De mens kan niet zonder natuur, maar de natuur wel zonder de mens. Dat is me de afgelopen vier jaar wel duidelijk geworden. De schoonheid maar ook de complexiteit van de natuur die het lastig heeft onder de vele negatieve effecten van ons menselijk handelen. Die natuur verdient het dat wij ons ervoor inzetten, dat we samen oplossingen bedenken.
Dat heb ik samen met mijn collega’s gedaan. Het was niet gemakkelijk, want niet alleen de politieke situatie veranderde en daarmee de (financiële) mogelijkheden. Vooral ook de toegenomen polarisatie staat duurzame oplossingen in de weg. Die polarisatie is geen lokale uitvinding, maar een uit Den Haag geïmporteerd politiek winstmodel, dat tegelijkertijd een maatschappelijk verliesmodel is. Willen we echt een gezond evenwicht tussen economie en ecologie bereiken, dan is verbinding zoeken veel effectiever. Verbinden is echter lastig als er geen gezamenlijke stip op de horizon is of perspectief geboden wordt.
Wat ook nodig is – zo heb ik zelf gemerkt - is meer kennis. Kennis over onze natuur en het belang van biodiversiteit. In mijn wekelijkse radiocolumn op RVT Oost heb ik geprobeerd die kennis te verspreiden. Want elke plant, elk dier is uniek en speelt een rol in ons ecosysteem. Zie dat als een kunst van samenwerken en aanpassen. Soms zouden we als mens die kunst meer moeten beheersen.
Verbinden is ook het werkwoord in mijn nieuwe functie: burgemeester van Dalfsen. Toen ik in 2017, na mijn scheiding, afscheid nam in Losser om op fietsafstand bij mijn kinderen te gaan wonen in Haren, wist ik dat ik ooit weer in het ambt van burgemeester zou willen terugkeren. Die kans deed zich nu voor, ik wilde hem niet aan mij voorbij laten gaan.
Landschap Overijssel ga ik beslist missen. De medewerkers, vrijwilligers en donateurs. Bedankt en tot ziens!
Michael Sijbom directeur-bestuurder
Lente
Lentekriebels
Krijg de kriebels
Kietelende kriebels
Kriebelende kriebels
Tintelend door je lijf
De lente groet ons
Verwelkomt het voorjaar
Het gonst om je heen
Als vlinders in je buik
Energie komt vrij
Weer leven in de brouwerij
Maak iedereen blij
Een heerlijk jaargetij
Henri kroes
06 Nieuwe garderobe voor het landschap
10 Wonen in een beschermd dorpsgezicht
13 Groene Verdieping
Mee in de stroom van de Mosbeek
18 Fitis en tjiftjaf Zingende voorjaarsbodes
20 Soortensafari met de Bioblitz
23 Boommarters in het Vechtdal
24 Standpunt
Veiligheid buitengebied in het geding
26 De achtertuin van Anne Flierman
En verder 04 Nieuws
12 Bedrijfsvrienden
17 Eropuit
27 Colofon
WAARNEMING:
Beukenknikker
In de tuinen van landgoed De Horte groeien wel 50 verschillende soorten korstmossen. Je vindt ze op bomen en stenen. Ze zijn het resultaat van een samenwerking tussen een schimmel en een alg. De kleine vlekjes in verschillende kleuren zijn met het blote oog vaak niet te onderscheiden. Ecoloog Erwin Goutbeek ontdekte dit voorjaar de zeldzame beukenknikker.
Geïnspireerd door de Bioblitz op de Horte (zie pagina 20 van deze editie) ging Goutbeek ‘op jacht’ naar soorten in een circa 100 jaar oude beukenhaag. “Zo’n haag op leeftijd heeft goede omstandigheden voor korstmossen en is een broeiplaats voor heel specifieke soorten.”
Op zijn buik kroop hij onder de haag door en met behulp van een loep ontdekte hij eerst de grauwe runenkorst. “Als je die aantreft, is de kans groot dat er nog meer bijzondere soorten zijn te vinden!” Niet veel later ontdekte hij de zeldzame beukenknikker. Na Landgoed Eerde, Windesheim en Mataram is landgoed de Horte de vierde groeiplaats voor deze rode-lijstsoort.
Vervolgens ontdekte hij ook glad speldenkussentje en rood schorsvlekje in de oude haag. Ook op de gemetselde oude stenen muur van de druivenkas bleken wel meer dan 20 soorten korstmossen te zitten. Unieke soorten zijn de rode kalksteenkorst en de Engelse dropkorst. Deze laatstgenoemde soort heeft specifiek oude steen nodig om te ontwikkelen.
En nu denk je waarschijnlijk: wat een bijzondere namen. Een groep fanatieke ‘speurders’ die met wetenschappelijke namen werkte, heeft bedacht: dit moet toegankelijker kunnen. Onder het genot van enkele flessen wijn bedachten ze toen de Nederlandse namen. Hoe later op de avond, hoe gekker ze werden.
Natuurgebied in Dal van de Mosbeek uitgebreid
Landschap Overijssel heeft twee nieuwe percelen verworven in het Dal van de Mosbeek. Deze gronden waren voorheen agrarisch in gebruik, maar krijgen nu een natuurbestemming. Hierdoor wordt het natuurgebied groter en beter verbonden.
Een van de percelen ligt naast de bron van de Mosbeek, daar waar het kwelwater omhoog komt. De Mosbeek is de levensader van het Dal van de Mosbeek. Het kalkrijke water zorgt voor waardevolle natuur met vochtige heide, blauwgrasland, kalkmoeras en broekbos.
Het perceel naast de bron was in bezit van een lokale agrariër. Landschap Overijssel heeft dit stuk grond, samen met een ander perceel, geruild voor twee percelen die minder belangrijk zijn voor de natuur, maar een meerwaarde hebben voor de betreffende agrariër. Zo kan de agrariër lokaal en grondgebonden blijven werken en wordt tegelijkertijd de natuur versterkt.
Doordat het perceel bij de Mosbeek nu een natuurfunctie krijgt, wordt het niet meer bemest. Dit is gunstig voor de lokale planten en dieren. Bij de bron
en langs de oevers groeien zeldzame planten zoals beenbreek, verschillende soorten orchideeën, klokjesgentiaan en vetblad. Mede door het voorkomen van deze waardevolle flora is het Dal van de Mosbeek aangewezen als beschermd Natura 2000-gebied. Het tweede perceel dat verkregen is uit de ruil, was agrarische grond tussen twee bestaande natuurgebieden in en zorgt zo voor een betere verbinding. Hierdoor ontstaat een groter aaneengesloten natuurgebied in het Dal van de Mosbeek.
Doordat de percelen in oppervlakte (en daarmee waarde) verschillen heeft Landschap Overijssel nog een bedrag moeten betalen aan de agrariër. Dit is mogelijk dankzij het Natuurfonds, een fonds dat gericht is op het versterken, beschermen en aankopen van natuur. Kijk op: www.landschapoverijssel.nl/ natuurfonds
Donateurs heten voortaan vrienden
Van donateur naar vriend. Het zal de oplettende donateur vast zijn opgevallen dat Landschap Overijssel hem of haar nu aanspreekt als vriend.
“Daarmee drukken we onze waardering uit voor uw betrokkenheid bij landschap, natuur en erfgoed,” stelt directeur Michael Sijbom. Landschap Overijssel kreeg de afgelopen jaren geregeld de vraag van bezoekers van de website waar ze lid of vriend kunnen worden. Ze zagen de knop doneren wel, maar deze term sloot niet aan bij wat zij wilden doen. Deze mensen zijn bewust op zoek naar een verbintenis met Landschap Overijssel. Ze associëren de term donateur niet met die verbintenis, maar met een eenzijdige interactie: geld geven en klaar. “Omdat wij die relatie ook juist heel belangrijk vinden, hebben we besloten voortaan van vrienden te spreken,” aldus Sijbom.
Vrienden van Landschap Overijssel worden betrokken bij het reilen en zeilen van de stichting. Ze krijgen een magazine, ontvangen de nieuwsbrief en kunnen deelnemen aan exclusieve excursies en ontmoetingen met de mensen achter Landschap Overijssel.
foto: E. Goutbeek
Evert Jan Entzinger vrijwilliger van het jaar
Evert Jan Entzinger heeft de Overijsselse Vrijwilligersprijs in de categorie Groen & Cultuur gewonnen. Hij zet zich al jaren met hart en ziel in voor Landschap Overijssel.
Entzinger heeft een druk vrijwilligersleven. Als medecoördinator van de Natuurwerkgroep de Horte regelt hij dat andere vrijwilligers elke donderdag aan de slag kunnen. Samen helpen ze bij het onderhoud van landgoed de Horte in Dalfsen. Daar was hij in 2025 actief betrokken bij de reconstructie van de driepuntsbrug. Maar liefst driehonderd uur stak hij in onderzoek, het oogsten van benodigde hout en de bouw van de brug. Behalve voor Landschap Overijssel doet Entzinger vrijwilligerswerk allerlei andere organisaties, waaronder Historische Muurreclames Zwolle en Zwolle Groenstad. De Overijsselse Vrijwilligersprijs is een initiatief van de Provincie en staat stil bij de vele facetten van vrijwilligerswerk en de tomeloze inzet van hen die zich belangeloos inzetten.
Geen Lammetjesdag door blauwtong
Dit jaar worden er bij de schaapskudde op de Lemelerberg geen lammetjes geboren en is er dus ook geen Lammetjesdag.
De schapen zijn verzwakt door het blauwtongvirus. Daarom is besloten de dieren niet te laten dekken.
Normaal gesproken worden in het najaar rammen bij de kudde gezet. Deze komen uit andere kuddes van Veluws heideschapen om de genetische diversiteit zo groot mogelijk te houden. Vijf maanden later worden dan de lammetjes geboren. Op de Lemelerberg begint de geboortegolf van ongeveer 200 lammetjes meestal begin februari. Dit jaar blijft het echter stil in de schaapskooi. Omdat de schapen blauwtong hebben gehad en verzwakt zijn, is de kans op gezonde en voldragen zwangerschappen kleiner. De kans op doodgeboren lammetjes is groter. Ook is er het risico dat schapen die verzwakt zijn door blauwtong zelfs sterven tijdens de zwangerschap. Blauwtong is een virus dat wordt overgedragen door knutten: kleine mugjes. Voor schapen en andere herkauwers kan dit virus fataal zijn, omdat ze niet meer kunnen eten en drinken. Ze krijgen koorts, een opgezette keel en tong en ontstekingen aan de hoeven.
Gun dieren rust
Juist in het voorjaar tijdens het broedseizoen is de natuur extra kwetsbaar. Het is belangrijk dat dieren hun jongen ongestoord kunnen grootbrengen. Gun ze hun rust. Dat doe je door je aan de volgende basisregels.
• Blijf altijd op de paden. De meeste wandelpaden zijn zo aangelegd dat er voldoende rustgebied overblijft voor wilde dieren om zich terug te trekken en wandelaars, fietsers en ruiters de ruimte hebben om van de natuur te genieten.
De schaapskudde op de Lemelerberg is essentieel voor het natuurbeheer. Door begrazing blijft de heide open en verdwijnen grassen en jonge boompjes. Zo kunnen bijzondere diersoorten, zoals de zandhagedis, de adder en het heideblauwtje, behouden blijven. De kudde was afgelopen jaar direct ingeënt tegen het virus, toen een vaccin beschikbaar kwam, maar dat mocht niet voldoende baten. Ook het komend seizoen is een inenting noodzakelijk, net als tegen Q-koorts. Hiermee zijn hoge kosten gemoeid.
Steun de schaapskudde en scan de QR-code of ga naar www.landschapoverijssel.nl/ schaapskudde
• Houd je hond aan de lijn. Loslopende honden kunnen hevige stress veroorzaken bij dieren. Zij blijven niet op de paden en vormen mogelijk een bedreiging voor de jongen. Gebruik bijvoorbeeld een flexlijn, hiermee geef je de hond de ruimte en bescherm je de natuur.
• Laat tijdens je bezoek geen afval achter in de natuur. Achtergebleven afval is niet alleen schadelijk voor de natuur, het is ook gevaarlijk voor de dieren die er leven. Zo kunnen bijvoorbeeld vogels het afval gebruiken als nestmateriaal en hun jongen hierin verstrikt raken.
Het broedseizoen loopt van maart tot half juli.
foto: Mark Zekhuis
foto: Mieke
Scharloo
Nieuwe garderobe voor het landschap
Tekst: Frans Bosscher
In 2030 moet 10 procent van het buitengebied in de provincie weer ‘aangekleed’ zijn met houtwallen, singels en hagen. Dat is de ambitie van Landschap
Overijssel. Op Erve Geerdink bij Vasse is te zien wat dat in de praktijk betekent.
Vlak langs de imposante boerderij op Erve Geerdink, net buiten Vasse, stroomt de Hazelbeek. Dat doet hij al zo lang er op het erf gewerkt en geleefd wordt, zo’n 1.500 jaar. Het is historische grond dus. En dat merk je aan alles. Er is Vincent Hövels dan ook veel aan gelegen om het karakter van het erf te behouden. “Eigenlijk door toeval zijn we ontsnapt aan de schaalvergroting in de landbouw. Mijn opa was nog melkveehouder. Mijn ouders hadden vleesvee als hobby en daarnaast een baan elders.”
Ontmoetingsplek
Hövels, in het dagelijks leven organisatieadviseur, is op Erve Geerdink opgegroeid. Studie en werk brachten hem naar verschillende steden in binnenen buitenland. Maar de geboortegrond bleef trekken. “We hebben op een zeker moment besloten terug te keren. Een grote overgang, maar dit voelt als een veilige plek.” Om het erf en z’n gebouwen – een boerderij met een tweekapsschuur, een vakwerkschuur en een hooischuur met 12 hectare landbouwgrond en bos – in goede staat te houden, moet het gebruikt worden, is Hövels’ filosofie. Hij ontwikkelde met de familie een plan om de gebouwen te renoveren, zodat deze een nieuwe functie kunnen krijgen. “Het erf is altijd een ontmoetingsplek geweest, en het zou fantastisch zijn om deze functie in de toekomst te behouden, zodat meer mensen kunnen genieten van deze bijzondere plek.” Onderdeel van de plannen is het versterken van het cultuurhistorische karakter. Samen met adviseur Robert Pater van Landschap Overijssel maakten ze daarvoor een
ontwerp. Dat voorziet in zes nieuwe hagen en herstel van een oude houtwal. De hagen zijn vorig jaar aangeplant in een patroon dat de driehoeksverhoudingen in de wegen in de omgeving volgt. In totaal is er 750 meter aan struweelhagen ingeplant met bijna 4.000 bomen en struiken, verdeeld over 18 soorten. Het gaat dan om soorten die van oudsher in Twente voorkomen, zoals meidoorn, hondsroos, Gelderse roos, lijsterbes, winterlinde en haagbeuk. Wel is er gekozen voor een groot aandeel van vruchtdragende soorten. “Dat is goed voor insecten en vogels, maar ook voor ons mensen”, aldus de eigenaar. Dus staan er in de hagen hazelaar, zoete kers, wilde peer, wilde appel en mispel.
“Op deze manier willen we de biodiversiteit stimuleren en het landschap weer wat intiemer maken, terwijl de cultuurhistorische waarden behouden blijven. Van belang
was ook dat het beheer voor ons als nietagrariërs behapbaar is. Met dit ontwerp vallen verschillende puzzelstukjes in elkaar.”
Leefbaar platteland
De aanpak op Erve Geerdink illustreert mooi, zo zegt Robert Pater, wat Landschap Overijssel voor ogen staat bij zijn ambitie om 10 procent van het Overijsselse buitengebied te voorzien van hagen, singels, houtwallen, bosjes, hoogstamboomgaarden en andere landschapselementen. Pater is adviseur natuur & landschap. In die rol helpt hij boeren en particulieren bij hun voornemens om op hun grond de juiste landschapselementen op de juiste plek aan te leggen. Hij kijkt daarbij ook naar historische patronen. “Behalve voor flora en fauna, dragen ze bij aan de identiteit van een streek”, zegt Pater. “Zo’n groene
‘We willen de balans herstellen, het landschap weer aankleden’
leefomgeving is bovendien goed voor de gezondheid en het welzijn van de inwoners en is aantrekkelijk voor recreanten. Met de terugkeer van landschapselementen zorg je dus voor een leefbaar platteland.”
Eigen identiteit
Terugkeer inderdaad, want eeuwenlang was het boerenland als het ware dooraderd met houtwallen, boomsingels, heggen, hagen, hoogstamboomgaarden, holle wegen, rietkragen, knotbomen, slingerende slootjes, poelen en beekjes. Nederland lag vol met zulke landschapselementen.
Het was een enorme lappendeken van akkertjes en weilanden waartussen allemaal lijnen van begroeiing en water lagen. Elke streek kende z’n eigen verscheidenheid en invulling van landschapselementen, wat zo’n streek herkenbaar maakte, een eigen karakter gaf. Je kunt de geschiedenis van het landschap erin teruglezen, van de elzensingels in de kop van Overijssel tot de houtwallen in Twente. Het eigen karakter van een streek geeft inwoners een vertrouwd gevoel. De identiteit van hun omgeving wordt als vanzelf ook deel van hun eigen identiteit.
Rijk aan biodiversiteit
Landschapselementen hadden vaak een functie in het boerenbedrijf. De takken van knotbomen of van een hakhoutbosje werden gebruikt om kachels en ovens te stoken, of om er manden en oeverversterkingen van te maken. Berkentwijgen waren heel geschikt voor bezems. Van dikkere takken werden gereedschappen gemaakt. Houtwallen en hagen met doornige struiken hielden vee binnen en roofdieren buiten. Ze markeerden bovendien de eigendomsgrenzen.
Door de grote verscheidenheid van die lappendeken van landschapjes was het boerenland rijk aan bloeiende planten, paddenstoelen, insecten, vogels, amfibieën en kleine zoogdieren. Dieren vonden er voedsel en konden er veilig hun jongen
grootbrengen. Ook konden ze zich gemakkelijk verplaatsen van het ene naar het andere gebied en zo soortgenoten ontmoeten.
Maar landschapselementen verloren hun functies, door onder meer de introductie van prikkeldraad en fossiele brandstoffen en de schaalvergroting in de landbouw. De Vereniging Nederlands Cultuurlandschap heeft berekend dat er omstreeks het jaar 1900 nog meer dan 400.000 kilometer aan landschapselementen waren in ons land; dat is tien keer de wereld rond. Daarvan is meer dan zestig procent verdwenen door uitdijende dorpen en steden, en akkers en graslanden die groter en groter worden. Blader en scroll door Nederland op topotijdreis.nl en je ziet lappendekens veranderen in grote vlakken. Streekeigenheid heeft in die ontwikkeling plaats gemaakt voor eenvormigheid.
Geen kopie
Landschap Overijssel wil dat proces keren. Pater: “We willen de balans herstellen, het landschap weer aankleden en zo bijdragen aan de terugkeer van een gevarieerd en aantrekkelijk landschap voor flora, fauna en mensen. Die 10 procent die we willen realiseren, zorgt idealiter voor verbindingen tussen de grote natuurgebieden, zodat dieren weer gemakkelijk van het ene naar het andere gebied kunnen migreren. In de laagveen- en veenweidegebieden in het noorden van de provincie ligt het accent op elzensingels en slootjes met kruidenrijke oevers waar wilde bloemen de ruimte krijgen. Jonge weidevogels vinden daar insecten en dekking. In de rest van de provincie gaat het meer om houtwallen, geriefhoutbosjes, hagen, fruitbomen, knotbomen en poelen. Het historische karakter is de inspiratiebron, het moet passen bij de streek. Tegelijkertijd zijn we er niet op uit om een kopie van het landschap van 1900 terug te brengen. Dat is praktisch niet mogelijk.” Voor het herstel zijn diverse financieringsbronnen beschikbaar. Zo stelt Trees for All jaarlijks 100.000 bomen en struiken beschikbaar. De organisatie coördineert (her)bebossingsprojecten, onder meer om de CO2-uitstoot van
Plantdag op Erve Geerdink in samenwerking met Trees for All.
Robert Pater.
bedrijven te compenseren. Verder is er een miljoen euro van het rijk voor de aanleg van landschapselementen, een initiatief van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. Aanleggen is een ding, het vervolgens onderhouden is een minstens zo grote opgave. “Soms komen projecten in aanmerking voor vergoedingen van de regeling Groen Blauwe Diensten”, zegt Robert “Grondeigenaren krijgen dan 21 jaar lang een vergoeding voor onderhoud. Een mooie regeling, maar het landschapsfonds waaruit die vergoeding komt, moet wel voortdurend aangevuld worden. Dat gebeurt de laatste jaren maar mondjesmaat, waardoor nieuwe initiatieven op de plank blijven liggen. Er is voldoende belangstelling om landschapselementen te planten, ook bij boeren. Dan is het toch doodzonde dat er niet genoeg geld beschikbaar is. Je draagt met de aanleg van landschapselementen bij aan maatschappelijke doelen. Het is dan gerechtvaardigd dat provincie en gemeenten daaraan betalen.”
Trees for All
Het beheer van de ruige weides op Erve Geerdink past in de regelingen voor agrarisch natuurbeheer. Een buurman gebruikt het gras om aan zijn koeien te voeren, vertelt Hövels. Het onderhoud van de nieuwe hagen passen in bestaande contract voor Groene en Blauwe Diensten. “Het snoeien van de hagen doen we met vrienden, familie en vrijwilligers. Bij de aanleg vorig jaar zagen we al mooi hoe dat werkt. Trees voor All had donateurs uitgenodigd om een dag te komen helpen bij het planten. Daar kwam zo’n 60 man op af. Dat past ook bij onze ideeën over de toekomst van het erf: een ontmoetingsplek, wat het in de afgelopen eeuwen ook altijd geweest is.”
Landschap Overijssel geeft advies
Ben je grondeigenaar en heb je plannen of wensen om landschapselementen aan te leggen? Dan kun je voor advies terecht bij Landschap Overijssel. Je kunt contact opnemen via de website of per mail via advies@landschapoverijssel.nl. De adviseur in jouw regio maakt dan een afspraak om te bespreken welke mogelijkheden er zijn.
Boeren en paters
De boerderijenstichting Twentse Erven stelt dat Erve Geerdink al ruim duizend jaar oud is. De familiegeschiedenis is altijd nauw verbonden geweest met de katholieke kerk. Meerdere Geerdinks die op de boerderij woonden, waren pastoor. Een van hen was de negentiende-eeuwse Johannes Geerdink. Stenen die hij meebracht uit Nazareth, Bethlehem, Jeruzalem en Rome zijn ingemetseld in de gevel van de kapschuur. Hij was bevriend met Herman Schaepman, afkomstig uit Tubbergen en één van de eerste katholieken in de Tweede Kamer. Behalve priester en politicus was Schaepman dichter. In 1919 schreef hij een gedicht over Erve Geerdink, met onder meer deze regels:
‘Uw erf zal duizend jaren, Zoo spreekt des Heeren mond, Uw nageslacht bewaren
Op dezen vrijen grond
En sluit de kring dier jaren, Voleindigd dan te saam,
Dan siert een heilige krone
Uw ouden vrijen naam.’
Vincent Hövels en zijn partner.
Wonen in bijzonder Beerze
Tekst: Elisabeth van Kleef
Ingrid en Jenne van der Velde houden van een uitdaging. In 2012 kopen ze een oude boerderij in Beerze, een buurtschap met een beschermd dorpsgezicht. De boerderij -een rijksmonument - heeft groot onderhoud nodig en dat brengt veel regels met zich mee. Ze maken er een bijzonder huis van, waarin de historie van de boerderij zichtbaar blijft.
Op 12 oktober 2012 stapt de familie met slaapzakken en matjes in de auto. Ze hebben net de sleutel gekregen en slapen die nacht voor het eerst in hun nieuwe huis. Het voelt direct als hun thuis. Nu, twaalf jaar later, na een grondige verbouwing en restauratie, voelt het alleen maar meer als thuis. Toch blijven ze bescheiden: “Wij zijn slechts passanten in de tijd. Voor ons woonden hier mensen, en na ons komen er weer anderen.” Ingrid vult aan: “Het huis heeft een ziel. In een huis moeten mensen geboren en gestorven zijn. Er wordt getrouwd en gerouwd.”
Het plan voor de verbouwing kwam tot stand in samenwerking met een architect, de gemeente, de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, het Oversticht en de MonumentenwachtNL. Omdat het een rijksmonument is in een beschermd dorpsgezicht, golden er strenge regels. “We hebben iedereen uitgenodigd, een grote pan soep gemaakt en iedereen opmerkingen laten maken op ons plan. Zo hadden we direct alle meningen en de benodigde professionele kennis aan één tafel,” vertelt Ingrid. Voor de erfinrichting doen ze een beroep op Landschap Overijssel.
Duurzaam en levensloopbestendig
Bij de verbouwing staan drie dingen centraal: het monument behouden, duurzaamheid en levensloopbestendigheid. Ingrid spreekt liever van volhoudbaarheid. Voor ons betekent dat dat het vol te houden moet zijn voor de woning, de aarde en onszelf.”
Er wordt verbouwd met natuurlijke materialen, zoals isolatie van vlas en verf op basis van lijnolie. Ook blijven historische elementen behouden, zowel buiten als binnen.
Een huis vol verhalen
De boerderij is opgedeeld in twee delen. Het voorhuis, waar vroeger werd geleefd, is nu een bed & breakfast, volledig in originele stijl met antieke tegels, een bedstede en een bijzondere kachel uit een nabijgelegen Huis Beerze. Bijna alle meubels en materialen zijn hergebruikt.
Ingrid: “De tegeltjes achter de kachel hebben we verzameld op rommelmarkten. De stoelen in de keuken komen van een dominee uit Hardenberg, en de gebinten in de keuken komen uit een boerderij in de buurt.”
Het achterhuis, waar vroeger de stallen waren, is nu het privégedeelte van de familie. Ook hier is zoveel mogelijk hergebruikt. Zo is de zeven meter lange eettafel gemaakt van een oude boom die op het erf stond. De lampen boven de tafel zijn gemaakt van oude melkbussen. Lachend vertelt Ingrid: “Ik weet nu wel dat ik in december niet om melkbussen moet vragen. Ik kreeg direct de vraag hoeveel kilo carbid ik erbij wilde.”
Hallenhuisboerderij
Vanaf het begin voelen de Van der Veldes zich welkom in het buurtschap. “We hebben meteen contact gezocht met de buren en ze meegenomen in onze plannen,” vertelt Ingrid. Jenne vult aan: “In zo’n buurt help je elkaar. Je respecteert de gebruiken, zoals geen klussen of grasmaaien op zondag. We lopen niet de deur bij elkaar plat, maar als er iets is, staan we voor elkaar klaar. Iedereen is hier op ‘roepafstand’ je hoort elkaar niet praten, maar als er iets aan de hand is, dan hoort iedereen het.”
Beerze is uniek omdat het een hoevezwermnederzetting
is. De karakteristieke hallenhuisboerderijen staan niet in een strakke lijn, maar wel rondom een centraal punt. De bijbehorende zwarte houten schuren zijn voorzien van karakteristieke strovlechtwerken. Deze vlechtwerken komen niet alleen in Beerze voor, maar ook in andere dorpen langs de Vecht. Omdat het karakter van Beerze als esgehucht goed behouden is gebleven, heeft het de status van beschermd dorpsgezicht.
Landschap
Dat zit ‘m niet alleen in de gebouwen, maar ook in de erfinrichting. Voor elk onderdeel moet een vergunning aangevraagd worden. Bij het maken van een plan voor een struweelhaag tussen het erf en dan van de buurman bleek dat de haag niet volledig geplant kon worden, omdat hij op een zichtlijn zou komen. “Jammer, maar prima.” Voor het overgrote gedeelte dat wel geplant kon worden wonnen ze advies is bij Landschap Overijssel, dat zorgde voor een beplantingsplan met streekeigen soorten en het plantmateriaal. Het resultaat is een gevarieerde heg met mei- en sleedoorn, wilde appel, vuilboom, mispel, wilde kardinaalsmuts en hazelaar. Passend bij het dorpslandschap en een grote bijdrage aan de biodiversiteit.
‘Het huis heeft een ziel’
Doen: wandelen in en om Beerze
In de app Wandelen in Overijssel staan diverse wandelingen rondom Beerze. Bij mooi weer is het rustpunt Erve Volkering geopend voor een kopje koffie of thee.
• Landschapsadvies en onderhoudsbedrijf Welhuis, Rossum
• Lenferink Schilders - Afbouw en Vastgoedonderhoud, Lemelerveld
• NABR B.V., Enschede
Gouden vrienden:
Stichting van Tarel - Bruins Fonds
Wie gaat er mee naar buiten?
• Negam, Borne
• NV Rova Holding, Zwolle
• ODIN Landschapsontwerpers B.V., Diepenheim
• OnzeEnergie, Zwolle
• Roelofs Beheer B.V., Den Ham
• Sensata Technologies Holland B.V., Hengelo
• SIGHT Landscaping B.V., Harderwijk
• St. Military Boekelo, Enschede
• Sweco Nederland B.V., Zwolle
• Takman IJzerwaren, Ommen
• Timmerhuis Groep, Vriezenveen
• Twence B.V. Afval en energie, Hengelo
• Vebego Groen - Enschede
• Wadinko N.V., Zwolle
• WandelWol V.O.F., Nieuwleusen
Zilveren vrienden:
Een betere wereld kan dichtbij huis beginnen. Gewoon, in je eigen postcode. Deelnemers van de Postcode Loterij maken niet alleen kans op geweldige prijzen, maar steunen samen ook heel veel goede doelen. Zoals LandschappenNL . In de afgelopen vijf jaar ontvingen zij € 70,5 miljoen om het landschap en erfgoed te behouden. Zoals in Overijssel, dat rijk is aan natuur en historie, van uitgestrekte heidevelden en beekdalen tot eeuwenoude grafheuvels en houtwallen. Maar echte schoonheid is kwetsbaar. Vrijwilligers zetten zich in om deze bijzondere plekken te beschermen, zodat toekomstige generaties ervan kunnen genieten. Want wat je kent en koestert, wil je behouden. Dat is de kracht van samen. Dat is The Power of Postcodes
postcodeloterij.nl
NATTE VOETEN VIJFTIG METER BOVEN NAP
Het is een wonderlijk gezicht - als je bedenkt waar je staat - vlakbij een van de hoogste punten van Twente, bij Hezingen. Vijftig meter boven NAP welt hier water op uit de grond. Kwelwater. Waar komt dat vandaan? En wat veroorzaakt het, eenmaal aan de oppervlakte?
De bronnen van de Mosbeek liggen hoog op de stuwwal van Ootmarsum. Op tal van plekken vloeit er water uit de grond. Hier ontspringt de beek die stroomafwaarts in het beekdal dan-weer-wel-endan-weer-niet zichtbaar is voor wandelaars. Het brongebied zelf is niet toegankelijk. Veel van de planten en dieren die hier leven, zijn erg zeldzaam en kwetsbaar.
Oorsprong
Het is er stil. Of nou ja… je hoort insecten zoemen. Er kwetteren vogels. Héél zachtjes murmelt er water. Maar er hangt onmiskenbaar een diepe rust. Het water dat tussen de zeggen, mossen
en orchideeën uit de bodem sijpelt, glinstert een beetje. Er hangt een licht zoetige geur in de lucht: venige grond. Een stukje verderop vloeien de eerste stroompjes langzaam samen. Dit is het allerprilste begin van de beek. Hier ontstaat hij ‘zomaar’ – verscholen in het groen, geflankeerd door vetblad, beenbreek en veenmosorchis.
Tekst: Eveline van der Vliet
Beenbreek.
‘Dankzij de stuwwal hebben landschap en natuur hier een extra dimensie’
Ondergrond
De oorzaak van het ‘uittredende grondwater’, zoals hydrologen dit verschijnsel noemen, ligt in de ondergrond. Deze bestaat uit verschillende geologische lagen, waaronder grind, leem, zand, keileem, tertiaire klei (miljoenen jaren oude zeeklei) en mengvormen hiervan. De lagen liggen alleen niet op een nette stapel. Het is alsof reuzen ermee hebben lopen spelen. Ze zijn opgetild, platgedrukt, in elkaar geschoven en omgedraaid. Ook zijn op sommige plekken delen van de toplaag verdwenen of op een andere plek beland.
Stuwwal
“Typisch de kenmerken van een stuwwal,” zegt ecoloog Mark Zekhuis.
“De vorming van de bodem hier is ook echt zo gegaan.” Tijdens de een-nalaatste ijstijd, zo’n 150.000 jaar geleden,
raakte het grootste deel van Nederland bedekt met een laag ijs. Die was soms wel honderden meters dik. Het enorme gewicht van dat kruipende ijspakket stuwde aan de randen de ondergrond hoog op. Bodemlagen kwamen daardoor scheef, geplooid en over elkaar heen te liggen. Tertiaire klei bijvoorbeeld, vind je normaalgesproken pas op grote diepte. Hier ligt hij op sommige plekken bijna of geheel aan de oppervlakte. Je herkent de laag aan zijn blauwgrijze kleur. Maar ook doordat het op die plekken vaak lang nat is; de klei absorbeert het water en laat nauwelijks een druppel door.
Levensaders
“De extra dimensie die het landschap en de natuur op deze plek hebben, is te danken aan de stuwwal,” benadrukt Zekhuis. “Niet alleen de Mosbeek, maar het complete Natura 2000-gebied Springendal – Dal van de Mosbeek. Hierin liggen nog meer
beken, zoals de Hazelbekke, de Roezebeek, de Brunninkhuizerbeek en de Springendalse Beek. Allemaal ontspringen ze op deze stuwwal. Het begint met regenwater. Dat trekt vervolgens in de bodem. Afhankelijk van waar dat precies gebeurt, wordt het ondergronds verrijkt met mineralen die dáár in de bodem zitten. Dat maakt iedere beek tot een levensader voor specifieke habitats.”
Mineraalrijke kwel
Grondwater stroomt net als regenwater van nature naar het laagste punt. Dat is bijna altijd het maaiveld. Onderweg neemt het stoffen op, waaronder mineralen, uit de bodemlagen waar het langs en doorheen stroomt. Scheikundig gezien, ontstaan er dan ‘nieuwe verbindingen’. Bijvoorbeeld calcium (kalk) dat een nieuw molecuul vormt met waterstof en zuurstof: de elementen waar water uit bestaat. Het mineraalrijke grondwater dat zo ontstaat, noemen we kwel of kwelwater als het de grond weer uitkomt. Soms kan grondwater echter (ineens) niet meer verder naar beneden stromen. Bijvoorbeeld omdat een bodemlaag omhoog krult, of geen water doorlaat. Het grondwater verandert dan van stroomrichting. Het kan lokaal zelfs
Uittredende kwel verrijkt met ijzer, dat te herkennen is aan de roestbruine kleur. Let op het temperatuurverschil tussen het warmere kwelwater en de sneeuw.
Foto: Rick Staudt
Dotterbloem.
Een dotterbloem gaat dood als ze niet jaarrond natte wortels heeft. Het grondwater mag daarvoor niet lager dan 40 centimeter onder maaiveld staan.
De beekoeverlibel plant zich voort in de bronnen van de Mosbeek. Beekoeverlibel.
omhoog stromen en op een ‘vreemde’ plek uit de stuwwal lekken. Dit is wat er in de bronnen gebeurt. Mineraalrijke kwel wordt hier de bodem ‘uitgedrukt’. En als de stroompjes maar groot genoeg zijn, ontstaat er vanzelf een beek.
Stroomafwaarts
Eenmaal op gang gekomen, zoekt de beek een weg naar beneden. Het water ruist. Elzen staan met hun wortels in het water. Goudveil en waterviolieren kruipen ertussendoor. Op het wateroppervlak krioelen mijten, erboven hangen zwermen haften. Een beekoeverlibel warmt zich op. Na weer een bocht verdwijnt de beek tijdelijk onder de bomen. Het wordt iets koeler en donkerder. Een waterspitsmuis duikt weg. Hoog in de toppen van het elzenbroekbos zingt een wielewaal.
Systeem
Rick Staudt beheert de natuurterreinen van Landschap Overijssel in NoordoostTwente. Het Dal van de Mosbeek ligt hem na aan het hart. “Het is niet alleen dat het hier zo mooi is. Ik ben ook gefascineerd door het systeem erachter. Natuurlijke processen zoals deze, daar word ik stil van. Zó puur, zo kwetsbaar en zo uitbundig.” Naar verwachting worden in de tweede helft van 2025 Natura 2000-herstelwerkzaamheden uitgevoerd in drie beekdalen in het Springendal. Ook in het Dal van de Mosbeek. Het werk is inmiddels
voorbereid, het wachten is op de laatste vergunning. De ingrepen hebben als doel de waterhuishouding in het gebied – in feite de motor van het systeem – te verbeteren. Staudt: “Niet alleen de waterkwaliteit is cruciaal, maar ook de kwantiteit. Bijna alle vegetatie hier is extreem gevoelig voor de juiste waterstand. Zakt het peil te ver weg, dan heeft dat direct gevolgen. Dat wordt nu aangepakt.”
Op stelten
Staudt “In 2019 is het brongebied van de Mosbeek verbeterd. Dat kon gelukkig
toen al, omdat we die ingrepen op eigen terrein konden uitvoeren. We hadden haast omdat het gebied heel snel verdroogde. De beek was veel te diep ingesleten en draineerde de hele omgeving. We hebben de beekbodem met grof zand en grind verhoogd, maximaal zo’n tachtig centimeter, over een tracé van een paar honderd meter. Een precisieklus, met inmiddels geweldige resultaten.” Ecoloog Zekhuis vult aan: “Het effect van verdroging zie je bijvoorbeeld aan het elzenbroekbos langs de beek. Tachtig jaar geleden kiemden deze bomen in een natuurlijke
Oplossing voor de molens
Behalve natuur en landbouw speelt ook cultuurhistorie een grote rol in het Dal van de Mosbeek. De molens van Frans en Bels zijn en geliefde plekken. Het rad laten draaien, een belangrijke toeristische attractie, gaat echter niet vanzelf. Onder meer omdat de Mosbeek benedenstrooms snel verzandt. Daardoor stijgt het waterpeil en hangt het rad doorlopend in het water, wat weerstand geeft en onbalans veroorzaakt. Uitdiepen dan maar? Dat staat haaks op de conclusie dat de beekbodem omhoog moet, om de verdroging te stoppen.
Projectleider Ben Ordelmans van Waterschap Vechtstromen bedacht met álle betrokken partijen een pakket treffende maatregelen waar iedereen ‘ja’ tegen zei: een drempel verleggen, een duiker en een damwand eruit, een nieuwe put aanleggen, méér water langs de molen laten lopen zodat de beek op diepte blijft en verder de natuurlijke loop stimuleren.
eendagsvlieg.
‘Natuurlijke processen zoals deze, daar word ik stil van’
veenlaag. Toen de grondwaterstand daalde, begon het veen te verteren. Inmiddels is het volledig verdwenen en zijn de elzen ‘op stelten’ komen te staan. Dat wil zeggen: ze steken alleen nog met hun ‘tenen’ in de ondergrond. Een groot deel van de wortels ligt dus bloot.” Ironisch genoeg wordt het voor
sommige elzen nu weer te nat. Ze hebben te lang droog gestaan. Of eigenlijk: zich te ‘goed’ aangepast aan de veranderde omstandigheden. “Als ze sterven, kan de zon door die gaten de bodem weer bereiken en kiemen er nieuwe. Er staan nu al nieuwe loten,” weet Staudt.
Balans
Staudt: “Een belangrijk verschil tussen de geplande werkzaamheden later dit jaar en die in 2019, is dat er nu ook ingrepen plaatsvinden op gronden van derden. Dus zeg maar: in ‘niet-natuur’.” Naast het verhogen van de beekbodem, worden er sloten gedempt, drainagebuizen verwijderd en komt er een bemestingsverbod op bepaalde percelen. Allemaal zaken met veel invloed op de agrarische bedrijfsvoering. “Dat dat lastig is, begrijp ik heel goed. Voor de natuur is het een zegen. De kunst is het vinden van een goede balans die alle functies in een gebied respecteert,” stelt hij.
Goudveil
Een effect van de eerste herstelfase van de Mosbeek (bronnen) is de terugkeer van het uiterst zeldzame goudveil in het gebied. Twee soorten maar liefst: paarbladig én verspreidbladig! De kleine plantjes bloeien in het vroege voorjaar en zijn typische indicatoren van broekbossen en brongebieden. Ofwel: ze laten zich alleen daar zien waar voldoende en schoon (kwel)water is. Inmiddels breiden beide soorten zich zelfs uit. Hun terugkeer is een echte aanwijzing voor natuurherstel.
Verspreidbladig goudveil.
DUITSLAND NEDERLAND
Ontdek het Dal van de Mosbeek
Vanuit het bezoekerscentrum IJ & Es van Landschap Overijssel bij de watermolen van Bels kun je het Dal van de Mosbeek goed verkennen. Er starten diverse activiteiten, wandel- en fietsroutes.
Kijk voor meer info op www.landschapoverijssel.nl/ eropuit.
Eropuit in de
LENTE
Reeën speuren
Volg het spoor van de ree. Dat herken je niet alleen aan de kenmerkende hoefafdrukken, maar ook aan keutels, typische reeënpaadjes en afgeknabbelde struiken. De gidsen vertellen je alles over het dier en zijn gedrag.
– Enschede, 27 maart – Balkbrug, 4 april
Kievitsbloemenwandeling
Eén grote bloemenzee tref je in het voorjaar in de Buitenlanden
Langenholte bij Zwolle, dankzij de zeldzame wilde kievitsbloem. Exclusief voor vrienden van Landschap Overijssel is er een avondexcursie in het beschermde natuurgebied dat normaal gesloten is voor bezoekers.
– Zwolle, 16 april
Exclusief voor vrienden
Vogelconcert
Start je weekend met een vrolijk vogelconcert! In het Dal van de Mosbeek leven tal van verschillende soorten vogels. Leer de zang herkennen van bijvoorbeeld de tjiftjaf, de zanglijster, de geelgors en de boomklever.
– Mander, 12 april
Waterbeestjes in de Mosbeek
Pak een schepnet en onderzoek het leven in de Mosbeek. Visjes, slakken, torretjes en kikkers. Wat vis jij op? Leer onder begeleiding van vrijwilligers van Landschap Overijssel de waterdiertjes kennen.
– Mander, 30 april
Oog in oog met de das
Weinig mensen hebben ooit een das in het echt gezien. Dit is je kans! In de geur- en geluiddichte dasmobiel kun je dit schuwe dier vlakbij zien scharrelen bij zijn burcht, zonder dat hij wordt verstoord door jouw aanwezigheid. Reserveer je bezoek of verras iemand en geef een bezoek cadeau. Kijk op landschapoverijssel.nl/ dassenkijken voor meer info.
– Diverse data
KIJK VOOR DE MEEST ACTUELE ACTIVITEITEN
*Alle data zijn onder voorbehoud.
foto: Mark zekhuis
foto: Mark zekhuis
Voorjaarsbodes tjiftjaf en fitis
“Als ik ’s morgens vroeg de tjiftjaf hoor zingen, weet ik het zeker: de lente is begonnen. Van dat vrolijke getjiftjaf word je gewoon blij. Net als van de zang van zijn evenknie de fitis, trouwens,” stelt ecoloog Michiel Poolman. Beide vogeltjes lijken op elkaar, maar wie oplet, ziet en hoort al snel de verschillen.
Op het eerste gezicht lijken de vroege voorjaarszangers tjiftjaf (Phylloscopus collybita) en fitis (Phylloscopus trochilus) als twee druppels water op elkaar. Beide zijn klein – een centimeter of elf - slank gebouwd en hebben een groenbruine bovenzijde en een lichtgele onderzijde. Een oplettend oog kan subtiele verschillen ontdekken: de fitis heeft over het algemeen een iets frissere, heldergele uitstraling, terwijl de tjiftjaf meer een doffer, grijsgroen verenkleed draagt. Waar de poten van de fitis meestal roodbruin zijn, zijn die van de tjiftjaf donkerbruin tot zwart. Ook heeft de fitis iets langere vleugels en een eleganter postuur.
“Het zijn subtiele verschillen, maar gelukkig is hun zang onmiskenbaar verschillend. Daaraan kun je horen met wie je van doen hebt,” legt Poolman uit. “Het leuke is, is dat ze algemeen voorkomen in Nederland. Dus iedereen die een beetje moeite doet, kan ze leren kennen en herkennen. Dat begint met de zang.”
Vanaf half maart laat de tjiftjaf zich weer horen in Overijssel. Hij dankt zijn naam aan zijn karakteristieke roep. Jac. P. Thijsse omschrijft die in 1925 treffend in Het Vogelboekje: ‘Het liedje is zeer gemakkelijk te herkennen, niets anders dan tjif-tjèf, tjif-tjèf, tjif-tjèf, acht of tien keer achtereen, ook wel eens drielettergrepig te-tjif-tjèf, te-tjif-tjèf of zelfs vierlettergrepig, tjiffe-tjeffe, tjiffe-tjeffe maar altijd maatvast en eenvormig’, aldus
Tekst: Mieke Scharloo
Fitis.
Fitis.
Neerlands bekendste natuurbeschermer. Over de zang van de fitis, die een week of twee later uit het noorden van Afrika terugkeert, zegt hij ‘het liedje begint als een vinkenslag, maar gaat dan over in prachtig uitgehaalde lieflijke klaagtonen’. “Zijn zang is melodieuzer,” vindt ook ecoloog Poolman.
Kieskeurig
Tjiftjafs en fitissen komen beide algemeen voor in heel Overijssel en soms ook in dezelfde gebieden, maar ze hebben elk een lichte voorkeur voor een specifieke omgeving. Zo zit de tjiftjaf graag in oudere loofbossen en gemende bossen. “Maar je vindt ze ook in stedelijk gebied, eigenlijk overal waar bomen en struiken aanwezig zijn,” vertelt Poolman. “Dus ook in tuinen en parken, zolang er maar een dichte onderbegroeiing is, waar ze kunnen nestelen.”
De fitis kent lagere dichtheden met uitzondering van de moerassen zoals in de veengebieden in de Kop van Overijssel en grotere bos- en heidegebieden. Mits er struweel is waar hij zijn kostje bij elkaar kan scharrelen en wat ruige begroeiing om in te broeden.
‘Dus iedereen die een beetje moeite doet, kan ze leren kennen en herkennen’
Uitvliegen
“Tjiftjafmannetjes zitten vaak hoog in de boom te tjiffen om hun territorium af te bakenen. Het vrouwtje zit wat lager broedt twee legsels uit met zo’n vijf à zes eieren per keer. Het nest is goed verstopt, meestal net boven de grond, in struweel van bijvoorbeeld braam, maar ook in ruigtes tussen de brandnetels of in hoger gras. Het is bolvormig en heeft een kleine invliegopening. Ook de fitis broedt op de grond, onder vergelijkbare omstandigheden. Alleen houdt de fitis het bij één broedsel van vier tot acht eieren per jaar. Zowel de jongen van de fitis als die van de tjiftjaf komen na een week of twee uit het ei en hebben dan nog twee tot drie weken nodig om uit te kunnen vliegen.
Voedsel
Zowel de tjiftjaf als de fitis is een insecteneter. Dit is goed te zien aan hun puntige snavel. Zadeneters zoals vinken hebben bijvoorbeeld een driehoekige snavel. De insecteneters voeden zich met muggen, vliegen, spinnetjes en larven. Poolman: “Het is een mooi gezicht om ze te zien jagen in ruigtes waar veel kleine insecten zich ophouden. Vooral fitissen hangen dan geduldig stil onder een blad om opeens een insectje te
grijpen. Tjiftjafs zijn wat beweeglijker tijdens het foerageren, zij slaan ook langzaam met hun staart. Dat doet een fitis niet. In de herfst, voordat de vogels naar het zuiden trekken, vullen zij hun energievoorraad aan met besjes en zaden.
Overwinteren
De tjiftjaf blijft vaak in Europa overwinteren, vooral in ZuidEngeland, Frankrijk en Spanje. Dit maakt hem een van de eerste zangvogels die in het voorjaar terugkeert naar Nederland. “En steeds vaker blijven ze hangen in Nederland,” weet ecoloog Poolman. “Vooral als het in het najaar nog lang warm is, gebeurt dat. De noodzaak om het zuiden op te zoeken om te kunnen overleven, lijkt te verdwijnen.”
De fitis daarentegen kiest voor een lange reis naar Afrika, ten zuiden van de Sahara. Deze reis is indrukwekkend voor een vogel van nauwelijks 12 gram en illustreert zijn opmerkelijke uithoudingsvermogen. Onderweg gaan er veel vogels dood, maar dat verklaart volgens Poolman niet dat de fitis in aantal afneemt en de tjiftjaf juist een grotere populatie krijgt. “Het is een combinatie van oorzaken, zoals ander natuurbeheer in Nederland en droogte in de overwinteringsgebieden. De fitis profiteert juist
Tjiftjaf.
Vogels herkennen
Ga mee met een vogelexcursie van Landschap Overijssel, bijvoorbeeld op 12 april in het Dal van de Mosbeek.
Kijk op www.landschapoverijssel.nl/activiteiten Of ga zelf aan de slag met de app Merlin, die vogels herkent aan hun geluid.
Ontdek de natuur tijdens de BioBlitz
Vind 1.500 soorten op landgoed De Horte
Op landgoed De Horte in Dalfsen houdt Landschap Overijssel in 2025 de BioBlitz: een uitdaging waarbij iedereen op zoek kan gaan naar 1.500 verschillende plant- en diersoorten. Quinten Pellegrom, adviseur natuur- en landschapsbeleving: “Het spelelement maakt het extra leuk; je leert ontzettend veel en draagt ook nog eens bij aan natuurbehoud.”
Bij een bioblitz inventariseer je met apps op je telefoon op een afgebakend terrein in een afgebakende periode zoveel mogelijk soorten planten, dieren, schimmels en andere organismen. Dat terrein kan een vierkante meter zijn, je tuin of - zoals op De Horte - een heel landgoed of zelfs nog groter. Afhankelijk van je doel kies je een tijdsspanne. Op De Horte is dat een heel jaar zodat alle organismen die in de verschillende seizoenen op het landgoed voorkomen de kans krijgen gesignaleerd te worden. Je kunt onderling wedstrijdjes doen of je eigen doelen stellen.
Korstschildkever
Een wandeling over landgoed De Horte met adviseur natuur- en landschapsbeleving Quinten Pellegrom kan lang duren. Om de haverklap staat hij stil insecten of planten te scannen met de app ObsIdentify, die deze waarnemingen automatisch vastlegt op waarneming.nl. “Ik heb al veel geleerd via deze app en ook bijzondere soorten gevonden. Op basis van de foto’s vertelt ObsIdentify welk organisme je ziet.”
Zo ontdekte Pellegrom vorig jaar de zeldzame harige kortschildkever op de poep van de heidekoeien op de
Tekst: Elisabeth van Kleef
Manderheide. Deze kever jaagt op mestkevers en is maar 65 keer waargenomen in Nederland. Hij leeft alleen in poep die vrij is van pesticiden en insecticiden zoals ontwormingsmiddelen. Dat de harige kortschildkever is waargenomen in dit Natura 2000-gebied is een teken van gezonde en robuuste natuur met veel biodiversiteit. Toeval dat Pellegrom deze kever spotte? Nee, door (bijna) alles wat leeft te scannen met de app heeft hij een oog voor kleine insecten ontwikkeld. Zo is er een verborgen wereld voor hem opengegaan. “Hoe meer je leert, hoe meer je ziet en hoe meer je weer leert.”
Wedstrijd
Het enthousiasme waarmee Pellegrom vertelt, werkt aanstekelijk. Bij het horen van alle natuurfeitjes tijdens de wandeling is het onmogelijk om niet enthousiast te worden. Dat er nog zoveel te ontdekken is in de natuur, wil hij ook anderen laten ervaren. Daarom bedacht Pellegrom de Bioblitz op De Horte. Het is de bedoeling in een jaar tijd 1.500 soorten waar te nemen op het landgoed. Volgens Pellegrom is het een uitdaging, maar is dat haalbaar. “Er zijn in de loop der jaren in totaal 1.800 soorten gesignaleerd op De Horte. Dus 1.500 in
‘Ik heb al veel geleerd via deze app en ook bijzondere soorten gevonden’
een jaar moet lukken. Elk jaargetijde is er natuurlijk ook weer wat anders te zien. Denk aan voorjaarsbloeiers, vogels die hier als zomer-of wintergast zijn en paddenstoelen in het najaar.”
Eigen tuin
Iedereen kan meedoen aan de BioBlitz; natuurkennis is niet nodig. “Je leert juist enorm veel tijdens zo’n bioblitz!” Het enige wat je nodig hebt, is je nieuwsgierigheid en je telefoon, waarop je de apps ObsIdentify en Merlin hebt gedownload. Merlin- de opvolger van BirdNET - is een soort Shazam voor vogels. De app neemt het geluid van een vogel op, analyseert het en vertelt je welke je hebt gehoord.
En waarnemen kan overal en op elk moment, dus ook in je achtertuin of in je stadspark, stelt Pellegrom. Zo is hij zelf ook ooit begonnen. Na zijn studie bos-en natuurbescherming had hij nog kennishonger. “Ik had ook wel boekjes, maar ik merkte dat dat voor mij niet werkte, ondanks dat ik verder een boekenwurm ben. Je moet vaak eerst weten wat je zoekt voordat je het kan vinden, zoals bepaalde soortgroepen. Dat is lastig, zeker bij insecten. Die zijn voor beginners echt moeilijk.”
Pokémon
Daarom begon Pellegrom gewoon in zijn eigen tuin. Een van zijn eerste waarnemingen via ObsIdentify was een blinde bij op een vlinderstruik. Een vrij algemene soort, maar ook de bijzondere veenmoeraswapenvlieg zat gewoon in zijn eigen tuintje. “Als je dat ziet, dan krijg je wel een kick.” Het spelelement vindt Pellegrom belangrijk. “Ja daar ben ik wel gevoelig voor. Het wakkert verzameldrang aan. Telkens op zoek naar wat nieuws is lichtelijk verslavend. Het is toch een soort Pokémon.”
Quinten Pellegrom.
Tips
• Planten zijn fijn om mee te beginnen, ze lopen niet weg, laten zich rustig scannen.
• Vergeet niet om zelf nauwkeurig te observeren. Wat zie je precies? De volgende keer kun je dan zelf de soort herkennen.
• Insecten vind je in de zon, maar ook onder boomstammen of oud hout en op bloemen. Als het regent gaan ze vaak in de steel of onder het blad van een plant zitten.
• Houd je aan de regels van de app. Scan bijvoorbeeld geen huisdieren, tuinplanten of je vrienden voor de lol. Dat zijn geen wilde dieren en planten.
• Houd je aan de toegangsregels van het gebied waar je bent.
Bescherming
Wanneer je meedoet aan een bioblitz en je waarnemingen worden vastgelegd bij waarneming.nl, dan draag je via burgerwetenschap (Citizen science) bij aan de wetenschap. “Die data zijn nodig voor bescherming. Als je niet weet wat er is, dan kan je het ook niet beschermen.” Nederland is een van de beste jongetjes van de klas als het gaat om het bijhouden van soorten. We hebben een lange traditie van burgers die biodiversiteit monitoren. “Doordat het zo goed wordt bijgehouden weten we dat het met heel veel soorten eigenlijk best slecht gaat. Het is dus best cru dat we zoveel weten en de bescherming niet van de grond komt. Aan de beschikbare data ligt het in elk geval niet.”
Spelelement
Ondanks dat er veel wordt geregistreerd, holt de soortenkennis van Nederlanders de afgelopen jaren achteruit. “Soortenanalfabetisme”, noemt Pellegrom dat. “Het is bij ouderen wat beter gesteld dan bij jongeren, maar de neerwaartse trend is goed waarneembaar. Mensen komen veel in de natuur, zeker na corona, maar het blijft veelal nog bij een decor waar mensen doorheen wandelen. Met de BioBlitz hopen we dat tij te keren. Door het gebruik van de apps en het spelelement is het gemakkelijk en leuk om mee te doen. Iedereen kan dat, of je nu iets van natuur weet of juist niets. Spelenderwijs leer je zo meer over de natuur om je heen. En met meer kennis, komt veelal de waardering en zo ook de motivatie om de natuur te koesteren.”
Katjes
Tijdens de wandeling stopt Pellegrom bij een hazelaar. De hazelaarkatjes liggen op het pad. Het is een van de eerste bomen die bloeit in de winter en daarmee een voedingsbron voor hommels en andere vroege bestuivers. Pellegrom nodigt uit om de katjes van dichterbij te bekijken. “Kijk dit zijn allemaal bloemetjes. Dat lijkt niet zo, maar als je dit opzij duwt dan zie je het. Wij denken dat een bloem altijd ronde blaadjes heeft op een steel, maar de meeste bloemen zien er dus anders uit.”
Over leren gesproken.
Geniet gewoon
Is het wel verstandig om met je telefoon in de hand in de natuur te lopen? Dat leidt toch af? Voor dit doeleinde vindt Pellegrom van niet. “Mits je alle meldingen uitzet, natuurlijk. Met een boekje in de natuur lopen en lang zoeken naar een soort, haalt je net zo goed uit het moment. De apps houden het tempo erin en wakkeren je nieuwsgierigheid aan.” Wel voegt hij eraan toe: “Loop ook eens met je handen in je zakken door de natuur en geniet gewoon van het moment.”
Meedoen of zelf organiseren
Wil je je meer weten over hoe zelf aan de slag kunt met een bioblitz of wil je deelnemen aan de BioBlitz op De Horte, kijk op www.landschapoverijssel.nl/ bioblitz. Hier vind je ook tips voor verschillende spelvormen.
Tekst: Mieke Scharloo
Boommarters in het Vechtdal
In het Overijssels Vechtdal leven zo’n 35 boommarters. En het gaat goed met de populatie van dit zeldzame beestje. Hoe we dat weten? Dankzij de vrijwilligers van Das&Vecht.
Overal in Nederland helpen vrijwilligers bij de monitoring van soorten organismen. Zij tellen bijvoorbeeld vogels, zoogdieren, insecten, amfibieën en planten in natuurgebieden. Dit levert waardevolle gegevens op over de verspreiding en aantallen van soorten. Die kennis komt goed van pas bij het beheer van natuurterreinen.
Systematisch
Waar het in het Vechtdal begon met het volgen van de dassenpopulatie - vandaar de naam van de stichting - volgt Das&Vecht nu ook de otter en de boommarter. Geert de Lange uit Hardenberg concentreert zich met twee anderen op de zeldzame boommarter. “In 2008 zag ik mijn eerste boommarter in het wild,” vertelt hij. “Dat wekte mijn nieuwsgierigheid en toen kwam ik er al snel achter dat er meer mensen belangstelling hadden voor dat beestje. Samen zijn we begonnen met het in kaart brengen van de aanwezige boommarters. We hebben systematisch alle bosgebieden afgezocht op holle bomen. Want daar kun je ze vinden. Ze nestelen graag in oude spechten- of eekhoornholen.”
Kernpopulatie
De Lange en zijn compagnons vonden ruim 900 holle bomen in het Vechtdal waar mogelijk een boommarter zou kunnen intrekken. “In de beginjaren was het heel veel zoeken. Inmiddels weten we heel aardig waar ze zitten omdat ze telkens van dezelfde bomen gebruik maken. In 2024 hebben we 139 bomen gecontroleerd. Bij 23 vonden we sporen van boommarters en in 8 bomen hebben we nesten met jongen aangetroffen. De kernpopulatie leeft in de bossen tussen Mariënberg en Ommen.”
Continu
Voor Landschap Overijssel en andere natuurorganisaties zijn de data die De Lange met de werkgroep verzamelt van belang om de juiste beslissingen te nemen bij het beheer van de terreinen. “Als je weet dat een boommarter ergens zit, dan houd je daar rekening mee. Dan wil je zijn biotoop intact houden” legt ecoloog Mark Zekhuis van Landschap Overijssel uit. “De kennis van de vrijwilligers is meestal nauwkeuriger dan een inventarisatie van een onderzoeksbureau. Dat kan ook bijna niet anders. De laatste maakt een momentopname, terwijl de vrijwilligers continu monitoren. Daarom maken we dankbaar gebruik van hun waarnemingen.”
Goud
Boommarters kom je zelden tegen in het wild. Behalve dat het een zeldzaam dier is, is hij ook erg schuw. “De grootste kans heb je nog in de zomer ‘s morgens vroeg. In juni en juli omdat ze dan druk zijn met het voeren van hun kroost en daarna als ze met de wat klunzige kleintjes op pad gaan. Jongen zijn heel erg onhandig,” weet De Lange. Zelf is hij al blij als hij er één in de twee jaar ziet. “Da’s goud!”
Ook monitoren?
Kijk bij www.zoogdiervereniging.nl of www.sovon.nl voor de mogelijkheden.
‘‘Veiligheid buitengebied onder druk’’
Groene boa’s komen handen tekort, en dat kan zo niet langer, stelt Rick Staudt, terreinbeheerder
bij Landschap Overijssel. “De veiligheid in het buitengebied, ook in natuurgebieden, komt in het geding.”
Naast zijn werk als beheerder van een groot aantal terreinen van Landschap Overijssel in Twente, is Rick Staudt groene boa, buitengewoon opsporingsambtenaar in het zogeheten ‘groene domein’, ofwel in het buitengebied. Dat betekent dat hij in de eerste plaats toeziet op de naleving van de regels in de natuurgebieden en op de landgoederen van Landschap Overijssel. “Je komt van alles tegen, van loslopende honden tot crossmotoren. Maar ik kom ook mensen tegen die vuurtjes stoken, kamperen, in het donker aan de wandel zijn of dwars door het terrein, dus buiten de paden, lopen. Daarmee verstoren mensen dieren en vertrappen ze planten. Daar treden we dus tegen op.”
Hulpdiensten
Daar houdt het werk van de groene boa niet op. “We worden ingezet door de politie als er mensen vermist zijn, als er verwarde mensen aan het dwalen zijn, en ook
bij ongelukken met bijvoorbeeld mountainbikers. Onze kennis van het gebied is dan nodig om de hulpdiensten snel naar de plek des onheils te brengen.”
Ook buiten natuurgebieden worden Staudt en z’n collega’s ingezet. “We krijgen soms te maken met zware criminaliteit in het buitengebied, zoals dumping van drugsafval en stroperij. Zo waren we vorig jaar betrokken bij het opsporen van stropers van zangvogels.”
Bij die actie van politie, groene boa’s, jachtopzieners en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit werden 96 vogels, 100 meter aan mistnetten (waarmee de vogels worden gevangen), 40.000 euro contant geld en vuurwapens gevonden. Er was lang gewerkt aan het onderzoek, dat in 2021 begon. “De vogels worden gevangen voor de handel, vertelt de terreinbeheerder. “Het is big business. Een putter levert 90 euro op. Vogels die ze niet kunnen verkopen, gooien de stropers weg.”
Weinig animo
De inzet voor toezicht en handhaving vraagt zo al met al veel tijd van de terreinbeheerders, zegt Staudt. Landschap Overijssel heeft zelf één fulltime en twee parttime groene boa’s in dienst, van wie hij er één is. Daarnaast zijn er nog enkele vrijwilligers actief als groene boa. De menskracht bij andere natuurorganisaties is niet royaler. De conclusie is dan ook: “We hebben een capaciteitsprobleem. Dat
Tekst: Frans Bosscher
probleem wordt de komende tijd alleen maar groter, want er is weinig animo bij jongeren om als boa aan de slag te gaan. Daardoor komt de veiligheid in het buitengebied, waaronder natuurgebieden, verder in het geding.”
Wat daarbij volgens hem een groot knelpunt is, is de bureaucratie. “Boa’s moeten elk jaar her- en bijscholingscursussen volgen en elke vijf jaar opnieuw beëdigd worden. Politieagenten worden maar één keer beëdigd. Die cursussen kosten je per jaar zo’n acht dagen.” Ook in de praktijk van het werk, lopen de procedures niet altijd soepel. “Om ons werk goed te kunnen doen, moeten we soms snel informatie hebben, bijvoorbeeld als je ’s nachts een auto aantreft op een plek waar hij niet mag zijn. Die informatie kunnen we niet zelf opzoeken. Die moeten we opvragen bij de politie. Daar gaat vaak kostbare tijd mee verloren.”
Uit eigen zak
Een ander, groot knelpunt bij het versterken van het toezicht in het buitengebied, is geld. “Als wij door de politie worden ingezet, krijgt Landschap Overijssel dat niet vergoed. Die uren moet onze stichting uit eigen zak betalen. Consequentie is dat we die tijd niet aan de bescherming van de natuur kunnen besteden. De politiek erkent wel dat er geld bij moet en af en toe maken ze eenmalig een bedrag vrij. Maar met eenmalige subsidies kun je geen extra mensen aannemen. Wat nodig is, is dat er structureel extra geld komt voor meer groene boa’s.
rick staudt.
‘Je komt van alles tegen, van loslopende honden tot crossmotoren’
Toezicht is toch vaak een sluitpost. Zoals het nu gaat, kan het niet langer.”
Staudt koppelt dan ook een waarschuwing aan z’n noodkreet. “Mensen die kwaad willen, hebben heel snel in de gaten dat er niet of nauwelijks toezicht is. Dat zingt zich snel rond. Als er niet merkbaar toezicht is in het buitengebied, dan gaat het idee leven dat je kunt doen en laten wat je wilt. De politie zit tegenwoordig vooral in het stedelijk gebied. Groene boa’s zijn onmisbaar om de criminaliteit in het buitengebied aan te pakken. Dan moet je zorgen dat er voldoende capaciteit is.”
Help mee voor een veilig buitengebied
Wil je de groene boa’s en de politie helpen bij het veilig houden van het buitengebied? Geef verdachte situaties dan door. Het kan bijvoorbeeld gaan om stankoverlast, het laden en lossen van auto’s op vreemde tijdstippen, ramen die afgeplakt zijn, zoemende of brommende geluiden, auto’s en camera’s op ongewone plekken, netten of klemmen, en crossmotoren. Je kunt meldingen doorgeven via 0800-7000 of online in een beveiligde omgeving via meldmisdaadanoniem.nl
Gaat het om een verdachte situatie op een terrein van Landschap Overijssel, dan kun je mailen naar boa@landschapoverijssel.nl.
Anne Flierman
‘Versterking natuur is kans én uitdaging’
Waar de ene vrijwilliger het liefst met zijn handen in de aarde zit, zet Anne Flierman zijn kennis en ervaring als bestuurder in. Na acht jaar voorzitter van de Raad van Toezicht van Landschap Overijssel te zijn geweest, zwaaide hij 31 december af.
Met een indrukwekkende lijst aan bestuurlijke en toezichthoudende functies is Flierman bestuurder in hart en nieren. Zo was hij in het verleden lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal, gemeentesecretaris van Arnhem en hij was bestuurder bij de universiteiten in Maastricht en Twente. Vandaag de dag is hij nog actief bij onder meer de Politieonderwijsraad en Hogeschool Windesheim. Maar hij is vooral een groot liefhebber van het landschap, precies wat
hem bindt met Landschap Overijssel. “Ik geniet enorm van landschappen, zoals het Dal van de Mosbeek, het Reestdal en het gebied rondom De Horte in Dalfsen of Duitsland en Ierland waar we graag op vakantie gaan. Het mooie aan Landschap Overijssel vind ik dat het niet alleen over natuur en onderhoud gaat, maar ook over landschapsontwikkeling en erfgoed. Zo heb ik bij Landschap Overijssel meegekregen, hoe men kijkt naar de historie en het behoud van het landschap. Ik heb ooit
geschiedenis gestudeerd, en ik vind bijvoorbeeld de landschapsbiografieën die Landschap Overijssel ontwikkelt, fascinerend.”
Stem van samenleving
Flierman is acht jaar voorzitter geweest van de Raad van Toezicht van Landschap Overijssel. “Deze raad houdt toezicht op het dagelijkse bestuur van een organisatie,” legt hij uit. “We keuren begrotingen en investeringen goed, benoemen de directie en zijn klankbord als het gaat om toekomstige ontwikkelingen binnen de organisatie. Maar wat we vooral ook zijn, is de stem van de samenleving. Het is aan ons als Raad van Toezicht om te borgen dat Landschap Overijssel verbinding houdt met burgers, bedrijven en overheid.
Foto’s: Suzanne van Gaale
Tekst: Suzanne van Gaale
Kan ze bepaalde keuzes als het gaat om landschapsontwikkeling en natuurbehoud goed uitleggen aan de buitenwereld?
Passen die keuzes bij de missie en visie?” Collega-bestuurders noemen Anne Flierman een teamplayer en verbinder. “Het mooie aan een Raad van Toezicht is dat het een mix is van mensen met verschillende achtergronden, kennis en meningen. Het is nuttig om al die verschillende gezichtspunten bij elkaar te brengen, dat levert gezonde discussies op. Dat is van grote meerwaarde. Als voorzitter vind ik het mooi om deze mensen bij elkaar te brengen en te houden.”
Mijlpalen
In die acht jaar heeft hij een aantal mooie mijlpalen meegemaakt. Eén daarvan is het 90-jarig bestaan. “Dat hebben we met diverse activiteiten gevierd. Daarnaast was de coronatijd toch ook een bijzondere periode. Voor de organisatie betekende het een andere manier van werken. En de natuur was opeens één van de weinige plekken waar je nog naartoe kon. Voor Landschap Overijssel hét moment om het belang van de natuur en het landschap nog eens extra te onderstrepen.”
Dichtbij Overijsselse samenleving
Terugkijkende op zijn tijd bij Landschap Overijssel concludeert Flierman dat de stichting er goed voor staat bij de overheid, bedrijven en particulieren. “De lijnen naar buiten zijn de laatste jaren nog verder versterkt. Gemeenten en particulieren vragen met grote regelmaat of de organisatie een rol wil spelen in het beheer en de ontwikkeling van de natuur. Mensen en bedrijven willen ook bijdragen aan
het werk via schenkingen of sponsoring. Meer dan andere natuurorganisaties staat de stichting dichtbij de Overijsselse samenleving. Ze is kleinschalig en de medewerkers komen ook uit de regio. Zelf heb ik het als een plezierige organisatie ervaren met vriendelijke en positieve mensen, daar mag Landschap Overijssel trots op zijn.”
Kansen en uitdagingen
“Nu ik ouder word, vraag ik mij regelmatig af in wat voor wereld mijn kleinkinderen over 30 of 40 jaar leven. Het liefst laat ik de wereld mooier en beter achter voor volgende generaties. Dat was een belangrijke motivatie voor mijn voorzitterschap bij Landschap Overijssel.” Flierman ziet kansen en uitdagingen voor de toekomst. “Neem het agrarisch natuurbeheer. In een aantal gebieden in Overijssel gaat het goed, maar er zijn helaas ook nog plekken waar de verhoudingen soms gespannen zijn. Ik hoop dat deze spanning grotendeels opgelost wordt en er een harmonieuzere relatie ontstaat tussen natuurbehoud en natuurinclusieve landbouw.” Ook een uitdaging en tegelijkertijd een kans voor de komende jaren, is volgens Flierman de grote opgave van behoud en versterking van landschap en natuur en de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden. “Die taak ligt er gewoon. Op de lange termijn zie
‘Het liefst laat ik de wereld mooier en beter achter’
ik de rol van Landschap Overijssel als landschaps- en natuurorganisatie daarom alleen maar belangrijker worden. Overigens staan wij in ons land ook voor andere grote maatschappelijke uitdagingen die een beroep doen op de schaarse ruimte, zoals energietransitie, woningbouw en defensie. De kunst is om de balans te vinden. Ook dat is een uitdaging voor de toekomst.”
Ook vrijwilliger worden bij Landschap Overijssel? Kijk voor de mogelijkheden op www.landschapoverijssel.n/werken-bij.
colofon
Natuurlijk Overijssel is een uitgave van Landschap Overijssel en wordt vier keer per jaar aan de donateurs toegezonden.
Landschap Overijssel is een Erkend Goed Doel. Dat betekent dat wij voldoen aan strenge kwaliteitseisen. Toezichthouder CBF controleert dit. Meer weten? Kijk op geefgerust.nl
Meer impact voor natuur Voor minder geld
Steeds meer natuurliefhebbers kiezen ervoor om de Overijsselse natuur voor een langere periode te steunen via een periodieke schenking. Daar zijn we ontzettend blij mee. Het geeft ons als natuurorganisatie meer zekerheid en continuïteit in de dagelijkse bescherming van planten en dieren. Daarnaast biedt periodiek schenken ook voor jou een kans. Door de gift schriftelijk te formaliseren voor een periode van minimaal vijf jaar, komt het
hele bedrag in aanmerking voor belastingaftrek. Het voordeel dat je hiermee behaalt, biedt de mogelijkheid om de natuur een extra steuntje in de rug te geven. Hoe mooi is dat?
Kijk voor meer informatie op wwww.landschapoverijssel.nl/ schenken of scan de QR-code