Jong010, dé Rotterdamse kinderkrant - maart2025

Page 1


4 7 9 11

De leerlingen op het International Film Festival Rotterdam. Foto: Arjen Jan Stada

CENTRUM – De leerlingen van groep 5 van De van Oldenbarneveltschool bezochten het filmfestival International Film Festival Rotterdam (IFFR). Tijdens het festival waren bijzondere films van over de hele wereld te zien. Tekst: Jesse Wagenvoord

Sarah (8): ‘We kijken in de bioscoop 4 korte films uit verschillende landen. Ik vind het leuk dat we onder schooltijd naar de film mogen.’ ‘Filmfestivalfilms zijn anders dan de films die normaal in de bioscoop draaien. De films zijn niet zo bekend’, legt Norah (8) uit. ‘Ik vind het leuk dat we films uit andere landen zien. We leren daardoor meer over andere landen’, zegt Defne (8).

De film ‘Skate the City’ Defne: ‘Ik vind de Belgische documentaire ‘Skate the City’ het leukst. Een documentaire is een film over het echte leven. De documentaire gaat over kinderen die willen skaten. In de stad waarin ze wonen is het op steeds meer plekken verboden om te skaten. De kinderen doen er alles aan om toch te skaten. De kinderen gaan zelfs naar het stadhuis.’ ‘Ik leer van de film dat je soms dingen moet durven vragen’, zegt Norah. ‘Ik vind het goed als kinderen zich mogen bemoeien met regels. Volwassenen weten niet altijd wat kinderen willen’, zegt Fatma (9).

De film ‘Moustache’

Norah: ‘Ik vind de film ‘Moustache’ het best. De film gaat over de vrienden Dalou en Coco. Ze gaan op zoek gaan naar een invalvader voor Dalou omdat de vader van Dalou is overleden.’ Sarah: ‘Dalou ontdekt dat Coco haar vader er vaak niet is. Dalou ontdekt daardoor dat je je vader ook kunt missen als hij er nog wel is.’ ‘Ik zie in de film dat familie en vrienden heel belangrijk zijn’, zegt Fatma.

Een vlam in de pan doven
Jens (10) leert goocheltrucs
Samen leren rouwen
Aleksandr (10) speelt ijshockey

Er vliegen 2 ballonnen door de woestijn.

De ene ballon zegt tegen de andere ballon: ‘Kijk uit, een cactusssss!’ De andere ballon reageert: ‘Dat maakt niet uit. Ik ben niet … PANG!’

Nasrin (9)

Er komt een mot bij de dokter. De dokter vraagt: ‘Wat zijn uw klachten?’ De mot zegt: ‘Geen, maar ik zag licht branden.’

Berat (10)

Jantje en Pietje lopen door de woestijn. Ze vinden een kameel. Maar de kameel vindt van niet.

Bilal (11)

Weet je waar je het beste droge moppen kan vertellen?

In de woestijn.

Eveline (11)

Een man gooide brieven in de bus. Weet je wat er toen gebeurde?

Isha (12)

Ken je die eekhoorn die niet goed was in spellen?

Hij dacht altijd dat hij een eenhoorn was totdat hij in de spiegel keek. De buschauffeur werd boos.

Sami (10)

THEMA: MUZIEK

bandje dansen dirigent geluid hiphop instrument jazz klank klassiek koor

Antwoord (1 woord):

Regels: de woorden vind je horizontaal, verticaal en diagonaal. Ook achterstevoren.

liedje luisteren melodie muziekles muziekschool muzikant noten pop rock tempo toonladder zanger zingen

Voetbal is ook een spelletje. Met de voeten.

Ik wil een spelletje doen met mijn hoofd.

Michiel van de Vijver

Overkoppen dus.

Zoek de vrachtwagens in de krant!

Kun jij ze allemaal vinden? Vul hier het aantal in:

Jong010 wordt mede mogelijk gemaakt door:

Voetballen? Nee, laten we een spelletje doen. redactie@jong010.nl

Heb jij een tip voor Jong010?

Lees alle kranten op onze website: www.jong010.nl

JONG010 - MAART 2025

JAARGANG 15 - EDITIE 7

OPLAGE: 36.000 KRANTEN

Hoofdredacteur: Suzanne Huig

Journalisten: Marloes Brouwer, Lotte Keuzenkamp, Ahmad Resh, Jesse Wagenvoord

Fotografen: Fleur Beerthuis, Peter Snaterse, Arjen Jan Stada

Vormgeving: Marcel van den Assem

Redactiemedewerker: Sasja Hof

Aan deze editie werkten verder

Carola Schouten is de burgemeester van Rotterdam. Ze hoort graag de meningen en ervaringen van basisschoolleerlingen. De burgemeester hoort graag van jou of je je spullen met anderen deelt.

Tekst en foto's: Suzanne Huig

C AROLA S CHOUTEN

Foto: Casper Rila

‘Ik vind het heel leuk om te delen. Je leent iets van jezelf uit aan een ander om plezier mee te hebben als je deelt. Ik vind het mooi om iemand blij te zien. Je speelgoed delen is een fijne manier om vrienden te maken en samen een leuke tijd te hebben. Volwassenen kunnen ook spullen delen. Op verschillende plekken in Rotterdam staan bijvoorbeeld kleine boekenkastjes op straat. Mensen leggen in die boekenkastjes boeken die ze zelf hebben gelezen. Mensen kunnen uit de kastjes een boek pakken als ze een boek willen lezen. Deel jij je spullen met anderen?’

‘Ik deel mijn Pokémonkaarten met mijn vrienden. Ik speel dan samen met mijn vrienden een spel met de kaarten. Ik deel mijn kaarten alleen met mensen die ik vertrouw. Ik wil mijn kaarten soms niet delen als ik zelf met mijn kaarten wil spelen.’

‘Ik deel mijn Nintendospelletjes met een vriend. Hij deelt zijn spelletjes met mij. We kunnen daardoor allebei meer verschillende spellen spelen. Ik vind het belangrijk om speelgoed te delen. Ik speel vaak met anderen samen doordat ik mijn speelgoed deel. Dat vind ik leuk.’

‘Mijn nicht woont een tijdje bij mij thuis. Ik deel mijn kamer daarom even met mijn nicht. Ik vind het fijn dat ik haar een fijne plek kan geven door mijn kamer met haar te delen.’

‘Ik deel mijn speelgoed met andere kinderen. Ik stop de kledingstukken die ik niet meer pas in een speciale container. De kledingstukken gaan naar kinderen die ze goed kunnen gebruiken. Ik vind het heel fijn om mensen blij te kunnen maken met mijn spullen.’

‘Ik heb 2 broers, 1 broertje, 1 zus en 2 zusjes. We delen thuis veel met elkaar. We delen bijvoorbeeld ons speelgoed met elkaar. We delen ook traktaties met elkaar. Als iemand op school een traktatie krijgt, eten we die traktatie thuis samen op.’

‘Ik deel bijna al mijn speelgoed met mijn buurjongens. Ik vind het lastig om sommige spullen te delen. Ik ben dan bang dat iets kapotgaat of kwijtraakt. Ik kies dan iets anders wat ik wel wil delen.’

‘Ik heb speciale pennen die je kunt uitgummen. Ik deel die pennen op school met mijn klasgenoten. Ik vind het leuk om mijn pennen te delen en anderen daardoor blij te maken.’

‘Ik geef het speelgoed waarmee ik niet meer speel aan mijn nichtjes. Ik geef de kledingstukken die ik niet meer pas aan een vriendinnetje. Ik deel op die manier de spullen die ik zelf niet meer gebruik.’

Deel jij je spullen met anderen?

‘Ik deel mijn kamer met mijn broertje. Ik vind het niet altijd leuk om mijn kamer te delen omdat mijn broertje mij soms wakker houdt. Ik deel mijn speelgoed met mijn vrienden. Ik leen bijvoorbeeld mijn voetbal uit aan vrienden.’

ROTTERDAM – Er kan veel veranderen als er iemand doodgaat die voor jou heel belangrijk is. Sommige kinderen worden boos of verdrietig. Sommige kinderen zijn bang dat er nog iemand doodgaat. Sommige kinderen voelen zich schuldig of eenzaam. Die verschillende gevoelens horen bij rouwen. Tekst: Suzanne Huig

ROTTERDAM – Ashley haar vader is ruim een jaar geleden overleden. ‘Mijn papa was heel ziek. Hij had kanker. Dokters hebben geprobeerd om papa beter te maken maar dat is niet gelukt. Mijn papa is nu een ster.’ Tekst: Suzanne Huig

‘Papa kon door zijn ziekte steeds minder. De laatste weken van 2023 lag papa in onze woonkamer op een bed. Ik kon gelukkig nog muziek met hem luisteren en spelletjes met hem spelen. Papa, mama, mijn zusje en ik sliepen die weken met zijn vieren in de woonkamer. We konden daardoor echt samen zijn en elkaar veel knuffelen. Ik vond dat heel fijn’, vertelt Ashley.

Aandacht naar papa

Ashley: ‘Mama zorgde voor papa toen papa ziek was. Mama, mijn zusje en ik wilden ervoor zorgen dat papa zich zo goed mogelijk voelde. Bijna al mama haar aandacht ging naar papa. Ik vond het soms lastig als mama geen aandacht aan mij kon geven omdat ze voor papa zorgde. Mijn oma en opa hadden gelukkig extra aandacht voor mijn zusje en voor mij toen papa ziek was. Ik vond dat heel fijn. Ik praatte bijvoorbeeld met mijn opa of oma als ik verdrietig was.’

Brutaal, bazig en boos ‘Ik vond het na het overlijden van mijn papa lastig om met mijn gevoelens om te gaan. Ik werd brutaal en bazig. Ik was boos omdat ik het niet eerlijk vond dat mijn vader is overleden. Ik praatte met mama over hoe ik me voelde. Mama wist niet altijd hoe ze mij kon helpen. Ik ben de training ‘Ik rouw van jou’ gaan volgen om beter met mijn gevoelens om te leren gaan’, vertelt Ashley.

Minder eenzaam voelen

Ashley: ‘Ik vond het heel fijn om tijdens de training kinderen te ontmoeten die ook iemand zijn verloren. Ik weet daardoor dat ik niet de enige ben die iemand moet missen. Ik voel me daardoor minder eenzaam. Ik vond het fijn om tijdens de training te praten over wat ik heb meegemaakt en hoe ik me voelde. De deelnemers aan de training herkenden en begrepen mijn gevoelens.’

‘Ik rouw van jou’ is een training voor kinderen van wie een familielid is overleden. De deelnemers leren tijdens de training om beter om te gaan met het verlies van de overleden persoon. Ashley (9) haar vader is overleden. Ze volgde de training ‘Ik rouw van jou’.

De training is gratis. Kijk voor meer informatie op WWW.INDIGOWEST.NL of mail naar PREVENTIE@INDIGORIJNMOND.NL

Een herinneringendoosje

‘Ik heb tijdens de training een herinneringendoosje voor mijn papa gemaakt. Ik bewaar in het doosje bijvoorbeeld een briefje dat ik voor mijn vader heb geschreven. Ik bewaar in het doosje ook een steen die ik voor mijn vader heb versierd. Ik kijk naar de steen als ik me niet fijn voel. Ik denk dan extra aan mijn vader. De steen zorgt er dan voor dat ik me weer fijner voel’, vertelt Ashley.

Ashley laat trots haar diploma van de training en haar herinneringendoosje zien. Foto’s: Arjen Jan Stada

Berichten aan papa ‘Ik heb tijdens de training iedere week een bericht aan mijn vader geschreven. Ik had daardoor het gevoel dat ik nog dingen tegen mijn papa kon zeggen. Ik vond dat heel fijn. Ik praat in mijn gedachten soms nog tegen mijn papa. Ik vraag hem bijvoorbeeld vaak om hulp als iets niet lukt. Soms lukt het dan ineens toch. Ik heb dan het gevoel dat mijn papa een beetje bij mij is’, vertelt Ashley.

Praten, schrijven en knuffelen Ashley: ‘Ik voel me fijner doordat ik de training heb gevolgd. Ik weet door de training hoe ik met mijn gevoel kan omgaan. Ik kan bijvoorbeeld over mijn gevoel praten of mijn gevoel in mijn dagboek schrijven. Ik zorg er dan voor dat mijn gevoel niet in mijn hoofd blijft zitten maar uit mijn lijf kan. Dat lucht op. Ik mis mijn papa heel erg. Ik mis hem nog meer als ik bijvoorbeeld zijn lievelingslied hoor of zijn lievelingseten eet. Ik knuffel dan even met mijn mama of met een vriendin.’

Ashley.
ROUWEN
Je gevoelens over de dood van iemand.

SCHIEBROEK – Bram (8) heeft cerebrale parese. Cerebrale parese is een beschadiging in de hersenen. Je hersenen sturen je spieren aan. Je hersenen sturen signalen naar je spieren waardoor je kunt bewegen. Hersenen die zijn beschadigd kunnen moeilijker signalen naar de spieren sturen. Dit zorgt voor problemen met bewegen. Tekst: Marloes Brouwer / Foto’s: Arjen Jan Stada

Bram is te vroeg geboren. Zijn hersenen liepen daardoor schade op. Bram: ‘Mijn spieren trekken zich soms opeens samen. Die samentrekkingen noem je spierspasmes. Ik heb spierspasmes in mijn handen en voeten. Ik heb ook spierspasmes in mijn benen. Mijn spieren voelen stijf. Het is voor mij moeilijk om te lopen. Ik ga soms door mijn knieën en val dan op de grond.’

Behandelingen en speciale schoenen

Bram krijgt behandelingen in revalidatiecentrum Rijndam Revalidatie. ‘Ik oefen veel met bewegen tijdens de behandelingen. Ik kan daardoor steeds beter lopen. Ik liep vroeger als een ballerina. Ik liep toen op mijn tenen. Dat kwam door mijn spierspasmes’, vertelt Bram. Bram draagt speciale schoenen. ‘Er zit een spalk aan mijn schoenen vast. Mijn voeten staan daardoor steviger op de grond. Ik loop op mijn platte voeten in plaats van op mijn tenen. Sommige kinderen vinden dat ik anders loop. Ze vinden het raar dat ik mijn knieën niet kan buigen. Ik vind dat niet leuk’, zegt Bram.

‘Mijn doel is dat ik alles kan. Ik heb alleen wat extra hulp nodig bij sommige dingen.’

Zwemmen en judoën

Bram: ‘Mijn doel is dat ik alles kan. Ik heb alleen wat extra hulp nodig bij sommige dingen. Ik heb mijn zwemdiploma A behaald. Ik vind zwemmen heel leuk. Zwemmen is goed voor mijn benen. Zwemmen versterkt mijn spieren. Ik doe ook aan budo. Budo is judo voor kinderen met een beperking. We judoën op onze voeten en knieën. De gymjuf helpt ons. Ik heb de gele band al behaald. Dat is de tweede band die je kunt halen.’

Geld ophalen

Bram doet vaak mee aan marathons. Hij loopt verschillende afstanden. Hij loopt soms 10 kilometer. Hij loopt soms ook 20 kilometer. Hij loopt de marathons samen met zijn vader. Hij haalt met het lopen van marathons geld op voor het revalidatiecentrum. ‘Ik liep vorig jaar de Your Marathon Challenge in Rotterdam. Het ging heel goed. Ik hield af en toe pauze. Ik had een koptelefoon op mijn hoofd met muziek. We hebben veel geld opgehaald’, vertelt Bram trots.

Fonds Kind & Handicap helpt kinderen en jongeren met een handicap of chronische ziekte.

Een handicap is een beperking waardoor je sommige dingen niet zo goed kunt.

Een chronische ziekte is een ziekte die minimaal 3 maanden duurt, steeds terugkomt of niet genezen kan worden.

De organisatie geeft bijvoorbeeld geld om hulpmiddelen te kopen, voorlichting te geven of onderzoek te doen.

Bram.

ZELF GELD VERDIENEN

ROTTERDAM – De kans is kleiner dat je later geldproblemen krijgt als je al op jonge leeftijd met geld leert omgaan. Je kunt je geld maar 1 keer uitgeven. Je moet daarom goed nadenken wat je ermee doet.

Tekst: Suzanne Huig

Je leert goed met geld omgaan als je zelf geld verdient. Je weet dan hoe lang je ergens voor moet werken of sparen. Je kunt daardoor beter de keuze maken of je iets echt wilt hebben. Je mag in Nederland vanaf je dertiende een bijbaantje hebben of vakantiewerk doen. Sommige kinderen willen graag zelf wat geld verdienen maar zijn nog geen 13 jaar. Die kinderen doen bijvoorbeeld klusjes voor familieleden of bekenden.

Ricardo verdient per week het meeste geld met klusjes.

Ricardo verdient € 3,50 + € 1,50 = € 5,00.

Teun verdient 1 x € 4,50 = € 4,50.

Sarah verdient 3 x € 1,50 = € 4,50.

Anne verdient 1,5 x € 3,00 = € 4,50.

Wie verdient per week het meeste geld met klusjes?

Oppassen. € 3,00 per uur.

Anne (12) past iedere zaterdagmiddag 1,5 uur op haar zusje.

Naam:

Tuinieren. € 3,50 per keer.

Sarah (11) laat 3 keer per week de hond van de buurvrouw uit.

ROTTERDAM – Nederland heeft 21 waterschappen. Waterschap Hollandse Delta is 1 van de waterschappen. Een waterschap zorgt in een gebied voor veilige dijken en schoon en genoeg water. Mirko (12) en Djayliano (11) laten met het proefje ‘Vies water schoonmaken’ zien hoe je vies water schoon kunt maken. Tekst: Suzanne Huig / Foto’s: Peter Snaterse

‘Knip de fles op ongeveer 1/3 van de onderkant open. Bewaar de onderkant’, zegt Mirko.

‘Doe de halve liter water in de afwasbak. Doe in het water wat aarde, appelsap en ontbijtkoek. Dit is nu vies water, zegt Mirko.

Djayliano: ‘Haal de dop van de fles. Zet de bovenkant van de fles op zijn kop in de onderkant.’

Auto wassen. € 4,50 per keer.

Teun (10) wast iedere zaterdag de auto van zijn vader.

Hond uitlaten. € 1,50 per keer.

Ricardo (12) helpt iedere week zijn opa met tuinieren. Hij laat 1 keer per week de hond van de buurvrouw uit.

Gebruik de ruimte hieronder om de som uit te rekenen.

‘Stop de watten in de fles. Zorg dat de watten aansluiten aan de rand. Doe daarna het zand in de fles’, zegt Mirko.

‘Giet voorzichtig een beetje van het vieze water in de fles. Als alles goed gaat, komt er aan de onderkant schoon water uit de fles’, zegt Djayliano.

Wat gebeurt er? De steentjes, het zand en de watten zijn van steeds fijner materiaal. Het werkt als een filter in de fles. De vieze deeltjes blijven hangen. De viezigheid wordt daardoor uit het water gehaald.

Wat heb je nodig?

* 1 lege plastic fles

* Een halve liter water

* 1 afwasbak

* Een schaar

* Watten

* Een beetje zand

* Een beetje grind

* Een beetje aarde

* Appelsap

* Ontbijtkoek

Djayliano: ‘Doe daarna het grind in de fles. We hebben nu een waterfilter gemaakt.’

Weetje

Rioolwaterzuiveringsinstallaties gebruiken bacteriën in plaats van filters om van vies rioolwater schoon slootwater te maken.

Droppie Water: Robert van der Kroft

ROTTERDAM – Marieke van Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Rijnmond reageert iedere maand in Jong010 op een vraag of een probleem van een leerling of klas. Ze beantwoordt deze maand de vraag van Demi (10). Tekst: Suzanne Huig

Marieke beantwoordt ingestuurde vragen.

Foto: Peter Snaterse

Demi: ‘Ik moet binnenkort een prik halen. Ik ben bang. Wat kan ik doen?’

Hoi Demi,

In Nederland krijgt ieder kind de mogelijkheid om prikken tegen ziektes te halen. Die prikken noemen we vaccinaties. De vaccinaties beschermen je tegen de ziektes. Het is daarom belangrijk dat je de prikken krijgt.

Informatie bekijken

Het is niet fijn om bang te zijn. Je bent misschien minder bang als je weet wat er precies gaat gebeuren als je een prik gaat halen. Op de website van het CJG, www.vaccinatiescjgrijnmond.nl, staat veel informatie over prikken halen. Je kunt die informatie samen met je moeder, vader of een verzorger bekijken. Je moeder, vader of verzorger kan je dan uitleg geven als je vragen hebt.

Iemand meenemen en aan iets leuks denken

Het is fijn om iemand mee te nemen die je vertrouwt als je de prik gaat halen. Je kunt bijvoorbeeld je moeder, vader, verzorger of een vriend of vriendin meenemen. Je mag ook een knuffel meenemen als je dat fijn vindt. Het helpt ook om aan iets leuks te denken als je de prik krijgt. Je denkt dan even niet aan de prik. Probeer je arm slap te houden als je de prik krijgt. De prik doet dan bijna geen pijn.

Groetjes, Marieke

Stuur een mail naar REDACTIE@JONG010.NL

Of stuur een brief naar Jong010, Postbus 13037, 3004 HA Rotterdam.

ROTTERDAM – Veiligheidsregio

Rotterdam-Rijnmond wil gevaarlijke situaties voorkomen. In een keuken zijn veel brandgevaren doordat er bijvoorbeeld elektriciteit of gas wordt gebruikt om te koken. De leerlingen van groep 8 van basisschool De Klaver-Heijplaat bezochten de Club van 1-1-2 in de brandweerkazerne van Schiedam. De leerlingen leerden van brandweervrouw Sjors hoe ze een vlam in de pan kunnen doven. Tekst: Suzanne Huig

‘De meeste mensen bakken met olie of boter. Dat kan bij een hoge temperatuur in brand vliegen. Je hebt dan vlam in de pan’, zegt Egor (12). ‘Je kunt ook een keukenbrand krijgen als eten te heet wordt’, zegt Hakim (13). Faith (12): ‘Je kunt keukenbranden voorkomen door nooit weg te lopen uit de keuken als er een pan op het fornuis staat of als de oven aanstaat. Je kunt alles goed in de gaten houden als je in de keuken blijft terwijl je kookt.’

De leerlingen doen in de Club van 1-1-2 alsof ze een vlam in de pan doven.

Fleur

Een deksel op de pan

De leerlingen mogen met behulp van brandweerman Olof een echte vlam in de pan doven.

‘Brand ontstaat door de combinatie van brandstof, zuurstof en warmte. Je blust een brand als je 1 van die 3 dingen weghaalt’, legt brandweervrouw Sjors uit. Jeremy (11): ‘Je kunt voorzichtig een deksel op de pan leggen als je vlam in de pan hebt. Je zorgt er dan voor dat er geen zuurstof meer bij komt. Het vuur gaat daardoor uit.’ Brandweervrouw Sjors legt uit hoe je dat doet: ‘Je houdt de deksel vast en strekt je arm uit. Je gebruikt de deksel als een soort schild om jezelf te beschermen. Je legt de deksel op de rand van de pan en schuift hem op de pan. Je zet daarna het gas of de elektriciteit uit.’

Brandweerman Olof laat zien dat je een vlam in de pan niet met water kunt blussen. Hij laat zien wat er gebeurt als je water in de pan doet.

Niet verplaatsen en 112 bellen ‘Je laat de deksel op de pan zitten. Je krijgt opnieuw vlam in de pan als je de deksel er te vroeg vanaf haalt’, zegt Chaidrion (11). Brandweervrouw Sjors: ‘Het is belangrijk om de pan met daarop de deksel niet te verplaatsen. Je kunt je armen verbranden of vallen als je de pan verplaatst. Het is ook belangrijk dat je de afzuigkap uitzet. De afzuigkap kan anders ook in brand vliegen. Je belt voor de zekerheid 112. Brandweermannen komen dan controleren of je keuken weer veilig is.’

Heb jij een vraag aan Marieke of zit je ergens mee?
Foto’s:
Beerthuis

CHARLOIS – De leerlingen van basisschool De Hoeksteen volgden een les over knaagdieren op kinderboerderij De Molenwei. Ze leerden wat knaagdieren zijn. Irem (8): ‘Ik vind de les heel erg leuk. Ik vind het leuk dat er echte cavia's en ratten zijn.’ Tekst en foto’s: Lotte Keuzenkamp

D’shayro (9): ‘Een knaagdier is een dier met 4 grote snijtanden. Cavia’s, ratten, hamsters, bevers en capibara’s zijn voorbeelden van knaagdieren.’ Julia (9): ‘De snijtanden van knaagdieren groeien hun hele leven. Knaagdieren moeten knagen omdat hun snijtanden anders te lang worden.’ Zoya (9): ‘Een konijn heeft nog 2 extra tanden. Je noemt die tanden stifttanden. Konijnen zijn daarom geen knaagdieren.’

De leerlingen bekijken botten van knaagdieren.

ROTTERDAM — Er zijn meer dan 700 lammetjes geboren op Belevenisboerderij Schieveen. En er worden nog steeds lammetjes geboren op de boerderij. Siem (12), Saar (11) en Suus (11) mochten bij de pasgeboren lammetjes kijken. Suus: ‘Ik vind het heel leuk dat de lammetjes nog zo klein zijn. Ze zijn heel schattig en lief.’ Tekst en foto’s: Lotte Keuzenkamp Siem: ‘Het mannelijke schaap heeft een stempel op zijn buik. Deze stempel komt op het vrouwelijke schaap als de man de vrouw dekt. Dekken is zwanger maken. De kleur van de stempel verandert iedere week. De boer kan zo zien wanneer een vrouw is gedekt. De boer weet daardoor wanneer er veel lammetjes geboren gaan worden en wanneer weinig.’

Naar het land

Saar: ‘De lammetjes staan nu in een stal. De lammetjes gaan over een paar maanden naar buiten. Ze zijn dan sterk genoeg om op een groot land te lopen.’ Suus: ‘De boer verplaatst de lammetjes steeds naar een ander stuk land. De lammetjes wandelen dan over de weg naar een ander stuk land. Er loopt dan een hond mee. De hond zorgt ervoor dat de lammetjes niet weglopen en bij elkaar blijven.’

Schaapskudde

Saar: ‘De lammetjes horen bij een schaapskudde als ze ouder zijn. Een kudde wordt door de boer ook elke keer op een ander stuk land gezet. De kudde eet het gras op van het land waar ze staan. Ze gaan door naar een andere plek als het gras kort genoeg is.’

De leerlingen

zoeken de cavia’s in het caviaverblijf.

Vijanden

Zain (9): ‘Een knaagdier heeft veel vijanden. Roofdieren eten knaagdieren. Vossen, reigers, uilen en wolven zijn vijanden van knaagdieren. Knaagdieren hebben bolle ogen aan de zijkant van hun hoofd. Ze kunnen hun vijanden met hun ogen goed zien aankomen. Knaagdieren hebben ook heel goede oren waarmee ze hun vijanden kunnen horen. Knaagdieren verstoppen zich als ze hun vijanden zien of horen.’

Nachtdieren

Anaya (9): ‘Knaagdieren zijn nachtdieren. Ze slapen overdag. Ze zijn ’s nachts wakker. Knaagdieren hebben snorharen. Knaagdieren kunnen met hun snorharen goed voelen. Ze weten daardoor waar ze kunnen lopen als het donker is.’

Siem, Saar en Suus bekijken de schapen en de pasgeboren lammetjes.

DELFSHAVEN — Raïf (10), Atilla (8) en Mohamed (9) kickboksen iedere week bij vechtsportschool EN Sport Fight Academy. Mohamed: ‘Kickboksen is vechten om jezelf te kunnen verdedigen. Ik kickboks omdat ik sterker wil worden.’ Tekst: Lotte Keuzenkamp

Raïf: ‘We oefenen iedere les verschillende combinaties. Een combinatie bestaat uit verschillende bewegingen met je armen en benen achter elkaar. Voorbeelden van bewegingen zijn een trap, een knie of een jab.’

Mohamed: ‘Een jab is recht vooruit slaan. Je doet een jab met je linkerarm of met je rechterarm.’

Raïf: ‘We gaan na de combinaties sparren. Sparren is vrij kickboksen in tweetallen.’

De jongens tijdens een kickbokstraining.

Lichaam beschermen

‘We dragen speciale dingen om ons lichaam te beschermen. We dragen bijvoorbeeld een bandage. Een bandage is een bescherming voor de knokkels van je handen. Je draagt een bandage onder je handschoenen. Ik draag ook scheenbeschermers. Scheenbeschermers beschermen mijn benen tegen trappen’, vertelt Atilla.

Respect tonen Mohamed: ‘Het belangrijkste van kickboksen is respect tonen. Je moet je altijd netjes gedragen tegenover je tegenstander. We mogen bijvoorbeeld nooit tegen iemand zijn hoofd slaan of schoppen.’ Atilla: ‘We geven elkaar voor en na een gevecht altijd een hand. We laten daarmee zien dat we respect hebben voor onze tegenstander.’

FEIJENOORD — Aleksandr (10) speelt ijshockey bij ijshockeyclub Dordrecht Lions. Aleksandr: ‘Ik vind de penalty’s het leukst aan ijshockey. Ik vind het leuk om dan tegenover de keeper te staan en te scoren. Mijn droom is om later de Olympische Spelen te winnen.’ Tekst: Lotte Keuzenkamp

'IJshockey lijkt op hockey op het ijs. Je speelt bij ijshockey met een puck. Een puck is platter dan een bal. Hij glijdt daardoor goed over het ijs. Ik train in de winter 3 keer per week. Ik ga in de zomer 6 of 7 dagen op kamp. We trainen tijdens het kamp iedere dag op een aangelegde schaatsbaan in een hal’, vertelt Aleksandr.

Wedstrijden

Aleksandr: ‘Ik speel in de winter 1 dag per week wedstrijden. Mijn team speelt op die dag tegen 2 verschillende teams. We spelen tegen elk team 2 keer een wedstrijd van 15 minuten. De wedstrijden zijn 5 tegen 5. Er gaat elke minuut een zoemer. Alle spelers wisselen als de zoemer gaat. We wisselen zo vaak omdat we heel snel moe worden doordat de puck en het spel heel snel gaan.’

Bescherming

Aleksandr: ‘Er zijn bij ijshockey een aantal regels voor de veiligheid. Je moet altijd een nekbeschermer dragen. Je moet ook bescherming dragen voor je schouders, borst en buik. Een helm, handschoenen en kniebeschermers met kousen zijn ook verplicht. Ik draag ook altijd een warm pak tegen de kou.’

Foto’s: Arjen Jan Stada
Aleksandr op het ijs. Foto: Maria Dominé
Aleksandr. Foto: Dries Beheydt / Foto inzet: Fred Hartman

PRINS ALEXANDER — De leerlingen van basisschool De Kleine Prins deden op 7 februari mee aan Warmetruiendag. Deelnemers aan Warmetruiendag zetten de verwarming uit of omlaag. Ze trekken een warme trui aan. Demy (11): ‘Ik vind Warmetruiendag heel belangrijk. We zorgen op deze dag extra voor de aarde.’ Tekst en foto’s: Lotte Keuzenkamp Nola (11): ‘Wij zetten de verwarming uit omdat dat goed is voor de aarde. Er komt minder CO2 vrij doordat we de verwarming minder gebruiken.’ Joris (10): ‘Rondom de aarde zit een bubbel. Die bubbel beschermt de aarde tegen warmte van de zon. Te veel CO2 maakt die bubbel kapot. De aarde wordt te warm als de bubbel kapotgaat.’

De ecoraad zet zich in voor het milieu.

De leerlingen kijken de films in de ……..? PAGINA 1

Wat is Carola Schouten van Rotterdam? PAGINA 3

Wat deed de familie veel toen ze samen in de woonkamer sliepen? PAGINA 4

Cerebrale parese is een beschadiging in de ……..? PAGINA 5

Wat mag je in Nederland vanaf je dertiende hebben? PAGINA 6

Hoe heet de brandweervrouw? PAGINA 7

De leerlingen dragen warme kleding op Warmetruiendag.

Een ecoraad op school

Basisschool De Kleine Prins heeft sinds 2010 een ecoraad. Demy: ‘Nola, Joris, Rahma en ik zitten in de ecoraad. De ecoraad bedenkt oplossingen voor milieuproblemen. Een voorbeeld van een milieuprobleem is te veel afval op straat. Afval is slecht voor dieren en planten.’ Rahma (10): ‘Ik vind het heel leuk om in de ecoraad te zitten. Ik vind de natuur heel mooi en belangrijk.’

Afval verzamelen en gebruiken

Nola: ‘Wij doen met de ecoraad ook andere dingen voor het milieu. Wij verzamelen bijvoorbeeld het groente- en fruitafval van onze school in een grote bak. Deze bak wordt opgehaald. Het groente- en fruitafval wordt dan opnieuw gebruikt en niet weggegooid.’ Joris: ‘Wij verzamelen ook het oude papier. Een organisatie maakt hier agenda’s van. Het papier wordt zo opnieuw gebruikt.’

Wat voor dier zorgt ervoor dat de lammetjes niet weglopen als ze over de weg lopen? PAGINA 8

Hoe heet de bescherming voor de knokkels van je handen bij kickboksen? PAGINA 9

Het antwoord van de puzzel van februari is: SPORTVELDEN. De winnaar is Luuk (10) Gefeliciteerd!

Wat zetten deelnemers aan Warmetruiendag uit of omlaag? PAGINA 10

Waarmee goochelt Jens op de foto’s? PAGINA 11

Wat studeerde de burgemeester? PAGINA 12

De antwoorden op de vragen vind je in deze krant!

HILLEGERSBERG-SCHIEBROEK – Jens (10) leert goochelen van goochelaar Dick in verzorgingshuis Akropolis. Jens leert iedere maand een nieuwe goocheltruc. Jens: ‘Ik vind het leuk om mensen met mijn goocheltrucs te verrassen.’ Tekst: Marloes Brouwer ‘Goochelen is iets laten zien wat eigenlijk niet mogelijk is. Je gebruikt daarvoor verschillende trucs. Ik verbaas mensen met mijn trucs. Ik vind het leuk om te zien hoe mensen op een truc reageren. Mensen proberen vaak te begrijpen hoe een truc werkt. Ze vragen dan of ik de truc opnieuw wil doen’, vertelt Jens.

Jens goochelt met kaarten. Foto’s:

ROTTERDAM – Groep 6 van De Koningin Wilhelminaschool volgde de lessen ‘Leesgeheimen’ van De Schoolschrijver. De leerlingen leerden tijdens de lessen over verschillende soorten boeken. Kinderboekenschrijver Chinouk Thijssen bezocht de klas voor de afsluitende les. De leerlingen schreven tijdens de afsluitende les zelf een verhaal. Tekst: Ahmad Resh

Kinderboekenschrijver Chinouk Thijssen vertelt dat het belangrijk is om te fantaseren als je een verhaal schrijft. Ze vraagt of de leerlingen hun ogen willen sluiten en willen fantaseren dat ze in een magische bus zitten. De leerlingen bedenken ideeën voor hun eigen verhaal.

Kinderboekenschrijver Chinouk Thijssen helpt een leerling.

Kaarten en elastieken

Jens goochelt vaak met kaarten. Hij goochelt ook met elastieken. Jens: ‘Ik kan een elastiek van mijn ene vinger naar mijn andere vinger laten verspringen. Ik kan ook een kaarttruc met 4 boeren. De 4 kaarten met daarop een boer liggen eerst onderaan de stapel. De kaarten liggen daarna ineens op de stapel.’

Trucs niet verklappen

Jens: ‘Ik doe soms een truc in de klas. Ik vind het leuk om kinderen blij te maken met een truc. Ik verklap bijna nooit hoe een truc werkt. Ik zou het leuk vinden als mijn klasgenoten ook leren goochelen. We kunnen dan trucs aan elkaar laten zien.’

Veel oefenen

Ziyana (9): ‘Ik heb veel fantasie. Ik vind het wel spannend om zelf een verhaal te schrijven.’

‘Je moet veel oefenen met verhalen schrijven om een goede schrijver te worden. Je moet je eigen verhalen ook vaak lezen. Alleen de beste verhalen komen echt uit als boek’, vertelt Timur (9). Kyensley (9): ‘Chinouk heeft bijvoorbeeld het boek ‘Teddy’ geschreven. Ik vind dat een spannend boek.’

Nooit opgeven

Kerem (9): ‘Ik heb van kinderboekenschrijver Chinouk geleerd dat je nooit moet opgeven. Zij gaf ook nooit op. Haar verhalen waren eerst niet goed genoeg. Ze bleef schrijven. Ze heeft uiteindelijk veel boeken gemaakt.’ Hira (9): ‘Kinderboekenschrijver Chinouk vindt mijn verhaal goed. Ik vind dat heel leuk want ik wil misschien schrijfster worden.’

De leerlingen schrijven een verhaal.
Foto’s: Peter Snaterse
Peter Snaterse

Rotterdam

Carola Schouten is sinds 10 oktober 2024 de burgemeester van Rotterdam. Ze woont sinds 30 jaar in het Rotterdamse stadsdeel Delfshaven. Carola Schouten: ‘Ik maak graag wandelingen door Rotterdam. Iedere wijk in Rotterdam heeft mooie plekken waar ik graag kom.’ Tekst: Suzanne Huig

Carola Schouten: ‘Ik ben opgegroeid in Brabant. Ik ben tijdens mijn studie in Rotterdam komen wonen. Ik studeerde bedrijfskunde. Ik leerde daar hoe bedrijven succesvol kunnen zijn en blijven. Ik heb een zoon van 23 jaar. Hij is opgegroeid in Rotterdam. Hij hield van voetballen en speelde veel buiten en bij vriendjes toen hij jullie leeftijd had. In de buurt waar wij woonden, waren speeltuinen en sportplekken waar veel kinderen speelden. Ik zag daar bijvoorbeeld kinderen voetballen, rennen of dansen.’

Een droombaan

‘Ik ben iedere dag een beetje meer van de stad en de Rotterdammers gaan houden sinds ik in Rotterdam woon. Ik voelde dat ik de vorige burgemeester wilde opvolgen toen hij vertelde dat hij wilde stoppen. Ik heb toen gesolliciteerd en ben gekozen als burgemeester. Ik ben heel blij dat ik nu burgemeester van Rotterdam mag zijn. Burgemeester zijn van Rotterdam is mijn droombaan omdat ik Rotterdam de mooiste en tofste stad van de wereld vind. In Rotterdam wonen heel veel mensen die verliefd zijn op de stad. Ik noem deze mensen stadsverwarmers. Stadsverwarmers doen iedere dag heel erg hun best om andere mensen te helpen. Ik vind het geweldig om met die mensen samen te werken. Ik hoop dat kinderen ook lief zijn voor elkaar. Als kinderen hun best doen voor elkaar dan blijft Rotterdam de geweldige stad die het nu is’, vertelt de burgemeester.

Eerste 100 dagen als burgemeester

Burgemeester Carola Schouten: ‘Ik vond het aan het begin best spannend om burgemeester te mogen zijn van de mooiste stad van de wereld. Ik ben goed geholpen door alle medewerkers en de vorige burgemeester Ahmed Aboutaleb. Heel veel mensen hebben mij in mijn eerste 100 dagen als burgemeester laten zien hoe Rotterdammers werken, wonen, spelen en naar school gaan. Iedere dag gebeuren er mooie dingen in de stad. Maar iedere dag gebeuren er ook minder leuke dingen zoals ongelukken. Ik heb gezien dat heel veel mensen elkaar troosten als er erge en enge dingen gebeuren. Ik vind dat heel fijn want verdrietige mensen verdienen hulp en een knuffel.’

Taak als burgemeester

Carola Schouten: ‘Het is mijn taak om Rotterdam de mooiste stad van de wereld te houden. Ik kan dat niet alleen. Ik kan dat alleen met alle Rotterdammers samen. Ik praat daarom bijvoorbeeld met mensen die in de stad wonen en met mensen die iets goeds en moois doen voor de stad. Ik praat ook veel met mensen uit de landelijke politiek en mensen uit landen waarmee Rotterdam samenwerkt. Rotterdam is het mooist als we allemaal ons best doen. Ik doe mijn best om Rotterdam veiliger en schoner te maken. Ik doe ook mijn best om Rotterdammers die het moeilijk hebben te helpen. Ik probeer bijvoorbeeld mensen met elkaar te verbinden zodat we van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen helpen. Ik ben ook de voorzitter van de gemeenteraadsvergaderingen.’

‘De ideeën en wensen van kinderen zijn heel belangrijk. Stuur een mail of schrijf een brief aan de gemeente als je denkt dat iets beter kan. Wij kijken heel serieus naar de mailtjes en brieven die we ontvangen.’

De best mogelijke stad voor kinderen ‘Ik doe mijn best om Rotterdam de best mogelijke stad voor kinderen te laten zijn. Ik probeer er samen met anderen voor te zorgen dat kinderen goed, veilig en gezond kunnen opgroeien in Rotterdam. Ik probeer ervoor te zorgen dat de stad kinderen helpt door genoeg speelplekken te hebben en een fijne schooltijd te hebben. De ideeën en wensen van kinderen zijn heel belangrijk. Denk bijvoorbeeld na over speelplekken, fietspaden, bibliotheken of andere plekken waar je graag komt. Stuur een mail of schrijf een brief aan de gemeente als je denkt dat iets beter kan. Wij kijken heel serieus naar de mailtjes en brieven die we ontvangen’, vertelt de burgemeester.

Burgemeester Carola Schouten. Foto’s: Casper Rila

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.