Jong010, dé Rotterdamse kinderkrant - november 2025
Ruzies oplossen als mediator
Stoffen laten verdwijnen
De leerlingen krijgen les over de grondwet. Foto’s: Fleur Beerthuis
ROTTERDAM – De landelijke verkiezingen waren op 29 oktober. De leerlingen van groep 8 van de St. Michaëlschool kregen daarom lessen over de verkiezingen. De leerlingen kregen op 30 oktober een les over de grondwet. Tekst: Marloes Brouwer ‘De grondwet is het belangrijkste boek met daarin de regels van het land’, vertelt Pien (11). Imran (12): ‘In de grondwet staat dat alle mensen gelijk zijn. De grondwet kan niet worden veranderd.’
4 8 9 11
Voertuigen van de brandweer
Een schildpad als huisdier
De regering vormen ‘Er bestaan verschillende politieke partijen. Iedere partij heeft andere plannen met Nederland. Nederlanders mogen tijdens de verkiezingen stemmen op de partij die zij het beste vinden. De partij die de meeste stemmen krijgt, zoekt andere partijen om de regering mee te vormen. De regering mag het land besturen’, vertelt Imran. Jonas (12): ‘Je mag stemmen als je 18 jaar of ouder bent.’
Nieuwe wetten maken Roos (11): ‘Je hebt in Nederland het parlement. Het parlement maakt wetten en houdt in de gaten of de regering het land goed bestuurt. Het parlement bestaat uit de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. In de Eerste Kamer en in de Tweede Kamer zitten mensen van verschillende politieke partijen. De Tweede Kamer doet een voorstel voor een nieuwe wet. Je noemt dat een wetsvoorstel. Een wet mag niet tegen de grondwet ingaan.’ Pien: ‘De Eerste Kamer zegt ja of nee tegen een wetsvoorstel. Als de Eerste Kamer een wetsvoorstel goedkeurt, zet de koning zijn handtekening onder het wetsvoorstel. Iedereen moet zich dan aan de wet houden.’
Roodkapje huppelt door het bos. Ze ziet opeens de boze wolf achter een boom zitten. Ze roept: ‘Wolf wat heb je kleine oogjes…!’ De wolf reageert: ‘Ga weg, ik zit te poepen!’ Zuwena (11)
Jantjes vader zit in een restaurant. Hij bestelt een kopje koffie zonder melk. De ober zegt: ‘Helaas meneer, de melk is op. Is een kopje koffie zonder slagroom ook goed?’ Fezan (10)
Een oen gaat naar de winkel. Hij zegt: ‘Leuk dat jullie telefoonnummer op de winkelruit staat, maar jullie nemen nooit op! Ik probeer jullie al 3 dagen te bellen op 0800-1730.’
De winkelier antwoordt: ‘Sorry, dat zijn onze openingstijden.’
Sjoerd (12)
Wat eet een kat het liefst?
Beschuit met muisjes.
Stella (10)
Jantje staat achter zijn buurjongen Pietje. Pietje staat ook achter Jantje. Hoe kan dat?
Noah (12)
Hoe noem je een mobiel die in de wc is gevallen?
Roos (9)
Een pleemobiel. Ze staan rug tegen rug.
THEMA: SPEELTUINEN
activiteit bal bank club draaimolen duikelrek feest hangen kabelbaan klimmen knikkeren rekstok rennen ringen speelhuisje spelen springen springkussen springtouw trampoline wip wipkip
Kom je naar het sportveld? Mijn neef is er. Wil je voetballen of basketballen?
Fotografen: Fleur Beerthuis, Hanne van Mourik, Nina Passenier, Arjen Jan Stada
Vormgeving: Marcel van den Assem
Redactiemedewerker: Sasja Hof
Antwoord (1 woord):
Regels:
ROTTERDAM
Carola Schouten is de burgemeester van Rotterdam. Ze hoort graag de meningen en ervaringen van basisschoolleerlingen. De burgemeester is benieuwd hoe het verkeer volgens jou veiliger kan worden.
C AROLA S CHOUTEN
Foto: Casper Rila
‘De gemeente doet haar best om het verkeer veiliger te maken voor kinderen. De gemeente past bijvoorbeeld fietspaden aan. De gemeente hoopt dat daardoor meer mensen willen fietsen en er minder auto’s door de straten rijden. De gemeente past ook de toegestane snelheid in 115 Rotterdamse straten aan. Automobilisten mogen in die straten niet harder dan 30 kilometer per uur rijden. Ik denk dat we er samen voor moeten zorgen dat het verkeer veiliger wordt. Iedereen kan bijvoorbeeld extra goed opletten bij een rotonde, kruispunt of zebrapad. Hoe kan het verkeer volgens jou veiliger worden voor kinderen?’
‘Ik denk dat het verkeer veiliger wordt als op meer kruispunten en oversteekplekken verkeerslichten worden geplaatst. Ik vind dat mensen zelf ook beter moeten opletten in het verkeer. Ik kijk bijvoorbeeld bij een kruispunt eerst waar de andere weggebruikers naartoe gaan voordat ik oversteek.’
‘Ik vind dat er meer waarschuwingsborden moeten staan op plekken waar veel kinderen zijn. Het verkeer kan dan extra rekening houden met kinderen en rustiger rijden. Ik vind dat bij oversteekplaatsen ook borden geplaatst moeten worden waarop staat dat je goed naar links en naar rechts moet kijken voordat je oversteekt.’
‘Ik denk dat het verkeer veiliger wordt als er rondom ieder voetbalveld en iedere speeltuin een hek wordt gezet. Kinderen rennen tijdens het spelen soms zomaar de weg op als er geen hek om een voetbalveld of speeltuin staat. Dat zorgt voor gevaarlijke situaties.’
‘Ik vind dat automobilisten in de buurt van oversteekplaatsen niet harder dan 20 kilometer per uur mogen rijden. De automobilisten kunnen dan snel stoppen als dat nodig is.’
‘Automobilisten kunnen beter zien wat er om hen heen gebeurt als ze minder hard rijden. Ik vind daarom dat de maximum snelheid in woonwijken aangepast moet worden naar 20 kilometer per uur. Ik vind dat kinderen zelf beter moeten opletten of ze voorrang krijgen, ook als ze volgens de verkeersregels voorrang hebben.’
‘Ik denk dat het verkeer veiliger wordt als er meer afstand komt tussen fietspaden, voetpaden en andere wegen. Automobilisten rijden nu soms vlak langs fietspaden of voetpaden. Ze kunnen daardoor gemakkelijker een fietser of voetganger aanrijden.’
‘Ik denk dat het verkeer veiliger wordt als mensen hun telefoon niet meer gebruiken in het verkeer. Voetgangers letten vaak niet goed op de weg en op het verkeer om hen heen als ze hun telefoon gebruiken. Ik denk dat het veiliger wordt als mensen hun telefoon alleen nog mogen gebruiken als ze op een veilige plek stilstaan.’
‘Ik vind dat automobilisten die te hard rijden hogere boetes moeten krijgen. Ik denk dat mensen dan minder vaak hard rijden. Ik denk dat het ook veiliger wordt als er meer drempels worden geplaatst rondom scholen en speeltuinen zodat automobilisten daar minder hard kunnen rijden.’
Hoe kan het verkeer volgens jou veiliger worden voor kinderen?
‘Ik vind dat er soms gevaarlijke situaties ontstaan doordat bestuurders van elektrische fietsen hard rijden. Ik denk daarom dat het verkeer voor kinderen veiliger wordt als er aparte fietspaden worden gemaakt voor bestuurders van elektrische fietsen.’
Tekst en foto's: Suzanne Huig
ROTTERDAM – De meiden uit groep 8A van basisschool Onze Wereld volgden het anti-pestprogramma ‘Meidenvenijn is niet fijn’. De meiden hebben door het programma geleerd om op een fijne manier met elkaar om te gaan. Tekst: Suzanne Huig ‘Meidenvenijn is ruzie tussen meisjes. Meidenvenijn is bijvoorbeeld over elkaar roddelen of lelijk naar elkaar kijken’, zegt Daisey (12). Sumayah (11): ‘Meidenvenijn is ook iemand negeren of buitensluiten.’ Lisa (11): ‘Meidenvenijn gebeurt vaak onopvallend.’
Veel ruzies
‘In onze klas was het afgelopen jaar veel meidenvenijn. De ruzies werden steeds erger doordat meer meisjes zich ermee bemoeiden’, vertelt Sumayah. Ela (12): ‘Door de ruzies ontstonden er groepjes in de klas.’ Nouroz (12): ‘Veel ruzies ontstonden doordat we elkaar niet goed begrepen. Dingen kwamen anders over dan dat ze waren bedoeld. Iemand dacht bijvoorbeeld dat iemand haar uitdaagde en boos was terwijl de ander gewoon moe was.’ Daisey: ‘We reageerden vaak op elkaar terwijl we niet wisten wat de ander echt bedoelde.’
De meiden laten de 10 regels zien.
Foto’s: Arjen Jan Stada
1 Ik word niet boos als iemand met iemand anders wil spelen.
3 Ik vertel geen leugens over anderen.
5 Ik denk niet gelijk negatief als iemand mij met een rare blik aankijkt.
7 Ik betrek iemand ergens bij als ik zie dat die persoon wordt buitengesloten.
9 Ik fluister niet met iemand waar anderen bij zijn.
4 We spelen niet de baas over elkaar. 2 Ik word niet boos om kleine dingen.
6 Ik loop niet met het gedrag van anderen mee.
8 Ik dwing niemand iets te doen wat zij niet wil.
10 Ik geloof niet gelijk wat iemand zegt over iemand anders.
KRALINGEN – Op schoolpleinen ontstaan ruzies. De leerlingen van basisschool de Bavokring kunnen bij een ruzie naar een mediator op school gaan. Een mediator is een leerling die andere leerlingen helpt bij het oplossen van een ruzie.
Tekst: Jesse Wagenvoord
De mediatoren van de school zijn Amira (10), Kubra (12), Ishaya (10), Amilia (12), Cloé (11), Ladan (11), Gilbert (11), Marwa (13) en Adam (12). Ishaya: ‘We vinden het fijn om anderen te helpen.’
Vervelende sfeer in de klas Lisa: ‘We waren het ene moment vriendinnen en hadden het andere moment ruzie met elkaar. Dat vond niemand fijn.’ ‘De sfeer in de klas werd vervelend. Ik wilde soms niet naar school door de ruzies’, zegt Daisey. Lisa: ‘Ik had soms het gevoel dat iedereen boos op mij was. Ik voelde me dan heel eenzaam.’ Ela: ‘Alle meisjes wilden dat de ruzies stopten. We zijn daarom het programma ‘Meidenvenijn is niet fijn’ met onze antipest-juf mevrouw Teekens gaan volgen.’
Ruzies voorkomen
‘We hebben met elkaar 10 regels bedacht. In die regels staat hoe we met elkaar omgaan. We hebben afgesproken dat we ons allemaal aan die regels houden. De regels helpen ons om ruzies te voorkomen’, zegt Daisey. ‘Een regel is bijvoorbeeld dat we niet gelijk negatief denken en reageren als iemand met een rare blik kijkt. Je weet nooit waarom iemand op een bepaalde manier kijkt. Misschien is iemand verdrietig of moe’, zegt Sumayah. Daisey: ‘Ik reageerde vaak boos op een blik of opmerking van iemand. Ik had daardoor vaak ruzie. Ik vraag nu eerst hoe de ander de blik of opmerking bedoelt. De ander bedoelt het bijna nooit slecht. Ik reageer daarom bijna nooit meer boos.’
Wil jij het programma ‘Meidenvenijn is niet fijn’ volgen of meer weten over meidenvenijn? Kijk op www.meidenvenijn.nl
Ruzies oplossen
‘We hadden bijna iedere dag ruzie. We hebben sinds ‘Meidenvenijn is niet fijn’ bijna nooit meer ruzie’, zegt Daisey. ‘We hebben bij het antipestprogramma ook geleerd hoe we ruzies snel kunnen oplossen’, zegt Sumayah. ‘We praten rustig met elkaar als er iets gebeurt wat we niet fijn vinden. We laten elkaar dan rustig uitpraten’, zegt Lisa. Nouroz: ‘We begrijpen elkaar beter doordat we elkaar laten uitpraten. We kunnen daardoor rekening houden met elkaar en ruzies oplossen.’ Ela: ‘Ik ben blij dat we het programma hebben gevolgd. Het is weer gezellig in de klas.’
Stappen volgen
Kubra: ‘We volgen als mediator een paar stappen om een ruzie te helpen oplossen.’ ‘We leggen eerst de regels om een ruzie op te lossen uit. De kinderen mogen bijvoorbeeld niet door elkaar praten. Ze mogen ook niet schelden’, vertelt Ishaya. Amilia: ‘We vragen elke leerling daarna wat er is gebeurd. We controleren ook of het klopt wat iemand zegt.’ ‘We kijken als laatst hoe de leerlingen het willen oplossen. De leerlingen spreken bijvoorbeeld af dat ze elkaar met rust laten’, zegt Amira. Cloé: ‘We eindigen met een hand, een box of een knuffel.’
Lastige situaties De leerlingen vinden het soms lastig om mediator te zijn. ‘Ik vind het lastig als kinderen niet willen meewerken. Je kunt lastig een ruzie oplossen als de kinderen niet luisteren en niet meedoen’, vertelt Ladan. Gilbert: ‘We geven een leerling een waarschuwing als hij of zij niet luistert. Een leerling moet na 3 waarschuwingen naar een leraar of de directrice.’ ‘Ik vind het soms lastig als een leerling huilt. Ik neem een leerling die huilt even apart. De leerling kan dan even rustig worden’, zegt Marwa.
De mediatoren helpen om een ruzie op te lossen. Foto’s: Fleur Beerthuis
ONOPVALLEND Op een manier waarop het niet opvalt.
ROTTERDAM – De broers Luca (10) en Brent (9) hebben een zeldzame energiestofwisselingsziekte. Brent: ‘We hebben door de ziekte weinig energie. We kunnen daardoor niet alles doen wat onze vrienden doen.’ Luca: ‘We zijn snel moe en hebben veel pijn.’ Tekst: Suzanne Huig
In je lichaam zitten een soort energiefabrieken. Die energiefabrieken halen energie uit de dingen die je eet en drinkt. Je organen en spieren gebruiken die energie om goed te kunnen werken. De energiefabrieken van mensen met een energiestofwisselingsziekte werken niet goed. De organen en spieren van die mensen komen daardoor energie tekort en werken minder goed. Snel moe
Brent: ‘Ik ben moe als ik een kwartier buiten heb gespeeld. Ik kan daardoor vaak niet meedoen met mijn leeftijdsgenoten. Ik vind dat jammer. Ik word boos als ik heel moe ben. Ik schreeuw dan en gooi met spullen. Ik ben mezelf dan niet. Ik vind dat heel erg.’ Luca: ‘Ik kan niet goed zelf lopen doordat ik veel pijn heb en snel moe ben. Ik heb daarom een rolstoel en een loophulpmiddel. Ik voel me soms heel rot als ik moe ben. Ik ga dan grommen en huilen. Ik vind het ook lastig als er veel om mij heen gebeurt. Ik word dan stil en doe mijn ogen dicht.’
Spanning in spieren
Luca zijn beenspieren spannen te veel aan door de ziekte. ‘Mijn benen doen vaak pijn doordat mijn beenspieren te veel aanspannen’, vertelt Luca. Luca zijn andere spieren spannen juist te weinig aan. Luca: ‘Ik voel me daardoor vaak slap.’ Brent zijn spieren spannen ook te weinig aan. ‘Het kost mij extra veel energie om te bewegen doordat mijn spieren te weinig aanspannen. Het kost mij bijvoorbeeld al veel energie om rechtop aan tafel te zitten’, vertelt Brent.
Luca heeft een hulphond.
Medicijnen en drinkvoeding
Brent en Luca nemen iedere dag medicijnen zodat ze minder last hebben van hun ziekte. Brent: ‘Ik neem iedere dag pillen en speciale druppels. Die pillen en druppels zorgen ervoor dat ik me fijner voel, dat ik minder boos ben en dat ik goed kan slapen.’ Luca: ‘Ik neem 5 keer per dag medicijnen in die ervoor zorgen dat ik minder pijn heb.’
De broers drinken 2 of 3 keer per dag speciale drinkvoeding. Luca: ‘Ons lichaam haalt niet genoeg energie uit voeding. We drinken daarom speciale drinkvoeding. Drinkvoeding is een drankje waardoor je extra voedingsstoffen en dus extra energie binnenkrijgt.’
Hulpmiddelen en een hulphond De broers hebben thuis hulpmiddelen. ‘We hebben bijvoorbeeld een traplift waarmee we naar boven kunnen. We hebben een eetstoel waarin we rechtop aan tafel kunnen zitten. En we hebben een douchestoel waarop we kunnen zitten in de douche’, zegt Brent. Luca heeft ook een hulphond. ‘Mijn hulphond heet Jack. Ik heb Jack al 7 jaar. Jack is er voor mij als ik pijn heb of als ik verdrietig ben. Hij troost mij en vrolijkt mij op. Jack komt bijvoorbeeld bij mij liggen als ik verdrietig ben’, vertelt Luca.
ZELDZAAM Een zeldzame ziekte komt bij minder dan 2.000 mensen voor.
Ochtenden naar school Luca zit op de Jacobusschool. Brent zit op Recon openluchtschool. ‘Alle leerlingen bij mij op school hebben een ziekte of beperking. Ik heb het gevoel dat mijn klasgenoten daardoor begrijpen hoe ik mij voel’, zegt Brent. Luca en Brent kunnen vaak niet naar school doordat ze te moe zijn of te veel pijn hebben. Ze maken dan thuis schoolopdrachten. Brent: ‘Ik kan meestal 2 ochtenden per week naar school.’ Luca: ‘Ik kan meestal 1 of 2 keer per week 2 uurtjes naar school.’ ‘Het maakt ons verdrietig dat we onze klasgenoten zo weinig zien’, zegt Brent.
Uitrusten om te kunnen sporten Luca en Brent sporten graag. Luca gaat iedere week naar paardrijles en schaakt bij een schaakvereniging. Brent gaat iedere week kickboksen. ‘We proberen zoveel mogelijk dingen te doen die we leuk vinden’, zegt Brent. ‘We kunnen alleen sporten als we genoeg energie hebben. We moeten daarom voor het sporten en na het sporten heel goed uitrusten’, zegt Luca.
Wat zou jij doen als een klasgenoot regelmatig niet naar school kan komen doordat hij of zij ziek is?
‘Ik zou de zieke leerling iedere schooldag onder schooltijd videobellen met de klas. De zieke leerling kan dan even met zijn of haar klasgenoten kletsen.’
Fonds Kind & Handicap helpt kinderen en jongeren met een handicap of chronische ziekte.
Een handicap is een beperking waardoor je sommige dingen niet zo goed kunt.
‘Ik zou af en toe bij mijn zieke klasgenoot langsgaan. Ik zou dan vertellen wat er op school allemaal is gebeurd en samen een spelletje spelen.’
Een chronische ziekte is een ziekte die minimaal 3 maanden duurt, steeds terugkomt of niet genezen kan worden.
De organisatie geeft bijvoorbeeld geld om hulpmiddelen te kopen, voorlichting te geven of onderzoek te doen.
Brent en Luca. Foto’s: Nina Passenier
Jouw idee.
ORGANEN Organen zijn delen van je lijf die bepaalde dingen kunnen. Je hart is bijvoorbeeld een orgaan.
Naam en leeftijd:
Foto’s: Suzanne Huig
Safae (10)
Umut (13)
Acties voor de speeltuinen
Samen spelen in georganiseerde speeltuinen
ROTTERDAM – Gemeente Rotterdam heeft ruim 50 georganiseerde speeltuinen. Een georganiseerde speeltuin is een afgesloten speeltuin waar een speeltuinorganisatie zorgt voor de opening van de speeltuin. In een georganiseerde speeltuin is tijdens openingstijden iemand aanwezig die oplet. Tekst: Suzanne Huig
Gemeente Rotterdam vindt het belangrijk dat georganiseerde speeltuinen fijne en veilige speelplekken zijn voor kinderen. De gemeente heeft daarom onderzocht wat kinderen van georganiseerde speeltuinen vinden en wat kinderen zouden willen veranderen aan georganiseerde speeltuinen. 317 Rotterdamse basisschoolleerlingen hebben aan het onderzoek meegewerkt. De gemeente gebruikt de resultaten van het onderzoek om de georganiseerde speeltuinen te verbeteren.
Alle deelnemende leerlingen kregen dit formulier waar zij hun wensen op konden schrijven.
Wat zeggen de 317 Rotterdamse basisschoolleerlingen over georganiseerde speeltuinen?
BEKENDHEID
83 % van de kinderen geeft aan een georganiseerde speeltuin in de buurt van zijn of haar school of huis te kennen.
SPELEN
72 % geeft aan minimaal 1 keer per jaar in een georganiseerde speeltuin te spelen.
23 % geeft aan zelfstandig zonder ouder of verzorger naar een georganiseerde speeltuin te gaan.
87 % geeft aan vaker naar een georganiseerde speeltuin te gaan als er activiteiten worden georganiseerd.
SPEELLOCATIE
52 % geeft aan dat zijn of haar ouder of verzorger bepaalt waar het kind speelt.
AANWEZIGHEID VAN EEN BEHEERDER OF VRIJWILLIGER
48 % geeft aan het belangrijk te vinden dat er een beheerder of vrijwilliger aanwezig is die oplet.
17 % geeft aan het voldoende te vinden als er een aanspreekpunt in de buurt is voor noodsituaties.
35 % geeft aan het niet nodig te vinden dat er een beheerder of vrijwilliger aanwezig is.
REDENEN OM IN EEN GEORGANISEERDE SPEELTUIN TE SPELEN
Ruimte om te spelen.
Je kunt er vaak een ijsje of snoepje kopen.
Nieuwe kinderen ontmoeten.
Verschillende speeltoestellen.
Het hek rondom een georganiseerde speeltuin geeft een veilig gevoel.
De leerlingen die hebben meegewerkt aan het onderzoek van de gemeente zitten in de kinderraad van Kralingen of op 1 van de volgende basisscholen: basisschool De Plevier in Hoogvliet, Mytylschool De Brug in Hillegersberg-Schiebroek, De Augustinusschool in Centrum, De Talmaschool in Kralingen-Crooswijk, De Wilhelminaschool in Charlois, De Albert Schweitzerschool in Overschie, basisschool De Korf in Delfshaven, De Imeldaschool in Noord, basisschool Het Open Venster in IJsselmonde, basisschool De Driemaster in Hoek van Holland, De Albert Plesmanschool in Prins Alexander, basisschool De Wissel in Feijenoord of basisschool Het Waterschip in Pernis.
Aanpassingen waardoor kinderen vaker naar een georganiseerde speeltuin gaan:
De openingstijden verruimen, vooral in het weekend. De openingstijden aanhouden zodat je niet voor een gesloten deur staat. Een schoon toilet beschikbaar hebben.
De toegang gratis of goedkoper maken.
Activiteiten organiseren. Het liefst sporttoernooien.
Het toelaten om je eigen eten en drinken mee te nemen.
Georganiseerde speeltuinen toegankelijk maken voor iedereen: jonge kinderen en oudere kinderen, kinderen met een beperking en kinderen zonder een beperking.
Zorgen voor aardige beheerders en vrijwilligers.
De georganiseerde speeltuinen schoon en veilig maken.
Wat gaat de gemeente doen om georganiseerde speeltuinen te verbeteren?
Duidelijke regels in speeltuinen ophangen.
Toestellen voor oudere kinderen maken.
Aparte speelgedeeltes maken voor peuters en kleuters.
Zorgen voor 3 inclusieve speeltuinen waar kinderen met en zonder beperking kunnen spelen.
Mensen uit de wijk beter betrekken bij speeltuinen zodat speeltuinen bijvoorbeeld meer worden gebruikt voor wijkactiviteiten.
De georganiseerde speeltuinen er aantrekkelijk uit laten zien en goed zichtbaar maken.
In iedere speeltuin een tent of overkapping plaatsen zodat je kunt schuilen bij slecht weer.
Kinderen laten meedenken over de inrichting van speeltuinen en de activiteiten in speeltuinen.
Georganiseerde speeltuinen veilig houden en groener maken.
Dit artikel is gemaakt in samenwerking met
De zichtbaarheid en de bekendheid van georganiseerde speeltuinen vergroten.
Georganiseerde speeltuinen ondersteunen door bijvoorbeeld te helpen bij het vinden van vrijwilligers en het opleiden van vrijwilligers.
SLIM GELD UITGEVEN
ROTTERDAM – De kans is kleiner dat je later geldproblemen krijgt als je al op jonge leeftijd met geld leert omgaan. Je kunt je geld maar 1 keer uitgeven. Je moet daarom goed nadenken wat je ermee doet. Tekst: Suzanne Huig
Denk voordat je geld uitgeeft na of je je geld echt wilt uitgeven. Vraag jezelf af of je een product echt wilt hebben of echt nodig hebt. Ga daarna op onderzoek uit. Kijk bijvoorbeeld of het product ergens in de aanbieding is. Kijk ook of er een winkel is die garantie geeft zodat je zeker weet dat je het product een tijd kunt gebruiken. Controleer voordat je iets online koopt altijd eerst of de webwinkel betrouwbaar is.
GARANTIE
Garantie is de zekerheid dat een product binnen een bepaalde periode wordt vervangen of gerepareerd als het niet goed werkt.
Furkan (12) wil een kleine voetbaltafel kopen. Een speelgoedwinkel verkoopt een kleine voetbaltafel voor € 27,00. De speelgoedwinkel geeft een jaar garantie op de kleine voetbaltafel. Een spelletjeswinkel verkoopt een kleine voetbaltafel voor € 30,00. De spelletjeswinkel geeft 20 procent korting en een jaar garantie op de kleine voetbaltafel.
Een webwinkel verkoopt een kleine voetbaltafel voor € 23,00. Op de website staan geen adres en telefoonnummer. Furkan weet niet of de website betrouwbaar is.
Waar kan Furkan de kleine voetbaltafel het best kopen?
€ 30,00 - € 6,00 = € 24,00. In de webwinkel is de kleine voetbaltafel het goedkoopst. De webwinkel geeft geen garantie. Furkan kan zijn geld kwijtraken als de webwinkel niet betrouwbaar is. Furkan kan de kleine voetbaltafel daarom het best bij de spelletjeswinkel kopen. De kleine voetbaltafel is in de spelletjeswinkel goedkoper dan in de speelgoedwinkel. En de spelletjeswinkel en speelgoedwinkel geven dezelfde garantie.
De kleine voetbaltafel kost bij de spelletjeswinkel € 24,00. 20 % van € 30,00 is 30 x 0,20 = € 6,00 korting.
ROTTERDAM – Waterschap Hollandse Delta is 1 van de 21 waterschappen in Nederland. Een waterschap zorgt in een gebied voor veilige dijken en schoon en genoeg water. Metehan (12) en Danny (12) laten met het proefje ‘De verdwijntruc’ zien dat sommige stoffen oplossen in water. Tekst: Suzanne Huig / Foto’s: Peter Snaterse
‘Vul de 4 bakjes met water’, zegt Metehan.
Metehan: ‘Doe in het derde bakje 2 schepjes zout. Roer goed.’
Wat gebeurt er?
Metehan: ‘Doe in het eerste bakje 2 schepjes suiker. Roer goed.’
Danny: ‘Doe in het vierde bakje 2 schepjes zand. Roer goed.’
‘Doe in het tweede bakje 2 schepjes meel. Roer goed’, zegt Danny.
‘Kijk wat er gebeurt. Suiker en zout lossen op in water’, zegt Danny.
Metehan: ‘Zand en meel lossen niet op in water.’
Sommige stoffen lossen op in water. Je ziet die stoffen niet meer in het water zitten, maar ze zitten er wel in. In helder water kunnen dus vieze stoffen zitten die zijn opgelost.
Wat heb je nodig?
* Een fles water. * 4 bakjes.
* 4 theelepels.
Slootwater dat schoon lijkt, kan heel vies zijn. Je kunt slootwater daarom nooit drinken. * Suiker. * Meel.
Weetje
dan op
Droppie Water: Robert van der Kroft
Naam:
Gebruik deze ruimte om de som uit te rekenen.
* Zout. * Zand.
ROTTERDAM – Marieke van Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Rijnmond reageert iedere maand in Jong010 op een vraag of een probleem van een leerling of klas. Ze beantwoordt deze maand de vraag van Sev (11). Tekst: Suzanne Huig
Marieke beantwoordt ingestuurde vragen.
Foto: Peter Snaterse
een vraag aan
Hoi Sev,
Sev: ‘Ik ben de enige zonder mobiele telefoon in de klas. Ik mag pas een mobiel als ik naar de middelbare school ga. Ik vind dat niet eerlijk. Wat moet ik doen?’
Wat balen dat jij je zo voelt. Het lijkt voor jou misschien alsof iedereen al een mobiele telefoon heeft behalve jij. Je voelt je misschien buitengesloten als anderen appjes laten zien, foto’s maken of samen spelletjes doen. Ik begrijp dat dat niet leuk is. Het is belangrijk om te onthouden dat een telefoon niet bepaalt wie je bent en of je ergens bij hoort.
Niet om te pesten
Veel ouders kiezen ervoor om hun kind pas een mobiele telefoon te geven als het kind naar de middelbare school gaat. Ouders maken die keuze niet omdat ze hun kind willen pesten. Ze maken die keuze juist omdat ze voor het kind zorgen. Jouw ouders vinden het voor jou het beste als je een mobiele telefoon krijgt als je naar de middelbare school gaat. Maar dat maakt de situatie natuurlijk niet makkelijker voor jou.
Praat met je ouders
Je kunt aan je ouders vertellen hoe jij je voelt. Vertel rustig waarom je het vervelend vindt om de enige zonder mobiele telefoon te zijn in jouw klas. Je kunt aan je ouders vragen of jullie samen afspraken kunnen maken over het gebruik van een mobiele telefoon. Misschien mag je bijvoorbeeld af en toe een telefoon van je ouders lenen, een telefoon zonder internet of een telefoon die je alleen thuis gebruikt.
Groetjes, Marieke
Stuur een mail naar REDACTIE@JONG010.NL
Of stuur een brief naar Jong010, Postbus 13037, 3004 HA Rotterdam.
ROTTERDAM – Het is belangrijk dat de brandweer zo snel mogelijk bij een incident aanwezig is. De brandweer gebruikt verschillende voertuigen om naar een incident te gaan. Brandweervrouw Annieck laat een aantal voertuigen zien. Tekst: Suzanne Huig / Foto's: Hanne van Mourik
‘De brandweer gaat bijna altijd met een tankautospuit (TAS) naar een incident. Een TAS is een blusvoertuig. In een TAS zit een watertank met daarin 2.000 liter water. 2.000 liter water is 200 emmers vol met water. We kunnen daarmee ongeveer 5 minuten blussen. Als het water in de tank op is, sluiten we het voertuig aan op een brandkraan of open water’, vertelt brandweervrouw Annieck.
Redvoertuigen
Brandweervrouw Annieck: ‘De brandweer heeft ook hoogwerkers en ladderwagens. Hoogwerkers en ladderwagens zijn redvoertuigen. De voertuigen worden bijvoorbeeld ingezet om mensen uit een hoog gebouw te bevrijden. Een ladderwagen heeft een uitschuifbare ladder van 30 meter. Een hoogwerker heeft een uitschuifbare arm met daaraan een korf. De korf kan tot 32 meter hoogte komen.’
INCIDENT
Vervelende gebeurtenis die plotseling plaatsvindt.
Voertuig voor waterongevallen
Brandweervrouw Annieck: ‘De brandweer heeft ook een speciaal voertuig dat wordt gebruikt voor waterongevallen. Het voertuig wordt gebruikt als er een mens of dier uit het water gered moet worden. In het voertuig liggen duikpakken, duikflessen en reddingsmiddelen. Dit voertuig gaat altijd samen met een TAS naar een incident.’
Heb jij
Marieke of zit je ergens mee?
Een waterongevallenvoertuig.
Brandweervrouw Annieck.
Een hoogwerker.
Foto: Brandweer Schiedam
Een tankautospuit.
ROTTERDAM – Leerlingen van basisschool De Rozenhorst bezochten het bedrijf Vopak in de haven van Rotterdam. Vopak heeft grote tanks waarin vloeistoffen zoals olie en benzine worden bewaard. De leerlingen kregen een rondleiding van Tyra en Mark van het bedrijf Vopak. Tekst: Marloes Brouwer
Vopak is een grote opslagplaats voor vloeistoffen. Schepen brengen vloeistoffen naar Vopak. De vloeistoffen worden bij Vopak veilig in tanks bewaard. De vloeistoffen worden daarna weer opgehaald en verder vervoerd naar andere plekken. Yagmur (12): ‘Een tank is zo groot dat er een vliegtuig in zou passen.’
5.000 boten per jaar ‘Ieder jaar komen er ongeveer 5.000 boten naar Vopak om vloeistoffen te laden en te lossen’, zegt Senn (12). ‘Bij Vopak werken bijvoorbeeld operators. Operators helpen met het laden en lossen van de vloeistoffen’, vertelt Sepp (11). Lana (11): ‘Bij Vopak werken ook shiftleaders. Shiftleaders geven leiding aan de operators.’
VERANTWOORDELIJKHEID
De taak om ervoor te zorgen dat iets goed gaat.
De leerlingen beantwoorden vragen over Vopak.
Grote verantwoordelijkheid
‘In de tanks worden soms gevaarlijke en giftige vloeistoffen bewaard. De mensen die bij Vopak werken hebben daarom een grote verantwoordelijkheid’, vertelt Elzem (11). Lana: ‘Ze moeten ervoor zorgen dat de vloeistoffen veilig worden bewaard. Ze dragen een speciaal pak, een veiligheidsbril, een helm en handschoenen om zichzelf te beschermen tegen de vloeistoffen.’ Milan (12): ‘Ze moeten een gasmasker dragen als ze een tank in gaan.’
Lijkt het jou leuk om meer over de haven te weten te komen? Leerlingen uit groep 6, 7 en 8 kunnen met het havenprogramma Port Rangers de haven leren kennen. Kijk voor meer informatie op WWW.PORTRANGERS.NL
Wat waren er op 29 oktober? PAGINA 1
Hoe noem je ruzie tussen meisjes?
PAGINA 4
Wat nemen Brent en Luca iedere dag zodat ze minder last van hun ziekte hebben? PAGINA 5
Waarover gaat het onderzoek? PAGINA 6
De gemeente gaat de georganiseerde speeltuinen veilig houden en … maken. PAGINA 7
Wat voor soort winkel moet je controleren om te zien of die betrouwbaar is, voordat je er iets koopt? PAGINA 8
Wie moet zo snel mogelijk bij een incident aanwezig zijn? PAGINA 9
Het antwoord van de puzzel van oktober is: SPRINKHANEN. De winnaar is Stefan (11) Gefeliciteerd!
Wat worden in de tanks bij Vopak bewaard? PAGINA 10
Welk dier kan ouder dan 100 jaar worden? PAGINA 11
Hoe heet het gat in de grond bij golf? PAGINA 11
Waarvoor zijn de verkiezingen op 18 maart 2026?
PAGINA 12
De antwoorden op de vragen vind je in deze krant!
De leerlingen bezoeken Vopak. Foto’s: Suzanne Heikoop
ROTTERDAM – Eliot (11) golft bij Golfbaan Kralingen. Eliot: ‘Ik vind het leuk om de bal zo snel mogelijk in de hole te slaan.’ Tekst: Marloes Brouwer
‘Golf is een balspel. Je gebruikt een club. Dat is een soort stok. Je slaat met de club tegen een kleine golfbal. De bal moet in de hole komen. De hole is een gat in de grond. Er staat een vlag in de hole. Je kunt door de vlag goed zien waar de hole is. Je moet de bal met zo min mogelijk slagen in de hole proberen te krijgen’, vertelt Eliot.
De bal ver slaan Eliot: ‘De eerste keer dat je een bal richting de hole slaat, gebruik je een soort stokje. Je steekt het stokje in de grond. Je legt de bal op het stokje. De bal ligt daardoor iets boven de grond. Je kunt de bal daardoor goed raken en extra ver slaan. Ik wil graag leren heel ver te slaan. Je kunt heel ver slaan met een speciale driver club. Een driver club is een zware en grote club.’
Stevig staan Je draagt golfschoenen als je golft. Golfschoenen hebben vaak spikes op de zolen. Eliot: ‘De golfschoenen zorgen ervoor dat je stevig kunt staan. Mijn sterke punt is dat ik goed stevig kan staan.’
ROTTERDAM – Maryse (12) en Carlos (10) zijn hoogbegaafd. Hoogbegaafd zijn betekent dat je hersenen heel goed werken. Hoogbegaafden denken, leren en voelen vaak op een andere manier dan andere mensen. Carlos: ‘Hoogbegaafde kinderen leren vaak sneller dan andere kinderen. Ze begrijpen lesstof sneller.’ Maryse: ‘Ik help op school vaak kinderen met de lesstof. Ik vind het leuk om anderen te helpen.’ Tekst: Marloes Brouwer
Maryse oefent tijdens de lessen met dingen die ze lastig vindt.
Je anders en speciaal voelen
Maryse: ‘Mijn moeder is ook hoogbegaafd. Zij werd vroeger gepest met haar hoogbegaafdheid. Ik word gelukkig niet gepest. Ik voel me speciaal doordat ik een beetje anders ben.’
Carlos: ‘Ik vind het fijn als kinderen weten dat ik hoogbegaafd ben. Ze weten dan waarom ik anders en sneller denk. Ze begrijpen mij dan beter.’
Hoogbegaafde kinderen hebben vaak meer uitdaging nodig. Maryse en Carlos krijgen daarom Da Vincilessen op basisschool Passe-Partout. Carlos: ‘Ik krijg extra moeilijke rekenopdrachten. Ik schaak ook vaak. Ik vind het leuk dat ik veel moet nadenken als ik schaak.’ Maryse: ‘Ik leer bijvoorbeeld Frans tijdens de Da Vincilessen.’
DELFSHAVEN — Ismaël (10) heeft 2 schildpadden thuis.
Ismaël: ‘De grote schildpad heet Kokkie. Kokkie is al meer dan 35 jaar oud. De kleine schildpad heet Smokkie. Smokkie is pas 2 jaar oud. Een schildpad kan ouder dan 100 jaar worden.’
Tekst: Lotte Keuzenkamp
Ismaël: ‘Schildpadden horen bij de groep reptielen. Slangen en krokodillen zijn ook reptielen. Er bestaan waterschildpadden en landschildpadden. Kokkie en Smokkie zijn waterschildpadden. Ze hebben daarom water in hun verblijf.’
Kokkie en Smokkie verzorgen ‘Ik verzorg Kokkie en Smokkie goed. Ik geef ze om de dag te eten. Waterschildpadden zijn alleseters. Ze krijgen kleine garnaaltjes, brood en sla. Ik maak hun voer altijd nat. Waterschildpadden hebben namelijk water nodig om hun voer door te kunnen slikken. Ik maak hun verblijf regelmatig schoon. Ik zet Smokkie en Kokkie even in onze wasbak als ik het verblijf schoonmaak’, vertelt Ismaël.
Leuk huisdier
Ismaël: ‘Ik vind schildpadden heel leuke huisdieren. Ik kan leuk met mijn schildpadden spelen. Ik haal Kokkie en Smokkie af en toe even uit hun verblijf. Ze lopen dan op de grond of we houden een schildpaddenrace.’
Carlos schaakt graag.
Eliot laat een club en een golfbal zien.
Eliot slaat een golfbal de baan op. Foto’s: Arjen Jan Stada
Ismaël houdt een schildpaddenrace met Kokkie en Smokkie.
Maryse en Carlos. Foto’s: Arjen Jan Stada
Ismaël houdt Smokkie vast. Foto’s: Hanne van Mourik
Rotterdam
Nederland is een democratie. Dat betekent dat alle Nederlanders van 18 jaar en ouder mogen meebeslissen over hoe het land wordt bestuurd. Het is onmogelijk om met zoveel mensen samen beslissingen te nemen. Je kunt daarom stemmen op mensen die dat namens jou gaan doen. Alle Nederlanders van 18 jaar en ouder kunnen laten weten wat zij belangrijk vinden door te stemmen tijdens verkiezingen. Tekst: Suzanne Huig
Verkiezingen zijn momenten waarop alle Nederlanders van 18 jaar en ouder mogen kiezen wie mag meepraten en meebeslissen over belangrijke dingen. Iedereen waarop gestemd kan worden, hoort bij een politieke partij. Iedere politieke partij heeft eigen ideeën. Mensen mogen stemmen op een persoon van een politieke partij die volgens hen de beste plannen en ideeën heeft. Alle uitgebrachte stemmen worden bij elkaar opgeteld. De personen die de meeste stemmen krijgen, mogen meedenken en meebeslissen over wetten, regels en plannen. De gekozen mensen vormen het bestuur van het land of het bestuur van een gemeente.
Het bestuur van het land kiezen
Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen kiezen alle Nederlanders die mogen stemmen met elkaar welke 150 mensen het land mogen besturen. Die 150 mensen noemen we de Tweede Kamerleden. Zij beslissen samen over dingen die voor heel Nederland belangrijk zijn. De Tweede Kamer beslist bijvoorbeeld over het maken van nieuwe regels voor scholen of ziekenhuizen. Iedere 4 jaar worden nieuwe Tweede Kamerverkiezingen gehouden. Er worden eerder nieuwe verkiezingen gehouden als de mensen die samen het land besturen het niet meer met elkaar eens zijn. Op 29 oktober waren de laatste Tweede Kamerverkiezingen.
Vanaf welke leeftijd vind jij dat je moet kunnen stemmen?
Naam en leeftijd:
VERKIEZINGEN
Een andere partij
Een andere partij
Een andere partij
Mijn favoriete partij
Een andere partij
Het bestuur van een gemeente kiezen
Iedere 4 jaar zijn ook gemeenteraadsverkiezingen. Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen stemmen inwoners van iedere gemeente wie de gemeenteraadsleden van hun gemeente mogen worden. De gemeenteraadsleden zijn de baas in een gemeente. Ze beslissen bijvoorbeeld waar nieuwe huizen, wegen, parken of speeltuinen in een stad of dorp komen. In de gemeenteraad van grote steden zitten meer mensen dan in de gemeenteraad van kleine dorpen.
‘Ik vind het goed dat iedereen vanaf 18 jaar en ouder kan stemmen. Ik vind dat mensen jonger dan 18 jaar ook moeten kunnen meebeslissen over de stad en het land waarin ze wonen.
Je kunt alleen gemeenteraadslid worden van de gemeente waarin je woont. In de gemeenteraad van Rotterdam zitten 45 gemeenteraadsleden die allemaal lid zijn van een politieke partij. Op 18 maart 2026 zijn verkiezingen voor de nieuwe gemeenteraad. Rotterdammers stemmen dan dus op iemand die 1 van die 45 gemeenteraadsleden kan worden.
‘Ik denk dat je goed weet wat je belangrijk vindt vanaf je dertiende. Ik vind daarom dat iedereen van 13 jaar en ouder moet kunnen stemmen. Ik vind dat gemeenteraadsleden en Ik vind daarom dat volwassenen met kinderen moeten overleggen voordat ze stemmen. Volwassenen kunnen bij het stemmen dan rekening houden met wat kinderen fijn vinden.’
Tweede Kamerleden 2 keer per jaar met kinderen tot 13 jaar in gesprek moeten gaan over wat kinderen belangrijke vinden. Ze kunnen dan rekening houden met de ideeën en meningen van kinderen.’