JONG010 JANUARI 2019

Page 1

januari 2o19

4 Een dag op de middelbare school

5

8

Nuria praat over haar syndroom

Plastic uit het water vissen

11 Rapper Lil Tony

De leerlingen maken hun landschap met voorwerpen zoals touw en papier. Foto's: Arjen Jan Stada

De leerlingen wachten tot de lamp 8 minuten heeft gebrand. ‘Het is een sterke lamp. We beschermen onze ogen met een speciale zonnebril’, zegt Bodhi.

Selena in het museum.

ROTTERDAM – De leerlingen uit groep 6a van basisschool de Akker bezochten op 10 januari het Nederlands Fotomuseum. Meester Eddy van het museum leerde de leerlingen een blauwdruk maken. ‘Een blauwdruk is een afdruk op papier’, zegt Gilviano (9). Tekst: Suzanne Huig

‘Vroeger bestonden er geen camera’s. Mensen zochten naar manieren om wat ze zagen op papier te krijgen. In 1842 werd lichtgevoelig papier uitgevonden. In het papier zitten speciale stofjes. Die stofjes zorgen ervoor dat het papier verandert als er licht op schijnt. De stukken papier waar licht op komt, worden blauw. De plekken waar geen licht op komt, blijven wit.

Je krijgt zo een afdruk’, legt meester Eddy uit. ‘Lichtgevoelig papier is één van de eerste uitvindingen om op papier te zetten wat je ziet. Ik vind het een belangrijke uitvinding. Je kunt hierdoor herinneringen bewaren’, zegt Emre (9).

Een landschap maken

De leerlingen werken in tweetallen. Ze leggen per groepje een lichtgevoelig blaadje in een donkere bak. ‘Knutsel met voorwerpen een landschap op het papier’, zegt meester Eddy. Selena (9): ‘Een landschap is alles wat je buiten om je heen ziet. Bijvoorbeeld een rivier, dieren en bomen.’ Armani (9) en Berkay (9) werken samen. ‘We maken een weiland’, zegt Armani.

In een bak water

‘Je laat de lamp 8 minuten op het papier schijnen als je landschap af is’, zegt meester Eddy. ‘Het licht gaat niet door de voorwerpen heen. Die plekken op het papier blijven dus wit. De rest wordt blauw’, zegt Selena. De leerlingen leggen hun gemaakte afdruk vervolgens 2 minuten in een bak met water. ‘Wat blauw is, wordt door het water wit. Wat wit is, wordt door het water blauw. De stofjes in het papier zorgen daarvoor’, zegt Bodhi (9). Bermandy (10): ‘De blauwdruk is af. Hij moet alleen nog drogen.’


januari 2o19

2 mannen staan met hun auto in de file. De

S A M

E

N W E

R

N B A

S

I

C H

A

E

G N C C U

P

gelaten?’

T

N A

R

H H

L

A N O R

Nauman (9)

U

E

O E O O

T

U G

ene man doet zijn raam open. De andere man denkt dat hij wat tegen hem wil zeggen. Hij doet ook zijn raam open. Zegt de ene man

tegen de andere man: ‘Heb jij ook een scheet

Milan en Tess testen de lichten van

de auto. Tess: ‘Doen de koplampen het goed?’ Milan: ‘Ja, die branden.’

Tess: ‘En de achterlichten?’ Milan: ‘Ja hoor, die branden ook!’ Tess: ‘En de

richtingaanwijzers?’ Milan: ‘Jawel, o nee, ja toch, wacht hij doet het niet, o toch wel...’

Sem (10)

Marissa en Francien picknicken. Ze hebben

3 koekjes bij zich. Als ze allebei een koekje

op hebben, zegt Marissa: ‘Zal ik het laatste koekje doormidden breken?’ Francien zegt:

‘Dat hoeft niet hoor. Ik eet hem zo wel op!’

V K

T

S S

K

R S O U Z

E N S O O

L

E

E

T E

E

E

T

N

U R K

E

R G

E

P N

F

L

U

E

L

S

I

O

I

N

L

E

E

K

R

K S

L

V

P

E

A

L

T

E

A G

L

P

J

E

L

A

E

I

E

R M Y A

E

U A

T

V R

I

J

S

P M S

L

F

T

E

A M P

L

E

E

R N

Z

I

BASISSCHOOL CULTUUR ENERGIE

NIVEAU PAUZE PLEZIER

LEREN LES NATUUR

TOETS VAKKEN VRIJ

ENGELS GROEP GYM INTERNET JUF KLAS

U

SAMENWERKEN SCHOOLKAMP SFEER SPEL TAAL TEAM

antwoord (ÉÉn woorD):

regels: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN DIAGONAAL. Je mag letters

meerdere keren gebruiken. Als je de overgebleven letters in de juiste volgorde zet, krijg je het antwoord. Mail dIT antWOORD samen met je voornaam, leeftijd

en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s) (zodat we contact met je kunnen opnemen als je hebt gewonnen) naar antwoord@jong010.nl. Alleen de winnaar krijgt bericht.

HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER VAN DECEMBER IS: ONDERWERELD. DE WINNAAR IS ISABEL (9).

Puzzelcorner.nl

Gwen (12)

Wat was was voordat was was was? Schone kleding. Roshan (9)

een gum na?

Door achteruit te vliegen.

Nathalie (8)

Hoe heet de kleding van een clown?

Een lolbroek en een grapjas.

Hoe doet een mug

Shanice (11)

Jong010 wordt mede mogelijk gemaakt door:

Oprichter: Angelique van Tilburg hoofdredacteur: Suzanne Huig

Jong010 - JANUARI Jaargang Oplage:

9

2019

- Editie

38.000

5

kranten

Fotografen: Johannes Odé, Peter Snaterse, Arjen Jan Stada Vormgeving: Marcel van den Assem redactiemedewerker: sasja hof Aan deze editie werkten mee: Puzzelcorner, Richard van der Ven, arthur faas


januari 2o19

De leerlingen maken tijdens de techniekles een vouwboekje. ‘Je leert bij techniek nieuwe dingen bedenken en maken. Dat vind ik leuk’, zegt Lauren. CHARLOIS – Dit jaar gaan bijna 200.000 kinderen in Nederland op zoek naar een middelbare school. De meeste leerlingen gaan bij meerdere scholen kijken voordat ze een keuze maken voor een school. De leerlingen uit groep 8a van basisschool De Klaver

Carnisse bezochten op 8 januari middelbare school Calvijn Juliana. Viona (11): ‘Iedere toetsweek op deze school wordt afgesloten met een leuke activiteit. De leerlingen worden beloond voor hun harde werk. Ik vind dat heel goed.’ Tekst: Suzanne Huig

Mohammed (11) heeft zin om naar de middelbare school te gaan. ‘Ik ben uitgeleerd op de basisschool. Ik denk dat ik op de middelbare school weer allemaal nieuwe dingen leer.’

De leerlingen maken opdrachten tijdens de les economie van meneer Visser. Foto’s: Arjen Jan Stada Achternamen gebruiken

‘Je noemt een leraar op de middelbare school bij zijn of haar achternaam. We zijn geen vrienden. Vrienden noem je bij hun voornaam. Je toont respect voor je leraar door zijn of haar achternaam te gebruiken’, legt techniekleraar Van der Lee uit. Mohammed: ‘Ik noem mijn juf nu bij haar voornaam. Ik vind het lastig dat ik straks de achternamen van mijn leraren moet gebruiken. Ik ben dat niet gewend.’

Huiswerkvrije school

Van der Lee: ‘Dit is een huiswerkvrije school. Dat betekent dat je je huiswerk hier op school maakt. Je hoeft geen boeken mee naar huis te nemen en geen opdrachten te maken thuis.’ ‘De huiswerkklas is iedere ochtend en 3 keer per week ’s middags. Het lijkt mij fijn om al mijn huiswerk op school te maken. Je kunt hulp vragen aan een leraar als dat nodig is. En je hebt vrije tijd als je thuis bent’, zegt Lara (11).

Nieuwe vrienden

‘Ik vind het leuk om naar een nieuwe school te gaan. Je werkt op de middelbare school veel samen. En je ziet je schoolgenoten bijna iedere dag. Ik denk dat een middelbare school daarom een goede plek is om nieuwe vrienden te maken’, zegt Lauren (11). Mohammed: ‘Het lijkt mij leuk dat je in de pauze iedereen kunt zien. Ik ben nu in de pauze altijd met mijn klasgenoten. Ik zie de andere leerlingen van mijn school heel weinig. Ik vind dat jammer.’

Mevrouw Meure geeft Nederlands. ‘Nederlands lijkt op de taallessen die jullie nu krijgen. Je werkt bijvoorbeeld aan spelling, grammatica, zinsopbouw, woordenschat en begrijpend lezen’, vertelt ze. Van leraar en lokaal wisselen

‘Je hebt voor ieder vak een andere leraar. En je zit voor ieder vak in een ander lokaal. Je moet na een les van lokaal wisselen’, zegt Lauren. Dirk-Jan (11): ‘Dat lijkt mij heel leuk. Het zorgt voor veel afwisseling op een dag.’ Lara: ‘De kans is groot dat ik iedere dag wel een les en leraar heb die ik leuk vind.’ De leerlingen lopen naar het lokaal van mevrouw Meure.

Een mentor

‘Je hebt op de middelbare school een mentor. Een mentor bespreekt bijvoorbeeld je rapport met jou en je ouders. Je mentor is er ook voor je als er iets aan de hand is of besproken moet worden met je ouders’, vertelt mevrouw Meure. Ze is één van de mentoren van de school. ‘Je hebt in de brugklas 2 keer per week mentoruur. Je kunt dan van alles vragen’, vertelt ze.

Fijn, veilig en thuis voelen

‘Ik hoop dat ik naar deze school kan. Op deze school zitten ongeveer 400 leerlingen. Alle leerlingen kennen elkaar. Ik voel me fijn en veilig op een school waar ik iedereen ken’, zegt Maxx (12). Igor (11): ‘Ik voel me thuis op deze school. De leraren die ik heb gesproken, zijn behulpzaam. Dat geeft mij het idee dat ik mezelf kan zijn. Zij helpen mij als iets niet lukt.’


januari 2o19

ROTTERDAM – Stinafo helpt kinderen en jongeren met een handicap of chronische ziekte. Een handicap is een beperking waardoor je sommige dingen niet zo goed kunt. Een chronische ziekte is een ziekte die minimaal 3 maanden duurt, steeds terugkomt of niet genezen kan worden. De organisatie geeft bijvoorbeeld geld om onderzoek te doen, voorlichting te geven of hulpmiddelen te kopen. Tekst: Suzanne Huig

ROTTERDAM – Nuria (12) heeft het PraderWilli syndroom. ‘Het is een syndroom dat niet vaak voorkomt. In Nederland worden ongeveer 10 kinderen per jaar hiermee geboren. Ik ben een normaal kind, maar mijn lichaam is een beetje speciaal’, zegt Nuria. Tekst en foto’s: Suzanne Huig

‘Kinderen met Prader-Willi hebben meer vet dan spieren. En hun spieren zijn zwakker dan die van leeftijdsgenootjes. Ze zijn daardoor sneller moe. Ze groeien en ontwikkelen zich ook minder snel dan andere kinderen. Daarnaast zorgt het syndroom ervoor dat je bijna altijd honger hebt. Hierdoor zijn kinderen met Prader-Willi vaak zwaar. Bij dit syndroom hoort ook dat je bijnieren niet goed werken en je misschien gedragsproblemen krijgt’, legt Nuria uit.

Medicijnen gebruiken

Nuria: ‘Kinderen met het Prader-Willi syndroom zijn heel klein bij hun geboorte. Ik krijg daarom vanaf mijn eerste jaar iedere dag een injectie groeihormonen. Ze zorgen ervoor dat mijn spieren sterker worden en ik beter groei. Ik slik ook een pilletje waardoor ik me fitter voel en minder snel moe ben. Ik vind het niet erg om medicijnen te gebruiken. Ik heb de medicijnen nodig. Ik hoop dat dokters altijd medicijnen kunnen blijven maken om kinderen te helpen.’

Een eetschema

‘Ik heb door mijn syndroom bijna altijd honger. Ik zou daardoor kunnen blijven eten. Dat is gevaarlijk. Als je te veel eet, kan je maag scheuren. Ik heb daarom een eetschema. Ik eet iedere dag ongeveer op hetzelfde tijdstip. Ik eet ’s ochtends een ontbijt. Om 10:00 uur mag ik een stuk fruit. Ik mag rond 12:30 uur lunchen. Om 16:00 uur eet ik nog een stuk fruit. Ik eet daarna vaak één suikervrij snoepje. ’s Avonds eet ik warm en een toetje. Het schema helpt me ervoor te zorgen dat ik niet te veel eet’, vertelt Nuria.

Veel sporten

‘Mijn eten wordt 30 procent langzamer verbrand dan het eten van anderen. Ik sport daarom extra veel zodat mijn gewicht niet te hoog wordt. Ik rijd paard, zwem en dans. Mijn lichaam blijft daardoor gezonder en fitter. Mijn lichaam wordt iedere 3 maanden gecontroleerd in het ziekenhuis. Dokters kijken dan of het goed gaat met mijn botten en spieren’, zegt Nuria.

Mijn lichaam beweegt vanzelf

Nuria: ‘Ik beweeg veel. Ik draai bijvoorbeeld rondjes met mijn hoofd als ik heel blij ben. Ik kan mijn enthousiasme dan kwijt.

Ik wieg soms ook van voor naar achter met mijn lichaam. Dat doe ik meestal om te ontspannen. Mijn lichaam doet die dingen automatisch. Ik kan er niets aan doen.’

Mensen geruststellen

‘Sommige mensen vinden het soms raar dat ik veel beweeg. Zij praten dan over mij of willen niet met mij omgaan omdat zij mij een beetje vreemd vinden. Ik vind dat soms vervelend en het maakt me verdrietig. Ik wil graag aan mensen uitleggen dat ik er niets aan kan doen. Ik wil hen geruststellen dat ik niet raar ben’, vertelt Nuria.

Een speciale school

‘Ik zit op een speciale school. Op die school zitten kinderen waarmee iets aan de hand is. Ze zijn bijvoorbeeld ziek, hebben een handicap of een gedragsprobleem zoals ADHD. Alle leerlingen mogen op hun eigen tempo werken en krijgen extra hulp. Iedereen wordt goed in de gaten gehouden. Ik mag bijvoorbeeld elke dag een halfuur slapen op school omdat ik snel moe ben. Ik vind het fijn dat de leraren rekening met mij houden’, legt Nuria uit.

Logeerhuis

‘Ik ga één keer per maand naar een logeerhuis. Dat is een groot huis waar kinderen met een beperking logeren. Ik speel daar met

kinderen en bezoek leuke plekken. Vrijwilligers zorgen voor de kinderen in het logeerhuis. Mijn moeder hoeft dan niet voor mij te zorgen en kan even uitrusten. Ik vind het fijn om in het logeerhuis te zijn. De kinderen daar kennen mij goed en vinden mij niet raar.’

SYNDROOM

Verschillende klachten die samen voorkomen als ziekte.

gemaakt in samenwerking met


januari 2o19 ROTTERDAM – In eten en drinken zitten verschillende stoffen die goed voor je zijn. Deze stoffen helpen je om te groeien, om gezond te blijven of om energie te krijgen. Je hebt bouwstoffen nodig zoals eiwitten en water. Deze stoffen helpen je lichaam om te groeien. Je hebt beschermstoffen nodig zoals vitamines en mineralen. Die helpen je lichaam te beschermen tegen ziektes. Je hebt brandstoffen nodig zoals koolhydraten, eiwitten en vetten. Deze stoffen geven je lichaam energie. Tekst en foto’s: Suzanne Huig Een Nederlander mag maximaal 6 gram zout per dag eten. Je eet al snel meer zout zonder dat je dat in de gaten hebt. Zout zit in bijvoorbeeld brood, kaas, vleeswaren, kant-en-klaarmaaltijden, pizza’s, soepen, sauzen of snacks. Fabrikanten stoppen zout in de producten zodat de producten langer goed blijven of meer smaak krijgen.

Eten en drinken zonder toegevoegd zout Het is belangrijk om op vaste momenten te eten, zodat je niet heel de dag door eet. Eet iedere dag ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds. Graciano (7), Nayrren (9), Morientes (8) en Warren (11) maken gerechten zonder toegevoegd zout.

Graciano: ‘Ik eet als ontbijt havermout met melk.’

Zout voor je lichaam

Je lichaam heeft zout nodig. Zout zorgt er bijvoorbeeld voor dat je spiercellen en zenuwcellen goed werken. Zout zorgt ook voor een goede bloeddruk en genoeg vocht

Nayrren en Morientes: ‘Popcorn is een lekker tussendoortje. We maken popcorn van maïs. We voegen geen zout toe.’

in je lichaam. Je krijgt genoeg zout binnen als je eet en drinkt volgens de schijf van 5.

Geen zout toevoegen

Het is belangrijk om geen of niet te veel zout aan je eten toe te voegen. Te veel zout kan zorgen voor een hoge bloeddruk. Dat verhoogt de kans op hart- en vaatziekten. In kant-en-klare producten zit vaak veel zout. Het is daarom gezonder om verse producten te eten.

Warren: ‘We maken tomatensaus van verse tomaten. We voegen verse kruiden toe in plaats van zout. De saus is lekker bij pasta of rijst.’

Welk gerecht zonder toegevoegd zout wil jij deze week maken?

GENERATION

DISCOVER

Proefje in samenwerking met Centrum JongerenCommunicatie Chemie. Foto’s: Arjen Jan Stada.


januari 2o19 Niels: ‘Ik ken iemand die thuis wordt geslagen. Wat kan ik daaraan doen?’

Hallo Niels, Een kind wordt mishandeld als iemand hem of haar slaat of schopt. Of als het wordt aangeraakt waar hij of zij dat niet wil. Als een kind thuis geen aandacht krijgt, is dat ook mishandeling. En ook als ouders niet goed voor hun kind zorgen of hun kind uitschelden. Het is belangrijk dat je erover praat als je iemand kent die wordt mishandeld.

Praten over kindermishandeling

Het ligt nooit aan een kind als het wordt mishandeld. De persoon die mishandelt, zegt misschien dat het aan niemand mag worden verteld. En de persoon die wordt mishandeld, wil het misschien ook geheim houden. Misschien heb je wel moeten beloven dat je het tegen niemand mag vertellen. Toch is het belangrijk om wel over kindermishandeling te praten. Kinderen hoeven zich nooit te schamen. De mishandeling kan pas stoppen als erover wordt gepraat.

Illustratie: Copal en Consorten

ROTTERDAM – Linda van het Centrum voor Jeugd en Gezin reageert iedere maand in Jong010 op een vraag of probleem van een leerling of klas. Ze beantwoordt deze maand de vraag van Niels (11). Tekst: Suzanne Huig

Heb jij een vraag aan Linda of zit je ergens mee? Stuur een mail naar redactie@jong010.nl of stuur een brief naar Jong010, Overschieseweg 10G, 3044 EE Rotterdam. Linda beantwoordt ingestuurde brieven. Foto: suzanne huig

Aan wie kun je het vertellen?

Praat met iemand die je vertrouwt en met wie je fijn kan praten. Bijvoorbeeld je juf, meester, vader, moeder, tante, oom, opa, oma of de ouders van een vriend of vriendin. Je kunt eerst opschrijven hoe je het gaat vertellen als je het moeilijk vindt om erover te praten. Je kunt ook de jeugdverpleegkundige of maatschappelijk werker bij jou op school om hulp vragen. De Kindertelefoon is er ook om kinderen te helpen. Je kunt de Kindertelefoon bellen via 0800 0432. Je hoeft niet te zeggen wie je bent. Kijk voor meer informatie op www.kindertelefoon.nl Dit artikel is gemaakt in samenwerking met

Groetjes, Linda

Stans Goudsmit kinderombudsman van Rotterdam

ROTTERDAM – Alle kinderen hebben rechten. De rechten van kinderen zijn opgeschreven in het

Kinderrechtenverdrag. Kinderrechten zijn afspraken over hoe iedereen met kinderen moet omgaan. Bijna alle landen ter wereld hebben beloofd dat ze zich aan de afspraken houden. Stans is de Rotterdamse kinderombudsman. De kinderombudsman controleert of iedereen in Rotterdam zich aan de kinderrechten houdt en ze respecteert. De leerlingen van groep 8 van basisschool De Tuimelaar praatten met Stans over kinderrechten. Tekst: Suzanne Huig foto: Johannes Odé

‘Ik vind het de taak van ouders om te zorgen dat het goed gaat met hun kind. Maar sommige ouders kunnen helaas niet goed voor hun kind zorgen door problemen’, zegt Kesia (11). ‘De gemeente moet helpen als jij en je ouders extra hulp nodig hebben. Een hulpverlener kijkt welke jeugdhulp er nodig is zodat jij gezond en veilig kunt leven. Kinderen moeten helaas vaak lang wachten totdat ze hulp krijgen. Dat is slecht. Kinderen zitten daardoor te lang in een moeilijke situatie waardoor de problemen vaak erger worden’, vertelt Stans.

Hulp voor Esmée

‘Het gaat niet goed met Esmée (15). Ze heeft angstaanvallen. Ze durft bijvoorbeeld niet naar school. Ze gaat daarom samen met haar ouders naar haar huisarts. De huisarts vertelt dat

Wat moet er gebeuren?

De leerlingen zijn in gesprek met Stans.

Foto: Arjen Jan Stada

Esmée kan worden geholpen door een psycholoog. Ze moet een halfjaar wachten totdat ze bij de psycholoog terecht kan voor een eerste gesprek. Na het eerste gesprek is nog niet duidelijk wanneer Esmée echt door de psycholoog kan worden geholpen. De moeder van Esmée belt mij. Wat vinden jullie dat er moet gebeuren?’, vraagt Stans aan de leerlingen.

Je kunt van 09:00 uur tot 16:00 uur gratis bellen naar 0800 2345 111. Je kunt een WhatsApp-bericht sturen naar 06-58073580. Of kom naar het spreekuur van de kinderombudsman. Kijk voor meer informatie op www.kinderombudsmanrotterdam.nl

‘Hoe eerder er hulp wordt geboden, hoe eerder een probleem is opgelost. De kinderombudsman kan vragen of psychologen kinderen met hetzelfde probleem tegelijkertijd willen helpen. Er hoeven dan minder kinderen te wachten op hulp’, zegt Ekin (11). ‘Ik zou het niet fijn vinden om over mijn probleem te praten als er kinderen bij zijn. Ik zou me schamen’, zegt Kesia (11). Jusca Cristina (12): ‘Als kinderen toch alleen geholpen willen worden, kunnen ze langer wachten.’ Noa (12): ‘De regering moet ervoor zorgen dat er genoeg psychologen zijn om iedereen te helpen.’ ‘De regering kan bijvoorbeeld op scholen en op het nieuws vertellen hoe belangrijk psychologen zijn. Ik denk dat dan meer mensen psycholoog willen worden’, vertelt Atik (11).

Hulp van de kinderombudsman

Huseyin (12): ‘Ik vind dat ieder kind recht heeft op snelle zorg. Ik zou de kinderombudsman om hulp vragen als ik lang moet wachten op zorg. Stans kan ervoor zorgen dat organisaties je sneller helpen.’ Stans: ‘Ik heb de gemeente gevraagd om Esmée snel te helpen. De gemeente heeft daarna een afspraak gemaakt met Esmée en de psycholoog om gelijk met de behandeling te starten.’


januari 2o19

De leerlingen vissen plastic uit de Rotte. Foto’s: Johannes Odé

CROOSWIJK – De leerlingen van groep 7 en 8 van de Quadratum Talmaschool volgden de buitenles ‘WaterWijzer rond de Rotte’ van stichting Plezierrivier De Rotte en Plastic Whale. De leerlingen gingen op zoek naar afval en diertjes in de Rotte. Tekst: Suzanne Huig ‘Sommige mensen gooien afval op straat. Dat afval noem je zwerfafval. Zwerfafval kan overal terechtkomen’, zegt Jonathan (10). ‘Zwerfafval kan bijvoorbeeld in de Rotte waaien. Het water van de Rotte stroomt naar de Maas. Het water van de Maas stroomt naar de zee. Zwerfafval uit de Rotte komt uiteindelijk dus in de zee’, legt Cathelijne (12) uit.

Gevaarlijke plasticsoep

Cathelijne: ‘Plastic is niet afbreekbaar. Dat betekent dat het nooit verdwijnt of oplost.’ ‘Plastic hoopt zich op en wordt een plasticsoep in de zee. Dat is gevaarlijk. Vissen, zoogdieren en vogels denken dat ze het plastic kunnen eten. Ze kunnen ziek worden of stikken als ze het plastic eten’, zegt Jonathan. Jaap (11): ‘Dieren kunnen ook doodgaan als ze vast komen te zitten in de plasticsoep.’

Meester Eric laat de leerlingen zien welke waterdieren er in de Rotte leven.

De rattenstaartlarve.

De kokerjuffer.

Restafval, flessen en doppen

De organisatie Plastic Whale vindt het belangrijk dat er geen plastic zwerfafval ligt in de wateren van Rotterdam. Ze organiseren daarom schoonmaakacties. De leerlingen gaan verdeeld over 2 bootjes met netten en prikstokken de Rotte op. Kamil (11): ‘We verzamelen in de oranje zak restafval. De flessen en doppen die we vinden, stoppen we in de groene zak. De flessen en doppen worden gerecycled. Dat betekent dat het materiaal opnieuw wordt gebruikt.’

Vaker schoonmaken

‘Ik vind het leuk om plastic te vissen. We maken op een leuke manier de stad schoon. Ik vind het belangrijk dat we ons best doen om dieren een beter leven te geven’, zegt Jente (11). ‘Ik vind dat iedereen zijn afval in een vuilnisbak moet gooien. Het afval kan dan niet in het water terechtkomen’, zegt Kamil. Cathelijne: ‘Ik vind dat we de Rotte vaker moeten schoonmaken. De waterdieren sterven anders langzaam uit door zwerfafval.’

Troebel

Niet helder. Ondoorzichtig.

De boot is gemaakt van 6.000 plastic flessen. De

Waterdieren

De leerlingen vissen al het plastic afval uit een stukje van de Rotte bij de Crooswijksebocht. ‘We gaan nu waterdieren vangen’, zegt Jente. ‘In troebel water komt weinig licht. Waterplanten kunnen daardoor moeilijk groeien. De meeste waterdieren eten waterplanten. Waar geen of weinig waterplanten zijn, zijn dus ook weinig waterdieren’, legt meester Eric van stichting Plezierrivier De Rotte uit.

Rattenstaartlarve

‘In vies water zit weinig zuurstof. Een rattestaartlarve kan leven in dat water. Hij heeft een soort snorkel aan zijn lichaam zitten. Hij haalt daarmee zuurstof van boven het water om te kunnen leven’, zegt Kamil.

bodem van de boot is gemaakt van 5.000 doppen.

Schoon water

Franca (11): ‘De meeste waterdieren hebben daglicht nodig om te leven. In schoon water leven daarom de meeste waterdieren.’ Eric: ‘In heel schoon water leven kokerjuffers. Een kokerjuffer maakt een huisje om zich heen van wat hij in het water vindt. Dat huisje bestaat bijvoorbeeld uit plantendelen. Plantendelen vind je alleen in schoon water.’

Ben jij benieuwd welke waterdieren er bij jou in de buurt leven? Kijk op www.waterdiertjes.nl


januari 2o19

PRINS ALEXANDER – De brug, de balk, de vloer of de ringen. Misschien ken je deze toestellen van de gymles op school. Turnen is een sport waarbij je oefeningen doet op toestellen. Het is een sport voor jongens en meisjes. Jamie (9) en Kellsey (11) turnen bij Gymnastiekvereniging Ommoord. Tekst: Suzanne Huig

De brug

PRINS ALEXANDER – ‘Ik oefende op straat vaak een handstand en radslag. Het leek mij leuk om meer trucjes te leren. Ik heb daarom een keer meegedaan met een turnles van mijn zusje. Ik vond die les zo leuk dat ik zelf op turnen ben gegaan’, vertelt Jamie.

Jamie vindt de brug het leukste onderdeel. ‘Een brug bestaat uit 2 stangen waaraan je oefeningen doet. De stangen staan op dezelfde hoogte. Ik kan verschillende oefeningen op de brug. Ik kan bijvoorbeeld zwaaien. Ik vind het leuk dat ik veel snelheid heb als ik zwaai’, zegt Jamie.

Tekst: Suzanne Huig

‘Ik ben de enige jongen op onze turnvereniging. Ik vind dat niet erg. Ik turn omdat ik het leuk vind. Sommige mensen denken dat turnen alleen voor meisjes is. Dat is niet waar. Je hebt voor veel turnoefeningen kracht nodig. Jongens hebben vaak veel kracht en zijn goed in die oefeningen’, zegt Jamie.

Een uitdaging

Jamie traint één keer per week. Hij doet één keer per jaar mee aan een wedstrijd. Jamie: ‘Ik vind het leuke aan turnen dat ik steeds moeilijkere trucjes leer. Het blijft een uitdaging. Ik wil net zo goed worden als Epke Zonderland. Ik vind het heel knap hoe snel hij rond kan draaien aan een hoge brug. Ik hoop dat ik dat ooit leer.’

Jamie vindt de brug het leukste onderdeel. Foto’s: Arjen Jan Stada

PRINS ALEXANDER – Kellsey: ‘Ik turn sinds anderhalf jaar. Ik vind het leuke aan turnen dat ik veel verschillende dingen kan leren. Ik leer op de balk bijvoorbeeld steeds beter balanceren. Ik leer op de brug bijvoorbeeld een afsprong met salto te maken. Ik zit in de selectiegroep. Dat is een groep met talenten.’ Tekst: Suzanne Huig

‘Ik train 2 keer per week. Ik doe een paar keer per jaar mee aan wedstrijden. Ik probeer de oefeningen die ik moeilijk vind vaak te oefenen. Ik hoop dat ik er daardoor steeds beter in word. Ik wil graag heel goed worden. Het is mijn droom om ooit mee te doen aan de Olympische Spelen’, zegt Kellsey.

Salto

Ze maakt een salto vanaf de brug. ‘Ik zwaai eerst 2 keer heen en weer. Ik laat de brug daarna los en trek mijn knieën naar mijn gezicht toe. Ik houd mijn kin op mijn borst. Ik maak een salto en land op mijn voeten’, legt ze uit.

Kracht hebben en lenig zijn

Kellsey: ‘Je hebt veel kracht nodig om goed te kunnen turnen. Je moet bijvoorbeeld op je handen kunnen staan of jezelf kunnen optrekken. Het is ook belangrijk om lenig te zijn. Je moet bijvoorbeeld een split en spagaat kunnen doen.’

Insmeren met magnesium

‘Ik vind de brug het leukste onderdeel. Ik smeer mijn handen in met magnesium voordat ik een oefening doe op de brug. Magnesium is een poeder dat je handen stroef maakt. Mijn handen glijden daardoor minder snel van de brug af’, legt Kellsey uit.

Kellsey: ‘Ik smeer mijn handen in met magnesium.’ Foto’s: Johannes Odé


januari 2o19

CHARLOIS – Het is belangrijk om je gelukkig te voelen. Het kan je helpen je goed te concentreren op school en goede cijfers te halen. Maar wat is geluk precies? En wanneer ben jij gelukkig? Leerlingen van basisschool De Hoeksteen vertellen wat geluk voor hen betekent. Tekst en foto’s: Suzanne Huig

‘Geluk betekent voor mij dat ik me vrolijk voel. Ik ben gelukkig als ik niet eenzaam ben. Het maakt mij gelukkig om mensen om mij heen te hebben. Ik kan met hen praten, spelen en dingen delen. Het is voor mij belangrijk om gelukkig te zijn. Ik kan me niet goed concentreren op school als ik niet gelukkig ben.’

‘Ik word gelukkig als ik zie dat ik iets goed doe en mensen blij maak. Ik voel me ook gelukkig als ik hoge cijfers haal op school. Ik weet dan dat ik niet blijf zitten en dat ik goed genoeg ben. Dat stelt mij gerust.’

Leany (10)

‘Geluk betekent voor mij dat ik blij ben. Ik ben gelukkig omdat ik vrienden en familie heb. Zij maken mij iedere dag aan het lachen. Ik voel me extra gelukkig als er onverwachts iets leuks gebeurt. Bijvoorbeeld als ik ineens een vriend tegenkom op straat.’

Mallak (10)

Amir (10) ‘Ik vind dat je je gelukkig moet voelen als je niet eenzaam bent. Ik ben gelukkig omdat ik 2 broers en een zus heb. Zij willen altijd met mij spelen en zijn er altijd voor mij. Ik zou mij verdrietig en niet fijn voelen als ik altijd alleen was.’

‘Ik vind dat je gelukkig bent als je blij bent met je leven. Ik ben gelukkig omdat ik vrienden en familie heb en leuke dingen doe. Ik voel me niet zo gelukkig als ik alleen ben. Ik mis het dan om met mensen te kletsen.’

Aliandro (10)

Jahmeiro (9) ‘Ik voel me soms wel gelukkig en soms niet. Ik voel me gelukkig als ik iets leuks doe met mijn vrienden. Ik voel me ook gelukkig als de mensen om mij heen blij zijn. Ik voel me niet gelukkig als er dingen gebeuren die niet eerlijk zijn. Bijvoorbeeld als ik de schuld krijg van iets dat ik niet heb gedaan.’

Vienny (9)

Wat is geluk? En wanneer ben jij gelukkig?

Wat geeft Yasmina aan arme kinderen? pagina 3

Wat heb je in de brugklas 2 keer per week? Pagina 4 Een logeerhuis is een groot huis waar kinderen met een … logeren. Pagina 5 Hoe noem je een ziekte die minimaal 3 maanden duurt, steeds terugkomt of niet genezen kan worden? Pagina 5

HET ANTWOORD VAN DE PUZZEL VAN DECember IS: WATERDIEREN. DE WINNAAR IS ADIL (10). GEFELICITEERD! Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!

Zout zorgt er onder andere voor dat je zenuwcellen goed werken. Voor welke andere cellen is zout ook goed? Pagina 6

Als je shampoo afkoelt, bevriest alleen het water. Wat wordt er door het bevroren water gevormd? Pagina 6

Esmée heeft angstaanvallen en durft niet naar school. Waar gaat ze samen met haar ouders naartoe? Pagina 7

Wat verzamelen de leerlingen van de Quadratum Talmaschool in de oranje zak? Pagina 8 Kellsey smeert haar handen in met magnesium voordat ze een oefening doet. Magnesium maakt je handen … Pagina 9

Welke oefening kan Jamie doen op de brug? Pagina 9 Hoe heet de eerste single van Lil Tony? Pagina 11


januari 2o19

Jemima en Ronalchio volgen tekenles

CENTRUM – Ronalchio (10) en Jemima (12) volgen dankzij het Jeugdfonds Rotterdam tekenles bij Stella Elhorst in de Nieuwe Gaffel. Tekst en foto's: Angelique van Tilburg Jemima: ‘Stella vertelde over de geschiedenis van Rotterdam. We kozen daarna allemaal een gebeurtenis uit de geschiedenis om te schilderen.’ Ronalchio maakte een schilderij over de middeleeuwen. Jemima schilderde de grote stadsbrand van 1563.

Nergens anders aan denken

Ronalchio: ‘Ik vind tekenen leuk omdat ik iets met mijn handen maak dat ik kan zien en bewaren. Ik merk ook dat ik tekenen leuk vind omdat ik me tijdens het tekenen kan concentreren. Ik ben dan alleen met tekenen bezig en denk nergens anders aan.’ Jemima: ‘Ik vind tekenen leuk omdat ik creatief bezig kan zijn. Ik kijk vaak goed om me heen en zoek naar voorbeelden. Ik heb voor het schilderij over de stadsbrand bijvoorbeeld foto’s van een brand bekeken. Ik bedenk daarna wat ik ga maken.’

Jemima en Ronalchio krijgen tekenles van Stella.

Gezellig met de groep

Jemima: ‘Ik ben blij als ik samen met de andere kinderen tekenles krijg. Ik vind het gezellig om met de groep samen te zijn. Het is dan net of ik met familie ben.’

Ronalchio en zijn schilderij over de middeleeuwen.

Ik kan het

Jemima en haar schilderij over de stadbrand van 1563.

Ronalchio: ‘Stella is professioneel. Ik leer graag van haar en luister goed naar wat ze vertelt. Ik denk soms als ik klaar ben: ‘yes, kijk dan wat ik heb gemaakt! Ik kan het!’’Jemima: ‘Ik ben door de tekenlessen niet meer zo bang om fouten te maken. Ik werd eerst bij elk foutje boos. Ik heb van Stella geleerd dat ik mag oefenen en altijd opnieuw kan beginnen.’

Wil jij dansen, muziek maken, toneelspelen of zingen, en is er thuis geen geld voor lessen? Kijk dan met je ouder(s), verzorger(s) of leerkracht op

www.jeugdfondsSPORTENCULTUUR.nl

Of vraag of er bij jou op school een contactpersoon is van het Jeugdfonds Cultuur Rotterdam.

ROTTERDAM – Toon (10) heeft op 24 december zijn eerste single en videoclip uitgebracht. Zijn single heet ‘Anders’. In 2019 brengt hij zijn eerste album uit. Toon: ‘Mijn artiestennaam is Lil Tony. Ik vind dat een stoere naam.’ Tekst: Suzanne ‘Muziek is voor mij belangrijk. Ik kan in een lied mijn verhaal vertellen. Mensen zijn geïnteresseerd en blijven luisteren door een beat. De meeste mensen zingen een tekst mee. Ze onthouden de tekst en mijn verhaal daardoor goed’, zegt Toon.

Een eigen nummer

Toon: ‘Ik vertelde mijn moeder ongeveer een halfjaar geleden dat ik graag zelf een lied wilde maken. Mijn moeder heeft toen een filmpje van mij gemaakt. Ik rap in het filmpje mee met het lied ‘Kleine jongen’ van Lil Kleine. Mijn moeder

Mij leren kennen

‘Muziek is anders dan school. Anders dan leren. Anders dan alles wat ik ooit ga proberen’, zingt Toon. ‘Het lied gaat over mij. Ik vertel in het lied dat ik rappen, zingen en dansen leuker vind dan andere dingen. Ik vind het heel bijzonder dat ik een eigen nummer heb. Mijn fans kunnen via mijn nummer meer over mij te weten komen’, zegt Toon.

Huig

heeft het filmpje opgestuurd naar een platenmaatschappij om mijn droom uit te laten komen.’

Opnemen in de studio

‘Het bedrijf was enthousiast. Ze hebben mij een tekst opgestuurd om te oefenen. Ik mocht na een maand langskomen in hun studio om het lied op te nemen. Ik vond het spannend, want ik zong daarvoor alleen thuis. Ik heb bij het bedrijf een contract getekend voor 5 jaar. Dat betekent dat ik 5 jaar muziek ga maken met de platenmaatschappij’, vertelt Toon.

Dromen

Toon: ‘Alles is mogelijk als je je best ervoor doet. Ik heb dat zelf ervaren. Het was mijn droom om een eigen nummer te hebben. Dat is gelukt. Mijn droom is nu om ooit op een groot festival op te treden. En om een lied te maken met Kraantje Pappie.’

‘Ik heb de danspasjes uit de videoclip geleerd bij dansschool Moves Rotterdam’, zegt Toon. Foto’s: Peter Snaterse

CONTRACT Een officieel papier met afspraken. De mensen die het papier ondertekenen, moeten zich aan de afspraken houden.

Platenmaatschappij Een bedrijf dat artiesten helpt bij het uitbrengen van muziek.


januari 2o19

FEIJENOORD – In de Persoonshal volgden buurtkinderen op vrijdag 21 december een workshop Hoopdance. ‘Ik vind het leuk om danspasjes te leren en om te hoepelen. Bij hoopdance kan ik die dingen combineren’, zegt Yaren (7). Tekst: Suzanne Huig ROTTERDAM – De gemeente Rotterdam vindt het belangrijk dat alle kinderen sporten en genoeg bewegen. In de stad zijn veel mogelijkheden om te sporten. Kijk op www.rotterdamsport.nl welke sporten je allemaal kunt doen in de stad. Tekst: Suzanne Huig

Amyrah: ‘Ik ben goed in dippen. Ik beweeg dan mijn arm van boven naar beneden langs mijn lichaam terwijl de hoepel ronddraait.’ Foto's: Arjen Jan Stada

‘Ik zet mijn linker voet iets naar voren. Ik houd de hoepel op heuphoogte en druk hem zachtjes tegen mijn rug aan. Ik geef mijn hoepel een zwaai naar links om hem in beweging te krijgen. Ik beweeg mijn heupen vervolgens steeds van voor naar achter en van links naar rechts. De hoepel blijft daardoor rondom mijn heupen draaien’, legt Amyrah (11) uit. ‘We leren de hoepel niet te langzaam te laten ronddraaien, want dan valt hij op de grond’, vertelt Chloë (8).

Trucjes leren Dylara (7): ‘Juf Juliette leert ons danspasjes en trucjes met onze hoepel.’ ‘De juf kan de hoepel helemaal van haar voeten naar haar schouders laten bewegen. Ik wil dat ook graag leren’, zegt Amyrah. Chloë: ‘Ik vind het leuk om verschillende trucjes te leren. Ik vind het bijvoorbeeld leuk om mijn hoepel tijdens het dansen af en toe in de lucht te gooien en weer op te vangen.’ ‘We leren tijdens hoopdance met heel ons lichaam soepel te bewegen’, zegt Katrina (9).

ROTTERDAM – William (14) is topsporter. Hij hoort bij de 16 beste zeilers van Nederland in zijn leeftijdscategorie. ‘Ik train ieder weekend met de andere 15 zeilers. Ik train met de beste zeilers van Nederland. Dat is een uitdaging voor mij en vind ik leuk’, zegt William. Tekst: Suzanne Huig ‘Ik ben begonnen met zeilen toen ik 8 jaar was. Ik vind het leuk om te zeilen met harde wind en hoge golven. Ik zeil alleen in mijn boot. Ik kan iedere beslissing op het water alleen nemen. Dat vind ik fijn. Ik kan daardoor snel reageren.’

William: ‘Ik trek na het startsein gelijk mijn schoot aan. De schoot is de lijn waarmee ik mijn zeil strak kan trekken.’ Foto: Arjen Jan Stada

Welke sport wil jij een keer proberen? Tekst en foto's: Suzanne Huig

Welke sport wil jij een keer proberen? En waarom?

Theorie ‘Op het water gelden regels. Het is belangrijk om die regels te weten om ongelukken te voorkomen. Ik heb daarom theorielessen gevolgd en 3 diploma’s behaald. Ik heb tijdens die lessen ook geleerd om goed naar de windrichting te kijken en verschillende knopen te maken.’ De start bij een wedstrijd ‘Ik heb bijna ieder weekend een wedstrijd. Voor een wedstrijd wordt op het water een baan uitgezet met boeien. Iedere zeiler krijgt via een speciaal horloge een startsein. De vlaggen op het startschip gaan dan ook naar beneden. Ik vind de start altijd spannend. Zeilboten kunnen niet stil liggen doordat ze bewegen door de wind en de stroming. Iedereen wil bij de start de beste plek en precies op het startsein weg vanaf de startlijn. Dat is heel lastig.’ Internationale wedstrijden ‘Ik zeil een paar keer per jaar wedstrijden in het buitenland. Ik vind het leuk en leerzaam om op verschillende plekken in de wereld te zeilen. Overal heb je andere stromingen en windrichtingen. Ik heb in Garda in Italië tegen 2 wereldkampioenen gezeild. Dit was een geweldige ervaring. Het is mijn droom om ooit mee te doen aan de Olympische Spelen’, vertelt William. Esila (11): ‘Ik wil een keer schaatsen. Het lijkt mij heel leuk om over het ijs te glijden. Ik wil schaatsen op een binnenbaan. Ik ben op natuurijs bang dat het ijs breekt en ik in een wak val.’

De leerlingen dansen met hun hoepel op muziek.

William: ‘Ik hang vaak naar achteren om mijn boot recht te krijgen in het water. Ik ga daardoor harder.’ Foto: Arthur Faas

Foto: Arjen Jan Stada

Veel tijd ‘Ik ben in het weekend bijna altijd aan het zeilen. Ik heb daardoor weinig vrije tijd. Ik doe doordeweeks oefeningen om mijn been- en armspieren te trainen. Topsport kost veel tijd. Ik zit daarom op een speciale school voor kinderen die op een hoog niveau sporten. De roostermaker houdt rekening met mijn wedstrijden. Ik kan toetsen bijvoorbeeld inhalen. Ik moet zelf goed plannen zodat mijn huiswerk af is.’ Nesa (9): ‘Ik wil graag een keer hoogspringen. Ik heb dat nog nooit gedaan. Ik ben benieuwd hoe hoog ik kan springen.’


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.