JONG010 NOVEMBER 2018

Page 1

NOVEMBER 2o18

4 Uitvinders Sophie (8) en Julia (8)

8

9

Politiehond Xantho

11

Amerikaanse sporten

Bollywood dans

De leerlingen maken knopen met elkaar. Ze leren respectvol samenwerken. Foto’s: Arjen Jan Stada

Thijmen, Liza, Thijs, Eleonora en Dynaisha zijn blij met de klassenregels. ROZENBURG – Het was van 5 tot en met 11 november de Week van Respect. Groep 7 van basisschool de Phoenix kreeg daarom op 6 november een les over respect van juf Claire. Jad (11): ‘Respect betekent voor mij dat ik iedereen laat zijn wie hij of zij wil zijn.’ ‘Respect betekent voor mij dat ik rekening houd met anderen’, zegt Thijs (10). Tekst: Suzanne Huig

‘We hebben met de klas klassenregels gemaakt. Ik vertrouw erop dat mijn klasgenoten zich aan die regels houden. In de regels staat bijvoorbeeld dat we aardig zijn voor elkaar, elkaar geen pijn doen en voor elkaar opkomen’, zegt Luuk (10). Lucas (10): ‘We weten door de klassenregels precies wat we van elkaar kunnen verwachten.’ ‘Ik houd mij aan gemaakte

afspraken. Ik laat daarmee zien dat ik mijn klasgenoten respecteer’, zegt Rosalie (10).

In groepjes knopen maken

‘Iedereen heeft weleens ruzie of moet samenwerken met iemand terwijl hij of zij dat niet wil. Het is belangrijk dat je dan met elkaar een oplossing bedenkt’, zegt juf Claire. De juf maakt groepjes. Eleonora (10), Liza (10), Thijs, Thijmen (10) en Dynaisha (10) vormen een groepje. Iedere leerling krijgt een touw. In ieder groepje moet iedere leerling 4 knopen leren maken binnen 8 minuten. Thijmen: ‘We maken eerst een plan met elkaar. De kans dat we ruzie krijgen, is daardoor kleiner.’ ‘Het is respectvol om naar elkaars mening te luisteren’, zegt Liza.

Kijken naar kwaliteiten

‘Eleonora en Thijmen zijn goed in het maken van knopen. Zij onderzoeken samen hoe ze de lastigste knoop moeten maken. Ze leggen het daarna aan ons uit’, zegt Dynaisha. ‘De rest oefent ondertussen met elkaar de makkelijke knopen’, zegt Thijs. Thijmen: ‘We maken na 6 minuten met elkaar alle knopen. We weten daardoor zeker dat we allemaal alle knopen kunnen maken.’ ‘We leren kijken naar elkaars kwaliteiten. We gaan respectvol met elkaar om’, zegt Eleonora.


NOVEMber 2o18

Alle leerlingen maken een tekening tijdens de

tekenles. De leraar komt bij Stan en ziet dat

hij nog niets heeft getekend. ‘Wat ben jij aan het tekenen?’, vraagt de leraar. ‘Een koe in

een weiland, meneer’, zegt Stan. ‘Waar is het

P A R A

A S O

L

Z W A M B

L M A W Z K

I

U

B O O

D M A W Z M J

I

L

S N O

L

E

N

E M

A T

D R

D O E

R S

N N N

K

J

E

O C

geen gras meer is!’

S S

E

I

Z O E

N G S

P

Lesley (12)

T

R K

T

R O D

S

E

S O

O U R

U

I

N Z

L

N R

E

E

E

T

B A A R

L

B B

U

I

Z E

N Z W A M

I

E

G

N Z W A M

gras?’, vraagt de leraar. Stan: ‘Dat heeft de koe opgegeten, meneer.’ De leraar: ‘Waar is de koe?’ Stan: ‘Die is weggelopen, meneer.

Die blijft toch niet in een weiland staan waar

Er lopen 2 aardappels over straat. Zegt de één tegen de ander: ‘Waarom kijk je zo sip?’ Zegt de ander: ‘Mijn moeder zit in de puree...’ Jelysa (8)

2 oenen zitten in een bootje. Zegt de één: ‘Er zit een gaatje in ’t bootje.’ Zegt de

D

P W A N D

E

G Z

N V

L

I

K

E K

E

E

N E I

E

W E

BERKENZWAM BEURS BOOMSCHORS BOS BUIKZWAM BUIZEN EETBAAR KIJKEN LOEP

PADDENSTOEL PARASOLZWAM PLAATJESZWAM

H

REGEN

RING RUIKEN SEIZOEN SLIJMZWAM SPOREN

VLIEGENZWAM WANDELEN WIND ZWAM

S antwoord (ÉÉn woorD):

regels: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN DIAGONAAL. Je mag letters

meerdere keren gebruiken. Als je de overgebleven letters in de juiste volgorde

zet krijg je het antwoord. Mail dIT antWOORD samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s) (zodat we contact met je kunnen opnemen als je hebt gewonnen) naar antwoord@jong010.nl. Alleen de

ander: ‘Dan maken we er nog een gaatje bij.

winnaar krijgt bericht.

Stefanie (11)

Puzzelcorner.nl

Dan loopt het water er daar weer uit.’

HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER VAN OKTOBER IS: naaktslak. DE WINNAARS ZIJN JIMMY EN LUKAS.

Wie haalt het snelst de banaan uit de

palmboom? De aap, de slak of de beer? In een palmboom groeien geen bananen. Reza (9)

Wat kun je wel serveren maar niet eten?

Een tennisbal Emirhan (12)

Jong010 wordt mede mogelijk gemaakt door:

Oprichter: Angelique van Tilburg hoofdredacteur: Suzanne Huig

Jong010 - NOVEMBER Jaargang Oplage:

9

- Editie

40.000

2018 3

kranten

Fotografen: Johannes Odé, Peter Snaterse, Arjen Jan Stada Vormgeving: Marcel van den Assem redactiemedewerker: sasja hof Aan deze editie werkten mee: Puzzelcorner, Richard van der Ven


NOVEMber 2o18

‘Ik vind dat voor alle kinderen tot en met 6 jaar een Nationaal Kindervuurwerk moet worden georganiseerd. Die kinderen hoeven dan niet tot laat wakker te blijven om vuurwerk te zien. Oudere kinderen kunnen naar de vuurwerkshow om 00:00 uur. Ik vind dat iedereen vanaf 7 jaar rotjes mag afsteken. Ik vind dat het verboden moet worden om ander vuurwerk af te steken.'

ROTTERDAM – Burgemeester Ahmed Aboutaleb hoort graag van de Rotterdammers wat zij van de stad vinden. Ook naar de mening en ervaring en basisschoolleerlingen is hij benieuwd. Vind jij het belangrijk dat er een Nationaal Kindervuurwerk is bij de Erasmusbrug? Waarom wel of niet? Tekst en foto’s: Suzanne Huig

‘Over een paar weken vieren we oud en nieuw met een grote vuurwerkshow bij de Erasmusbrug om 00:00 uur. Vorig jaar was er voor het eerst het Nationaal Kindervuurwerk om 19:00 uur. Vind jij dat er ieder jaar een Nationaal Kindervuurwerk moet worden georganiseerd? En vind jij dat op andere plekken in de stad vuurwerk moet worden verboden?’

willem (10) Ahmed Aboutaleb. foto: gemeente rotterdam

‘Ik vind dat er voor kinderen tot en met 7 jaar een speciale Kindervuurwerkshow moet worden georganiseerd. Ik denk dat die kinderen het vuurwerk beter kunnen zien als er niet te veel grote mensen zijn. Ik vind dat iedereen zelf vuurwerk mag afsteken waar hij of zij wil. Het is feestelijk om zelf vuurwerk af te steken.'

LARs (9)

‘Ik vind dat er voor kinderen tot en met 8 jaar een show moet worden georganiseerd. Ik vind dat deze kinderen nog geen vuurwerk mogen afsteken. Ik vind dat er voor oudere kinderen 2 uur moet worden georganiseerd waarin zij zelf vuurwerk mogen afsteken bij de Erasmusbrug. Ik denk dat het voor die kinderen leuker is om zelf vuurwerk af te steken.'

‘Ik was vroeger verdrietig als ik het aftellen naar het nieuwe jaar miste. Ik vind daarom dat kinderen gewoon naar de vuurwerkshow om 00:00 uur mogen. Ik vind dat er speciale plekken moeten zijn waar mensen vuurwerk mogen afsteken. Bijvoorbeeld op een leeg bouwterrein. De mensen die vuurwerk niet leuk vinden, hebben er dan geen last van.’

'Ik wil dat er ieder jaar een kindervuurwerkshow en vuurwerkshow voor volwassenen wordt georganiseerd. Ik vind dat de kindervuurwerkshow om 22:00 uur moet worden gegeven. De kinderen hebben dan geen last van volwassenen om zich heen. En het is dan bijna echt oud en nieuw. Ik vind dat verder in de stad geen vuurwerk mag worden afgestoken. Vuurwerk zorgt voor onveilige situaties op straat.’

BRIËNne (10) Vul zelf in:

OLIVIA (9)

Vind jij dat er ieder jaar een Nationaal Kindervuurwerk moet worden georganiseerd? En vind jij dat op andere plekken in de stad vuurwerk moet worden verboden?

'Ik wil niet dat er een vuurwerkshow voor kinderen wordt georganiseerd. Ik vind dat er één show moet zijn waarmee het nieuwe jaar begint. Vuurwerk hoort bij oud en nieuw. Ik vind daarom dat iedereen vuurwerk mag afsteken. Ik vind dat je wel rekening moet houden met anderen als je vuurwerk afsteekt.’

nout (10)

alysha (9)

Naam:

'Ik vind het leuk als er ieder jaar een Nationaal Kindervuurwerk wordt georganiseerd. Kinderen moeten vooraf vertellen welk vuurwerk zij tijdens de show willen zien. De organisatie kan het dan extra leuk maken voor kinderen. Ik vind dat iedereen vanaf 9 jaar vuurwerk mag afsteken als hij of zij veilig met vuur kan omgaan.’

olivia (10)

‘Ik vind vuurwerk gevaarlijk. Mensen en dieren kunnen er gewond door raken. Ik wil dat er alleen vuurwerk wordt afgestoken op afgelegen plekken. Ik denk dat niet veel kinderen vuurwerk zien als het alleen wordt afgestoken op afgelegen plekken. Ik zou het daarom goed vinden als er ieder jaar een groot Nationaal Kindervuurwerk wordt georganiseerd.’

amelie (10)

'Ik wil dat er één vuurwerkshow is voor kinderen en volwassenen. Ik vind oud en nieuw een familiefeest. Iedereen moet daarom bij elkaar kunnen zijn tijdens de show. Ik vind dat iedereen vanaf 10 jaar vuurwerk mag afsteken. Het afsteken van vuurwerk vind ik heel cool.'

noortje (10)


NOVEMber 2o18

IJSSELMONDE – Uitvinders zijn op zoek naar oplossingen voor problemen. De leerlingen van groep 5 en 6 van de Meester Baarsschool bedenken zelf uitvindingen. Ze maken een ontwerp, prototype en gebruiksaanwijzing. ‘Een prototype is een eerste model van een uitvinding’, zegt Fabiënne (10). ‘In de gebruiksaanwijzing staat beschreven hoe de uitvinding werkt’, vertelt Lizzy (8). Tekst: Suzanne Huig / Foto's: Johannes Odé

De leerlingen bedenken wat ze zouden willen hebben of welk probleem ze willen oplossen. Atillahan (8): ‘Ik vind het leuk om nieuwe dingen te bedenken. We kunnen met onze uitvindingen onze dromen laten uitkomen.’ Lizzy: ‘Ik vind dat je een goede uitvinding hebt bedacht als je een groot probleem voor mensen oplost. Bijvoorbeeld de vervuiling van de zee of lange files.’

Julie en Sophie nieten de sponsen aan de kledingstukken vast. Sophie (8) en Julia (8) ontwerpen schoonmaakkleding. ‘Mijn moeder zeurt altijd dat ze het niet leuk vindt om te dweilen’, zegt Sophie. Julia: ‘Ik dweil soms zelf. Het is echt heel saai. Wij hebben daarom iets bedacht om dweilen leuk te maken.’

Glijden over de vloer

‘Schoonmaakkleding bestaat uit een broek en Tshirt met daarop sponsjes’, zegt Julia. ‘Je trekt de kleding aan. Je smeert de sponsen op de broek en het T-shirt daarna in met zeepsop’, zegt Sophie. Julia: ‘Je glijdt in de ingesopte kleding over de vloer. Op die manier wordt het leuk om te dweilen.’

Quillermo (8), Jada (9), Dex (8) en Asaf (8) ontwerpen een afvalrobot. ‘Afval is slecht voor het milieu. Wij willen daarom dat er minder afval op straat ligt en dat afval wordt hergebruikt’, zegt Quillermo.

Scheiden en recyclen

‘We hebben een robot gemaakt die rondjes rijdt op straat. Als de robot afval ziet liggen, stopt hij het in zijn mond’, zegt Dex. Jada: ‘In zijn buik wordt het afval gescheiden. Hij maakt van het gescheiden afval borden, bekers, messen en vorken. We kunnen die spullen op school gebruiken.’

Alakay (9), Bob (9), Fabiënne en Djessy (8) bedenken een bestuurbare afvalauto. ‘Op straat en in onze school ligt soms zwerfafval. Wij vinden dat vies’, zegt Alakay. Bob: ‘Onze bestuurbare auto brengt zwerfafval naar prullenbakken toe.’ ‘We hebben aan een op afstand bestuurbare auto een plank vastgebonden. Je kunt het afval met de plank naar één plek brengen door de auto te besturen’, legt Djessy uit. ‘Op deze manier wordt het leuker om afval op te ruimen’, zegt Bob.

‘Onze bestuurbare afvalauto schuift al het zwerfafval bij elkaar’, zegt Bob.

Wiktoria (10), Aochen (8) en Laura (9) maken de Eetmachine. Wiktoria: ‘Wij willen niet van de bank opstaan om iets te eten te maken.’ ‘En het duurt vaak lang voordat eten wordt bezorgd als je het bestelt. Dat vinden wij vervelend. We hebben daarom de Eetmachine bedacht’, zegt Laura.

De meiden werken aan de Eetmachine.

‘De Eetmachine is een computer die zelf eten maakt. Het eten wordt binnen 2 minuten op tafel gezet’, vertelt Aochen.

‘Dit zijn onderdelen van onze afvalrobot’, zegt Asaf.


NOVEMber 2o18

IJSSELMONDE – In Nederland zijn ongeveer 3.000 kinderen slechtziend of blind. Iemand is slechtziend als hij of zij minder dan 30 procent ziet. Iemand die minder dan 5 procent ziet, noemen we maatschappelijk blind. Die mensen zien wel licht en de omtrekken van mensen en voorwerpen. Iemand is blind als hij of zij niets ziet, ook geen licht. Ashley (10) en Timo (10) vertellen hun verhaal. Tekst: Suzanne Huig

IJSSELMONDE – ‘Ik zie 2 procent. Ik zie dichtbij soms details. Ik zie verder alleen kleuren en vormen. Ik draag een bril zodat ik alles iets groter zie. Ik voel me soms beperkt. Dat vind ik vervelend. Ik vind het bijvoorbeeld lastig als mensen op straat over mij praten. Of als ik als enige iets in de verte niet kan zien. Ik heb dan het gevoel dat ik anders ben’, vertelt Ashley. Tekst: Suzanne Huig ‘Hulpmiddelen helpen mij zodat ik alles zelf kan doen. Ik heb thuis een beeldschermloep, boeken met extra grote letters en een stok. Een beeldschermloep lijkt op een computer. Ik kan onder de loep bijvoorbeeld een pagina uit een boek leggen. Ik kan de grootte, de kleuren en het licht van de loep instellen. Ik maak de achtergrond meestal zwart en de letters wit. Ik zie de pagina op het beeldscherm zoals ik de loep heb ingesteld. Ik kan daardoor gemakkelijker lezen’, legt Ashley uit.

IJSSELMONDE– Timo: ‘Mijn rechteroog zit dicht. Ik zie daarmee niets. Ik zie met mijn linkeroog 13 procent. Mijn linkeroog is een wiebeloog. Dat betekent dat mijn oog heel de tijd beweegt van links naar rechts. Ik kan daardoor niet scherp zien. Ik draag een bril zodat ik iets scherper zie en iets verder kan kijken.’ Tekst: Suzanne Huig ‘Ik gebruik thuis als hulpmiddelen een handloep en een stok. Ik houd de loep bijvoorbeeld boven een pagina uit een boek als ik lees. De loep vergroot alle letters. Ik luister soms ook luisterboeken. Dat vind ik fijn omdat ik dan niet zo geconcentreerd hoef te lezen.’

Goed onthouden

‘Ik probeer de meeste dingen te onthouden zodat ik zo veel mogelijk kan. Ik onthoud bijvoorbeeld hoe de knopjes op de controller van mijn PlayStation voelen. Ik onthoud de vorm van het knopje en wat ik er precies mee kan doen. Ik kan daardoor gewoon computerspellen spelen.’

IJSSELMONDE – Koninklijke Visio is een school speciaal voor slechtziende en blinde kinderen. Timo en Ashley oefenen rondom hun school met het lopen met een blindenstok. Timo: ‘Een blindenstok is wit met rode strepen. We gebruiken de stok als een soort voelspriet.’ Tekst: Suzanne Huig ‘Ik vind mijn witte stok vooral belangrijk omdat anderen door de stok zien dat ik slechtziend ben. Ik hoop dat zij rekening met mij houden of mij bijvoorbeeld voor laten gaan in het verkeer als ze mijn stok zien’, zegt Timo.

Tikstokken

‘Er zijn tikstokken en rolstokken. Met de tikstok tikken blinden of slechtzienden voor zich op de grond. Ze voelen of ze nergens tegenop botsen. Tegelijkertijd luisteren ze goed naar de geluiden om zich heen. Het tikken van de stok klinkt op de stoep bijvoorbeeld anders dan op het asfalt. En de echo van de tik klinkt anders als er een muur staat of auto’s staan geparkeerd’, legt Ashley uit.

Een rolstok (boven) en een tikstok (onder).

‘We geven aan dat we willen oversteken door onze stok tussen onze benen te zetten. We steken onze stok vooruit als we gaan oversteken’, vertelt Timo. Foto's: Johannes Odé

Rolstokken

Timo: ‘Met een rolstok rollen blinden en slechtzienden over de grond. Ze bewegen hem heel de tijd over de grond voor zich. Ze kunnen daardoor haast geen objecten missen.’ ‘Ik heb een rolstok want ik vind het heel vervelend om heel de tijd een tik te horen bij een tikstok. Ik voel met mijn rolstok goed wanneer een stoeptegel scheef ligt. Ik mis nooit een tegel omdat ik de stok heel de tijd voor mij rol’, zegt Ashley.

Naar buiten

LET OP: Iedereen in het verkeer moet altijd stoppen voor iemand met een witte stok. Ook als er geen oversteekplaats in de buurt is.

‘Ik neem mijn stok altijd mee als ik met het openbaar vervoer ga. Mijn stok helpt mij bijvoorbeeld goed het afstapje bij de tram te vinden. Ik neem hem ook mee als ik naar een nieuwe plek ga. Op bekende plekken weet ik meestal waar alle paaltjes en afstapjes zijn. Ik weet dat op nieuwe plekken nog niet’, vertelt Ashley. Timo: ‘Ik neem mijn stok bijna nooit mee. Ik houd altijd iemand zijn of haar hand vast als ik buiten loop. Het geeft mij een vertrouwd gevoel als er iemand bij mij is. Ik luister ook altijd heel goed als ik buiten ben. Ik hoor dan precies waar iemand vandaan komt en of iemand doorrijdt of stopt.’

‘De stok helpt om bijvoorbeeld bomen en paaltjes te ontwijken’, zegt Ashley. Deze pagina is gemaakt in samenwerking met


NOVEMber 2o18 ROTTERDAM – In eten en drinken zitten verschillende stoffen die goed voor je zijn. Deze stoffen helpen je om te groeien, om gezond te blijven of om energie te krijgen. Je hebt bouwstoffen nodig zoals eiwitten en water. Deze stoffen helpen je lichaam om te groeien. Je hebt beschermstoffen nodig zoals vitamines en mineralen. Die helpen je lichaam te beschermen tegen ziektes. Je hebt brandstoffen nodig zoals koolhydraten, eiwitten en vetten. Deze stoffen geven je lichaam energie. Tekst en foto’s: Suzanne Huig Eiwitten zijn een belangrijke bouwstof voor je lichaam. Je spieren, huid, bloed, botten en organen zijn bijvoorbeeld gebouwd met eiwitten. Eiwitten zorgen er ook voor dat je lichaam sneller beter wordt als je ziek of gewond bent. Eiwitten kunnen ook als brandstof door je lichaam worden gebruikt. Ze geven het lichaam dan energie.

Dierlijk en plantaardig

Er zijn dierlijke en plantaardige eiwitten. Dierlijke eiwitten komen van dieren. Ze zitten bijvoorbeeld in vlees, vis, melk, kaas en eieren. Plantaardige eiwitten komen van planten. Ze zitten bijvoorbeeld in brood, graanproducten, peulvruchten, noten en paddenstoelen.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door

Eiwitrijke gerechten Het is belangrijk om op vaste momenten te eten, zodat je niet heel de dag door eet. Eet iedere dag ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds. Graciano (7), Mihai (8) en Nayrren (9) maken 3 eiwitrijke gerechten.

Graciano: ‘Ontbijt ’s ochtends met een schaaltje magere kwark met noten en een glas melk.’

Mihai: ‘We maken als lunch gebakken ei op brood.’

‘We hebben rijst met kip, cashewnoten en sla gemaakt. In dit gerecht zitten veel eiwitten’, zegt Nayrenn.

Welk gerecht met eiwitten wil jij deze week maken?

GENERATION

DISCOVER


NOVEMber 2o18 Bianca: ‘Ik heb stress van school omdat ik slechte cijfers haal. Wat kan ik doen om rustig te worden?’

Hallo Bianca, Je schrijft dat je stress krijgt doordat je slechte cijfers haalt. Waar haal je slechte cijfers voor? Bijvoorbeeld voor toetsen waarvoor je thuis moet leren? Of voor opdrachten die je onverwachts in de klas krijgt? Je kunt de stress proberen te voorkomen als je weet waardoor het wordt veroorzaakt.

Goed voorbereiden

Je kunt bijvoorbeeld stress krijgen als je het gevoel hebt dat je je niet goed genoeg hebt voorbereid op een toets. Het is handig om een planning en goede concentratie te hebben als je huiswerk maakt en leert. Het kan helpen om een aantal dagen voor een toets te beginnen met leren in plaats van één dag van tevoren. Je kunt de leerstof dan een paar dagen herhalen.

20 minuten concentreren

Zorg dat je een vast tijdstip hebt waarop je huiswerk maakt en leert. Je kunt je ongeveer 20 minuten heel goed concentreren. Leer en maak je huiswerk op een rustige plek. Je kunt in de bibliotheek leren als je thuis geen rustige plek hebt. Neem na iedere 20 minuten even 5 minuten pauze.

Illustratie: Copal en Consorten

ROTTERDAM – Linda van het Centrum voor Jeugd en Gezin reageert iedere maand in Jong010 op een vraag of probleem van een leerling of klas. Ze beantwoordt deze maand de vraag van Bianca (10). Tekst: Suzanne Huig Heb jij een vraag aan Linda of zit je ergens mee? Stuur een mail naar redactie@jong010.nl of stuur een brief naar Jong010, Overschieseweg 10G, 3044 EE Rotterdam. Linda beantwoordt ingestuurde brieven. Foto: suzanne huig

Ademhalingsoefening

Sommige kinderen bereiden zich heel goed voor op een toets, maar zijn tijdens de toets heel zenuwachtig. Misschien heb jij daar ook last van. Het kan dan helpen om een ademhalingsoefening te doen zodat je rustig wordt. Adem diep in door je neus. Adem daarna rustig uit door je mond. Herhaal dit een paar keer. Denk ondertussen: Ik kan het. Ik wil het. Ik doe het.

Extra hulp

Het kan ook dat je de toetsen moeilijk vindt. Krijg je genoeg uitleg op school? Durf je je juf of meester om extra uitleg te vragen? Je kunt met een ouder en juf of meester praten over deze vragen. Je kunt dan samen kijken of je extra hulp kunt krijgen op school. Dit artikel is gemaakt in samenwerking met

Groetjes, Linda

Stans Goudsmit kinderombudsman van Rotterdam

ROTTERDAM – Alle kinderen hebben rechten. De rechten van kinderen zijn opgeschreven in het Kinderrechtenverdrag. Kinderrechten zijn afspraken over hoe iedereen met kinderen moet omgaan. Bijna alle landen ter wereld hebben beloofd dat ze zich aan de afspraken houden. Stans is de Rotterdamse kinderombudsman. De kinderombudsman controleert of iedereen in Rotterdam zich aan de kinderrechten houdt en ze respecteert. Tekst: Suzanne Huig

‘Said is 13 jaar oud. Hij zit in de tweede klas van de middelbare school. Hij kan goed leren, maar hij heeft last van ADHD. Het gaat daardoor niet goed met hem op school. Het gaat na een tijdje zo slecht dat hij van school moet. Zijn moeder gaat op zoek naar een goede nieuwe school voor Said. Ze belt verschillende scholen en hulpverleners. Ze kan helaas geen school vinden waar Said naartoe kan. Ze belt mij als Said bijna 2 maanden thuis zit’, vertelt kinderombudsman Stans.

Recht op onderwijs

‘Ieder kind heeft recht op onderwijs. Basisonderwijs is voor ieder kind gratis en verplicht. De overheid zorgt er ook voor dat alle kinderen naar het voortgezet onderwijs kunnen. Ieder kind moet naar een school

met zijn of haar leerniveau kunnen. Dit recht geldt voor iedereen tot 18 jaar. Ieder kind verdient dezelfde kansen om te leren en zich te ontwikkelen. Said moet dus naar een school kunnen’, legt Stans uit.

Hulp van de kinderombudsman

Stans: ‘Goed onderwijs is heel belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Je kunt later bijvoorbeeld een mooie baan vinden als je goed leert. Je leert op school ook belangrijke sociale dingen. Je leert bijvoorbeeld dat je niemand mag discrimineren en hoe je vriendschappen opbouwt. Ik probeer ervoor te zorgen dat ieder kind naar een school kan die bij hem of haar past. Het is goed dat Said zijn moeder mij heeft gebeld. Ik heb een organisatie gebeld die kinderen helpt bij het vinden van een school. Die organisatie heeft binnen een week een school gevonden voor Said.’

Je kunt van 09:00 uur tot 16:00 uur gratis bellen naar 0800 2345 111. Je kunt een WhatsApp-bericht sturen naar 06-58073580. Of kom naar het spreekuur van de kinderombudsman. Kijk voor meer informatie op www.kinderombudsmanrotterdam.nl

foto: Johannes Odé

Wat vind jij dat de kinderombudsman moet doen voor kinderen die niet naar school kunnen?

Alycia (11): ‘Ik vind dat de kinderombudsman moet zorgen dat Said hulp krijgt om met zijn ADHD om te leren gaan. Ik denk dat Said terug kan naar zijn oude school als hij zich leert te concentreren.’

Davide (12): ‘Ik vind dat de kinderombudsman op zoek moet naar scholen waar Said extra hulp kan krijgen. De kinderombudsman moet met Said samen de verschillende scholen bezoeken. Said mag na alle bezoekjes zelf kiezen naar welke school hij wil.’

foto's: Suzanne Huig


NOVEMber 2o18

ROTTERDAM – De vader van heeft 38 politiehonden. Ik werk straat. We worden opgeroepen ruzie of een grote inbraak. We voetbalwedstrijden’, legt Hans

Beau (8) en Xavi (10) werkt bij de hondenbrigade. ‘Rotterdam met hond Xantho (7). Wij zijn een team. We helpen agenten op als er een gevaarlijke situatie op straat is. Bijvoorbeeld bij een houden bijvoorbeeld ook in de gaten of alles goed gaat tijdens uit. Tekst: Suzanne Huig

Een team

‘Niet iedere hond is geschikt voor politiewerk. Een politiehond moet niet bang zijn en doorzettingsvermogen hebben. Hij moet groot en sterk zijn zodat hij zijn werk goed kan doen en mensen afschrikt’, legt Xavi uit. ‘Hij moet ook graag voor zijn baas willen werken. Mechelse herders zijn daarom heel geschikt als politiehond’, zegt Hans.

Hans: ‘De politie zoekt door heel Nederland naar honden die bij de politie kunnen werken. De honden worden meestal gekocht bij speciale trainers. De honden zijn 2 of 3 jaar oud als ze bij de politie komen. Ze hebben dan al samen met hun trainer het diploma Politiehond 1 behaald. Iedere hond vormt een team met één agent. Een politiehond woont bij die agent. Ik mag nooit met een andere hond dan Xantho de straat op. En Xantho gaat nooit met een andere agent de straat op.’

Doorzettingsvermogen Doorgaan tot iets lukt. Niet snel opgeven.

Xantho en Xavi.

Foto’s: Peter Snaterse

Samen trainen

‘De agent en de hond volgen samen een training van 8 weken. Ze leren dan samenwerken en op elkaar vertrouwen’, vertelt Hans. Beau: ‘De hond leert bijvoorbeeld ook door raamkozijnen springen en over smalle planken lopen. Een hond moet ook leren dat hij naast een gevonden voorwerp gaat liggen en het niet oppakt. Als hij het oppakt, kan dat gevaarlijk zijn of vernietigt hij sporen.’ Xavi: ‘De hond en agent mogen samen de straat op als ze na de training het examen halen.’

Een goede band

‘Ik heb een heel goede band met Xantho. Hij laat mij nooit in de steek. Als ik laat weten dat het goed is, vertrouwt hij mij. Als ik zeg dat hij moet aanvallen, doet hij dat’, vertelt Hans. ‘Er zijn korte duidelijke commando’s. Het woord ‘stellen’, betekent dat hij iemand moet pakken. Het woord ‘hier’ betekent dat hij moet terugkomen. Het woord ‘halt’ betekent dat hij moet stoppen. Het woord ‘volg’ betekent dat hij moet meelopen’, legt Xavi uit.

Xantho doet een oefening achter de jongens.

Hans en Xantho op de hindernisbaan bij het politiebureau. Een werkweek

‘Ik heb meestal één keer per week een trainingsdag met Xantho. We trainen dan op het veld en op de hindernisbaan bij het politiebureau. Ik oefen bijvoorbeeld dat hij een pop of voorwerp moet zoeken. We gaan op de andere dagen de straat op. De meldkamer stuurt ons dan bijvoorbeeld achter vluchtende verdachten aan. We moeten verdachten afschrikken als ze niet luisteren naar andere agenten’, vertelt Hans. ‘Er zijn speciale politieauto’s met daarin hokken. In het hok kan de politieagent de hond veilig vervoeren’, zegt Beau.

Belangrijke taak

Sociaal Meeleven met de mensen in je omgeving.

‘Xantho is de vader van de bekende politiehond Bumper’, zegt Beau.

‘Xantho woont bij ons. Hij heeft een hok in de tuin’, vertelt Beau. Xavi: ‘We mogen hem niet uitlaten en niet met hem spelen. Xantho heeft een belangrijke taak als politiehond. Het is geen sociale hond. Hij mag niet alle mensen aardig vinden en niet naar iedereen luisteren. Alleen onze vader mag hem daarom uitlaten en verzorgen.’ Hans: ‘Ik moet heel streng zijn zodat hij in een gevaarlijke situatie goed luistert.’ ‘Politiehonden werken ongeveer tot hun tiende. Ze gaan daarna bijvoorbeeld naar een boerderij’, zegt Beau.


NOVEMber 2o18 CROOSWIJK – Het sportplein bij het Schuttersveld werd op woensdagmiddag 17 oktober veranderd in een Amerikaans sportveld. Buurtkinderen probeerden verschillende Amerikaanse sporten uit. Ze speelden onder andere basketbal, lacrosse en American football. Tekst: Suzanne Huig / Foto’s: Peter Snaterse ‘Amerikaanse kinderen leren deze sporten thuis en op school. Ik vind het leuk dat wij de sporten hier kunnen uitproberen’, zegt Hugo (9).

Lacrosse Hugo en Seger.

‘Lacrosse is een teamsport. Meisjes spelen met 12 spelers per team. Jongens spelen met 10 spelers per team. Het spel wordt gespeeld op een soort voetbalveld. Ieder team heeft in het veld een doel staan. Elke speler heeft een stick met aan het uiteinde een netje. We noemen de stick een crosse. Je moet de bal met behulp van de crosse in het doel van de tegenstander gooien. Eén doelpunt is één scorepunt’, legt meester Ricardo uit.

Op je schouder leunen

Overgooien

Jesselyn (10), Dyani (11), Seger (9) en Hugo pakken een stick. ‘Je mag de bal bovenhands en onderhands gooien met je stick. Je mag de bal niet met je handen aanraken’, zegt Dyani. ‘Het is tijdens een wedstrijd belangrijk om de bal steeds naar een andere teamgenoot te gooien. Het is voor je tegenstander dan lastiger om de bal af te pakken’, zegt Jesselyn.

american football ‘American Football wordt gespeeld met een ovale bal. Het doel van het spel is om punten te scoren door de bal naar het achterste vak van de tegenstander te brengen. Je kunt scoren door de bal over de doellijn naar het achterste vak te dragen. Of door de bal te gooien naar een medespeler die in het achterste vak staat. Of door de bal tussen de doelpalen in het achterste vak te trappen. Het team met de meest gescoorde punten wint’, legt meester Roy uit.

Jesselyn en Dyani proberen met hun stick de bal te gooien en vangen.

Dyani: ‘Het is belangrijk dat je met de bal kunt lopen zonder dat dat hij uit je netje valt. Als de bal op de grond valt, kan de tegenstander hem pakken.’ ‘Ik laat de stick een beetje op mijn schouder leunen. De bal ligt daardoor wat stiller en valt minder snel’, zegt Seger. Hugo: ‘Ik vind het een leuke sport omdat je veel met je teamgenoten moet samenwerken om te kunnen winnen.’

‘Het aanvallende team krijgt de bal. Eén speler uit het team gooit de bal. Dat noem je de quarterback. Hij gooit de bal naar iemand die vrij staat in het veld. De speler die de bal vangt, rent met de bal richting het achterste vak van de tegenstander. De verdedigende partij probeert de aanvallers en de bal tegen te houden. Het aanvallende team heeft 4 beurten om bij het achterste vak van de tegenstander te komen’, legt Zakaria (12) uit. ‘De bal gooien is één beurt. Je moet dus proberen zo ver mogelijk met de bal te rennen zonder de bal te gooien’, zegt Issam (10). Roy: ‘Na 4 keer gooien, wordt er gewisseld. Het aanvallende team wordt dan het verdedigende team en andersom.’

Rana.

Snel spel

‘Ik vind het een leuke sport omdat je veel moet samenwerken. Je kunt niet in je eentje gooien, de bal vangen en scoren. Iedere speler is dus belangrijk tijdens het spel. Mijn tactiek is om heel snel met de bal langs de tegenstanders te rennen’, vertelt Rana (9). Zakaria: ‘Ik vind het een heel leuke sport omdat het spel heel snel gaat.’

basketbal

Meester Roy legt het spel uit.

Samenwerken

‘De spelers moeten dribbelen met de bal tijdens het lopen, rennen en stilstaan. Een speler die de bal vasthoudt, moet de bal naar een medespeler gooien of proberen te scoren’, zegt Ali (10). Zakaria (11): ‘Ik probeer vrij te lopen zodat mijn medespelers de bal naar mij kunnen gooien.’ Ali: ‘Het is heel belangrijk dat je de bal naar je medespelers gooit en samenwerkt. De kans is dan het grootst dat je dicht bij de basket komt en kunt scoren.’

‘Bij basketbal proberen 2 teams zoveel mogelijk punten te scoren in een basket. Een basket is een bord met daaraan een ring met een net. Ieder team bestaat uit 5 spelers. Iedere speler is verdediger en aanvaller. De teams beginnen in het midden van het veld. De scheidsrechter gooit de bal. Het team dat de bal het eerst raakt, krijgt de bal. Dat team moet binnen 24 seconden een schotpoging doen. De bal gaat anders naar de tegenpartij’, legt meester Boni uit.

Richting de basket gooien

Zakaria: ‘Het is belangrijk om heel goed naar de basket te kijken als je gooit.’ Melanie (8) gooit de bal richting de basket. ‘Ik spreid mijn vingers om de bal heen. Ik zorg dat mijn duimen elkaar raken. Ik kan de bal daardoor goed sturen als ik gooi. Ik zak een beetje door mijn knieën. Ik kan daardoor meer kracht zetten en de bal hoger gooien’, legt ze uit.

Ali.

Zakaria.

Schotpoging Proberen een punt te maken.

Melanie. Dribbelen De bal met kleine tikjes vooruitbrengen


NOVEMber 2o18

ROTTERDAM – Het was van 5 tot en met 11 november de Week van Respect. Tijdens die week werd extra aandacht gevraagd voor respect. Ga jij respectvol met je klasgenoten om? Zo ja, op welke manier toon jij respect voor hen?

‘Ik ben aardig voor mijn klasgenoten. Ik laat iedereen uitpraten in de klas en schreeuw tegen niemand. Iedereen is anders, maar ik behandel iedereen gelijk. Ik laat daarmee zien dat ik respect heb voor mijn klasgenoten.’

Lety (11)

charlois

Tekst en foto’s: Suzanne Huig

‘Ik toon respect voor mijn klasgenoten door niemand te discrimineren of buiten te sluiten. Het maakt niet uit hoe je eruitziet of uit welk land je komt. Ik vind dat iedereen gelijk is. Niemand verdient het om buitengesloten of gediscrimineerd te worden.’

‘Ik toon respect door niemand te pesten of uit te lachen. Ik vind het belangrijk dat iedereen zich veilig voelt in de klas. Ik denk dat kinderen zich veilig voelen als ze niet worden gepest of uitgelachen.’

Zeyneba (11) Kyara (9)

‘Ik laat zien dat ik mijn klasgenoten respecteer door hen te steunen en niet te beledigen. Ik vind het heel belangrijk dat iedereen in de klas elkaars mening accepteert. Je kunt iemand kwetsen als je hem of haar niet respecteert.’

noord

rozenburg

‘Ik laat zien dat ik respect heb voor mijn klasgenoten door voor hen op te komen. Ik zeg bijvoorbeeld dat iemand moet stoppen als hij of zij mijn klasgenoot lastigvalt of treitert.’

Lige (12)

charlois

Mounir (11) noord

‘Respect betekent voor mij dat ik tegen iedereen beleefd ben. Ik vind dat ik beleefd ben als ik iemand behandel zoals ik zelf wil worden behandeld. Ik wil bijvoorbeeld niet dat mensen tegen mij schreeuwen. Ik schreeuw daarom ook niet tegen anderen.’

Bas (11)

rozenburg

Op welke manier toon jij respect voor je klasgenoten?

Wat zorgt volgens Briënne voor onveilige situaties op straat? pagina 3

Hoe noem je een stick met aan het uiteinde een netje?

Hoe noem je iemand die op zoek is naar oplossingen voor problemen? Pagina 4

Van welke dansschool is dansdocente Asha?

Ashley heeft een beeldschermloep. Wat kan ze nog meer instellen behalve de grootte en het licht van de loep? Pagina 5

Waarmee maken Aya en Mohammed geometrische patronen? Pagina 11

Er zijn 2 soorten eiwitten: plantaardige en … Pagina 6

De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar antwoord@jong010.nl

We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.

HET ANTWOORD VAN DE PUZZEL VAN OKTOber IS: politiepaard. DE WINNAAR IS groep 6, 7 en 8 van basisschool Kruidenhoek. Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!

Wat kun je het beste op een vast tijdstip maken?

Pagina 9

Pagina 11

Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond is het meldpunt voor huiselijk geweld en … Pagina 12 Hoe heet het blikje dat de gemeente Rotterdam aan alle basisscholen in de stad geeft? Pagina 12

Pagina 7

Waar werkt de vader van Beau en Xavi? Pagina 8

De meeste scholen hebben iemand bij wie je terecht kunt als je problemen hebt. Hoe noem je deze persoon? Pagina 12


NOVEMber 2o18

PRINS ALEXANDER – Leerlingen uit groep 7 en 8 van de Minster Marga Klompéschool volgden een les Bollywood dans. Dansdocente Asha van dansschool Ashakiran gaf de les op dinsdag 6 november. Tekst: Angelique van Tilburg 'Bollywood dans komt uit de Bollywood films. Deze films zijn een soort musicals waarin veel wordt gezongen en gedanst', vertelt Asha. ‘Je maakt tijdens Bollywood dans veel overdreven bewegingen en handgebaren. Je vertelt met de dans een verhaal zonder te praten.' Dristi (11): ‘Ik ken deze dans van mijn oma. Zij is Indiaas. Ik vind het leuk dat je bij deze dans lekker dramatisch en heel vrolijk mag zijn.'

De pauw. Foto's: Peter Snaterse

Ik heb respect voor jou Issrae (11): ‘Je begint iedere dans met een groet. Je duwt allebei je handen voor je borst tegen elkaar. Je handpalmen raken elkaar en je vingers wijzen omhoog. Je maakt daarbij een lichte buiging en zegt ‘Namasté'. Dat betekent ‘ik heb respect voor jou'. Je sluit iedere dans af met dezelfde groet.'

Namasté.

Bewegingen met een betekenis Immanuël (9): ‘Iedere handbeweging heeft een betekenis. Ik heb tijdens deze les geleerd hoe ik met mijn handen een pauw en een hert kan uitbeelden.' ‘Je kunt de pauw en het hert bijvoorbeeld uitbeelden bij een dans die gaat over dieren en de natuur', legt Asha uit. Asha: ‘Als er wordt gezongen over mooie ogen, wijs je tijdens de dans op een overdreven manier naar je ogen.'

Tip van Asha ‘We dansen tijdens deze les op Mundiyan Song uit de film Baaghi 2. Dit liedje is een nieuwe versie van een oud Indiaas nummer. Je kunt dit liedje vinden op YouTube.’

Blije dans ‘Ik vind dat Bollywood dans er moeilijk uitziet’, zegt Clara (11). ‘De juf heeft de gebaren en bewegingen gelukkig stap voor stap uitgelegd. Ik weet daardoor precies wat ik moet doen. Ik vind het leuk dat ik deze dans nu kan.'

DELFSHAVEN – De leerlingen van basisschool De Boog krijgen lessen KunstID Beeldend op school van SKVR. Aya (9) en Mohammed (11) maakten met pastelkrijt geometrische patronen. Ze leggen in 5 stappen uit hoe ze dat doen. ‘Geometrische vormen zijn alle vormen die je met een passer en liniaal kunt maken. Bijvoorbeeld een vierkant, rechthoek, driehoek en cirkel’, legt Aya uit. Tekst: Suzanne Huig / Foto’s: Johannes OdÉ

‘Leg het gevouwen papier daarna op je werkpapier. Veeg met je vinger het krijt uit over je werkpapier. Herhaal dit met een nieuwe kleur langs de lijn die je net hebt gemaakt. Je maakt zo een patroon’, zegt Aya.

Wil jij dansen, muziek maken, toneelspelen of

zingen, en is er thuis geen geld voor lessen? Kijk dan met je ouder(s), verzorger(s) of leerkracht op www.jeugdfondsSPORTENCULTUUR.nl

Of vraag of er bij jou op school een contact-

persoon is van het Jeugdfonds Cultuur Rotterdam.

‘Pak 2 A4papiertjes en pastelkrijtjes. Plak één van de A4-tjes vast op tafel zodat hij niet kan verschuiven. Dit wordt je werkpapier waarop je je kunstwerk maakt’, zegt Aya.

‘Vouw het andere blaadje doormidden. Kies een mooie kleur pastelkrijt. Ik kies blauw’, zegt Mohammed. ‘Ik kies rood’, zegt Aya. Mohammed: ‘Kleur met de platte kant van het krijtje op de gevouwen lijn van het papier.’

Mohammed: ‘Gebruik verschillende kleuren. Leg het gevouwen papier ook steeds op een andere manier op je werkpapier. Je krijgt zo verschillende vormen met verschillende kleuren. De kleuren gaan mooi in elkaar overlopen.’

Aya: ‘Teken details in je kunstwerk. Je tekent scherper als je de punt van een krijtje gebruikt. Je ziet daardoor diepte in je tekening. Ik teken een palmboom op de voorgrond.’

Wil jouw school ook les van SKVR? Kijk dan op www.skvr.nl/onderwijs

Hoe zien mensen er in de toekomst uit als ze planten zouden zijn?

Hoe leef jij in het jaar 8888, of als je een oma of opa bent? Bij de tentoonstelling ‘Ticket to de Toekomst’ van Villa Zebra onderzoek je hoe mensen zich in de verre toekomst zouden kunnen gedragen. Kunstenaars laten je met hun werk nadenken over de toekomst. Tekst en foto’s: Suzanne Huig

Kunstwerk van Hillegon Brunt

Mart (9): ‘Ik denk dat mensen eruit zouden zien zoals een boom. In de stam van de boom zou het gezicht zitten. Mensen hebben dan geen armen en benen. Ze bewegen niet. De bladeren zijn briefjes geld. Er blijven steeds nieuwe blaadjes groeien. Alle mensen zijn dus heel rijk als ze een plant zijn.’

Zelf aan de slag Teken, knip of plak hoe mensen er volgens jou uitzien als ze planten zouden zijn.

Mart houdt zijn kunstwerk naast het kunstwerk van Hillegon Brunt.

Bekijk kunstwerken en bezoek kunstenaars in de tentoonstelling 'Ticket to de Toekomst'.


NOVEMber 2o18

Rotterdam – In Rotterdam worden gemiddeld 2 kinderen per schoolklas mishandeld. Van 19 tot en met 25 november is het de Week tegen Kindermishandeling. Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond (VTRR) is het meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Heb je vragen of wil je iets melden? Kijk voor meer informatie op www.rotterdam.nl/weektegenkindermishandeling of bel naar VTRR via 0800 2000. Tekst: Suzanne Huig

Praten over mishandeling CENTRUM – De gemeente Rotterdam geeft alle basisscholen in de stad het blikje ‘Onderzoek met Lot’. In het blikje zitten kaarten met daarop informatie en vragen over kinderrechten. Groep 8 van basisschool Van Asch van Wijck ging op 29 oktober in gesprek over het recht op bescherming tegen kindermishandeling. Tekst: Suzanne Huig

‘Er zijn verschillende vormen van mishandeling. Sommige kinderen worden thuis bijvoorbeeld uitgescholden of krijgen te horen dat ze alles fout doen. Sommige kinderen worden geslagen of geschopt’, zegt Dmarion (11). ‘Je wordt ook mishandeld als iemand aan je lichaam zit terwijl jij dat niet wilt. Of als je geen aandacht krijgt en niemand voor je zorgt’, zegt Jenéro (11). Madhavi (11): ‘Ik vind het recht op bescherming tegen kindermishandeling heel belangrijk. Ieder kind verdient het om zich veilig te voelen.’ Mogen ouders slaan? Eén van de vragen uit het blikje is: Mogen ouders kinderen slaan als ze niet luisteren? Madhavi: ‘Ik vind dat ouders hun kind niet mogen slaan. Je kunt een kind dat niet luistert bijvoorbeeld een klusje laten doen of naar zijn kamer sturen.’ ‘Je kunt een kind ook straffen door hem of haar strafregels te laten schrijven’, zegt Peter (10). Dmarion: ‘Kinderen kunnen bang worden van hun ouders als ze worden geslagen of geschopt. Ze kunnen daar heel hun leven een onveilig gevoel door hebben. Ik vind het daarom niet goed om geweld te gebruiken tegen kinderen.’

De leerlingen hebben een luisterboom gemaakt. Peter: 'Op de bladeren hebben we onderwerpen geschreven waar wij niet zo makkelijk over praten. De boom herinnert ons eraan dat we overal over mogen praten.' Foto's: Johannes Odé

De leerlingen maken posters tijdens hun gesprek over kindermishandeling.

Wat zou jij doen? De leerlingen bedenken wat ze zouden doen als een klasgenoot wordt mishandeld. ‘Ik zou een klasgenoot steunen als ik wist dat hij of zij wordt mishandeld. Ik zou met het kind praten en samen hulp vragen aan de juf. Misschien kunnen we een fijne woonplek voor het kind vinden’, vertelt Madhavi. Jenéro: ‘Ik zou mijn moeder om extra eten vragen als ik zie dat een klasgenootje geen of te weinig eten heeft.’ ‘Ik zou het kind uitnodigen om iets leuks te doen. Hij of zij kan de nare dingen dan even vergeten’, zegt Peter. Dmarion: ‘Ik zou aan mijn klasgenoot laten weten dat hij mij alles kan vertellen. Ik denk dat het fijn is om te weten dat iemand aan je denkt en je wilt helpen.’

Geheimen en problemen delen ‘Kinderen die worden mishandeld, moeten hulp zoeken. Er is altijd wel iemand die naar ze wil luisteren en ze wil helpen’, zegt Jenéro. ‘Ieder kind moet iemand hebben om zijn of haar geheimen en problemen mee te delen. Ik vertel mijn geheimen en problemen aan mijn moeder of vrienden. Dat lucht op’, zegt Peter. Dmarion: ‘Als je erover praat, kan je samen met iemand een oplossing bedenken.’ Madhavi: ‘Je kunt je geheim of probleem ook opschrijven in een dagboek als je niemand vertrouwt. Het gaat dan toch een beetje uit je hoofd.’

JA Weet jij wat kindermishandeling is?

JA

NEE Iemand wordt mishandeld als hij of zij wordt geslagen, geschopt of uitgescholden. Of als iemand wordt aangeraakt waar hij of zij dat niet wil. Als iemand thuis geen aandacht krijgt of niet wordt verzorgd, is dat ook mishandeling.

Op welke manier zorg jij ervoor dat klasgenoten hun probleem of verhaal durven te delen? Tekst en foto's: Suzanne Huig

Als je wordt mishandeld of iemand kent die wordt mishandeld, is het goed om erover te praten. Dat kan bijvoorbeeld met een opa, oma, tante, oom, juf, meester, buurman of buurvrouw. Is er iemand die jij vertrouwt met wie jij hierover kunt praten?

NEE De meeste scholen hebben een zogenaamde vertrouwenspersoon bij wie je terechtkunt. Als je dat eng vindt, kun je misschien een goede vriend of vriendin vragen erbij te zijn. Je kunt ook met een leraar praten die je vertrouwt. Hij of zij kan dan samen met jou een oplossing bedenken.

Wat fijn! Iemand die wordt mishandeld hoeft zich niet te schamen. Het ligt nooit aan die persoon. Als je het moeilijk vindt om erover te praten, kun je eerst voor jezelf opschrijven wat je wilt vertellen.

Je kunt ook gratis bellen met de Kindertelefoon via 0800 0432 voor tips. Je hoeft niet te zeggen wie je bent. Kijk voor meer informatie op www.kindertelefoon.nl

Shayenne (11): ‘Ik vraag hoe het gaat als ik zie dat iemand stil of verdrietig is. Ik zeg dan dat hij of zij zijn verhaal aan mij mag vertellen. Ik denk dat het kinderen een fijn gevoel geeft als ze weten dat ik met hen meeleef en wil helpen.’

Op welke manier zorg jij ervoor dat klasgenoten hun probleem of verhaal durven te delen?

Youssef (11): ‘Ik wil een brievenbus in de klas plaatsen. Klasgenoten kunnen dan een briefje in de brievenbus doen als er iets aan de hand is. De briefjes worden iedere dag door 2 leerlingen gelezen. Zij gaan vertrouwelijk met de briefjes om en zoeken hulp.’


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.