

Natuurlijk

Uit liefde voor de natuur
De zomer loopt op zijn einde. Hopelijk heeft u in deze periode extra kunnen genieten van de prachtige omgeving waarin we in Overijssel mogen wonen, werken en recreëren.
Deze zomer beleefden we als Stichting Landschap Overijssel een mijlpaal: de aankoop van landgoed Het Oosterveld. Een prachtige plek waar natuur, historie en beleving samenkomen en waar wij met toewijding voor gaan zorgen. Voor de natuur rond Vliegveld Twente is dit geweldig nieuws. De komende periode maken we het landgoed geschikt voor openstelling, zodat ook u ervan kan genieten. Ik ben er enorm trots op dat de aankoop is gelukt, mede dankzij u; de donaties van de Vrienden van Landschap Overijssel.
Ook de Regge krijgt in dit nummer een ereplaats. Deze laaglandrivier – in de negentiende en twintigste eeuw rechtgetrokken - meandert nu weer sierlijk door het landschap. De afgelopen decennia hebben we hard gewerkt aan natuurherstel langs de Regge, met mooie resultaten. Kijk bijvoorbeeld naar de Velderberg bij de stuw Hancate. Dit gebied kochten we in 2021, waarna we natuurherstelmaatregelen uitvoerden. Het ligt er nu schitterend bij. En zo zijn er langs de Regge nog veel meer van dit soort pareltjes – allemaal mogelijk gemaakt door uw steun.
De middelen voor natuurherstel en -beheer staan echter onder druk. Zowel in Den Haag als in Brussel, waar bijvoorbeeld het LIFEprogramma voor natuurherstel wordt afgeschaft. Juist daarom is het belangrijk dat we als samenleving de schouders eronder zetten. Door mee te denken, mee te doen en – als het kan – mee te investeren.
Zo houden we onze bijzondere landschappen in stand. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor toekomstige generaties. Laten we die verantwoordelijkheid nemen. Niet uit plicht, maar uit liefde voor de natuur die ons zoveel geeft. Aan ons zal het niet liggen!
Hans Pohlmann directeur-bestuurder

Kleurrijk
leven
Keine schepseltjes
Levendig en vrij
Je ziet ze vliegen
En fladderen voorbij
Kleurrijk wezentjes
Die geven maar weer aan
Dat zelfs in september
Zij er nog voor gaan
Insecten zijn bijzonder
Wonderlijk klein
Geef ze de ruimte
Nuttig als ze zijn
En kijk eens bewust
Naar deze beestenboel
En dat tovert vast
Een glimlach op je smoel
Henri Kroes

06 Uit liefde
Voor het landschap
10 Landgoed Het Oosterveld
100 hectare natuur veiliggesteld
13 Groene Verdieping
Ode aan de Regge
18 Parnassia
Graadmeter van gezonde natuur
20 Erfgoed
Als gids naar de toekomst
23 Lemelerberg
Kuil blijkt insectenhotspot
24 Standpunt
Exoten: voorkomen is beter dan genezen
26 De achtertuin van
José Eijkelkamp en Eddy Teernstra
En verder
04 Nieuws
12 Bedrijfsvrienden
17 Eropuit
27 Colofon

Goed nieuws voor het landschap
De Provinciale Staten van Overijssel hebben een motie aangenomen voor aanvullende en structurele financiering van de landschapsfondsen. Het is een belangrijke stap richting duurzaam beheer en een leefbaar platteland. Landschap Overijssel heeft hier de laatste tijd vaak aandacht voor gevraagd.
Landschapsfondsen maken het mogelijk dat boeren en grondeigenaren - op vrijwillige basis - zorgen voor het onderhoud van typische landschapselementen zoals houtwallen, heggen, poelen en knotwilgen. Deze elementen zijn belangrijk voor planten, dieren en mensen. Dieren vinden er bescherming en voedsel, mensen voelen zich er meer thuis.
De Stichting Groene en Blauwe Diensten Overijssel (SGBDO) is een van die landschapsfondsen. Landschap Overijssel werkt er nauw mee samen. SGBDO vindt het belangrijk dat dit soort onderhoud langdurig gebeurt. Dat is goed voor de biodiversiteit, de kwaliteit van water en lucht én het zorgt voor een mooi en gezond landschap waar we allemaal van profiteren. Maar dit werk kost tijd en geld. Boeren en andere grondeigenaren krijgen daarom via SGBDO een eerlijke vergoeding, verspreid over een periode van ruim 20 jaar.

Wespendief jong.
WAARNEMING:
Jonge wespendieven in het Boetelerveld
In het Boetelerveld zijn deze zomer twee jonge wespendieven grootgebracht. Vrijwilliger Sjaak Bruggeman ontdekte het nest in het voorjaar en heeft het op veilige afstand in de gaten gehouden.
Wespendieven zijn echte zomergasten; van mei tot september kun je ze aantreffen in Nederland. Slechts een deel van de populatie komt tot broeden. Dat doen ze bij voorkeur in stille loofbossen, gemengde bossen met open plekken, heide, hoogveen en graslandjes. Het zijn schuwe vogels, die zelden opvallen. Ze lijken sterk op de algemener voorkomende buizerd, maar verschillen daarvan met een duifachtige kop, lange vleugels en staart met drie dwarsbanden. Hun vlucht is zwevend met rustige vleugelslagen.
Het dieet bestaat voor een belangrijk deel uit wespenlarven, aangevuld met andere insecten, kikkers of jonge vogels. Met scherpe ogen volgen ze wespen tot aan het nest en keren soms terug met een hele honingraat in hun klauwen.
Landgoed aangekocht
Stichting Landschap Overijssel heeft landgoed Het Oosterveld in Deurningen aangekocht. Lees verder op pagina 10.
Wespendieven trekken in augustu sen de eerste helft van september naar tropisch Afrika. Door de afnemende insectenstand is er minder voedsel, waardoor hun broedsucces afneemt. De laatste keer dat er een broedende wespendief is gesignaleerd in het Boetelerveld, is al weer twintig jaar geleden.

‘t Stroink toegankelijk voor iedereen
Op landgoed ‘t Stroink zijn voor–zieningen getroffen voor mensen met een lichamelijke beperking. Zo zijn in samenwerking met de gemeente Enschede paden verbeterd en is verharding rondom bankjes aangebracht.
foto: Peter Scheepmaker
foto: Gerard van Beesten
Grote
gift voor landschapsherstel bij
Goor
Met de symbolische onthulling van een bankje gaven Edith en Michel Walhof het startsein voor landschapsherstel in De Meene, nabij Goor. Dankzij hun financiële bijdrage kan daar dit najaar al 500 meter houtsingel worden hersteld.
De Walhofs inspireerden anderen, waardoor een bredere beweging op gang is gekomen. De gemeente, onderwijsinstellingen en natuurorganisaties zijn inmiddels betrokken bij de verdere ontwikkeling en planvorming voor
De Meene. Het herstel van de singel vormt de eerste stap in een groter plan om ecologische verbindingen richting Herikerberg te realiseren. Boeren en grondeigenaren kunnen zich hier op vrijwillige basis bij aansluiten.
De Meene een kleinschalig agrarisch
cultuurlandschap met natte gronden, verspreide bosjes en een dicht netwerk van slootjes. De hoger gelegen delen weerspiegelen nog het historische landschap, met houtwallen, singels en bomenrijen die een fijnmazig patroon vormen. De Bovenregge slingert er in sierlijke bochten doorheen. Door intensief landgebruik zijn veel karakteristieke elementen verdwenen, met negatieve gevolgen voor de biodiversiteit. Het herstel versterkt het leefgebied van soorten als patrijs, kievit, egel en nachtvlinders.
Zeldzame en ‘exotische’ nachtvlinders op De Horte
De BioBlitz op De Horte is in volle gang! Met deze soortenzoekwedstrijd wil Landschap Overijssel in heel 2025 maar liefst 2025 soorten waarnemen op landgoed De Horte. Iedereen kan meedoen en zijn waarnemingen doorgeven via waarneming.nl. Inmiddels zitten we al op 75 procent van het doel.
Eén van de fanatieke deelnemers is nachtvlinderaar Luuk Punt. Tijdens zijn vakantie in ’t Witte Huisje op De Horte stuwde hij het aantal waarnemingen in korte tijd met ruim 100 nieuwe soorten op – vooral nachtvlinders.
Die nachtvlinders zijn allesbehalve saaie bruine motten. Ze hebben exotische en soms verwarrende namen zoals hyena, dromedaris, grote beer en witte tijger. Sommige zijn felgekleurd: de grote beer heeft bijvoorbeeld oranje ondervleugels met blauwgrijze stippen, het groot avondrood is sierlijk roodgroen, en de witte tijger lijkt wel een hermelijnen mantel
Meer nieuws uit de natuur
te dragen. Punt ontdekte ook enkele zeer zeldzame soorten, zoals de florida uil en de pijpenstro-uil, beide nog nooit eerder gezien op De Horte.

Nachtvlinder - Grote beer.
Op de hoogte blijven van het nieuws over landschap en natuur, meld je aan voor de maandelijkse nieuwsbrief op www.landschapoverijssel.nl/nieuwsbrief of scan de QR-code.
Natuurherstel werkt: soorten keren terug
Op de Lemelerberg wordt dit najaar zo’n 40 hectare bos omgevormd tot heide. Dat is onderdeel van het oorspronkelijke herstelplan dat in 2018 van start ging. Uit monitoring blijkt dat de eerste werkzaamheden inmiddels hun vruchten afwerpen.
Op plekken waar tot voor kort nog bos stond, groeien al jonge struikheide en jeneverbes. Waar langer geleden is gewerkt, breidt de heide zich verder uit en bloeit deze zomer prachtig paars.
Terreinbeheerder Hans Dijkstra: “Het is geweldig om te zien hoe goed de heide zich herstelt en hoeveel leven er al terug is. De populatie nachtzwaluwen is bijna verdubbeld en de blauwvleugelsprinkhaan is terug van weggeweest. De komende jaren wordt het alleen maar mooier.” Behalve de omvorming naar heide wordt er steenmeel gestrooid om de verzuurde bodem te herstellen en komen er extra steilwandjes van zand voor insecten en zandhagedissen.
Zo maken we de natuur op de Lemelerberg nog rijker, gezonder en aantrekkelijker – voor plant en dier én voor bezoekers.


Foto: Nico Kloek

Uit liefde voor het landschap
Gert Jan Tijans met stier, koe en hun nageslacht in de wei. Die dieren zijn zomer en winter buiten.

Tekst: Frans Bosscher
Op zijn grond bij Oud Ootmarsum herstelt Gert-Jan Tijans landschapselementen. Hij draagt zo zijn steentje bij aan de groenblauwe dooradering van het Overijsselse buitengebied. “Je volgt de patronen van het landschap, maar het moet ook praktisch zijn.”

Je ziet het wel vaker in grensstreken. Bestuurders aan weerszijden kwamen er niet uit hoe het landschap ontgonnen moest worden. Wie moest het voortouw nemen, hoe moeten de kosten verdeeld worden? Het is daaraan bijvoorbeeld te danken dat het dal van de Reest, die de grens van Drenthe en Overijssel vormt, redelijk ongeschonden in onze eeuw is terechtgekomen.
Ook het cultuurlandschap bij Ootmarsum, dat doorloopt in Duitsland, is zo grotendeels ontsnapt aan ruilverkavelingen en andere grote ingrepen in het landschap. Kleine weilanden en akkers omzoomd door houtwallen, afgewisseld met bos en heideveldjes zijn nog altijd herkenbaar. Door dit kleinschalige landschap slingeren smalle beken. Verspreid staan traditionele boerderijen met houten gevels.
Gert-Jan Tijans is geboren en getogen in dit landschap. Het houden van vee kreeg hij met de paplepel ingegoten. In de oude boerderij van zijn ouders stond het vee op de deel, vanuit het achterhuis konden ze de koeien altijd horen. Een aantal jaren geleden nam hij de kleine veestapel van zijn vader over. “Ik had wel boer willen worden, maar de boerderij van mijn ouders was te klein. Daar kun je geen inkomen mee verdienen om een gezin te onderhouden. Mijn vader deed het vee erbij, ik doe dat ook.” In het dagelijks leven is hij projectleider bouw bij Stichting Twickel. De stichting beheert
landgoed Twickel bij Delden en meerdere landgoederen elders in het land. In totaal gaat het om ruim 7.000 hectare natuuren landbouwgronden en meer dan 250 gebouwen, waaronder veel monumenten. In zijn werk draait het dus ook om behoud van landschappen met veel cultuurhistorische waarden.
Altijd buiten
Bij Oud Ootmarsum heeft Tijans nu de zorg over 26 vleeskoeien. Ze lopen het hele jaar buiten. “Na de verbouwing van de boerderij van mijn ouders is de stal verdwenen. Toen leek het mij een uitdaging om te kijken of ik verder kon met vee dat altijd buiten is. Dat gaat nu al zes jaar goed.”
Bij de keus van het ras gaat het hem om gemak en schoonheid. “Ik vind het belangrijk dat je ze kunt vangen als ze kalven of uitbreken. Ze moeten gemakkelijk afkalven. De basis is Blonde d’ Aquitaine. Daar kruis ik andere rassen in die een rustiger karakter hebben, meer melk hebben en donkerder van kleur zijn, zoals MRIJ, Vlaams rood, Piemontees en Belgisch Blauw.”
Natuurlijkheid in zijn veestapel staat voorop. Een stier dekt de koeien, de kalveren blijven minstens een half jaar bij de moederkoe en de dieren behouden hun horens. De koeien grazen in kruidenrijk grasland. Van de inzet van kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen is geen sprake. Een lokale slager slacht elk jaar enkele dieren. Het vlees verkoopt Gert-Jan via zijn website
GertJan Tijans

‘Als je oude kaarten erbij pakt, zie je dat het landschap vrijwel hetzelfde is gebleven.’
zuverbroen.nl. Dankzij zijn hobby zijn er nog koeien in de wei te zien bij Oud Ootmarsum. Boeren zijn er vrijwel niet meer, zegt Tijans. En die enkeling die nog wel melkt, houdt z’n koeien op stal.
Meer hazelaars
Behalve 6 hectare eigen grond, pacht hij bijna 40 hectare in de omgeving. Veel verschillende percelen. Dat is onvermijdelijk in een landschap dat niet op grote schaal op de schop is gegaan. Tijans: “Als je oude kaarten erbij pakt, zie je dat het vrijwel hetzelfde is gebleven.”
Behalve het vee is ook landschapsbeheer een serieus deel van zijn hobby. Rondom zijn eigen percelen staan houtwallen. Delen ervan heeft hij de afgelopen jaren opnieuw ingeplant met inheemse soorten: wilg, sleedoorn, meidoorn, lijsterbes, vlier én hazelaar. “Ik heb wat extra hazelaars ingeplant, zodat we wat meer noten hebben.” Verder heeft hij een elzensingel afgezet. Die loopt inmiddels weer flink uit. De bomen zorgen voor schaduw in de zomer en beschutting in de winter.
Meanderen
Op zijn erf heeft hij hoogstamfruitbomen geplant en nestkasten voor uilen en een torenvalk opgehangen. In een laaggelegen
grasland bloeiden dit voorjaar gevlekte orchis en blauwe knoop. In een beschaduwde hoek van het perceel heeft hij een poel gegraven. Tijans zou graag zien dat de Poelbeek, die door zijn grasland stroomt, een meer natuurlijk verloop krijgt: wat meer gaat meanderen, wat ondieper met glooiende oevers. Het past bij het landschap en is bovendien veel mooier, zegt hij. Wat hem betreft past daar ook bij dat vee de oevers begraast; nu mag er alleen gemaaid worden.
Vergoeding
Zo draagt Gert-Jan Tijans bij aan het behoud van d’oale groond, zijn geboortegrond. Hij voelt zich ermee verbonden. “De liefde voor het landschap zit in mij.” Tegelijkertijd is hij er nuchter over. Herstel houdt wat hem betreft niet in dat je het historische landschap per se terugbrengt. “Je kijkt wat past en wat je leuk vindt. Je volgt de patronen van het landschap, maar het moet ook praktisch zijn.” Voor de heraanplant van de houtwallen won Tijans advies in bij Landschap Overijssel. In een cursus leerde hij hoe hij het beheer het beste kon aanpakken. En hij is blij met de vergoeding die hij de komende twintig jaar krijgt van de Stichting Groene en Blauwe Diensten Overijssel voor het onderhoud van de houtwallen en elzensingels. “Het is goed dat die regeling er is. Per slot van rekening lever je grond in. Maar je moet het niet alleen voor de vergoeding doen. Je moet het doen omdat je het mooi vindt.”
Cruciale routes
Net als Gert-Jan Tijans werken verspreid over de provincie tientallen mensen aan herstel en onderhoud van landschapselementen. Landschap Overijssel zou graag zien dat nog veel meer mensen ermee aan de slag gaan, zegt veldadviseur Robert Pater. “In zeker 10 procent van het Overijsselse buitengebied willen we in 2030 houtwallen, singels, poelen en sloten terug hebben. Niet alleen geven ze landschappen een eigen karakter, ze zijn ook cruciale routes waarlangs vlinders, vogels, insecten en kleine zoogdieren zich door een landschap kunnen verplaatsen.
Die verplaatsingen vergroten de kansen van een soort om duurzaam te overleven. Veel soorten steken geen open vlaktes over, omdat dat te gevaarlijk is. Hermelijnen en bunzingen bijvoorbeeld hebben de beschutting van struiken nodig om van de ene naar de andere plek te kunnen gaan.”
Verdwenen
De afgelopen eeuw is bijna de helft van dit groenblauwe netwerk in Overijssel verdwenen. Nog altijd verdwijnt elke tien jaar 132 hectare aan kleine landschapselementen. Ze hadden een functie voor de boerenbedrijven. Van het hout werden gereedschappen gemaakt en de kachels en ovens werden ermee opgestookt. De doornige struiken in de houtwallen voorkwamen dat het vee aan de wandel ging. In de moderne landbouw zijn die functies verdwenen en staan houtwallen en boomsingels vaak in de weg. Ze worden niet meer onderhouden of gewoonweg verwijderd.
Sinds corona
Het herstel van dat fijnmazige netwerk in het buitengebied verbetert de biodiversiteit van het boerenland snel en aanzienlijk. Juist

foto: Margot Schulte
Gezin Tijans.
Gevlekte orchis.

daar is het verlies aan planten en dieren de afgelopen decennia het grootst geweest. Tegelijkertijd, zo zegt Robert Pater, maak je zo het buitengebied aantrekkelijker om er te wandelen en fietsen. “Het effect is dat je de natuurgebieden ontlast. Dat is erg actueel. Sinds de corona-jaren zien we de drukte in de natuurgebieden sterk toenemen. Het is mooi dat mensen genieten van de natuur, maar het brengt ook verstoring met zich mee. Met een groenblauwe dooradering van het buitengebied kun je je ook dichtbij huis verwonderen over planten en dieren. Hoe gaaf is het als je net buiten je wijk of dorp een hermelijntje voorbij ziet schieten?”
Nieuwe functies
Daarmee zijn de positieve kanten van het herstel van landschapselementen nog niet op, stelt Pater. “Het vee krijgt meer schaduw, wat in tijden van hogere temperaturen zeer welkom is. Het verschaft vee ook een grotere variatie aan voer, waardoor de gezondheid verbetert. Koeien eten bijvoorbeeld wilgenbast, omdat daarin een pijnstiller zit; het is een natuurlijke aspirine. Ook zorg je met de aanplant van houtwallen en boomsingels voor meer CO2opname. Landschapspatronen krijgen dus nieuwe functies. Het gaat verder dan herstel van erfgoed.”
Landschap Overijssel geeft advies
Ben je grondeigenaar en heb je plannen of wensen om landschapselementen aan te leggen? Dan kun je voor advies terecht bij Landschap Overijssel. Neem contact op via het formulier op www.landschapoverijssel.nl/ landschapsadvies. De adviseur in jouw regio maakt dan een afspraak om de mogelijkheden te bespreken.
Van bovenaf kun je goed zien hoe Tijans het fijnmazige netwerk van landschapselementen herstelt.

100 hectare landgoed veiliggesteld
Een kans die Stichting Landschap Overijssel met beide handen heeft aangegrepen: met de aankoop van het 100 hectare grote landgoed Het Oosterveld in Deurningen kan Landschap Overijssel natuur, cultuurhistorie en landschap beschermen én toegankelijk te maken voor publiek. “Dit is een once in a lifetime opportunity,” stelt directeur Hans Pohlmann.
Landgoed Het Oosterveld kent een rijke geschiedenis die teruggaat tot de jaren dertig van de vorige eeuw. Het werd gesticht door Ludwig van Heek jr., telg uit een invloedrijke Twentse textielfamilie. Hij kocht voormalig heideveld aan, een terrein met zowel droge als moerassige delenideaal voor een landgoed in de klassieke stijl. De aanleg van tuin en park ging van start onder regie van de gerenommeerde landschapsarchitect Pieter Wattez. Zijn ontwerp, met symmetrische zichtlijnen, vijvers, lanen en bosvakken, is tot op de dag van vandaag grotendeels intact gebleven. Het landhuis liet op zich wachten, en werd pas in 1952 gebouwd. Eerst kwam de oorlog, waarin de Duitse bezetter het park deels gebruikte als Liegeplatz voor vliegtuigen. Die is nog grotendeels aanwezig. De historische waarde ervan is groot.
Verbinding
Het Oosterveld ligt in een gebied waar oud Twents beekdallandschap, moderne landgoederen en voormalige militaire functies elkaar kruisen. Het vormt een robuuste en belangrijke ecologische verbinding tussen onze andere natuurgebieden, zoals het Natura 2000-gebied Lonnekermeer en landgoed ’t Holthuis. Zo ontstaat een snoer aan natuurgebieden rondom het voormalige vliegveld Twente. Dassen, vlinders en amfibieën profiteren van deze verbinding. In de bosgebieden op het landgoed vinden spechten, uilen en andere bosvogels hun leefgebied.
Profiteren
“Door het juiste beheer kan Het Oosterveld deze verbindende rol vervullen én uitgroeien tot een rijk leefgebied voor tal van dier- en

plantensoorten,” aldus ecoloog Jacob van der Weele. Het landgoed bestaat uit een droger deel met eikenberkenbossen en een lager gelegen deel waar de Hesbeek doorheen stroomt. “Dit lage deel is de afgelopen decennia flink gedraineerd, maar kan zijn oorspronkelijke vochtige karakter teugkrijgen als we bijvoorbeeld de beek ondieper maken. Daar kan ook het Lonnekermeer van profiteren.” En dat is weer goed voor soorten als de kleine ijsvogelvlinder en de grote weerschijnvlinder.”
Toegankelijk
Tot voor kort was Het Oosterveld privébezit. Na noodzakelijke onderhouds- en herstelwerkzaamheden, gaat het terrein op termijn open voor wandelaars. De historische lanenstructuur wordt behouden, en op verschillende plekken wordt nieuw bos aangeplant.
Deze aankoop past naadloos bij onze missie. “In de jaren ’30 legden Twentse textielfabrikanten de basis voor ons werk,” vertelt Pohlmann. “Zij kochten natuurgebieden aan om ontginning tegen te gaan. Landgoed Het Oosterveld is inmiddels het negende voormalige textiellandgoed in ons bezit. We voegen daarmee niet alleen natuur toe, maar ook een belangrijk stuk cultureel erfgoed.”
Symbolisch
Voor voormalig eigenaar Loed van Heek is de overdracht symbolisch: “Gerrit Jan van Heek jr. wordt beschouwd als initiatiefnemer voor de oprichting van wat nu Landschap Overijssel is. Zijn broer en mijn overgrootvader Ludwig
‘Een uitnodiging aan iedereen die wil meehelpen dit bijzondere landgoed voorgoed veilig te stellen en toegankelijk te maken’
stichtte destijds Het Oosterveld. Nu, meer dan 90 jaar later, verenigen deze familie-initiatieven zich opnieuw. Dat voelt goed.”
Crowdfundactie
De aankoop van het landgoed is deels gefinancierd met tijdelijke leningen en grote particuliere donaties. Om deze leningen af te lossen, het landgoed duurzaam in te richten en biodiversiteit te bevorderen, is Landschap Overijssel een crowdfundactie gestart. “Een uitnodiging aan iedereen die wil meehelpen dit bijzondere landgoed voorgoed veilig te stellen en toegankelijk te maken” aldus Pohlmann. “We hebben deze stap durven zetten in het vertrouwen dat nog veel meer mensen het belangrijk vinden om natuur en erfgoed te behouden.”

Help mee

Geef voor Het Oosterveld en ontvang een exclusieve rondleiding over het landgoed. Scan de QR-code of ga naar www.landschapoverijssel.nl/ oosterveld
Hans Pohlmann
foto:
Vladimir Dobrasinovic
Even voorstellen
Afgelopen maanden kreeg Stichting Landschap Overijssel er weer verschillende bedrijfsvrienden bij. Landschap Overijssel is trots op de samenwerking met deze maatschappelijk betrokken bedrijven. Schuitemaker uit Rijssen en R-Vent uit Staphorst stellen zich graag voor.
Schuitemaker - Wij bieden als partner in wintermanagement premium, duurzame oplossingen die het winterlandschap efficiënt en effectief veilig houden. Duurzaamheid is voor ons belangrijk: we verkleinen actief onze ecologische voetafdruk én helpen klanten duurzamer te werken. Daarom ondersteunen we Landschap Overijssel graag in haar doel om het landschap leefbaar te houden voor mens, plant en dier.

R-Vent Netherlands - Wij geloven in gezonde lucht, binnen én buiten. Met duurzame ventilatiesystemen dragen we bij aan welzijn in gebouwen. Door deze samenwerking ondersteunen we ook natuurbehoud. Zo werken we samen aan een leefomgeving waarin mensen en natuur vrij kunnen ademen en floreren.
DE BEDRIJFSVRIENDEN VAN LANDSCHAP OVERIJSSEL
• Aannemersbedrijf Gerwers B.V., Tilligte
• Aannemingsmij Hegeman B.V., Nijverdal
• Aannemingsbedrijf Netjes, Kampen
• Authentiek Bouw B.V., Nieuwleusen
• Aveco de Bondt, Holten
• Ben & Jerry’s Hellendoorn, Hellendoorn
• Bevede, Zwolle
• Boskalis Nederland, Rotterdam
• Bouwbedrijf Salbam B.V., Vilsteren
• Bouwbedrijf Scholte op Reimer, Vasse
• Bouwhuis Aannemingsmaatschappij ‘Bouwmij’ B.V., Beerzerveld
• BPD Ontwikkeling B.V. -Regio Noord-Oost & Midden, Amersfoort
• CIUS Techniek B.V., Dalfsen
• Cogas, Almelo
• Countus Accountants + adviseurs, Zwolle
• D&A Licht, Nijverdal
• De Friesland, Leeuwarden
• De Ridderschap van Overijssel, Velp
• Dolmans Landscaping Noord en Oost, Beilen
• Dunnewind Groep B.V., Ommen
• DuretTrip Notarissen, Zwolle
• Eshuis Accountants en Adviseurs, Almelo
• Eelerwoude B.V., Goor
• Gasunie, Vilsteren
• Gemeente Dinkelland, Denekamp
• Gemeente Oldenzaal, Oldenzaal
• Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V., Enschede
• Grondverzet Vilsteren B.V., Dalfsen
• Heutink, Nijverdal
• Installatiebedrijf Tijhaar Vilsteren B.V., Vilsteren
• Koopmans Bouw B.V., Enschede
• KWS Infra B.V., Zwolle
• Landgoed de Wilmersberg, De Lutte
• Landschapsadvies en onderhoudsbedrijf Welhuis, Rossum
• Lenferink Schilders - Afbouw en Vastgoedonderhoud, Lemelerveld
• NABR B.V., Enschede
• Negam, Borne
• NV Rova Holding, Zwolle
• ODIN Landschapsontwerpers B.V., Diepenheim
• OnzeEnergie, Zwolle
• Roelofs Beheer B.V., Den Ham
• R-vent, Staphorst
• Sensata Technologies Holland B.V., Hengelo
• Sazas, Woerden
• Schuitemaker, Rijssen
• SIGHT Landscaping B.V., Harderwijk
• St. Military Boekelo, Enschede
• Sweco Nederland B.V., Zwolle
• Takman IJzerwaren, Ommen
• Timmerhuis Groep, Vriezenveen
• Twence B.V. Afval en energie, Hengelo
• Vebego Groen, Enschede
• Wadinko N.V., Zwolle
• WandelWol V.O.F., Nieuwleusen
Gouden vrienden: Zilveren vrienden:


ODE AAN DE REGGE

De Regge slingert weer als vanouds door het Overijsselse landschap. In hooilanden en op essen veert de natuur op, mensen genieten volop van de variatie. Op pad met terreinbeheerder Evert Dijk langs zijn mooiste plekken.
Als het veel regende kon ze honderden meters breed worden. Bij droogte was het een stroompje van niks. Later loosden fabrieken er ongegeneerd hun afval in, tot ver in de omtrek stonk het. Boeren, schippers en dorpelingen hebben haar vervloekt. Maar van Evert Dijk geen kwaad woord over de Regge. “Ik kan niet hellig op haar worden. Het is een lieve, vriendelijke rivier, die rustig meandert en zachte, organische overgangen heeft. Ook als de Regge gek doet, blijft ze vriendelijk.” Hij woont sinds tien jaar vlak bij de rivier en kent de regio als zijn broekzak.
De afgelopen 17 jaar was hij als terreinbeheerder van Stichting Landschap Overijssel nauw betrokken bij de vele herstelprojecten en gaf hij, samen met het waterschap en de gemeente, de Regge weer de glans van weleer.
Waterberging
Na de bijna overstromingsrampen in de jaren negentig besloot het waterschap om de bergingscapaciteit van de rivier aanzienlijk te vergroten. Ooit had de Regge vanaf de bron in het Duitse Münsterland tot Ommen, waar ze uitmondt in de Vecht, een

‘Ik kan niet hellig worden op de Regge’
Tekst: Frans Bosscher
foto:
Margot Schulte
Evert Dijk
Zweefvlieg op Koninginnekruid.

lengte van 100 kilometer. Door kanalisaties in de negentiende en twintigste eeuw bleef daar 30 kilometer van over. Oude meanders zijn uitgegraven, nieuwe gecreëerd, waardoor de rivier nu weer 60 kilometer lang is. Daarmee kan de rivier heel veel meer water bergen. Het was een mooie gelegenheid om ook de natuur een impuls te geven. Even leefde het idee om langs de oevers van Diepenheim tot Ommen vee te laten grazen en dan maar zien wat de natuur ervan zou maken. Tot opluchting van Dijk is dat plan losgelaten en is in een deel van het Reggedal gekozen voor herwaardering
‘Het luide gezoem verraadt de massale aanwezigheid van insecten’
van het oude, gevarieerde landschap, dat onlosmakelijk verbonden is met de rivier. Overal zijn delen van dat landschap hersteld, tussen Enter en Archem beheerd door Landschap Overijssel.
Parelsnoer
Om een idee te krijgen van die variatie gaan we langs ‘het parelsnoer van landschapjes’, zoals terreinbeheerder Dijk het noemt. We beginnen in Enter, waar enkele prachtige hooilanden liggen. Aan het begin van de zomer zien ze geel van de rolklaver. Ertussen staan koninginnenkruid en kattenstaart, erboven

vliegen boomblauwtjes en atalanta’s.
Het luide gezoem verraadt de massale aanwezigheid van insecten. Een maand eerder kleurden vleeskleurige orchis, rietorchis, moeraskartelblad en echte koekoeksbloem het hier nog paars en roze. Wilgen en elzen omzomen de hooilandjes en zorgen voor een gevoel van geborgenheid.
De bloemenrijkdom is te danken aan het schone kwelwater dat uit de bodem opwelt. Maar dan ben je er nog niet, vertelt Dijk. De bovenlaag van de percelen is 5 tot 15 centimeter afgeplagd om de meststoffen kwijt te raken. Zo kon ook de kwel aan de oppervlakte komen.
Duw in de rug
Op weg naar de volgende parel, stopt de terreinbeheerder bij een perceel grasland dat lang en intensief in boerengebruik was. Langs de rand is enkele jaren geleden een strook van drie meter ingezaaid met onder meer wilde peen, margrieten, knoopkruid en barbarakruid. Geleidelijk aan veroveren de bloemen nu de rest van het grasland. Landschap Overijssel heeft dit op 35 plekken langs de Regge gedaan na een fondsenwervende actie die 35.000 euro opleverde. Net als de hooilanden, krijgt de terugkeer van bloemen op de graslanden zo een duw in de rug.
Omdat de grond zo intensief bewerkt is geweest, zijn de meeste zaden uit de bodem verdwenen. Wachten op spontane terugkeer zou tientallen jaren vergen. Als ze al terugkeren.
Met dezelfde creativiteit is een bomenproject op diverse locaties in het Reggedal uitgevoerd. Het ging om compensatie van 13 hectare bos, dat plaats moest maken voor infrastructuur. Het plan was om dat op één locatie in te planten. Geen goed idee, vond Dijk. Hij stelde voor om met die compensatie-opgave op meerdere plekken singels te herstellen en opnieuw in te planten. Dat paste veel beter bij het Reggelandschap. Aldus geschiedde.

Hoge essen
Niet alleen laaggelegen, natte hooilanden horen bij de Regge. Dat geldt ook voor de hoge essen. Tussen Rijssen en Nijverdal is daarom een es die gedeeltelijk was afgegraven, hersteld. Hoge roggehalmen staan erop te wuiven. Na de oogst gaat het als stro naar boeren uit de omgeving, die het onder meer gebruiken om de vruchtbaarheid van hun grond te verbeteren. Tussen de wijdgezaaide rogge bloeien korenbloem, klaproos, bolderik, biggenkruid, driekleurig viooltje, klein vogelpootje en dwergviltkruid. Iets verderop beheert Landschap Overijssel weer hooiland, dat eigendom is van een particulier. Na grondig onderzoek is ook hier geplagd. Niet te diep, want dan was een veld met pitrus en zwarte els ontstaan. Nu staat het in het voorjaar vol met orchissen, grote ratelaar, blauwe knoop, dopheide en zelfs vetblad, een zeldzaam vleesetend plantje.
Hakhoutbeheer
Als de Regge door Nijverdal is gestroomd komt ze bij Hellendoorn uit in de Koemaste
en Kalvenhaar. Ook hier is aan de hand oude kaarten het landschap zo goed mogelijk hersteld. Een es die de Regge doorsneed is weer compleet gemaakt, de rivier stroomt er nu omheen. Als vanouds groeien er weer eiken op. Ze zijn nu zo’n twaalf jaar oud. Over enkele jaren worden ze afgezet, volgens de principes van het hakhoutbeheer. In de graslanden van de Koemaste en Kalvenhaar graast vee van boeren uit de omgeving. De een met jongvee en koeien die tijdelijk geen melk geven, de ander met vleesvee. Terreinbeheerder Dijk hecht eraan met buren samen te werken.
Dynamiek
Wat verder stroomafwaarts ligt De Tatums, waar de dynamiek van de Regge zich laat gelden. Een buitenbocht van een meander slijt dieper en dieper uit. Takken hangen ver over het water. Iets verderop is een eik in het water gevallen, nadat de rivier de grond eromheen had weggespoeld. Zo moet de rivier eruit uit hebben gezien voordat ooit een mens een schop in de grond stak. De rust zorgt ervoor dat de otter hier jongen

kan krijgen. Een bever knaagt aan de wilgen en de populieren. In dit deel van het Reggedal bewaart Landschap Overijssel de rust. Voor de otter en de bever, en ook voor de lepelaar, de ijsvogel, de oeverzwaluw en de grauwe klauwier, soorten die rust nodig hebben om hun nageslacht groot te brengen. Elders, zoals bij Hellendoorn, krijgen wandelaar en fietser meer ruimte. Want niet alleen op de natuur heeft de Regge een grote aantrekkingskracht. Ze is ook een magneet voor omwonenden en recreanten. De waardering voor de Regge is terug. “Vroeger stonden mensen met hun rug naar de Regge, nu zijn ze er groots op,” aldus Dijk. Het kunstwerk De Schone
Door mee te vraren met de zomp kun je de Regge ook vanaf het water ontdekken.
foto:
Ijsvogel.

roe van der vegt
foto:
Winters Reggelandschap.
Slaapster bij de Koemaste illustreert dat, net als een gedicht van Jan Verhoek dat erbij is geplaatst.
Wat het herstel van delen van het Reggedal laat zien is dat landschapsherstel hand in hand gaat met soortenherstel. Elke parel in het snoer die is geregen langs de rivier heeft z’n eigen identiteit. Elke parel biedt aan steeds weer andere planten en dieren geschikte leefomstandigheden.
Zelf de Regge ontdekken
De grote variatie is wat Evert Dijk betreft dan ook de kracht van het gebied. “Ik ken de Regge nog met kades aan beide kanten, een kaarsrechte stroom, op de oevers werd geklepeld en gemaaid, hier en daar stonden Amerikaanse eiken en hazelaars. We hebben dat allemaal weg kunnen poetsen, rekening houdend met het oude landschap. Dat is fenomenaal. En er is nog zoveel potentie. De Regge verdient het dat we ons blijven inzetten om ook die te benutten.”
In de app Wandelen in Overijssel vind je diverse wandelingen langs de Regge. In de app Fietsen in Overijssel vind je de eerste etappe van Dwars door Overijssel die de Regge volgt van Goor naar Ommen. Alle routes staan ook op www.landschapoverijssel.nl/routes

Fotoboek
De foto’s bij dit artikel zijn een selectie uit het fotoboek Een jaar langs de Regge van Roelie van der Vegt dat vorig najaar is verschenen. Het is te bestellen bij uutgeverieje.boaken@gmail.com
Korenbloem.
Eropuit in de
HERFST
Dag van Hof Espelo
Hof Espelo bestaat 25 jaar en dat vieren we! Het wordt een gezellig familiefestijn met veel activiteiten voor jong en oud. Denk aan een markt met streekproducten, een bos-escape, knutselactiviteiten, pannenkoeken bakken en excursies.
– Enschede, 14 september

Open Monumentendagen
Verschillende molens van Landschap Overijssel zijn op 13 en 14 september open voor bezoek. Maak kennis met de kracht van wind en water. Check landschapoverijssel.nl/activiteiten voor de exacte openingstijden.
– Ootmarsum, Molen de Oude Hengel (zaterdag)
– Vasse, Watermolen de Mast (zaterdag)
– Fleringen, Molen van Frielink (zaterdag en zondag)
– Mander, Watermolens van Bels en Frans (zondag)

Fruitpersdagen
Heb je appels, peren of druiven waar je graag sap van laat maken? Vanaf 75 kilo fruit kun je terecht bij de mobiele fruitpers en ga je naar huis met je eigen heerlijke pakken fruitsap.
– Balkbrug, 14 september
– Mander, 24 september
Paddenstoelen op je pad

Samen met een ervaren gids wandelen en paddenstoelen speuren. Van vliegenzwammen tot berkenzwammen: onderweg leer je alles over paddenstoelen en hun rol in de natuur. Leuk en leerzaam voor jong en oud!
– Balkbrug, 5 oktober
– Mander, 11 oktober
– Enschede, 12 oktober

Nacht van de Nacht
Laat het donker donker en ontdek hoe mooi de nacht is. Nederland wordt steeds lichter, dat is ongezond voor dieren en mensen. Een keer per jaar staan we daar bij stil tijdens de Nacht van de Nacht. Ervaar de duisternis. In Enschede is er een speciale kinderactiviteit.
- Enschede, Mander, Balkbrug, 25 oktober

*Alle data zijn onder voorbehoud.
foto:
foto:
foto:

Parnassia Graadmeter van gezonde
natuur
In een verlaten grasland, stil en vochtig, waar de zon laag staat in de nazomer, kun je getrakteerd worden op een prachtig, subtiel plantje: de parnassia. Met haar witte bloempjes en een gouden hart van geheimzinnige bolletjes valt ze nauwelijks op, maar mocht je haar toch vinden, dan weet je: hier is de natuur op orde.
De parnassia is meer dan een sierlijke bloeier. Ze is een botanische graadmeter – een zogenoemde indicatorsoort – die precies laat zien waar het ecologisch nog klopt.
De plant stelt hoge eisen aan haar leefomgeving: natte, voedselarme bodems zonder verstoring – geen mest, geen verdroging, geen landbouwdruk. Ze komt met name voor in Overijssel, Noordoost-Gelderland en de hele duinregio.
“De plant gedijt goed in blauwgraslanden, trilvenen en vochtige heide op leem. In zes of zeven graslanden

van Landschap Overijssel komt de plant voor. Best weinig, als je weet dat we vrij veel terreinen hebben die geschikt zijn,” vertelt Jacob van der Weele, ecoloog bij Landschap Overijssel. “Vroeger zag je de plant op veel meer locaties, maar intensief landbouwgebruik en verdroging hebben haar daar de das omgedaan. Ze raakt dan overgroeid door grassen, komt niet meer tot bloei en verdwijnt uiteindelijk.”
Tekst: Lia van Looij
De parnassia is een overblijvende plant, wat betekent dat als dit juweeltje eenmaal ergens groeit, het daar kan blijven zolang de omstandigheden gunstig zijn. Maar oudere planten worden na verloop van tijd minder vitaal en sterven uiteindelijk af. Om de populatie in stand te houden, zijn dus nieuwe planten nodig. Daarvoor is de parnassia afhankelijk van bestuiving, want zonder bestuiving maakt de plant geen zaden – en zonder zaden geen volgende generatie.
Hoewel één bloem van de parnassia technisch gezien alles in huis heeft om zichzelf te bevruchten – meeldraden én stampers – geeft de plant de voorkeur aan een frisse genetische mix.
Dat wil zeggen: stuifmeel van een andere parnassiaplant.
Dat voorkomt inteelt en is essentieel, onder meer voor het voortbestaan van de soort op lange termijn.
Missie voltooid
Bestuivers zijn dus onmisbaar, en die weet de plant te lokken met een ingenieus systeem. In het hart van de serene bloempjes fonkelen kleine, goudgele bolletjes die eruitzien als rijk gevulde nectarpunten – onweerstaanbaar voor insecten als vliegen en hommels. Een insect merkt echter al snel dat dit slechts ‘nepmeeldraden’ zijn, maar onderweg naar de dieper gelegen nectar komt hij in contact met de échte meeldraden. Met de kop, poten en borst vol stuifmeel verlaat hij de bloem weer en zoemt naar een volgende, op zoek naar meer voedsel. Ook daar strijkt het insect langs het binnenste van de bloem, waarbij hij het stuifmeel van de vorige plant aan de stamper overbrengt. Missie voltooid.
Minuscuul zaadje
De parnassia is geen uitbundige bloeier die pronkt met bloemrijke trossen. Ze houdt het bij één verfijnd bloempje, sierlijk wiegend boven op een slanke stengel van tien tot dertig centimeter hoog. Vanaf half augustus tot eind september opent de plant haar bloem: vijf helderwitte blaadjes, fijn dooraderd met grijsgroene nerven. Mits de bloem succesvol is bestoven, ontstaan na de bloei talloze kleine, vederlichte zaadjes. Na drie tot vijf weken rijpen, gaan de vruchtjes open en dwarrelen de zaadjes mee op de wind of worden incidenteel verspreid door een vogel of insect. Het door de wind verspreide zaad landt in de omgeving van de ouderplant. Komt zo’n minuscuul zaadje in een vochtig, voedselarm en niet-overgroeid gebied terecht, dan kan het in het volgende groeiseizoen kiemen en uitgroeien tot een nieuwe plant.
Crème de la crème
Dergelijke geschikte plekken zijn echter zeldzaam en daarmee van groot belang voor het behoud van dit delicate plantje. “Bekende terreinen van Landschap Overijssel waar het voorkomt, zijn het brongebied van de Mosbeek, het Brecklenkampse Veld, langs de Regge en in het Reestdal,” vertelt Jacob van der Weele. Verder groeit de soort nog relatief
‘De plant gedijt goed in blauwgraslanden, trilvenen en vochtige heide op leem’
veel in de veengebieden in Noordwest-Overijssel. Daar waar je de parnassia tegenkomt, is de kans groot dat je ook andere bijzondere planten treft. “Ze houden van dezelfde condities, zoals vetblad, gevlekte orchis, blauwe knoop en veel zeggesoorten: cypergrassen, de grassoorten van voedselarme graslanden. Samen vormen zij de crème de la crème van de ongeveer 1.500 plantensoorten die Nederland rijk is. Deze bijzondere soorten zijn de meest kritische planten, die weinig verstoring verdragen. Als die uit een gebied verdwijnen, zijn dat de eerste tekenen dat er iets niet in de haak is,” aldus de ecoloog.
Kom je de prachtige parnassia in de nazomer tegen, dan mag je jezelf dus gelukkig prijzen: je bevindt je in een grasland dat behoort tot de meest bijzondere van Nederland: zeldzaam, kwetsbaar én van onschatbare waarde.


Parnassia zien?
Volg in september een wandelroute van Landschap Overijssel in het Brecklenkampseveld, het Dal van de Mosbeek, langs de Regge of de Reest uit de routeapp Wandelen in Overijssel. Of ga op mee op excursie, bijvoorbeeld op 20 september naar de Eendenbeek bij Mander. Kijk voor het programma op www.landschapoverijssel.nl/activiteiten
Erfgoed inspireert!

Tekst: Anka van Voorthuijsen
Het verleden begrijpen kan helpen om de ‘ruimtelijke puzzel’ in Overijssel op te lossen. Zo kunnen noodzakelijke transities fraaier en logischer worden ingepast in het landschap. De komende jaren is daar extra aandacht voor in het provinciaal programma Erfgoed in Transitie.
Ze groeide op vlak bij de Regge. “Dat was toen een soort kanaal,” zegt Linde Arts (28 jaar). Van haar opa hoorde ze dat de rivier er vroeger heel anders uitzag, met bochten en diepe zijarmen, en hoe die ooit waren rechtgetrokken. “Later maakte ik mee dat er her-meanders in de rivier werden gemaakt.” Termen als water- en bodemsturend, landschappelijk inpassen en een gebiedsgerichte aanpak worden steeds vaker in projecten meegenomen, merkt ze. “Maar om het echt te gaan doen op grote schaal, is wat anders. Met dit programma laten we zien hoe je erfgoed als uitgangspunt kunt nemen bij grote veranderingen, wat je ervan kunt leren.”
Erfgoed in Transitie
De komende vier jaar is Linde Arts namens Landschap
Overijssel programma-manager van het programma van de provincie Erfgoed in Transitie. Landschap
Overijssel werkt daarbij samen met een aantal andere erfgoedorganisaties (zie kader). Alle partners hebben hun eigen expertise en speerpunten. Het gezamenlijk doel is bewoners en beleidsmakers laten zien hoe erfgoed, in de breedste zin van het woord, kan inspireren en bijdragen aan een waardevolle inrichting van het landschap.
De energietransitie, de behoefte aan woningen, bereikbaarheid, landbouw, economie en natuur: er liggen
Landgoed Hoenlo bij Boskamp.
grote opgaven die invloed hebben op de ruimtelijke ordening. “We willen in kaart brengen waar die transities in aanraking komen met ons erfgoed, waar je de kans loopt dat het gaat botsen en hoe je keuzes kunt maken die juist logisch voortbouwen op dat erfgoed.”
Op stap met een landkaart
Een goede manier om mensen te inspireren is door letterlijk met hen op stap te gaan en onderweg oude landschapskaarten erbij te pakken, merkt Arts bij het project Dorpslandschappen. Er staan veel excursies op stapel, de komende vier jaar. Voor beleidsmakers, voor ontwerpers en voor bewoners: “Als zij de waarde van het erfgoed kennen, dan werkt dat natuurlijk het best.”
Kijken, je bewust worden van wát je ziet, het landschap leren ‘lezen’ en daarmee aan de slag gaan, daar draait het om. “Zo is een landgoed niet alleen een gebouw, maar het gaat ook om het landschap eromheen, de zichtlijnen, de akkers, de hooilandjes. Waar liggen ze ten opzichte van elkaar en waarom juist daar? Het is een geheel en het zit slim in elkaar.”
Op een kaart uit 1832 kun je nog goed zien hoe het landschap destijds werd gebruikt. Je ziet dan wat we nu een ‘streekeigen landschap’ noemen: gebaseerd op de ondergrond, op hoogteverschillen. Arts:
“Die inrichting was in harmonie met het natuurlijke landschap. Met allerlei technische ingrepen en vanuit de maakbaarheidsgedachte hebben we het landschap in de loop der tijd steeds meer naar onze hand gezet.”

‘Je wilt toch niet dat de hele provincie er hetzelfde uitziet’
Geen stolp over het landschap
Bij dit programma gaat het zéker niet om te herstellen wat er ooit was, benadrukt de programmamanager. “Het waardevolle erfgoed moeten we goed beschermen. Maar we willen geen stolp over het landschap zetten, we zijn niet tegen verandering. Ons landschap is een opeenstapeling van wat alle generaties voor ons hebben gedaan, om een goed leven te krijgen. Landschappen zijn dynamisch en wij doen in onze tijd ook weer een toevoeging.” Met kennis van de historie kun je wel een beter plan voor de toekomst maken, is de achterliggende gedachte. Zo is het


Wonen op een op een huisterp op Kampereiland.
Linde arts
Deelnemende organisaties
Het programma Erfgoed in Transitie is een initiatief van de provincie Overijssel en maakt deel uit van ‘Morgen wacht niet’, het uitvoeringsprogramma van de provincie.
Deelnemende organisaties aan Erfgoed in Transitie zijn: Monumentenwacht Overijssel, Collectie Overijssel, Overijssels Particulier Grondbezit, Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland, Ribo (stichting restauratie en innovatie in de bouw Overijssel), Het Oversticht, Stichting Overijssel Academie en Stichting Landschap Overijssel.
vanuit aardkundig opzicht bij woningbouw logisch om hoger gelegen gronden te kiezen. Maar niet elke verhoging in het landschap is daarvoor geschikt. “Je wilt essen bijvoorbeeld in hun waarde laten. Deze vaak onbebouwde en open groene plekken zijn karakteristiek in het landschap. En ze hebben een enorm hoge archeologische verwachtingswaarde. In de loop der eeuwen zijn ze door mensenhanden steeds verder opgehoogd. Alle sporen zitten er nog in. Met deze wetenschap is het logisch na te denken over hoe je rondom een es kunt bouwen op een manier die past bij dat bijzondere groene erfgoed?”
Gebruik wat er al is
Ze vervolgt: “Door de techniek denken we dat alles overal kan. Maar soms kost het ook heel veel geld om iets kunstmatig voor elkaar te krijgen en in stand te houden. Een gebied droog houden voor woningbouw bijvoorbeeld.” Wil je dat, of is het soms logischer om te kijken wat er nog is en daar op voort te borduren?
Ze noemt het voorbeeld van een watermolenlandschap: “Ook al is de molen zelf weg, je ziet dat er ooit in harmonie met het landschap is ontworpen. Die molen stond niet zomaar ergens, maar langs een beek op een plek waar het water in een molenvijver kunstmatig kon worden opgestuwd. Zo stond het waterpeil bij de molen hoger en dat zorgde ook voor de bevloeiing van hooilanden hoger in het beekdal. Die infrastructuur is nog in het landschap aanwezig en heeft ons waardevolle kennis opgeleverd die we nu kunnen inzetten om bijvoorbeeld droogte tegen te gaan. Zo kun je wat er al is gebruiken, in plaats van een nieuw concept bedenken of overal wadi’s aanleggen. Je wilt toch niet dat de hele provincie er hetzelfde uitziet,” stelt de programmamanager.
Erfgoed verbindt
Erfgoed verbindt, merkt ze vaak. “Er zijn veel transities die in het buitengebied spelen, dat zorgt voor onrust. De gemeenschappen die er vroeger waren, vallen deels uit elkaar. Erfgoed, zowel materieel als immaterieel, kan daar een belangrijke verbindende rol spelen. Het verbindt bewoners met hun woonplek. Dat zien beleidsmakers, dat voelen bewoners. Eigenlijk vindt iedereen het leuk om een landschap te kunnen ‘lezen’, de verbanden te zien. Je ziet het ook heel sterk in de recreatiesector: die gebruiken het volop in hun marketing.”
Studenten
Dit programma zoekt nadrukkelijk contact met allerlei opleidingen: archeologie, landschap, ontwerpen, kunst, restauratie. “Studenten denken vaak minder vanuit bestaande wet- en regelgeving, hebben frisse ideeën. We leggen ze vraagstukken van de deelnemende organisaties voor. Rode draad is hoe je erfgoed als kompas kunt benutten bij veranderingen. Zo willen we ook graag jongeren bij het onderwerp betrekken. Voor toekomstige generaties is het immers belangrijk dat zij zich thuisvoelen in hun landschap.”

Een doorkijkvenster geeft zicht op de vroegere inrichting van een plek.
Dorpslandschappen
Samen met dorpsgenoten je eigen omgeving verkennen en de waardevolle structuren in het landschap leren herkennen. Zodat je met kennis vanuit het verleden goede toekomstplannen kunt maken in het heden. Landschap Overijssel start de komende tijd in diverse dorpen zo’n traject. Houd de nieuwsbrief van Landschap Overijssel in de gaten om te vernemen of jouw dorp daarbij hoort.
Tekst: Mieke Scharloo
Rouwrandspinnendoder of brilwantsendoder. Lugubere namen van zeldzame wilde wespen die nestelen op de Archemer- en de Lemelerberg. Vrijwilliger Frank van der Meer zit er met zijn neus bovenop.
Kuil blijkt insectenhotspot

Op de zuidhellingen van de Lemeler- en Archemerberg zijn de afgelopen tien jaar zandkuilen aangelegd om het insectenleven een impuls te geven. Dat kon dankzij bijdragen van het Hedwig Carolina Fonds en de Provincie. Deze kuilen, gericht op het zuiden, creëren een warm microklimaat op een onbegroeide zandige bodem. Dat zijn ideale omstandigheden voor nesten van wilde bijen en wespen.
Frank van der Meer uit Vriezenveen onderzoekt het effect van deze kuilen. Zijn eerste bevindingen zijn positief: de kuilen blijken een gunstige invloed te hebben op het voorkomen van bijen en wespen. Hij vergeleek verschillende proefvlakjes in de buurt met uiteenlopende vegetatie, waaronder open naaldbos, dichte struikheide en halfopen heide met soorten als schapenzuring. “De kuilen springen eruit als ware insectenreservaatjes,” stelt hij enthousiast.

Clusteren
Nederland telt ongeveer 360 soorten wilde bijen. Daarvan staat maar liefst 55 procent op de Rode Lijst, maar geen enkele wordt beschermd. Op de Lemeler- en Archemerberg zijn al 130 soorten aangetroffen, waaronder zeldzame zoals de glanzende franjegroefbij en de rouwrandspinnendoder – soorten van droge heide. Wilde bijen zijn solitaire dieren die niet in volken leven, maar individueel nestgangen graven. Toch clusteren ze vaak op dezelfde plekken, waar de omstandigheden optimaal zijn. “De kuilen lijken heel goed te werken,” aldus Van der Meer. “Ze bieden omstandigheden die op andere plekken vrijwel ontbreken. Dat maakt het spannend om verder onderzoek te doen.” Een bekende boosdoener is stikstof: die leidt tot overmatige begroeiing van zandhellingen met opslag en mossen, waardoor de wilde angeldragers niet meer goed bij de bodem kunnen komen om hun nest te graven. In de kuilen met steile wandjes ontbreekt die begroeiing.
Krachtig middel
Nestgelegenheid is cruciaal, maar zonder voedsel in de nabijheid redden bijen het niet. In de omgeving van de kuilen vinden ze stuifmeel en nectar in planten als braam, stekelbrem, dopheide en struikheide. Om de voedselvoorziening verder te verbeteren, heeft Landschap Overijssel strooisel uitgelegd van bloeiende soorten als tijm en zandblauwtje.
Wilde bijen spelen een sleutelrol in het ecosysteem. Ze zijn onmisbaar voor de bestuiving van planten, waaronder zeldzame heidesoorten. Op de Lemeler- en Archemerberg hopen onderzoekers dan ook vooral heidespecifieke soorten te behouden en versterken. De strategisch aangelegde kuilen lijken daarin een verrassend krachtig middel te zijn.
Foto: Mieke Scharloo
Frank van der Meer bij een van de zandkuilen.
Heidezandbij. Foto: Frits Bink
Exoten: voorkomen is beter dan genezen

Tekst: Frans Bosscher
Planten en dieren die van ver komen, kunnen een grote bedreiging zijn voor onze biodiversiteit. Voor inheemse soorten die toch al onder druk staan, kunnen ze zomaar het laatste zetje vormen.
In Nederland komen ruim 47.000 soorten planten, dieren en schimmels voor. Zo’n 1.300 daarvan zijn niet uit ons land afkomstig. Ze zijn door transport, handel en toerisme hier terechtgekomen. Exoten noemen we die immigranten. Een deel van die ongenode gasten weet voor veel problemen te zorgen. Ze kunnen zich snel vermeerderen, waardoor ze planten en dieren verdringen die hier wel van nature voorkomen, vooral soorten die het toch al moeilijk hebben. Ook kunnen ze schade aanrichten aan dijken en oevers, of landbouwgewassen aantasten. Die lastpakken worden invasieve exoten genoemd, omdat ze ingrijpen in de natuur, het watersysteem of de economie.
Alle ruimte
Dat het zover kan komen, komt juist doordat ze van ver komen. Soorten die hier van nature voorkomen, hebben
in onderlinge samenwerking of vijandschap gedurende duizenden jaren een balans gevonden. Planten en dieren uit andere delen van Europa komen, lijken na verloop van tijd in te burgeren. Zo voedt vroege wolfsmelk vroeg in het voorjaar insecten die uit hun winterslaap komen. In de winter zijn de vruchten van de vuurdoorn een welkome voedselbron voor bosmuizen en trekvogels. Beide soorten komen van nature in Zuid-Europa voor.
Overlast keren
Inburgering is zelden het geval met nieuwkomers die een grotere afstand hebben afgelegd. Ze komen hier zonder parasieten, schimmels en andere soorten die ze in toom houden. Als ze dan op een plek komen, waar bodem, temperatuur en vochtigheid goed bij ze passen, nemen ze alle ruimte in. Bekende invasieven zijn Japanse duizendknoop, Amerikaanse rivierkreeften, Aziatische hoornaar, muskusrat, Amerikaanse vogelkers. De problemen met invasieve exoten nemen alleen maar toe, vooral met planten afkomstig uit tuinen en aquaria. Niet alleen Nederland heeft ermee te kampen, heel Europa breekt zich het hoofd hoe de overlast te keren. De Europese Unie heeft een lijst met 114 schadelijke exoten. Daarvoor geldt een totaalverbod op invoer en verkoop.
Japanse duizendknoop.


‘Niet alleen Nederland heeft ermee te kampen, heel Europa breekt zich het hoofd’
Maar met het stoppen van de handel ben je er niet.
Daarmee is de overlast van al die soorten die zich hebben gevestigd en flink woekeren, niet beëindigd.
Stichting Landschap Overijssel heeft ermee te maken in de natuurgebieden die ze beheert. De grootste problemen doen zich voor met soorten die aan water gebonden zijn, zegt ecoloog Michiel Poolman. “Die kunnen zich snel en gemakkelijk verspreiden. Al die waterwegen zijn ideale verbindingen. Watercrassula, grote waternavel en waterteunisbloem zijn voorbeelden van waterplanten waar we veel mee te stellen hebben. Waterwaaier en ongelijkbladig vederkruid breiden zich uit in de kop van Overijssel de laatste jaren sterk.
Meeliften
Ook verschillende Oost-Europese vissoorten, zoals grondels, zijn zo via het Main-Donaukanaal, die de stroomgebieden van Donau en Rijn met elkaar verbindt, in ons land terechtgekomen. In het westen van het land zijn er grote problemen met diverse soorten zoals de Amerikaanse rivierkreeft. Inmiddels zijn de eerste ook in Overijssel gesignaleerd. En in vennen en poelen zorgt de zonnebaars voor hoofdbrekens. Met soorten die zich over land verspreiden, zoals de wasbeer en de wasbeerhond,
is het probleem nog niet heel groot, maar dat kan nog komen,” aldus de ecoloog. Verspreiding gebeurt ook doordat zaden meeliften met vogels. Ze plakken aan de veren en poten, of komen via de maag in de poep terecht. Bij sommige soorten kan grondtransport een rol spelen. Zaden en (delen) van de plant komen zo elders terecht, ook in natuurgebieden.
Met wortel en al Exoten veroorzaken vooral problemen, zegt Poolman, als de natuur toch al onder druk staat door verdroging of de neerslag van te veel stikstof. “Watercrassula kan dan bijvoorbeeld heel dominant worden. De plant maakt rozetten op een waterbodem en verdringt alle andere planten. Dat hebben we meegemaakt in enkele poelen aan de rand van het Aamsveen. Maar als het water wat voedselrijker is, zoals in de Doorbraak, zijn er inheemse waterplanten die watercrassula tegenwicht kunnen bieden. Daar is het redelijk in balans.” Als de situatie is zoals in het Aamsveen, dan is er maar een remedie: verwijderen. Dat klinkt gemakkelijker dan het is. De meest effectieve aanpak is om de planten met wortel en al uit de waterbodem te trekken. Een tijdrovende en daarom kostbare klus die je beter kunt voorkomen.
Wat kun jij doen?
- Gooi geen tuinafval in de natuur of waterplanten in openbaar water. Zet ook geen dieren uit in de natuur of parken.
- Zet geen invasieve exoten in je tuin. Check op floron.nl/tuinernietin.
- Kom je invasieve exoten tegen, meld ze op waarneming.nl of in de app snApp. De provincie wordt dan gewaarschuwd en kan actie ondernemen.
Wasbeer.
José Eijkelkamp en Eddy Teernstra

Een paradijs in het achterland van Wijhe
Sinds vijf jaar zijn José Eijkelkamp en Eddy Teernstra de gelukkige eigenaren van Erve Klein Everklo. Een 4 hectare groot perceel in het achterland van Wijhe nabij het buurtschap Elshof. Het stel heeft de afgelopen jaren niet stilgezeten en heel veel werk verzet. Gedreven door hun wil om hun erf nog rijker en gevarieerder te maken, schakelden ze Landschap Overijssel in.
Eén van de eerste dingen die de twee deden toen ze op hun nieuwe plek woonden, was het verwijderen van de diverse afrasteringen rondom het erf. “We willen ons erf graag toegankelijker maken voor onder meer reeën die ons bos, een 150 jaar oud gemengd hakhoutbos, als slaapplek
gebruiken,” vertelt Eddy Teernstra. Keerzijde is dat diverse beplanting aangevreten wordt. “Dat nemen we voor lief. We willen ons erf duurzaam en gevarieerd inrichten om zo de biodiversiteit te vergroten, maar ook omdat we dat gewoon mooi vinden. Hiermee hopen we het aantrekkelijk te maken voor
allerlei dieren. Van reeën en hazen tot kikkers, salamanders, vlinders, insecten, zangvogels en roofvogels.”
Handen uit de mouwen
De afgelopen vijf jaar hebben ze flink de handen uit de mouwen gestoken. Zo hebben ze een bordertuin aangelegd - dit is het pareltje van José - een voedselbosje, een boomgaard met hoogstam en halfstam fruitbomen, een groentetuin en een bloemenweide. Deze laatste is ingezaaid met inheems zaaigoed via Landschap Overijssel. Ook het bos van 2,5 hectare is aangepakt. Een aantal nieuwe bomen is aangeplant en dode bomen die een gevaar
Foto’s: Suzanne van Gaale
Tekst: Suzanne van Gaale
vormden, zijn verwijderd. En de oude bosvijver is uitgebaggerd.
Kruidenrijk grasland
Vervolgens was het weiland aan de beurt. Wat kun je daarmee doen? vroeg Teernstra zich af. “We hadden zelf wel ideeën en wilden ze graag voorleggen aan iemand met kennis van zaken. Daarom hebben we advies gevraagd aan Landschap Overijssel. Zo hebben we de oude afrastering vervangen door een veldesdoornhaag, een hoogstamfruitboomgaard aangeplant en een half open landschap gecreëerd door diverse vogelbosjes aan te planten. Dit hadden we gezien in Zweden tijdens één van onze vakanties. In de vogelbosjes staan onder meer Gelderse roos, rode kornoelje, lijsterbes, hazelaar en wilde appel. De adviseur van Landschap Overijsel attendeerde ons ook op het project Aanleg en beheer landschapselementen dat liep via het Plaatselijk Belang Elshof. Daar hebben we ons toen voor aangemeld.”
Racebaan voor hazen
Onderdeel van de verandering van het weiland is de omvorming tot een perceel met eilandjes van kruidenrijk grasland en bloemenweides. Tussen de eilandjes maait Teernstra wandelpaden die de hazen en egels dankbaar als ‘racebaan’ gebruiken. “We maaien het gras gefaseerd. Zien we dat er bijvoorbeeld nog jonge hazen in zitten, dan wachten we met maaien. Het is heel bijzonder om te ervaren wat je met een weiland kunt doen en dat er al zo snel resultaat is. Er gebeurt ineens zoveel meer in dat grasland. Het is zoveel spannender
geworden én mooier. We zien nu veel meer insecten en vlinders. We hopen andere natuur- en landschapliefhebbers die ook een weiland of een stuk grasland hebben, te inspireren en te motiveren!”
Geïnspireerd door cursus
Aan één zijde van het perceel loopt een houtwal. Ook nieuw voor Eijkelkamp en Teernstra. De houtwal was in de loop der jaren een bomenrij geworden doordat er

‘We hopen andere landschapsliefhebbers te inspireren’
geen hakhoutbeheer had plaatsgevonden. Met al hun goede wil vervingen ze de woekerende braam door zo’n 200 nieuwe struiken. Alleen wilde de onderbegroeiing maar niet goed dichtgroeien. De cursus Houtwallen en hakhoutbeheer van Landschap Overijssel kwam op het juiste moment, een echte eye-opener voor Teernstra. “Na afloop wist ik precies hoe we het beter konden doen. We hebben ruim twintig bomen weggehaald zodat de struiken meer licht krijgen en nu beter kunnen dichtgroeien. Dankzij deze cursus wordt dit deel van ons erf nu ook verbeterd én mooier.”
Elke dag genieten
Het stel heeft zo gaandeweg veel geleerd. “We hebben nu een rijker en gevarieerder erf door de combinatie van borders, groentetuin, vogelbosjes, bos en kruidenrijkgrasland. De verschillende kleuren, vormen en geuren van planten en dieren, maakt de omgeving levendiger en aantrekkelijker. Bijna elke dag ontdekken we nieuwe planten en dieren. Dat we op onze manier een bijdrage leveren aan de biodiversiteit, geeft ons veel voldoening.”
Ook je erf biodiverser maken? Laat je inspireren en adviseren. Kijk op www.landschapoverijssel.nl/vergroen-je-landschap.
colofon
Natuurlijk Overijssel is een uitgave van Stichting Landschap Overijssel en wordt vier keer per jaar aan de vrienden toegezonden.
Vriendenadministratie
Tel: 0529 - 401 731
Mail: donateurs@landschapoverijssel.nl
Bijdrage: vanaf 30 euro per jaar
IBAN: NL93 INGB 0008 6231 98
redactie en productie
Landschap Overijssel, Poppenallee 39, 7722 KW Dalfsen, tel. 0529 - 401 731
Tel: 0529 - 401 731
Mail: communicatie@landschapoverijssel.nl Web: www.landschapoverijssel.nl
opmaak
Bredewold, Wezep
Productie
Mailtraffic, Zwolle
Landschap Overijssel is een Erkend Goed Doel. Dat betekent dat wij voldoen aan strenge kwaliteitseisen. Toezichthouder CBF controleert dit. Meer weten? Kijk op geefgerust.nl


Landschap Loop voor
KOM SAMEN IN BEWEGING

Zondag 9 november
Vakantiepark Beerze Bulten, Kampweg 1 Beerze
5, 10 of 17,5 km
Start: 10 - 13 uur

LAAT JE SPONSOREN!
M E E R I N F O R M A T I E & A A N M E L D E N :
www landschapoverijssel nl/loopvoorlandschap
Retouradres: Landschap Overijssel, Poppenallee 39, 7722 KW Dalfsen