Jong010, dé Rotterdamse kinderkrant - april 2025

Page 1


Judoles met klasgenoten

Een slang vasthouden

4 8 9 12

Hockeyen in een zaal

Les van een gemeenteraadslid

OP BEZOEK IN HET VERPLEEGHUIS

OVERSCHIE — 5 leerlingen van basisschool Albert Schweitzer bezochten het verpleeghuis Aafje Ben Oude Nijhuis. De leerlingen maakten en serveerden pannenkoeken op zelfgemaakte placemats. De leerlingen voerden ook een toneelstuk op. Sam (9): ‘Ik wil de ouderen in het verpleeghuis graag wat gezelligheid brengen.’

Tekst: Lotte Keuzenkamp

Het bezoek aan het verpleeghuis is het idee van Sam en Bejan (10). Bejan: ‘Sam en ik wilden graag iets doen voor een goed doel. We hebben gekozen om iets te doen voor de bewoners van het verpleeghuis omdat de bewoners niet vaak iets leuks te doen hebben. We hebben het verpleeghuis opgebeld en gevraagd of we mochten komen.’

Sam: ‘Ik heb het toneelstuk zelf bedacht. Het gaat over dieren in een park.’

De leerlingen maken en serveren pannenkoeken. Foto’s:

Hulp gevraagd

Sam en Bejan hebben hulp gevraagd aan Eline (9), Anne (10) en Pleunie (9).

Eline: ‘Ik kan goed helpen omdat ik rustig en serieus omga met ouderen.’

Pleunie: ‘Ik heb respect voor ouderen en ik help graag mee.’ Anne: ‘Ik vind het leuk om te zien dat de ouderen zo blij kijken.’

Complimenten

Bejan: ‘De ouderen vinden de pannenkoeken lekker en het toneelstuk heel leuk. We krijgen veel complimenten. De ouderen zeggen bijvoorbeeld dat we toppers zijn en lief zijn. Ik vind het belangrijk om lief te zijn voor iedereen.’ Meneer Pennings (90): ‘Ik vind het een geweldig bezoek. Veel ouderen vinden het leuk om kinderen te zien. Ik hoop dat we vaker zulk bezoek krijgen.’

Hanne van Mourik

THEMA: DE TUIN

De vader van Jantje gaat een nieuwe auto kopen. De verkoper zegt: ‘In deze auto kunt u 5 mensen zonder problemen meenemen!’ De vader van Jantje zegt: ‘Maar ik ken geen mensen zonder problemen.’ Mats (10)

Er lopen 2 muizen ‘s avonds over straat. Dan komt er een vleermuis over vliegen. Zegt de ene muis tegen de andere: ‘Kijk dat is mijn broer! Hij zit bij de luchtmacht.’

Leah (11)

Er lopen 2 katten door de Sahara. Zegt de ene kat tegen de andere: ‘Wat een kattenbak he?!’

Safa (9)

Mei heeft er 1, september heeft er 3 en juni, juli en augustus hebben er geen. Wat is het?

De letter e.

Lina (12)

2 vaders en 2 zonen gaan vissen. Ieder vangt een vis. Toch worden er maar 3 vissen gevangen. Hoe kan dat?

Omar (10)

Er staat een gouden huis en een paars huis in brand. Welk huis zal de ambulance gaan blussen?

Geen van beide, want een ambulance kan niet blussen. Het zijn 3 mensen namelijk opa, vader en zoon. Een jongen heeft een vader, maar die heeft ook weer een vader. Die vader heeft een zoon en die zoon heeft ook weer een zoon.

Eliz (9)

Regels: de woorden vind je horizontaal, verticaal en diagonaal.

aarde blad bloei bloem bollen boom egel gieter gras insect kikker knoppen lente mier plant regen regenton stengel

stuifmeel vijver vlinder vogel water worm wortel zaaien zon

We krijgen morgen EHBO-les: Eerste Hulp Bij Ongelukken. Ik wil alles leren over wonden verbinden.

Michiel van de Vijver Jong010 wordt mede mogelijk gemaakt door:

Ik kan niet tegen bloed. Ik kom wel zodra de wond is verzorgd. Jij doet dus de THBO. Tweede Hulp Bij Ongelukken.

Zoek de vlinders in de kinderkrant!

Kun jij ze allemaal vinden? Vul hier het aantal in:

Heb jij een tip voor Jong010?

redactie@jong010.nl

Lees alle kranten op onze website: www.jong010.nl

JONG010 - APRIL 2025

JAARGANG 15 - EDITIE 8

OPLAGE: 36.000 KRANTEN

Hoofdredacteur: Suzanne Huig

Journalisten: Marloes Brouwer, Lotte Keuzenkamp, Ahmad Resh, Jesse Wagenvoord

Fotografen: Fleur Beerthuis, Hanne van Mourik, Peter Snaterse, Arjen Jan Stada

Vormgeving: Marcel van den Assem

Redactiemedewerker: Sasja Hof

Antwoord (1 woord):
Het antwoord van de woordzoeker van maart is: SPELEN. De winnaar is Tobias (7) Gefeliciteerd!

ROTTERDAM

Carola Schouten is de burgemeester van Rotterdam. Ze hoort graag de meningen en ervaringen van basisschoolleerlingen. De burgemeester is benieuwd wat jij je vrienden aanraadt om te gaan doen in de meivakantie.

Tekst en foto's: Suzanne Huig

C AROLA S CHOUTEN

‘Ik ga in de meivakantie een dag naar de stad om te winkelen. Ik speel de andere dagen met mijn vrienden buiten in Overschie. Ik speel ook spelletjes met mijn moeder en broer. En ik kijk soms een film thuis.’

‘De meivakantie begint bijna. Ik blijf zelf voor een deel van de vakantie in de stad. Ik vind het leuk om op Koningsdag in de stad te zijn omdat er dan veel leuke dingen worden georganiseerd. Misschien doe je op Koningsdag ieder jaar wel mee met een speurtocht of een spelletje in jouw wijk. Neem je vrienden eens mee op avontuur in jouw eigen wijk. Wat ga jij in de meivakantie doen?

En wat raad jij je vrienden aan om te doen in de meivakantie?’

‘Ik ben in de meivakantie jarig. Ik ga op mijn verjaardag karten met mijn neefjes en mijn vrienden. Ik ga in de meivakantie ook naar het zwembad met mijn familie. Ik vind het ook leuk om met vrienden op sportvelden te spelen. We kunnen dan lekker bewegen.’

‘Ik ga in de meivakantie naar de dierentuin met mijn familie. Ik spreek ook met mijn vrienden af op een pleintje in mijn wijk. We kletsen daar met elkaar. Ik ga proberen om in de meivakantie niet te veel met mijn telefoon bezig te zijn. Ik ga proberen spelletjes te doen met familieleden.’

‘Ik ga met mijn vrienden door de wijk fietsen in de meivakantie. We gaan dan op zoek naar mooie vogels. Ik ga met mijn broer, een vriend en een vriendin ook happy stones maken. We verkopen de versierde stenen in de wijk.’

‘Ik ga in de meivakantie met mijn ouders naar verschillende speeltuinen. Ik ga op Koningsdag vaak naar verschillende rommelmarkten en verschillende speeltuinen. In speeltuinen worden op Koningsdag vaak leuke activiteiten georganiseerd en grote springkussens geplaatst.’

‘Mijn beste vriendin woont in Amsterdam. Ik ga met mijn ouders en broer bij haar op bezoek in de meivakantie. Ik ga in de meivakantie ook wandelen in een park in Rotterdam. Ik vind het ook leuk om de Markthal te bezoeken. Ik vind de Markthal een mooi gebouw en je kunt er lekkere dingen eten.’

‘Ik rust de eerste dag van een vakantie altijd goed uit. Ik ga de dagen daarna lekker naar buiten. Ik ga bijvoorbeeld naar een grote speeltuin in de wijk Blijdorp. Ik speel op Koningsdag spelletjes op straat met kinderen uit mijn buurt. We spelen bijvoorbeeld verstoppertje door heel de wijk of springtouwen met elkaar.’

‘Ik ga op Koningsdag met mijn vader naar Delfshaven. Je kunt daar heel leuke spelletjes doen en op een groot springkussen springen. Ik ga in de meivakantie ook bij familieleden logeren.’

Wat ga jij in de meivakantie doen?

En wat raad jij je vrienden aan om te gaan doen in de meivakantie?

‘Ik ben in de meivakantie jarig. Ik vier mijn verjaardag in het zwembad of bij trampolinepark Jump XL. Ik ga in de meivakantie ook naar de markt met mijn moeder en mijn broer. Ik vind het ook leuk om naar voetbalvelden en basketbalvelden in de stad te gaan. Ik vind het leuk om daar te sporten en te rennen met mijn vrienden.’

Foto: Casper Rila

PRINS ALEXANDER — Leerlingen van basisschool Onze Wereld kregen een judoles van Tim en Christina van de organisatie Move a-Head via de methode 1+1=3. De methode bestaat uit 28 lessen in de klas, 4 judolessen en 4 gymlessen. De leerlingen krijgen iedere week 1 les. De leerlingen leerden tijdens de judoles met elkaar te zorgen voor respect, vertrouwen en veiligheid in de klas. Tekst: Lotte Keuzenkamp

Jaenylah (7): ‘We leren tijdens de judoles over de RVV van Move a-Head. RVV staat voor respect, vertrouwen en veiligheid. We leren hoe we met anderen moeten omgaan.’ Lara (8): ‘Respect, vertrouwen en veiligheid zijn heel belangrijk bij samenwerken. Je kunt ruzie krijgen als je geen respect toont en je niet aan de regels houdt.’ Abel (8): ‘Veilig samenwerken is naar elkaar luisteren en anderen laten uitpraten. We oefenen dit tijdens de judoles door in groepjes posities aan te nemen. Iemand wordt gekozen als leider. Die persoon weet wat we moeten doen. De anderen uit het groepje weten pas wat ze moeten doen als ze goed luisteren naar de leider.’

Omgaan met gevoelens

Sharienah (8): ‘We oefenen tijdens de les hoe je omgaat met gevoelens. We hebben het over BBBB. BBBB staat voor blij, boos, bedroefd en bang. We oefenen bijvoorbeeld wat we kunnen doen als we boos zijn.’ De leerlingen doen een oefening waarbij ze heel hard op de grond slaan. ‘Je voelt je rustiger en minder boos als je op de grond hebt geslagen’, zegt Sharienah. De leerlingen doen ook een oefening waarbij ze tegenover elkaar staan en elkaar aan hun schouders vasthouden. Ze laten zich rustig samen 1 kant op vallen op een mat. ‘We leren door deze oefening dat je niet bang hoeft te zijn en elkaar kunt vertrouwen. We vertrouwen erop dat we tegelijk en rustig op de grond vallen’, legt Sharienah uit.

Samen spelen

De leerlingen leren dingen die ze ook buiten de judoles kunnen gebruiken. Lara: ‘Ik wil soms bijvoorbeeld een ander spel spelen dan iemand anders. Ik heb tijdens de les geleerd wat ik dan kan doen. Ik kan bijvoorbeeld even weglopen als ik me boos voel. Ik kan dan rustig worden. Ik kan daarna voorstellen om eerst het ene spel te spelen en daarna het andere spel te spelen. Ik kan het probleem op die manier oplossen en toch samen met de ander spelen.’

MOVE A-HEAD OP SCHOOL

Move a-Head 1+1=3 is een methode waarbij je leert beter met elkaar om te gaan, beter samen te werken en meer zelfvertrouwen te krijgen. Lijkt het je leuk om met jouw klas de methode1+1=3 van Move a-Head te krijgen?

Kijk met je juf of meester op WWW.MOVE-A-HEAD.NL of

De leerlingen tijdens de judoles. Foto’s: Arjen Jan Stada

ROTTERDAM – Gyzion (8): ‘Ik heb sikkelcelziekte. Sikkelcelziekte is een bloedziekte. Ik ben met de ziekte geboren. Ik kan door de ziekte pijn in mijn botten hebben en heel moe zijn. Ik kan ook bleek zien en mijn oogwit kan geel worden.’ Tekst: Suzanne Huig

‘Iedere baby krijgt in de eerste week na zijn geboorte een hielprik. Via die prik wordt wat bloed afgenomen. Het bloed wordt onderzocht op zeldzame ziektes. Dokters ontdekten via de hielprik een afwijking in mijn bloed. Mijn bloed werd daarom 3 maanden later nog een keer gecontroleerd. Dokters ontdekten toen dat ik sikkelcelziekte heb’, vertelt Gyzion.

Bloedpropjes en verstoppingen

Iedereen heeft rode bloedcellen. Rode bloedcellen nemen zuurstof op in je longen en brengen het naar de rest van je lichaam. Gezonde mensen hebben ronde rode bloedcellen. De rode bloedcellen van iemand met sikkelcelziekte kunnen veranderen van vorm. Ze kunnen de vorm van een halve maan krijgen. Dat kan voor problemen zorgen. Gyzion: ‘De halve manen kunnen in elkaar haken. Daardoor kunnen bloedpropjes en verstoppingen ontstaan.

Bloedpropjes en verstoppingen kunnen ervoor zorgen dat bloed niet goed kan doorstromen. Dat kan gevaarlijk zijn. Organen kunnen bijvoorbeeld niet goed werken als er te weinig bloed doorstroomt. De halve manen kunnen ook minder goed zuurstof vervoeren dan ronde cellen. Iemand met sikkelcelziekte is daardoor eerder moe.’

Medicijnen tegen de pijn ‘Ik heb meer last van mijn ziekte als het seizoen verandert of als ik moe ben of stress heb. Ik heb ook meer last van mijn ziekte als ik ben gevallen of me heb gestoten. Ik heb ongeveer 1 keer per maand veel last van mijn ziekte. Ik heb dan veel pijn in mijn botten en zak bijvoorbeeld door mijn benen. Ik zie dan ook bleek en mijn oogwit wordt geel. Ik ga meestal in bed liggen met een warme kruik als ik veel pijn heb. Ik krijg dan medicijnen tegen de pijn. Ik moet naar het ziekenhuis als de pijn niet minder wordt. Ik krijg dan 2 weken speciale medicijnen waardoor ik me na ongeveer 2 weken weer beter voel’, vertelt Gyzion.

Gyzion: ‘Ik houd van gamen. Ik kan in het ziekenhuis ook gamen.’ Foto’s: Peter Snaterse

‘Dit is een speciale knuffel van het Sikkelcelfonds.’

Fonds Kind & Handicap helpt kinderen en jongeren met een handicap of chronische ziekte.

Een handicap is een beperking waardoor je sommige dingen niet zo goed kunt.

Niet stoeien en veel drinken Gyzion: ‘Dokters controleren mijn lichaam 2 keer per jaar zodat ze in de gaten kunnen houden hoe het met mij gaat. Ik let zelf goed op zodat ik minder last heb van mijn ziekte. Ik stoei bijvoorbeeld niet zodat ik me minder snel stoot. Ik zorg er ook voor dat ik iedere dag veel drink omdat mijn rode bloedcellen eerder van vorm veranderen als mijn lichaam te droog is. Ik hoop dat dokters mij in de toekomst beter kunnen maken met een speciale operatie. Die speciale operatie heeft veel risico’s. Ik weet daarom nog niet of en wanneer dokters mij kunnen opereren.’

Kledingstukken eten ‘Ik heb ook de eetstoornis pica. Pica is een aandoening die ervoor zorgt dat je dingen wilt eten die niet eetbaar zijn. Ik eet bijvoorbeeld kledingstukken. Ik zuig op een kledingstuk of slik kleine stukken kleding door. Ik eet vaak een T-shirt per dag op. Ik eet vooral kledingstukken als ik iets spannend vind. Ik heb een heel aardige klasgenoot en juf. Mijn klasgenoot en juf helpen mij door te zeggen dat ik geen kleding moet eten als ze zien dat ik op mijn kleding kauw. Mijn juf biedt mij ook een snack aan als ze ziet dat ik ergens op kauw’, vertelt Gyzion.

Een chronische ziekte is een ziekte die minimaal 3 maanden duurt, steeds terugkomt of niet genezen kan worden.

RISICO

Kans op gevaar.

De organisatie geeft bijvoorbeeld geld om hulpmiddelen te kopen, voorlichting te geven of onderzoek te doen.

Gyzion.

KOPEN OF SPAREN

ROTTERDAM – De kans is kleiner dat je later geldproblemen krijgt als je al op jonge leeftijd met geld leert omgaan. Je kunt je geld maar 1 keer uitgeven. Je moet daarom goed nadenken wat je ermee doet. Tekst: Suzanne Huig

Je leert goed met geld omgaan als je zelf geld verdient, spaart en uitgeeft. Het is verstandig om eerst goed na te denken of je ergens geld aan wilt uitgeven. Je kunt je bijvoorbeeld afvragen of je een product echt nodig hebt. Je kunt daarna kijken of je moet sparen voordat je het product kunt kopen of dat je het product gelijk kunt kopen. Je kunt geld besparen door goed onderzoek te doen voordat je iets koopt. Je kunt bijvoorbeeld kijken in welke winkel het product het goedkoopst is of waar je garantie krijgt als het product kapotgaat.

€ 14,95 + € 5,45 = € 20,40. Ze heeft € 1,40 te weinig op haar rekening. Ze moet eerst sparen voordat ze de producten kan kopen.

€ 1,50 = € 24,95. Hij heeft voldoende geld op zijn rekening dus hoeft niet eerst te sparen. Halina wil in totaal € 20,40 uitgeven.

sparen. Boaz wil in totaal € 24,95 uitgeven. € 3,50 + € 19,95 +

Ze heeft voldoende geld op haar rekening dus hoeft niet eerst te

Sarah wil in totaal € 4,05 uitgeven. € 2,65 + € 1,40 = € 4,05.

Wie moet eerst sparen voordat hij of zij de producten kan kopen?

A

Sarah (11) heeft € 5,35 op haar rekening.

B

Boaz (12) heeft € 25,00 op zijn rekening.

C

Halina (12) heeft € 19,00 op haar rekening.

Ze wil een pen en een gum kopen. De pen kost € 2,65. De gum kost € 1,40.

Naam:

Hij wil een tijdschrift, koptelefoon en sleutelhanger kopen. Het tijdschrift kost € 3,50. De koptelefoon kost € 19,95. De sleutelhanger kost € 1,50.

Ze wil een rugzak en een spelletje kopen. De rugzak kost € 14.95. Het spelletje kost € 5,45.

Gebruik de ruimte hieronder om de som uit te rekenen.

ROTTERDAM – Nederland heeft 21 waterschappen. Waterschap Hollandse Delta is 1 van de waterschappen. Een waterschap zorgt in een gebied voor veilige dijken en schoon en genoeg water. Nassim (10) en Roos (9) laten met het proefje ‘Water laten wegzakken’ zien hoe gras en andere planten ervoor zorgen dat water in de grond kan zakken. Tekst: Suzanne Huig / Foto’s: Fleur Beerthuis

‘Maak de spons nat en wring de spons goed uit boven de gootsteen of boven een bak’, zegt Nassim.

‘Giet water over de spons. Kijk wat er gebeurt’, zegt Nassim.

gebeurt er? De spons

Roos:

‘Leg het stuk klei en de uitgewrongen spons naast elkaar.’

‘Giet water over het stuk klei. Kijk wat er gebeurt’, vertelt Roos.

op de tafel.

Wat heb je nodig?

Weetje

Je kunt het stuk klei vergelijken met stenen. Water stroomt over stenen heen en verdwijnt via een put in het riool. Je kunt de spons vergelijken met gras of andere planten.

Gras en andere planten nemen water op. Ze zorgen ervoor dat water langzaam in de bodem trekt. Gras en andere planten zorgen daardoor voor minder wateroverlast.

Droppie Water: Robert van der Kroft

Wil jij meer leren over water? Kijk dan op WWW.WSHD.NL/EDUCATIE

Wat
zuigt het water op. Het water verdwijnt in de spons. Klei neemt geen water op. Het water glijdt van het stuk klei af en ligt
* Een stuk klei. * Een spons. * Een kan water.

ROTTERDAM – Marieke van Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Rijnmond reageert iedere maand in Jong010 op een vraag of een probleem van een leerling of klas. Ze beantwoordt deze maand de vraag van Mees (9). Tekst: Suzanne Huig

Marieke beantwoordt ingestuurde vragen.

Foto: Peter Snaterse

aan

Stuur een mail naar REDACTIE@JONG010.NL

Of stuur een brief naar Jong010, Postbus 13037, 3004 HA Rotterdam.

ROTTERDAM – Het is verplicht om op iedere verdieping in huis een rookmelder te hebben. Een rookmelder waarschuwt je als er rook in de buurt is zodat je kunt vluchten. Brandweervrouw Sjors en Azad (8) testen de rookmelders bij Azad thuis. Tekst: Suzanne Huig

‘Rook is heel gevaarlijk. Je kunt niet goed ademhalen als er rook in je longen komt. Het is daarom belangrijk dat je snel vlucht als er rook in de buurt is’, zegt Azad. ‘Een rookmelder gaat piepen als er rook in de buurt is. Je hebt 3 minuten om te vluchten en jezelf in veiligheid te brengen als een rookmelder gaat piepen’, vertelt brandweervrouw Sjors.

De beste plekken voor een rookmelder

Brandweervrouw Sjors legt uit waar je een rookmelder moet ophangen: ‘Rook gaat in een ruimte als eerste naar boven. Het is daarom belangrijk om een rookmelder in de gang op het plafond te plaatsen. De gang is je vluchtweg. Je wordt dan gelijk gewaarschuwd als de eerste rook in de ruimte is. Het is ook belangrijk om een rookmelder in de buurt van je slaapkamerdeur te hangen zodat je snel wordt gewaarschuwd in je slaap. Je neus ruikt namelijk geen brandgeur als je slaapt.’ Azad: ‘Je vlucht zo snel mogelijk naar buiten als je een rookmelder hoort piepen. Ik probeer mijn vogels mee te nemen als ik naar buiten vlucht.’

Mees: ‘Ik ken iemand die mazelen heeft. Wat moet je doen als je mazelen hebt?’

Hoi Mees,

Mazelen is een besmettelijke ziekte waar je erg ziek van kan worden. Het begint met koorts, snotteren en hoesten. Na 3 tot 7 dagen ontstaan er rode vlekjes achter je oren en daarna over heel je lichaam. Je kunt worden beschermd tegen mazelen met 2 prikken. Je noemt die prikken vaccinaties. Je hebt dan geen klachten of minder klachten als je de ziekte krijgt.

Besmet raken

Je kunt de ziekte krijgen van iemand die besmet is met de ziekte en bij jou in de buurt hoest, niest of uitademt. Iemand die mazelen heeft, is vooral besmettelijk van 3 dagen vóór tot 5 dagen na het krijgen van de huiduitslag. Je moet thuisblijven en geen bezoek ontvangen als je mazelen hebt of als je denkt dat je mazelen hebt. Je kunt op die manier voorkomen dat je anderen besmet. Je belt de huisarts als je denkt dat je mazelen hebt. De huisarts kan je dan vertellen of je inderdaad mazelen hebt.

Uitrusten, luchtige kleding en paracetamol

Het is belangrijk om goed uit te rusten als je mazelen hebt. Je lichaam moet de warmte kwijt kunnen als je koorts hebt. Je kunt daarom het beste dunne en luchtige kleding dragen. Je ouders of verzorgers mogen je paracetamol geven als je je erg ziek voelt. Vaak gaat mazelen vanzelf over en zijn medicijnen niet nodig. Je ouders of verzorgers kunnen de huisarts bellen als je ernstige klachten krijgt.

Groetjes, Marieke

en brandweervrouw

en brandweervrouw Sjors bekijken een

Een rookmelder testen ‘Het is belangrijk om een rookmelder 1 keer per maand te testen zodat je weet of de rookmelder het nog doet. Je test een rookmelder door de knop op de rookmelder in te drukken. De rookmelder gaat af als hij het doet’, legt brandweervrouw Sjors uit. Azad en brandweervrouw Sjors testen de 2 rookmelders in Azad zijn huis. Allebei de rookmelders doen het niet. Azad: ‘We hebben de rookmelders pas ruim een jaar dus we dachten dat ze het deden. Het is goed dat we nu weten dat ze niet werken.’ Brandweervrouw Sjors geeft een goed werkende rookmelder. Azad: ‘We gaan de werkende rookmelder snel ophangen.’

Heb jij een vraag
Marieke of zit je ergens mee?
Azad
Sjors testen een rookmelder. Ze drukken de knop in met een stok.
Azad
rookmelder. Foto’s: Arjen Jan Stada

ROTTERDAM – In de 16e eeuw werden ontdekkingsreizen gemaakt. De reizigers namen allerlei bijzondere voorwerpen uit verre landen mee naar huis. Bijzondere planten, dieren, schelpen en andere spullen belandden in speciale kasten. Die speciale kasten noem je rariteitenkabinetten. In Natuurhistorisch Museum Rotterdam kregen kinderen de kans om zelf een rariteitenkabinet te maken. Tekst en foto’s: Marloes Brouwer

Kunstenaar Ab Bol helpt de deelnemers bij het maken van een rariteitenkabinet. Hij heeft allerlei gevonden spullen meegenomen die de deelnemers mogen gebruiken. De deelnemers krijgen allemaal 2 doosjes waarin ze hun rariteitenkabinet kunnen maken. ‘Ik vind draken gaaf. Ik wil daarom dat mijn rariteitenkabinet over draken gaat. Ik maak een draak van verschillende gevonden spullen. Ik gebruik de borstkas van een meeuw voor de schedel van de draak. Ik gebruik visgraten voor zijn lijf. Ik gebruik ook bloemen, stenen en schelpen’, vertelt Jun (8).

De gevonden spullen die de deelnemers mogen gebruiken.

Een dodo maken

Zeph (10): ‘Ik maak een dodo. De dodo is een uitgestorven vogel. Ik knip een tekening van een dodo uit een tijdschrift. Ik plak de tekening in mijn rariteitenkabinet. Ik plak in mijn rariteitenkabinet ook een schedel van een vogel, stenen, zand, zeewier en haaientanden.’

Een kastje met verzamelingen ‘Ik ben tevreden met mijn rariteitenkabinet. Ik heb thuis een kastje waarop gevonden konijnenbotjes staan. Ik ga mijn rariteitenkabinet ook op het kastje zetten’, vertelt Zeph. Jun: ‘Ik vind het gaaf dat we iets moois hebben gemaakt van botten.’

CHARLOIS – De leerlingen van basisschool De Klaver-Heijplaat bezochten kinderboerderij De Heij. Ze kregen een les over slangen als afsluiting van een project over reptielen op school. De leerlingen mochten zelf slangen vasthouden. Chaidrion (11): ‘De slangen voelen zacht en plakkerig.’ Tekst en foto’s: Marloes Brouwer

‘Reptielen zijn koudbloedige dieren. Dat betekent dat de temperatuur van het lichaam van de dieren soms verandert. Er bestaan meerdere soorten reptielen. Slangen, schildpadden, kameleons, hagedissen en krokodillen zijn bijvoorbeeld reptielen. Reptielen hebben schubben op hun huid’, vertelt Chaidrion.

Kleine en grote slangen vasthouden ‘We mogen zelf slangen vasthouden. We houden eerst een kleine slang vast en daarna een grote slang’, vertelt Yusayra (11). Sherien (11): ‘Dit is de eerste keer dat we een slang in het echt zien. Ik vind het spannend om een slang aan te raken.’ Chaidrion: ‘Ik vind slangen heel schattig. Ik vind grote slangen het leukste. Slangen hebben een klein hoofdje en een gespleten tong. Een slang kan met zijn tong geuren opmerken.’

Vervellen van de huid

‘De huid van een slang kan eraf vallen. Dat heet vervellen’, vertelt Faith (12). ‘Een slang krijgt dan weer een nieuwe huid. Ik vind het bijzonder dat dat kan’, vertelt Yusayra. Chaidrion: ‘De huid van een slang heeft een aparte structuur. De huid voelt zacht en plakkerig. Het lijkt me leuk om een slang als huisdier te hebben. Ik zou graag een grote slang willen. Ik kan hem dan goed vasthouden.’

Sherien, Yusayra en Faith kijken naar de slang.
Faith houdt een slang vast.
Chaidrion.
Jun en Zeph laten hun rariteitenkabinet zien.

ROTTERDAM – Amélie (9), Faylynn (8), Eileen (9), Nora (9) en Cato (9) volgen lessen paardrijden op Manege Schanswijk. Eileen: ‘We rijden op een pony. Een pony is kleiner dan een paard. Ik rijd bijna iedere week op dezelfde pony. We mogen zelf kiezen op welke pony we willen rijden.’ Tekst: Lotte Keuzenkamp

Faylynn: ‘We zadelen onze eigen pony op voordat de les begint.’ Ze legt uit hoe ze dat doet: ‘Ik zet mijn pony eerst goed vast in de stal zodat ik er goed bij kan. Ik doe daarna een kleedje met daarop het zadel op de pony. Het kleedje is fijn voor de pony omdat het kleedje zacht is. Ik maak daarna het zadel vast met een riem. De riem gaat om de buik van de pony heen. Ik doe daarna het hoofdstel met de teugels om het hoofd van de pony. De pony is dan helemaal klaar voor de les.’

Stappen, draven en galopperen

De meiden tijdens de paardrijles.

Amélie: ‘We beginnen de les met stappen. De pony loopt dan rustig. We gaan daarna draven. De pony gaat dan joggen. We mogen aan het einde van de les galopperen. De pony gaat dan hard rennen.’

ROTTERDAM – Hugo (11), Djurre (11) en Louis (11) hockeyen met hun team in de winter in een zaal in plaats van op een veld. Ze zitten in het team JO12-1 van Hockeyclub Delfshaven. Ze trainen in de winter in verschillende gymzalen. Ze trainen bijvoorbeeld in Sporthal Schuttersveld. Tekst: Lotte Keuzenkamp

Hugo: ‘Ik vind hockey in een zaal leuker dan op een veld. In een zaal gaat het spel vaak sneller doordat de bal niet uit kan gaan.’

Nora: ‘Je tikt met je benen tegen de pony. De pony gaat dan lopen. Je trekt aan de teugels om te sturen. De teugels zijn een soort riempjes die om het hoofd van de pony zitten.’ De

Dromen voor later Cato: ‘Ik vind paardrijden een heel leuke sport omdat ik paarden heel lief vind.’ ‘Ik wil later springruiter of politie te paard worden. Dat lijkt me allebei heel cool’, vertelt Amélie. Eileen: ‘Ik wil later op een boerderij wonen. Ik wil dan heel veel paarden op mijn boerderij hebben.’

Een veld met balken

Djurre: ‘Zaalhockey is hockey binnen in een zaal. Het speelveld in een zaal is een stuk kleiner dan op een veld buiten. Er liggen balken om het speelveld in een zaal. De bal kan daardoor niet van het veld rollen. Je kunt de bal tegen de balken stuiteren. Je kunt zo langs een tegenstander komen.’

Wedstrijden en wissels

Hugo: ‘Wedstrijden in een zaal zijn anders dan wedstrijden buiten op een veld. We spelen in een zaal op 1 dag tegen 2 teams. We spelen eerst 35 minuten tegen het ene team en daarna 35 minuten tegen het andere team.’ Louis: ‘We spelen een wedstrijd in een zaal met 1 keeper en 5 spelers.’

Djurre: ‘We wisselen in 1 keer alle 5 de spelers.’

Veiligheid

Louis: ‘Je houdt je stick soms heel laag op de grond om de bal tegen te houden. Dat heet een blok. Je draagt een handschoen om je hand te beschermen tijdens een blok. Je mag de bal in een zaal alleen hoog spelen op het goal.’

Foto’s: Arjen Jan Stada
Team JO12-1 van Hockeyclub Delfshaven. Foto’s: Arjen Jan Stada

Hoe stop jij pesten?

ROTTERDAM – Op 19 april is het de landelijke dag tegen pesten. Op deze dag wordt extra aandacht gevraagd om pesten te stoppen. Wat doe jij om pesten te stoppen?

Tekst en foto’s: Marloes Brouwer

‘Wij hebben op school een pestprotocol. Dat betekent dat de leerkrachten jou helpen als je wordt gepest. Wij krijgen op school ook lessen over pesten. Je leert hoe je voor jezelf moet opkomen als je wordt gepest. Je roept bijvoorbeeld ‘stop’ naar de pester en loopt dan weg.’

‘Ik vind pesten niet stoer. Kinderen die pesten zijn vaak zelf niet blij. Ik help degene die wordt gepest. Ik vraag hoe hij of zij zich voelt. Ik stel voor om samen naar de leerkracht te gaan. Wij hebben op school specifieke leerkrachten waar je naartoe kunt als je wordt gepest. Je kunt het pesten bij deze leerkrachten melden. De leerkrachten helpen je.’

Naar wat voor soort markten gaat Lairysha op Koningsdag? PAGINA 3

Wat voor les krijgen de leerlingen van basisschool Onze Wereld van de organisatie Move a-Head? PAGINA 4

‘Pesten is niet fijn. Ik zeg tegen de pesters dat ze moeten stoppen met pesten. Ik vraag aan de pesters hoe zij het zouden vinden om gepest te worden. Ik hoop dat de pesters daarna begrijpen dat pesten niet fijn is. Ik vertel het aan de juf als de pesters nog steeds pesten.’

‘Ik vind het niet fijn als iemand wordt gepest. Kinderen die worden gepest voelen zich verdrietig. Ik kom voor iemand op als hij of zij wordt gepest. Ik zeg tegen de pesters dat zij het ook niet leuk zouden vinden om gepest te worden.’

‘Pesten is niet goed. Ik zeg eerst tegen de pester dat hij of zij moet stoppen. Ik ga naar de leerkracht als de pester niet stopt. De leerkracht kan de pester dan aanspreken op zijn of haar gedrag.’

Wat kan geel worden als je sikkelcelziekte hebt? PAGINA 5

Je leert goed met geld omgaan als je zelf geld spaart, uitgeeft en …….. PAGINA 6

Wat zuigt de spons op tijdens het proefje? PAGINA 6

Wat gaat piepen als er rook in de buurt is? PAGINA 7

Welke dieren voelen zacht en plakkerig? PAGINA 8

Hoe heet het als een pony gaat joggen? PAGINA 9

Wat doe jij om pesten te stoppen?

Het antwoord van de puzzel van maart is: BUURJONGENS. De winnaar is Nora (10) Gefeliciteerd!

Waarmee kun je de bal tegenhouden bij hockey? PAGINA 9

Wat dienen de leerlingen in als ze op de democratische school iets willen veranderen? PAGINA 11

Welk deel van de raadsleden moet voor stemmen om een idee uit te voeren? PAGINA 12

De antwoorden op de vragen vind je in deze krant!

Nondalo (11)
Angel (12)
Sofiia (11)
Aya (9)
Giray (9)

IJSSELMONDE – Avi-Jax (9), Ciërra (9) en Elias (8) zitten op basisschool Vivere. Vivere is een school waar je zelf mag beslissen wat je wilt leren. Elias: ‘Ik vind het fijn om veel vrijheid te hebben.’ Tekst en foto’s: Marloes Brouwer ‘Onze school is een democratische school. Dat betekent dat we mogen beslissen wat we willen leren. Sommige lessen zijn wel verplicht. Rekenen en spelling zijn bijvoorbeeld verplicht’, vertelt Elias. ‘We werken iedere 6 weken aan een ander thema. We hebben als laatste gewerkt aan het thema ‘Andere Tijden’. Ik heb kleine piramides gemaakt van het oude Egypte. We hebben op school een atelier waarin we mogen werken’, vertelt Ciërra. Elias: ‘Ik heb mozaïeken gemaakt van het oude Griekenland.’ Avi-Jax: ‘We mogen op school ook bushcraften. Bushcraften is buiten survivallen. We maken bijvoorbeeld soms zelf een vuurtje.’

De juf legt de opdracht uit.

Avi-Jax, Elias en Ciërra laten zien wat ze hebben gemaakt tijdens het thema ‘Andere

Het delen van je emoties ‘We beginnen iedere schooldag met vertellen hoe we ons voelen.

We zitten dan in een kring. Je steekt je duim omhoog als het goed met je gaat. Je steekt je duim naar het midden als het oké met je gaat.

Je steekt je duim naar beneden als het niet goed met je gaat. Ik vind het fijn om mijn emoties te delen’, vertelt Elias. Ciërra: ‘Ik vind het goed dat we kunnen vertellen hoe we ons voelen. We kunnen daardoor rekening houden met elkaar.’

CENTRUM – Het Rotterdams Philharmonisch Orkest geeft Rotterdamse leerlingen met de show Mission Symphonic een kijkje in de wereld van klassieke muziek. De leerlingen uit groep 7 en 8 van basisschool De Vliedberg bezochten de show. Ze hielpen tijdens de show om een muzikale missie op te lossen. Tekst: Jesse Wagenvoord

De leerlingen in de zaal dragen 4 verschillende kleuren kleding. Mehmed (12): ‘Wij zijn de kleur oranje. Alle kleuren hebben een eigen tekst. De oranje groep zingt bijvoorbeeld “na na na”. De blauwe groep zingt tegelijkertijd “dam, dam, dam”.’ ‘Je krijgt door de 4 verschillende teksten een symfonie. Je hoort bij een symfonie allemaal verschillende lagen over elkaar’, vertelt Kyra (11).

De leerlingen uit de oranje groep.

Een motie indienen

‘We mogen het zeggen als we op school iets willen veranderen. We dienen dan een motie in. Dat betekent dat je een voorstel doet’, vertelt Elias. Avi-Jax:

‘We praten vervolgens in de kring over een motie. Je kan consent geven op een motie. Dat betekent dat je het ermee eens bent. Je geeft dan toestemming.’ Ciërra: ‘Ik diende een motie in om een pyjamadag op school te houden. Iedereen gaf consent.’

instrumenten.

Code kraken

‘We moeten tijdens de show een missie uitvoeren. We kraken een code door allemaal goed mee te zingen met het orkest’, vertelt Evy (12). Kingsley (11):

‘De show gaat over een vogel die aan het begin van de voorstelling doodgaat. We brengen de vogel weer tot leven door met ons gezang de code te kraken.’

Samen zingen

‘Ik vind het leuk om met het orkest mee te zingen. Ik vind het heel mooi om iedereen tegelijkertijd te horen zingen’, zegt Nada (11). Giseyla (10): ‘We zijn door het zingen echt deel van de show. Ik vind het heel leuk om zelf te zingen en niet alleen te kijken en te luisteren.’

Klassieke muziek ‘De meeste kinderen luisteren niet veel naar klassieke muziek’, zegt Filip (10). Jeziah (10): ‘Klassieke muziek komt wel veel voor in bijvoorbeeld Disneyfilms. Je weet door de klassieke muziek of het verhaal spannend, vrolijk of verdrietig is.’ Armaan (12): ‘Ik luister soms naar klassieke muziek. Ik word lekker rustig van klassieke muziek.’ ‘Ik vind het heel mooi om de muziek in een grote zaal te horen. Je voelt de grond hier helemaal trillen’, zegt Kingsley.

Het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Foto: Bart Wijtman van ZangExpress
Tijden’.
Foto's: Hanne van Mourik
KLASSIEKE MUZIEK
Klassieke muziek is muziek van honderden jaren geleden. De muziek wordt vaak gemaakt door grote orkesten. Orkesten bestaan uit verschillende

Rotterdam

De gemeenteraad van Rotterdam is de baas van de gemeente Rotterdam. De gemeenteraadsleden nemen met elkaar beslissingen voor de gemeente. Tim de Haan is 1 van de 45 gemeenteraadsleden. Hij bezocht groep 7 van basisschool De Phoenix om het verschil tussen conservatief en progressief uit te leggen. Tekst: Suzanne Huig

‘Alle raadsleden hebben andere ideeën en meningen. Die verschillende meningen en ideeën noemen we vaak conservatief of progressief. Conservatief betekent dat je iets graag wilt houden hoe het is. Progressief betekent dat je iets graag wilt veranderen. Alle gemeenteraadsleden beslissen met elkaar wat er moet gebeuren in de stad. We moeten daarom met elkaar beslissen wat we het belangrijkste vinden voor de stad. Dat betekent niet dat we een andere mening of een ander idee niet belangrijk vinden. We debatteren met elkaar over ideeën voordat we een beslissing nemen. We nemen een beslissing door te stemmen over een idee. Een idee wordt uitgevoerd als een meerderheid van de raadsleden voor het idee stemt’, legt Tim de Haan uit.

Beelden uit de geschiedenis behouden

De leerlingen kijken met Tim de Haan aan de hand van stellingen of ze conservatief of progressief zijn. Tim de Haan: ‘De eerste stelling gaat over de geschiedenis van Rotterdam. Sommige mensen die vroeger belangrijk zijn geweest, hebben een beeld gekregen in Rotterdam. Nu blijkt dat die mensen ook minder goede dingen hebben gedaan.

De stelling is: we moeten alle beelden houden zoals ze zijn.’ De leerlingen geven met een kaartje aan of ze conservatief of progressief zijn. De leerlingen die vinden dat de beelden mogen blijven stemmen conservatief. De leerlingen die vinden dat de beelden weggehaald moeten worden stemmen progressief. Fraintley (10): ‘Ik vind dat de beelden weggehaald moeten worden omdat die mensen niet iedereen gelijk hebben behandeld.’ Mason (10): ‘Ik vind dat de beelden moeten blijven als herinnering aan de geschiedenis.’ 12 leerlingen zijn het met Mason eens en stemmen conservatief. 6 leerlingen zijn het met Fraintley eens en stemmen progressief.

MEERDERHEID

SOLLICITEREN

Proberen een baan te krijgen.

De grootste groep van het geheel.

Extra lessen over verschillen tussen mensen De leerlingen stemmen vervolgens over de stelling: scholen moeten extra geld krijgen om lessen te geven over verschillen tussen mensen. De leerlingen die vinden dat er geen extra lessen nodig zijn stemmen conservatief. De leerlingen die vinden dat er wel extra lessen nodig zijn, stemmen progressief. 8 leerlingen vinden dat er al genoeg lessen worden gegeven en stemmen conservatief. 12 leerlingen stemmen progressief. Kajtek (11): ‘Ik vind het belangrijk dat leerlingen meer leren over verschillen tussen mensen. Ik denk dat leerlingen dan meer begrip en respect voor elkaar krijgen.’ Zeynep (10): ‘Ik denk dat leerlingen meer zichzelf durven te zijn als ze meer leren over de verschillen tussen mensen.’

Emmelie (10): ‘Ik vind het belangrijk dat leerlingen leren dat iedereen anders is.’

Gemeenteraadslid Tim de Haan.

Eigen ideeën en eigen meningen Tyler (12) heeft op alle stellingen conservatief gestemd. Tyler: ‘Ik vind het niet nodig om iets te veranderen als iets niet voor heel grote problemen zorgt.’ Jill (10) heeft op alle stellingen progressief gestemd. Jill: ‘Ik vind het belangrijk dat dingen steeds veranderen en anders worden. Ik heb daarom overal progressief gestemd.’ 18 leerlingen hebben een aantal keer conservatief en een aantal keer progressief gestemd. ‘Jullie hebben net als alle gemeenteraadsleden allemaal jullie eigen ideeën en eigen meningen’, zegt Tim de Haan.

Gemeenteraadslid Tim de Haan in groep 7 van basisschool De Phoenix. Foto’s: Arjen Jan Stada
De leerlingen laten met een kaartje of bordje hun stem op een stelling zien.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Jong010, dé Rotterdamse kinderkrant - april 2025 by Jong010, dé Rotterdamse kinderkrant - Issuu