

natuurlijk Overijssel

10
Buren uit de prehistorie
18
Fanatieke roffelaar
Maart 6 Groter en sterker, hoe beter
Impact maken
Impact maken. Dat willen we als Stichting Landschap Overijssel. Echt het verschil maken voor de bijzondere natuur, het streekeigen landschap en het cultureel erfgoed in onze mooie provincie. Om de (be-)leefbaarheid ervan te borgen. Dat kan op verschillende manieren.
De meest zichtbare is gewoon doen: houtwallen en heggen planten, natuur herstellen, heidegebied vergroten, poelen graven. Dat doen we zowel in onze eigen terreinen als bij particulieren. Met ons eigen personeel, externen zoals agrariërs, aannemers en loonwerkers en met vrijwilligers. Samen de handen uit de mouwen steken en letterlijk de natuur en het landschap positief zien veranderen. Niets geeft meer energie!
Maar impact maak je ook op andere manieren. Door je publiekelijk tegen ongewenste ontwikkelingen af te zetten. Zoals de aanleg van Businesspark XL2, de Noordtak of hardcore festivals op het terrein van het voormalige Vliegveld Twenthe. En dan ook binnenskamers het gesprek met wethouders en ambtenaren voeren over wat we dan wel willen. Want impact maak je niet door alleen ergens tegen te zijn. Die maak je doordat je wilt bijdragen aan oplossingen.
Impact maken doe je het meest effectief als je samen optrekt, samen met bondgenoten. Gelukkig zijn er veel mensen en organisaties die onze zorgen en de passie voor natuur en landschap delen. Met hen zoeken we de verbinding.
Impact maken kost energie en levert nog veel meer energie op. Doet u ook mee! Door als vrijwilliger actief te worden, uw netwerk te mobiliseren of ons (extra) financieel te ondersteunen? Samen maken we meer impact!
ZOEKTOCHT IN DE LENTE
Ga eens op ontdekkingstocht
In sloten, poel of vijver
Water vol van leven
Daar is heel veel ijver
Nieuwsgierig wat er leeft
Vissen, amfibieën, insecten
Vooral de druktemakers
Die de aandacht trekken
Kikkers laten van zich horen
Die vermaken zich uitbundig
Salamanders moet je zoeken
In verstoppen zijn ze kundig
Daar begint de uitdaging
Kijk of ze er zijn
Of je ze ontdekken kunt
Ze zijn snel en klein
Henri Kroes
Michael Sijbom Directeur - bestuurderInhoud

coverfoto: middelste bonte specht fotograaf: D. Keith
Overijssel natuurlijk
06 Natuur die tegen een stootje kan Onze ambitie voor Natuur Netwerk Nederland
10 Buren uit de prehistorie Fotoserie brengt ze dichterbij
13 De Groene Verdieping
Weer toekomst voor zeldzame soorten op de Lemelerberg
18 Bonte spechten
Enthousiaste roffelaars
20 Samen voor een gaaf Reestdal Van biografie naar toekomstvisie
24 Standpunt
Erkenning belangen van de natuur rondom Vliegveld Twenthe
26 De achtertuin van… Margot Schulte
En verder
04 Nieuws
17 Eropuit – activiteiten
23 Bedrijfsvrienden
27 Colofon


Waarneming Hop rondom Hoonhorst
De afgelopen maanden is in het gebied rondom Wijthmen en Hoonhorst een hop gesignaleerd. Dat is bijzonder in dit jaargetijde, want normaal overwintert de hop in Zuid-Europa en Afrika.
Deze punker met zijn stoere kuif die hij kan oprichten tot een hanenkam is ongeveer even groot als een merel, zo’n 25 tot 29 centimeter. Zijn uiterlijk is wel een stuk flamboyanter. Behalve het opvallende kapsel vallen de zwart-wit gestreepte veren en het roze-bruin lijf op. Net als zijn lange snavel waarmee hij zijn maaltje bij elkaar scharrelt: grote insecten zoals mestkevers en insectenlarven die zich veelal in de grond bevinden. De hop vliegt golvend laag over de grond. Zijn naam verwijst naar zijn roep: hoep hoep hoep.
Waar de hop vroeger een geregeld geziene broedvogel was in Twente, is hij nu een passant. Tijdens de trektijd duikt hij jaarlijks op in Overijssel. Maar van overwintering is echter nooit sprake omdat dat te veel risico voor het beestje oplevert. Strenge winters overleeft de hop niet. Waarom deze hop toch hier is gebleven, blijft gissen.
Natuurherstel Manderheide succesvol afgerond
De afronding van het Natura 2000-project Manderheide is een feit. Na enkele jaren grondige voorbereiding is het natuurherstel vanaf 2020 in drie rondes uitgevoerd.
De Manderheide werd bedreigd door verschillende factoren zoals verdroging, verzuring en stikstofneerslag, waardoor het heidelandschap versnipperd en klein werd. Zonder ingrijpen zou de heide volledig verdwijnen. Het Natura 2000-project had tot doel de Manderheide weer robuust en vitaal te maken door onder andere de totale heideoppervlakte uit te breiden, bestaande stukjes heide te verbinden, schraal grasland te ontwikkelen en de populaties van het vliegend hert en de kamsalamander te versterken. Om dit mogelijk te maken, is er de afgelopen zeven jaar veel gedaan. Grote stukken bos werden verwijderd om ruimte te maken voor heide, poelen voor de kamsalamander werden hersteld en aangelegd, houtwallen werden hersteld en opnieuw aangeplant en het gebied werd 'ingericht' voor de komst van een kleine kudde heidekoeien. Nu de werkzaamheden zijn afgerond, is de natuur zelf aan zet. Dankzij al het werk zijn de omstandigheden voor het herstel van een gezond heidelandschap sterk verbeterd. Natuurherstel heeft altijd veel tijd nodig voordat je resultaten ziet, maar we zien nu al dat de natuur zich voorzichtig herstelt. Zo groeit jonge heide op plekken waar eerder bos stond. De verwachting is dat de komende jaren een gezond, robuust en gevarieerd heidelandschap ontstaat, waarin velden met paars bloeiende heide, schralere heide, jeneverbesstruwelen, akkers en bos elkaar afwisselen.

Met steun van de Postcode Loterij adviseert Landschap Overijssel inwoners bij de streekeigen inrichting van hun erf.
Dankzij onze deelnemers kregen 176 goede doelen dit jaar een bijdrage. Samen met deze organisaties werken we aan een rechtvaardige, groene en gezonde wereld voor iedereen. Landschap Overijssel maakt deel uit van het samenwerkingsverband LandschappenNL. De afgelopen vijf jaar ontving LandschappenNL een bijdrage van € 71,5 miljoen. Sinds de oprichting van de Postcode Loterij in 1989 hebben we € 8 miljard aan goede doelen kunnen schenken. Samen voor een betere wereld: postcodeloterij.nl

Impuls voor de iepenpage en zilveren maan
Landschap Overijssel treft maatregelen om twee zeldzame vlindersoorten, de iepenpage en de zilveren maan, te beschermen en te versterken.
De kwetsbare iepenpage gaat profiteren van nieuwe aanplant van iepen en winterlindes. De ecologen van Landschap Overijssel selecteren hiervoor vijftien locaties waar de iepenpage nu al voorkomt. Zo wordt de kans op overleven vergroot. Hoewel per locatie in principe één iep of winterlinde al voldoende is voor deze vlindersoort, worden er telkens drie iepen en drie winterlindes geplant. Omdat de iepenpage het best gedijt
Slechtziendenpad op Groot Brunink
Landschap Overijssel en Stichting Groen & Handicap slaan de handen ineen om natuur ook voor slechtzienden toegankelijk te maken.
Dit jaar komt er een slechtziendenroute op landgoed Groot Brunink bij Enschede. Dit landgoed is bewust gekozen omdat het gemakkelijk bereikbaar is voor veel mensen uit onder andere Enschede en Haaksbergen. Bovendien is het hier fijn wandelen door de afwisseling van bos, houtwallen, wei- en bouwland. Wat het vooral ook voor slechtzienden interessant maakt, zijn de diverse geluiden die dit stukje natuur te bieden heeft. De parkachtige omgeving is het thuis van een overvloed aan vogels, terwijl het borrelende en kabbelende water van de Bruninksbeek voor een aangenaam achtergrondgeluid zorgt. Het slechtziendenpad krijgt goed begaanbare paden zonder obstakels. Plan is bovendien om informatie over de omgeving te ontsluiten via audiofragmenten. Hoe, daarover adviseert Stichting Groen & Handicap aan Landschap Overijssel.
Werkzaamheden uitgesteld
In diverse natuurterreinen van Landschap Overijssel zijn afgelopen winter de geplande natuurherstelwerkzaamheden niet afgerond. Door de vele regen was het te nat.
Het was zelfs zo nat dat in sommige terreinen ook het reguliere werk als maaien niet kon worden uitgevoerd. Een deel van de geplande natuurherstelwerkzaamheden is nu uitgesteld tot na het broedseizoen 2024. Omdat het meeste werk buiten de gebaande paden is, hebben bezoekers hier geen hinder van. Mocht dat wel zo zijn, dan worden omleidingen aangegeven.
Mogen wij je bedanken?

op volwassen bomen, worden exemplaren met een stamomtrek van 8 tot 10 centimeter op 1 meter hoogte aangeplant. Dit zorgt voor een optimale doorstart van de leefgebieden van de iepenpage. Om de zilveren maan te versterken zijn de maatregelen vooral gericht op versterken van het moerasviooltje, de belangrijkste waardplant voor deze vlindersoort. Op een aantal specifieke locaties worden ze aangeplant, zoals in het Reestdal bij Oud Avereest en bij Vledders en Leijerhooilanden.

Ringslangen Salland vinden elkaar
Om de vier kleine populaties ringslangen in Salland te versterken gaat Landschap Overijssel ervoor zorgen dat ze elkaar gemakkelijker kunnen bereiken.
In Salland komen verschillende geïsoleerde kleine populaties ringslangen voor: bij Ommen, Hellendoorn, het Boetelerveld en Dalfsen. Ze zijn kwetsbaar. Het voortbestaan van de ringslang in de regio is daardoor niet zeker. Door die populaties te verbinden, kunnen ze mengen, waarmee de soort zich weer kan versterken. Landschap Overijssel legt op strategische plekken broeihopen en poelen aan zodat de dieren zich gemakkelijk kunnen verplaatsen en elkaar kunnen ontmoeten. Zo ontstaat er een gezonde uitwisseling tussen de diverse ringslangpopulaties. Deze langste slang van Nederland, die overigens niet giftig is, kan een lengte bereiken van 1,20 meter. Je vindt ze in de buurt van water. Ze leggen zo'n twintig tot dertig eieren in plekken die broeien. Vroeger waren dat veelal mestvaalten, maar nu die er steeds minder zijn vormen speciaal aangelegde broeihopen een goed alternatief. Deze worden gemaakt van groenmateriaal en mest of compost.
Geef je e-mailadres door! Veel donateurs hebben in 2023 extra gegeven aan Landschap Overijssel. Daar zijn we ontzettend blij mee, want zo kunnen we meer doen voor natuur, landschap en erfgoed. Via e-mail willen we je graag bedanken. Hebben we jouw e-mailadres nog niet? Geef het door aan info@landschapoverijssel.nl.
Groter en sterker
Natuur

Het realiseren van een robuust natuurnetwerk is een wettelijke opgave én een belangrijke ambitie van Landschap Overijssel. Maar wat is eigenlijk robuuste natuur? Waarom is het zo belangrijk en hoe werken we hieraan? Hans Pohlmann, manager natuur van Landschap Overijssel, vertelt meer.
Robuuste natuur is natuur die tegen een stootje kan en dus bestand is tegen invloeden van buitenaf, zoals verontreiniging en verdroging. Maar ook natuurbranden en overstromingen. Het is natuur die zo sterk staat, dat de mens er niet of nauwelijks hoeft in te grijpen. De dieren en planten redden zichzelf. Pohlmann: "In Nederland is de natuur steeds minder robuust, onder meer doordat er veel versnippering is. De mens heeft infrastructuur, bebouwing en grootschalige intensieve landbouwgebieden gerealiseerd. Daardoor hebben we geen grote aaneengesloten blokken natuur meer. En dat is slecht voor de soorten die er leven. Immers, in geïsoleerde gebieden kunnen dieren hun soortgenoten niet bereiken en sterven ze uiteindelijk uit."
Natuur Netwerk Nederland
Daarom is het belangrijk dat natuurgebieden groter en sterker worden. En dat verbindingen worden aangelegd tussen de natuurgebieden. Beide doelen zijn essentieel voor de realisering van het Natuur Netwerk Nederland (NNN), dat eerder Ecologische Hoofdstructuur werd genoemd. Om te voldoen aan de wettelijke opgave in Overijssel, moet nog 4.000 hectare aan natuur en 1.400 hectare aan bos gerealiseerd worden.
Landschap Overijssel helpt de provincie om het natuurnetwerk te realiseren. "We streven ernaar om in onze terreinen grote natuurblokken te hebben. Die omvang is nodig om bijvoorbeeld het grondwatersysteem in stand te houden. Dat is een belangrijke voorwaarde voor robuuste natuur. We hebben al een aantal van deze blokken van 75 tot 100 hectare aaneengesloten terrein in ons bezit en deze willen we graag uitbreiden. We kopen hiervoor grond aan die midden in onze natuurgebieden ligt of eraan grenst. Soms gebeurt dat met subsidie en soms met eigen geld. Op deze manier kunnen we grote natuureenheden realiseren. Hier halen we vervolgens negatieve invloeden weg, zodat de kwaliteit van het systeem omhooggaat. Zo dempen we bijvoorbeeld sloten en halen ongewenste invloeden van vermesting weg," aldus de manager natuur.
Verbindingen
Behalve vergroten en versterken, is verbinden belangrijk. Zo legt Landschap Overijssel verbindingen door grond tussen twee natuurgebieden te kopen. En door barrières weg te nemen. Bijvoorbeeld door een faunatunnel aan te leggen onder een drukke weg. Of door een houtwal, haag of ander

landschapselement aan te leggen. Een klein zoogdier zal nu eenmaal niet snel een open landbouwgebied oversteken. Via een houtwal kan het dier zich wel verplaatsen naar een ander natuurgebied.
Particulieren en agrariërs
Landschap Overijssel hoeft zeker niet altijd de eigenaar te zijn van de grond of de landschapselementen. Pohlmann: "Met het project groenblauwe dooradering stimuleren we particuliere en agrarische grondeigenaren met advies en geld om landschapselementen, zoals poelen, hagen en bosjes, aan te leggen en te beheren op hun grond. Hier is veel animo voor. Er zijn wachtlijsten omdat er meer geïnteresseerden zijn dan geld. Ook voor agrariërs is het interes-

sant om hieraan mee te werken, want we bieden een extra pijler onder het verdienmodel. En gelukkig zijn er ook mensen zoals Ingrid van Dorp, die percelen beschikbaar stellen om natuurgebieden te verbinden."
(zie kader)
Vroeg betrokken
Om de gewenste grondaankoop te realiseren, sluit Landschap Overijssel vroegtijdig aan bij gebiedsprocessen. "We denken mee in de beleidsvorming bij overheden. Al in de planfase kijken we naar mogelijkheden voor aaneengesloten natuur. We hebben een plaatje in ons hoofd voor de Overijsselse natuur in 2030, dat proberen we langzaam maar zeker te bereiken," licht Pohlmann toe. Grondaan-
Groter leefgebied op de Manderheide
In 2023 heeft Landschap Overijssel op voorstel van de provincie 12 hectare natuurgebied gekocht binnen de begrenzing van Natura 2000-gebied Springendal en Dal van de Mosbeek. Het gaat om percelen die de afgelopen jaren al zijn ingericht om Natura 2000-doelen te behalen. Ze lagen als enclaves in het natuurgebied Springendal en Dal van de Mosbeek. Dankzij de aankoop ontstaat een meer aaneengesloten en robuust natuurblok, waar Landschap Overijssel de regie heeft over het behoud
en het beheer van de natuurwaarden. Het grotere natuurgebied kan ecologisch en effectief worden beheerd. Er zijn minder grenzen met ‘buren’. En het is mogelijk gericht begrazing in te zetten op een groter blok: de heidekoeien krijgen nu op de Manderheide een groter leefgebied. Tot slot kan Landschap Overijssel de prehistorische erfgoedwaarde van het gebied nu beter beschermen. Dan gaat het om zichtbare sporen van raatakkers en ondergronds prehistorische sporen, zoals vlakgraven en boerderijrestanten.

koop kan ook buiten de gebiedsprocessen om plaatsvinden. Zo heeft Landschap Overijssel bij de Lemelerberg 5 hectare landbouwgrond gekocht die niet was opgenomen in een gebiedsproces. "Dankzij deze aankoop kunnen we de zandverstuiving in de toekomst veiligstellen," vertelt hij enthousiast. "De grond werd ons aangeboden en de aankoop is zonder financiële steun van de overheid gedaan. Dit is mogelijk dank zij giften en donaties van inwoners van Overijssel die willen bijdragen aan natuurontwikkeling. Dit jaar richten we daar een speciaal fonds voor op, dat ons zal helpen het Natuur Netwerk Nederland in Overijssel te realiseren."
Draagvlak
"De bijdragen van particulieren en agrariërs laten zien dat er draagvlak is voor ons werk," zegt Pohlmann. "Mensen krijgen een aantrekkelijk landelijk gebied, zowel qua landschap als natuurwaarden, dat ook beleefbaar is door erin te wandelen of fietsen. En natuurlijk ontstaat hierdoor een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving die met een ruime biodiversiteit zorgt voor een gezond voortbestaan van de mensheid."
Regge en Reest
Belangrijke gebieden voor het natuurnetwerk zijn de Regge en de Reest. Deze rivieren zijn mooi gerekte natuurkernen die zorgen voor belangrijke verbindingen omdat ze zo lang zijn. "Landschap Overijssel heeft vrij veel grond rondom deze rivieren in eigendom, dus kunnen we daar zorgen voor de juiste omstandigheden en waterstanden voor de natuur. De aaneengesloten natuurgebieden kunnen ook andere functies vervullen, zoals de opvang van hoogwater. De mogelijkheid om een gebied vol te laten lopen met water hebben we alleen in robuuste grote eenheden, zoals hier. Ligt nog hier en daar een kavel van iemand anders, dan vraagt dat veel afstemming. Nu kunnen we samen met het waterschap doen - of laten gebeuren - wat goed is voor de grondwaterstand en dus de natuur. En wat veilig is voor de mens. Ook dat is een voordeel van grote natuurkernen."


Dankzij particulier initiatief
Ingrid van Dorp-Zeggelink is de trotse eigenaar van twee percelen aan de Grevengoorweg in Enschede. Ze liggen tussen twee heidegebieden. Met hulp en advies van Landschap Overijssel laat ze de percelen zo inrichten dat deze met elkaar worden verbonden. Ingrid van Dorp: "Mijn opa Trebbe kocht destijds een boerderij met bijgebouwen op de hoek van de Aamsveenweg en de Hölterhofweg met circa 15 hectare grond. Mijn ouders gingen in 1974 wonen in de boerderij. Het geheel, de Aamsborgh, werd later een onder de Natuurschoonwet gerangschikt landgoed en mijn ouders hebben er actief natuurbeheer gevoerd. Door ruilverkaveling is een deel van het eigendom verruild voor de twee percelen aan de Grevengoorweg. Mijn ouders schonken ze later aan mij.
Mijn man en ik hebben jarenlang in het buitenland gewoond en ik was eigenlijk niet bezig met mijn weides. Nu we al enige tijd weer in Nederland wonen, probeer ik meer van de percelen te maken dan alleen nat weiland. Landschap Overijssel heeft geholpen met een plan voor de inrichting, met het beheer en de beschikbare subsidies. De komende tijd wordt de bodem verschraald door de toplaag van gras te verwijderen. Het doel is de ontwikkeling van heischraal grasland en vochtige heide. Dit nieuwe heidegebied vormt een verbinding tussen de heidegebieden van buurman Verveld aan de ene kant en Landschap Overijssel aan de andere kant. Doordat één aaneengesloten gebied ontstaat, kunnen soorten elkaar bereiken en sterker worden. Ik vind het heel mooi dat zowel de natuur als de mens straks iets aan mijn land heeft. Het wordt mooi om naar te kijken én de biodiversiteit versterkt. Er zitten veel insecten, vlinders en andere diersoorten die straks zo kunnen ‘overvliegen’. Het wordt een vrolijke boel daar!"
foto : annie keizer Boommarter foto : mark zekhuis Geelgors foto : nico kloek Heidkoeien ManderheideOnze buren uit de prehistorie

Tekst: Cecile Bögels
Grote delen van ons prehistorische landschap zijn verborgen; verscholen tussen de bomen of onder de bodem. Soms zien we een tipje van de sluier in de vorm van een grafheuvel of raatakker. Daar kunnen we de prehistorische mens - vaak met moeite - visualiseren. Als een soort buur die we nog niet goed kennen, maar die toch al zo’n 5000 jaar naast ons woont. Binnen het project Onze buren uit de prehistorie maken we deze buur weer zichtbaar. En wel letterlijk; via een fotoshoot.
Landschap Overijssel heeft een aantal gebieden in beheer waar nog volop prehistorische sporen zijn. Zoals het gebied tussen Ootmarsum en het Duitse Uelsen. Daar ligt onder andere het Vassergrafveld, één van de grootste grafheuvelvelden van Nederland. Een prachtig maar ook kwetsbaar gebied.
Onbekend
Erfgoedspecialist Martijn Horst zag hier een opdracht:
“Prehistorisch landschap, niet iedereen kan zich daar
iets bij voorstellen. En onbekend maakt in dit geval niet alleen onbemind, maar ook onbeschermd,” aldus Horst.
“Archeologische sporen die vlak onder de oppervlakte zitten, hebben vaak geen beschermde status en zijn dus eigenlijk vogelvrij als het gaat om bouw- of ontwikkelprojecten.” Om het prehistorische landschap nog beter te kunnen doorgronden en de bekendheid ervan te vergroten, startte hij het project Onze buren uit de prehistorie. Bijzonder aan de projectaanpak is dat er naast kaartanalyses, expertinterviews en veldonderzoek ook een fotoshoot aan
te pas komt. Horst: “Om nog dichter op de huid te komen van onze prehistorische buren, geven we ze letterlijk een gezicht. Dat doen we via een fotoreportage in een living history-setting."
Scenario’s
Celeste Alink, archeoloog bij Landschap Overijssel, bedacht op basis van zowel landschappelijk als archeologisch onderzoek een aantal scenario’s. Die zijn vervolgens nagespeeld door een groep vrijwilligers met interesse voor het onderwerp en prachtig gefotografeerd door Vincent Croce. “We zijn zo dicht mogelijk bij de feiten gebleven. Denk aan het juiste landschap, passende kleding en voorwerpen. Maar niet voor alles is wetenschappelijk bewijs, dus een deel is interpretatie, fictie zo je wilt.”
Laatste rustplaats
De scenes variëren van het dagelijks leven op de prehistorische boerderij tot en met rituelen die mogelijk hebben
plaatsgevonden op belangrijke momenten in het leven, zoals geboortes, trouwen en sterven. Op één van de foto’s zien we een groep ernstige, misschien wel verdrietige mensen onder leiding van een sjamaan of geestelijk leider. “Een processie zoals die bijvoorbeeld heeft kunnen plaatsvinden bij een begrafenis, op weg naar de laatste rustplaats van een familielid of dierbare,” aldus de archeoloog. “We weten dat muziek onderdeel was van het dagelijks leven in de prehistorie. Het is heel aannemelijk dat de lures - een soort trompetten, in dit geval replica’s van exemplaren zoals ze zijn gevonden bij opgravingen in Denemarken en Zweden - zorgden voor ceremonieel trompetgeschal.” De groep houdt halt bij de grafheuvels. Die liggen net buiten het dorp, op een wat hoger gelegen zandrug. De overleden dierbare wordt bijgezet in de grafheuvel waarin ook zijn voorouders zijn begraven. Wellicht krijgt hij een grafgift mee. Een bijl? Of is het een beker, voor de dorst in het hiernamaals?
Raatakkers: landbouwsysteem ijzertijd Raatakkers zijn kleine rechthoekige, omwalde akkertjes die boeren in deze regio van 800 voor Christus tot circa 200 na Christus gebruikten om primitieve graansoorten als emmertarwe en gerst te verbouwen. Met het blote oog zijn de originele akkers vrijwel niet meer te zien. Maar via hoogtekaarten en archeologisch onderzoek weten we welke vorm ze hadden en wat er verbouwd werd. Om het verhaal over dit landbouwsysteem uit de ijzertijd te kunnen blijven vertellen, heeft Landschap Overijssel replica’s gemaakt van de raatakkers bij Mander. De route Mander; onze buren uit de prehistorie voert erlangs.

Werken op een raatakker
Rite de passage
Op een andere foto zien we een jonge vrouw, die te midden van omstanders een sieraad in het water legt. Celeste Alink licht toe: “De scene verbeeldt een dochter uit de bronstijd die een rite de passage ondergaat. Binnenkort neemt ze afscheid van haar familie, om voorgoed te vertrekken en in te trouwen bij een andere stam, misschien wel honderden kilometers verderop.” Feit of fictie? “Lang werd aangenomen dat de prehistorische mens niet verder kwam dan zijn eigen dorp. Tegenwoordig weten we dat er ook al in de bronstijd verrassend ver werd gereisd en handel werd gedreven,” licht Alink toe. En wat weten we over het ritueel? “Feit is dat bronzen sieraden zijn teruggevonden in natte gebieden zoals veen en moeras. Omdat het telkens om individuele vondsten gaat, en om sieraden of gebruiksvoorwerpen die nog helemaal intact zijn, wordt algemeen aangenomen dat dit offers zijn geweest.” Terug naar de bronstijddochter van de foto. Onder de waterspiegel vermoedt ze een godenrijk. Ze schenkt haar bronzen armband aan het vennetje om de goden gunstig te stemmen. In de hoop op een veilige reis? Een mooie en rijke levenspartner? Of een gezond nageslacht? Misschien wel alle drie.
Wol, linnen en vacht
Niet alleen het landschap, maar ook de kleding van de personages op de foto’s is zorgvuldig gekozen; truien van schapenwol, linnen rokken, capes van dierhuiden. Alink legt uit dat de keuze onder andere is gebaseerd op prehistorische grafvondsten in Noord-Europa. “In natte, zure bodems zoals moeras of veen, blijven materialen soms uitzonderlijk lang goed. Op hoge droge zandgronden zoals die in Twente, waren zowel lichaam als kleding al lang vergaan.” Ook over de kleur van de stoffen is nagedacht. “De schapen waren in die tijd beige en bruin. Het verven van wol was wel mogelijk, maar meer dan een aarde-, oker- of groentint leverde dat niet op,” weet Alink. Pas in de ijzertijd, toen men in staat was om witte schapen fokken, werd wol beter kleurbaar. De fotoserie

heeft er geen last van; de sobere kleuren passen prachtig bij het stemmige landschap.
Dit project is mogelijk gemaakt met steun van Provincie Overijssel en Het Cultuurfonds Overijssel.
Meer weten over de buren?
Ben je nieuwsgierig naar deze buren uit de prehistorie? Meer foto’s vind je op de website net als links naar de podcast en wandelroutes die in het teken staan van onze buren in de prehistorie.
Podcast
Nog meer weten over de prehistorie? Luister dan naar de podcast Onze buren uit de prehistorie. In drie afleveringen pellen we ons prehistorische landschap verder af. Projectleider Bettine Baas gaat samen met Martijn Horst en Celeste Alink in gesprek met een aantal experts over onderwerpen als lijksilhouetten, bronstijddochters en eetgewoonten. En we hebben een primeur: we vinden naast de Man van Mander ook een Vrouw van Mander!
Wandelroutes
Via onze wandelroutes in Mander en Vasse kun je kennismaken met het prehistorische landschap. De routepunten geven je niet alleen informatie over de verschillende landschapselementen zoals grafheuvels, urnenvelden en raatakkers, maar ook over de bewoners van destijds, hun rituelen en leefwijze. Download de gratis app Wandelen in Overijssel en zoek naar Onze buren uit de prehistorie.
Kijk op: www.landschapoverijssel.nl/prehistorie

Rite
Natuur reageert meteen na uitgebreide herstelmaatregelen
Weer toekomst voor zeldzame soorten op de Lemelerberg

Als een ware eyecatcher ligt de Lemelerberg verheven in het landschap. Daar neergekwakt door een reus, zo wil de legende ons doen geloven. Maar zo simpel is het toch niet. In de voorlaatste ijstijd, zo’n 150.000 jaar geleden, stuwde landijs vanuit het noorden en oosten zand en grind op. Een van die wallen die zo ontstonden, noemen we nu de Lemelerberg. Deze is samen met de Archemerberg 5,5 bij 2,5 kilometer groot en het hoogste punt ligt op 77,9 meter boven NAP. Als we het over de Lemelerberg hebben, bedoelen we beide bergen.
De stuwwal is in de loop der duizenden jaren afgesleten: het zand spoelde van de top naar de flanken en smeltend ijs en regen creëerden zogenoemde erosiedalen. Hier en daar lag keileem vrij dicht onder de oppervlakte, waar water op bleef staan voordat het langzaam afspoelde. Het werk van de elementen heeft er
zo voor gezorgd dat de bodem boven op de berg anders is dan op de flanken en aan de voet. Ook de mens heeft zich laten gelden in het gebied. Er zijn sporen van grafheuvels en kleine raatakkertjes. Tot echte landbouwontginning is het echter niet gekomen. Daarvoor was de grond te schraal en te droog. Wel waren er materialen
www.landschapoverijssel.nl
De Groene Verdieping
te vinden die de mensen die rondom de berg woonden, goed konden gebruiken: hout, strooisel, zand, grind en ook leem. De Oude Raalterweg, die aan de westkant van het gebied ligt, is vermoedelijk aangelegd met grind dat op de top van de berg is gewonnen.
Kwetsbaar
Al deze invloeden hebben gezorgd voor omstandigheden waarin bijzondere natuurwaarden een plek vonden. “Het is eigenlijk een mini-Sallandse Heuvelrug,” vertelt ecoloog Mark Zekhuis van Landschap Overijssel, “met heidevelden, bossen, jeneverbessen, waar planten en dieren leven die bestand zijn tegen droogte en schrale bodems. Er leven misschien minder dieren dan in een bos, maar de soorten van dit leefgebied zijn zeldzaam en bijzonder. Ze hebben nog maar weinig leefgebied over.”
De aanwezigheid van droge heide, vochtige heide, zandverstuivingen en jeneverbesstruwelen zijn Europees gezien zo waardevol dat de Lemelerberg is aangewezen voor Natura 2000, het Europese netwerk van topnatuurgebieden. Wel zijn de habitattypes kwetsbaar en gaat de kwaliteit achteruit. Als gevolg van de stikstofneerslag en klimaatverandering verdwijnen soorten, zoals kleine wolfsklauw, rozenkransje en heivlinder. Landschap Overijssel werkt daarom hard aan maatregelen die de leefgebieden van de kwetsbare soorten op peil houden. De heidevelden zijn groter gemaakt, oude leem- en zandgroeves zijn vrijgemaakt van begroeiing, steile wanden zijn hersteld
en rondom de jeneverbessen is de grond afgeplagd. Hier en daar zijn kale zandige plekken gemaakt voor zandhagedissen, graafbijen en -wespen en er zijn enkele heideakkertjes aangelegd. Om de verzuring van de bodem te verminderen – op sommige plekken was het zuurder dan azijn – zijn bovendien kalk en steenmeel uitgestrooid.
Grazen en maaien
Tegelijkertijd is het beheer op de bestaande heidevelden (350 hectare) aangepast. De twee schaapskuddes worden af en toe op dezelfde plek gehouden om de heide daar grotendeels weg te grazen. Zo krijgt jonge heide een kans. Het effect is dat er een mooie afwisseling ontstaat in de leeftijden van de heidestruiken. In het voorjaar worden kleine stukken heide van maximaal een halve hectare afgebrand, wat hetzelfde positieve effect heeft op de leeftijdsopbouw.
Om de nieuwe heide (110 hectare) open te houden, is het de komende jaren zaak om opslag van jonge bomen tegen te gaan. “Je moet er vanaf het begin bovenop zitten,, zegt beheerder Hans Dijkstra. “Dat betekent veel maaien. Als je de heidestruiken tot een hoogte van zo’n zeven centimeter afmaait, groeien ze weer uit en worden ze sterker aan de onderkant. Dat lijkt onnatuurlijk, maar we moeten zo snel mogelijk een gesloten heidezode zien te krijgen, zodat zaailingen van bijvoorbeeld berk en grove den daartussen niet kunnen kiemen.”


Steenfabriek aan de voet van de berg
Bij het opduwen van de bodem door de gletsjers in de voorlaatste ijstijd kwam op sommige plaatsen keileem vrij dicht onder de oppervlakte te liggen. Keileem laat weinig water door en dat zorgt ter plaatse voor natte natuur. Maar het is daardoor ook geschikt om er stenen en dakpannen van te bakken. In de negentiende eeuw werden daarom in de omgeving van de Lemelerberg diverse steenfabrieken gebouwd, één stond aan de Ledeboerweg, midden op de heide. De Tichelarij, zoals de fabriek heette, werd in 1840 gebouwd en bood werk aan zo’n dertig man. In 1872 kwam er bij het net gegraven Overijssels kanaal een nieuwe steenfabriek; de Tigchelarij werd omgebouwd tot zuivelfabriek.
Meer biodiversiteit
De maatregelen vertalen zich meteen in een grotere biodiversiteit. Voor veldleeuweriken en roodborsttapuiten pakt de afwisseling van jonge en oude heidestruiken goed uit. Nachtzwaluwen vinden nieuwe open plekken in de heide. Daar worden ook de zeldzame blauwvleugelsprinkhanen weer waargenomen; tot voor kort kwamen ze alleen op de Sallandse Heuvelrug voor. Insecten maken holletjes en nesten in de steile wanden. Bij de jeneverbessen vindt na vele jaren eindelijk weer wat meer verjonging plaats. Dat de bodem hier en daar kaal gemaakt is, helpt daarbij. Maar er is meer aan de hand. “Het probleem van jeneverbessen is de lage vitaliteit van de zaden, zegt ecoloog Zekhuis. “Van de driehonderd zaden kiemt er maar één. De verjonging die we nu zien, lijkt vooral plaats te vinden bij bomen waarin lijsterachtigen zitten die de bessen eten.” Verdere verbetering van de biodiversiteit op en rondom de berg is volgens Zekhuis te verwachten met provinciale plannen om de landbouw natuurvriendelijker te maken. “We hopen dat er rondom de Lemelerberg een zone komt met extensieve landbouw. Een landschap waar patrijzen, grauwe klauwieren en geelgorzen van houden en boeren beloond worden voor hun maatschappelijke diensten.”
Meer kleur
Behalve voor de natuur is er ook aandacht voor de cultuurhistorie van de Lemelerberg. In het deel dat een eeuw geleden als Park 1813 is aangelegd, rondom De Leeuw, is de oorspronkelijke padenstructuur hersteld, evenals de afwisseling van open- en beslotenheid. Ook is er een nieuw uitzichtpunt, de Pieter Wattez-hoogte, vernoemd naar de ontwerper van het park. “Verder gaan we de bosranden verfraaien”, vertelt Dijkstra. “De overgangen van heide naar bos maken we geleidelijker. We laten daarbij de Amerikaanse eiken en lariksen staan, zodat er meer kleur in de bosrand komt.”
Het raadsel van de verdwijnende roofvogels
Het viel op dat er minder velduilen, kiekendieven en klapeksters op de heidevelden jagen. Was er in de voedselketen iets aan de hand dat dit kon verklaren? Leidt verruiging en verzuring van de heide er wellicht toe dat er minder bloeiende planten zijn, waardoor de aantallen insecten en vlinders afnemen? En heeft dat als gevolg dat er minder veldmuizen, insecteneters, zijn? Lidewij Disbergen, student van Larenstein, zocht het uit voor Landschap Overijssel uit. Zij stelde vast dat de muizen midden op de heide niet weg zijn. In de inloopvallen die ze plaatste, zaten veldmuizen, bosmuizen, rosse woelmuizen en dwergspitsmuizen. Muizengebrek verklaart dus niet de afname van de roofvogels. Het is waarschijnlijker dat dit komt door de zachtere winters, waardoor de ze noordelijker overwinteren.

Wandelroute Lemelerberg
De beste manier om kennis te maken met de bijzondere waarden van de Lemelerberg is door te wandelen. Verschillende routes leiden je naar de mooiste plekken, zoals de top van de Archemerberg. Het is letterlijk een hoogtepunt, vanwaar je ver kunt uitkijken. Vooral in het voorjaar hoor je de vrolijke zang van veldleeuweriken die nestelen in de omringende heide.
Op een andere manier is de Dikke Steen een hoogtepunt. De enorme zwerfkei herinnert aan de gletsjers die de heuvels creëerden door zand, grind én keien op te schuiven. Het smeltwaterdal er vlakbij hebben we er ook aan te danken. De diepe geul met
hoge steile wanden wordt ook wel het ravijn genoemd. Veel later trok de mens sporen in het gebied, zoals de leemgroeve op de zuidhelling. Vanaf het wandelpad dat er vlak langs loopt, kijk je in een metersdiep gat.
Van weer iets latere datum is Park 1813 bij het theehuis. Het park werd in 1913 aangelegd om te vieren dat Nederland een eeuw onafhankelijk was.
De wandelroute Lemelerberg vind je in onze app Wandelen in Overijssel en op www.landschapoverijssel.nl/routes/ ommen-lemelerberg-highlights of scan de QR-code




“De Lemelerberg ligt als een gigantische bult in een vlak landschap. Van verre zie je hem al liggen, van welke kant je ook komt. Bij de Sallandse Heuvelrug gaat het geleidelijk omhoog, bij de Lemelerberg is de overgang van vlak naar steil heel abrupt. Nu veel bos eraf is gehaald om de heide te vergroten, zie je nog beter hoe steil hij is. Je krijgt zo echt het idee dat je op een berg staat. Dat maakt op mij als geboren Fries misschien nog wel meer indruk dan de flora en fauna.”
Hans Dijkstra, beheerder

Eropuit in de
Lente
Vroege vogels in Dal van de Mosbeek
Start je weekend met een vrolijk vogelconcert! In dit bijzondere natuurgebied leven veel verschillende soorten vogels. Leer de geluiden herkennen van bijvoorbeeld de tjiftjaf, zanglijster, geelgors en de boomklever. Zo wordt het steeds leuker en interessanter om vogels te spotten!
Mander, 6 april
Boomkikkers op landgoed Smalenbroek
Die kleine groene herrieschopper met zuignapjes aan de uiteinden van vingers en tenen zodat hij goed kan klimmen. De boomkikker is een bijzondere verschijning! Tijdens een interessante lezing leer je ze herkennen, kom je te weten hoe ze leven en begrijp je waarom ze zoveel herrie maken! Aansluitend ga je onder leiding van een deskundige gids op ontdekkingstocht.
Enschede, 5 april

Kindermiddag in het Reestdal
Tijdens de activiteit 'Bas de Das' leren kinderen alles over het grote zwart-witte dier dat een mysterieus leven leidt in zijn ondergrondse dassenburcht.
Balkbrug, 27 maart
Bijzondere Pinkster-activiteiten
Tijdens de Dag van het Kasteel zijn de deuren van ons landgoed De Horte in Dalfsen geopend voor publiek. Het wordt een feestelijke dag met muziek en activiteiten. Kunstliefhebbers kunnen in het Pinksterweekend hun hart ophalen bij Hof Espelo tijdens de Kunstenroute. Kijk op www.landschapoverijssel.nl/kunstenlandschap voor meer informatie.
Dalfsen en Enschede, 19 en 20 mei



Oog in oog met de das Maar weinig mensen hebben ooit een das in het echt gezien. Dit is je kans! Beleef een unieke ervaring in onze geur- en geluidsdichte hut en ontdek hoe de dassen leven in hun dassenburcht. Reserveer je bezoek of verras iemand en geef een bezoek cadeau! Kijk op www.landschapoverijssel.nl/dassenkijken voor meer informatie.
Diverse data

Op kraambezoek in de schaapskooi Het is voorjaar en dat betekent dat er weer veel lammetjes geboren worden! Kom op zaterdag 23 maart naar de schaapskooi op de Lemelerberg voor de traditionele Lammetjesdag. Bewonder en knuffel ze van dichtbij en wandel aansluitend over de gezellige streekmarkt. Aanmelden is nodig; dat kan eenvoudig via onze website.
Giethmen, 23 maart

Bonte spechten, Avontuurlijke roffelaars
Tekst: Frans Bosscher
Anders dan met veel vogelsoorten gaat het met de spechten in ons land best goed. Dankzij de variatie aan landschappen vinden de drie bonte spechten –grote, middelste en kleine – in Overijssel precies wat ze nodig hebben.
Het geroffel is deze weken weer niet van de lucht. In de spechtenwereld is het een drukte van jewelste, meer dan in de rest van het jaar. Want nu hameren ze niet alleen om voedsel te vinden. Mannetjes en vrouwtjes laten elkaar weten dat ze de beste partner zijn. Daarvoor heeft hij alvast een nestholte uitgehakt, waar het kersverse paar zo in kan trekken. Andere mannetjes zijn niet welkom in de buurt van het nest; ook dat is de boodschap van het geroffel.
Rood petje
We kennen Woody Woodpecker natuurlijk van de tekenfilms. Daar moet de vonk bij Michiel Poolman, ecoloog van Landschap Overijssel, naar eigen zeggen zijn overgeslagen. “Ze zijn mooi van kleur, hakken gaten in bomen. De grote bonte specht komt zelfs op de voedertafel. Hij hakt ook de openingen van mezenkasten groter. Het is een leuke en avontuurlijke vogel. Ik hou ervan, het is een echte smeerlap.” Er leven in ons land zes spechtensoorten: behalve de grote bonte, de middelste bonte en de kleine bonte specht zijn dat de zwarte specht, de groene specht en de draaihals. De
drie soorten bonte spechten lijken wat op elkaar. Ze hebben een zwart-wit verenkleed en een rood petje; de grote en de middelste hebben ook een roze achterwerk. Je kunt ze goed herkennen als ze een open vlakte oversteken. Dat doen ze niet in een rechte lijn, maar ze maken een golvende beweging door hun vleugels regelmatig even stil te houden.
Speciale uitrusting
Voor al dat gehamer hebben spechten in de loop van de 25 miljoen jaar dat ze op aarde rondvliegen een speciale uitrusting ontwikkeld. Zo hebben ze sterke tenen met lange, kromme nagels, waarmee ze zich goed vast kunnen houden aan een boomstam. Anders dan bij andere vogelsoorten staan twee tenen naar voren en twee naar achteren. Daarmee kunnen ze op een boomstam gemakkelijk van onder naar boven, en weer terug, lopen. Verder hebben ze harde en scherpe snavels. Daarmee hakken ze tunneltjes van insecten open om vervolgens met hun kleverige tong insecten, larven en poppen te pakken. Grote bonte spechten eten trouwens ook nog wel eens eieren en
jonge vogels. We hoeven ons geen zorgen te maken dat ze een hersenschudding oplopen door het gebeuk. Sponsachtig weefsel tussen de ogen en de snavel zorgt ervoor dat de klap over de schedel wordt verdeeld. Daardoor vermindert de kracht en hebben ze geen helm nodig.
Waar te zien?
Om de grote bonte specht te zien en te horen hoef je niet ver naar buiten. “Het was ooit een schuwe vogel," vertelt de ecoloog, “maar tegenwoordig zie je hem overal, van tuinen tot grote natuurgebieden, zelfs in polders. Zolang er maar wat bomen staan, is het kennelijk goed.” De middelste bonte specht is de zeldzaamste van de drie. Sinds halverwege de jaren negentig is hij weer terug in ons land. “Dat is te danken aan een ander bosbeheer. Bomen krijgen weer de kans om oud te worden. Ook dode bomen laten we vaker staan of liggen. En dat is precies wat de middelste bonte specht nodig heeft, vooral oude en dode eiken," aldus Poolman. Hij komt nu voor op de landgoederen in Twente en Salland, en ook in de bossen langs de Reest en de Vecht. De kleine bonte specht is het moeilijkst te zien. Die is net wat groter dan een mus. Het is een onopvallend, mysterieus vogeltje. Hij zit in gevarieerd loofbos en hakt zijn hol in zachter hout, zoals wilgen, elzen en populieren.



Grote bonte specht
Spanwijdte: 34-39 cm
Geluid: explosieve kiek Roffel: kort en krachtig
Middelste bonte specht
Spanwijdte: 33-34 cm
Geluid: miauwend kwaah-kwaah Roffel: lang, maar zelden
Kleine bonte specht
Spanwijdte: 25-27 cm
Geluid: fluitende kie-kie-kie-kie Roffel: lang en zachter
Vogelexcursies
Landschap Overijssel biedt diverse excursies vogels kijken. Je vindt ze op www.landschapoverijssel.nl/activiteiten

Smidse
Als je in het bos een dennenappel tegenkomt die helemaal uit elkaar is gehaald, is de kans groot dat dat het werk is van een grote bonte specht. ’s Winters zijn er nauwelijks insecten. Dan schakelt de specht over op een dieet van noten en zaden van onder meer dennenappels. Hij klemt een dennenappel in de spleet van een boom en peutert vervolgens de zaden eruit. Als de dennenappel leeg is, gooit de specht hem op de grond en gaat aan de slag met de volgende. Zo’n werkplek heeft een passende naam gekregen: smidse.
Samen aan de slag voor een gaaf Reestdal

Tekst: Frans Bosscher
De recent gepubliceerde biografie van het Reestdal vormt de basis voor een visie op de toekomst. Een gezamenlijke visie van Landschap Overijssel en Het Drents Landschap. Samen gaan ze nu aan de slag voor een van de meest gave beekdallandschappen in ons land.
De kracht van het Reestgebied is dat aardkundige, cultuurhistorische en ecologische waarden elk nog rijkelijk aanwezig zijn en bovendien een sterke onderlinge samenhang vertonen, aldus de wetenschappers die de biografie van het Reestdal schreven. Daarin schetsen ze hoe het landschap waar de Reest doorheen slingert, is gevormd in de ijstijden. Het was eigenlijk een geul die smeltwater afvoerde. In de millennia na de laatste ijstijd, die rond 11.700 eindigde, ontstond een hoogveengebied van 30.000 hectare. Op sommige plaatsen was de veenlaag zes meter dik.
Ontginningen
Mensen zijn er in die duizenden jaren nauwelijks geweest. Dat begint pas omstreeks 1.000 na Chr. op gang te komen. De bevolking groeide en daarmee de behoefte aan grond om voedsel te verbouwen. De benedenloop van de Reest werd het eerst ontgonnen. IJzer- en kalkrijk water maakte de weilanden hier vruchtbaar. Je kon er twee keer per jaar hooi oogsten. Op de zandkoppen – horsten genoemd – bouwden
boeren hun hoeves; de plaatsnamen die eindigen op horst herinneren daaraan. Door de ontginningen ontstond in het omringende gebied het kenmerkende landschap met lange, smalle stroken.
Langs de middenloop van de Reest was de grond veel armer. De nederzettingen bestonden uit één of enkele boerderijen. Hooi was er nauwelijks, wel zegge en pijpenstrootje. De bovenloop, die door een enorm hoogveengebied stroomde, bleef zelfs tot in de 17de eeuw onbewoond.
Sterke stroming
Na de aanleg van de Hoogeveensche Vaart kon de vruchtbaarheid van de weilanden verder worden verbeterd dankzij de aanvoer van organisch afval uit de steden. De welvaart nam toe en de boerderijen kregen fraaie, grote voorhuizen. Door de ontwatering werd houtteelt mogelijk, wat weer iets toevoegde aan het landschap: houtwallen en boomsingels vormden coulissen.
Langs de middenloop voerde de teelt van rogge de boven-
toon. Schapen die graasden op gemeenschappelijke heidevelden leverden de mest waarmee de boeren de akkers op de arme zandgronden vruchtbaar maakten. Pas in de 19de eeuw gingen de boeren hier ook koeien en varkens houden. Vooral de boterproductie haalde veel boeren hier uit de armoede. En net als langs de benedenloop verrezen er grote boerderijen.
Het afgraven van veen langs de bovenloop kwam vanaf de 17de eeuw goed op gang. Omdat water niet langer werd vastgehouden door het veen, kreeg de Reest veel meer water te verstouwen. Dat zorgde voor wateroverlast langs de benedenloop. Tegelijkertijd creëerde de sterke stroming meer bochten.
Ruilverkaveling
Het landschap dat rond 1900 tot stand was gekomen, is nog altijd goed herkenbaar. Dat wil niet zeggen dat het ongeschonden is gebleven. Weliswaar is de golf van ruilverkavelingen grotendeels aan het beekdal voorbijgegaan, maar de ontwikkelingen in de landbouw naar steeds verdere intensivering hebben hun tol geëist. De ontwatering is hard gegaan na de aanleg van de Reestvervangende Leiding, die veel en snel water afvoert. Kunstmest en later drijfmest maakten niet alleen het water, maar ook de heidevelden en bossen voedselrijk.
Samen beheren
Landschap Overijssel en Het Drents Landschap zetten zich inmiddels meer dan een halve eeuw in om dit waardevolle landschap te behouden. Ze hebben in die jaren ruim 1.800 hectare grond verworven. Nu gaan ze het beekdal gezamenlijk beheren vanuit een gedeelde visie, vertelt Fleur Schilt, projectleider bij Landschap Overijssel. Om tot die gezamenlijke visie te komen is veel voorwerk verricht. “Met de biografie weten we over welke waarden we het hebben. We hebben de afgelopen periode met alle partijen gesprekken gevoerd, ons over kaarten gebogen en veldbezoeken gebracht. Je moet dan denken aan gemeenten, waterschap, maar ook aan

bewoners, boeren en pachters van onze gronden.” Dat heeft tot vier ambities voor de komende periode geleid: versterking van het natuurrijke beekdallandschap, herstel van de waterbergende functie, versterking van de historische structuren en beleving van een rustig authentiek beekdal.
Reestdal als spons
“De biografie leert ons dat het Reestdal een enorme spons was,” zegt de projectleider. “Het veen zorgde ervoor dat er gigantisch veel water vastgehouden werd. Die functie willen we voor een deel herstellen. We hebben afgelopen winter met die langdurige regens gezien hoe urgent dat is. Omdat de Reest kon overstromen, bleef Meppel droog. Door de klimaatverandering krijgen we daar vaker mee te maken.” De dikke veenpakketten van vroeger komen niet terug. Om het dal toch weer als grote spons te laten fungeren is het nodig dat het grondwaterpeil flink omhoog gaat. Dat kan onder meer door sloten en greppels te dempen en door Reestwater minder snel af te voeren. Behalve dat de sponswerking wateroverlast elders voorkomt, is het ook goed voor de hooilanden met onder meer moeraskartelblad, orchideeën, echte koekoeksbloem en dotterbloem.
Wilde bomen en struiken
Wat hogerop in het beekdal krijgen oude landschapselementen meer aandacht. “Wij hebben natuurlijk zelf een rol in het beheer van hakhout - er zijn stoven van wel 300 jaar oud, hagen en boomsingels," zegt Schilt. “Daarnaast willen ook gemeenten en particuliere eigenaren stimuleren om houtwallen en heggen aan te planten en te beheren.”
Het blijkt dat in het Reestdal 12 procent van de bomen en struiken autochtoon is, dat wil zeggen dat ze afkomstig zijn van bomen en struiken die hier na de laatste ijstijd zijn gaan groeien. Landelijk is dat percentage nog maar 3. "Iets om erg zuinig op te zijn," stelt de projectleider. "We hebben vorig jaar vrijwilligers opgeleid om de wilde bomen en struiken in kaart te brengen, zodat we ze kunnen beschermen. De komende jaren gaan we daar mee verder.”


Ook het behoud en verbeteren van dit groene erfgoed gaat hand in hand met herstel van biodiversiteit. Meer landschapselementen betekent immers meer leefruimte voor reeën, boomkikkers, ringslangen en tal van vogelsoorten.
Authentiek beekdal
Wat betreft recreatie hebben Landschap Overijssel en Het Drents Landschap ook een duidelijke lijn uitgezet: de authenticiteit en de rust staan voorop. Quinten Pellegrom, adviseur beleving van Landschap Overijssel, omschrijft het zo: “Het is een lieflijk, kleinschalig en idyllisch landschap, met hooilanden langs de kronkelende Reest en historische boerderijen op de hogere zandkopjes. Het is een perfect landschap voor een wandeling vanuit ons bezoekerscentrum De Wheem of de havezate Havixhorst.”
Grote nieuwe voorzieningen zijn niet te verwachten. Wel hopen beide organisaties dat met extra informatiepanelen en speciale excursies bewoners en bezoekers meer besef krijgen van de historische en natuurwaarden. Ook is het de bedoeling om de bron van de 30 kilometer lange Reest zichtbaar te maken. Die ligt in de buurt van De Tippe, ten noordoosten van Dedemsvaart. "Het veen waaruit het water ooit stroomde is al lang weg," vertelt Pellegrom. "Het is nu landbouwgebied. Uit een groter gebied kwam het water hier samen om vervolgens af te stromen via de beek. Een echte bron is er dus niet, maar we kunnen wel aanwijzen waar het mooie verhaal van de Reest begint.”
Meer weten over het Reestdal?
Kijk dan op landschapoverijssel.nl/reestdal Ook vind je hier informatie over hoe je zelf een bijdrage kunt leveren aan een mooi Reestdal.
De Reestdalvisie is mede mogelijk gemaakt door provincie Overijssel, provincie Drenthe, Gastvrij Overijssel en LEADER. Partijen die meedachten over de toekomst van het Reestdal waren: enkele pachters van Landschap Overijssel, de Reestdal-gemeenten, Stichting Ondernemend Reestdal, waterschap WDOD, natuurwerkgroep Reestdal, Landschapsbeheer Drenthe en Marketing Oost.
Hoogwater bij IJhorst
Door langdurige regenval traden rivieren en beken afgelopen winter buiten hun oevers, ook de Reest. De overlast bleef beperkt, omdat er steeds meer ruimte is om water te bergen. De verwachting is dat we door het veranderende klimaat vaker periodes met veel neerslag krijgen, soms zelfs meer dan afgelopen winter. Om daarop voorbereid te zijn is het goed om onder meer langs de Reest nog meer ruimte te creëren om water te bergen. Belangrijk neveneffect is dat de natuur daarmee kan herstellen en meer veerkracht krijgt.

Even voorstellen!
De afgelopen maanden kreeg Landschap Overijssel er weer verschillende nieuwe bedrijfsvrienden bij. Landschap Overijssel is trots op de samenwerking met deze maatschappelijk betrokken bedrijven. D&A Licht uit Nijverdal stelt zich graag voor.
Wij zijn D&A Licht, gepassioneerd over licht. Van het creëren van impactvolle lichtplannen tot het leveren van professionele verlichting. Bij ons zit licht in het DNA. Wij zijn Vriend van Landschap Overijssel vanwege onze gedeelde waarden met duurzaamheid als de kern. Wij ondersteunen Landschap Overijssel o.a. bij de aanplant van nieuwe bomen en struiken. Hierbij motiveren wij ook onze klantrelaties om ons daarbij te helpen. Op deze manier ondersteunen wij ook fysiek het werk van Landschap Overijssel.

Sluit je aan bij het groene netwerk
Wil je met jouw bedrijf of organisatie ook een actieve rol spelen bij de bescherming van onze leefomgeving? Onze bedrijfsvrienden zijn organisaties die zich verbonden voelen met natuur en streekeigen landschap in Overijssel. Sluit je aan bij ons inspirerende groene netwerk. We komen graag met je in contact!
Kijk voor meer informatie op www.landschapoverijssel.nl/steun-ons-zakelijk
de vrienden van landschap overijssel
• Aannemersbedrijf Gerwers B.V., Tilligte
• Aannemingsmij Hegeman B.V., Nijverdal
• Aannemingsbedrijf Netjes, Kampen
• Authentiek Bouw B.V., Nieuwleusen
• Aveco de Bondt, Holten
• Ben & Jerry's Hellendoorn, Hellendoorn
• Boskalis Nederland, Rotterdam
• Bouwbedrijf Salbam B.V., Vilsteren
• Bouwbedrijf Scholte op Reimer, Vasse
• Bouwhuis Aannemingsmaatschappij
'Bouwmij' B.V., Beerzerveld
• BPD Ontwikkeling B.V. - Regio NoordOost & Midden, Amersfoort
• CIUS Techniek B.V., Dalfsen
• Countus Accountants + adviseurs, Zwolle
• D&A Licht, Nijverdal
• De Friesland, Leeuwarden
• De Ridderschap van Overijssel, Velp
• Dolmans Landscaping Noord en Oost, Beilen
• Doop, Zwolle
• Dunnewind Groep B.V., Ommen
• DuretTrip Notarissen, Zwolle
• Eshuis Accountants en Adviseurs, Almelo
• Gasunie, Vilsteren
• Gemeente Dinkelland, Denekamp
• Gemeente Oldenzaal, Oldenzaal
• Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V., Enschede
• Grondverzet Vilsteren B.V. , Dalfsen
• Heutink, Nijverdal
• Ingenieursbureau Eelerwoude, Goor
• Installatiebedrijf Tijhaar Vilsteren B.V., Vilsteren
• Koninklijke Auping B.V., Deventer
• Koopmans Bouw B.V., enschede
• KWS Infra B.V., Zwolle
• Landgoed de Wilmersberg , De Lutte
• Landschapsadvies en onderhoudsbedrijf Welhuis, Rossum
• Lenferink Schilders - Afbouw en Vastgoedonderhoud, Lemelerveld
• NABR B.V., Enschede
• NV Rova Holding , Zwolle
• ODIN Landschapsontwerpers B.V.,Diepenheim
• OnzeEnergie, Zwolle
• Roelofs Beheer B.V., Den Ham
• Royal Haskoning DHV, Amersfoort
• Sensata Technologies Holland B.V., Hengelo
• SIGHT Landscaping B.V., Harderwijk
• St. Military Boekelo, Enschede
• Sweco Nederland B.V., Zwolle
• Takman Ijzerwaren, Ommen
• Timmerhuis Groep, Vriezenveen
• Twence B.V. Afval en energie, Hengelo
• Wadinko N.V., Zwolle
• WandelWol V.O.F., Nieuwleusen

gouden vrienden: Stichting van Tarel Bruins Fonds zilveren vrienden:

Maak kennis met de bedrijfsvrienden

Raad van State stelt de natuur opnieuw in het gelijk
Tekst: Silvia Kooij
Al zo’n acht jaar zet Landschap Overijssel zich in voor de belangen van haar natuurgebieden rondom evenemententerrein Vliegveld Twenthe. "Het liefst doen we dat in goed overleg. Als er verschil van mening is over wat wettelijk mag, leggen we dit voor aan de rechter. Eind 2023 stelde de Raad van State ons hierbij opnieuw in het gelijk. "Ik ben ervan overtuigd dat we de stad hiermee behoeden voor een historische fout," zegt Robbert Blijleven, beleidsadviseur ruimtelijke ontwikkeling.

"Nederland is in transitie naar een natuurinclusieve samenleving, waarin we ontwikkelen met de natuur mee en niet tegen de natuur in," zegt Blijleven. "Ook de gemeente Enschede maakt werk van natuurinclusief wonen en heeft in haar beleid steeds meer waardering voor groen, het coulissenlandschap en de landgoederen. Maar bij evenemententerrein Vliegveld Twenthe gaat het mis." Landschap Overijssel bezit zes terreinen in de directe omgeving. In 2007 sloot de militaire vliegbasis Twente haar deuren.
De gemeente Enschede en provincie Overijssel kochten het terrein. In 2014 verkochten zij het zuidelijke deel aan een ondernemer die van de vliegbasis een evenemententerrein wilde maken. De gemeente zou dit faciliteren met een bestemmingsplan. Blijleven: "Landschap Overijssel heeft altijd actief meegedacht in de ontwikkeling. Het heeft onze sterke voorkeur om er samen uit te komen, maar dat lukte niet. En terwijl het bestemmingsplan in de maak was, verleende de gemeente steeds losse vergunningen voor eve-
nementen. Ook voor evenementen die een enorme belasting zijn voor de omringende natuur. Wij komen op voor de belangen van flora en fauna in onze gebieden."
Naar de rechter
Toen de gemeente in 2016 toestemming gaf voor het hardcore festival Airforce was dit een keerpunt. Landschap Overijssel stapte met andere natuur- en milieuorganisaties naar de rechter. Het eerste bestemmingsplan werd vervolgens in 2018 door de Raad van State vernietigd. Het voldeed niet aan de wettelijke eisen voor natuur en milieu. Blijleven: "De gemeente heeft vervolgens een nieuw bestemmingsplan gemaakt, waarbij de participatie helaas niet goed van de grond is gekomen. Daardoor moesten we onze bezwaren opnieuw via de juridische weg bekend maken. Dat hebben we gedaan, toen de gemeente wederom een bestemmingsplan presenteerde dat extreem ruime mogelijkheden bood voor het evenemententerrein."
Te veel ruimte
"Wij zijn niet tegen evenementen op deze plek," benadrukt hij, "maar deze moeten wel passen bij de kwaliteiten van dit mooie en kwetsbare gebied dat wordt omringd door onze natuurterreinen Hof Espelo, de Wildernis, ‘t Holthuis, de Lonnekerberg en het Lonnekermeer. Voorstellingen als Hanna van Hendrik, het springkussenfestival en diverse beurzen zijn prima in te passen in het gebied. Het bestemmingsplan geeft echter ook ruimte aan hardcore festivals, vuurwerkshows en crosswedstrijden. Dit moet je niet willen en het kan wettelijk gezien ook niet. Er wordt veel te weinig rekening gehouden met de belangen van kwetsbare en wettelijk beschermde planten en dieren in en rond het gebied. Evenementen met veel lawaai, licht en stikstofuitstoot passen hier niet. Bovendien, Enschede heeft al evenemententerrein Het Rutbeek. Waarom dan nog één midden in de natuur?"
Opnieuw gelijk
In 2022 is Landschap Overijssel dus opnieuw naar de Raad van State gestapt en eind 2023 kregen we wederom gelijk (zie kader). Blijleven: "Als je in Nederland verschil van inzicht hebt over wat wettelijk wel of niet mag, is er de Raad van State om hierover te oordelen. Natuurlijk voelt het goed om

het juridische gelijk aan je kant te hebben. Maar in plaats van een juridische strijd voeren, werken we liever samen aan mooie, positieve initiatieven. En vaak lukt dat, ook met de gemeente Enschede. Het is nu de uitdaging om begrip te krijgen voor onze standpunten en samen met de gemeente en andere betrokkenen verder in gesprek te gaan. We hopen tot een oplossing te komen waarin de belangen van natuur, recreatie en economie hand in hand gaan."

Uitspraak Raad van State Hoewel Landschap Overijssel een uitgebreid beroepschrift had ingediend met diverse beroepsgronden, waaronder soortenbescherming, beperkte de Raad van State zich tot de beoordeling van de stikstofgevolgen. Alleen op dat punt zou het bestemmingsplan al van tafel gaan.
De Raad van State oordeelde dat de doorrekening van de stikstofuitstoot op onderdelen onjuist of onvolledig was. Enkele voorbeelden die de Raad van State onderkende: het bestemmingsplan biedt ruimte voor 11.000 m2 aan bebouwing en theoretisch gezien kan het gehele terrein geasfalteerd worden, maar beide waren niet meegenomen in de stikstofberekeningen. Ook zijn stikstofrechten van een paardenhouderij opgekocht, waarbij meer dieren zijn opgevoerd dan in de stal zouden passen. Tot slot ontbrak een stikstofregistratiesysteem om bezoekers en verkeersbewegingen bij te houden.
Belangrijk is ook dat de Raad van State aangaf dat de evenementen waarvoor losse vergunningen waren verleend (zoals het Airforce Festival) feitelijk illegaal waren.
De gemeente en provincie mogen activiteiten niet meer opknippen en afzonderlijke vergunningen verlenen. De exploitatie en de evenementen zijn één project en de stikstofdepositie moet voor het geheel berekend en beoordeeld worden.
De achtertuin van... Margot Schulte
‘Fotograferen is net als vissen, afwachten wat er komt’

Tekst: Suzanne van Gaale
Margot Schulte is een gepassioneerd hobbyfotograaf en beeldvrijwilliger bij Landschap Overijssel. Ze maakt de mooiste foto’s van met name vogels. En dat blijkt vooral een kwestie van de juiste plekjes kennen én heel veel geduld hebben.
Op een frisse maar mooie dinsdagochtend is Margot Schulte te vinden op de Lemelerberg. Eén van haar favoriete plekken in Overijssel om vogels te fotograferen. "Je hebt hier een mooie vogelkijkhut en zeker op de koudere dagen is dat een hele fijne plek,’ vertelt de Enschedese. Ze fotografeert puur voor de hobby, maar haar foto’s zijn zo mooi, dat ze niet onderdoen voor die van menig professioneel fotograaf. "Sinds corona heb ik de fotografie weer ontdekt. Op YouTube heb ik heel veel filmpjes bekeken over welke camera voor mij het meest geschikt was. Ook vind je op YouTube heel veel informatie over fotografie, denk aan belichting, momenten van de dag, compositie, en nog veel
meer handige tips. Omdat ik graag vogels op de foto zet, heb ik een hele snelle camera nodig. Want voor je het weet is het beestje letterlijk weer gevlogen."
Verstoppertje
Lopend over de Lemelerberg geeft ze haar ogen en oren goed de kost om vogels te spotten. Maar wandelen en fotograferen tegelijkertijd is geen handige combinatie. Nee, het liefst ligt of zit de beeldvrijwilliger op één plek. "Fotograferen betekent voor mij heel veel liggen in de drek," grapt ze. ‘Want vogels moet je op ooghoogte fotograferen, dan krijg je ze het meest scherp en maak je foto’s met een mooie
diepte. Ik leg ook wel een tak strategisch neer. Negen van de tien keer gaat een vogel daar op zitten. Dan heb ik de kans om hem goed op de gevoelige plaat te zetten, zonder hinderlijke takken en bladeren die het zicht belemmeren." Als het even kan, neemt ze ook haar camouflagetentje mee. "Ideaal, dan kan ik mooi op mijn stoeltje zitten en wachten tot er een vogel op de tak neerstrijkt. Als ik uit de wind zit, lopen zelfs de reeën langs mijn tentje. Zo mooi verstopt zit ik. Zelf ga ik ook helemaal op in de rust van de natuur, ik vergeet dan alles om me heen. Heerlijk is dat!"
Parmantige roodborstjes
Een kijkje op haar Instagram-account, @margotetluhcs, leert dat ze al heel wat mooie vogels met haar camera heeft weten vast te leggen. Van kleine parmantige roodborstjes en eigenwijze pimpelmezen tot nieuwsgierige uilskuikens, wijze ransuilen, gekleurde spechten en ijsvogels aan toe. Ook is ze dol op eekhoorns. "Op een paar plekken op de Sallandse Heuvelrug heb je veel eekhoorns. Als je geduld hebt, komen ze vanzelf. Vooral het moment dat ze een nootje oppakken is voor mij dan een feestmoment. Dat zijn de mooiste plaatjes!" Ook het fotograferen van uilskuikens en diverse uilen zijn een feestje voor de natuurfotograaf. “Een buitenkans, ik mocht mee met het ringen van de uilskuikens bij diverse boerderijen.


Normaal is nestfotografie verboden. De mensen vonden mijn foto’s zo mooi dat ze mij whatsappen als ze weer jonge uilen hebben."
Mooiste moment
Weer of geen weer, twee ochtenden per week trekt de hobbyfotograaf erop uit. "In het voorjaar sta ik geregeld om vier uur ‘s ochtends op om er vroeg bij te zijn. Dan zie je de natuur ontwaken, dat is zo’n mooi moment van de dag!" En als we het dan over het beste jaargetijde hebben, dan kiest ze voor de herfst. "Mooi licht en als het wat kouder wordt, zetten de vogels hun verendek op. Dat doet het goed op de foto." Eenmaal thuis, bewerkt Margot Schulte de foto's nog licht na. "Vogels hebben al een mooie kleur van zichzelf, dus daar doe ik niets aan. Wel knip ik het beeld bij zodat ze volop in beeld zijn. Mijn tip voor natuurfotografie? Verstoor de natuur niet, houd je aan de regels van de terreinbeheerder en zoek een fijne plek waar je kunt liggen of zitten. Trek er een paar uurtjes voor uit. Geduld loont!"
Net als Margot Schulte zin om vrijwilliger te worden bij Landschap Overijssel? Dat kan in een georganiseerde groep, samen met je buurtgenoten of alleen. Kijk voor de mogelijkheden op www.landschapoverijssel.nl/werken-bij.

colofon
Natuurlijk Overijssel is een uitgave van Landschap Overijssel en wordt vier keer per jaar aan de donateurs toegezonden. De oplage is 11.500 ex., september 2023.
redactie en productie
Landschap Overijssel, Poppenallee 39, 7722 KW Dalfsen, tel. 0529 - 401 731
Redactie: Mieke Scharloo
Tel: 0529 – 408 387
Mail: mieke.scharloo@landschapoverijssel.nl
Web: www.landschapoverijssel.nl
donateursadministratie
Vragen over het lidmaatschap:
Sandra Bos en Acklien Lautenbach
Tel: 0529 - 401 731
Mail: donateurs@landschapoverijssel.nl
Bijdrage: minimaal 24 euro per jaar
IBAN: NL93 INGB 0008 6231 98
opmaak en druk
Bredewold, Wezep
Landschap Overijssel is een Erkend Goed Doel. Dat betekent dat wij voldoen aan strenge kwaliteitseisen. Toezichthouder CBF controleert dit. Meer weten? Kijk op geefgerust.nl

