




Anne-Mette en Rozemarijn rennen tijdens de City Run door het centrum van Veenendaal. FOTO: GOVERT GOVERS
VEENENDAAL – Zusjes
Anne-Mette (10) en Rozemarijn (9) deden op vrijdag 25 oktober mee aan de City Run in Veenendaal.
Anne-Mette: ‘City betekent stad. Run betekent rennen. Het is avond en al donker. Er is overal verlichting langs de route. Ik vind het leuk om door het centrum te rennen met de lichtjes aan.’
TEKST: MARISSA DIEPEVEEN
Rozemarijn: ‘De route start op het marktplein. We rennen langs de C&A naar het zijstraatje met alle restaurantjes. We rennen via het gemeentehuis richting de bibliotheek. We komen via de Bernard van Kreelpoort weer in de Hoofdstraat. We finishen bij het marktplein.’
Lichtjes en plezier
‘Kinderen hebben tijdens het rennen ook sticks met gekleurde lampjes bij zich. We kunnen goed zien waar we moeten lopen’, zegt Anne-Mette. Rozemarijn: ‘Ik weet dat de kans om eerste te worden klein is. We blijven bij elkaar tijdens het rennen en maken vooral plezier.’

Sticks met gekleurde lampjes.

Een armband van gloeistaafjes.
Een eindsprint
Anne-Mette: ‘Ik krijg wat steken in mijn zij tijdens het rennen. Ik raak een beetje uitgeput vanaf het midden van de City Run.’ ‘Ik probeer wat energie te besparen bij de Bernard van Kreelpoort. Ik gebruik deze energie voor een eindsprint in de Hoofdstraat. Ik ben daarna helemaal op’, vertelt Rozemarijn.
Uitgeput en trots
Rozemarijn: ‘Ik vind het finishen leuk. Het geeft mij een fijn gevoel dat ik de City Run gedaan heb en dat ik klaar ben.’ ‘Ik voel me helemaal uitgeput na de finish. Ik ben blij dat het rennen klaar is. Ik voel me trots dat ik het gered heb. Ik doe volgend jaar weer mee’, zegt Anne-Mette.





Een jongetje komt op school en zegt tegen zijn meester: ‘Ik heeft gisteren bij mama geslapen.’ ‘Ik HEB gisteren bij mama geslapen’, zegt de meester. De jongen antwoordt: ‘Ik heeft u niet gezien.’

Jan (10)



Ferry’s vader bekijkt het rapport van zijn zoon. Vader: ‘Ik mis de tien.’ Ferry: ‘Welke tien?’ Vader: ‘De tien voor de moed om dit rapport aan mij te laten zien!’

Steven (8)































Jantje vraagt aan de juf of hij naar de wc mag. De juf antwoordt: ‘Nu niet Jantje, we maken eerst de les af.’ De juf vraagt aan de klas: ‘Waar ligt de Grote Oceaan?’ Jantje steekt zijn vinger op en krijgt de beurt. Hij zegt: ‘Onder mijn stoel juf!’


Mohammed (9)











Je hebt drie open flessen met een stinkende vloeistof. De geur is heel vies en je hebt maar twee kurken om ervoor te zorgen dat de stank ophoudt. Hoe krijg je dit voor elkaar met alleen de twee kurken?
Laila (10)
Stop de kurken in je neusgaten.
Wat krijg je als je een egel en een slang met elkaar kruist?
Leslie (9)

Prikkeldraad.

JONG0318 WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:







































Heb jij een tip voor Jong0318? OPRICHTER & HOOFDREDACTEUR: MARISSA DIEPEVEEN














JONG0318 - NOVEMBER 2024 JAARGANG 3 - EDITIE 8 OPLAGE: 11.000 KRANTEN
& SERA RIJKSE JOURNALIST: MARISSA DIEPEVEEN
VORMGEVER: ERIKA KOSTER

RENSWOUDE – Een ziekenhuis is een plek waar je komt als het niet goed gaat met jou of iemand in jouw omgeving. Sommige kinderen komen er nooit. Andere kinderen komen er vaker. Marit (9), Jayden (9) en Fenna (10) zijn alle 3 weleens in het ziekenhuis geweest. Ze leggen uit waarom.

‘Ik ben in het ziekenhuis geboren. Ik heb een klein gaatje in mijn hart doordat ik 6 weken te vroeg geboren ben. Ik moet af en toe voor controle naar het ziekenhuis. De artsen kijken of het gaatje in mijn hart netjes dichtgroeit. Ik heb ook astma. Ik heb het soms zo benauwd dat ik te weinig zuurstof krijg. Ik moet dan meteen naar het ziekenhuis voor zuurstof. Ik heb door een ongeluk met een schommel mijn tong een keer half eraf gebeten. Mijn tong is in het ziekenhuis gelijmd en gehecht. Ik ga soms naar het ziekenhuis als mijn opa of oma er liggen.’
‘Ik heb een paar jaar geleden in het ziekenhuis gelegen. Ik had heel veel pijn in mijn keel. Ik kon niet goed praten en slikken. De artsen in het ziekenhuis onderzochten waar ik last van had. Ze keken goed wat ze het beste voor me konden doen. Mijn keelamandelen werden weggehaald. Ik was blij met de operatie. Ik voelde me na de operatie veel beter. Ik ben ook een keer op bezoek geweest in het ziekenhuis. Mijn oma werd geopereerd aan haar heup. Ik vond dat even spannend. Ik was opgelucht om te zien dat het goed met haar ging.’


‘Ik ben ook in het ziekenhuis geboren. Ik ben daarna nog 2 keer in het ziekenhuis geweest. Ik heb beide keren mijn rechterarm gebroken. De eerste keer sprong ik van een stapelbed. De tweede keer botste ik tijdens een kinderfeestje heel hard tegen iemand anders aan. Ik ging eerst naar de Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis. De arts liet foto’s maken van mijn arm. Hij zag op de foto’s dat mijn arm gebroken was. Ik ging daarna naar de gipskamer. Ik kreeg gips om mijn arm. Ik mocht daarna weer naar huis. Ik doe mijn best om niet nog een keer in het ziekenhuis te komen.’
VEENENDAAL – Maak jij je weleens ergens zorgen over? Zou je willen dat je iets aan dat probleem kunt doen? Stel dat je voor 1 dag een superheld zou zijn… Wat zou je aan het probleem doen? Doe mee met deze toffe schrijfwedstrijd en win leuke prijzen! TEKST: MARISSA DIEPEVEEN / FOTO’S: JONG010
We zien allemaal weleens een vervelende situatie of gebeurtenis. We kunnen daar niet altijd iets aan veranderen. Sommige problemen zijn te groot of ingewikkeld. Andere problemen zijn te ver weg. Zou een superheld deze problemen kunnen veranderen? Wat zou een superheld doen?
Denk eerst goed na. Welk probleem zou jij willen veranderen? Wat voor superheld zou je daarvoor moeten zijn? Wat zijn je superkrachten? Hoe pak jij als superheld het probleem aan?
Gebruik al je fantasie. Schrijf een verhaal van maximaal 400 woorden. Je mag ook een gedicht of stripverhaal maken.


Ben je klaar? Stuur voor 9 december je verhaal, gedicht of stripverhaal samen met je naam, leeftijd, adres en telefoonnummer naar redactie@jong0318.nl of Jong0318, De Tinneweide 214, 3901 KP Veenendaal. Een jury zal daarna de inzendingen beoordelen. De jury kiest 1 winnaar uit alle inzendingen.
Het winnende verhaal, gedicht of stripverhaal plaatsen we in de volgende editie van kinderkrant Jong0318 op 12 december. We plaatsen het verhaal ook op onze social media. Je wint daarnaast een speelgoedbon van € 25,-!
EDE – Er is in oktober een boulderhal geopend in Ede: MONO Boulder. Jim (8): ‘Boulderen is een sport. Je beklimt de muren in de hal. Je gebruikt hiervoor verschillende gekleurde grepen. Je zit bij boulderen niet vast aan een touw. Er zijn verschillende moeilijkheidsniveaus. Ik vind het een leuke uitdaging.’ TEKST EN FOTO'S: MARISSA DIEPEVEEN
‘Mijn moeder vertelde over de nieuwe boulderhal. We zijn er gaan kijken. Ik vond het meteen heel erg leuk om te boulderen. Ik klim graag. Boulderen past daarom bij mij. Ik zit sinds kort op les bij MONO Boulder. Ik wil steeds beter worden’, vertelt Jim.
Een boulderles
Jim gaat met nog 8 andere kinderen klaar zitten voor de les. Jim: ‘We bespreken voor het klimmen eerst de regels. We mogen bijvoorbeeld niet rennen en herrie maken. We moeten op de muren minimaal 2 meter afstand houden van anderen. De regels zorgen dat iedereen in de hal veilig en fijn kan klimmen.’
Verschillende niveaus
‘Er zijn rechte muren en schuine muren. Plaatjes onderaan de muren laten een getal in een kleur zien. Het getal staat voor het niveau. Niveau 1 en 2 zijn het makkelijkst. Niveau 7 en 8 zijn het moeilijkst. Je kunt aan de kleur van het getal zien welke kleur grepen je mag gebruiken voor dat niveau. Mijn niveau is ongeveer 3 of 4’, legt Jim uit.



Jim klimt iedere route langs verschillende grepen omhoog.

Jim heeft veilig leren vallen. Hij kruist zijn armen voor zijn borst. Hij beschermt zo zijn armen en handen tegen breuken.
Allerlei grepen gebruiken
Jim: ‘Ik kies eerst een route met niveau 3. Ik klim de route via verschillende groene grepen. Ik gebruik mijn handen en voeten. Ik plaats mijn handen in een bak. Een bak is een greep die lijkt op een bakje. Ik zet mijn voeten op een bol. Die greep is rond en bol. Er zijn ook nog zijgrepen, ondergrepen, randjes en volumes.’
Oefeningen tijdens de les ‘We leren tijdens de les hoe we de verschillende grepen het beste kunnen gebruiken. We leren klimmen met onze vingers en op onze tenen. Je tenen hebben meer grip. Je hebt op je tenen meer balans. Je kunt je voeten op je tenen beter heen en weer bewegen. We leren ook met 1 hand of voet klimmen in plaats van 2’, vertelt Jim.

Jim springt als een kikker naar de volgende set grijze grepen. Juf Freddy geeft aanwijzingen.
Veiligheid en vallen
Jim valt tijdens de les. Dat is heel normaal tijdens boulderen. Jim: ‘Ik val best zacht. Er liggen dikke matten op de grond. We leren tijdens de les een veilige manier van vallen. Je kruist je handen voor je borst en maakt de rug rond.’ Je beschermt op deze manier kwetsbare lichaamsdelen zoals je polsen.

pakt een zijgreep.

leert ook met 1 hand te klimmen. Hij mag de andere hand niet gebruiken.
BOULDER Engels woord voor rotsblok
Weinig spullen nodig
Jim: ‘Je hebt weinig nodig om te gaan boulderen. Klimschoenen zijn het belangrijkste. Ik huur ze in de hal. Je kunt krijt gebruiken tegen zweterige handen. Je hebt met zweterige handen heel weinig grip. Ik heb een fijne les gehad. Ik voel dat ik steeds sterker word.’
VEENENDAAL – Iedereen voelt dagelijks verschillende emoties. Je voelt je blij, boos, bang of verdrietig. Het is voor sommige kinderen lastig om met deze emoties om te gaan. Meester Henk van basisschool Het Baken bedacht daarom een systeem met blauwe poppetjes. Daan (10), Babette (11), Romaissa (10) en Job (10) leggen het systeem uit.
DIEPEVEEN
Daan: ‘Het is best simpel. Je hebt een houten plaatje of plankje. Er zitten 5 spijkers op het plankje. Er kunnen blauwe poppetjes op de spijker worden gezet. Het is fijn als alle 5 de blauwe poppetjes op het plankje staan. Dit betekent dat je je goed voelt.’

Job doet alsof hij geïrriteerd is. Hij heeft 3 poppetjes op zijn plankje staan.

Romaissa voelt zich goed. Ze heeft alle poppetjes op het plankje. Ze gebruikt het plankje zelfs niet meer.

Babette doet alsof ze iets niet leuk vindt. Ze heeft 1 poppetje van haar plankje gehaald.

Daan is weleens heel kwaad geworden. Hij gooide toen al zijn spullen van zijn tafel. Hij had geen poppetjes meer op zijn plankje. Daan doet hier alsof. Het gaat nu stukken beter.
Poppetjes erbij of eraf
‘Ik gebruik het systeem met de poppetjes. De meester en mijn klasgenoten zien aan mijn poppetjes hoe ik me voel. Ik haal er poppetjes af als ik me minder goed voel. Ik zet de poppetjes erbij zodra ik me beter voel. Een poppetje eraf halen is makkelijker dan praten als ik geïrriteerd ben’, legt Babette uit.
Verschillende irritaties
‘Ik heb in mijn leven veel meegemaakt. Ik raak snel gefrustreerd door mensen. Mensen die ergens over door blijven gaan bij een meningsverschil bijvoorbeeld. Ik raak ook geïrriteerd door geluiden’, zegt Romaissa. Daan: ‘Ik raak vaak geïrriteerd van ruzies tijdens het voetballen. Ik raak ook geïrriteerd als ik geduwd word in de klas.’
5, 4, 3, 2 of 1
Job vertelt: ‘Ik heb soms een meningsverschil. Ik vind dat niet leuk. Ik haal het 5e poppetje weg. Raak ik nog meer geïrriteerd? Ik haal het 4e poppetje er ook af. Er staan nu 3 poppetjes. Bij 2 poppetjes ben ik boos. Bij 1 poppetje ben ik kwaad. 2 of 1 poppetje wil ik voorkomen.’
Even afkoelen
‘Heb ik nog 3 poppetjes? Ik schuif even mijn tafel opzij naar een rustigere plek tot ik kalm ben. Er kan weer een vierde poppetje bij’, legt Job uit. Daan: ‘Ik mag ook even de klas uit om af te koelen. Het werkt goed. Ik heb bijna nooit meer 1 of 2 poppetjes op mijn plankje staan.’
Hulp van de klas
Babette: ‘Een goede vriendin in onze klas helpt mij. Zij kijkt naar mij en de poppetjes. Ze praat met mij over hoe het gaat.’ ‘Klasgenoten laten ons met rust als er poppetjes van ons plankje gaan. We hebben deze afspraken met de hele klas gemaakt’, zegt Daan. Romaissa: ‘Niemand mag aan onze poppetjes komen.’
Fijner voelen ‘Ik hoef steeds minder vaak poppetjes van mijn plankje te halen. Mijn klasgenoten leren mij door de poppetjes beter kennen. Ze zien het als ik iets niet prettig vindt. Ze laten me met rust. Ik krijg de tijd om af te koelen. Ik voel me steeds fijner in de klas’, zegt Job.
Verder zonder poppetjes
Romaissa: ‘Ik kan inmiddels zonder het plankje met blauwe poppetjes. Ik heb er 2,5 maand mee geoefend. Ik houd het plankje met de poppetjes nu in mijn gedachten. Ik haal in gedachten poppetjes weg als ik dat nodig vind. Ik vraag anderen om mij te helpen weer rustig te worden.’
EDE – De leerlingen van de groepen 7 en 8 van basisschool De Kleine Prins hadden op 25 oktober een klassenavond. Twan (11), Tess (11), Danisha (10), Nola (11), Livana (11) en Lizzy (12) organiseerden de klassenavond. ‘De klassenavond is een feest beneden in onze school. We doen leuke dingen en er is lekker eten’, vertelt Twan.

Lizzy: ‘Wij zijn met zijn zessen een paar keer bij elkaar gekomen om te overleggen. We hebben eerst overlegd over het thema voor dit jaar.’ ‘Er werden verschillende thema’s besproken: glitter, Barbie, disco, Halloween en voetbal bijvoorbeeld. We hebben daarna gestemd. De meesten stemden voor Halloween’, zegt Tess.
Veiligheid en afspraken ‘De juffen van de groepen 7 en 8 hebben meegedacht over de veiligheid en afspraken. Er mochten geen gekke dingen gebeuren. Iedereen kwam verkleed in het thema. Het mocht niet te eng worden. Leerlingen mochten elkaar niet laten schrikken. Alle gezichten moesten herkenbaar zijn’, legt Nola uit.

Er is voor iedereen wat te eten en te drinken tijdens de klassenavond. FOTO’S: DE KLEINE PRINS
Zij organiseerden de klassenavond van dit jaar voor de groepen 7 & 8.
De activiteiten
Livana: ‘We hebben overlegd welke activiteiten we wilden doen tijdens de klassenavond. We kozen voor andersom verstoppertje en een talentenshow. Leerlingen die niet aan de talentenshow mee wilden doen konden even uitrusten.’ Danisha: ‘2 leerlingen verstoppen zich bij andersom verstoppertje. De rest moet hen zoeken. Heb je de 2 leerlingen gevonden? Je verstopt jezelf ook tot er 1 leerling overblijft.’

De leerlingen mogen meedoen aan de talentenshow op het podium.
Posters
Tess: ‘We hebben posters voor in de school gemaakt met het thema, de datum en de activiteiten erop.’ ‘De juffen hebben de posters goedgekeurd. We hebben ook lijsten gemaakt. Iedere leerling kon op de eetlijst schrijven welk eten of drinken hij of zij mee zou nemen. Leerlingen konden op de muzieklijst verzoeknummers schrijven’, zegt Livana.
De school versieren
Twan: ‘We regelden borden en bekers. We maakten ook versieringen die passen bij het thema. We hebben op de dag van de klassenavond de school versierd. We hebben ook een skelet neergezet.’ ‘Ik vond het erg leuk om de leerlingen daarna met coole kostuums binnen te zien komen’, zegt Nola.
Volop gezelligheid
‘Er zijn deze klassenavond geen gekke dingen gebeurd. We hadden niet teveel eten. Je kunt daar misselijk van worden. Iedereen voelde zich goed. De klassenavond duurde 2 uur. Het voelde veel korter’, zegt Tess. Nola: ‘Ik heb genoten. Het was heel gezellig. Ik zag meiden en jongens op het podium dansen en meezingen. Dat was heel grappig.’
Niemand werd buitengesloten
Lizzy: ‘Iedereen kwam bij elkaar en kletste samen. Ik vond het leuk om ook de leerlingen van de andere klas meer te spreken.’ ‘Ik vond het leuk dat iedereen eigen liedjes mocht kiezen. Het was grappig om af en toe een vreemd liedje te horen’, zegt Twan. Livana: ‘Je kon ook even rustig op poefjes gaan zitten. Niemand werd buitengesloten.’
VEENENDAAL – Een smoothie in de winter? Ja hoor! Je maakt het
met fruit en warmt het op. Het is een stuk gezonder dan een warme chocolademelk. Is het ook net zo lekker? Lizz (9) en Caithlynn (9) vinden van wel. Zij maakten samen een warme winter smoothie met appeltaart smaak. TEKST EN FOTO’S: MARISSA DIEPEVEEN
STAP 1:
Caithlynn: ‘We snijden de dadels 1 keer doormidden. We doen de dadels in een kom met warm water.’ ‘Dadels zijn best taai. De dadels worden zachter door het warme water’, zegt Lizz.

STAP 3:
‘De dadels zijn ondertussen zacht genoeg. We doen de dadels, de appelblokjes, de havermout, de banaan, de kaneelpoeder, de vanillepoeder en het snufje zout bij elkaar in een grote kom’, legt Caithlynn uit.

STAP 5:
‘We pureren nu alle ingrediënten in de kom fijn met een staafmixer. Ik houd de staafmixer in de kom en duw op de knop’, zegt Lizz. Caithlynn lacht: ‘Ik voel ineens wat spetters in mijn gezicht. Je moet de staafmixer goed omlaag houden.’

STAP 7:
Caithlynn: ‘De smoothie is klaar als het een beetje warm is. Het hoeft niet heet te worden.’ Lizz: ‘We schenken de smoothie in 2 glazen. Proost! Ik vind het lekker hoor.’
Caithlynn: ‘Het smaakt echt naar de binnenkant van een warme appeltaart!’
Voor 2 smoothies
4 Dadels zonder pit
2 Zoete Appels
400 ml Amandelmelk
4 eetlepels Havermout
1 Banaan
1 theelepel Kaneelpoeder
1 theelepel Vanillepoeder
1 snuf Zout
STAP 2:
‘We schillen met een dunschiller allebei een appel. We snijden het klokhuis uit de appel’, zegt Caithlynn. Lizz vult aan: ‘We snijden met een mesje de rest van de appel in blokjes.’


Caithlynn: ‘Er zijn vast nog meer recepten met ander fruit. Ik houd veel van mango. Ik zou ook een keer een warme winter smoothie met mango willen maken.’ 1 2 3 4 6 5 7

STAP 4: Lizz: ‘We pakken een maatbeker. We meten de juiste hoeveelheid amandelmelk af. Caithlynn schenk de melk in de maatbeker tot het juiste streepje op de maatbeker. We gieten de amandelmelk daarna in de kom bij de rest.’

STAP 6:
Lizz: ‘We hebben nu al een smoothie. We doen de smoothie in een steelpan. We doen het vuur van de kookplaat aan.’ ‘We warmen de smoothie in 3 tot 5 minuten zachtjes op. We roeren goed in de pan.’

Lizz: ‘Ik vind deze smoothie dikker dan andere smoothies. Je kunt er meer warme melk bij doen. De smoothie wordt dan wat dunner.’
Leen: ‘We hebben de slangen sinds het begin van dit schooljaar. Onze school kreeg toen een nieuwe directeur: meester Van Leeuwen. Meester Van Leeuwen had de slangen al op de vorige school waar hij werkte. Hij heeft gevraagd of hij de slangen mee mocht nemen. De leerlingen van onze school wilden dat wel.’
Rustig blijven
‘Sommige meisjes gilden een beetje toen ze de slangen voor het eerst zagen. Meester Van Leeuwen heeft uitgelegd dat we beter rustig kunnen zijn. De slangen krijgen stress van harde geluiden. Ze blijven rustig als wij ook rustig blijven. De slangen mogen niet op de grond komen. Ze zigzaggen op de grond zo weg’, zegt Chin-Chi.

Chin-Chi en Leen met de slangen.

Leen met 1 van de slangen. Leen gaat rustig met de slang om. De slang is ook rustig.
BENNEKOM – Het is druk in de gang van de Eben-Haëzerschool. Verschillende leerlingen nemen een kijkje bij het terrarium in de gang van de school. Er leven 2 rattenslangen in het terrarium. Het is etenstijd voor de slangen. Leen (12) en Chin-Chi (10) vertellen hoe zij het vinden om slangen op school te hebben. TEKST EN
FOTO’S: MARISSA DIEPEVEEN
VERVELLEN
De buitenste laag van het vel laat los. Er zit een nieuw vel onder. Het nieuwe vel wordt zichtbaar.

Chin-Chi en Leen mogen de slangen soms muizen voeren.
De slangen vasthouden
De ene slang is rood. De andere slang is bruin. Chin-Chi: ‘Ze doen ons niks. Ik heb de slangen al een paar keer vastgehouden. Het is lastig uitleggen hoe een slang voelt. Ik vind het een beetje steenachtig, plastic en rubberachtig voelen. Ze kunnen heel goed ruiken en een beetje zien. Het zijn wurgslangen. Ze wurgen hun prooi.’

De slangen zitten tijdens het eten apart.

Chin-Chi houdt 1 van de slangen vast. De slang zoekt de warmte op bij Chin-Chi. Meester Van Leeuwen houdt toezicht.

Heel leerzaam
‘Ik merk dat mijn klasgenoten de slangen ook leuk vinden. Mijn klasgenoten reageren enthousiast. We kunnen zien hoe slangen leven. We zien de slangen soms ook vervellen. We mogen de slangen verzorgen en voeren. Ik vind het heel leerzaam om de slangen op school te hebben’, vertelt Leen.
De slangen verzorgen
Leen: ‘De slangen hebben niet veel nodig. Ze leven in een ruim terrarium. Er hangt een speciale warmtelamp in het terrarium. De slangen kunnen opwarmen onder de lamp. Ik mag elke dag de waterbak verversen. Ik doe er schoon water in. De slangen krijgen af en toe een muis te eten.’
Muizen eten
Chin-Chi: ‘We voeren de slangen witte muizen. Ik vind het niet zielig. Ik ben een enorme dierenvriend. Ik begrijp dat ook slangen eten nodig hebben om te leven.’ ‘Slangen eten nu eenmaal muizen net als in de vrije natuur. Sommige leerlingen vinden dat zielig. Je hoeft er niet naar te kijken’, vult Leen aan.
Veilig omgaan met slangen ‘We leren bij het voeren de muizen zo snel mogelijk los te laten. De slangen kunnen anders per ongeluk in onze vingers bijten. De slangen kunnen niet heel goed zien. Ze zien alleen iets bewegen en ruiken de geur van de muis. Ze zien niet het verschil met onze vingers’, legt Leen uit. Chin-Chi: ‘We houden het terrarium verder goed gesloten.’

RENSWOUDE – Wereld Vriendelijkheidsdag wordt ieder jaar op 13 november gevierd. Scholen over de hele wereld besteden hier aandacht aan. Vriendelijk zijn voor elkaar kan natuurlijk elke dag van het jaar. We vroegen 5 leerlingen van basisschool De Stifthorst: ‘Op welke manieren ben jij vriendelijk voor anderen?’ TEKST EN FOTO’S: MARISSA DIEPEVEEN
‘Ik help mensen als ze pijn hebben. Ik lach ze niet uit. Het maakt mij niet uit of ik ze ken. Een onbekende laat ik ook niet in de sloot liggen. Ik vraag hoe het met die persoon gaat. Ik geef ook vaak complimenten. Ik maak grapjes om mensen aan het lachen te maken.’

Fem (9)

‘Ik vind het vriendelijk om te overleggen met anderen. Ik overleg bijvoorbeeld over wat we kunnen doen samen. Mijn oma is geopereerd aan haar heup. Ik heb toen veel tekeningen voor haar gemaakt. Ik vraag anderen of het gaat als ze huilen. Ik haal de juf of ga met ze spelen.’
Op welke manieren ben jij vriendelijk voor anderen?
De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar: ANTWOORD@JONG0318.NL
We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.
‘Ik zie soms dat mijn beste vriendin verdrietig is. Ik vraag hoe het met haar gaat. Ik vraag of ik haar kan helpen. Ik zie onbekenden ook weleens zielig kijken. Ik wil hen helpen. Ik weet alleen niet hoe zij zijn of wat ze fijn vinden. Doen mensen vriendelijk tegen mij dan doe ik vriendelijk terug.’


‘Ik wil graag samen delen en samen spelen. Ik deel bijvoorbeeld snoep of eten dat ik bij me heb met anderen. Ik vraag kinderen die ik niet ken vriendelijk of ik mee mag voetballen. Je kunt gelijk nieuwe vrienden maken. Ik luister naar mijn moeder als ze mij om hulp vraagt.’
‘Ik geef graag complimenten. Ik vind het pijnlijk als iemand onvriendelijk tegen mij is. Ik vind het belangrijk om zelf vriendelijk te blijven. De toon waarop je praat is ook belangrijk. Ik gebruik een lieve stem. Ik deel ook veel knuffels uit aan bijvoorbeeld de juf.’

HET ANTWOORD VAN DE PUZZEL VAN OKTOBER IS HERFSTBUIEN DE WINNAAR IS HAILEY (9) !
Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!
Waar start de route van de CityRun?
(PAGINA 1)
Waar sprong Fenna vanaf toen ze de eerste keer haar arm brak?
(PAGINA 3)
Wat is de voornaam van degene die de tekst van het artikel geschreven heeft?
(PAGINA 4)
Wat is het belangrijkste dat je nodig hebt om te gaan boulderen?
(PAGINA 5)
Wat kan je leren beheersen door het systeem met blauwe poppetjes?
(PAGINA 6)
Wat konden leerlingen op de muzieklijst schrijven?
(PAGINA 7)
Voor in welk seizoen is deze smoothie geschikt? (PAGINA 8)
Hoe reageren de klasgenoten van Leen op de slangen? (PAGINA 9)
Welke stem gebruikt Dana als ze praat? (PAGINA 10)
Hoe heet de vader van Bram en Lieke? (PAGINA 11)
Waarover adviseert John? (PAGINA 11)
Wie kunnen leren dammen? (PAGINA 12)
VEENENDAAL – De vader van Bram (11) en Lieke (9) werkt bij Het Groene Huis in Veenendaal. Vader John: ‘Ik ben een verzekeringsadviseur.’ Bram: ‘Papa geeft mensen advies over verzekeringen. Verzekeringen beschermen mensen tegen grote geldproblemen. Papa kan mensen echt helpen. Ik vind papa daarom een soort superheld.’
TEKST EN FOTO'S: MARISSA DIEPEVEEN
Bram: ‘Een verzekering is iets waarvoor je iedere maand een bedrag betaalt aan een verzekeraar. Zij bewaren al het geld dat mensen betalen. Ze betalen van dat geld bedragen aan verzekerde mensen die schade hebben.’ Lieke: ‘Breekt er brand uit in huis en is je huis verzekerd? Je krijgt geld om je huis te repareren of een nieuw huis te kopen.’
Klanten spreken en helpen Lieke: ‘Papa zit vaak achter de computer en belt veel. Papa praat veel met klanten.’ ‘Ik leer klanten graag kennen. We bespreken welke dure dingen slim zijn om te verzekeren. Ik zoek uit wat de verzekeringen kosten en maak een plan. Krijgt een klant schade en heeft de klant hiervoor een verzekering genomen? Ik help om geld van de verzekeraar te krijgen.’

Bram en Lieke spelen klanten die een advies over verzekeringen nodig hebben van John.
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Situatie 1:
De buurman raakt invalide tijdens een ernstig ongeluk. Er is in het begin veel dure zorg nodig. Er zijn daarna allerlei dure aanpassingen nodig in het huis en op het werk van de buurman.

en

Bram, John en Lieke bij het bureau van John. John kan makkelijker met klanten bellen en typen tegelijk met de koptelefoon die Lieke draagt.
Welke opleiding doe je voor deze baan?
Leuke verhalen en plekken John: ‘Ik hoor soms grappige verhalen. Een klant raakte tijdens het vissen zijn dure vishengel kwijt. Een snoek was weggezwommen met de hengel. De klant was verzekerd en kreeg geld voor een nieuwe hengel.’ Bram: ‘Papa kan ook bedrijven verzekeren. Ik mocht een keer mee naar een bedrijf met hele dure auto’s. Dat was leuk!’
Belangrijk werk
‘Iedereen kan schade krijgen aan spullen. Er kunnen dingen gebeuren tijdens je werk of een dure reis. Je moet zonder verzekering alle schade zelf betalen. Je kunt daar heel arm van worden’, zegt Lieke. John: ‘Ik probeer ervoor te zorgen dat mensen niet in de problemen komen. Ik voel me erg verantwoordelijk.’ Bram: ‘Papa regelt veel voor klanten. Ik ben daar trots op.’
John: ‘Je bent verplicht om een aantal WFT-diploma's te halen. WFT betekent Wet op Financieel Toezicht. Je kunt eerst een financiële mbo- of hbo-opleiding doen. Een mavoof havo-diploma is ook genoeg. Het belangrijkste is dat je leergierig bent.’