
6 minute read
Tien Shan Traverse
Bikepacking is een trend die de laatste jaren aan populariteit wint. Deze relatief nieuwe sport lijkt heel erg op de klassieke backpacking, maar dan met behulp van een mountainbike of gravelbike, en meestal voor meerdaagse tochten in volledige autonomie. De site bikepacking.com is hierbij een zeer goede bron van reisideeën.
De Tien Shan Traverse is een verkorte versie van de beruchte jaarlijkse Silk Road Mountain Race. Onze uitgestippelde tocht bedroeg ongeveer 800 km met 12.000 hoogtemeters en 98% off-road.
Advertisement

Twee zondagsfietsers
Na enkele eerdere bikepacking trips kreeg Rik er volledig de smaak van te pakken, en was er niet veel overtuigingskracht nodig om ook Stijn over de streep te trekken. De vrijheid die je met bikepacken hebt is onbeschrijflijk: je bent flexibel en snel genoeg om grote delen van een land te zien, maar ook traag genoeg om alles ten volle te beleven en een volledige interactie te hebben met de cultuur en de lokale bevolking. Als zwaarbeladen fietser wek je daarenboven spontane sympathie op bij de meeste mensen die je tegenkomt.
Voor deze trip hadden we in een fatbike en in een gravelbike geïnvesteerd. Na een beetje knutselen met draagsystemen kon onze volledige bagage met tent en eten voor een week op de fiets gemonteerd worden. Daarbij is een goede verdeling van het gewicht zeer belangrijk om technisch te kunnen rijden.
Dankzij een aantal zondagse trainingen in de Ardennen (of in Ticino, de woonplaats van Stijn), aangevuld met wat vlakke ritten op weekdagen, waren we fit genoeg om de trip aan te vatten. Enkele weken vóór ons vertrek echter werden we beiden geveld door Covid. We waren net op tijd genezen, maar wat de conditie en de longen in hoge bergen waard zouden zijn was een groot vraagteken. Tijdens de trip bleek dat we geen last hadden van naweeën van de ziekte.
Bagage stress
Na de nodige stress met vertraagde vliegtuigen via Istanbul staan we midden juli in Bishkek bij de bagage claim te wachten. We zien veel Duitsers in wandelkledij die één voor één hun rugzak van de band halen, wat erop wijst dat we niet de enigen zijn die Kirgizië als outdoor-bestemming ontdekt hebben.
Voorlopig negeren we de band en kijken we vooral door het raam: is onze doos erbij? Die doos op zich was al een avontuur want daarin zitten onze ‘nieuwe’ gedemonteerde fietsen, met ertussen gepuzzeld enkele tassen, alles zorgvuldig verpakt en verstevigd met heel veel tape. Dat alleen al heeft enkele weken voorbereiding en enkele pogingen gevergd.
Maar met de planning van de hele reis die we nu voor de boeg hebben zijn we eigenlijk pas in april begonnen, toen we nog in toerski modus stonden. Gelukkig is er dankzij de nieuwe trend van bikepacking veel informatie op internet beschikbaar, waaruit ook duidelijk bleek dat onze trip, de Tien Shan traverse, een van de meest geliefde tochten is.

De hoogste twee passen (ca 3800m) liggen bij het begin en op het einde van de tocht. We zullen het dus erg zwaar hebben de eerste dagen, zoveel is zeker.
Onze tocht start in Barskoon, aan de zuidelijke oever van het Isyk Kul meer, van waaruit we een groot stuk van de brede gravelweg volgen die aangelegd is om de Kumtor goudmijn te bevoorraden. Na een lange geleidelijke stijging met een pauze in een afgelegen yurt, volgt de steile klim met oneindig veel haarspeldbochten en zien we het landschap beetje bij beetje veranderen van een rustig beboste vallei in agressief hooggebergte.
Daar zien we voor het eerst een bord dat 12% stijging aangeeft, en tijdens de rest van de trip zullen we overal hetzelfde bord tegenkomen. Onze benen geven nochtans aan dat er vlakkere en steilere varianten zijn dan 12%. Waarschijnlijk was het voor de overheid goedkoper om een reeks identieke borden te kopen…
De tweede dag begint stevig met verdere haarspeldbochten en uiteindelijk bereiken we de Arabel Pas op 3839m hoogte, waar we enkele extra lagen kledij moeten aantrekken.
Vanaf deze pas is het nog drie dagen rijden door ruig en onbewoond berglandschap tot we in Naryn aankomen. Naryn is het enige stadje van de trip, en tevens ons eerste bevoorradingspunt. Die drie dagen ‘bergaf’ beginnen in een erg smalle vallei en over een weg die eerder een bergpad lijkt. Geleidelijk aan wordt de vallei breder en groener en de rivier wilder. We zien ook steeds meer loslopende kuddes paarden, koeien en schapen.


Global warming
Normaal gezien kom je op deze tocht alle weertypes tegen, zelfs sneeuw, maar vooral regen. Maar wij hebben ons dons- en GoreTexmateriaal in het geheel niet nodig. In de valleien is het namelijk continu tussen 30 en 35°C, en tijdens onze hele tocht valt er zo goed als geen regen. De droogte houdt volgens de locals al een aantal jaren aan, met als gevolg een groot watertekort. Door de stralende zon en het gebrek aan bomen op zowat 95% van onze trip, slinkt onze voorraad zonnecrème veel sneller dan gepland, waardoor we vanaf dag vier enkel nog in lange mouwen fietsen. Als hoofdbescherming is het eerder zoeken naar bescherming tegen oververhitting: helm, petje, buff…? Uiteindelijk vindt Rik in Naryn de ideale oplossing in een grote gevlochten cowboyhoed die zelfs tijdens de snelle afdalingen goed blijft staan. Stijn moet daarentegen enkele keren terug omhoog rijden om zijn afgewaaide pet op te rapen. Dichter bij Bishkek, op het einde van de trip, wordt het zelfs te heet om na 13u nog te rijden.

Buitenaards landschap
Voorbij Naryn, richting Tash Rabat zien we het landschap veranderen in een droog woestijngebergte. Er hangt zelfs een vreemde mist in de lucht, die een uitloper van een zandstorm in de nabijgelegen Taklamakanwoestijn in China blijkt te zijn. Deze keer fietsen we vooral op ruwe single tracks die enkel gebruikt worden door nomaden met hun kudde.
Enkele dagen later en vele hoogtemeters verder bereiken we de Mels Pas, gemarkeerd met een groot monument in Russische stijl. Zelfs de zeer esthetische schoonheid van het eerste deel van de trip wordt hier ver overtroffen door het ongelooflijke buitenaardse landschap dat we vanop deze pas te zien krijgen: alsof je vier verschillende werelden naast elkaar ziet liggen!

Son Kol
Na herbevoorrading in Baetov rijden we in enkele dagen richting het 30km lange Son Kol meer. Het is een stopplaats voor vele 4x4toeristen en ook wij beslissen er een dagje te blijven. Er staan grote yurtkampen van commerciële organisaties, maar er staan ook yurts van authentieke nomaden die elke zomer met al hun dieren naar de hooggelegen graslanden trekken. Uiteraard kiezen wij spontaan voor overnachting bij een nomadenfamilie. Het is zeer interessant hun dagelijks leven mee te maken en te zien hoe de kinderen op zeer jonge leeftijd al volledig meedraaien.
Zo zien we tot onze verbazing dat de dochter van acht en haar broertje van zes de kudde van een honderdtal geiten ’s avonds volledig zelfstandig naar de yurt moeten terugdrijven, en dat die kleine jongen bovendien zijn eigen ezel heeft waarop hij af en toe een ritje naar het meer moet maken om drinkwater te halen. Ik zie onze kinderen dat niet doen...
Het avondeten bestaat uit vlees met brood, terwijl bij het ontbijt zelfs in de meest afgelegen yurts altijd tomaat en komkommer wordt geserveerd.
Kumis
Bij elk gesprek met de weinige toeristen die we in hostels tegenkomen, wordt het onderwerp “Kumis” aangesneden: “Heb je het al geprobeerd? Vond je het ook zo afschuwelijk?” Kumis is gefermenteerde paardenmelk, en wordt door de nomaden gretig gedronken. De Kirgizische cowboys hangen ze gewoon in de brandende zon in PET flessen aan hun paard (of ezel), zodat ze nog wat kan na-fermenteren. Bij onze gastfamilie hebben we deze “lekkernij” dus ook leren kennen, maar we hebben er slechts één slokje van binnengekregen, uit beleefdheid.
Nog een laatste grote pas
We verlaten Son Kol via een wondermooie, smalle vallei met lang groen gras. Na een tussenstop in een hostel starten we een paar dagen later aan de beklimming naar de Kegety Pas (3832m), de laatste uitdaging van onze trip.
De weinige bikepackers die we eerder ontmoetten waarschuwden ons al voor deze pas. Het bovenste deel van het pad blijkt door een landslide weggevaagd te zijn, zodat we de fiets bijna achthonderd hoogtemeters door puin en rotsblokken omhoog moeten duwen.
Disco op het Ala-Too Square
Voorbij de Kegety pas met zijn lange, vlotte afdaling aan de noordkant staat ons hoofd volledig naar een frisse pint op een terrasje in de bewoonde wereld. In twee etappes rijden we naar de hoofdstad Bishkek, waarbij het drukke verkeer en de luchtvervuiling wel een stevige klap in het gezicht zijn.


Na het douchen en deponeren van onze bepakking in een hostel worden we gewone toeristen. We gaan in de stad op zoek naar markten, moskeeën en oude vervallen sovjetgebouwen.
Hier zien we dat de stedelingen westerse luxe kennen en dat er ook eliterestaurants zijn die buiten ons budget liggen. Wat een groot contrast met de voorbije 2 weken! Door de hitte komt de stad pas ‘s avonds tot leven. Parken met kermisattracties gaan open, en de pleinen worden omgetoverd tot disco rolschaatsbanen.
Deze bikepacking tocht wordt beschreven als een van de mooiste ter wereld. Het zal voor ons inderdaad moeilijk worden deze trip te overtreffen...

