Vraag van de burgemeester
Les over de jungle 3 6 12
Week van het geld
Xander heeft diabetes
VEENENDAAL – Het is in Nederland altijd complimentendag op 1 maart. Het is een dag om te laten merken dat je iemand waardeert door elkaar complimenten te geven. Geef of krijg jij vaak complimentjes? Axel (12), Thijs (10) en Luuk (9) vertellen hoe dat voor hen is. TEKST EN FOTO’S: SUSANNE VEENENDAAL
‘Jij bent heel erg grappig’, zegt Thijs tegen Luuk. Luuk begint te lachen en steekt zijn duim omhoog. ‘Ik vind dat jij goed kunt tekenen’, zegt Luuk tegen Axel. Axel doet ook mee en bedenkt een compliment voor Thijs. ‘Ik vind jouw armband mooi’, zegt Axel.
Complimenten geven
Een compliment kan iemand blij maken. Je geeft iemand het gevoel dat diegene speciaal is of iets goed kan. Luuk: ‘Ik geef soms een compliment aan iemand. Ik gaf laatst een jongen uit mijn klas een compliment over zijn haar. Als ik iets leuk of cool vind aan iemand dan zeg ik dat gewoon.’ Thijs: ‘Ik geef bijna iedere dag wel iemand een compliment. Ik vind dat leuk om te doen.’
Een blij gevoel
Een compliment geven is leuk. Een compliment krijgen voelt ook heel fijn. Axel: ‘Ik kreeg een compliment van mijn vader toen ik bijna drie doelpunten had gescoord met voetbal. Ik kreeg er een blij gevoel van. Het geeft mij motivatie om volgend jaar door te gaan met voetbal.’ Gaan de jongens nu vaker een compliment geven? Luuk: ‘Ik weet hoe leuk het is om een compliment te geven en te krijgen. Ik ga dat daarom wel vaker doen.’
Jantje zit in bad als zijn moeder zegt: ‘Kom er maar snel uit en droog je af, anders krijg je kippenvel!’ Zegt Jantje: ‘Krijg ik dan ook veren?’
Ezra (11)
Lisa zit in groep 3 op school. Ze leert daar lezen en schrijven. Na haar eerste dag op school, vraagt haar vader wat ze geleerd heeft. ‘Ik heb leren schrijven’, zegt Lisa. ‘En wat heb je dan geschreven?’, vraagt papa. ‘Dat weet ik nog niet, want ik leer morgen pas lezen.’
Mary (12)
2 zandkorrels lopen in de woestijn. Zegt de ene korrel tegen de andere: ‘Ik weet het niet zeker, maar ik heb steeds het gevoel dat we worden achtervolgd.’
Zoë (8)
MAIL JOUW MOP OF RAADSEL (SAMEN MET JE VOORNAAM EN LEEFTIJD) NAAR REDACTIE@JONG0318.NL
Je loopt buiten op straat. Je hebt geen muts, pet of capuchon op je hoofd. Je hebt ook geen paraplu of iets anders boven je hoofd. Toch word je niet nat. Hoe is dat mogelijk?
Siham (10)
Op een eiland groeit een palmboom. Er wonen ook 3 dieren op het eiland: de aap, de lange giraf en de slome slak. Wie van deze 3 dieren kan het eerste de bananen uit de boom pakken?
Robert (9) Niemand, in een palmboom groeien geen bananen.
Wat was was, toen het nog geen was was?
Eline (11)
DE NIEUWE JONG0318 VERSCHIJNT DONDERDAG
18 APRIL 2024
VEENENDAAL – Burgemeester Gert-Jan Kats hoort graag van Veenendalers wat zij van de gemeente vinden. De burgemeester is ook benieuwd naar de meningen en ervaringen van basisschoolleerlingen. De vraag van de burgemeester is: ‘Wat doe jij graag voor je plezier in de omgeving van Veenendaal?’ TEKST EN FOTO’S: MARISSA DIEPEVEEN
‘Er zijn verschillende plekken in en om Veenendaal waar mensen iets kunnen doen voor hun plezier. De ene inwoner maakt graag een wandeltocht of fietstocht. De andere inwoner zoekt graag een terrasje of picknickplek voor een hapje of een drankje. Wat doe jij graag voor je plezier in de omgeving van Veenendaal?
‘Ik voetbal het liefste. Ik voetbal met vrienden op het schoolplein van De Ceder of het grote veld tegenover de Bunzinglaan. Ik wandel ook graag met mijn gezin. Ik vind sporten en bewegen fijn. Het houdt je lichaam gezond.’
‘Ik bouw het liefste hutten met buurtkinderen en klasgenoten. Er is een plek in West waar een buurtbewoner pallets en ander hout neerlegt. We mogen dat pakken. We bouwen onze hutten tussen de bomen. Buiten is altijd wat te doen.’
Gert-Jan Kats.
‘Ik ga heel graag naar het Prattenburgse bos. We wandelen daar met onze hond. Er is een avonturenpad met verschillende toestellen. Je kunt er allerlei activiteiten doen in de natuur. Er is bijvoorbeeld een heel hoog rek waar je aan kunt hangen.’
‘Ik houd van speeltuinen. Je komt er anderen tegen en kunt nieuwe vrienden maken. Ik zit graag op bankjes om tot rust te komen. Wandelen in het bos van Kwintelooijen helpt ook om rustig te worden. Ik zie vaak mooie bomen en diertjes zoals eekhoorntjes.’
‘Ik ben graag in speeltuinen. Ik wissel de speeltuinen af. Ik kan daardoor steeds iets anders doen. Ik vind het spelen en kletsen met anderen heel gezellig. Ik vind fietsen in de buurt ook leuk. Ik vind de wind in mijn gezicht fijn.’
Jelte op het podium met zijn boek en zijn beker.
‘Ik ga graag naar het Stadspark. Ik vind het fijn dat er op het grote grasveld veel plek is voor veel mensen. Ik heb er ruimte voor kunstjes. Er zijn ook sporttoestellen. Ik ben turnster. Ik gebruik de toestellen om mezelf te trainen.’
‘Ik skeeler het liefste met mijn broertje. We laten elkaar trucjes zien. We leren van elkaar. Skeeleren kan voor onze flat of in het skatepark aan de Groeneveldselaan. Ik vind skeeleren bij De Greb ook fijn. Die skeelerbaan is heel ruim en lekker glad.’
‘Ik vind het leuk om te winkelen in het centrum of naar een strandje te gaan. Ik vind het niet ontspannen als het ergens te druk is. Ik geniet ook van fietstochtjes met mijn gezin. Ik vind het nog leuker als we tussendoor ergens wat drinken.’
Wat doe jij graag voor je plezier in de omgeving van Veenendaal?
Naam:
‘Ik ga met mijn familie graag naar Ouwehands Dierenpark. Dat is voor iedereen leuk. Ik heb zelf vooral behoefte aan rustige plekjes met bankjes om te zitten en praten met anderen. Ik neem ook iets mee om te doen zoals een leesboek of dagboek.’
HARSKAMP – Het schoolplein van basisschool De Roedel in Harskamp is flink veranderd. Oude grijze stoeptegels zijn zoveel mogelijk vervangen door natuurlijke speelplekken. Leerlingen, leerkrachten, ouders en bedrijven in de buurt hebben hiervoor samen hard gewerkt. Declan (10), Yuri (9), Thijs (10) en Lisa (10) vertellen over het nieuwe schoolplein.
TEKST EN FOTO'S: MARISSA DIEPEVEEN
‘Alle leerlingen van onze school mochten meepraten over het nieuwe schoolplein. We bespraken samen in de klas welke onderdelen van het oude schoolplein we graag wilden houden. We mochten ook vertellen wat we graag op het nieuwe schoolplein wilden. Het bedrijf van mijn vader heeft meegeholpen om het schoolplein te maken’, legt Declan uit.
Stoeptegels eruit, hout erin
Declan: ‘Leerlingen hebben geholpen om oude stoeptegels weg te dragen.’ Yuri vertelt: ‘De stoeptegels zorgden ervoor dat het regenwater niet in de grond weg kon zakken. Het werd bij slecht weer een rommel op het plein. Er liggen op veel plekken houtsnippers. Ons schoolplein is nu een plek voor kleine beestjes en egels. Er zijn ook speeltoestellen van hout.’
Thijs ontdekt iedere keer iets nieuws tijdens het buitenspelen. Hij vindt de kleuren van de rabarber erg mooi.
Natuur rondom de school ‘Hout komt uit de natuur. Onze school vindt de natuur belangrijk. De houtsnippers passen er goed bij. Ik vind de houtsnippers veel mooier dan de tegels. Er zijn ook veel meer planten geplant. Alle leerlingen mochten tijdens de opening van het nieuwe schoolplein hun eigen plantje planten rondom de arena’, zegt Thijs.
Buitenlessen in de arena
Thijs: ‘De arena is een halfronde plek op het schoolplein met een podium. Leerlingen kunnen in de arena lessen over de natuur krijgen of instructies voor andere lessen. We kunnen het podium ook gebruiken om elkaar trucjes te laten zien of om iets te presenteren.’ Declan: ‘Leren hoeft niet altijd in de klas.’
Aan de slag in de moestuin
Lisa: ‘Mijn moeder heeft meegeholpen met de plantjes in de moestuin. Er staan nu een appelboom, een citroenplant, tomaten, basilicum, aardbeien, munt, rabarber en zonnebloemen. Ik ben erg blij met de moestuin. We mogen helpen om de planten te verzorgen. Ik houd erg van tuinieren. Ik word rustig van bezig zijn in de natuur.’
Er zijn verschillende moestuinbakken geplaatst met bijvoorbeeld wortel en paprika.
Thee maken
‘We mogen thee maken van de verse muntblaadjes uit de moestuin. We plukken de munt zelf. We wassen de muntblaadjes goed. We doen ze daarna in heet water. Er staat ook een dropplant in de moestuin. De dropplant kunnen we ook voor thee gebruiken’, legt Declan uit.
Een goede verzorging
Yuri: ‘Spelende leerlingen moeten soms nog wennen aan de kleine plantjes. Ze rennen er soms bijna overheen.’ Declan: ‘Het is net voorjaar. Alles moet nog goed gaan groeien.’ ‘We houden in de gaten of alles goed gaat groeien. We mogen de plantjes water geven als dat nodig is in de zomer’, vertelt Lisa.
Thijs ontdekt iedere keer iets nieuws tijdens het buitenspelen. Hij vindt de kleuren van de rabarber erg mooi.
VEENENDAAL – Er was op vrijdag 9 februari een schoolzwemkampioenschap in zwembad De Vallei in Veenendaal. Er deden 22 teams van 9 basisscholen uit Veenendaal mee. Het team van basisschool De Schakel werd de nieuwe schoolzwemkampioen. Milan (12) en Sara (9) zaten ook in dit team. Zij vertellen samen over het schoolzwemkampioenschap. TEKST: MARISSA
‘Ons team bestaat uit 9 leerlingen. We lopen het zwembad in zodra de naam van onze school wordt omgeroepen. We dragen de vlag van onze school. Het zwembad is versierd met vlaggetjes’, vertelt Milan. Sara: ‘We lopen met onze schoolvlag langs het publiek. Er zijn veel familieleden en kennissen gekomen om ons aan te moedigen.’
De estafette zwemmen Milan: ‘We zwemmen eerst een estafette. Er doen 6 leerlingen per team mee.’ Sara: ‘De eerste leerling uit ieder team springt in een lange baan in het water. Hij of zij moet zo snel mogelijk naar de overkant zwemmen en daar de kant aantikken. De volgende uit je team vertrekt vanaf die kant en zwemt terug. Dit gaat door tot iedereen een keer heen of terug is geweest.’
Milan met de vlag van zijn basisschool De Schakel.
FOTO’S: GOVERT GOVERS
Een vrije slag
‘Er is ook een schema gemaakt voor 2 zwemrondes. Iedere leerling komt volgens het schema aan de beurt. Je zwemt deze 2 rondes met een vrije slag. Een vrije slag betekent dat je zelf mag kiezen of je de borstcrawl, rugslag, schoolslag of vlinderslag zwemt. Je zwemt met deze slag zo snel mogelijk naar de overkant en terug’, legt Milan uit.
Als een speer
Sara: ‘Ik kies de borstcrawl. Ik kan met de borstcrawl veel snelheid maken en ga als een speer. We maken samen veel lol tussen de zwemrondes door. De uitslag komt al snel na de laatste zwemronde. Ik hoor dat ons team heeft gewonnen!’ Milan: ‘Ik vind het geweldig. Ik zwem graag. Ik heb lol gehad en ook nog gewonnen.’
RENSWOUDE – Het is van 11 tot en met 15 maart de Week van het geld. Er wordt in deze week op veel basisscholen extra aandacht besteed aan omgaan met geld. Het thema van dit jaar is “Hoe ben jij geld de baas?”. Joël (8), Roos (10) en Suze (8) van groep 5 van basisschool De Borgwal in Renswoude praten er met elkaar over. TEKST EN FOTO’S: MARISSA DIEPEVEEN
Joël: ‘Er bestaat contant geld. Dat zijn de losse munten en het briefgeld. Je kunt dit vasthouden.’ ‘Er bestaat ook digitaal geld. Dit is het geld dat op je bankrekening staat. Je kunt dit niet vastpakken. Je gebruikt er een pinpas voor’, zegt Roos.
Joël, Suze en Roos hebben veel uitgelegd over geld en de verleidingen om geld uit te geven. Ga nu zelf aan de slag. Bespreek met je klasgenoten of vrienden de volgende vragen. Schrijf daarna jullie antwoorden op. Succes!
Wat was dat?
Heb jij weleens iets gekocht door vrienden?
Was je er achteraf ook echt blij mee?
Hoe blijf je deze verleiding de baas?
Wat is handig?
‘Ik vind contant geld makkelijker. Je kunt het gewoon uit je portemonnee pakken. Je hoeft niet eerst naar de bank’, vertelt Suze. Roos: ‘Ik vind digitaal geld handig. Je kunt bij een kassa snel met je pinpas betalen. Je hoeft geen contant geld te tellen.’
Suze toont een bankpas. Je kunt hiermee bij je digitale geld komen.
… het bedrijf achter de gratis game Fortnite in 2021 bijna 6 MILJARD EURO binnen kreeg dankzij de spelers van deze game?!
Heb jij weleens iets gekocht door social media?
Wat was dat?
Was je er achteraf ook echt blij mee?
Hoe blijf je deze verleiding de baas?
MAART 2O24 Roos toont muntgeld. Dit is contant geld. Joël toont briefgeld. Dit is ook contant geld.Veilig of onveilig?
‘Briefgeld kan wel scheuren’, zegt Joël. Suze: ‘Inbrekers kunnen contant geld makkelijker stelen dan digitaal geld. De banken bewaren het geld veilig met kluizen en camera’s.’ Roos: ‘Je moet bij een pinpas goed opletten dat je hem niet kwijtraakt. Je kunt dan niet makkelijk meer bij je geld komen.’
Geld krijgen en uitgeven
Joël: ‘Ik krijg geld door klusjes te doen. Ik spaar voor een elektrische step en een vishengel.’
‘Ik krijg geld voor mijn verjaardag of mijn rapport. Ik koop er graag dingen voor mijn pony voor’, vertelt Suze. Roos: ‘Je kunt ook plastic opruimen voor geld. Ik spaar voor een dwarsfluit. Die zijn heel duur.’
Verleiding om iets te kopen
Er zijn verschillende redenen waarom je iets graag wilt kopen. Soms wil je echt heel graag iets omdat het belangrijk is voor jou. Het past bijvoorbeeld bij een hobby van je. Soms wil je iets graag omdat anderen het hebben. Er zijn ook veel bedrijven die je met trucjes overhalen om iets te kopen. Dit noem je verleiden.
Joël en Roos tonen reclame in een tijdschrift.
Suze: ‘Dit is ook reclame. Er staat “advertentie" boven.’
Verleiding 1: door vrienden
‘Ik zag op een feestje iemand met een mooie bestuurbare auto. De bestuurbare auto ging echt heel erg snel. Je hoeft niet alles zelf te kopen. Je kunt ook met het speelgoed van een ander spelen. Toch wil ik graag ook deze bestuurbare auto hebben’, vertelt Joël.
Heb jij weleens iets gekocht door (online) reclames?
Verleiding 2: door social media
Suze: ‘Social media zorgt er soms ook voor dat je iets graag wilt kopen. Ik zag een keer een filmpje van een bekende ponyrijdster. Zij had een mooi hoofdstel voor haar pony. Ik wilde dat hoofdstel ook voor mijn pony. Ik heb het hoofdstel later ook gekocht.’
Verleiding 3: door reclames
‘Ik zie in boekjes, kranten en op tv reclames voor speelgoed. Ik heb een keer stiften gekocht. Ik had daarvoor een reclame gezien van de stiften. Ik wilde ze heel graag hebben. Kinderen in You Tube-filmpjes die ergens mee spelen maken ook een soort reclame’, legt Roos uit.
Verleiding 4: in games
Joël: ‘Er zijn ook filmpjes op You Tube die games laten zien. Ik koop daardoor weleens een game. Games zijn ook weleens gratis. Je moet dan wel geld betalen als je in de games iets heel graag wilt doen. De game verdient zo toch geld.’
Wat was dat?
Was je er achteraf ook echt blij mee?
Hoe blijf je deze verleiding de baas?
Heb jij weleens iets gekocht in games?
Wat was dat?
Was je er achteraf ook echt blij mee?
Hoe blijf je deze verleiding de baas?
MAART 2O24
STAP 1:
‘We doen eerst de eieren voorzichtig in de eierkoker. We doen wat water in de eierkoker en zetten de eierkoker aan’, vertelt Sanne. Jackie: ‘We laten de eieren 8 minuten koken.’ Je kunt de eieren ook in een pan met water koken.
STAP 3:
Jackie: ‘De eierkoker is al klaar. Wees voorzichtig met het hete water. We doen de eieren in een kom. We houden de eieren onder koud kraanwater. De hete eieren schrikken van het koude water. Ze koelen daardoor snel af. De eierschil laat zo meteen makkelijker los.’
STAP 5:
Sanne: ‘Ik tik de schil van de eieren kapot op iets hards zoals de tafel. Ik kan de eieren nu pellen. We doen de gepelde eieren in een grote kom.’ Jackie: ‘Ik snijd de eieren eerst door met een mes. We prakken de eieren verder fijn met een vork.’
STAP 7:
Sanne: ‘We doen de eiersalade op toastjes. We gebruiken hiervoor een vork.’ ‘Ik vind dat het er gezellig en lekker uitziet’, zegt Jackie.
Ingrediënten:
7 eieren
2 eetlepels olijfolie
2 eetlepels yoghurt
2 theelepels mosterd
1 theelepel kerriepoeder
1 snufje peper
1 snufje zout
1 klein bosje bieslook
Extra: volkoren toastjes
HARSKAMP – Veel mensen eten eieren. Je kunt eieren op verschillende manieren eten. Wist je dat je heel makkelijk zelf eiersalade kunt maken? Je hebt alleen eieren, een sausje en wat kruiden nodig. Sanne (8) en Jackie (8) laten zien hoe je eiersalade kunt maken. Ze vertellen ook wat je allemaal met eiersalade kunt doen. TEKST EN FOTO’S: MARISSA DIEPEVEEN
STAP 2: Sanne: ‘We maken ondertussen het sausje. We doen de olijfolie, de yoghurt en de mosterd in een kommetje.’ ‘We doen de kerriepoeder, de peper en het zout erbij. We roeren het heel goed door totdat het echt een glad sausje is’, legt Jackie uit.
STAP 4: ‘We wassen eerst de stengels bieslook. De eieren kunnen ondertussen nog verder afkoelen. We snijden de bieslook in hele kleine stukjes. De kleine stukjes bieslook doen we in het kommetje met het sausje’, zegt Sanne.
STAP 6: ‘We scheppen met een lepel de saus in de kom bij de fijngeprakte eieren. We roeren het voorzichtig door zodat het geen rommeltje wordt. We mengen de saus en eieren goed door elkaar’, vertelt Jackie.
Sanne: ‘Je kunt de eiersalade ook op een broodje doen of wraps vullen met eiersalade.’
Jackie: ‘Ik vind de eiersalade lekker. Je kunt de mosterd weglaten als je dit echt niet lust.’
1 2VEENENDAAL – De leerlingen van basisschool De Bron in Veenendaal hadden begin maart een projectweek over de natuur. De leerlingen van groep 5 werkten aan het thema “De jungle”. Emmaly (8) en Joas (9) uit groep 5 vertellen over de lessen over de jungle TEKST:
‘We werken tijdens de projectweek iedere middag op school aan ons thema. We knutselen en werken in ons projectboekje. Er staat een blad voor spelling in. De tekst gaat over olifanten. Er staan ook Lego-opdrachten en puzzels in. Ik vind het een hele leuke week. Ik leer veel over de jungle’, zegt Emmaly.
Apen aan een tak
Joas: ‘We maken een apenslinger. We knutselen apen van papier. We maken een apenkop en een lijfje van papier en karton. We vouwen muizentrappetjes van papier voor de armen en benen. De apen worden aan een bruine lijn door de klas gehangen. Het lijkt steeds meer op een jungle in de klas.’
Isa maakt olifanten van klei. (Isa was helaas ziek tijdens het interview voor dit artikel.)
FOTO’S: JUF KLASINE / DE BRON
Slangen en vuurvliegjes
‘We knutselen slangen van papieren stroken. We maken ook vuurvliegjes van plastic flesjes. We beplakken de flesjes met crêpepapier. We maken er vleugels aan vast en tekenen een neusje op de dop. We stoppen er als laatste lichtgevende staafjes in’, vertelt Emmaly.
In de Jeep
‘De juf heeft een Jeep geknutseld van karton. Een Jeep is een auto waarmee je makkelijker door de jungle kunt rijden. Een Jeep heeft grote banden en een open dak. Er zitten ook geen zijramen in. Het is veel te warm in de jungle voor een dichte auto’, legt Joas uit.
Een tijger
Lego.
Joas en Isa doen mee met een bingo over de jungle.
STROPERS
Iemand die jaagt terwijl dat niet mag.
Papagaai met rekensommen
Joas: ‘We knutselen en leren. Er staat een papagaai met rekensommen in ons projectboekje. Je rekent eerst de sommen uit die in de papagaai staan. Er hoort een kleur bij elk getal. Je kleurt de papagaai met de kleur van je antwoord. Je krijgt een mooie gekleurde papagaai als je goed rekent.’
Gevaren in de jungle
‘We kijken filmpjes over de jungle in de klas. We leren dat er veel gevaren zijn in de jungle. Er zijn gevaarlijke dieren. Veel dieren zijn giftig. Er zijn ook giftige planten’, zegt Emmaly. Joas: ‘We zien op een filmpje hoe je een stevige hut van takken kunt bouwen voor een veilige slaapplek.’
Vragen stellen
Emmaly: ‘We mogen de juf vragen stellen over de jungle. Ik vraag hoe het kan dat een kameleon van kleur kan veranderen. De juf zoekt het antwoord op. Kameleons hebben speciale cellen met pigment net als mensen. Mensen kunnen bruiner worden door pigment. Kameleons kunnen in meer kleuren veranderen door hun pigment.’
Wereld Natuur Fonds
‘Er komt ook iemand van het Wereld Natuur Fonds op school. We krijgen uitleg over de tijgers. De tong van tijgers is veel geld waard’, zegt Emmaly. Joas: ‘Er zijn al verschillende soorten tijgers uitgestorven door stropers en ontbossing. Het Wereld Natuur Fonds werkt hard om de jungle en de dieren in de jungle te beschermen.’
ONTBOSSING
Het verdwijnen van bos, veroorzaakt door mensen.
De olifanten van klei.
BENNEKOM – Je kunt aan verschillende schooltoernooien meedoen als je op de basisschool zit. Je hebt toernooien in verschillende sporten zoals voetbal, schaken, korfbal, zwemmen of dammen. Je kunt tijdens een toernooi ontdekken of je iets heel goed kunt of misschien nog niet. We stelden vijf leerlingen van basisschool De Plataan in Bennekom de vraag: ‘Doe jij weleens mee aan schooltoernooien?’ TEKST EN FOTO’S: SUSANNE VEENENDAAL
‘Ik heb dit jaar samen met Seïn het schaaktoernooi georganiseerd. Ik vind schaken heel leuk. Ieder potje schaken is anders. De potjes verlopen soms verrassend. Je moet goed vooruit denken bij schaken.’
Boaz (11):
Jouw naam:
‘Ik vind het leuk om mee te doen met schooltoernooien. Het is gezellig met de klas en samen met mijn vrienden bezig te zijn. Ik denk dat schooltoernooien ook goed zijn om nieuwe vrienden te maken.’
‘Ik doe mee aan schooltoernooien van dammen, schaken, voetbal en korfbal. Ik had nog nooit eerder geschaakt. Ik kreeg twee lessen van tevoren. Ik vind het leuk om nieuwe dingen te ontdekken. Ik vind het ook gezellig om mee te doen.’
De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar: ANTWOORD@JONG0318.NL
We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.
Zou jij weleens mee willen doen aan een schooltoernooi?
Seïn (11):
‘Ik doe mee aan schooltoernooien om nieuwe dingen te proberen. Ik ben fanatiek en ga voor de winst. Ik vind sporten belangrijk omdat het leuk is en ik er een goede conditie door krijg.’
Jouw antwoord:
‘Ik doe mee aan een schooltoernooi als het toernooi me leuk lijkt. Je leert tijdens een schooltoernooi om samen te werken en samen te spelen. Je leert ook nieuwe sporten kennen. Ik hou van sporten en het is goed voor je.’
Wat voor dag was het vrijdag 1 maart?
(PAGINA 1)
Wat doet Wess het liefste voor zijn plezier in Veenendaal?
(PAGINA 3)
Aan wie mochten de kinderen vertellen wat zij graag voor hun plezier doen? De … (PAGINA 3)
Welke boom staat er in de moestuin?
(PAGINA 4)
Waarmee lopen Milan en Sara langs het publiek?
(PAGINA 5)
Contantgeld bestaat uit muntgeld en …? (PAGINA 6)
Wat tonen Joël en Roos in een tijdschrift? (PAGINA 7)
Waarvan heb je 1 theelepel nodig in het recept?
(PAGINA 8)
Hoe noem je het verdwijnen van bos, veroorzaakt door mensen?
(PAGINA 9)
Op welke basisschool is de vraag van de maand gesteld?
(PAGINA 10)
Welk apparaat in het draaiorgel blaast lucht?
(PAGINA 11)
Welk stofje zet suikers om in energie voor je lichaam?
(PAGINA 12)
HET ANTWOORD VAN DE PUZZEL VAN FEBRUARI IS WATERPROEFJE DE WINNAAR IS ARON (10) ! Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels! Koert (12): Anna-Lia (11): Maureen (11): MAART 2O24VEENENDAAL – De leerlingen van groep 4 van de Johannes Calvijnschool uit Veenendaal kregen van meester Bert een hele bijzondere les. De les ging over een draaiorgel die meester Bert zelf heeft gemaakt. Hij kan daardoor heel veel over draaiorgels vertellen.
TEKST EN FOTO’S: SUSANNE VEENENDAAL
Meester Bert: ‘Het belangrijkste van het draaiorgel zijn de pijpen. Bij een gewoon orgel zijn die van het metaal tin. Ik heb de pijpen gemaakt van hout.’ De leerlingen mogen de pijpen bekijken. Een schepbalg is ook heel belangrijk voor het draaiorgel. Dat is een apparaat dat lucht blaast. De schepbalg schept de lucht via de luchtkamer zo de pijpen in.
Verschillende pijpen, verschillende klanken
Hannah (7): ‘Stel je voor dat je een lange en korte pijp hebt. De lucht doet er langer over om door de lange pijp te gaan. Het is net als wanneer je verder weg praat. Het geluid klinkt dan zachter. Hoe langer de pijp is hoe lager de klank die uit de pijp komt.’
Muziek maken
Jona (7): ‘Je kunt het draaiorgel een melodie laten afspelen met een draaiorgelrol. Dat is een soort rol met verschillende gaatjes waardoor er verschillende tonen uit het orgel komen. Ik vind de muziek die eruit komt heel leuk.’
Vrolijke liedjes
Iedereen mag even draaien aan het orgel en door de klas klinken vrolijke liedjes, zoals ‘er is er een jarig’. Alle kinderen zingen enthousiast mee. Vera (7): ‘Ik vind het heel leuk om aan het orgel te draaien. Ik zou het ook wel leuk vinden om zelf een draaiorgel te maken.’
Je draait aan het draaiorgelwiel.
De schepbalg pompt nu lucht door de slangetjes.
De draaiorgelrol in het draaiorgel draait mee.
De lucht gaat naar de grote en kleine pijpen.
De gaatjes in de draaiorgelrol laten lucht door naar de pijpen.
Door verschillende tonen via de verschillende pijpen krijg je de melodie.
VEENENDAAL – Xander (12) heeft diabetes. Diabetes is een ziekte waarbij er teveel of te weinig suiker in je bloed zit. Diabetes wordt daarom ook wel suikerziekte genoemd. Teveel of te weinig bloedsuiker is niet goed voor je lichaam. Xander legt uit hoe hij omgaat met zijn diabetes. TEKST: MARISSA DIEPEVEEN
‘In eten en drinken zitten koolhydraten. Koolhydraten komen als suikers in je bloed terecht. Een gezond lichaam maakt daarna insuline aan. Insuline is een stofje dat de suikers omzet in energie voor je lichaam. Je gebruikt deze energie om dingen te doen’, legt Xander uit.
Diabetes type 1 en 2
Xander: ‘Ik heb diabetes type 1. Mijn lichaam maakt helemaal geen insuline meer aan. De hoeveelheid suiker in mijn bloed wordt daardoor te hoog als ik eet. Dat heet een hyper. Ik voel mij misselijk en onrustig. Mijn buien wisselen veel tussen boos en blij.’
Diabetes type 2 bestaat ook. Je lichaam maakt nog wel insuline aan. Je lichaam reageert er niet meer goed op.
De bloedsuikermeter
‘Het is heel belangrijk dat ik op tijd weet hoeveel suiker er in mijn bloed zit. Ik meet dit meerdere keren per dag. Ik gebruik hiervoor een bloedsuikermeter. Ik zet de bloedsuikermeter op een vingertop. Ik druk op de knop. Ik krijg een prikje in mijn vinger. Ik veeg een druppeltje bloed in de meter’, zegt Xander.
Veel rekenen
Xander: ‘Ik lees op het scherm een getal. Dit is de bloedsuikerwaarde. Ik voel mij het beste bij een getal tussen de 4 en 6,5. Is het getal hoger dan 6,5? Er zit teveel suiker in mijn bloed. Ik moet insuline innemen om te zorgen dat de suiker omgezet wordt in energie. Ik reken uit hoeveel insuline ik nodig heb.’
Insuline spuiten
‘Ik neem de insuline in met een spuitpen. Ik zet eerst een schone naald op de spuitpen. De spuitpen gaat daarna in mijn bovenbeen of in mijn buik. De hoeveelheid suiker in mijn bloed gaat daarna weer omlaag. Ik heb een tijdje prikangst gehad. Ik kan er nu mee leven dat ik veel moet prikken’, vertelt Xander.
Teveel insuline
Xander: ‘Teveel insuline is ook niet goed. De hoeveelheid bloedsuiker wordt te laag. Dat heet een hypo. Ik krijg last van duizeligheid, moeheid, hoofdpijn, tintelende handen en ga zweten. Ik moet snel iets met suiker nemen zoals een Dextro. Ik moet steeds goed opletten wat ik eet, drink en hoeveel energie ik gebruik.’
Begrip van anderen
‘Het kost mij meerdere keren per dag tijd om goed te meten, rekenen en insuline spuiten. Ik voel me soms niet lekker. Dat kost ook tijd op school. Ik heb geen andere keuze. Mensen begrijpen het niet altijd. Ze maken soms vervelende opmerkingen. Ik snap die opmerkingen niet. Diabetes is geen pretje’, vertelt Xander.
Mijn leven blijven leven
Xander: ‘Ik kan goed leven met diabetes. Ik wil diabetes niet mijn leven laten bepalen. Ik leef daarom gewoon mijn leven. Ik probeer ondertussen de bloedsuikerwaarde zo stabiel mogelijk te houden. Dat is beter voor mijn lichaam. Mijn zus heeft ook diabetes type 1. We kunnen er samen over praten en elkaar helpen. Ik vind dat fijn.’