




Dalaa doet mee met het programma van Abby D.
EDE – Leerlingen van 8 basisscholen uit Ede doen sinds de herfst mee met Abby D. Abby D. is een activiteitenprogramma na schooltijd. Leerlingen van basisschool De Bongerd konden zich inschrijven voor huiswerkbegeleiding, sport en spel, TechLab en het Open Atelier in Cultura. Amir (10), Amani (11) en Dalaa (9) vertellen erover. TEKST EN FOTO’S:
MARISSA DIEPEVEEN

Amir is blij met de huiswerkbegeleiding van Abby D.

Amani geniet van sport en spel tijden Abby D.
Amir: ‘Mijn ouders hebben mij ingeschreven voor de huiswerkbegeleiding. Ik vind het handig om na schooltijd huiswerkbegeleiding te krijgen. Ik heb hierdoor altijd mijn huiswerk en weektaken op tijd af. Ik krijg goede uitleg van de huiswerkbegeleiders. De huiswerkbegeleiding is bij gymzaal de Essenburg. We mogen het laatste halfuur iets leuks doen in de gymzaal.’
Sport en spel ‘Ik doe mee met alle activiteiten van Abby D. Alle activiteiten leken me leuk en handig. Het is goed voor je om mee te doen met Abby D. Het is beter dan de hele middag met je telefoon bezig te zijn. Ik leer bij sport en spel weer andere dingen dan bij de gymlessen op school. Ik houd van nieuwe uitdagingen. Ik vind vooral parcours doen leuk. Mijn beste tijd is 45 seconden’, vertelt Amani.

Tekenen met een 3D-pen.
Kunst en techniek Dalaa: ‘Ik doe mee met de creatieve activiteiten. Ik doe dingen die ik nog nooit gedaan had. We hebben huizen ontworpen op een Chromebook. We hebben Lego robots gemaakt. We hebben de laatste keer getekend met 3D-pennen. Je stopt aan het einde van de pen een gekleurd draadje in de pen. Je drukt op een knop. Het draadje wordt binnenin de pen heel warm. Bij de punt komt het er zacht uit.’
Samen leren in de buurt Amani: ‘Ik vind het leuk om leerlingen van andere scholen uit de buurt te ontmoeten bij Abby D. We hebben het gezellig en leren samen. Er zijn nog veel meer nieuwe dingen te ontdekken en te leren. We hopen dat er na de kerstvakantie ook kooklessen kunnen volgen bijvoorbeeld. Ouders hoeven zich geen zorgen te maken over de kosten. De activiteiten van Abby D. zijn gratis.’









Piet en Kees lopen over straat. Ze zien iets liggen. ‘Volgens mij is het een drol’, zegt Piet. ‘Dat weet ik nog zo net niet’, zegt Kees. ‘Weet je wat, ik steek mijn vinger erin en proef het. Dan weten we het snel genoeg.’ Na het proeven zegt Kees: ‘Volgens mij is het inderdaad een drol, proef jij ook eens.’ Piet proeft ook en zegt: ‘Inderdaad, we hebben gelijk. Gelukkig dat we het hebben gezien, anders waren we er misschien in gaan staan!’

Sjoerd (12)




























Sarah vertelt op school dat ze een konijn heeft gekregen. 'Waar slaapt het konijn?', vraagt de juf. 'Bij mijn vader en moeder', antwoordt Sarah. Juf: 'Stinkt dat dan niet.' Sarah: 'Ja, maar het konijn went daar wel aan.'
Sarah (11)






















De vader van Jantje heeft drie zoons. Kwik, Kwek en …?
Isabel (10)
Op welke schoenen loop je niet?
Yassine (11)
Cato (11)
Handschoenen.
Wat is oranje en zegt: ik ben een sinaasappel?
Een mandarijn met een grote mond.






JONG0318 WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:



















































VEENENDAAL – Boaz (8) is erg ziek geweest. Boaz had leukemie. Leukemie is een vorm van kanker in je bloed. Gelukkig is Boaz inmiddels genezen. Hij vertelt samen met zijn broer Ruben (10) over leukemie. Ze leggen uit hoe de periode van ziek zijn was voor hen allebei. TEKST:
‘Leukemie is een gekke naam. Leukemie is helemaal niet leuk’, begint Boaz te vertellen. Ruben: ‘Leukemie zorgt ervoor dat er iets mis gaat in je bloed. Het is gelukkig niet de ergste vorm van kanker. Ik hoefde niet direct bang te zijn dat Boaz dood zou gaan. Ik wist ook niet zeker of hij het zou overleven.’
Bloedcellen delen te vaak
Ieder lichaam heeft witte bloedcellen nodig. Witte bloedcellen beschermen je lichaam tegen schadelijke stoffen zoals bacteriën. Leukemie zorgt voor teveel witte bloedcellen. De witte bloedcellen gaan daardoor ook de goede bacteriën in het lichaam kapot maken. Hierdoor ben je snel ziek en vaak moe.



Heel moe en andere klachten
Boaz: ‘Ik was 5 jaar toen we merkten dat er iets aan de hand was met mij.’ ‘We waren aan het wandelen. Boaz werd ineens heel erg moe. Hij kon daarna niet meer lopen. Boaz kreeg ook last van zijn pols. Het werd eerst even beter. De last van zijn pols kwam daarna steeds terug’, vertelt Ruben.
Van de huisarts naar het ziekenhuis ‘De huisarts vertrouwde het niet. Hij stuurde Boaz door naar Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede. De artsen in Ede stuurden Boaz door naar het Maxima ziekenhuis in Utrecht’, legt Ruben uit. Boaz kreeg in het Maxima ziekenhuis na een dag vol onderzoeken de uitslag. Boaz had leukemie.

De kanjerketting van Boaz. Elke kraal vertelt een verhaal. Er zijn bijvoorbeeld kralen voor ziekenhuisopnames, bloedonderzoeken en ritten met de ambulance.

Het hele gezin kreeg armbanden om aan elkaar te kunnen denken op de momenten dat ze niet bij elkaar waren.
De nare momenten
Boaz: ‘De tijd daarna was gewoon stom. Ik voelde me in het begin vaak ziek. Ik was veel in het ziekenhuis. Ik miste Ruben en wilde met hem spelen. Ik heb in het ziekenhuis chemo gekregen. Ik raakte door de chemo mijn haren kwijt.’ ‘Chemo is een soort medicijn waardoor mensen met kanker sneller genezen’, zegt Ruben.
De mooie momenten
‘Ruben bezocht mij regelmatig in het ziekenhuis. We hebben vaak met de voetbaltafel gespeeld. Dat maakte het iets leuker’, zet Boaz. Ruben: ‘Papa, mama, Boaz en ik zijn veel met elkaar mee geweest. We hebben elkaar ook veel geholpen. We zijn hechter geworden als gezin. We hebben veel steun gehad van artsen, familie en vrienden. Ik ben dankbaar voor die dingen.’
Villa Pardoes
Boaz: ‘Ruben heeft toen ik ziek was veel voor mij gedaan. Het was heel fijn dat we samen met onze ouders een week naar vakantiepark Villa Pardoes bij de Efteling gingen. We zijn in Joris en de Draak geweest.’ Ruben: ‘Het was heel fijn om ons even nergens zorgen over te maken.’
Boaz is genezen ‘Ik ben 2,5 jaar erg ziek geweest. Ik ben sinds een jaartje genezen. Ik heb nog wel fysiotherapie om sterker te worden. Ik zit ook op freerunnen. Ik denk nog weinig aan de leukemie’, vertelt Boaz. Ruben: ‘Ik denk er ook niet meer veel aan. Ik kan mijn schoolwerk weer goed doen. Ik hoef me geen zorgen meer te maken.’
EDE – Er werken 3 medisch pedagogisch zorgverleners in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Je herkent ze aan hun roze shirt. Deze medewerkers helpen kinderen om zich zoveel mogelijk op hun gemak te voelen tijdens onderzoeken of behandelingen. Anne (10) en Carolien (11) kregen een rondleiding op de kinderafdeling. Zij zagen welke hulpmiddelen de medisch pedagogisch zorgverleners gebruiken om kinderen op hun gemak te stellen.
TEKST: MARISSA DIEPEVEEN
Iris is medisch pedagogisch zorgverlener. Iris: ‘Kinderen kunnen onderzoeken en behandelingen spannend vinden. Wij bereiden de kinderen voor op wat er komen gaat. Wij zijn tijdens de handeling aanwezig voor de afleiding van het kind. Wij hebben hiervoor verschillende afleidingstechnieken. Het kind voelt zich fijner. De arts of verpleegkundige kan zich concentreren op het onderzoek of de behandeling.’
Tablets en speelgoed
Carolien: ‘Ik wist niet dat het ziekenhuis zoveel spullen had voor kinderen. Er is een vogel die je op je vinger kunt laten balanceren. Er zijn tablets met filmpjes. Ze hebben ook een groot zoekboek en een bellenblaas voor kleinere kinderen. Handig dat kinderen iets anders hebben om naar te kijken tijdens een onderzoek of behandeling.’
Koos Kikker
Iris: ‘Koos Kikker is onze mascotte. Koos staat bijvoorbeeld op de muren. Kinderen kunnen tellen hoe vaak ze Koos tegenkomen als ze bijvoorbeeld in een ziekenhuisbed door de gang rijden.’ ‘Er is in de onderzoekskamer ook een muur waarop we een filmpje met Koos kunnen zien’, zegt Carolien. Anne: ‘Er gebeurt steeds iets nieuws om naar te kijken. Echt gaaf!’
MASCOTTE
Een symbool voor een organisatie of vereniging. Een figuur die geluk moet brengen.

Het zoekboek zorgt voor afleiding. Je kunt door het grote zoekboek niet meer zien wat een arts of verpleegkundige doet. FOTO’S: GOVERT GOVERS

Op de muur in deze onderzoekskamer zien Carolien en Anne een filmpje met Koos de Kikker. Er zijn vuurvliegjes te zien op het moment dat de foto werd gemaakt.
Een VR-bril
Anne zet een VR-bril op: ‘Het lijkt wel alsof ik in Afrika ben. Ik zie bomen en grote en kleine olifanten. 1 olifant gaat in het water. Ik vind het heel mooi om te zien. Ik heb een keer hechtingen gekregen in mijn vinger. Het was fijn geweest als ik de VR-bril toen had kunnen gebruiken voor de afleiding.’

De vogel kun je op je vinger laten balanceren. Het zorgt voor veel verbazing. Anne balanceert de vogel op haar neus.

Buzzy de Bij helpt bij een bloedafname. Anne: ‘Buzzy trilt en heeft ijskoude vleugels. Het trillen en de kou zorgen ervoor dat er geen pijnprikkel naar je hersenen kan.’

Ik ben blij dat…
5 woorden die goed passen bij dit schooljaar zijn…
De dag die ik nog een keer wil meemaken is…
Ik ben trots op…
Het leukste dit schooljaar vond ik…
Ik wil snel vergeten dat…
De leukste grap dit schooljaar was…
Ik leerde dit schooljaar…
Het leukste wat ik dit schooljaar gelezen heb is…
De juf of meester heeft mij…
Het mooiste compliment dat ik kreeg was…
Ik maakte me dit schooljaar zorgen over…
Ik vond het fijn dat…
Ik werkte dit schooljaar fijn samen met…
Het moeilijkst dit schooljaar vond ik…
…heeft mij goed geholpen dit schooljaar
Wat goed ging dit jaar is…
Het makkelijkst dit schooljaar vond ik…
Ik heb het meest geleerd van…
Volgend schooljaar ga ik…
VEENENDAAL – Bouwe (8) houdt van zwemmen. Hij heeft eerst zijn A, B en C zwemdiploma’s gehaald. Bouwe is daarna op wedstrijdzwemmen gegaan. Bouwe legt uit wat wedstrijdzwemmen is en wat je ervoor nodig hebt. Bouwe vertelt ook waarom hij het een hele leuke sport vindt. TEKST
EN FOTO'S: MARISSA DIEPEVEEN
Ik ging op wedstrijdzwemmen toen ik 6 jaar was. Ik vind het wedstrijdzwemmen leuker dan de gewone zwemlessen. Het is uitdagender. Ik zit nu bij de groep minioren en train 3 keer per week. Het kan 4 keer per week worden zodra ik naar de junioren ga’, zegt Bouwe.
Wat heb je nodig?
Bouwe: ‘Je hebt minimaal je A en B zwemdiploma nodig om op wedstrijdzwemmen te mogen. Wat je verder nodig hebt zijn in ieder geval een zwembroek, een badmuts en een zwembril. We gebruiken voor de trainingen ook een snorkel, zoomers, een plankje en een poolboy.’
Zoomers, plankje en een poolboy ‘Zoomers zijn een soort korte flippers. Het plankje gebruiken we om de armen erop te leggen. Je traint dan je benen beter. De poolboy werkt juist andersom. Het is een blok dat je tussen te benen stopt. Je houdt je benen bij elkaar. Je traint hierdoor je armen beter’, legt Bouwe uit.
Het wedstrijdbad
Bouwe: ‘Je zwemt in een speciaal wedstrijdbad. Een wedstrijdbad is verdeeld in banen. Er zijn 8 banen naast elkaar in het zwembad van




Veenendaal. Elke baan is 25 meter lang. Je zwemt de baan 2 keer voor een wedstrijd van 50 meter. Je zwemt de baan 4 keer voor een wedstrijd van 100 meter.’




De zoomers, de poolboy, de snorkel en het plankje die Bouwe tijdens de trainingen gebruikt.

Verschillende zwemslagen ‘Er zijn 4 verschillende zwemslagen die je kunt zwemmen. Je hebt de schoolslag, de borstcrawl, de rugcrawl en de vlinderslag. De vlinderslag is minder bekend. Je armen gaan tegelijk uit en in het water. Je maakt een soort vlinderbeweging. Je benen blijven naast elkaar. Je buigt ze alleen een beetje’, vertelt Bouwe.
Vallei 25
Bouwe: ‘Ik doe mee aan de Vallei 25. Dat is een wedstrijd in zwembad De Vallei. Je probeert iedere zwemslag 1 baan van 25 meter in minder dan 25 seconden te halen. De schoolslag is mij nog niet gelukt in minder dan 25 seconden. Mijn beste tijd is 27,58 seconden. Het is mijn doel om de schoolslag tijdens de Vallei 25 in minder dan 25 seconden te doen.’
Je persoonlijke tijden verbeteren ‘Het gaat bij wedstrijdzwemmen niet zo om het winnen van wedstrijden. Je probeert vooral je persoonlijke tijden te verbeteren. Je kunt steeds beter worden door je lichaam goed te leren gebruiken en te trainen. Ik duik iets te diep. Dat kost tijd. Ik oefen om verder naar voren te duiken. Ik word dan nog sneller’, zegt Bouwe.
Tegenstander gezocht
Bouwe: ‘Er zitten weinig jongens van mijn leeftijd op wedstrijdzwemmen. Ik heb weinig echte tegenstanders. Ik mis de uitdaging. Ik hoef minder mijn best te doen. Ik hoop dat er meer jongens op wedstrijdzwemmen willen.’


VEENENDAAL – Zussen Anne-Ruth (10) en Annelie (13) zijn graag creatief bezig. Ze maken en verkopen samen sieraden. Anne-Ruth: ‘We maken onder andere oorbellen van FIMO klei en scrunchies. We verkopen de sieraden op verschillende markten.’ Annelie: ‘Er komen ook bestellingen binnen via onze ouders of ons account op Instagram.’
Annelie: ‘We zijn begonnen met armbanden en scrunchies. We verkochten deze bijvoorbeeld op een kleedje bij speeltuin De Pol.’ ‘Een buurvrouw maakte oorbellen van klei. We mochten haar een keer meehelpen. We zijn daarna zelf begonnen en dingen uit gaan proberen. We vonden het leuk om eens wat anders te doen’, vertelt Anne-Ruth.
De voorbereiding
‘We hebben allerlei materialen nodig om de sieraden te kunnen maken. We kopen samen bijvoorbeeld rekbaar elastiek, linten, verschillende stoffen, slotjes, kralen en klei’, legt Annelie uit.
Anne-Ruth: ‘We krijgen ook regelmatig spullen van onze moeder. Annelie en ik bespreken samen onze ideeën. We werken soms samen en soms alleen.’
Ontwerpen en maken
Anne-Ruth: ‘We ontwerpen patronen, knippen stoffen, naaien scrunchies, rijgen kralen armbandjes en kleien oorbellen. We maken wat we zelf mooi vinden en denken dat anderen mooi vinden.’ ‘We kunnen vooral in de oorbellen echt onze creativiteit kwijt. We maken ook sieraden op bestelling als mensen iets in een andere kleur willen’, zegt Annelie.
De verkoop

Anne-Ruth: ‘We zijn blij als we iets dat we gemaakt hebben kunnen verkopen. We vinden het leuk om de bestellingen netjes in te pakken.’ Annelie: ‘We hebben hiervoor verschillende materialen zoals doosjes, nette plastic zakjes, stickers, tasjes en bedankkaartjes. We verkopen best leuk. Ons bedrijfje kan nog iets groeien maar niet veel. We willen er geen hele dagen mee bezig zijn.’
De onderdelen van klei om de oorbellen mee te maken.

De sieraden die Annelie en Anne-Ruth zelf maken en verkopen.


Annelie en Anne-Ruth met een paar door hun verpakte oorbellen.
Wat spullen die nodig zijn om oorbellen van klei te maken.

lie_an_accessoires
VEENENDAAL – Henk (11) en Jasmijn (14) zijn broer en zus. Zij haken samen knuffels en verkopen deze via Vinted en Instagram. Hun bedrijfje heet Bos Crochet. Crochet is Engels voor haken. Henk en Jasmijn vertellen samen over haken en Bos Crochet. TEKST EN FOTO’S: MARISSA DIEPEVEEN

Henk en Jasmijn haken regelmatig samen. Ze vinden dat gezelliger dan alleen.

De spullen die je nodig hebt om te gaan haken.

Henk en Jasmijn hebben al verschillende knuffels gemaakt.

Je maakt met een haaknaald lussen aan elkaar met haken. De haaknaald trekt iedere keer wol door de vorige lus. Je maakt hierdoor steeds een nieuwe lus.
‘Jasmijn is als eerste begonnen met haken een paar jaar geleden. Haar eerste creatie was een kleine lichtblauwe muis. Ik ben 1,5 jaar geleden begonnen met haken. Mijn eerste creatie was een pinguïn. We willen de knuffels die we nu maken verkopen. Het geld doneren we aan onze vader. Hij gaat meedoen aan een soort sponsorloop’, vertelt Henk.
Kleine knuffeltjes
Jasmijn: ‘Ik vind de kleine knuffeltjes het leukste om te maken. Ik vind ze er schattig uitzien. Ik haak als ik zin heb. Dat is vaak in de avond en in het weekend. Ik heb dan het meeste tijd. Ik vind het fijn om te haken als het rustig is.’ Henk: ‘Haken is ontspannen. Je hoeft er niet meer over na te denken als je het vaak doet.’
De haakspullen
‘Je hebt niet veel nodig om te haken. We gebruiken vooral wol en een haaknaald. We hebben een haakboek met voorbeelden en patronen. De stappen om iets te haken zijn duidelijk beschreven in het boek. De patronen zijn makkelijk te volgen. Je kunt ook op YouTube kijken. Er staan veel haakvideo’s om te oefenen’, zegt Henk.
Een bedrijf begonnen
Jasmijn: ‘Een docent op onze school vertelde dat we een workshop konden volgen om ons eigen bedrijf te beginnen. We hebben tijdens de workshop geleerd hoe we goede foto’s van onze knuffels kunnen maken en bewerken op de computer. We hebben geleerd hoe we handig reclame kunnen maken. We zetten ze op de website Vinted en op Instagram.’

bos_crochet
VEENENDAAL – Leerlingen van de plusklas van basisschool Tamim organiseerden op vrijdag 29 november een markt. De markt was het laatste onderdeel van het Ondernemerschapsproject van de plusklas. De markt werd drukbezocht door ouders, grootouders, leerkrachten en mensen uit de buurt. Santi (10), Manuel (8), James (9) en Niels (9) vertellen over het Ondernemerschapsproject. TEKST EN FOTO’S: MARISSA DIEPEVEEN
Santi: ‘De opdracht van de juf was om een eigen bedrijf te starten. We mochten zelf iets bedenken dat we wilden maken en verkopen. Manuel, James, Niels en ik vormden samen een groepje. Ik kwam op het idee om figuren van origami te gaan vouwen.’
Beginnen met een plan
‘We bedachten samen een plan. Het voordeel van origami vouwen is dat niet zo lang duurt om iets te maken. Je kunt verschillende kleuren gebruiken. Het is leuk voor mensen om neer te zetten. Je kunt een kikker van origami zelfs laten springen. We hebben samen ook over de prijzen nagedacht’, vertelt Manuel.
Je plan onderzoeken
‘We hebben geleerd dat het belangrijk is om onderzoek te doen. Je wilt weten of je een goed plan hebt voordat je begint met je plan. Niels en ik hebben vrienden gevraagd wat ze van origami vinden. We vroegen welke figuren ze graag zouden willen. We vroegen ook of ze onze prijzen goed vonden’, legt Santi uit.

Santi, Niels en Manuel verkochten de zelfgemaakte figuren van origami tijdens de markt van de plusklas.


Het plan uitvoeren
Niels: ‘We zijn goed gaan samenwerken aan een voorraad. We maakten papegaaien, olifanten en andere dieren.’ ‘Niels en James konden al origami vouwen. Santi en ik hebben het snel geleerd. Het is moeilijk om in te schatten hoeveel we gaan verkopen. We willen niet teveel en niet te weinig origami vouwen’, vertelt Manuel.
Verkopen op de markt
‘We hebben tijdens de markt tafels bij elkaar gezet met een gekleurd kleed erover. De markt is versierd en ziet er gezellig uit. We stallen onze origami uit. Iedereen moet het goed kunnen zien. De bezoekers zijn onze klanten. We proberen klanten aan te spreken en naar ons kraampje te trekken’, vertelt James.
Niet opgeven
‘Het papier voor sommige origami’s raakt op. We moeten samen een oplossing verzinnen. We kunnen andere kleuren gebruiken. We kunnen extra papier kopen met het geld dat we verdienen. We leren overleggen. Het kan dat er iets niet helemaal goed gaat. We leren vooral dat het belangrijk is om niet op te geven op dat moment’, zegt Niels.

ONDERNEMERSCHAP
Een bedrijf starten en zo goed mogelijk laten werken om geld te verdienen.

De prijslijst. James: ‘De vissen verkochten niet goed. We hebben ze daarom afgeprijsd.’
Geld verdienen met vrienden James: ‘Ik vind het leuk om met vrienden in een bedrijf te werken. Je moet er samen tijd en geld in stoppen. We stemmen als we ergens niet uitkomen. We hebben veel plezier tussendoor. Het is ook fijn om geld te verdienen.’

LUNTEREN – Tim (10), Ruben (10), Mirthe (11) en Wianda (10) van basisschool De Wegwijzer maakten kerstkoekjes voor hun klasgenoten. Zij leggen samen stap voor stap uit hoe zij de kerstkoekjes maakten. Jij kunt de kerstkoekjes dankzij hun uitleg ook maken. Veel plezier en succes! TEKST EN FOTO’S: MARISSA DIEPEVEEN
STAP 1: ‘Ik zet een kom op de weegschaal. Ik weeg eerst de bloem af in de kom. We doen een theelepel baking soda op de bloem’, zegt Tim. Ruben: ‘Ik roer de baking soda voorzichtig door de bloem.’

STAP 3:
‘We kneden de bloem en het botermengsel samen tot we een bal deeg hebben’, vertelt Ruben. Tim: ‘We delen de bal in 3 gelijke stukken. We kneden een paar druppels rode kleurstof in 1 stuk. We kneden een paar druppels groene kleurstof in een ander stuk.’

STAP 5: Ruben: ‘We rollen iedere bal deeg apart uit tussen 2 vellen bakpapier tot een rechthoekig deeg van 0,5 cm dik.’ ‘Het is handig als 1 persoon rolt en 1 persoon het bakpapier vasthoudt. We leggen de plakken deeg daarna voorzichtig op elkaar’, legt Tim uit.

STAP 7:
Zet de oven aan op 170 graden. Tim: ‘Ruben rolt de deegrol voorzichtig door de discodip. We snijden de deegrol daarna in plakken van 0,5 cm dik.’ ‘We leggen de gesneden plakjes op een bakplaat met bakpapier. De bakplaat gaat 12 minuten in de oven’, zegt Ruben.
Voor ongeveer 30 koekjes:
680 gram patentbloem
1 theelepel baking soda
450 gram ongezouten roomboter (kamertemperatuur)
300 gram kristal suiker
2 stuks eieren
2 theelepels vanille extract
3 druppels rode kleurstof
3 druppels groene kleurstof 1 of 2 zakjes bakvaste discodip 1 2 3 4 6 5 7


STAP 2: Mirthe: ‘We doen de roomboter en suiker in een andere kom. We mixen de boter en suiker 5 minuten lang op de hoogste stand van de handmixer.’ ‘We doen er ei en vanille extract bij. We kloppen het nog 1 minuut door’, zegt Wianda.

STAP 4: Wianda: ‘Je kunt extra druppels kleurstof toevoegen als je de kleur nog te licht vindt.’ ‘We rollen elke bal deeg in een stuk plastic folie. We leggen de ballen deeg in de koelkast’, zegt Mirthe. De ballen deeg rusten een half uur in de koelkast.

STAP 6: ‘We maken nu een rol van de plakken deeg. Je kunt het bakpapier gebruiken om het deeg op te rollen zonder de plakken hard op elkaar te duwen’, zegt Mirthe. Wianda: ‘De kleuren gaan door elkaar als je te hard duwt.’ Leg de rol 1 uur in de diepvries.


GELDERSE VALLEI – De rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) van Waterschap Vallei en Veluwe maken ons vieze rioolwater schoon voordat het de natuur in gaat. Dat is een belangrijke taak. Leer hoe een RWZI dit doet en hoe jij kunt helpen. Kijk eerst een kort filmpje van het waterschap door de QR-code hiernaast te scannen. Doe daarna de quiz. Hoeveel vragen kun jij goed beantwoorden? TEKST: MARISSA DIEPEVEEN



a b c Hoe wordt rioolwater gezuiverd?

Bakken jullie thuis oliebollen? Of gaan jullie gourmetten of fonduen? 4 op de 10 mensen spoelen het gebruikte vet daarna door de gootsteen of het toilet. Het vet komt daarna in de leidingen, het riool en bij de rioolwaterzuiveringinstallaties (RWZI’s).
Antwoorden: 1c, 2b, 3a, 4b, 5a, 6c,
Het vet gaat stollen en zorgt voor verstoppingen. Dit probleem kost de waterschappen ieder jaar miljoenen euro’s. Help jij een handje mee? Breng het vet in een (oude) verpakking naar een inleverpunt. Kijk op www.frituurvetrecyclehet.nl/waar-inleveren/ voor een inleverpunt in jouw buurt!
VEENENDAAL – We vieren in december diverse feesten. Sommige mensen vieren Sinterklaas. Sommige mensen vieren kerst. De meeste mensen vieren Oud & Nieuw. Dat is heel leuk, maar soms ook duur. Niet iedereen heeft genoeg geld voor cadeautjes, lekkere dingen of een kerstboom. Daarom vroegen we 5 leerlingen van basisschool Max: ‘Moet ieder huishouden extra geld krijgen van de overheid voor een fijne decembermaand?’ TEKST EN FOTO’S: SUSANNE VEENENDAAL
‘Je kunt ook plezier hebben zonder veel geld. Samen spelletjes doen of praten is ook gezellig. Ik vind wel dat mensen extra geld moeten krijgen als ze geen kerstboom kunnen kopen.’

Bart (9)

‘Ik vind niet dat iedereen extra geld moet krijgen van de overheid. Alleen arme mensen zoals zwervers hebben dat nodig. Zij hebben anders geen huis, geen geld en geen eten. En het is koud.’
Moet ieder huishouden extra geld krijgen van de overheid voor een leuke decembermaand?
De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar: ANTWOORD@JONG0318.NL
We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.
‘Ik vind dat mensen die het nodig hebben extra geld moeten krijgen van de overheid. Ik vier geen kerst, maar wel Sinterklaas en Oud & Nieuw. Je kunt met dat geld versieringen kopen. Ik vind dat heel leuk.’


‘Ik vind dat alleen mensen die weinig geld hebben of gevlucht zijn extra hulp moeten krijgen. De overheid kan daar een potje met geld voor maken.’
‘Je hebt niet altijd geld nodig om plezier te maken. Ik vind ook dat je gewoon moet werken voor je geld. Er zijn arme mensen die er niks aan kunnen doen dat ze weinig geld hebben. Ik vind dat deze arme mensen wel hulp moeten krijgen.’

Waar is de huiswerkbegeleiding van Abby D? (PAGINA 1)
Wie stuurde Boaz door naar Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede?
(PAGINA 3)
Welk dier ziet Anne door de VR-bril?
(PAGINA 4)
Welke zwemslag is minder bekend?
(PAGINA 5)
Wie noemt dat ze ook sieraden op bestelling maken als mensen een andere kleur willen?
(PAGINA 6)
Wat moesten de jongens verzinnen toen het papier voor sommige origami’s op raakte?
(PAGINA 7)
Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!
Wat rolt Ruben voorzictig door de discodip?
(PAGINA 8)
Waar spoelen 4 op de 10 mensen het vet door?
(PAGINA 9)
Waar heeft niet iedereen genoeg geld voor?
(PAGINA 10)
Welk verband leren de leerlingen aanleggen?
(PAGINA 11)
Wat heeft Nico om de handpan in te vervoeren?
(PAGINA 11)
VEENENDAAL –Leerlingen van de vakwerkgroep van basisscholen De Ceder en De Burcht kregen begin december een gastles over EHBO. Brent (11): ‘EHBO staat voor Eerste Hulp Bij Ongelukken.’ De gastles werd gegeven door Guus en Gerda van het Rode Kruis. De leerlingen kregen eerst wat uitleg. Ze mochten daarna zelf aan de slag en oefenen. TEKST EN FOTO'S:
MARISSA DIEPEVEEN

Gerda: ‘Slachtoffers raken soms bewusteloos. Het is belangrijk diegene in de stabiele zijlegging wordt gelegd. We gaan dit samen oefenen.’

Lola legt 1 arm van Jesse (11) opzij. Lola legt de hand van de andere arm op de wang van Jesse. Lola tilt de achterste knie omhoog.

Gerda: ‘Het kan zijn dat een slachtoffer op een onveilige plek ligt.’ Jurre (11) en Brent zien hoe Gerda Wilbert zo snel en veilig mogelijk verplaatst.

Wilbert tilt eerst het hoofd van Christophe op. Wilbert (12) kan nu achter Christophe zitten en hem ondersteunen.

Gerda: ‘Slachtoffers hebben soms een wond. Het is belangrijk dat het bloeden stopt. We leggen hiervoor een snelverband aan.’

Danique legt eerst het wondkussen aan het begin van het snelverband op de zogenaamde wond van Guus. Ze houdt dit met 1 hand vast.
‘Mensen van het Rode Kruis verlenen EHBO. Ze doen dat bijvoorbeeld bij festivals. Ze helpen mensen die gewond zijn’, zegt Lola (11). Guus: ‘De mensen van het Rode Kruis helpen bij evenementen en bij rampen of oorlogen. We helpen binnen en buiten Nederland. We helpen iedereen.’ Christophe (12): ‘De mensen die het zwaarst gewond zijn worden als eerste geholpen.’

Guus trekt de omhoog staande knie nu naar zich toe. Christophe rolt daardoor naar Guus toe. Christophe ligt nu op zijn zij.
Iedereen kan helpen ‘Het is belangrijk dat je weet wat je zelf kunt doen om mensen te helpen die in nood zijn. Ook kinderen kunnen helpen. Gerda en ik geven daarom gastlessen op scholen over EHBO. Weet je niet wat je moet doen? Bel 112. Stel de persoon in nood gerust door te vertellen dat hulp onderweg is’, vertelt Guus.
VAKWERKGROEP
Een klas waarin leerlingen een paar uur per week leren door te doen.

Het is belangrijk dat het hoofd van een slachtoffer recht ligt. De luchtwegen blijven op deze manier het beste vrij.

Liza gaat met haar armen onder de armen van Danique (11) door. Guus laat zijn hoe Liza (11) Danique met 2 handen stevig aan haar arm kan pakken.

Wilbert komt nu omhoog. Wilbert kan Christophe nu verplaatsen door Christophe naar weg te slepen.

Liza rolt de rest van het snelverband af: een stukje over het wondkussen en een stukje over de huid van de arm van Cloë (12).

Lola rolt het snelverband helemaal tot het einde af om de arm van Jesse. Het uiteinde kun je onder het verband vouwen of vastzetten met pleisters.
BENNEKOM – Een gitaar en een piano zijn bekende instrumenten. Een handpan is een redelijk onbekend instrument. Nico (11) speelt handpan. Nico legt uit wat een handpan is. Nico vertelt ook hoe je handpan moet spelen. Nico: ‘Ik vind het leuk om een instrument te kunnen spelen dat veel mensen niet kennen.’
TEKST EN
FOTO’S: MARISSA DIEPEVEEN
‘Ik ken mensen die handpan en viool spelen samen. Ik heb van hen een optreden gezien toen ik klein was. Ik heb een tijd daarna bij de rivier de Rijn weer iemand handpan zien spelen. Ik vroeg hem of ik ook even mocht spelen en dat was goed. Ik was toen ongeveer 6 jaar’, vertelt Nico.
Een soort vliegende schotel
Nico: ‘Een handpan ziet eruit als een soort vliegende schotel. Je hebt een bovenste en onderste stalen kom. Ze zijn op elkaar gezet en vastgemaakt. De onderste kom heeft een gat in het midden. Je slaat met je handen op de bovenste kom. De trillingen van het geluid kunnen vanuit de binnenkant door het gat naar buiten.’


speelt graag met de
op
en

Bobbels en holtes
‘Er zit een dubbele bobbel in het midden op de bovenkant. Eromheen zitten 8 platte vlakken waarin holtes zijn geslagen. De platte vlakken met holtes hebben verschillende groottes. Ieder vlak geeft daardoor een andere toon. Hoe kleiner het vlak met de holte, hoe hoger de toon. De grote bobbel bovenop geeft de laagste toon’, legt Nico uit.
Handen en vingers gebruiken
Nico: ‘Je gebruikt je handen om handpan te spelen. Het geluid is dof en niet mooi als je met je hele hand op de vlakken slaat. Ik gebruik mijn vingertoppen. Mijn duim en ringvinger zijn het belangrijkste. Ik tik op een vlak en trek de vingertop meteen weer weg. Je krijgt dan het beste geluid.’
Handpan leren spelen
Nico: ‘Ik heb geen les gevolgd om handpan te leren spelen. Ik heb het mezelf geleerd. Mensen met wie we een keer op een camping stonden hebben me wel wat tips gegeven. 1 tip was om handpan te spelen met handschoenen aan. Ik vind het spelen met handschoenen fijner. Het geeft een mooier geluid.’
Improviseren
‘Er bestaat geen bladmuziek met muzieknoten voor de handpan. Ik speel gewoon wat me mooi lijkt. Je noemt dat improviseren. Ik verzin de muziek dus zelf. Mensen denken bij een handpan vaak aan rustige muziek. Ik vind het juist leuk om snellere muziek te spelen’, zegt Nico.

De handpan van Nico heeft 9 verschillende vlakken. Ieder vlak geeft een andere toon.
Op schoot
Nico: ‘Ik heb een draagtas om de handpan te kunnen vervoeren. Ik heb ook een statief met 3 poten om de handpan op te zetten. Ik zet de handpan liever op schoot als ik speel. Het geluid kan uit het gat aan de onderkant tussen mijn benen door. Ik vind het geluid dan het mooiste.’