. “Het beheer van zo’n natuurterrein is kostbaar, maar van groot belang voor de gezondheid van mens, plant en dier,” aldus Sijbom.

DE BEDRIJFSVRIENDEN VAN LANDSCHAP OVERIJSSEL

• Aannemersbedrijf Gerwers B.V., Tilligte

• Aannemingsmij Hegeman B.V., Nijverdal

• Aannemingsbedrijf Netjes, Kampen

• Authentiek Bouw B.V., Nieuwleusen

• Aveco de Bondt, Holten

• Ben & Jerry’s Hellendoorn, Hellendoorn

• Boskalis Nederland, Rotterdam

• Bouwbedrijf Salbam B.V., Vilsteren

• Bouwbedrijf Scholte op Reimer, Vasse

• Bouwhuis Aannemingsmaatschappij ‘Bouwmij’ B.V., Beerzerveld

• BPD Ontwikkeling B.V. -Regio Noord-Oost & Midden, Amersfoort

• CIUS Techniek B.V., Dalfsen

• Cogas, Almelo

• Countus Accountants + adviseurs, Zwolle

• D&A Licht, Nijverdal

• De Friesland, Leeuwarden

• De Ridderschap van Overijssel, Velp

• Dolmans Landscaping Noord en Oost, Beilen

• Dunnewind Groep B.V., Ommen

• DuretTrip Notarissen, Zwolle

• Eshuis Accountants en Adviseurs, Almelo

• Gasunie, Vilsteren

• Gemeente Dinkelland, Denekamp

• Gemeente Oldenzaal, Oldenzaal

• Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V., Enschede

• Grondverzet Vilsteren B.V., Dalfsen

• Heutink, Nijverdal

• Ingenieursbureau Eelerwoude, Goor

• Installatiebedrijf Tijhaar Vilsteren B.V., Vilsteren

• Koopmans Bouw B.V., Enschede

• KTK Containers BV - Almelo

• KWS Infra B.V., Zwolle

• Landgoed de Wilmersberg, De Lutte

• Landschapsadvies en onderhoudsbedrijf Welhuis, Rossum

• Lenferink Schilders - Afbouw en Vastgoedonderhoud, Lemelerveld

• NABR B.V., Enschede

Gouden vrienden: Stichting van Tarel - Bruins Fonds

• Negam, Borne

• NV Rova Holding, Zwolle

• ODIN Landschapsontwerpers B.V., Diepenheim

• OnzeEnergie, Zwolle

• Roelofs Beheer B.V., Den Ham

• Sensata Technologies Holland B.V., Hengelo

• SIGHT Landscaping B.V., Harderwijk

• St. Military Boekelo, Enschede

• Sweco Nederland B.V., Zwolle

• Takman Ijzerwaren, Ommen

• Timmerhuis Groep, Vriezenveen

• Twence B.V. Afval en energie, Hengelo

• Vebego Groen - Enschede

• Wadinko N.V., Zwolle

• WandelWol V.O.F., Nieuwleusen

Zilveren vrienden:

BOETELERVELD COMMUNICERENDE VATEN

Wie vanuit de lucht naar het Boetelerveld kijkt, ziet letterlijk in één oogopslag een opvallend stuk Sallandse grond. Het 173 hectare grote Natura 2000-gebied oogt van bovenaf als een eiland in een zee van kleinere kavels. Het is duidelijk dat hier iets bewaard is gebleven en niet verder is opgedeeld.

Wie verder inzoomt, ziet steeds meer details. Het ‘eiland’ blijkt heel gevarieerd. Er vliegt, fladdert, scharrelt, kruipt en zwemt van alles rond. Er zijn heidevelden, vlakken met pijpenstro, bomen, poelen en plassen, graslanden, struwelen, houtwallen en een wandelpad. Wie op de grond landt en het pad volgt, kan niet altijd gewoon doorlopen. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden, verdwijnen delen ervan af en toe onder water.

Vochtige heide

Vandaag de dag is het Boetelerveld het laatste vochtige heidelandschap van Salland. In de

bodem wisselen oude dekzanden - zand en leemrijk zand - elkaar af. Slenkstructuren zorgen voor hoogteverschillen. Op de laagste delen komt hier en daar voedselarm kwelwater aan de oppervlakte. Er groeien zeldzame planten als heidemelkviooltje, blonde zegge en op permanent natte plekken: drijvende waterweegbree. Iets hoger vind je vochtige heide met dophei, blauwe zegge, klokjesgentiaan en moeraswolfsklauw. En af en toe jeneverbes, grove den, zomereik en berk.

De Groene Verdieping

Tekst: Eveline van der Vliet

Bijzondere bodem

Ecoloog Michiel Poolman: “Van bovenaf heb je een mooi overzicht. Maar als je de kwetsbaarheid van het Boetelerveld wilt leren begrijpen, kun je beter onder de grond kijken. Door de natuurlijke opbouw van de bodem - leemrijke zandlagen die schots en scheef door elkaar liggen – zijn hier twee soorten grondwatersystemen actief. Regionale, waarbij grondwater over grotere afstanden naar een laagste punt stroomt. En lokale grondwaterstromen, van soms maar een paar meter. Als je ergens buiten het gebied in de bodem een diepe watergang graaft waarbij je een of meer ondoorlatende lagen doorboort, stroomt al het grondwater dus opeens naar het nieuwe laagste punt: de watergang. De bijzondere bodem maakt van het Boetelerveld en de omringende omgeving communicerende vaten. Of eigenlijk: één vat. Als je ergens ‘de kraan open- of dichtzet’, bijvoorbeeld door een

watergang te graven of te dempen, heeft dat impact op het hele systeem.”

Zwarte beekeerdgrond

Doordat het Boetelerveld nooit is ontgonnen, ligt er nog zwarte beekeerdgrond. Dit is minerale grond met allerlei sporen van ijzeroer – dat vaak als ‘roest’ oogt - en een humusrijke bovenlaag. Een zeldzaamheid in heidegebieden. De aanwezigheid is een belangrijke indicator voor kansrijk natuurherstel van rijkere heide en blauwgrasland. Het bewijst dat er ooit ijzerrijk grondwater in de heide aan het oppervlak kwam. In 2023 opende de rijksoverheid een nieuwe subsidieregeling voor grondeigenaren om herstellende natuur extra te versterken. Ecoloog Poolman: “Wij

hebben die onder andere gebruikt door in het Boetelerveld op plekken met zwarte beekeerdgrond de ‘motor nog wat verder aan te slingeren’. Denk aan bomen weghalen en de bovenste bodemlaag met zure dennennaalden verwijderen, om ruimte te maken voor heide en blauwgraslandontwikkeling.”

Herstellen waterhuishouding

De recente werkzaamheden sluiten aan op eerdere grootschalige ingrepen die in 2020 en 2021 vanuit het Natura 2000-gebiedsproces binnen én buiten het Boetelerveld zijn uitgevoerd. Het doel daarvan was de waterhuishouding herstellen en de kwaliteit van de vochtige heide verbeteren. “De effecten daarvan zijn lokaal zichtbaar, op plekken waar bos is gekapt of

‘De effecten daarvan zijn lokaal zichtbaar, op plekken waar bos is gekapt’
foto: nico kloek
Blauwgrasland met struweel op rijke zwarte beekeerdgrond in het Boetelerveld.

greppels zijn gedicht,” vertelt Poolman. “Maar hier en daar gebeurt er nog niks. Of missen er nog kenmerkende soorten voor de natste delen van de vochtige hei. Witte snavelbies en ronde zonnedauw bijvoorbeeld. Die waren vroeger wél aanwezig maar zijn nu nog niet verschenen. Dit komt doordat de plekken waar veenmossen groeien, nog elk jaar uitdrogen, met uitzondering van 2024. Dat is het gevolg van het te ver wegzakken van het waterpeil in de bodem.”

Positieve effecten

“Eigenlijk herstellen we het Boetelerveld al sinds de jaren ‘80,” stelt de ecoloog. “Toen deden we de eerste ingrepen: greppels aan de gebiedsrand afdammen, begrazen, grote oppervlakten met pijpenstro plaggen. Het effect daarvan zie je nog altijd terug in het terrein; het is weer heide. Nu, na de uitvoering van het gebiedsproces, gebeurt er opnieuw van alles. Er kiemt jeneverbes. Dopheide, tormentil en klokjesgentiaan keren terug. Iets verderop: liggend walstro en gevlekte orchis. Bij het Grote Rietgat groeit weer ongelijkbladig fonteinkruid, stijve moerasweegbree en pilvaren op plekken waar eerder (ontwaterd) rabattenbos stond. In álle poelen huizen inmiddels kamsalamanders. Bij eerdere inventarisaties, voorafgaand aan het herstelwerk, was dat nog niet zo. Er heeft een paartje watersnippen gebroed in een natte laagte. De zwarte heidelibel, ericabij en heidedaguil (is een nachtvlinder, red.) zijn terug. Ik had van die laatste een oude waarneming gevonden. In juni lette ik daarom toch net iets meer op. En - je gelooft het niet – ik loop er één tegen het lijf!”

Grazers

In 2024 keerden ook runderen terug in het Boetelerveld. Als project, om te onderzoeken welke rassen het meest geschikt zijn als grazers in het gebied. Terreinbeheerder Jeroen Buunen is er blij mee: “We hebben heidekoeien, blaarkoppen en herefords. Robuuste rassen, in totaal acht dieren. Het

‘Zij hebben veel kennis van de dieren, wij van natuurbeheer’

Oortjes naar voren

Melkveehouder Mike Wallink: “De koeien doen het goed, ze zijn in een topconditie. De eerste zes, zeven weken waren het spannendst. We bezochten ze toen dagelijks. Ondanks de verschillen in ras en herkomst vormden ze gelijk één kudde. We controleerden of ze alert bleven, je aankeken, een volle pens hadden, lekker lagen te herkauwen, de oortjes naar voren stonden, enzovoort. Het zag er steeds prima uit. Inmiddels komen we om de vier, vijf dagen. De samenwerking met Landschap Overijssel vinden we inspirerend. Je bent allebei – ieder vanuit je eigen vak – met primaire dingen bezig in je eigen leefomgeving. Zo logisch om dat samen te doen.”

allerbelangrijkste is dat ze gezond blijven. Er heerst babesia, een infectie die wordt verspreid door besmette teken. Tot nu toe gaat het prima met ze. We doen het project samen met vier enthousiaste boeren uit de omgeving. Zij hebben veel kennis van de dieren, wij van natuurbeheer. En samen vinden we het erg leuk om van elkaar te leren.”

Nieuwe biotoopjes

“Ik zie nu al nieuwe dynamieken

ontstaan. De heidekoeien beuken met hun hoorns soms bomen van drie, vier meter hoog omver. Dan vreten ze de top eruit en lopen door. De kudde graast ook op plekjes waar de maaimachine niet kan komen. Struiken als stekelbrem of meidoorn laten ze weer staan. De ‘behapbare’ oppervlakte voor de kudde is veertig hectare. Aan de randen daarvan zie ik de overgangen nu al zachter en natuurlijker worden.,” aldus een enthousiaste Buunen.

Heidemelkviooltje.

Heidemelkviooltje

Het heidemelkviooltje komt alleen voor in Oost-Nederland. Deze ondersoort van het melkviooltje groeit daar in vochtige heiden en natte graslanden. In het Boetelerveld komen het heidemelkviooltje - dat in natte laagten groeit - en het hondsviooltje - dat ietsje hoger en droger in heischraal grasland staat - elkaar ‘halverwege’ wel eens tegen. Zo’n ontmoeting leidt dan meestal tot een strook prachtige lichtblauwe kruisingen.

Van alles te beleven

In het Boetelerveld kun je je vergapen aan vogels, vlinders en libellen die dansen boven de heide. Die is hier geen onafgebroken paarse vlakte maar bestaat uit een ‘woud’ aan kruiden en grassen tussen de – als ze bloeit: zacht geurende – roze dopheide. En watermunt, die ruik je ook! Kleine zonnedauw en klokjesgentiaan compenseren hun bescheiden formaat

met hun felle kleuren. In de verte klinkt geloei en wacht… daar aan het eind van die tak zitten twee roodborsttapuiten. Kom je een klein vennetje tegen, realiseer je dan dat je naar een poel kijkt. Deze barst van het leven! Als je eventjes wacht, zie je vanzelf iets bewegen. En is het ergens nog een kale bedoening?

Noteer dan nu dat je volgend jaar weer terugkomt. Dan weet je niet wat je ziet aan wuivend grasland met een prachtige blauwe waas.

Raamsweg

Schoonhetenseweg

dopheidelandschap

Boetelerveld poel

Speelmansweg

Foto:
Michiel
Poolman

Eropuit in de

Winter

Midwinterhoornwandeling Reestdal

Geniet onderweg van de klanken van de Ekelbloazers en de Hardenbergse midwinterhoornblazers en vooral van de knusse wintersfeer, het goede gezelschap en heerlijk eten en drinken.

– Balkbrug, 15 december

Kabouterbos Hof Espelo vernieuwd

In het bos van Hof Espelo vlakbij Enschede wonen kabouters langs de paden. Volg hun voetsporen voor een avontuurlijke wandeling door het groen. Kinderen ontdekken onderweg allerlei leuke feitjes over de natuur. Het kabouterpad is helemaal vernieuwd en klaar voor nieuwe ontdekkingsreizigers!

Word vrijwilliger bij Landschap Overijssel

Voor de locaties Balkbrug, Enschede en Mander zoekt Landschap Overijssel enthousiaste vrijwilligers. Wil jij je inzetten voor de natuur en bezoekers een bijzondere ervaring bieden? Meld je aan voor het kinderteam of als gastheer- of gastvrouw. Stuur een e-mail naar louiset.vos@landschapoverijssel.nl

Kindermiddag: Help vogels de winter door Haal de vogels in je tuin of balkon met je eigengemaakte vogelhanger. Smullen zullen ze! Tijdens de koude wintermaanden hebben vogels vaak moeite om genoeg voedsel te vinden, vooral als de grond bevroren is. Ze kunnen wel wat hulp gebruiken. Tijdens deze educatieve middag ga je zelf aan de slag met een voedselhanger van natuurlijke materialen.

– Balkbrug, 29 januari

Nieuwjaarswandeling Dal van de Mosbeek

Start het nieuwe jaar goed met een heerlijke natuurwandeling! In de winter valt er genoeg te ontdekken: terwijl vleermuizen en egels in winterslaap zijn, blijven reeën, roofvogels en hazen actief. Met een beetje speurwerk vind je onderweg hun sporen.

– Dal van de Mosbeek, 14 januari

KIJK VOOR DE MEEST ACTUELE ACTIVITEITEN EN VERRASSENDE ROUTES OP LANDSCHAPOVERIJSSEL.NL/ACTIVITEITEN

*Alle data zijn onder voorbehoud.

foto: Gonny Sleurink
foto: cees elzenga

Het verborgen bestaan van de vos

Tekst: Daniël Mulder

Foto’s: Clifton Buitink, Annie Keizer, Margot Schulte

Het grootste deel van het jaar is het zeer lastig om een vos in het wild te zien. In het voorjaar en de vroege zomer is de kans iets groter: dan zijn de vrouwtjes druk in de weer om de jongen te voeden. In de winter is de paartijd, dan kun je ze bij het vallen van de avond horen keffen.

Zijn rode vacht, zijn schitterende pluimstaart, zijn grote ogen in een smalle snuit, zijn elegantie en zijn sierlijke sprong bij de jacht: de vos heeft beslist trekjes van een katachtige. Toch gaat er onder die kenmerkende bruinrode vacht een hondachtige schuil. Wie het geluk heeft een vos te zien, die verbaast zich vaak over zijn formaat: een vos is iets groter dan een stevige huiskat. Van de top van de snuit tot het begin van de staart meet een vos circa 65 centimeter, een huiskat zit rond de 46 centimeter. Ook in gewicht schelen ze niet eens zo veel. De mens is langzaam het leven van de vos binnengedrongen. De vos dook waarschijnlijk 3,4 miljoen jaar geleden al op in het huidige Hongarije, lang voordat de

eerste mensen in Europa verschenen. Vulpes vulpes, zoals zijn wetenschappelijke naam luidt, leefde dus al duizenden eeuwen in Europa toen mens en vos elkaar voor het eerst zagen. En door zijn aanpassingsvermogen is de vos, zo’n 45.000 jaar na die eerste ontmoeting, nog altijd prominent in de natuur aanwezig.

Ecoloog Adele Brand, auteur van het boek De verborgen wereld van de vos, verwoordt het fraai: “De vos is een dier dat zijn levenswijze moeiteloos aanpast aan het landschap waarin hij toevallig onderdak vindt.” Mark Zekhuis, ecoloog bij Landschap Overijssel, beaamt dat:

“Een vos is zo creatief in zijn voedselkeuze, hij weet overal zijn kostje wel bij elkaar te scharrelen. Van bessen tot mestkevers en van konijnen tot paddenstoelen en afval van mensen; een vos lust alles en kan in veel landschappen uit de voeten. Juist dat is zijn grote kracht.”

Fotomodel in de nacht

Hoe gaat het eigenlijk met dit fotogenieke roofdier? Tot 1940 werd de vos intensief bestreden en verdween hij uit het westen en noorden van het land. Daarna ging het beter. ‘De afname van bestrijding leidde tot een gestage uitbreiding van verspreiding en aantallen in Nederland’, meldt het Basisrapport Rode Lijst Zoogdieren 2020. Op waarneming.nl kun je zien dat de vos anno 2024 bijna overal in Nederland voorkomt. Zijn huidige status is dan ook: ‘Thans niet bedreigd’.

‘Een vos is zo creatief in zijn voedselkeuze, hij weet overal zijn kostje wel bij elkaar te scharrelen’

Toch is een vos spotten geen vanzelfsprekendheid. “Eerlijk gezegd zie ik zelden tot nooit een vos als ik buiten ben,” bekent Zekhuis. “Alleen ’s nachts met een warmtebeeldcamera en als ik fotovallen plaats om bijvoorbeeld otters te traceren, heb ik geregeld een vos op de foto staan. Maar door dreiging van de mens zijn ze schuw geworden en zijn ze vooral actief in de nacht. Er wordt gezegd dat een vos slim is, maar hij is vooral verdraaid schuw en achterdochtig. Daardoor is hij zo moeilijk te zien.”

Hulp van de vos

De aanwezigheid van de vos in de natuur stuit geregeld op weerstand, vooral vanuit de hoek van de

weidevogelbescherming. “Uit predatieonderzoek met fotovallen zien we inderdaad dat de vos wel nesten leeghaalt. Daarom wordt het gerechtvaardigd dat de vos wordt bejaagd in weidevogelgebieden, licht Zekhuis toe. Maar de sleutel voor dat probleem zit ‘m volgens de ecoloog vooral in de manier waarop we het landschap inrichten: meer vochtig en kruidenrijk grasland, hogere waterpeilen en gefaseerd maaien.

Behalve weidevogels bejagen vossen ook ganzen die schade veroorzaken bij boeren. In 2023 was de grauwe gans verantwoordelijk voor ruim 1,2 miljoen gewasschade in Overijssel, becijferde BIJ12. “We zien een flinke toename van de grauwe gans en de Canadese gans. Als ze steeds worden verjaagd, kunnen ze niet broeden en remt de groei van hun populaties. Dat is ook in het belang van de natuur,” aldus Zekhuis. Want in sommige natuurterreinen zorgen ganzen ook voor overlast.

“Ze vreten oeverplanten op ten nadele van watervogels en vissen en door hun poep worden bijvoorbeeld voedselarme vennen voedselrijker. Wij maken soms schiereilandjes in onze natuurgebieden toegankelijk zodat vossen nesten van ganzen kunnen prederen. De natuur is erbij gebaat dat de ganzenpopulatie niet te groot wordt; de vos helpt daarbij.”

‘De vos is een dier dat zijn levenswijze moeiteloos aanpast aan het landschap’

Dilemma’s van een natuurbeheerder

Monumentale bomen kappen, of toch niet? En zo ja, hoeveel dan? En wanneer? Wat betekent het voor bezoekers? En voor buren? Dit zijn vragen waar onze terreinbeheerders dagelijks mee bezig zijn. Op landgoed Soeslo vertelt Jeroen Buunen hoe hij op antwoorden komt.

We zijn een eindje onderweg op landgoed Soeslo als we op een vijfsprong uitkomen. Er komen vier eikenlanen op uit, en één beukenlaan. Die beukenlaan springt eruit. Omdat er maar aan één kant van de zandweg beuken staan, hebben de bomen enorme zijtakken gekregen, die over de weilanden hangen. Breeduit staan ze zo te pronken. Landschapsschilders uit de negentiende eeuw zouden er wel raad mee hebben geweten.

Maar zoals zo vaak, er is meer dan je ziet. Het gaat namelijk niet goed met de beuken. Aan het begin van de laan zijn drie jaar geleden al twee exemplaren omgewaaid. Honingzwammen overdekken nu de

stobben en zullen nog wel even bezig zijn om ze op te ruimen. Is het een voorbode van wat de andere beuken te wachten staat? “Het gaat in ieder geval niet goed met ze,” vertelt beheerder Jeroen Buunen. “In kort tijdsbestek zijn er vier zware takken afgebroken, één keer zelfs dicht bij enkele wandelaars.”

Als zoiets gebeurt, is er werk aan de winkel voor de beheerder. “Wat gaan we doen? Alleen de aangetaste bomen eruit halen? Of de hele laan kappen en opnieuw inplanten?” Elke optie heeft consequenties en vergt zorgvuldige afwegingen. Dat vraagt tijd. Voor alle zekerheid is de beukenlaan daarom afgesloten, want ja, je hebt ook te zorgen voor de veiligheid van de bezoekers van het landgoed.

Ontwerp

De zoektocht naar antwoorden begint, zo vertelt Jeroen Buunen, bij het gegeven dat Soeslo een landgoed is. “Vaak wordt er dan alleen naar het landhuis gekeken als het karakteristieke element. Maar ook het ontwerp van tuin en park, inclusief lanen en bomenrijen, is onderdeel van een buitenplaats. Vanwege die cultuurhistorische waarden willen we dat ontwerp zo goed mogelijk in

‘Vaak wordt er dan alleen naar het landhuis gekeken als het karakteristieke element’

stand houden. Per slot van rekening vertelt dit een verhaal over onze voorouders en hoe ze in het verleden vormgaven aan het landschap.” In andere gebieden krijgen juist de natuurwaarden alle prioriteit. Die kunnen zo kwetsbaar zijn, dat een gebied niet toegankelijk is voor het publiek, zoals de Buitenlanden Langenholte en de Maatgraven langs de Vecht. Ook voor een landgoed als Soeslo zou je de natuurwaarden voorop kunnen stellen en de natuur haar gang laten gaan. “Maar dan gaat het cultuurhistorische karakter verloren. Bovendien moet je het landgoed dan afsluiten vanwege het gevaar voor bezoekers,” stelt de terreinbeheerder.

Alle lanen

Het oorspronkelijke ontwerp van het landgoed volgen, betekent dat je de lanenstructuur in stand wilt houden. Dan is de vraag: hoe houd je het karakter van een laan intact?

We spreken van een laan als er bomen langs staan van dezelfde soort, dezelfde leeftijd en dezelfde tussenafstand. Je hebt lanen met één rij, zoals op Soeslo, maar ook lanen met twee en zelfs drie rijen bomen komen voor. Buunen: “Je kunt zeggen we gaan alleen de zwakke bomen eruit halen en de gaten weer opvullen met jonge bomen. Dan ben je het karakter van een laan kwijt. Bovendien takelen andere beuken snel af als je er hier en daar één uithaalt. Beuken in een laan zetten elkaar in de schaduw. Als ze dan ineens in de zon komen te staan, verbrandt de bast. Daarom gaan we hier de hele laan in een keer vervangen.” Omdat niet alleen de beuken, maar ook de eiken in enkele lanen op Soeslo tekenen van verval vertonen, kwam ook de vraag op tafel: wat doen we met de andere lanen. Om overzicht te krijgen, heeft de terreinbeheerder samen met collega’s de vitaliteit van alle lanen en bomenrijen op het landgoed in kaart gebracht.

Daaruit bleek dat ook de eikenlanen binnen afzienbare tijd aan vervanging toe zijn. “De bomen in de lanen zijn ongeveer

Landgoed Soeslo bij Wijthmen, aan de oostkant van Zwolle, is in de zeventiende eeuw begonnen als een spieker, een voorraadschuur waarin de granen van pachters werden opgeslagen. Het huidige landhuis dateert uit 1815. In de eerste aanleg van het landgoed domineerden rechte lijnen. In de negentiende eeuw zijn er slingerende patronen aan toegevoegd. Het landgoed kreeg daardoor een meer natuurlijk karakter.

Bekijk de video waarin Jeroen Buunen je meeneemt naar Soeslo: scan de QR-code of ga naar www.landschapoverijssel.nl/ onderhoud-soeslo

honderd jaar oud. Omdat de grond hier niet voedselrijk is en -door de leem in de ondergrond- ook behoorlijk vochtig is zijn de bomen snel gegroeid tot de volle, hoge bomen die we nu zien. Ze naderen het einde van hun levensduur. Mogelijk hebben ze ook extra te lijden gehad onder de extreme droogte van de afgelopen jaren, gevolgd door de vele neerslag dit jaar. Dit beeld is trouwens niet uniek voor Soeslo, deze problematiek speelt overal in Overijssel.”

Vleermuizen

Als de afwegingen zijn gemaakt, bel je de loonwerker en kan het werk beginnen, zou je misschien denken. Maar zo simpel is het niet. “In en om die bomen leven planten en dieren, waar je rekening mee moet houden,” legt Buunen uit. “Zeker, omdat sommige soorten beschermd zijn. Er leven vier vleermuissoorten op Soeslo. In de boomholtes zitten ook spechten en bosuilen. Onder de bomen groeien stinsen- en bosplanten. Als bijvoorbeeld vleermuizen een verblijfplaats in een dode boom hebben gevonden, kunnen we die boom niet zomaar kappen. Daarom hebben zo’n vijftig vleermuiskasten opgehangen, hopend dat ze daar gaan nestelen. Het gebruik van die kasten houden we natuurlijk goed in de gaten.”

Zonder zulke maatregelen weet je zeker dat je geen vergunning krijgt voor de kap. Want dat is een volgende

‘De bomen in de lanen zijn ongeveer honderd jaar oud’

‘horde’ die de beheerder moet nemen, de aanvraag van een vergunning bij de gemeente. Meestal gaat dat goed, soms ontstaat er discussie over de vraag of een laan, of deel ervan, wel of niet voorkwam in het oorspronkelijke ontwerp. “De gemeente Zwolle heeft een streng kapbeleid. En terecht. Maar soms heeft een vorige eigenaar een eigen draai aan het ontwerp gegeven en extra bomen geplant, omdat hij dat mooi vond. Zo krijg je tijdlagen in het ontwerp, wat tot verschillen van inzicht kan leiden.”

Spaarpotten

Als de vergunning eenmaal is verleend, beginnen de voorbereidingen voor het werk. “Het gaat niet alleen om de kap zelf,” vertelt Buunen, “want ook moet bijvoorbeeld de grond worden klaargemaakt om nieuwe bomen aan te planten. Het is bovendien een logistieke operatie. Zo moet er veel hout worden afgevoerd. En het is van groot belang dat bezoekers, bewoners en buren goed op de hoogte zijn. Een bomenlaan vervangen is een ingrijpende operatie,

waar bezoekers soms van schrikken, vooral als ze achtergronden niet kennen. We gaan ze daarom vooraf en tijdens de werkzaamheden goed informeren.”

Veel mensen denken dat bomen er voor de eeuwigheid staan. Maar het vervangen van laanbomen is echt wel iets dat bij een landgoed hoort. In het verleden waren deze bomen de spaarpotten van de eigenaar. Eens in de tachtig tot honderd jaar werden ze gekapt. Het hout bracht geld in het laadje. Landschap Overijssel verkoopt het hout ook. “De opbrengst investeren we direct weer in het onderhoud van onze terreinen. Die weegt trouwens niet op tegen de kosten voor zo’n project als dit, die opbrengst is vele malen lager.”

Zo geeft het beheer van een landgoed nogal wat hoofdbrekens, vat Jeroen Buunen samen. “De ene dag denk je: moeten we zulke mooie bomen wel kappen. De andere dag is het: er staan gevaarlijke bomen, we moeten nu wel ingrijpen. Het is voortdurend zoeken naar een balans.”

honingzwam

Het lot van de gezenderde rode wouwen

Van de vijf jonge Overijsselse rode wouwen die in 2023 zijn gezenderd, hebben er vier hun eerste verjaardag niet gehaald. Van een is het nog onzeker of hij nog rondvliegt. In hun korte leven hebben ze desondanks een waardevolle bijdrage geleverd aan het onderzoek naar mogelijkheden om de rode wouw beter te beschermen in Nederland.

In de periode 2019 tot 2023 zijn 45 nestjonge wouwen voorzien van een gps-gsm-zender in de provincies Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland en Limburg. Dit gebeurde in het kader van een onderzoek van Grauwe Kiekendief, Kenniscentrum Akkervogels naar een betere bescherming van de rode wouw in Nederland, onder leiding van ecoloog Stef van Rijn. In 2023 maakte Landschap Overijssel zich sterk om daar nog een vijftal aan toe te voegen. De jongen uit Junne, Ootmarsum en Heeten konden worden gezenderd dankzij bijdragen van Fonds 1999 en Slimstock. Hen was echter geen lang leven beschoren. Rond het uitvliegen lieten er al twee het leven. De andere drie bereikten wel een onafhankelijk bestaan en verlieten in de zomer het broedgebied in Duitse richting. Tussen eind september en half oktober verlegden ze vervolgens hun koers naar het zuidwesten. En daar vond er al snel één de dood, nadat hij enkele uren had gefoerageerd op een boerenerf. Enkele maanden later stierf ook de vierde wouw nadat hij had gefoerageerd bij een boerderij.

Hoopvol

zijn heel gevoelig voor gif want ze zijn notoire alleseters. Dat wordt ze nog wel eens fataal als ze bijvoorbeeld een vergiftigde rat of muis oppeuzelen. Daarom vermoeden we dat de beide exemplaren die kort na het foerageren op een boerenerf door gif om het leven zijn gekomen.”

Ook blijkt uit het onderzoek dat rode wouwen baat hebben bij kruidenrijke graslanden. Deze graslanden vormen een basis voor prooidieren zoals veldmuizen, woelratten en mollen. Momenteel wordt onderzocht hoe belangrijk extensief graslandbeheer is. “Door agrarisch natuurbeheer te stimuleren, kunnen we het landschap zo inrichten dat de rode wouw er goed gedijt.”

De laatste, vijfde, gezenderde Overijsselse wouw is nog een raadsel voor de onderzoeker omdat er sinds 10 juni 2024 een storing is in de transmissie van zijn locatie. Daardoor is het onbekend of het dier nog leeft. “Het gaat mogelijk om een interferentie tussen zendmasten. Zolang de wouw in hetzelfde gebied blijft, wordt die storing niet opgeheven. Als hij naar een andere locatie gaat, kunnen we hem weer traceren,” aldus een hoopvolle Stef van Rijn.

Uit het onderzoek heeft Van Rijn inmiddels twee duidelijke factoren gedestilleerd die het leven van de rode wouw aanzienlijk verkorten en waar we als samenleving iets aan

Verder lezen

Geïnteresseerd in het onderzoek, vraag het aan op www.landschapoverijssel.nl/onderzoek-wouwen

‘Provincie, kijk wat er wel kan!’

Bij de start van de uitvoering van de bossenstrategie plantte gedepupteerde Gert Harm ten Boslcher (rechts) een boom.

Tekst: Frans Bosscher

Er zit nauwelijks vaart in de beoogde aanplant van 3.900 hectare extra bos in de provincie Overijssel. Dat moet en kan veel beter, stelt Stichting Landschap Overijssel. “Kijk wat wel kan!”

Het zit Hans Pohlmann hoog. Heel hoog. Drie jaar nadat het provinciebestuur besloot om 3.900 hectare extra bos aan te planten, is er nog vrijwel niks gebeurd. “Het is marginaal. En dat is heel frustrerend,” zegt de manager natuur van Landschap Overijssel.

Het besluit om de oppervlakte bos in Overijssel met tien procent te vergroten, vloeit voort uit het Klimaatakkoord en de Bossenstrategie van het rijk. Met meer bomen leg je meer CO2 vast en lever je een bijdrage aan het opvangen van de klimaatverandering. Tegelijkertijd krijgen planten en dieren meer leefgebieden. Het rijk wil dat er tot 2030 37.000 hectare bos bij komt in ons land.

De provincie Overijssel vertaalde die doelstelling in een eigen Bossenstrategie met vier doelen: 10 procent meer bos (wat neerkomt op 15 miljoen bomen), 5 procent meer landschapselementen (houtwallen, singels, solitaire bomen en hagen), bestaande bossen vitaler maken en duurzaam gebruik van hout. De doelen moeten in 2030 zijn gerealiseerd.

Compensatie kap

Met een deel van die 3.900 hectare bos die er in de provincie bij moet komen, heeft Landschap Overijssel heel direct te maken. In de Natura 2000-gebieden zijn de afgelopen jaren grote aantallen bomen gekapt om de biodiversiteit van heidevelden en veengebieden te verbeteren. Ook andere beheerders van natuurgebieden hebben voor het behalen van de Natura 2000-doelen moeten kappen.

Voor al die gekapte bomen zouden elders nieuwe bomen aangeplant worden. Het gaat om 1.400 hectare. “Wij hebben in enkele gebieden bossen met weinig natuurwaarden gekapt om planten en dieren die van

‘Wij staan klaar om op alle mogelijke manieren te helpen’

op onze eigen terreinen ruimte voor bosaanleg, er zijn ook particulieren die mee willen doen. We hebben ook voorgesteld om ons een deel van het budget te geven. Wij hebben het netwerk, hebben ervaring, kennis en capaciteit om deze klus op te pakken. Maar wat we ook voorstellen, niets kan. Gemeenten willen niet meewerken, het past niet in het zoekgebied, het is strijdig met aanbestedingsregels… Er is steeds wel weer wat om onze inbreng af te wijzen. Niet alleen bij ons, ook bij boeren, particulieren, landgoedeigenaren en natuurbeheerders is genoeg bereidheid om die hectares bos te realiseren. We krijgen het alleen niet geregeld. Dat is heel frustrerend.”

Aan de slag

heide en veen afhankelijk zijn, meer leefruimte te geven,” aldus Pohlmann. “Dat was voor omwonenden soms pijnlijk. Die pijn werd wat verzacht met de toezegging dat het bos herplant zou worden op een andere plek. Wij hebben de kap voor onze rekening genomen, maar de provincie laat het bij de herplant afweten.”

Meerdere voorstellen

Het geld is er, daar kan het niet aan liggen. Er zijn middelen om bijvoorbeeld de waardedaling te compenseren als landbouwgrond omgezet wordt in bos. Ook is er budget om bomen en struiken aan te kopen. Waarom komt het dan toch niet van de grond? Pohlmann: “Die 1.400 hectare liggen buiten de aangewezen natuurgebieden. Dat betekent dat er landbouwgrond aangekocht moet worden. Dat gaat niet vanzelf, want er is ook in de landbouw veel vraag naar grond. Wat ook niet helpt is dat de provincie niet afstemt met gemeenten. Die maken hun eigen afweging en willen soms geen bos op een locatie die de provincie op het oog heeft.”

Om enige vaart in de bosaanleg te krijgen, heeft Landschap Overijssel diverse voorstellen gedaan aan de provincie,” vertelt de manager natuur. “Wij hebben

Het is volgens Pohlmann heel dringend dat er schot komt in de bosplannen. “De natuur staat enorm onder druk. Dat geldt ook voor de landschappelijke kwaliteiten. We zien de gevolgen van klimaatverandering steeds duidelijker. Dus voor de biodiversiteit, het klimaat en een prettige, groene leefomgeving moeten we aan de slag met de gemaakte afspraken. We roepen de provincie dan ook op om uit de het-kan-niet-houding te komen. Kijk wat er wel kan! Wij staan klaar om op alle mogelijke manieren te helpen.”

Iedereen kan meedoen

Een deel van de boomaanplant, namelijk 1,1 miljoen bomen, wil de provincie realiseren met inzet van de inwoners. Er zijn diverse mogelijkheden om een bijdrage te leveren. Je kunt meehelpen aan plantprojecten; zo kun je meedoen aan de boomdeeldagen, waarop bomen en struiken met een korting van 75 procent kunnen worden aangeschaft. Je kunt ook grond beschikbaar stellen waar bomen geplant kunnen worden. En ideeën om de aanplant van bomen te versnellen zijn ook welkom. Aanmelden kan op iedereeneenboom.nl

hans pohlmann

Wim Boom

Tuinieren op een religieus landgoed

Tussen Wierden en Hoge Hexel ligt landgoed De Barkel. Wim Boom is de vierde generatie Boom en beheert het familielandgoed met veel liefde en passie. Het is een bijzonder landgoed met onder meer een historische tuin, grafheuvel, duurzaam beheerd bos, eeuwenoude historische waterput en een kikkerpoel.

Een oprijlaan met statige oude beuken leidt naar het huis van Wim en Gerdien Boom. Ooit, en dan spreken we over de jaren 1450 tot ongeveer 1700, stond hier een kloosterboerderij, eigendom van het Klooster Galilea Maior in Sibculo. “Van de kloosterboerderij is niets meer te zien. Wat er nog wel is, is de 10 meter diepe waterput van Bentheimersteen. Dat is het enige zichtbare restant,” vertelt Boom.

Een bezoek aan zijn familielandgoed begint met een interessante geschiedenisles. In 1708, de kloosterboerderij was inmiddels een ruïne, kwam het in eigendom van de broers Hendrik en Tobias ten Cate. De kloosterboerderij was inmiddels een ruïne. Zij bouwden twee pachtboerderijen: De Oude Barkel en De Jonge Barkel. Rond 1852 was hier nog één boerderij van over waar de broers Ten Cate een theekoepel

naast lieten bouwen. Hier kwamen ze na de jacht een borreltje drinken. Destijds was het terrein zo’n 100 hectare groot. “Mijn overover-over grootvader Hendrik Boom werd in 1897 pachter van de boerderij. Een paar jaar later heeft hij hem kunnen kopen van de Ten Cates en nu ben ik alweer de vierde generatie op deze plek. Het landgoed is in de loop der jaren wel kleiner geworden. Het beslaat 7 hectare en valt onder de Natuurschoonwet.”

Ontdekking grafheuvel

De eerdere generaties Boom waren boer. Het landgoed bestond dan ook uit weilanden, bos en heide. Wim Boom had een andere ambitie, hij werd

Foto’s: Suzanne van Gaale
Tekst: Suzanne van Gaale

bedrijfseconoom. Wel woonde hij samen met zijn gezin en zijn ouders op het erf. “Mijn vader was een echt natuurmens en onderhield het landgoed terwijl wij druk waren met werk en gezin. Toen ik zo’n 15 jaar geleden meer tijd kreeg, ben ik mij gaan verdiepen in de geschiedenis van ons terrein. Het was een onderzoek van historicus en professor Hijszeler naar grafheuvels in de omgeving dat het vuurtje aanwakkerde. Slechts 300 meter hiervandaan bleek namelijk een grafheuvel uit de jonge steentijd te liggen.”

Historische kruidentuin

Deze ontdekking en de rijke geschiedenis van De Barkel wilde Wim Boom graag delen met anderen. En zo ontstond het plan voor Pleisterplaats De Barkel, met informatie over het verleden in combinatie met natuur en kunst. Eigenlijk is de duiding ‘belevingslandgoed’ beter op zijn plaats. Want waar ooit gewoon weiland en grasland was, vind je nu onder meer een historische tuin, kikkerpoel, berkenberceau, fruitbomen en twee grafheuvels. Hier komt Booms passie voor natuur en cultuur tot uiting. “We hebben allereerst, dankzij subsidies, een reconstructie gemaakt van de grafheuvel uit de jonge steentijd. Bovenop hebben we een glasplaat gelegd zodat je in het graf met de stenen kan kijken. Daarnaast hebben we nog een grafheuvel uit de ijzertijd met resten van urnen. Er omheen hebben we een historische tuin aangelegd met beplanting van de jonge steentijd tot nu. Hierbij hebben we hulp gehad van een archeobotanicus. Uiteindelijk hebben we 65 verschillende plantsoorten verzameld die vroeger gebruikt werden voor onder meer rituelen, voedsel en medicijnen.

colofon

‘De 10 meter diepe waterput van Bentheimersteen. Dat is het enige zichtbare restant’

Er staan verschillende soorten granen, bessenstruiken, kruiden en sierplanten in. Het hele jaar door groeit en bloeit het, ieder seizoen heeft zijn charmes. En we hebben een pluktuin met onder meer een hazelaar, amandelboom, mispel en verschillende bessensoorten.”

Bos van het Jaar

“Ons streven is te komen tot een ‘oud natuurbos’ met inlandse soorten als de eik, beuk, berk en grove den, met veel diversiteit. Takhout en ook overig dood hout laten we zoveel mogelijk liggen,” vertelt hij. Trots is hij op de verkiezing tot Bos van het Jaar in 2011 van het PFC-keurmerk, in het kader van

het Internationaal Jaar van de Bossen. “Bekende landgoederen als Twickel bij Delden deden ook mee. De verrassing was groot dat ons landgoed als eerste in Nederland het keurmerk voor duurzaam beheerd bos heeft ontvangen.”

Voor de volgende generatie

Het gezin Boom ziet het als een voorrecht om op dit familielandgoed te wonen. “We voelen ons verantwoordelijk om het in de toekomst in goede staat door te geven aan onze zoon, de vijfde generatie. We doen het met veel plezier en hopen dan ook dat we het verhaal van het landgoed nog lang mogen delen met anderen.”

Doen: Ommetje De Barkel

Nieuwsgierig geworden naar dit landgoed met religieuze achtergrond? Over het landgoed loopt een 8 kilometer lange wandeling, Ommetje De Barkel. Start bij Pleisterplaats De Barkel waar je het hele jaar door van harte welkom bent. ’s Zomers op het terras, in de winter binnen bij de kachel. Wim vertelt graag meer over deze bijzondere plek.

Natuurlijk Overijssel is een uitgave van Landschap Overijssel en wordt vier keer per jaar aan de donateurs toegezonden.

donateursadministratie

Tel: 0529 - 401 731

Mail: donateurs@landschapoverijssel.nl

Bijdrage: minimaal 30 euro per jaar

IBAN: NL93 INGB 0008 6231 98

redactie en productie

Landschap Overijssel, Poppenallee 39, 7722 KW Dalfsen, tel. 0529 - 401 731

Redactie: Communicatie Landschap Overijssel Tel: 0529 - 401 731

Mail: communicatie@landschapoverijssel.nl Web: www.landschapoverijssel.nl

opmaak

Bredewold, Wezep

Productie

Mailtraffic, Zwolle

Dat betekent dat wij voldoen aan strenge kwaliteitseisen. Toezichthouder CBF controleert dit. Meer weten? Kijk op geefgerust.nl

Geef natuur cadeau!

Ben je op zoek naar een duurzaam cadeau dat écht iets betekent? Schenk een stukje Overijsselse natuur! Met het geven van één of meerdere vierkante meters natuur draag je bij aan het Overijssels Natuurfonds en help je mee aan het beschermen en uitbreiden van waardevolle natuurgebieden. Zo maken we samen ruimte voor meer planten en dieren, versterken we de biodiversiteit en werken we aan een toekomstbestendige natuur.

Dit bijzondere geschenk is perfect voor vrienden, familie of… voor jezelf! Je ontvangt een persoonlijk certificaat dat jouw cadeau extra speciaal maakt. Elke vierkante meter telt!

Ga naar www.landschapoverijssel.nl/ natuurfonds of scan de QR-code

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.